655231
3
Verklein
Vergroot
Pagina terug
1/50
Pagina verder
Gebruikershandleiding IRIScan Executive 4
IRIScan Executive 4
Button Manager
2
Gebruikershandleiding IRIScan Executive 4
Copyright
IRIScanExecutive4-dgi_27052016-01
Copyright
©
2016 I.R.I.S NV. Alle rechten voorbehouden.
De informatie in dit document is onderhevig aan wijzigingen zonder kennisgeving. De in dit document
beschreven software wordt ter beschikking gesteld onder een licentieovereenkomst of een
geheimhoudingsovereenkomst. De software mag uitsluitend overeenkomstig de voorwaarden van deze
overeenkomsten worden gebruikt of gekopieerd. Niets van deze publicatie mag op welke wijze dan ook
worden gereproduceerd zonder de voorafgaande schriftelijke toestemming van I.R.I.S. NV.
De barcodedetectiefunctie is aangeleverd door Dynamsoft Corporation.
Handelsmerken
Microsoft is een in de V.S. geregistreerd handelsmerk van Microsoft Corporation.
Windows, Windows Vista, Windows 7, Windows 8 en Windows 10 zijn geregistreerde handelsmerken of
handelsmerken van Microsoft Corporation in de Verenigde Staten en/of andere landen.
OneDrive en het bijbehorende logo zijn handelsmerken van Microsoft Corporation.
Evernote en het Evernote-logo zijn handelsmerken van Evernote Corporation.
Dropbox en het Dropbox-logo zijn geregistreerde handelsmerken van Dropbox, Inc.
Google en het Google-logo zijn geregistreerde handelsmerken van Google Inc.
Facebook en het Facebook-logo zijn geregistreerde handelsmerken van Facebook, Inc.
De overige in dit document vermelde namen en producten kunnen handelsmerken of gedeponeerde
handelsmerken zijn van de respectieve ondernemingen.
3
Gebruikershandleiding IRIScan Executive 4
Inhoud
1. Overzicht .................................................................................................................................... 5
2. Installeren van Button Manager ..................................................................................................... 5
3. Scannen via de knoppen ............................................................................................................... 6
3.1 Opstarten van Button Manager ................................................................................................. 6
3.2 Gebruik van de standaardknoppenconfiguraties .......................................................................... 7
3.3 Controleren van de knopconfiguraties vóór het scannen ............................................................... 8
3.4 Scannen met één druk op de knop .......................................................................................... 10
3.4.1 Gebruik van het Knoppenpaneel ........................................................................................ 10
4. Configureren van de knoppen ..................................................................................................... 11
4.1 Openen van het dialoogvenster Button Properties (Knopeigenschappen) ...................................... 11
4.2 Het tabblad Basic (Basis) ....................................................................................................... 12
4.2.1 De naam van de knop ...................................................................................................... 12
4.2.2 De optie Image Mode (Beeldmodus) .................................................................................. 13
4.2.3 De optie Scan Parameters (Scanparameters) ...................................................................... 13
4.2.4 De optie File Location (Bestandslocatie) ............................................................................. 14
4.3 Het tabblad Image Adjustment (Beeldaanpassing) .................................................................... 17
4.4 Het tabblad Color Dropout (Kleurverwijdering) .......................................................................... 19
4.4.1 Opgeven van de RGB-waarden .......................................................................................... 19
4.4.2 Selecteren van uw kleur ................................................................................................... 20
4.5 Het tabblad Image Processing (Beeldverwerking) ...................................................................... 21
4.6 Button Manager configureren om beelden naar een opgegeven printer te versturen ...................... 22
4.7 Button Manager configureren om beelden naar een opgegeven e-mailprogramma te uploaden ....... 24
4.8 Button Manager configureren om beelden naar een FTP-server te uploaden ................................. 27
4.9 Button Manager configureren om beelden naar een Microsoft SharePoint Server / Office 365 te
uploaden ................................................................................................................................... 29
4.10 Button Manager configureren om beelden naar Google Drive te uploaden ................................... 31
4.11 Button Manager configureren om beelden naar Evernote te uploaden ........................................ 33
4.12 Button Manager configureren om beelden naar Dropbox te uploaden ......................................... 34
4.13 Button Manager configureren om beelden naar OneDrive te uploaden ........................................ 35
4.14 Button Manager configureren om beelden naar Facebook te uploaden ........................................ 36
4.15 Button Manager configureren om beelden naar een gedeelde map te uploaden ........................... 37
4.16 Mogelijke foutmeldingen ...................................................................................................... 38
4.17 Toevoegen van een nieuwe bestemmingstoepassing ................................................................ 40
4.18 Werken met profielen .......................................................................................................... 41
4.19 Gebruik van het menu Options (Opties) ................................................................................. 42
4.19.1 Het tabblad Settings (Instellingen) ................................................................................... 43
4.19.2 Het tablad Others (Overig) .............................................................................................. 43
4.19.3 Het tabblad Scan Count (Aantal scans) ............................................................................. 45
4
Gebruikershandleiding IRIScan Executive 4
4.19.4 Het tabblad Advanced (Geavanceerd) ............................................................................... 45
4.19.5 Het tabblad Scanner Info (Scannerinfo) ............................................................................ 46
4.19.6 Het tabblad About (Over) ............................................................................................... 47
4.20 Verwijderen van het Button Manager-pictogram uit het systeemvak ........................................ 47
5. Bediening ............................................................................................................................... 48
5.1 Direct invoegen van een beeld in een softwaretoepassing .......................................................... 48
5.2 Uw bestand 'slepen en neerzetten' bij een specifieke knop ......................................................... 49
5.3 Verzenden van een foutenrapport ........................................................................................... 50
5
Gebruikershandleiding IRIScan Executive 4
1. Overzicht
Met Button Manager kunt u gemakkelijk documenten scannen en deze versturen naar uw favoriete
softwaretoepassingen en cloudbestemmingen. Dit gebeurt allemaal met slechts één druk op de knop op de
scanner.
Met de nieuwe Button Manager kunt u:
- Uw documenten direct naar Readiris Corporate 14 scannen.
- Beelden naar een geopende toepassing scannen.
- Beelden naar andere toepassingen van uw keuze scannen.
- Documenten naar een printer versturen.
- Documenten via mail verzenden.
- Nieuwe knoppen configureren om documenten naar verschillende cloudbestemmingen te versturen.
2. Installeren van Button Manager
Let op: Installeer de software vóór u de scanner aansluit op uw computer. Zie indien nodig de Verkorte
handleiding voor meer informatie.
Systeemvereisten
Component
Vereiste
Computer en processor
1GHz-processor of hoger.
Geheugen
Minimaal 1 GB RAM.
Harde schijf
Minimaal 500 MB vrije ruimte op de harde schijf. 1 GB vrije ruimte op de
harde schijf is aanbevolen.
Besturingssystemen
Windows 10, Windows 8.1, Windows 8, Windows 7, Windows Vista,
Windows XP (vanaf Service Pack 3). Alle 32- of 64-bits.
Windows 7 of hoger is aanbevolen.
Overige
Dvd-romstation of internetverbinding.
Ten minste één vrije USB-poort.
6
Gebruikershandleiding IRIScan Executive 4
3. Scannen via de knoppen
U hoeft alleen maar op de Scan-knop van de scanner te drukken om uw documenten te scannen en te
versturen naar de opgegeven bestemmingstoepassing. Voor u scant echter, is het aanbevolen de
configuratie van de knoppen te controleren om zeker te zijn van de juiste bestandsindeling en
bestemmingstoepassing.
3.1 Opstarten van Button Manager
1. Nadat Button Manager en de scannerdriver succesvol geïnstalleerd zijn op uw computer, wordt het
Button Manager-pictogram weergegeven in het Windows-systeemvak in de rechterbenedenhoek van uw
computerscherm.
2. Klik met de linkermuisknop op het Button Manager-pictogram om het volgende Knoppenpaneel te
openen.
3. De standaardknop is aangegeven met een groen vinkje. Om een andere knop te selecteren als
standaardknop, klikt u op het cijfer ervoor. Het vinkje wordt nu verplaatst naar deze knop.
Opmerking:
Button Manager kan ook als volgt opgestart worden via de programmalijst:
Starten>Alle programma's>IRIS Button Manager>IRIS Button Manager.
4. U kunt nu op een van de knoppen klikken of op de scanknop op de scanner drukken om het scannen te
starten.
Hier staat uw
scannermodel
aangegeven.
Status
Gereed
7
