720161
97
Verklein
Vergroot
Pagina terug
1/108
Pagina verder
Honda
Robot-
gazonmaaier
HRM3000
Gebruikershandleiding
Vertaling van de oorspronkelijke
gebruikshandleiding
Raadpleeg "5.Voorbereiding van de Mii-monitor" voor informatie over het installeren van de Mii-monitor en het instellen van Bluetooth
®
.
NL
Gefeliciteerd met uw Honda Robot-gazonmaaier. We hebben er alle vertrouwen in dat u van uw Honda Robot-
gazonmaaier zult genieten, omdat wij de beste producten voor de verzorging van uw gazon produceren.
We willen u helpen om het maximale uit uw nieuwe robotmaaier te halen en de maaier veilig te gebruiken. In
deze handleiding staat hoe u dat doet; lees de handleiding daarom aandachtig door.
Uw Honda-servicedealer wil u tevreden zien en daarom beantwoordt hij of zij graag al uw vragen.
Honda Motor Co. Ltd behoudt zich het recht voor om wijzigingen op ieder moment zonder voorafgaande
kennisgeving door te voeren.
Honda kan niet toestaan dat deze gebruikershandleiding geheel of gedeeltelijk zonder haar schriftelijke
toestemming op enigerlei wijze wordt verveelvoudigd.
Deze gebruikershandleiding hoort bij de robotmaaier en dient daarom bij verkoop bij het apparaat te blijven.
Besteed extra aandacht aan zinnen die worden voorafgegaan door één van de volgende woorden:
N WAARSCHUWING
Als de aangegeven instructies niet worden opgevolgd, bestaat het gevaar van ernstig lichamelijk letsel of
zelfs een dodelijk ongeval.
VOORZICHTIG:
Als de aangegeven instructies niet worden opgevolgd, bestaat het gevaar van ernstig lichamelijk letsel of
ernstige schade aan de machine.
OPMERKING:
Verschaft nuttige informatie.
Raadpleeg bij problemen of vragen over uw robotmaaier een ofciële Honda-dealer.
Honda-robotmaaiers zijn zodanig ontworpen dat ze veilig en betrouwbaar zijn, mits op de juiste manier bediend.
N WAARSCHUWING
- Bij het gebruik van een robotmaaier moet er speciale aandacht worden besteed aan de veiligheid van
de gebruiker en van anderen. Lees deze gebruikershandleiding zorgvuldig voordat u de robotmaaier in
gebruik neemt. Als u dit niet doet, kan er letsel of schade ontstaan.
Laat uw dealer het ʺTUINONTWERPʺ (M bladzijde 96) en de ʺDEALER CONTROLELIJSTʺ
(M bladzijde 100) invullen met gegevens over de installatie die is uitgevoerd en de instellingen die zijn
gecongureerd.
Apple, het Apple-logo en iPhone zijn handelsmerken van Apple Inc., geregistreerd in de VS en andere landen.
App Store is een dienstmerk van Apple Inc.
Google Play, het Google Play-logo en Android zijn handelsmerken of geregistreerde handelsmerken van Google Inc.
De Bluetooth
®
-woordmarkering en logo's zijn een geregistreerd handelsmerk in eigendom van Bluetooth SIG, Inc. en enig
gebruik van dergelijke markeringen door Honda Motor Co., Ltd. is onder licentie. Andere handelsmerken en handelsnamen
zijn van hun respectievelijke eigenaars.
1
2
Regelmatig gebruik
INHOUD
Instelling
Voorbereiding
- Identicatie van de onderdelen
(M bladzijde 10)
- Installatie (M bladzijde 12)
- De gazonmaaier instellen
(M bladzijde 17)
Menu-instellingen
- De werktijd instellen
(M bladzijde 32)
-
De werking van de gazonmaaier
instellen
(M bladzijde 36)
- Het systeem controleren
(M bladzijde 49)
- Geschiedenis bekijken
(M bladzijde 52)
- Het systeem instellen (M bladzijde 55)
Bediening
Werking (Automatisch)
Afhankelijk van de instellingen werkt de
gazonmaaier automatisch.
