NL 3
BESCHRIJVING VAN DE WASMACHINE (afbeelding 1)
a. Afsluitklep
b. Doseerbakje wasmiddel
c. Trommel
d. Toegang tot de pomp achter het filter
e. Klantenservice-sticker (achter het deurtje van het filter)
f. Hendel (afhankelijk van het model). De wasma-
chine verplaatsen: trek de hendel met de hand een
beetje naar buiten en duw hem met de voet verder,
tot hij niet verder kan.
g. Verstelbare pootjes
INSTALLATIE
Verwijderen van de transportsteun
De wasmachine is uitgerust met een transportsteun
om schade tijdens het vervoer te voorkomen.
BELANGRIJK: Voordat u de wasmachine
in gebruik neemt, MOET de transportsteun
verwijderd worden.
1. Draai de twee schroeven “A” en de vier schroeven
“B” los met een platte schroevendraaier of een
moersleutel nr. 8 (afbeelding 2).
2. Verwijder de transportsteun (afbeelding 3).
3. Plaats de vier buitenste schroeven “B” opnieuw in
de machine en draai ze vast (afbeelding 2).
4. Klem de twee bijgeleverde afdichtingen “C” in de
openingen “D” van de wasmachine (afbeelding 4).
Opmerking: vergeet niet de vier buitenste schroeven
terug te plaatsen en vast te draaien.
Afstellen van de pootjes (afbeelding 5, 6)
Installeer de wasmachine op een vlakke ondergrond,
dichtbij de aansluitingen van elektriciteit, water en afvoer.
Als de vloer oneffen is, moeten de pootjes worden bijgesteld
(leg geen stukken hout, karton enz. onder de pootjes):
1. Draai de voeten van de wasmachine los met de
hand, door 2 tot 3 keer met de klok in, daarna doe
de bevestigingsmoer los met behulp van de sleutel.
2. Stel de hoogte van de pootjes met de hand in.
3. Draai de borgmoer tegen de klok in de richting
tegen de onderkant van de wasmachine.
Controleer of de pootjes stevig op de vloer rusten
en controleer of de wasmachine exact horizontaal
staat (gebruik hiervoor een waterpas).
De wasmachine kan geïnstalleerd worden in een
ruimte van 40 cm breed en 63 cm diep.
Opmerking: als u de machine op een dik tapijt instal-
leert, stel de pootjes dan zodanig bij dat er voldoende
ruimte onder de machine is voor luchtcirculatie.
Aansluiten van de watertoevoerslang
(afbeelding 7)
1. Draai de toevoerslang voorzichtig op het ventiel
aan dat op de achterkant van de wasmachine
geplaatst is (“A”); draai het andere einde van de
slang met uw hand op het watertoevoerventiel aan.
2. Let erop dat er geen knikken in de slang zitten.
3. Controleer de waterdichtheid van de aansluitingen
van de kraan en de wasmachine door de kraan
helemaal open te draaien.
• Als de slang te kort is, vervang deze dan door een
drukslang van voldoende lengte (min. 1000 kPa
min, volgens de norm EN 61770). Wanneer u een
langere slang voor de beperking van de waterto
evoer nodig heeft, neemt u contact op met onze
afdeling Klantenservice of met uw handelaar.
• Controleer de watertoevoerslang geregeld op
barsten of scheuren en vervang hem indien nodig.
• Controleer, of het eindstuk van de toevoerslang
vast genoeg op de waterkraan zit (afbeelding 8).
• De wasmachine kan aangesloten worden zonder
een terugstroom klep.
Waterstopsysteem tegen overstroming
(afbeelding 9) (indien aanwezig)
• Schroef de slang aan de watertoevoerkraan. Open
de waterkraan volledig en controleer of het aanslu-
itpunt waterdicht is.
• De wasmachine mag niet aangesloten worden op
een mengkraan of een niet onder druk gezette
boiler!
• De waterstop van de slang niet onderdompelen in
water, anders kan het zijn beschermende functie
verliezen. .
• Koppel bij beschadiging van de slang de wasma-
chine onmiddellijk los van het elektriciteitsnet, draai
de kraan dicht en vervang de slang.
Aansluiten van de watertoevoerslang
(afbeelding 10)
Haak de afvoerslang los van de linkerklem, zie pijl “A”
op de foto.
Belangrijk:
Maak de aansluiting van de afvoerslang NIET los
van de rechterkant, zie pijl “B” op de foto. Anders
ontstaat er een risico op lekkage en verbranding door
heet water.
Verbind de uitlaatbuis vast aan de stankafsluiter of
aan een andere
uitlaat van de riolering.
Als het nodig is een verlengstuk te gebruiken, gebruik
dan een slang van dezelfde maat en zet de aansluit-
pennen vast met klemmen.
Maximale lengte van de afvoerslang: 2,50 m.
Maximale afvoerhoogte: 100 cm.
Minimale afvoerhoogte: 55 cm.
Belangrijk:
Zorg ervoor dat er geen knikken in de afvoerslang
zitten en neem maatregelen om te voorkomen dat de
slang valt terwijl het apparaat werkt.