Gebruikershandleiding IRIScan Executive 4
3.2 Gebruik van de standaardknoppenconfiguraties
De scanner wordt uitgeleverd met negen voorgeconfigureerde knopinstellingen voor uw meest
voorkomende taken, zoals scannen naar Readiris, scannen naar een andere toepassing, scannen naar e-
mail. In de volgende tabel staan de standaardinstellingen. U kunt elk van deze instellingen wijzigen.
Naam
Bestemmings-
toepassing
Voorgeconfigureerde scaninstellingen
Readiris
Corporate
14
Selecteer deze knop om de
documenten direct naar
Readiris te versturen voor
tekstherkenning.
Kleur, 300 dpi, Dubbelzijdig, JPEG,
Automatisch bijsnijden
Scan to PDF
(Scannen
naar PDF)
Selecteer deze knop om
documenten als PDF te
scannen en uw standaard
PDF-lezer te openen.
Er wordt ook een kopie
opgeslagen in:
Afbeeldingen\IRIS IRIScan Exec4
Automatisch, 300 dpi, Dubbelzijdig, PDF,
Automatisch bijsnijden
Dropbox
Selecteer deze knop om
beelden te versturen naar
uw Dropbox-account.
Automatische kleurdetectie, 300 dpi,
Dubbelzijdig, JPEG, Automatisch bijsnijden
Evernote
Selecteer deze knop om
beelden te versturen naar
uw Evernote-account.
Automatische kleurdetectie, 300 dpi,
Dubbelzijdig, JPEG, Automatisch bijsnijden
Google
Drive
Selecteer deze knop om
beelden te versturen naar
uw Google Drive-account.
Automatische kleurdetectie, 300 dpi,
Dubbelzijdig, JPEG, Automatisch bijsnijden
FTP
Selecteer deze knop om
beelden te versturen naar
een FTP-server.
Automatische kleurdetectie, 300 dpi,
Dubbelzijdig, JPEG, Automatisch bijsnijden
Easy Mail
Selecteer deze knop om uw
beelden te verzenden als
bijlage via uw opgegeven
e-mailprogramma.
Automatische kleurdetectie, 300 dpi,
Dubbelzijdig, JPEG, Automatisch bijsnijden
Scan to App
(Scannen
naar
toepassing)
Selecteer deze knop om
beelden te versturen naar
een opgegeven toepassing
(standaard: Microsoft
Paint).
Automatische kleurdetectie, 300 dpi,
Dubbelzijdig, JPEG, Automatisch bijsnijden
8
Gebruikershandleiding IRIScan Executive 4
Archive
(Archiveren)
Selecteer deze knop om
beelden op te slaan in een
map op uw computer.
Automatische kleurdetectie, 300 dpi,
Dubbelzijdig, JPEG, Automatisch bijsnijden
Opmerking:
Voor een correct gebruik van de standaardinstellingen moet uw computer beschikken over een
internetverbinding en moet u de nodige softwaretoepassingen, zoals een e-mailprogramma, of de
printer installeren vóór u Button Manager installeert.
Om uw gescande beelden naar een netwerkserver te kunnen versturen, zoals FTP, Microsoft SharePoint
of Google Drive, moet uw computer beschikken over een internetverbinding en moet u toegang hebben
tot de netwerkserver. Hiervoor moet u bijvoorbeeld eerst een gebruikersnaam en wachtwoord
aanmaken.
Microsoft .NET Framework: Om uw gescande beelden correct naar een netwerkserver te versturen,
is Microsoft .NET Framework 2.0 of hoger vereist. (Controleer het programma en de versie via
Starten>Configuratiescherm>Programma's en onderdelen. Er verschijnt een lijst met programma's. Als
u Microsoft .NET Framework geïnstalleerd heeft, dan staat het programma met de versie in de lijst.).
Google Drive: Google stelt een service voor het hosten, beheren en bewerken van documenten,
genaamd Google Drive, ter beschikking van elke gebruiker die een account aangemaakt heeft op de
Google-website (http://drive.google.com).
Microsoft SharePoint: Microsoft SharePoint is een door Microsoft ontwikkelde samenwerkings- en
documentbibliotheektool voor het delen van bestanden en webpublicatie. Het kan zijn dat u contact
moet opnemen met uw systeembeheerder voor de juiste URL voor de SharePoint-server. Uw
systeembeheerder zal u ook toegang verlenen tot SharePoint en u een geldige gebruikersnaam en
wachtwoord geven.
3.3 Controleren van de knopconfiguraties vóór het scannen
1. Nadat Button Manager en de scannerdriver succesvol geïnstalleerd zijn op uw computer, wordt het
Button Manager-pictogram weergegeven in het Windows-systeemvak in de rechterbenedenhoek van uw
computerscherm.
2. Klik met de linkermuisknop op het Button Manager-pictogram om het volgende Knoppenpaneel te
openen.
Hier staat uw
scannermodel
aangegeven.
9
Gebruikershandleiding IRIScan Executive 4
3. De eerste vijf scanknoppen van het Knoppenpaneel worden weergegeven. Klik met de rechtermuisknop
op de knop die u wilt controleren; het venster Button Properties (Knopeigenschappen) verschijnt.
Als u instellingen wilt wijzigen, dan kunt u in dit venster de instelling resetten voor de bestandsindeling,
de bestemmingstoepassing of andere scaninstellingen. Zie 'Configureren van de knoppen' in het
volgende hoofdstuk voor het resetten van de instellingen.
4. Klik op de knop OK om het venster af te sluiten.
Opmerking:
Als het Button Manager-pictogram niet weergegeven wordt in het Windows-systeemvak, schakel dan uw
scanner uit en weer in. Het Button Manager-pictogram wordt dan weergegeven in het Windows-
systeemvak in de rechterbenedenhoek.
Map- en
bestandsnaam
voor het
gescande beeld
Deelvenster
voor het
selecteren van
de beeldmodus
Basisscanparameters
Naam van de geselecteerde knop
Scanbestemming
en instellingen
Naam van de
knop
10
Gebruikershandleiding IRIScan Executive 4
3.4 Scannen met één druk op de knop
1. Druk eenmaal op de scannerknop.
3.4.1 Gebruik van het Knoppenpaneel
Klik met de linkermuisknop op het Button Manager-pictogram in het Windows-systeemvak in de
rechterbenedenhoek van het scherm. Het Knoppenpaneel verschijnt.
Het Button Manager-pictogram
Via dit paneel kunt u de scanconfiguraties controleren, een scan starten en de scanconfiguraties wijzigen.
1. Om een scanconfiguratie te controleren, klikt u met de rechtermuisknop op het gewenste
functiepictogram. Het venster Button Properties (Knopeigenschappen) met de voorgeconfigureerde
scanconfiguratie verschijnt.
2. Om een scan te starten, klikt u op het gewenste functiepictogram. De scanner begint te scannen en
levert het gescande document af bij de door u geselecteerde bestemmingstoepassing.
3. Om een scanconfiguratie te wijzigen, klikt u met de rechtermuisknop op het gewenste
functiepictogram. Het venster Button Properties (Knopeigenschappen) verschijnt, waarin u de
knopfunctie en de bijbehorende instellingen kunt aanpassen.
4. Om door alle 9 knoppen heen te lopen, klikt u op de pijltoetsen.
5. Om het Knoppenpaneel te sluiten, klikt u op de knop Sluiten () in het Knoppenpaneel.
Het functiepictogram
Klik op de pijlen
om door de 9
knoppen heen te
lopen.
Het
knopnummer
11
Gebruikershandleiding IRIScan Executive 4
4. Configureren van de knoppen
In Button Manager kunt u de knoppen aanpassen, onder meer de scanprofielen, de
bestemmingstoepassingen en hoe bestanden opgeslagen worden en welke naam ze krijgen.
4.1 Openen van het dialoogvenster Button Properties (Knopeigenschappen)
Voor elk van de negen knoppen kunt u een nieuwe configuratie selecteren in het dialoogvenster Button
Properties (Knopeigenschappen).
Om het dialoogvenster Button Properties (Knopeigenschappen) te openen:
1. Klik met de linkermuisknop op het Button Manager-pictogram in het systeemvak in de
rechterbenedenhoek van het scherm. Het Knoppenpaneel verschijnt.
2. Klik met de rechtermuisknop op de knop waarvan u de instellingen wilt wijzigen. Het dialoogvenster
Button Properties (Knopeigenschappen) verschijnt.
3. Op het tabblad Basic (Basis) kunt u uw basisscanparameters selecteren, waaronder de beeldmodus, de
resolutie, het papierformaat, het bestandspad en de bestandsnaam en de gewenste scanbestemming.
4. Op het tabblad Image Adjustment (Beeldaanpassing) kunt u de gewenste waarde voor de helderheid
en het contrast selecteren om uw gescande beeld te verbeteren.
5. Op het tabblad Color Dropout (Kleurverwijdering) kunt u het gewenste kleurkanaal kiezen dat
12
Gebruikershandleiding IRIScan Executive 4
verwijderd moet worden om de tekst scherper te maken.
6. Op het tabblad Image Processing (Beeldverwerking) kunt u kiezen of u uw beeld wilt draaien of lege
pagina's wilt verwijderen.
7. Klik op OK om uw instellingen op te slaan en dit venster te sluiten.
4.2 Het tabblad Basic (Basis)
Op het tabblad Basic (Basis) kan het merendeel van de instellingen van de knop uitgevoerd worden. Op het
tabblad Basic (Basis) kunt u de basisinstellingen voor de knop opgeven, zoals de basisscanparameters, de
bestandsindeling en het pad en de scanbestemming voor het gescande beeld.
Het tabblad Basic (Basis) bevat de volgende opties:
4.2.1 De naam van de knop
In het veld met de naam van de knop kunt u de naam wijzigen. Typ de gewenste naam in het veld. De
nieuwe naam wordt dan weergegeven in het Knoppenpaneel.
U kunt de naam van de knop ook als volgt wijzigen:
1. Klik in het Knoppenpaneel met de rechtermuisknop op het knopnummer van de knop waarvan u de
naam wilt wijzigen. De naam van de knop wordt geaccentueerd.
13
Gebruikershandleiding IRIScan Executive 4
2. Typ de gewenste knopnaam in het veld en druk vervolgens op de 'Enter'-toets van uw toetsenbord.
Bijvoorbeeld 'Mijn printer'.
3. De nieuwe naam is gewijzigd en wordt weergegeven in het Knoppenpaneel zoals weergegeven.
4.2.2 De optie Image Mode (Beeldmodus)
Image Mode (Beeldmodus): Selecteer de juiste beeldmodus voor het gescande beeld. Opties: Auto
Color Detection (Automatische kleurdetectie), Color (Kleur), Gray (Grijs) en Black and White (Zwart-wit).
Auto Color
Detection
(Automatisch
kleurdetectie)
Selecteer deze optie om automatisch te detecteren en uw kleurendocument te
scannen in de kleurbeeldmodus. Als uw document in kleur is, dan scant de
scanner het document naar een kleurenbeeld. Als uw document niet in kleur is,
dan scant de scanner uw document in de zwart-witmodus. Deze optie is nuttig
als u een gemengd document heeft stukken met kleur en zonder kleur.
Color (Kleur)
Selecteer Color (Kleur) voor het scannen van foto's of kleurendocumenten. Bij
kleurenscans is de bestandsgrootte het grootst.
Gray (Grijs)
Selecteer Gray (Grijs) voor het scannen van documenten met tekeningen of
zwart-witfoto's. Deze scanmodus produceert beelden van maximaal 256
grijstinten.
Black and
White (Zwart-
wit)