Inklappen
(M bladzijde 87)
Onderhoud
- Regelmatige controle en
onderhoud (M bladzijde 75)
- Onderhoudsprocedures
(M bladzijde 75)
Veiligheidsvoorschriften
- Wekelijkse controles (M bladzijde 68)
- De gazonmaaier optillen
(M bladzijde 69)
Probleemoplossing
(M bladzijde 70)
Gebruik
- Het maaigebied controleren (M bladzijde 63)
- De gazonmaaier controleren (M bladzijde 64)
- In-/uitschakelen (M bladzijde 64)
- De gazonmaaier bedienen in de
Auto modus (M bladzijde 66)
- De hoogte van de messen
afstellen (M bladzijde 67)
Voorbereiding van
de Mii-monitor
(M bladzijde 59)
3
1 OVERZICHT ..............................................................................................................4
Hoe werkt de Robot-gazonmaaier ..............4
2 VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN .............................................................................6
Voorzorgsmaatregelen ................................6
Houd u vanwege uw eigen veiligheid aan de volgende punten
... 7
Plaats van labels .........................................9
3 VOORBEREIDING ...................................................................................................10
Identicatie van de onderdelen .................10 Installatie..................................................... 12
De gazonmaaier instellen ..........................17
4 MENU-INSTELLINGEN ...........................................................................................30
Menu-overzicht ..........................................30
De werktijdklok instellen ............................32
• Werktijd ....................................................32 • Startpunten maaien ...........................................33
• Seizoenstijdklok .......................................34 • Stille tijdklok ......................................................35
De werking van de gazonmaaier instellen
...36
Auto modus ..............................................36 • Handmatige modus ...........................................43
• Tuinindeling ..............................................45 • Stationinstelling .................................................46
Het systeem controleren ...........................49
• Controleer signaal ....................................49 • Test startpunten ................................................50
Geschiedenis bekijken ..............................52
• Bedrijf historie ..........................................52 Arbeid historie ...................................................53
• Fout historie .............................................54
Het systeem instellen ................................55
• Taal ..........................................................55 • Display/Sound ...................................................55
• Datum en tijd ............................................56 • Veiligheid ...........................................................57
• Herstel .....................................................58 • Help ...................................................................58
5 Voorbereiding van de Mii-monitor ........................................................................59
Info over Mii-monitor .................................59 Mii-monitor installeren................................. 59
Een apparaat koppelen (verbinden Een gebruiker registreren ........................... 61
via Bluetooth
®
) ...........................................60
Na verbinding met een apparaat wordt er een menu weergegeven
... 62
6 GEBRUIK .................................................................................................................63
Het maaigebied controleren ......................63 Aansluiten op een voedingsbron ................ 63
De gazonmaaier controleren .....................64 In-/uitschakelen........................................... 64
De gazonmaaier bedienen in de Auto modus
....66 De hoogte van de messen afstellen ........... 67
Wekelijkse controles ..................................68 De gazonmaaier optillen ............................. 69
7 PROBLEEMOPLOSSING ........................................................................................70
Voordat u contact opneemt met uw dealer ......
70 Meldingen ................................................... 71
Problemen oplossen .................................73
8 ONDERHOUD ..........................................................................................................75
Regelmatige controle en onderhoud .........75 Onderhoudsprocedures .............................. 75
9 OPSLAG ..................................................................................................................87
Winteropslag .............................................87 Uw gazonmaaier voorbereiden op
het nieuwe seizoen ..................................... 87
10 TECHNISCHE INFORMATIE .................................................................................88
Specicaties ..............................................88
11 BIJLAGE ................................................................................................................89
De gazonmaaier bedienen in de Handmatige modus
...89 Adressen Honda-importeurs ....................... 92
ʺEC Declaration of Conformityʺ (EU-conformiteitsverklaring) OVERZICHT
....
93
INDEX MENU LCD ......................................................................................................95
TUINONTWERP ..........................................................................................................96
DEALER CONTROLELIJST .....................................................................................100
BEKNOPTE HANDLEIDING .....................................................................................102
4
Hoe werkt de Robot-gazonmaaier
Transformator
De transformator moet worden geplaatst in een
gebied in de schaduw en beschermd tegen regen.
Laadstation
Haringen
1
OVERZICHT
Hoe werkt de Robot-gazonmaaier
Het maaigebied wordt bepaald door de begrenzingskabel die een signaal verstuurt. Als
de gazonmaaier de grens waarneemt, keert hij willekeurig en wordt het gazon verder
gemaaid. Als de accu bijna leeg is, gaat het apparaat terug naar het laadstation.
Netsnoer
Robotmaaier
Begrenzingskabel
Leg de begrenzingskabel door deze met de
haringen vast te zetten in de grond of door de
draad in de grond te begraven.
Maximumgebied: 4000 m²
Er zijn verschillende manieren waarop u het
laadstation kunt installeren. Ga voor meer
informatie naar ʺInstallatieomstandigheden
controlerenʺ (M bladzijde 12).
Als u Mii-monitor, de applicatie voor
HRM3000, installeert op een door
Bluetooth
®
ondersteunde smartphone,
kunt u instellingen congureren of de
gazonmaaier op afstand bedienen.
Bedienen binnen een afstand van
ongeveer 3 m vanaf de gazonmaaier.
5
1 OVERZICHT
Hoe werkt de Robot-gazonmaaier
Houd 5 mm of minder ruimte tussen de delen van de begrenzingskabel. Zorg
dat de delen van de begrenzingskabel elkaar niet overlappen of kruisen.
Houd 30 tot 50 cm
ruimte tussen de
begrenzingskabel en
grote objecten.
Leg de
begrenzingskabel
rond objecten die
door de gazonmaaier
moeten worden
vermeden.
Laat 1 meter ruimte tussen de
begrenzingskabel en gevaarlijke
gebieden, zoals vijvers of gaten.
Houd 30 tot 50 cm
ruimte tussen de
begrenzingskabel en de
grens van het maaigebied.
De begrenzingskabel leggen
De locatie van de begrenzingskabel bepaalt de parameters van het maaigebied; dit
gebied kan uit meerdere delen bestaan waarbinnen de gazonmaaier werkt. Zie voor
het instellen van startpunten voor maaien en gedetailleerde informatie ʺ4 MENU-
INSTELLINGENʺ (M bladzijde 30).
Als het werkgebied hellingen bevat moet het aan de volgende omstandigheden voldoen.
De gazonmaaier kan worden gebruikt op hellingen met een hellingsgraad tot 25° (47%). Het werkgebied mag geen
hellingen bevatten die steiler zijn dan 25° (47%).
Leg de grensdraad op plekken met een helling die vlakker is dan 15° (27%).
Ga als volgt te werk als u de plek waar u de grensdraad legt een helling bevat die steiler is dan 15° (27%).
- Leg de grensdraad niet lateraal op een helling die steiler is dan 15° (27%).
- Leg de grensdraad lateraal op een relatief vlakke ondergrond, met een helling die vlakker is dan 15° (27%), als dit
gebied achter een helling ligt die steiler is dan 15° (27%). (Zie het diagram hieronder.)
