357
Veiligheidskenmerken van uw voertuig
Additionele
veiligheidsvoorzorgsmaatregelen
Passagiers moeten niet uit de zitplaat-
sen gaan of van zitplaats veranderen
terwijl het voertuig in beweging is.
"Een passagier die zijn veiligheidsgordel
niet draagt tijdens een crash of een
noodstop kan tegen het interieur van het
voertuig aan worden “gegooid”, tegen
andere inzittenden of buiten het voertuig
worden geslingerd.
Plaats geen accessoires op veilighei-
dsgordels. Apparaten die zeggen het
comfort van de inzittenden te verhogen
of de veiligheidsgordel herpositioneren
kunnen de effectiviteit van de veiligheids-
gordel verminderen en de kans op ern-
stig letsel in een crash verhogen.
Verander de voorste zitplaatsen niet.
Aanpassing van de voorste zitplaatsen
zou kunnen storen met de werking van
het Supplemental Restraint System die
componenten of zij-air-bags detecteren.
Plaats geen voorwerpen onder de
voorste zitplaatsen. Het plaatsen van
voorwerpen onder de voorste zitplaatsen
zou kunnen storen met de werking van
het Supplemental Restraint System die
componenten en bedradingsbundel de-
tecteren.
Sla niet op de deuren. Impact op de
deuren als de sleutel in de AAN stand
staat kan resulteren in opgeblazen air-
bags.
Het toevoegen van uitrusting aan of
het aanpassen van uw voertuig
uitgerust met airbag
Indien u uw voertuig aanpast door het
veranderen van het frame, bumper sys-
teem, voorste einde of zij-metaalplaat of
rijhoogte van uw voertuig, zal dit de werk-
ing van het airbagsysteem van uw voer-
tuig beïnvloeden.
(Vervolgd)
• Indien componenten van het air-
bagsysteem moeten worden ver-
nietigd, moeten bepaalde veilig-
heidsvoorzorgsmaatregelen in
acht worden genomen. Raden we
u aan een erkende HYUNDAI ver-
deler te raadplegen voor nodige
informatie. Het niet opvolgen van
deze voorzorgsmaatregelen kan
het risico op letsel vergroten.