Selecteer Black and White (Zwart-wit) voor het scannen van documenten met
alleen tekst, potlood of inktschetsen. Deze scanmodus produceert de kleinste
bestandsgrootte.
4.2.3 De optie Scan Parameters (Scanparameters)
Resolution (Resolutie):
De resolutie wordt aangegeven in pixels per inch (ppi) (soms ook dots per inch of dpi). Een hogere
resolutie zorgt voor meer details in de scan, langzamer scannen en meestal grotere bestandsgroottes. Een
A4-kleurenbeeld gescand met 300 dpi in kleurenmodus gebruikt bijvoorbeeld 25 MB aan schijfruimte. Als er
OCR (optische tekenherkenning) uitgevoerd moet worden op een scan, dan moet voor de meeste talen 300
dpi worden gebruikt, met uitzondering van Aziatische talen. Voor Aziatische talen wordt 400 dpi
aanbevolen.
Verplaats de schuifregelaar naar de optimale resolutie. De standaardwaarde is 300 dpi. De beschikbare
resoluties zijn 75, 100, 150, 200, 300, 400 en 600. (Opties verschillen afhankelijk van het type scanner.)
14
Gebruikershandleiding IRIScan Executive 4
Resolutie: 100 dpi
Resolutie: 200 dpi
Paper Size (Papierformaat):
Selecteer het optimale scanformaat. Opties: Auto Crop and Deskew (Automatisch bijsnijden en
rechtzetten), Scanner Maximum (Scannermaximum), US Letter- 8,5" x 11", US Legal 8,5" x 14", ISO A4
21 x 29,7 cm, ISO A5 14,8 x 21 cm, ISO A6 10,5 x 14,8 cm, ISO A7 7,4 x 10,5 cm, ISO B5 17,6
x 25 cm, ISO B6 12,5 x 17,6 cm, ISO B7 8,8 x 12,5 cm, JIS B5 18,2 x 25,7 cm, JIS B6 12,8 x 18,2
cm, JIS B7 9,1 x 12,8 cm, Picture 6.0 x 4.0 inch, Picture 5.0 x 3.0 inch . Opmerking: De opties
verschillen afhankelijk van het type scanner.
Auto Crop and Deskew (Automatisch bijsnijden en rechtzetten): Past het bijsnijdgebied automatisch
aan aan de verschillende documentformaten en zet scheve beelden automatisch recht. Gebruik deze optie
voor batches met documenten van verschillende formaten.
Duplex (Dubbelzijdig):
Selecteer 'Duplex' (Dubbelzijdig) om zowel de voor- als achterzijde van uw document te scannen.
Controleer voor u 'Duplex' (Dubbelzijdig) selecteert of u een dubbelzijdige scanner heeft.
Use TWAIN (TWAIN gebruiken):
Vink aan om te scannen op basis van de TWAIN-gebruikersinterface van de scanner. Klik op 'Setup'
(Instellen) om de TWAIN-gebruikersinterface van de scanner te openen voor meer geavanceerde
scaninstellingen.
4.2.4 De optie File Location (Bestandslocatie)
Directory (Map):
Voer het pad in of klik op 'Browse' (Bladeren) om het pad voor uw gescande beeld te selecteren.
Standaard: C:\Gebruikers\<UwGebruikersnaam>\Afbeeldingen\IRIS IRIScan Exec4\Button#
(C is uw systeemstation).
File Name (Bestandsnaam):
De bestandsnaam van uw gescande beeld bestaat uit een teksttekenreeks (standaard: Image) en een
numeriek achtervoegsel. Dit achtervoegsel wordt automatisch gegenereerd om de bestandsnamen uniek te
maken, bijvoorbeeld Image_0001. U kunt de standaardreeks wijzigen door uw eigen tekst op de plaats van
de standaardbestandsnaam in te voeren 'Doc####'.
Of u kunt de datum en tijd toevoegen aan de huidige bestandsnaam door de optie 'More' (Meer) te
selecteren. U heeft de keuze uit Date (Datum), Time (Tijd), Year (Jaar), Month (Maand), Day
(Dag), Hour (Uur), Minute (Minuten), Second (Seconden), Day of Week (Dag van de week),
Week number (Weeknummer) Barcode (TWAIN-ondersteuning), Custom (Aaangepast), Image
Count (Afbeeldingteller). De datum wordt weergegeven in de notatie JJJJMMDD (jaar, maand en dag).
De tijd wordt weergegeven in de notatie UUMMSS (uur, minuten, seconden). Als u bijvoorbeeld de datum
en tijd selecteert, dan wordt de bestandsnaam weergegeven als Image_000720110308175239.pdf
(20110308 is de datum en 175239 is de tijd).
15
Gebruikershandleiding IRIScan Executive 4
De volgende tokens zijn beschikbaar voor gebruik:
Token
Wordt geconverteerd naar
#
Nummerteller
Date
(Datum)
Huidig jaar + maand + dag, 4 cijfers + 2 cijfers + 2
cijfers
Time (Tijd)
Huidig uur + minuten + seconden, 2 cijfers + 2 cijfers +
2 cijfers
Year (Jaar)
Huidig jaar, 4 cijfers
Month
(Maand)
Huidige maand, 01-12
Day (Dag)
Huidige dag, 01-31
Hour (Uur)
Huidig uur, 1-24
Minute
(Minuten)
Huidige minuten, 1-60
Second
(Seconden)
Huidige seconden, 1-60
DayofWeek
(Dag van
de week)
Huidige dag van de week, 1-7
Week#
(Weeknr.)
Huidig weeknummer, 1-53
Barcode
Herkende barcode uit het document
Bestandsindeling:
De bestandsindeling die u geselecteerd heeft, bepaalt de bestandsindeling van het gescande beeld van uw
document.
Selecteer uw optimale bestandsindeling voor het betreffende knopnummer. U heeft de keuze uit BMP,
PNG, GIF, JPEG, PDF van enkele pagina, PDF van meerdere pagina's, TIFF op meerdere pagina's en TIFF.
BMP:
BMP is de standaard Windows-afbeeldingsindeling bij DOS- en Windows-compatibele computers. De BMP-
indeling ondersteunt de kleursystemen RGB, geïndexeerde kleuren, grijstinten en bitmap.
GIF:
De indeling GIF (Graphics Interchange Format) is vooral ontwikkeld voor internetgebruik, meer bepaald
vanwege de compacte bestandsgrootte. De indeling is enkel geschikt voor het snel laden van webpagina's.
Tegenwoordig wordt GIF alom gebruikt op het World Wide Web, zowel voor stilstaande afbeeldingen als
animaties. Een GIF-bestand kan maximaal 256 kleuren hebben, waardoor het ongeschikt is voor
kleurenfoto's. Het gebruik is het beste geschikt voor kleurenillustraties, zwart-witlijntekeningen of
afbeeldingen met grote vlakken in effen kleuren.
PNG:
De indeling PNG (Portable Network Graphic) is ook een bitmap van geïndexeerde kleuren met verliesloze
compressie, maar zonder copyrightbeperkingen; algemeen gebruikt voor het opslaan van graphics voor
webafbeeldingen. PNG is beter dan GIF vanwege de betere compressie en de ondersteuning van miljoenen
kleuren. PNG-bestanden eindigen op de extensie .png.
16
Gebruikershandleiding IRIScan Executive 4
TIFF:
De indeling TIFF (The Tagged-Image File Format) is een flexibele bitmapafbeeldingsindeling die
ondersteund wordt door bijna alle teken-, beeldbewerkings- en paginaopmaaktoepassingen. Ook kunnen
bijna alle desktopscanners TIFF-afbeeldingen maken. Om uw bestandsgrootte te comprimeren, klikt u op
de knop 'Properties' (Eigenschappen). Verplaats de schuifregelaar naar rechts of naar links om het
compressieniveau hoger of lager in te stellen. Hoe hoger het compressieniveau, hoe geringer de
beeldkwaliteit.
TIFF op meerdere pagina's:
TIFF op meerdere pagina's (Multi-TIFF) voegt alle gescande beelden samen in één TIFF-bestand.
JPEG:
JPEG (Joint Photographic Experts Group)-compressie geeft de beste resultaten bij kleuren met doorlopende
tinten en de kleinste bestandsgrootte. Om uw bestandsgrootte te comprimeren, klikt u op de knop
'Properties' (Eigenschappen). Verplaats de schuifregelaar naar rechts of naar links om het
compressieniveau hoger of lager in te stellen. Hoe hoger het compressieniveau, hoe geringer de
beeldkwaliteit.
PDF:
PDF (Portable Document Format) is een zeer populaire bestandsindeling gebruikt door Adobe. U kunt PDF-
bestanden weergeven met Adobe Acrobat of Adobe Reader.
PDF van meerdere pagina's:
PDF van meerdere pagina's (Multi-PDF) voegt alle gescande beelden samen in één PDF-bestand.
De volgende tabel geeft u een idee van de bestandsgrootte versus de bestandsindeling.
Om een A4-kleurenbeeld te scannen met 200 dpi:
Bestandsindeling
BMP
TIFF
PDF
JPEG
GIF
Bestandsgrootte
10 MB
10 MB
53 kB
212 kB
1,3 MB
Scan Count (Scanteller):
Toont het totale aantal scans.
Destination (Bestemming):
Selecteer de bestemming waarnaar u uw gescande beeld wilt versturen.
Opties: Dropbox, Email (uw standaard e-mailprogramma), Easy Mail, Evernote, Facebook, FTP, Google
Drive, iScan (Image), Archive (Archief), Office 365, Printer (uw standaardprinter), Shared Folder (Gedeelde
map), SharePoint, Scan to App (Scannen naar toepassing), OneDrive.
Configuration (Configuratie):
Om uw gescande beeld te uploaden naar een netwerkbestandsserver, moet u 'Configuration'
(Configuratie) selecteren en uw accountgegevens invoeren. Als u bijvoorbeeld beelden wilt uploaden naar
Google Drive, dan moet u een Google-account maken.
17
Gebruikershandleiding IRIScan Executive 4
4.3 Het tabblad Image Adjustment (Beeldaanpassing)
Op het tabblad Image Adjustment (Beeldaanpassing) kunt u de kleurkwaliteit van het beeld aanpassen
zodat het zoveel mogelijk op het origineel lijkt.
Opmerking: Het is aanbevolen om Document als Color Profile (Kleurprofiel) te selecteren voor optimale
kleuren.
Gamma
Past de middentinten van het beeld aan zonder dat de lichtste en donkerste gedeelten aanzienlijk gewijzigd
worden.
Als de gammawaarde gewijzigd wordt, dan wijzigt het beeld overeenkomstig.
Gammawaarde: 1,0
Gammawaarde: 1,4
Gammawaarde: 2,0
18
Gebruikershandleiding IRIScan Executive 4
Brightness (Helderheid) en Contrast
Brightness
(Helderheid)
Maakt een beeld lichter of donkerder. Hoe hoger de waarde,
hoe lichter het beeld. Verplaats de schuifregelaar naar rechts
of naar links om de helderheid hoger of lager in te stellen. Het
bereik loopt van -50 tot +50. De standaardwaarde is 0.
Contrast
Past het bereik tussen de donkerste en de lichtste tinten in het
beeld aan. Hoe hoger het contrast, hoe meer verschillende
grijstinten. Verplaats de schuifregelaar naar rechts of naar links
om het contrast hoger of lager in te stellen. Het bereik loopt
van -50 tot +50. De standaardwaarde is 0.
Helderheid: -50
Helderheid: 0
(normaal)
Helderheid: +50
Contrast: -50
Contrast: 0
(normaal)
Contrast: +50
Als de waarde bij Highlight (Licht) en Shadow (Schaduw) gewijzigd wordt, dan wijzigt
het beeld overeenkomstig.
Licht: 255/Schaduw: 0 (normaal)
Licht: 210/Schaduw: 10
19
Gebruikershandleiding IRIScan Executive 4
Licht: 200/Schaduw: 0
Licht: 255/Schaduw: 50
4.4 Het tabblad Color Dropout (Kleurverwijdering)
Op het tabblad Color Dropout (Kleurverwijdering) kunt u een kleurkanaal uitfilteren (rood, groen of
blauw). Als u bijvoorbeeld een document met een rood watermerk scant, dan kunt u het rode kanaal
uitfilteren zodat op het gescande beeld enkel de tekst weergegeven wordt zonder het rode watermerk. Door
het verwijderen van kleuren van de scan kan de scanbestandsgrootte teruggebracht worden en het
