29
Computerbeelden optimaliseren
Als de projector geactiveerd is en beeld op het scherm te zien is, kunt u het beeld
optimaliseren via de schermmenu’s. Zie pagina 30 voor algemene informatie over
het gebruik van menu’s.
• Selecteer standaardbeeldinstellin
gen met een voorkeursinstelling die geschikt
is voor de omgeving.
• Pas Keystone, Contrast of Helderheid aan
in het Basis Afbeeldingmenu
(pagina 31).
• Pas de beeldverhouding aan. Kies de optie die het beste past bij het
ingangsignaal (pagina 31).
• Pas de Kleurtemperatuur aan in
het Geavanceerd beeldmenu (pagina 31).
• Pas de Fase, Naspeuren,
Horizontale of Verticale positie aan in het
Geavanceerd beeldmenu (pagina 32).
• Zodra u het beeld hebt geoptimaliseerd voor een
bepaalde ingang, kunt u de
instellingen opslaan als Gebruikerinstelling. Zodoende kunt u deze instellingen
later snel oproepen (pagina 31).
Presentatiefuncties
Er zijn diverse functies beschikbaar, waardoor u eenvoudiger presentaties kunt
geven. Hier is een overzicht, details vindt u in de menudelen.
• Aan de knop Aangepast kunt u diverse functies toekennen.
De standaardfunctie is Broninfo, die informatie
weergeeft over de projector en
de actuele ingang. Zie pagina 33 voor details.
• Met de Zoekoptie kunt u het uiterlijk van h
et blanco scherm en opstartscherm
aanpassen (pagina 34).
• Twee opties, Auto Uit Tijd en Screen Save Tijd, dienen voor het automatisch
uitschakelen
van de projector als gedurende bepaalde tijd geen activiteit is
gedetecteerd of een leeg scherm is weergegeven. Hierdoor kan de lamp langer
meegaan (pagina 33).
Videobeelden optimaliseren
Zodra het videoapparaat correct is aangesloten en beeld op het scherm te zien is,
kunt u het beeld optimaliseren via de schermmenu’s. Zie pagina 30 voor algemene
informatie over het gebruik van menu’s.
• Pas Keystone, Contrast, Helderheid of Tint aan in het Basis Afbeeldingmenu
(pagina 31).
• Pas de beeldverhouding aan. Kies de optie die
het beste past bij het
ingangsignaal (pagina 31).
• Kies een instelling voor Felheid (pagina 31).
• Pas de Kleurtemperatuur aan. Kies een warmtewaarde uit de lijst (pagina 32).
• Schakel Overscan in om ruis uit de ran
den van het beeld te filteren (pagina 32).
De projector aanpassen
U kunt de projector aanpassen aan uw specifieke opstelling en wensen.
Zie pagina 33 to pagina 34 voor details over deze functies.
• Voor projectie op de achterzijde van een scherm, schakelt u Achterkant project
in via het Se
tupmenu.
• Voor projectie vanaf het plafond, schakelt u Plafondmontage in via het
Setupmenu.
• Geef aan op welke ingang eerst moet worden gecontroleerd op
een actief
signaal tijdens het opstarten.
• Geef een functie op voor de Aangepaste kn
op op de afstandsbediening.
• Schakel de meldingen van de projector in of uit.
• Schakel energiebesparende functies in.
• Verander het uiterlijk van het blanco scherm
en opstartscherm.
• Geef de taal van de schermmenu’s aan.
• Bewaar de instellingen voor de geactiveerde ingan
g als voorkeuze-instelling.