* Het is slecht voor de gazonmaaier om de grensdraad op een te steile helling te leggen. De reden hiervan is dat de
gazonmaaier de route volgt waarlangs de grensdraad is gelegd.
Meer dan
15° (27%)
Minder dan
15° (27%)
Onjuist Juist
OPMERKING:
- Zorg dat u het ʺTUINONTWERPʺ invult met verwijzing naar de indeling van de begrenzingskabel
(M bladzijde 96).
Leg de begrenzingskabel rond
objecten waar de gazonmaaier
overheen kan rijden (d.w.z.
rotsen, boomstronken, enz.);
deze objecten moeten buiten het
werkgebied worden gehouden.
6
Voorzorgsmaatregelen
2
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
Voorzorgsmaatregelen
Houd u zorgvuldig aan de volgende voorzorgsmaatregelen.
Zorg dat uw handen, voeten en andere lichaamsdelen uit de buurt van de draaiende messen blijven.
Raak geen scherpe onderdelen aan zoals de messen of messchijf,
tenzij u onderhoud uitvoert. Anders kunt u letsel oplopen.
Druk altijd eerst op de handmatige STOP-knop voordat u de gazonmaaier aanraakt, bijvoorbeeld om de
maaier op te tillen, te kantelen of om te draaien. Als u dat niet doet, kunt u gewond raken door contact
met de messen.
Deze grasmaaier mag niet worden gebruikt door kinderen, personen met een lichamelijke, zintuiglijke
of geestelijke handicap, of gebrek aan ervaring en kennis, of mensen die onvoldoende bekend zijn met
deze handleiding. Het is mogelijk dat plaatselijke verordeningen een minimumleeftijd van de gebruiker
voorschrijven.
Bedenk dat de eigenaar of gebruiker van het apparaat wettelijk aansprakelijk is voor schade of letsel
toegebracht aan derden.
Draag, als u de gazonmaaier gebruikt en u in of nabij het werkgebied bent, een lange broek en stevig
schoeisel.
Mensen die een pacemaker of een ander medisch apparaat gebruiken, moeten een arts raadplegen
voordat ze de robotmaaier gebruiken of het werkgebied binnenkomen.
Het is niet toegestaan om op de gazonmaaier te zitten, de
gazonmaaier te duwen of de maaier voor andere doeleinden dan
bedoeld te gebruiken. Anders kan er zich een ongeluk voordoen of
kan de gazonmaaier beschadigd raken.
Gebruik de gazonmaaier nooit in de buurt van mensen, vooral kinderen, of dieren.
Maai alleen het gebied binnen de begrenzingskabel.
Als er een risico bestaat dat de gazonmaaier beschadigd raakt
door contact met een sprinkler, verplaatst u de sprinkler terwijl de
gazonmaaier in werking is of legt u begrenzingskabel rondom de
sprinkler om deze buiten het werkgebied te houden.
7
2 VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
Voorzorgsmaatregelen / Houd u vanwege uw eigen veiligheid aan de volgende punten
Als de temperatuur in de buitenlucht lager is dan 5°C, wordt de gazonmaaier niet opgeladen. Bij een
temperatuur lager dan 0°C wordt de gazonmaaier niet opgeladen en treedt hij niet in werking.
Als er slecht weer op komst is, zoals bliksem of storm, stop de maaier dan en haal de stekker uit het
stopcontact.
Delen van dit product kunnen erg warm worden in direct zonlicht. Zorg dat u deze delen niet aanraakt als
ze erg heet worden, omdat u zichzelf dan kunt branden.
Laad de gazonmaaier uitsluitend op via het laadstation. Anders kan er zich een ongeluk voordoen of kan
de gazonmaaier beschadigd raken.
Als de voedingskabel beschadigd is, moet u meteen de stekker uit het stopcontact halen en contact
opnemen met uw dealer. Raak het beschadigde gedeelte van de voedingskabel ook niet aan.
Als er gaten in het werkgebied zijn (bijvoorbeeld van konijnen/mollen), vul ze dan zodat het werkgebied
vlak is. Controleer het werkgebied regelmatig op gaten.
Houd u vanwege uw eigen veiligheid aan de
volgende punten
Als u de gazonmaaier draagt, schakel hem dan uit en draag het apparaat zoals uitgelegd in deze
handleiding (zie bladzijde 69) met de messen van u af.
Als u de gazonmaaier draagt, zorg dan dat u het apparaat bij het
aangegeven deel draagt (zie bladzijde 69). Als u de gazonmaaier op
een andere manier draagt, loopt u kans op letsel door de messen
of het laadcontact van de gazonmaaier. U kunt de gazonmaaier ook
laten vallen waardoor de gazonmaaier beschadigd kan raken.
Bij het gebruik van de afstandsbediening met de Miimo-applicatie
ʺMii-monitorʺ volgt u de onderstaande voorzorgsmaatregelen.
- Bedienen in een goed-verlicht gebied
- Voorkom werking op nat gras
- Op hellingen goed opletten waar u uw voeten neerzet.
Draag altijd dikke werkhandschoenen bij het uitvoeren van
onderhoud. Als u dat niet doet, kunt u letsel oplopen door de
messen.
Controleer voor gebruik altijd het werkgebied en verwijder takken,
stenen en andere objecten die de messen kunnen beschadigen,
waardoor de gazonmaaier stopt. Als u dat niet doet, kunt u gewond
raken door objecten die vanaf de onderkant van de gazonmaaier
worden weggeworpen of kan de gazonmaaier beschadigd raken.