resultaat van de optische tekenherkenning (OCR) verbeterd worden.
Opmerking:
Kleurverwijdering is enkel van toepassing bij grijze en zwart-witscans.
4.4.1 Opgeven van de RGB-waarden
U kunt de kleur die verwijderd moet worden opgeven door de betreffende RGB-waarde (Red (Rood), Blue
(Blauw) en Green (Groen)) op te geven. Klik op de knop Clear (Wissen) om uw kleur te resetten.
20
Gebruikershandleiding IRIScan Executive 4
4.4.2 Selecteren van uw kleur
U kunt de volgende procedure proberen om uw kleur effectief te selecteren.
1. Als de scan klaar is, sleep dan het gescande beeld naar Button Manager.
2. Vink 'Magnifier' (Vergrootglas gebruiken) aan en selecteer uw specifieke kleur op het gescande
beeld. De RGB-waarde van de kleur wordt weergegeven.
3. Selecteer 'OK' om te voltooien.
Origineel
Verwijdering blauw kleurkanaal
21
Gebruikershandleiding IRIScan Executive 4
4.5 Het tabblad Image Processing (Beeldverwerking)
Het tabblad Image Processing (Beeldverwerking) bevat de volgende opties.
Image Rotation/Flip (Beeld draaien/spiegelen)
Selecteer indien nodig de draaiingshoek voor uw document.
Opties: None (Geen), 90 degrees left (90 graden linksom), 90 degrees right (90 graden rechtsom), 180
degrees around (180 graden horizontaal spiegelen), 180 degrees flipped (180 graden draaien).
Origineel
90 graden rechtsom
90 graden linksom
180 graden
horizontaal spiegelen
180 graden draaien
22
Gebruikershandleiding IRIScan Executive 4
4.6 Button Manager configureren om beelden naar een opgegeven printer te versturen
Met Button Manager V2 kunt u documenten scannen en de gescande documenten naar een opgegeven
printer versturen. Indien gewenst kunt u ook twee beelden op één kant van een vel afdrukken.
Om Button Manager te configureren om beelden naar een opgegeven printer te uploaden:
1. Klik op het Button Manager-pictogram ( ) om het Knoppenpaneel te openen.
2. Klik met de rechtermuisknop op de knop die u wilt configureren.
3. Selecteer in de lijst Destination (Bestemming) de optie Printer.
4. Klik op 'Configuration' (Configuratie). Het dialoogvenster Printer Configurations
(Printerconfiguraties) verschijnt.
23
Gebruikershandleiding IRIScan Executive 4
5. Als u uw beelden op een andere printer wilt afdrukken dan de standaardprinter, selecteer dan de
gewenste printer in de lijst. Klik op 'Properties' (Eigenschappen) om het dialoogvenster 'Properties'
(Eigenschappen) te openen om de gewenste afdrukinstellingen te wijzigen en klik op OK om te
voltooien en het dialoogvenster af te sluiten.
6. Klik op 'Options' (Opties) om het dialoogvenster 'Options' (Opties) te openen.
Auto Color Detection (Automatisch kleurdetectie):
Het beeldtype van het gescande beeld wordt automatisch gedetecteerd en de beelden worden afgedrukt
overeenkomstig het beeldtype. Als het gescande beeld bijvoorbeeld in kleur is, dan wordt het beeld in kleur
afgedrukt als de opgegeven printer een kleurenprinter is; als het gescande beeld in zwart-wit is, dan wordt
het beeld in zwart-wit afgedrukt.
Duplex Printing (for duplex printers) (Dubbelzijdig afdrukken (bij dubbelzijdige printers))
Vink aan om de gescande beelden op zowel de voor- als de achterkant van een pagina af te drukken. Deze
optie is enkel beschikbaar als de opgegeven printer een dubbelzijdige (duplex) printer is.
24
Gebruikershandleiding IRIScan Executive 4
Print two images on the same page (for duplex scanner only) (Twee beelden op dezelfde
pagina afdrukken (enkel bij dubbelzijdige printers)
Vink aan om twee beelden op hetzelfde vel af te drukken. Deze optie is handig als u de voor- en achterkant
van uw origineel, bijvoorbeeld van een id-kaart of rijbewijs, op dezelfde pagina wilt afdrukken. Als u een
dubbelzijdige scanner heeft, gebruik deze optie dan om de twee kanten van uw origineel op dezelfde kant
van het vel af te drukken.
7. Klik op 'OK' om te voltooien en het dialoogvenster af te sluiten.
4.7 Button Manager configureren om beelden naar een opgegeven e-mailprogramma te
uploaden
Met Button Manager V2 kunt u op een eenvoudige manier uw document scannen en het als bijlage
verzenden naar een opgegeven e-mailprogramma. Door van tevoren de gewenste geadresseerde en het
onderwerp in te typen kan het gescande beeld met één klik direct verzonden worden naar de
geadresseerde.
Het kan zijn dat u contact moet opnemen met uw systeembeheerder voor het IP-adres van uw mailserver.
Om Button Manager te configureren om beelden naar een opgegeven e-mailprogramma te uploaden:
1. Klik op het Button Manager-pictogram ( ) om het Knoppenpaneel te openen.
2. Klik met de rechtermuisknop op knopnummer 7 om het dialoogvenster Button Properties
(Knopeigenschappen) te openen zoals hieronder weergegeven.
3. Klik op 'Configuration' (Configuratie). Het dialoogvenster 'Mail Configuration' (E-
mailconfiguratie) verschijnt.
25
Gebruikershandleiding IRIScan Executive 4
- Voer het e-mailadres van de afzender en de geadresseerde in.
- Typ uw onderwerp en het bericht in in het veld Subject (Onderwerp) en het veld
Message (Bericht).
- Voer indien gewenst e-mailadressen in in de velden CC en BCC.
4. Klik op het tabblad 'SMTP Server' om de SMTP-instellingen weer te geven.
- SMTP Server (SMTP-server): Voer het IP-adres van uw SMTP-server in.
- Port (Poort): Voer het poortnummer van uw SMTP-server in. Standaard: 25
- Als voor de SMTP-server verificatie vereist is, vink dan 'Server requires authentication' (Voor deze
server is verificatie vereist) aan en voer vervolgens uw accountnaam en wachtwoord in.
- Als er een maximale bestandsgrootte is, voer dan de maximale grootte in in het veld 'File
Separation' (Bestand opsplitsen).
5. U kunt uw e-mailadressen voor de velden 'To' (Aan), 'CC' en 'BCC' opzoeken op de LDAP-server door op
het tabblad 'Address Book' (Adresboek) te klikken om de LDAP-instellingen weer te geven.
26
Gebruikershandleiding IRIScan Executive 4
- LDAP Server (LDAP-server): Voer het IP-adres van uw LDAP-server in.
- Port (Poort): Voer het poortnummer van uw LDAP-server in. Standaard: 389
- Als voor de LDAP-server een beveiligde verbinding vereist is, vink dan 'This server requires a
secure connection' (Voor deze server is een beveiligde verbinding vereist) aan. Neem contact op
met uw systeembeheerder voor meer details.
- Als voor de LDAP-server verificatie vereist is, vink dan 'Server requires authentication' (Voor deze
server is verificatie vereist) aan en voer vervolgens uw accountnaam en wachtwoord in.
- BASE DN (Basis-DN): Voer uw basis-DN in. De basis-DN (Distinguished Name) is het startpunt voor
het doorzoeken. Een DN geeft aan welk record weergegeven wordt in een LDAP-boomstructuur. Het
hoogste niveau van de LDAP-directoryboomstructuur is de basis, genaamd de 'basis-DN'. U kunt
bijvoorbeeld als basis dc=com,dc=net opgeven voor een zoekopdracht die boven start en naar
beneden toe verdergaat. Neem contact op met uw systeembeheerder voor meer details.
- Om te testen of uw LDAP-server correct ingesteld is, klikt u op het tabblad
'E-mail'.
a. Klik op 'To' (Aan), 'CC' of 'Bcc'; er verschijnt een Zoek-dialoogvenster.
b. Voer het trefwoord in voor het zoeken in het veld 'Searching' (Zoeken) . De zoekresultaten met
uw trefwoord verschijnen.
c. Selecteer het gewenste e-mailadres en klik op 'To' (Aan), 'CC' of 'Bcc' afhankelijk van waar het
e-mailadres ingevuld moet worden . Het e-mailadres wordt gekopieerd naar het geselecteerde
veld.
27
Gebruikershandleiding IRIScan Executive 4
6. Klik op 'OK' om te voltooien.
Opmerking:
LDAP: Staat voor Lightweight Directory Access Protocol. LDAP biedt gebruikers direct toegang tot
directory's en adresboeken vanaf externe netwerkapparaten om de distributie van documenten te
vereenvoudigen.
SSL (Secure Sockets Layer) is een standaardbeveiligingstechnologie voor het maken van een
versleutelde verbinding tussen een server en een client, normaal een webserver (website) en een
browser of een mailserver en een mailclient (vb. Outlook).
U moet uw e-mailadres bij 'Sender' (Afzender) invoeren. Anders kan het gescande beeld niet
doorgestuurd worden naar de geadresseerde.
4.8 Button Manager configureren om beelden naar een FTP-server te uploaden
Button Manager V2 biedt de mogelijkheid om documenten te scannen die u wilt delen en deze te versturen
naar een FTP-server. Als het elektronische bestand eenmaal geüpload is naar een FTP-server, dan kan het
gescande document gedeeld worden door de gebruikers die toegang hebben tot de server.
Het kan zijn dat u contact moet opnemen met uw systeembeheerder voor de juiste URL voor de FTP-
server. Uw systeembeheerder zal u ook toegang verlenen tot de FTP-server en u een geldige
gebruikersnaam en wachtwoord geven.
Om Button Manager te configureren om beelden naar een FTP-server te uploaden:
1. Klik op het Button Manager-pictogram ( ) om het Knoppenpaneel te openen.
2. Klik met de rechtermuisknop op de knop FTP.
28
Gebruikershandleiding IRIScan Executive 4
3. Klik op 'Configuration' (Configuratie). Het dialoogvenster 'FTP Configuration' (FTP-configuratie)
verschijnt.
4. Voer een Hostnaam voor de URL in. De indeling van de URL is ftp://uwhostnaam/uwsite. Deze is als
volgt samengesteld:
Schema ftp.
Host de naam van de server.
Port het poortnummer.
Voer uw gebruikersnaam en wachtwoord in. Neem contact op met uw systeembeheerder voor
machtiging voor het versturen van documenten naar deze site.
De gebruikersnaam kan een domeinnaam bevatten. Als deze een domeinnaam bevat, dan moet de
indeling voor de gebruiker als volgt zijn: domein\gebruikersnaam (domeinnaam gevolgd door een
backslash en vervolgens de gebruikersnaam).
Geef een mapnaam op door deze in te voeren of door te Bladeren.
5. Klik op het tabblad 'Proxy' om de Proxy-instellingen weer te geven.
6. Selecteer of u voor uw proxyserver 'Auto Detect' (Autodetectie) of 'Specify Proxy' (Proxy opgeven)
wilt. Als u 'Specify Proxy' (Proxy opgeven) geselecteerd heeft, voer dan het IP-adres en poortnummer
29
Gebruikershandleiding IRIScan Executive 4
van uw proxyserver in. Voer indien nodig de gebruikersnaam en het wachtwoord in. U kunt contact
