121
5.2 Volume regelen
Tijdens een gesprek, drukt u op Omhoog of Omlaag om op het volume te
regelen.
5.3
Oproep beantwoorden
1) Druk op de toets Verzenden om de oproep te beantwoorden.
2) te weigeren of het gesprek te beëindigen, drukt u op de End-toets
Opmerking: Als de beller-ID kan worden geïdentificeerd, zal de telefoonnummer
van de beller (indien deze telefoonnummers is opgeslagen in uw telefoonboek),
getoond worden.
5.4 Opties tijdens een gesprek
Tijdens een gesprek kunt u gebruik maken van diverse bedieningsfuncties.
Druk op M1 om in te voeren.
Dempen
Deze functie kan aan / uitschakelen de microfoon van de telefoon. De
"Mute"-functie voorkomt dat de persoon met wie u spreekt uw stem horen.
Tijdens een gesprek, drukt u op de OK/M1 toets om het menu te openen. Druk
op de up / down toets om te selecteren:
Druk op de M1-toets om te activeren. Te deactiveren de mute, drukt u op de
M1-toets om uit te schakelen en opties te selecteren.
Telefoonboek
Druk op M1 om het telefoonboek te openen, selecteer een nummer en druk op
verzenden toets om te bellen.
POSTVAK IN
Druk op M1 naar het Postvak IN te openen
Luidspreker.
Deze functie schakeld in en uit de luidspreker.
Tijdens een gesprek, drukt u op de toets M2 om te luidspreker aan / uit te
schakelen
5.5 Invoer Methode
In het Edit-modus, druk op de toets "#" om de invoermethode omteschakelen, in
de linker bovenhoek van het scherm van de input-methode is aangetoond:
Om symbolen te invoeren
Druk op de "*" toets om naar het selectiescherm en kies het symbool om in te
voegen. De UP / DOWN-toets rol de cursor van links naar rechts. Druk op de
M1-toets om te bevestigen
Voor het invoeren van letters
Druk einmals op de eerste letter op de toets.
Druk tweemaal op de tweede letter op de toets.
Druk drie keer op de derde letter op de toets.
Opmerkingen: De Zero belangrijke input ruimten
.
.