Druk altijd eerst op de handmatige STOP-knop voordat u de
gazonmaaier aanraakt. Doet u dit niet, dan kunt u letsel oplopen,
wordt voorkomen dat de gazonmaaier op het laadstation wordt
aangesloten of wordt de werking van de gazonmaaier stopgezet.
Als u onderhoud aan de gazonmaaier uitvoert, druk dan op de
handmatige STOP-knop zodat de gazonmaaier tot stilstand komt.
Als de gazonmaaier beweegt, kunnen er ongelukken gebeuren.
8
Houd u vanwege uw eigen veiligheid aan de volgende punten
Leg de begrenzingskabel zodanig dat deze stevig op zijn plaats blijft liggen en controleer na het leggen
regelmatig of deze niet is losgekomen. Als de begrenzingskabel uit de grond steekt, kan u of iemand
anders erover struikelen en vallen.
Raak de blootliggende gedeelte van een begrenzingskabel die is afgesneden of beschadigd, niet aan. U
kunt hierdoor gewond raken of uzelf elektrocuteren.
Als de begrenzingskabel is afgesneden, schakel de gazonmaaier dan uit, haal de stekker van de
transformator uit het stopcontact (huis) en neem contact op met uw dealer.
Installeer de transformator op een plek buiten direct zonlicht en zorg dat de adapter ook tijdens regen
niet nat kan worden.
Draag handschoenen bij het aanraken van de transformator, aangezien deze heet wordt wanneer hij op
een stopcontact (huis) is aangesloten.
Er mag geen open vuur, zoals kaarsen, op of rond de transformator worden geplaatst.
De transformator en het hoofdstopcontact moeten te allen tijde toegankelijk zijn.
In het geval van defecte snoeren of stekkers moet de transformator worden uitgeschakeld.
De transformator heeft weinig onderhoud nodig. Als u hem wilt schoonmaken, gebruikt u alleen een droge
doek of borstel.
Gebruik van deze transformator door kinderen moet onder volledig toezicht van ouders gebeuren.
IP55 is van toepassing op het hoofdgedeelte van de adapter, niet op het stekkergedeelte. Het
stekkergedeelte moet onder een afdak worden geplaatst. Bij buitengebruik moet het stekkergedeelte in
een waterdicht stopcontact worden gestoken.
IP-classicatie van stekker:
ETX1HD940EAK... IP44 voor stekkergedeelte
ETX1HD940BAK... IP20 voor stekkergedeelte
EXT1HD940WAK... IP20 voor stekkergedeelte
Opmerking 1: Het hoofddeel van de adapter heeft ook de IP68-test doorstaan.
Apparaat van beschermingsklasse II
Niet-inherent korsluitingsbestendige, veiligheids-isolerende transformator
Stroomvoorzieningseenheid met schakelaarmodus
Raak het oplaadcontact niet aan. Als u het aanraakt, kunt u gewond raken.
Houd u aan de volgende punten als u het stopcontact (huis), het netsnoer of de transformator aanraakt.
Anders kunt u worden geëlektrocuteerd.
- Raak het stopcontact (huis), de kabel of de transformator niet aan met natte handen.
- Raak het stopcontact (huis), de kabel en de transformator niet aan als het stopcontact (huis), het
netsnoer of de transformator nat is.
Controleer regelmatig of er geen stof, vuil of ander materiaal in of op het contact (huis), het netsnoer of de
transformator aanwezig is. Als dat het geval is, verwijder het omdat er anders brand kan ontstaan.
Houd de stekker bij het aansluiten vast bij het aangewezen gebied. Als u de stekker niet goed vasthoudt,
kan dat leiden tot elektrocutie als u het stekkerdeel aanraakt.
Zorg dat de inhoud van de ʺVEILIGHEIDSINSTRUCTIESʺ absoluut duidelijk is voor de personen die in
contact komen met de robotmaaier. Als dat niet gebeurt, kunnen er ongelukken gebeuren.
Mensen die deze handleiding niet goed kennen, mogen de gazonmaaier niet aanraken, alleen om het
apparaat te stoppen.
Als u de gazonmaaier nadert terwijl deze in werking is, let dan op materialen die door de bladen worden
verspreid.
Gebruik de gazonmaaier niet als de behuizing beschadigd is.
U kunt gewond raken door contact met het mes of door objecten die door de messen worden weggeworpen.
• Probeer nooit wijzigingen aan te brengen aan de gazonmaaier. Dit kan leiden tot ongevallen of beschadiging
van de gazonmaaier.
Afvoeren
Ter bescherming van het milieu mag dit product, accu's, enz. niet bij normaal afval worden gezet.
Houd u aan de wettelijke voorschriften of raadpleeg uw ofciële Honda-dealer voor het afvoeren van
deze materialen.
9
2 VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
Plaats van labels
Plaats van labels
PLAATS VAN VEILIGHEIDSLABELS
Gebruik uw gazonmaaier altijd zeer zorgvuldig. Daarom zijn er labels op verschillende delen van de machine
geplaatst zodat u weet welke belangrijke voorzorgsmaatregelen er moeten worden genomen. Hun volledige
betekenis wordt later uitgelegd. Deze labels maken integraal deel uit van de gazonmaaier en als een van
de labels loskomt of onleesbaar is geworden, neem dan contact op met uw servicedealer om ze te laten
vervangen. Lees ook de veiligheidsvoorschriften in het betreffende hoofdstuk van dit handboek goed door.