opnemen met uw netwerkbeheerder voor de gegevens
7. Klik op 'OK' om te voltooien. Om te controleren of de account werkt, kunt u op 'Test' (Testen) klikken.
4.9 Button Manager configureren om beelden naar een Microsoft SharePoint Server /
Office 365 te uploaden
SharePoint is een samenwerkings- en documentbibliotheektool. Button Manager V2 biedt de mogelijkheid
om documenten te scannen die u wilt delen en deze te versturen naar de SharePoint-server. Als het
elektronische bestand eenmaal geüpload is naar SharePoint, dan kunt de functies van SharePoint gebruiken
om uw gescande documenten te beheren.
Het kan zijn dat u contact moet opnemen met uw systeembeheerder voor de juiste URL voor de
SharePoint-server. Uw systeembeheerder zal u ook toegang verlenen tot de SharePoint-site en u een
geldige gebruikersnaam en wachtwoord geven.
Om Button Manager te configureren om beelden naar een Microsoft SharePoint-server te uploaden:
1. Klik op het Button Manager-pictogram ( ) om het Knoppenpaneel te openen.
2. Klik met de rechtermuisknop op de knop die u wilt configureren om het dialoogvenster Button
Properties (Knopeigenschappen) te openen zoals hieronder weergegeven.
3. Geef de knop de naam SharePoint.
4. Klik op het pijltje omlaag in de lijst Destination (Bestemming) en selecteer SharePoint.
5. Klik op 'Configuration' (Configuratie). Het dialoogvenster 'SharePoint Configuration'
(SharePoint-configuratie) verschijnt.
30
Gebruikershandleiding IRIScan Executive 4
6. Selecteer een aanmeldoptie. Neem contact op met uw systeembeheerder voor machtiging voor het
versturen van documenten naar deze site.
• Selecteer Use SharePoint account (SharePoint-account gebruiken) als u naar de SharePoint-server
wilt gaan met een unieke gebruikersnaam en wachtwoord. Als u deze optie aanvinkt, dan moet u de
velden User login (Gebruikersnaam) en Password (Wachtwoord) invullen.
• Selecteer Use Windows login (Windows-aanmelding gebruiken) als u naar de SharePoint-server
wilt gaan met dezelfde gebruikersnaam en wachtwoord die u gebruikt om aan te melden bij Windows
op uw pc.
De gebruikersnaam kan een domeinnaam bevatten. Als deze een domeinnaam bevat, dan moet de
indeling voor de gebruiker als volgt zijn: domein\gebruikersnaam (domeinnaam gevolgd door een
backslash en vervolgens de gebruikersnaam).
• Voer een Hostnaam voor de URL in. De indeling van de URL is http://uwhostnaam/uwsite. Deze is
als volgt samengesteld:
Schema http.
Hostnaam de naam van de server. Dit kan inclusief een poortnummer zijn.
Site (optioneel; kan ook opgegeven worden in het veld Site Name (Sitenaam)).
Geef een bibliotheeknaam (Library) of mapnaam (Folder) op door deze in te voeren of door te
Bladeren. Hier kan elke gewenste document- of afbeeldingsbibliotheek opgegeven worden. Om enkel
een lijst met documentbibliotheken weer te geven bij het bladeren, vinkt u het selectievakje Show
only document libraries (Enkel documentbibliotheken weergeven) aan in het bladervenster.
7. Klik op het tabblad 'Proxy' om de Proxy-instellingen weer te geven.
8. Selecteer of u voor uw proxyserver 'Auto Detect' (Autodetectie) of 'Specify Proxy' (Proxy
opgeven) wilt. Als u 'Specify Proxy' (Proxy opgeven) geselecteerd heeft, voer dan het IP-adres en
31
Gebruikershandleiding IRIScan Executive 4
poortnummer van uw proxyserver in. Voer indien nodig de gebruikersnaam en het wachtwoord in. U
kunt contact opnemen met uw netwerkbeheerder voor de gegevens.
9. Klik op 'OK' om te voltooien. Om te controleren of de account werkt, kunt u op 'Test' (Testen)
klikken.
4.10 Button Manager configureren om beelden naar Google Drive te uploaden
Om uw beelden te uploaden naar de Google Drive-cloudserver, moet u eerst een Google Drive-account
maken en vervolgens Button Manager configureren.
1. Klik op het Button Manager-pictogram ( ) om het Knoppenpaneel te openen.
2. Klik met de rechtermuisknop op de Google Drive-knop om het dialoogvenster Button Properties
(Knopeigenschappen) te openen zoals hieronder weergegeven.
3. Selecteer de gewenste bestandsindeling in de lijst: BMP, GIF, JPEG, PNG, PDF, PDF van meerdere
pagina's.
4. Klik op 'Configuration' (Configuratie). Het dialoogvenster 'Google Drive Configuration' (Google
Drive-configuratie) verschijnt.
5. Klik op Authorize (Toegang verlenen). Voer in het nieuwe venster uw gebruikersnaam en wachtwoord
in.
Convert files to the corresponding Google Drive formats (Bestanden converteren naar de
overeenkomstige Google Drive-indelingen):
a. Deze optie is standaard niet aangevinkt aangezien Google Drive uw gescande beelden die niet in de
bestandsindeling PDF zijn converteert naar de overeenkomstige Google Drive-indelingen.
b. Wij wijzen u erop dat alleen TIFF of TIFF op meerdere pagina's niet geconverteerd kunnen worden
naar de overeenkomstige Google Drive-indeling. TIFF-bestanden worden opgeslagen in Google
Drive in hun originele bestandsindeling.
32
Gebruikershandleiding IRIScan Executive 4
6. Klik op het tabblad 'Proxy' om de Proxy-instellingen weer te geven.
7. Selecteer of u voor uw proxyserver 'Auto Detect' (Autodetectie) of 'Specify Proxy' (Proxy opgeven)
wilt. Als u 'Specify Proxy' (Proxy opgeven) geselecteerd heeft, voer dan het IP-adres en
poortnummer van uw proxyserver in. Voer indien nodig de gebruikersnaam en het wachtwoord in. U
kunt contact opnemen met uw netwerkbeheerder voor de gegevens.
8. Klik op 'OK' om te voltooien. Om te controleren of de account werkt, kunt u op 'Test' (Testen) klikken.
Opmerking:
Na het scannen en uploaden van uw documenten naar Google Drive verschijnt de Google-website niet
automatisch op uw computerscherm. Volg de volgende stappen om uw documenten te openen of weer te
geven:
Start uw browser op en ga naar de website van Google.
Klik op het pictogram van de Google-apps en selecteer Drive.
Log in met uw Google-account.
Geef uw document weer.
33
Gebruikershandleiding IRIScan Executive 4
4.11 Button Manager configureren om beelden naar Evernote te uploaden
Om uw beelden te uploaden naar de Evernote-cloudserver, moet u eerst een Evernote-account aanmaken
en vervolgens Button Manager configureren.
1. Klik op het Button Manager-pictogram ( ) om het Knoppenpaneel te openen.
2. Klik met de rechtermuisknop op de Evernote-knop om het dialoogvenster Button Properties
(Knopeigenschappen) te openen.
3. Klik op 'Configuration' (Configuratie). Het dialoogvenster 'Evernote Configuration' (Evernote-
configuratie) verschijnt.
4. Klik op de knop Authorize (Toegang verlenen) om de Evernote-website te openen en voltooi
vervolgens het inloggen en het verlenen van toegang. Indien succesvol, dan wordt uw Evernote-
account weergegeven in het veld User Name (Gebruikersnaam) zoals weergegeven.
5. Geef uw notitieboek op in het veld Notebook (Notitieboek) of klik op (Bladeren) om te zoeken
naar uw notitieboek.
6. Klik op het tabblad Proxy. Als uw Evernote-account weergegeven staat in het veld User Name
(Gebruikersnaam), dan is de proxyserver op het tabblad Proxy automatisch ingesteld op 'Auto
detect' (Autodetectie). Indien gewenst kunt u uw proxyservergegevens opgeven. Neem voor meer
informatie contact op met uw netwerkbeheerder.
7. Klik op OK om uw instellingen op te slaan en af te sluiten.
Klik op Test (Testen) om uw instellingen te testen en te controleren of uw account actief is.
Klik op Cancel (Annuleren) om dit scherm af te sluiten zonder de wijzigingen op te slaan.
8. De Evernote-configuratie is voltooid.
34
Gebruikershandleiding IRIScan Executive 4
4.12 Button Manager configureren om beelden naar Dropbox te uploaden
Om uw beelden te uploaden naar de Dropbox-cloudserver, moet u eerst een Dropbox-account aanmaken
en vervolgens Button Manager configureren.
1. Klik op het Button Manager-pictogram ( ) om het Knoppenpaneel te openen.
2. Klik met de rechtermuisknop op de Dropbox-knop om het dialoogvenster Button Properties
(Knopeigenschappen) te openen.
3. Klik op 'Configuration' (Configuratie). Het dialoogvenster 'Dropbox Configuration' (Dropbox-
configuratie) verschijnt.
4. Klik eerst op de knop Authorize (Toegang verlenen) om de Dropbox-website te openen en voltooi
vervolgens het aanmelden en het verlenen van toegang. Klik vervolgens op de knop Get Account
(Account ophalen) om uw Dropbox-account op te halen. Indien succesvol, dan wordt uw Dropbox-
account weergegeven in het veld User Name (Gebruikersnaam) zoals weergegeven.
5. Typ in het veld Directory (Map) een naam in of klik op (Bladeren) om naar een specifieke map
te zoeken. Als u een mapnaam intypt, dan kunt u specifieke kenmerken gebruiken voor het
benoemen van de mappen om de bestanden uit elkaar te houden.
6. Klik op het tabblad Proxy. Als uw Dropbox-account weergegeven staat in het veld User Name
(Gebruikersnaam), dan is de proxyserver op het tabblad Proxy automatisch ingesteld op 'Auto
detect' (Autodetectie). Indien gewenst kunt u uw proxyservergegevens opgeven. Neem voor meer
informatie contact op met uw netwerkbeheerder.
7. Klik op OK om uw instellingen op te slaan en af te sluiten.
Klik op Test (Testen) om een testbeeld naar uw account te versturen om te controleren of uw
account actief is.
Klik op Cancel (Annuleren) om dit scherm af te sluiten zonder de wijzigingen op te slaan.
35
Gebruikershandleiding IRIScan Executive 4
4.13 Button Manager configureren om beelden naar OneDrive te uploaden
Om uw beelden te uploaden naar de OneDrive-cloudserver, moet u eerst een OneDrive-account aanmaken
en vervolgens Button Manager configureren.
1. Klik op het Button Manager-pictogram ( ) om het Knoppenpaneel te openen.
2. Klik met de rechtermuisknop op de knop die u wilt configureren om het dialoogvenster Button
Properties (Knopeigenschappen) te openen.
3. Geef de knop de naam OneDrive.
4. Selecteer 'OneDrive' in de vervolgkeuzelijst bij 'Destination' (Bestemming).
5. Klik op 'Configuration' (Configuratie). Het dialoogvenster 'OneDrive Configuration' (OneDrive-
configuratie) verschijnt.
6. Klik eerst op de knop Authorize (Toegang verlenen) om de OneDrive-website te openen en voltooi
