- 32 -
10. Draadloze functies (zie pagina 5)
Koppel uw melders aan elkaar
a) Plaats de onderling verbonden melders alstublieft zo dicht mogelijk bij elkaar, niet verder
dan 5 meter uit elkaar.
b) Kies één gekoppelde melder als Master. Druk 3 keer op de test/stilte-knop. Het LED-
lampje gaat branden.
c) Kies een andere gekoppelde melder als Slave. Druk 3 keer op de test/stilte-knop. Het LED-
lampje gaat branden.
d) Wacht een paar seconden totdat het Master-apparaat piept en het Slave-apparaat de LED
uitschakelt, wat aangeeft dat de netwerkkoppeling is geslaagd.
e) Herhaal stap c) om meer melders onderling met elkaar te verbinden.
LET OP: gebruik steeds dezelfde Master melder voor het aansluiten van extra Resideo
onderling verbonden rook-, hitte- of koolmonoxidemelders, nu en in de toekomst. Noteer
welke gekoppelde melder in uw huis de Master is. En, u kunt het koppelen pas inschakelen
als de montageplaat geïnstalleerd is.
Nadat de Master melder in de verbindingsmodus ging om te koppelen, zal het automatisch
de verbindingsmodus na 40 seconden verlaten, en deze periode van 40 seconden zal na elke
succesvolle koppeling met nog eens 40 seconden worden verlengd. Nadat alle onderling
verbonden melders gekoppeld werden, kan de master ook handmatig worden afgesloten
door drie keer op de test/stilte knop te drukken als de master de koppelingsmodus nog niet
heeft verlaten.
Test uw onderlinge verbinding
Houd de test/stilte knop ingedrukt. De eerste onderling verbonden melder piept continu en
de LED knippert in hetzelfde tempo. Andere onderling verbonden melders in het netwerk
zullen het signaal na enkele seconden ontvangen en zullen continu piepen zonder dat de LED
knippert.
De verbinding resetten
a) Haal het product uit de achterplaat en binnen enkele seconden u hoort een pieptoon.
b) Druk 3x op de test/stilte knop en druk nogmaals wanneer het LED-lampje gaat branden.
c) Terwijl het LED-lampje met een pieptoon uitschakelt, is de verbinding met succes gereset.