27
2=Batch Testen
Met deze optie kunt u het tagnummer controleren dat is opgeslagen in de centrale
voor de tag die voor de Batch DCM wordt gehouden. Hiermee kunt u ook direct
naar de details voor de gebruikersprogrammering gaan die aan de gepresenteerde
tag zijn toegewezen.
3=Batch Verwijderen
Met deze optie kunt u kaartnummers verwijderen. Vóór het verwijderen wordt een
waarschuwing weergegeven.
4=Begin Batch
Met deze optie kunt u het eerste nummer voor de registratie bepalen.
5=Einde batch
Met deze optie kunt u het laatste nummer voor de registratie bepalen.
6=Batch Lezer
Met deze optie kunt u instellen welke DCM-lezer u wilt gebruiken voor de
registratie. Druk op
om het systeem terug te zetten naar de standaardlezer.
7=Sjabloongebruiker
Met deze optie kunt u de toegangbeheerkenmerken en niet-unieke kenmerken van
een gebruiker opslaan als een sjabloon wanneer u de functie 1=Batch Toevoegen
gebruikt.
Zomertijd (43 ent)
Met deze optie kunt u de begin- en einddatums voor de zomertijd aanpassen.
Inbraakspoor (44 ent)
Deze optie registreert de volgende gegevens:
De meest recente alarmactivering
Gegevens over het in- en uitschakelen van het systeem direct voor en na
activering van het alarm
De eerste vijf gebeurtenissen tijdens de alarmactivering
Deze informatie wordt door de optie Inbraakspoor bewaard tot de volgende keer
dat een alarm wordt geactiveerd.