vervolgens het aanmelden en het verlenen van toegang. Indien succesvol, dan wordt uw OneDrive-
account weergegeven in het veld User Name (Gebruikersnaam) zoals weergegeven.
7. Geef uw mapnaam op in het veld Folder (Map) of klik op (Bladeren) om naar een specifieke map
te zoeken.
8. Klik op het tabblad Proxy. Als uw OneDrive-account weergegeven staat in het veld User Name
(Gebruikersnaam), dan is de proxyserver op het tabblad Proxy automatisch ingesteld op 'Auto
36
Gebruikershandleiding IRIScan Executive 4
detect' (Autodetectie). Indien gewenst kunt u uw proxyservergegevens opgeven. Neem voor meer
informatie contact op met uw netwerkbeheerder.
9. Klik op OK om uw instellingen op te slaan en af te sluiten.
Klik op Test (Testen) om uw instellingen te testen en te controleren of uw account actief is.
Klik op Cancel (Annuleren) om dit scherm af te sluiten zonder de wijzigingen op te slaan.
10. De OneDrive-configuratie is voltooid.
4.14 Button Manager configureren om beelden naar Facebook te uploaden
Om uw beelden te uploaden naar Facebook, moet u eerst een Facebook-account maken en vervolgens
Button Manager configureren.
1. Klik op het Button Manager-pictogram ( ) om het Knoppenpaneel te openen.
2. Klik met de rechtermuisknop op de knop die u wilt configureren om het dialoogvenster Button
Properties (Knopeigenschappen) te openen.
3. Geef de knop de naam Facebook.
4. Selecteer 'Facebook' in de vervolgkeuzelijst bij 'Destination' (Bestemming).
5. Klik op 'Configuration' (Configuratie). Het dialoogvenster 'Facebook Configuration' (Facebook-
configuratie) verschijnt.
6. Klik eerst op de knop Authorize (Toegang verlenen) om de Facebook-website te openen en voltooi
vervolgens het aanmelden en het verlenen van toegang. Indien succesvol, dan wordt uw Facebook-
account weergegeven in het veld User Name (Gebruikersnaam) zoals weergegeven.
7. Indien gewenst kunt u de naam van het album dat u wilt delen opgeven.
37
Gebruikershandleiding IRIScan Executive 4
8. Selecteer het gewenste zichtbaarheidsniveau in de vervolgkeuzelijst bij Visibility (Zichtbaarheid).
9. Klik op het tabblad Proxy. Als uw Facebook-account weergegeven staat in het veld User Name
(Gebruikersnaam), dan is de proxyserver op het tabblad Proxy automatisch ingesteld op 'Auto
detect' (Autodetectie). Indien gewenst kunt u uw proxyservergegevens opgeven. Neem voor meer
informatie contact op met uw netwerkbeheerder.
10. Klik op OK om uw instellingen op te slaan en af te sluiten.
Klik op Test (Testen) om uw instellingen te testen en te controleren of uw account actief is.
Klik op Cancel (Annuleren) om dit scherm af te sluiten zonder de wijzigingen op te slaan.
11. De Facebook-configuratie is voltooid.
4.15 Button Manager configureren om beelden naar een gedeelde map te uploaden
1. Klik op het Button Manager-pictogram ( ) om het Knoppenpaneel te openen.
2. Klik met de rechtermuisknop op de knop die u wilt configureren om het dialoogvenster Button
Properties (Knopeigenschappen) te openen.
3. Geef de knop de naam 'Shared Folder' (Gedeelde map).
4. Selecteer 'Gedeelde map' in de vervolgkeuzelijst bij 'Destination' (Bestemming).
5. Klik op 'Configuration' (Configuratie). Het dialoogvenster 'Shared Folder Configuration'
(Gedeelde map-configuratie) verschijnt.
6. Voer uw gebruikersnaam en wachtwoord in.
7. Klik op het Bladeren-pictogram om de gedeelde map te selecteren.
8. Klik op OK om uw instellingen op te slaan en af te sluiten.
Klik op Test (Testen) om uw instellingen te testen en te controleren of uw account actief is.
Klik op Cancel (Annuleren) om dit scherm af te sluiten zonder de wijzigingen op te slaan.
38
Gebruikershandleiding IRIScan Executive 4
4.16 Mogelijke foutmeldingen
De volgende fouten kunnen optreden terwijl Button Manager een bestand uploadt naar een
netwerkbestandsserver zoals FTP, SharePoint, Evernote, Dropbox, OneDrive of Google Drive.
Foutmelding
Beschrijving
Mogelijke oplossingen
Invalid host. (Ongeldige
host.)
De opgegeven naam in
het veld Host heeft
niet de juiste indeling.
Controleer of de naam
correct samengesteld is
en of de vereiste
onderdelen van het pad
naar de
netwerkbestandsserver
opgegeven zijn.
User name can not be
empty. (Gebruikersnaam
mag niet leeg zijn.)
De gebruikersnaam is
leeg.
Controleer of de
gebruikersnaam
opgegeven is.
Incorrect user name or
password. (Gebruikersnaam
of wachtwoord onjuist.)
Het kan zijn dat er
geen toegang tot de
server verleend is aan
de gebruikersnaam of
dat een onjuist
wachtwoord
opgegeven is.
Controleer of de
gebruikersnaam en het
wachtwoord juist zijn. Het
kan zijn dat u ook contact
moet opnemen met uw
systeembeheerder om na
te vragen of u toegang
heeft tot de
netwerkbestandsserver.
Invalid proxy host URL.
(Ongeldig proxyhost-URL.)
Uw proxyhost-URL is
mogelijkerwijs niet
juist.
Vraag de juiste
proxyhost-URL na bij uw
systeembeheerder.
Invalid port number.
(Ongeldig poortnummer.)
Het poortnummer voor
de netwerkserver is
mogelijkerwijs niet
juist.
Vraag het juiste
poortnummer voor de
netwerkserver na bij uw
systeembeheerder.
Unable to get proxy setting
automatically. (Kan
proxyinstelling niet
ophalen.)
De proxyinstellingen
zijn mogelijkerwijs niet
juist.
Vraag de juiste
proxyinstelling na bij uw
systeembeheerder.
Proxy configuration is
incorrect. (Proxyconfiguratie
is onjuist.)
Desired directory does not
exist and unable to create
it. (Gewenste map bestaat
niet en kan niet worden
gemaakt.)
De submap bestaat
mogelijkerwijs niet.
Vraag na bij uw
systeembeheerder of u
gemachtigd bent om de
submap aan te maken.
The remote service point
could not be contacted. (Er
kan geen contact gemaakt
worden met het externe
servicepunt.)
De externe server kan
niet bereikt worden.
Dit kan komen door een
netwerkprobleem. U kunt
later opnieuw proberen of
u kunt contact opnemen
met uw
systeembeheerder.
The connection was
prematurely closed. (De
verbinding is voortijdig
verbroken.)
De netwerkverbinding
is mogelijkerwijs
tijdelijk onbeschikbaar.
Dit kan komen door een
netwerkprobleem. U kunt
later opnieuw proberen of
u kunt contact opnemen
met uw
39
Gebruikershandleiding IRIScan Executive 4
systeembeheerder.
Exceeded the specified size
limit. (Opgegeven maximale
bestandsgrootte
overschreden.)
Het
afbeeldingsbestand
dat u heeft geüpload
naar de server is
mogelijkerwijs te
groot en overschrijdt
de maximale grootte.
U kunt contact opnemen met
uw systeembeheerder voor
meer details.
Unable to resolve the host
name. (De hostnaam kan
niet worden omgezet.)
De hostnaam is
mogelijkerwijs niet
juist.
U kunt contact opnemen met
uw systeembeheerder voor
de juiste hostnaam.
Unable to resolve the proxy
name. (De proxynaam kan
niet worden omgezet.)
De proxyhostnaam is
mogelijkerwijs niet
juist.
U kunt contact opnemen met
uw systeembeheerder voor
de juiste proxyhostnaam.
Unable to receive complete
response from server. (Kan
geen volledige reactie
ontvangen van de server.)
De aanvraag is
mogelijkerwijs niet
ontvangen door de
server.
Dit kan komen door een
netwerkverbindingsprobleem
. Probeer later opnieuw of
neem contact op met uw
systeembeheerder.
The request was cancelled.
(De aanvraag is
geannuleerd.)
De aanvraag is
mogelijkerwijs niet
ontvangen door de
server.
Dit kan komen door een
netwerkverbindingsprobleem
. Probeer later opnieuw of
neem contact op met uw
systeembeheerder.
The request was not
permitted by the proxy. (De
aanvraag is niet toegestaan
door de proxy.)
U kunt contact opnemen met
uw systeembeheerder voor
meer details over de
proxyserver.
A complete request could
not be sent to the remote
server. (Er kon geen
volledige aanvraag
verstuurd worden naar de
externe server.)
Dit kan komen door een
netwerkverbindingsprobleem
. U kunt later opnieuw
proberen of u kunt contact
opnemen met uw
systeembeheerder.
An error occurred while
establishing a connection
using SSL. (Er is een fout
opgetreden tijdens het
maken van een SSL-
verbinding.)
De netwerkserver
ondersteunt
mogelijkerwijs SSL
niet.
U kunt contact opnemen met
uw systeembeheerder voor
meer details.
No response was received
during the time-out. (Geen
reactie ontvangen tijdens de
time-out.)
Het gescande
bestand kon niet
worden geüpload
naar de server voor
de time-out van de
verbinding.
De netwerkverbinding is
mogelijkerwijs te langzaam.
U kunt later opnieuw
proberen.
A server certificated could
not be validated. (Een
servercertificering kon niet
gevalideerd worden.)
Het kan zijn dat u contact
moet opnemen met uw
systeembeheerder om na te
vragen of u toegang heeft tot
de netwerkbestandsserver.
Invalid Document
Library/Folder. (Ongeldige
documentbibliotheek/-map.)
De bibliotheeknaam
of mapnaam is niet
gevonden op de
Controleer of de bibliotheek-
en mapnaam juist zijn.
40
Gebruikershandleiding IRIScan Executive 4
server.
Method not allowed.
(Methode niet
toegestaan.)
U heeft geen toegang tot
de
netwerkbestandsserver.
Het kan zijn dat u contact
moet opnemen met uw
systeembeheerder om na
te vragen of u toegang
heeft tot de
netwerkbestandsserver.
Unknown error.
(Onbekende fout.)
Het document kon niet
worden geüpload om een
onbekende reden.
Dit kan ook voorkomen
als Button Manager geen
verbinding kan maken
met de netwerkserver.
Controleer alle
netwerkinstellingen van
Button Manager om zeker
te zijn dat ze juist zijn.
Opmerking:
Als u problemen ondervindt bij het uploaden van bestanden, controleer dan of u toegang heeft tot de
netwerkbestandsserver via een internetbrowser. Als de netwerkbestandsserver niet functioneert of als er
een probleem is met de netwerkverbinding tussen uw pc en de netwerkbestandsserver, dan kan Button
Manager geen bestanden uploaden.
4.17 Toevoegen van een nieuwe bestemmingstoepassing
Button Manager V2 biedt u de mogelijkheid om uw eigen softwaretoepassing toe te voegen als bestemming
voor uw gescande beelden.
Om een nieuwe bestemmingstoepassing toe te voegen:
1. Klik op het Button Manager-pictogram ( ) om het Knoppenpaneel te openen.
2. Scroll naar beneden naar de knop Scan to App (Scannen naar toepassing) en klik erop.
41
Gebruikershandleiding IRIScan Executive 4