De Honda Robotmaaier is zodanig
ontworpen dat deze veilig en betrouwbaar
is, mits op de juiste manier bediend.
Bestudeer de gebruikershandleiding
voordat u de Honda Robotmaaier
gebruikt. Als dit niet gebeurt, kan
dit leiden tot persoonlijk letsel of
beschadiging van het materiaal.
Houd alle personen en dieren uit de
buurt van het gebied waar de Honda
Robotmaaier wordt gebruikt.
Raak de draaiende messen niet aan.
Let op scherpe messen: mes in beweging.
Gebruik de uitschakelvoorziening voordat
u werkt aan de machine of de machine
optilt.
Ga niet op de machine zitten. Deze
machine is geen speelgoed; houd
kinderen uit de buurt van de machine.
LOCATIE VAN CE-MARKERING,
SERIENUMMER EN ANDERE
INFORMATIE
De naam en het adres van de fabrikant, CE-markering,
serienummer en andere informatie bevinden zich op de volgende
locaties in de afbeelding.
Naam en adres
fabrikant
Modeltype
Serienummer
Productiejaar
Maaibreedte
Nominale spanning
Vermogen
Massa (gewicht)
CE-markering
Elektrische apparatuur mag niet samen met huishoudelijk afval
worden weggegooid. Als elektrische apparaten worden afgevoerd
naar vuilstortplaatsen, kunnen stoffen lekken, reageren en in de
voedselketen terechtkomen. Dit brengt schade aan gezondheid
en welzijn toe. Voor meer informatie over het afvoeren van dit
product neemt u contact op met uw dealer of uw dichtstbijzijnde
huishoudelijke afvalverzamelingsdienst.
Bluetooth
®
10
Identificatie van de onderdelen
3
VOORBEREIDING
Identicatie van de onderdelen
Behuizing
Laadstation
Meegeleverde artikelen
Liniaal
In de verpakking
van dit product
bevindt zich
onder meer een
liniaal.
Met deze liniaal
kunt u de positie
van de gelegde
grensdraad
controleren.
Transformator
Plaats de transformator niet op de
grond. Als u alle aansluitingen hebt
uitgevoerd, sluit u de transformator
aan op het stopcontact (huis).
Verlengsnoer
Als het netsnoer van de
transformator niet lang genoeg is,
sluit u een verlengsnoer aan.
Lengte: 10 m
Meshouder
Gebruik de meshouder
bij het vervangen van de
messen (M bladzijde 83).
Inbussleutel
Gebruik de inbussleutel
bij het vervangen van
de messen
(M bladzijde 83).
Connectors voor de
begrenzingskabel
Gebruik connectors om
de begrenzingskabel
te koppelen en op het
laadstation aan te sluiten.
Aantal: 2
Reservemessen
Vervang versleten
messen door
reservemessen.
Aantal: 9
Mii-monitor
Downloaden in de App
Store
®
of Google Play
TM
.
U kunt de gazonmaaier
op afstand bedienen.
(M bladzijde 59)
* Koop begrenzingskabel en kabelharingen bij uw dealer.
De gazonmaaier wordt opgeladen in het
laadstation en gaat terug naar het laadstation
als het maaien is voltooid of als de accu bijna
leeg is.
U kunt de status van de begrenzingskabel met
het LED-lampje controleren (M bladzijde 64).
De meegeleverde meshouder kan in het
laadstation worden opgeborgen.
De opslaglocatie is onder de klep van het
station.
Handmatige STOP-knop
Als u op de handmatige
STOP-knop drukt,
gaat de klep van het
bedieningspaneel open.
Onderaanzicht
Oplaadcontact
Voorwielen
(zwenkwielen) (Ï2)
Messchijf
Messen (Ï3)
Draaglocatie
Achterwielen (aandrijving) (Ï2)
Bovenaanzicht
Bedieningspaneel
Oplaadstekker
Schroef
Aantal: 7
LED-lampje
11
3 VOORBEREIDING
Identificatie van de onderdelen
Selecteerbare menuopties
en huidige instellingsstatus.
U kunt het vorige scherm
weergeven door het
indrukken van de G toets.
15:37 Din 23/FEB
Werktijd
1.Werk tijd
2.Startpunten maaien
3.Seizoenstijdklok
4.Stille tijdklok
AAN UIT
Meegeleverde artikelen
Liniaal
In de verpakking
van dit product
bevindt zich
onder meer een
liniaal.
Met deze liniaal
kunt u de positie
van de gelegde
grensdraad
controleren.
Transformator
Plaats de transformator niet op de
grond. Als u alle aansluitingen hebt
uitgevoerd, sluit u de transformator
aan op het stopcontact (huis).
Verlengsnoer
Als het netsnoer van de
transformator niet lang genoeg is,
sluit u een verlengsnoer aan.
Lengte: 10 m
Meshouder
Gebruik de meshouder
bij het vervangen van de
messen (M bladzijde 83).
Inbussleutel
Gebruik de inbussleutel
bij het vervangen van
de messen
(M bladzijde 83).
Connectors voor de
begrenzingskabel
Gebruik connectors om
de begrenzingskabel
te koppelen en op het
laadstation aan te sluiten.
Aantal: 2
Reservemessen
Vervang versleten
messen door
reservemessen.
Aantal: 9
Mii-monitor
Downloaden in de App
Store
®
of Google Play
TM
.
U kunt de gazonmaaier
op afstand bedienen.
(M bladzijde 59)
* Koop begrenzingskabel en kabelharingen bij uw dealer.
