111
VERANTWOORD TELEFOONGEBRUIK
Houd u zich ann de bijzondere regels dei kunnen gelden in bepaalde
omgevingen waarinn u zich bevindt. Schakel de telefoon altijd uit daar waar het
gebruik ervan verboden is of interferentie kan veroorzaken of gevaar kan op
leveren. Gebruik de telefoon uitsluitend in de normale gebruikshouding. Deze
telefoon voldoet de richtlijnen voor straling, indien hij in de normale stand tegen
uw oor gehouden wordt of zich minstens 2,0 cm. (7/8 inch) van uw lichaam
bevindt. Wanneer het toestel in heuptasje of andere houden op het lichaam
wordt gedragen, mogen deze geen metal bevatten, en de boven aangegeven
afstand tot het lichaam moet in acht worden genomen. Doordat delen van het
toestel magnetisch zijn, kunnen metalen voorwerpen worden aangetrokken.
Houd geen credit cards of andere magnetische media in de buurt van het
toestel, daarop opgeslagen informatie kan worden gewist.
MEDISCHE APPARATUUR
Het gebruik van apparatuur die radiosegnalen uitzendt, zoals mobiele telefoons,
kan intefereren met onvoldoende afgeschermde medische apparatuur.
Raadpleeg een arts of de fabricant van het medische apparaat om vast te
stellen of dat voldoende tegen radiosignalen van buitenaf is beschermd, of als u
een vraag heft. Wanneer borden in gezondheidscentra u manen uw toestel uit
te schakelen, doet u dat dan ook. Ziekenhuizen en andere gezondheidscentra
maken soms gebruik van apparatuur die gevoelig zijn voor radiosignalen van
buitenaf.
PACEMAKERS
Fabrikanten van pacemakers adviseren een minimumafstand van 15 cm.
tussen mobiele telefoon en pacemakers, teneinde interferentie met de
pacemaker te voorkomen. Deze aanbevelingen zijn in overeenstemming met
onafhankelijk onderzoek en aanbeveling van WTR (Wireless Technology
Research). Dragers van pacemakers dienen:
- de teleffon altijd minstes 15 cm. van pacemaker te houden
- de teleffon niet in een borstzak te dragen
- de teleffon tegen het oor aan die zijde van het kichaam te houden die het vest
Verwijderd is van de pacemaker, om zo de kans op interferentie te verkleinen.
Wanneer u vermoedt dat er kans op interferentie bestaat, schakel het toestel
dan uit en houdt het verder weg.
GEHOORTOESTEL
Het kan voorkomen dat en digital draadllos apparaat interferentie veroorzaakt
bij een gehoortoestel. Neem in geval van interferentie contact op met uw
leverancier.
VOERTUIGEN
Radiosignalen kunnen invloed hebben op elektrische systemen in
motorvoertuigen (bijv. Elektrische brandstofinjectie, ABS remsysteem,
automatische cruise control, airbag system) die niet correct geinstallerd of
onvoldoende afgescherd zijn. Neem contact op met de fabrikankt of de