6
7=Zones
Met deze optie worden alle zones weergegeven. U kunt voor elke draadloze zone drie schermen met
aanvullende gegevens weergeven. Druk hiervoor op de toets #.
Scherm 1: het serienummer en het loopnummer van de geconfigureerde detector.
Scherm 2: de sterkte van het primaire signaal; het niveau van het radiosignaal naar de RF Portal dat als het
hoofdpad voor communicatie met deze detector wordt gebruikt.
Scherm 3: de sterkte van het backupsignaal; het niveau van het radiosignaal naar de RF Portal dat als het
backuppad voor communicatie met deze detector wordt gebruikt (indien beschikbaar).
9 = RF Modules
Met deze optie wordt een lijst met RF-adressen weergegeven. Selecteer een adres om het versienummer
van de RF-module weer te geven, plus het percentage communicatie met het paneel (tussen 0 - 100%).
Gebruik de toetsen A> en <B om door de beschikbare RF-adressen te bladeren.
Gebruik de toets # om tussen de ruisniveaus voor V2- of Alpha-kanalen te schakelen.
Opmerking: Ch1 = V2-kanaal, Ch2 = Alpha-kanaal.
10=RF Zones
Gebruik deze optie om alleen diagnosegegevens voor RF-zones weer te geven.
1=RF Zones
Met deze optie worden alle RF-zones weergegeven.
1. Selecteer een zone en druk op ent.
Selecteer suboptie 1=Reset Laagste Hiermee kunt u de laagste signaalsterkte resetten die
is geregistreerd voor de huidige zone.
2=Reset Laagste
Hiermee kunt u de laagste signaalsterkte resetten die is geregistreerd voor alle zones.
Voldoet aan EN50131-5-3
Dit product is tevens geschikt voor gebruik in alarmsystemen die voldoen aan de richtlijn
EN50131-5-3:2005+A1:2008
Grade -2
Class – II
Dit product is onafhankelijk getest en gecertificeerd door CNPP en Teleification om te voldoen
aan EN50131-5-3.