Bedieningspaneel
Startscherm
Scherm voor keuze van opties
De knop voor de selectie van een modus waarop de instellingstatus
van de gazonmaaier wordt weergegeven zoals hieronder:
Ingestelde dag en tijd
Accustatus
Pictogrammen
Beschrijving
Auto
De Auto modus
is ingesteld.
Man
De Handmatige
modus is actief
en er is geen
tijdklok ingesteld.
Home
De gazonmaaier
keert terug naar
het laadstation.
Naam van het menu op
het eerste niveau
Display
Hier staat het Startscherm
en de menu's wanneer de
gazonmaaier is ingeschakeld.
Knop Aan
Druk op deze knop om het
apparaat in te schakelen.
Knop Uit
Druk op deze knop om het
apparaat uit te schakelen.
OPMERKING:
- De tijdklok werkt niet als het
apparaat is uitgeschakeld.
Home-toets
Druk op deze knop om de gazonmaaier
terug naar het laadstation te
sturen nadat u de klep van het
bedieningspaneel hebt gesloten.
Knoppen omhoog/omlaag
Druk op deze toets om naar het
vorige/volgende item in het display
te gaan.
Terug-toets
Druk op deze toets om naar het
vorige menu op het display te gaan.
(De toets Terug kan niet altijd
worden gebruikt.)
Enter-toets
Druk op deze toets om uw selectie
op het display te bevestigen.
Cijfertoetsen
Druk op deze toetsen om cijfers van de menu's in het
display in te voeren.
Als er een cijfer links van een optie in het menu staat,
kunt u op de toets van het bijbehorende cijfer drukken
om die optie te markeren.
Automatisch/Handmatig-toets
Druk in het Startscherm op deze toets om tussen
deze werkmodussen te wisselen. U kunt kiezen uit de
Auto modus of de Handmatige modus. Zie voor meer
informatie ʺ4 MENU-INSTELLINGENʺ (M bladzijde 30).
Menutoets waarmee u het hoofdmenu kunt weergeven.
Selecteerbare vakken waarin u een vinkje kunt
plaatsen door het indrukken van de H toets.
Maaihoogte
Weergegeven als
een gekoppeld apparaat
welke beschikbaar is
voor verbinding.
17:01 Don 25/FEB
Auto
99 %
Menu
60
12
Installatie
Installatie
Wij adviseren u de installatie van uw Robot Gazonmaaier door een ofciële Honda-dealer te laten
uitvoeren.
Voorwaarden voor installatie controleren
Vraag aan de dealer, welke de installatie heeft uitgevoerd, of het laadstation en de begrenzingskabel
volgens de onderstaande voorwaarden zijn geïnstalleerd. Controleer regelmatig of er nog aan deze
voorwaarden wordt voldaan.
Als er aan één van deze voorwaarden niet wordt voldaan, raadpleeg uw dealer.
We raden u aan de netvoeding door een professional te laten installeren volgens plaatselijke wetten en
voorschriften.
Voorwaarden voor installatie van het laadstation
Afbeelding Voorwaarde
5° (8,7%)
5° (8,7%)
5° (8,7%)
5° (8,7%)
Het laadstation moet worden geïnstalleerd op
een vlakke ondergrond met een helling van
niet meer dan 5° (8,7%).
Het laadstation mag niet krom staan.
De schroeven moeten goed zijn vastgedraaid.
Voordat u het laadstation installeert,
controleert u de conditie van de grond, die per
seizoen kan verschillen. Het kan nodig zijn de
grond per seizoen te onderhouden.
Als u het laadstation rechtstreeks op het
gazon installeert, maait u het gras, waarop u
het laadstation plaatst, zo kort mogelijk.
Vanwege een verkeerde installatie van het
laadstation kan de gazonmaaier mogelijk niet
worden opgeladen.
20 cm of meer
1 m of meer
Installeer het laadstation op een plek waar geen
obstakels zijn binnen het gebied dat met de
schuine lijn wordt aangeduid.
Stationrichting
Patroon 1 Patroon 2
Patroon 3 Patroon 4
Stationrichting
U kunt het laadstation op vier opties installeren.
13
3 VOORBEREIDING
Installatie
Afbeelding Voorwaarde
Voorbeeld van een correcte installatie
Patroon 1
0 cm of meer
binnen 30 cm
Optie 1: Standaard installatie
Sluit het laadstation loodrecht op de kabel aan.
Patroon 2 / Patroon 3
5 cm of meer
5 cm of meer
5 cm of meer
30 cm of meer
30 cm of meer
Optie 2: Installatie met de klok mee
Sluit het laadstation evenwijdig aan de kabel
aan (met de klok mee).
Optie 3: Installatie tegen de klok in
Sluit het laadstation evenwijdig aan de kabel
aan (tegen de klok in).
Patroon 4
30 cm of meer
20 cm of meer
Optie 4: Installatie in een inham
Sluit het laadstation in een inham aan.
Voorbeeld van een incorrecte installatie
Voorbeeld 2Voorbeeld 1
Obstakel
Voorbeeld 1
Leg de begrenzingskabel niet onder het
laadstation.
Voorbeeld 2
Plaats geen obstakels naast het laadstation.
Obstakels moeten op een afstand van minimaal
30 cm van de kabel af liggen.
Voorbeeld van een installatie met een smalle
doorgang
Selecteer Patroon 2 of Patroon 3 voor het volgende voorbeeld.
1 m – 3 m
Selecteer Patroon 4 voor het volgende voorbeeld.
1 m – 3 m
1 m – 3 m
1 m – 3 m
Installatie met een smalle doorgang
Een smalle doorgang is een doorgang waarbij
de afstand tussen de kabels 3 meter of minder
is.