U kunt op de volgende manieren een nieuwe softwaretoepassing toevoegen:
Button Manager zoekt naar de beeldbewerkingssoftwaretoepassingen op uw computer en geeft deze
weer in de Application List (Lijst met toepassingen). Selecteer de toepassing die u wilt toevoegen in
de Application List (Lijst met toepassingen). Het pad naar de toepassing wordt weergegeven in het
veld File Path (Bestandspad).
Of
Voer het pad naar de toepassing in of blader naar de nieuwe toepassing (vb. exe-bestand).
Of
Selecteer 'Alle programma's' in het menu 'Starten'. Sleep uw nieuwe softwaretoepassing naar het
dialoogvenster New Application (Nieuwe toepassing). Het pad naar de nieuwe softwaretoepassing
wordt weergegeven.
Klik op de knop 'OK' om de instellingen op te slaan en het dialoogvenster New Application (Nieuwe
toepassing) af te sluiten.
4.18 Werken met profielen
Button Manager biedt negen voorgeconfigureerde profielen voor uw verschillende toepassingen. U kunt
nieuwe profielen toevoegen voor de gewenste toepassingen. Een profiel is handig om snel specifieke
instellingen te laden die u nodig heeft voor bepaalde documenten.
Om een nieuw profiel toe te voegen:
1. Klik met de rechtermuisknop op het Button Manager-pictogram ( ) in het systeemvak in de
rechterbenedenhoek. Het volgende pop-upmenu verschijnt.
2. Selecteer 'Profile Manager' (Profielbeheer) om het volgende dialoogvenster Profile Manager
(Profielbeheer) te openen.
42
Gebruikershandleiding IRIScan Executive 4
3. Selecteer een van de 9 voorgeconfigureerde profielen en klik op de knop 'Add' (Toevoegen). Er
wordt een nieuw profiel aangemaakt dat weergegeven wordt in de lijst.
4. U kunt de knop een andere naam geven door een nieuwe naam in het naamveld te typen.
5. U kunt uw instellingen wijzigen door op de knop 'Edit' (Bewerken) te klikken om het dialoogvenster
Button Properties (Knopeigenschappen) voor meer geavanceerde instellingen te openen. Of u
kunt klikken op de knop 'Delete' (Verwijderen) om een bestaand profiel te verwijderen.
6. Klik op de knop 'OK' om uw instellingen op te slaan en het dialoogvenster af te sluiten.
4.19 Gebruik van het menu Options (Opties)
Via het menu Options (Opties) in Button Manager kunt u extra instellingen wijzigen of gedetailleerde
informatie bekijken, bijvoorbeeld de taal van de gebruikersinterface wijzigen of de scanteller van elke knop
bekijken.
Om naar het menu Options (Opties) van Button Manager te gaan:
1. Klik met de rechtermuisknop op het Button Manager-pictogram ( ) in het systeemvak in de
rechterbenedenhoek. Het volgende pop-upmenu verschijnt.
2. Klik op 'Options' (Opties) om het volgende dialoogvenster 'Options' (Opties) te openen.
43
Gebruikershandleiding IRIScan Executive 4
4.19.1 Het tabblad Settings (Instellingen)
Het tabblad Settings (Instellingen) bevat de volgende items:
Unit (Eenheid):
Selecteer de gewenste meeteenheid. Opties: centimeter, inch, millimeter.
Language (Taal):
Selecteer de gewenste taal voor de gebruikersinterface. Nadat u op de knop OK heeft geklikt,
verschijnt de geselecteerde taal automatisch.
Scan Progress Dialog Box (Dialoogvenster scanvoortgang):
Selecteer of u alleen de basisstatus of detailinformatie wilt tonen tijdens het scannen. Opties: Show
Basic Status Only (Alleen basisstatus tonen), Show Detailed Information (Detailinformatie
tonen).
Detailinformatie tonen
4.19.2 Het tablad Others (Overig)
Het tabblad Others (Overig) bevat de volgende items:
44
Gebruikershandleiding IRIScan Executive 4
Time to hide Button Panel (Tijd voor verbergen knoppenpaneel):
Verplaats de schuifregelaar om de tijd voor het verbergen van het Knoppenpaneel in te stellen. Opties:
0 tot 120 seconden. Om het Knoppenpaneel te tonen na de time-out, klikt u op het Button Manager-
pictogram in de rechterbenedenhoek van uw taakbalk.
Profiel (Profiel):
Vink aan als u profielinformatie voor elke knop wilt tonen. Indien aangevinkt, dan wordt de
basisprofielinformatie weergegeven in het Knoppenpaneel in een speciale kleur zoals hieronder
weergegeven.
Static Button Panel (Statisch knoppenpaneel):
Vink 'Show' (Tonen) aan om een statisch knoppenpaneel weer te geven in de linkerbenedenhoek om
het scannen te starten met de Scan-knop op de scanner zonder dat de softwaretoepassing Button
Manager geopend is.
Het statische knoppenpaneel
Het statische knoppenpaneel is niet interactief en dient om de gebruiker de negen voorgeconfigureerde
knopbestemmingen te tonen voor als deze een scan direct start met de Scan-knop op de scanner
zonder dat de softwaretoepassing Button Manager geopend is. Dit is met name handig als u uw
computer opnieuw opstart.
45
Gebruikershandleiding IRIScan Executive 4
4.19.3 Het tabblad Scan Count (Aantal scans)
Op het tabblad Scan Count (Aantal scans) kunt u de huidige scantellerstand van elke knop bekijken en
resetten. U kunt op 'Reset All Counter' (Alle tellers resetten) klikken om de tellers van de negen knoppen te
resetten.
4.19.4 Het tabblad Advanced (Geavanceerd)
Het tabblad Advanced (Geavanceerd) bevat de volgende opties:
Default (Standaard):
Klik op de knop 'Factory Defaults' (Fabrieksinstellingen) om de standaardfabrieksinstellingen van
Button Manager te herstellen.
Register/Unregister Button (Knop registreren/deregistreren):
Deze optie dient enkel door de softwareontwikkelaars te worden gebruikt en niet door de
standaardgebruikers. Klik op de knop 'Unregister' (Deregistreren) om het gebruik van Button
Manager te beëindigen en een ander knoppenprogramma van een derde te gebruiken.
Scanner Buttons (Scannerknoppen):
Vink 'Disable' (Uitschakelen) aan om de knoppen op de scanner uit te schakelen. Deze optie wordt
gebruikt om te voorkomen dat onnodig scans gestart worden als de gebruiker per ongeluk de Scan-
knop aanraakt.
Hotkey (Sneltoets):
Vink 'Register System Hotkey' (Systeemsneltoets registreren) aan en selecteer 'Ctrl', 'Shift' of 'Alt'
om de gewenste sneltoets te definiëren voor het versturen van het geselecteerde beeld naar de
opgegeven bestemming. Als u bijvoorbeeld 'Register System Hotkey' aanvinkt, 'Ctrl' selecteert en op
'OK' klikt, dan kunt u vervolgens op het gewenste beeld klikken in de Window Verkenner en de 'Ctrl'-
toets en cijfertoets '6' tegelijk indrukken. Het geselecteerde beeld wordt dan verstuurd naar de
bestemming die opgegeven is voor knop 6.
Button Profile (Knopprofiel):
Met deze optie kunt knopprofielen, inclusief de scaninstellingen en bestemmingen, importeren in of
exporteren naar Button Manager. Door op de knop 'Export' (Exporteren) te klikken kunt u de huidige
profielen opslaan in een .bm-bestand. Door op de knop 'Import' (Importeren) te klikken kunt u het
eerder opgeslagen .bm-bestand importeren in Button Manager.
46
Gebruikershandleiding IRIScan Executive 4
4.19.5 Het tabblad Scanner Info (Scannerinfo)
Op het tabblad Scanner Info. (Scannerinfo) ziet u alle informatie over de scanner, zoals het serienummer,
de padteller, de rollerteller en de firmwareversie. Deze informatie is nuttig als u een probleem wilt
doorgeven aan het servicepersoneel.
47
Gebruikershandleiding IRIScan Executive 4
4.19.6 Het tabblad About (Over)
Op het tabblad About (Over) staat de huidige versie van de toepassing Button Manager aangegeven.
4.20 Verwijderen van het Button Manager-pictogram uit het systeemvak
Om het Button Manager-pictogram te verwijderen uit het systeemvak:
1. Klik met de rechtermuisknop op het Button Manager-pictogram ( ) in het systeemvak in de
rechterbenedenhoek. Er verschijnt een menu.
2. Selecteer 'Quit' (Sluiten). Button Manager wordt afgesloten en het Button Manager-pictogram
verdwijnt uit het systeemvak.
48
Gebruikershandleiding IRIScan Executive 4
5. Bediening
5.1 Direct invoegen van een beeld in een softwaretoepassing
Met Button Manager V2 kunt u het gescande beeld direct invoegen in een reeds geopende
softwaretoepassing. Als u bijvoorbeeld tekst aan het bewerken bent in Microsoft Word en u wilt een
gescande foto invoegen, dan kunt u meteen een scan starten waarna het gescande beeld ingevoegd en
weergegeven wordt in Microsoft Word.
Om een beeld in te voegen in een reeds geopende softwaretoepassing:
1. Open het gewenste document, bijvoorbeeld een Microsoft Word-bestand, waarin u een beeld wilt
invoegen.
2. Zet uw cursor op de plek waar u het beeld wilt invoegen.
3. Voer een document in in uw scanner.
4. Klik op het Button Manager-pictogram ( ) om het Knoppenpaneel te openen.
5. Klik op knop 8, Scan to App (Scannen naar toepassing).
6. Meteen daarna wordt het gescande beeld direct ingevoegd in uw doc-bestand.
49
Gebruikershandleiding IRIScan Executive 4
5.2 Uw bestand 'slepen en neerzetten' bij een specifieke knop
Button Manager V2 is voorzien van een handige functie waarmee u uw bestand kunt slepen en neerzetten
bij een specifieke knop. Dit kan een toepassing of een cloudbestemming zijn.
Om uw bestand te slepen en neer te zetten bij een specifieke knop:
1. Blader naar uw bestand in de Windows Verkenner.
2. Klik op het Button Manager-pictogram ( ) in het systeemvak in de rechterbenedenhoek om het
volgende Knoppenpaneel te openen.
3. Sleep uw bestand en zet het neer bij de gewenste knop
Opmerking:
Om de functie 'slepen en neerzetten' te kunnen gebruiken, moet uw netwerkscanner verbonden blijven
met uw computer hetzij via de USB-kabel hetzij via de netwerkkabel.
Zie ook de eerdere paragraaf 4.19.4 Het tabblad Advanced (Geavanceerd) voor het gebruik van de
functie Hotkey (Sneltoets) voor het versturen van uw beelden naar een specifieke bestemming.
50
Gebruikershandleiding IRIScan Executive 4
5.3 Verzenden van een foutenrapport
Als zich een fatale fout voordoet en Button Manager functioneert niet meer, dan verschijnt het
dialoogvenster 'Error Report' (Foutenrapport). U kunt de foutopsporingsinformatie verzenden naar de
ontwikkelaar van de toepassing door op de knop 'Send Error Report' (Foutenrapport verzenden) te klikken
of u kunt het dialoogvenster afsluiten door op de knop 'Don’t Send' (Niet verzenden) te klikken. Met behulp
van het foutenrapport kan de ontwikkelaar de softwaretoepassing verder verbeteren.
3

