i Elke AquaPod is ontworpen om water toe te voeren aan groepen van maximal vijf plantenbakken.
De slang tussen de AquaPod en de kraan mag maximal 10 meter lang zijn.
In ieder plantenbak kan een of meerdere druppelaars worden geplaatst.
ii AquaPods van maximaal drie generaties oud kunnen onderling verbonden worden.
Meer AquaPods (2824) of sets voor hangende manden (2825) zijn apart verkrijgbaar.
Er kunnen maximaal 7 extra sets worden aangesloten op deze set.
iii Duw de Micro Hose (4 mm) voorzichting in de aansluiting (fitting?) (ongeveer 10 mm). Indien dit stroef gaat,
leg het slanguiteinde dan 10 seconden in warm water. Het aansluiten van de slang gaat ook makkelijker als u
ermee draait.
iv Gebruik de bijgeleverde verloopstukken indien nodig. Draai deze stevig aan om lekken te voorkomen.
Om optimaal te kunnen manoevreren kan er maximaal 50 meter slag met een diameter van 13 cm tussen de
kraan en het slangaansluitstuk worden geplaatst.
(50 m slang en twee 2166 en een 2291 nodig – niet bijgeleverd).
v Leg de slang over het terras om de positie van de AquaPods te bepalen. Snij het teveel aan slang af en bewaar
dit voor later gebruik. Controleer of de aansluiting in figuur 6 niet onder teveel druk komt te staan.
vi Trek de AquaPod-slang uit tot de benodigde lengte en neem de druppelaarafsluiter af.
De druppelaar kan ook gesloten worden indien nodig.
vii Iedere AquaPod-slang kan apart worden opgerold door aan de afsluitdop te draaien die zich aan het andere
uiteinde van de aanvoerslang bevindt.
viii Controleer de slangaansluitstukken door de kraan open te draaien en de water computer dial op ‘on’ te zetten.
Laat alle lucht ontsnappen. Dit kan enige minuten in beslag nemen. Controleer de druppelaars vervolgens op
lekken.
ix De AquaPod kan tijdelijk op de vloer worden geplaatst of permanent op de vloer of aan een wand worden
bevestigd.
x Bij bevestiging op een wand of de vloer dient u muurpluggen en schroeven te gebruiken
(deze worden niet bijgeleverd).
xi De slang van de druppelaar mag tot maximaal 1 meter worden verlengd.
Gebruik indien nodig het stuk restslag uit C.
xii Bij kans op vorst moeten de AquaPod binnenshuis worden bewaard. Rol de slangen op, verwijder de computer,
laat al het water uit de Aquapod lopen en bewaar op een vorstvrije plek.
NL
Foutopsporing
PROBLEEM OPLOSSING
De slang past niet goed Houd het uiteinde van de slang 10 seconden in warm water
Er lekt water uit de
drukregelaar of uit de ingang
(4 mm) van de AquaPod
Steek de slang 10 mm in het koppelstuk, controleer of het koppelstuk handvast
is aangedraaid.
De drukregelaar maakt een
piepend/zoemend geluid
Draai de kraan een halve slag dicht; als u het geluid nog steeds hoort, draait u
de kraan nogmaals een halve slag dicht; als het probleem aanhoudt, neemt u
contact op met de klantenservice van Hozelock.
Hoe leid ik water naar een
afgelegen gedeelte van mijn
tuin?
Zie schema 4 – gebruik een 1/2"-slang van goede kwaliteit om het systeem op
maximaal 50 m van de kraan te starten.
Hoe zet ik de druppelaars aan
en uit?
Sluit de watertoevoer af en duw het eindstuk over de uitgang van de
druppelaar.
Hoeveel water moeten de
planten krijgen?
Dat is afhankelijk van temperatuur, weer, planttype en seizoen. Compost op een
diepte van 1 cm moet vochtig worden gehouden, maar mag niet verzadigd zijn
met water. Zorg er altijd voor dat het water uit de compost kan vloeien. In de
zomer moet een pot van 30 cm normaal gesproken tweemaal per dag 5 minuten
worden bewaterd. Pas de bewateringsduur aan aan de behoeften van de
planten.
Mijn planten hebben
verschillende hoeveelheden
water nodig, hoe zorg ik ervoor
dat ze allemaal de juiste
hoeveelheid krijgen?
Plaats meerdere druppelaars in potten met planten die meer water nodig
hebben.
Een van de druppelaars geeft
geen water
Neem voor een vervangend artikel contact op met Hozelock
De oprolfunctie van de
AquaPod doet het niet
Slang te stijf – leg de slang 15 minuten binnen, zodat deze zachter wordt en rol
de slang daarna op (zie schema 9)