Maak de afstand tussen kabels niet kleiner
dan 1 meter.
OPMERKING:
- Bij installaties met smalle doorgangen kunt
u richtingspatroon 1 van het laadstation niet
kiezen.
14
Voorwaarden voor het leggen van de begrenzingskabel
Afbeelding Voorwaarde
Hoogte van objecten waar de
gazonmaaier overheen kan rijden
Leg de begrenzingskabel rond objecten waar de
gazonmaaier overheen kan rijden (d.w.z. rotsen,
boomstronken, enz.); deze objecten moeten uit
het werkgebied worden verwijderd.
Maximaal
5 mm
interval
Gekruist
De ingangs- en uitgangspunten van de
begrenzingskabel mogen maximaal 5 mm
van elkaar liggen. (De begrenzingskabel mag
zichzelf echter niet kruisen.)
30 cm tot 50 cm
Laat 30 tot 50 cm ruimte tussen de
begrenzingskabel en grote objecten.
(Deze afstand mag worden verkleind tot 30 cm
als de [Draadoverlap] op een lage waarde is
ingesteld. Raadpleeg voor meer informatie uw
dealer.)
Plaats een
afscherming met
een hoogte van
15 cm of meer
Gebieden waarin de gazonmaaier kan vallen
Plaats een afscherming rondom gebieden
waar de gazonmaaier in kan vallen, zoals
ongelijkmatige grond, vijvers, zwembaden,
opritten of andere gebieden met verschillen in
hoogte.
Meer dan
15° (27%)
Minder dan
15° (27%)
Leg de begrenzingskabel niet zodanig dat hij
een helling van meer dan 15° (27%) kruist.
U kunt een begrenzingskabel parallel aan een
helling van meer dan 15° (27%) leggen om een
ander gebied met een hellingshoek van minder
dan 15° (27%) te bereiken.
De begrenzingskabel moet zo worden gelegd
dat er geen overtollige draad is.
Straal
20 m
De gazonmaaier kan het signaal van de
begrenzingskabel binnen een straal van 20 m
waarnemen.
Als de gazonmaaier op een plek binnen het
werkgebied komt waar de begrenzingskabel niet
binnen een straal van 20 m ligt, dan wordt het
signaal niet waargenomen en stopt de gazonmaaier.
Maximumgebied: 4000 m²
Scherpe hoek
Haakse hoek
of stompe
hoek
De begrenzingskabel mag niet in scherpe
hoeken liggen. (Hoeken moeten meer dan 90°
zijn.)
Installatie
15
3 VOORBEREIDING
Afbeelding Voorwaarde
Meer dan 1 m
Meer dan 3 m
Laadstation
Begrenzingskabel
Begrenzingskabel
van een andere
robot gazonmaaier
Laadstation
Begrenzingskabel
Begrenzingskabel
van een andere
robot gazonmaaier
Meer dan 1 m
Meer dan 3 m
Als u een tweede robotmaaier wilt gebruiken,
moet u de grensdraad leggen zoals getoond in
de afbeelding links.
1 m of meer
Een smalle doorgang (afstand tussen kabels)
moet groter dan 1 meter zijn.
Installatie
16
De begrenzingskabel installeren en aansluiten op het
laadstation
Afbeelding Bediening
Begrenzingskabel
Leg de begrenzingskabel door gebruik te maken
van het ʺTUINONTWERPʺ (M bladzijde 96).
Houd voldoende kabel over om te zorgen
dat er kleine aanpassingen kunnen worden
gemaakt. Terugloop buiten de lus is
acceptabel.
Bevestig de kabel pas als u klaar bent met de
indeling.
De begrenzingskabel moet zo worden gelegd
dat er geen overtollige draad is.
Haring
Diepte: 1
20 cm
Bevestig de begrenzingskabel met haringen tot
op de gespeciceerde diepte (zie afbeelding).
Stekker
Bevestig een connector op beide uiteinden van
de begrenzingskabel.
1. Plaats de begrenzingskabel in het
greepgedeelte van de connector.
2. Druk de connectorclip met een
combinatietang dicht.
3. Snijd de kabel af tot 1 a 2 cm van elke
connector.
Stekker
Tab
De begrenzingskabel mag tijdens aansluiting op
het laadstation niet worden gekruist.
Het rechterkabeluiteinde moet worden
aangesloten op de rechterpin van het
laadstation en het linkerkabeluiteinde op de
linkerpin.
1. Verwijder het stationdeksel (M bladzijde 63).
2. Geleid de begrenzingskabel door de
uitsparingen.
3. Steek de connectors op de pinnen.
4. Installeer het deksel op het station.
OPMERKING
- Voor aansluiting van de transformator op het
laadstation raadpleegt u bladzijde 63.
Installatie
17
3 VOORBEREIDING
De gazonmaaier instellen
Wanneer u de gazonmaaier voor het eerst inschakelt, verschijnen de oorspronkelijke instellingen.
Aan de hand van de oorspronkelijke instellingen kunt u de schermtaal en de interne datum en tijd
congureren en uw pincode aanmaken.
Na de oorspronkelijke instellingen kunt u de instellingen voor het maaien van uw gazonmaaier met behulp
van de Installatie hulp congureren.
De Installatie hulp kan worden uitgevoerd op het display of met behulp van de smartphone/tablet-applicatie
Mii-monitor.
OPMERKING:
- Als uw dealer de Installatie hulp al heeft gecongureerd, wordt het scherm Installatie hulp niet
weergegeven.