Hulp nodig? Stel uw vraag in het forum

Spelregels

Misbruik melden

Gebruikershandleiding.com neemt misbruik van zijn services uitermate serieus. U kunt hieronder aangeven waarom deze vraag ongepast is. Wij controleren de vraag en zonodig wordt deze verwijderd.

Product:

Bijvoorbeeld antisemitische inhoud, racistische inhoud, of materiaal dat gewelddadige fysieke handelingen tot gevolg kan hebben.

Bijvoorbeeld een creditcardnummer, een persoonlijk identificatienummer, of een geheim adres. E-mailadressen en volledige namen worden niet als privégegevens beschouwd.

Spelregels forum

Om tot zinvolle vragen te komen hanteren wij de volgende spelregels:

Belangrijk! Als er een antwoord wordt gegeven op uw vraag, dan is het voor de gever van het antwoord nuttig om te weten als u er wel (of niet) mee geholpen bent! Wij vragen u dus ook te reageren op een antwoord.

Belangrijk! Antwoorden worden ook per e-mail naar abonnees gestuurd. Laat uw emailadres achter op deze site, zodat u op de hoogte blijft. U krijgt dan ook andere vragen en antwoorden te zien.

Abonneren

Abonneer u voor het ontvangen van emails voor uw IRIS IRIScan Executive 4 Button Manager bij:


U ontvangt een email met instructies om u voor één of beide opties in te schrijven.


Ontvang uw handleiding per email

Vul uw emailadres in en ontvang de handleiding van IRIS IRIScan Executive 4 Button Manager in de taal/talen: Nederlands als bijlage per email.

De handleiding is 3,35 mb groot.

 

U ontvangt de handleiding per email binnen enkele minuten. Als u geen email heeft ontvangen, dan heeft u waarschijnlijk een verkeerd emailadres ingevuld of is uw mailbox te vol. Daarnaast kan het zijn dat uw internetprovider een maximum heeft aan de grootte per email. Omdat hier een handleiding wordt meegestuurd, kan het voorkomen dat de email groter is dan toegestaan bij uw provider.

Stel vragen via chat aan uw handleiding

Stel uw vraag over deze PDF

Andere handleiding(en) van IRIS IRIScan Executive 4 Button Manager

IRIS IRIScan Executive 4 Button Manager Gebruiksaanwijzing - Deutsch - 53 pagina's

IRIS IRIScan Executive 4 Button Manager Gebruiksaanwijzing - English - 48 pagina's

IRIS IRIScan Executive 4 Button Manager Gebruiksaanwijzing - Français - 52 pagina's


Uw handleiding is per email verstuurd. Controleer uw email

Als u niet binnen een kwartier uw email met handleiding ontvangen heeft, kan het zijn dat u een verkeerd emailadres heeft ingevuld of dat uw emailprovider een maximum grootte per email heeft ingesteld die kleiner is dan de grootte van de handleiding.

Er is een email naar u verstuurd om uw inschrijving definitief te maken.

Controleer uw email en volg de aanwijzingen op om uw inschrijving definitief te maken

U heeft geen emailadres opgegeven

Als u de handleiding per email wilt ontvangen, vul dan een geldig emailadres in.

Uw vraag is op deze pagina toegevoegd

Wilt u een email ontvangen bij een antwoord en/of nieuwe vragen? Vul dan hier uw emailadres in.



Info