Inschakelen
Als de accu is opgeladen, druk op de toets A (Aan) om de gazonmaaier in te schakelen.
De toets A (Aan) bevindt zich op het bedieningspaneel op de achterzijde van de gazonmaaier.
N WAARSCHUWING
- Steek uw vinger niet onder het gesloten klepje van het bedieningspaneel.
1
Druk op de handmatige STOP-knop.
Het klepje van het bedieningspaneel komt omhoog.
Handmatige STOP-knop
2
Druk op de toets A (Aan) op het bedieningspaneel.
De voeding wordt ingeschakeld en het scherm Basis installatie wordt op het bedieningspaneel
weergegeven.
De gazonmaaier instellen
18
De gazonmaaier instellen
Oorspronkelijke instellingen
Wanneer u de gazonmaaier voor het eerst inschakelt, verschijnen de oorspronkelijke instellingen waarmee
u de schermtaal en de interne datum en tijd kunt congureren en uw pincode kunt aanmaken.
De oorspronkelijke instellingen worden op het bedieningspaneel uitgevoerd. Na de oorspronkelijke
instellingen kunt u Mii-monitor gebruiken om de instellingen te wijzigen.
N WAARSCHUWING
- Druk op de handmatige STOP-knop voordat u de volgende procedure uitvoert.
1
Selecteer uw voorkeurstaal en druk op de H toets.
Basis installatie
Selecteer taal
1.English
2.Deutsch
3.Français
4.Italiano
5.Nederlands
6.Svenska
2
Voer de datum in met notatie {Dag}/{Maand}/{Jaar}
en de tijd in 24-uursindeling.
Basis installatie
Instellen datum en tijd
DD/MM/20JJ __:__
(24U)
OK
3
Selecteer [OK] en druk op de H toets.
Basis installatie
Benoem een PIN code
_ _ _ _
OK
4
Voer een pincode in met de cijfertoetsen.
OPMERKING:
- Noteer uw pincode in de aangegeven ruimte.
Zie
ʺCONTROLELIJST DEALERʺ (M bladzijde 100).
5
Selecteer [OK] en druk op de H toets.
Het bericht ʺKies Installatiemenuʺ wordt weergegeven.
U kunt de conguratiemethode selecteren.
[1.Installatie hulp] … Stapsgewijze conguratie
(M bladzijde 19)
[2.Geavanceerde instellingen]... Alleen de maai-
instellingen/stille tijdklok congureren (M bladzijde 28)
[3.Herstart basis installatie]... De basis installatie
opnieuw uitvoeren
Kies Installatiemenu
1.Installatie hulp
2.Geavanceerde instellingen
3.Herstart basis installatie
Einde
Basis installatie is voltooid. Ga naar de Installatie hulp om de instellingen voor het maaien van uw
gazonmaaier te congureren.
U kunt de Installatie hulp op het bedieningspaneel van de gazonmaaier uitvoeren, maar ook in Mii-monitor.
Als u Mii-monitor nog niet hebt geïnstalleerd, raadpleegt u ʺ5 Voorbereiding van de Mii-monitorʺ
(M bladzijde 59).
19
3 VOORBEREIDING
De gazonmaaier instellen
De instellingen congureren aan de hand van de
Installatie hulp
Dit gedeelte geeft uitleg over de Installatie hulp-procedure met behulp van het bedieningspaneel op de
gazonmaaier.
De Installatie hulp begeleidt u als volgt bij het congureren van de instellingen voor het maaien:
Menu-naam Gebruik
De instellingen congureren
en testen
[1.Maaihoogte] Voor het instellen van de hoogte van
de gazonmaaiermessen.
- Meshoogte
[2.Tuin indeling] Voor het congureren van de
instellingen in verband met de indeling
van de begrenzingskabel. Deze
instellingwaarden zijn gerefereerd aan
andere instellingen.
- Richting waarin de gazonmaaier op
het laadstation moet aanleggen
- Lengte van de begrenzingskabel
- Tuinoppervlak
- Aanwezigheid van smalle doorgangen
[3.Startpunten
maaien]
Voor het congureren van de
instellingen voor startpunten maaien
zodat de gazonmaaier kan beginnen
met maaien vanuit andere gebieden
dan het laadstation.
- Richting vanuit de te maaien
startpunten
- Afstand van de startpunten vanaf het
laadstation
- Percentage waarmee de gazonmaaier
in elk gebied werkt
[4.Test startpunten] Voor het testen van de startpunten die
in het menu [3.Startpunten maaien]
zijn gecongureerd.
- De instelling van elk startpunt testen
[5.Werk tijd] Voor het instellen van de werk tijd van
de gazonmaaier in overeenstemming
met het schema.
- Werkdag en arbeidstijd
- Seizoensarbeidstijd
OPMERKING:
- Bevestig voordat u de Installatie hulp start bij uw dealer dat de installatie van het laadstation voltooid is
en de begrenzingskabel gelegd is.
- Alvorens de wizard installatie-hulp te starten, vult u de CONTROLELIJST DEALER in op de laatste
pagina's van de gebruikershandleiding.
- Als uw dealer de CONTROLELIJST DEALER achterin de gebruikershandleiding al heeft ingevuld,
raadpleegt u deze lijst tijdens het congureren van de instellingen aan de hand van de Installatie hulp.
- Nadat u de instellingen aan de hand van de Installatie hulp hebt voltooid, kunt u de instellingen in de
menu-instellingen wijzigen. Voor meer informatie raadpleegt u ʺ4. MENU-INSTELLINGENʺ (M bladzijde 30).
- U kunt de instellingen ook middels Mii-monitor wijzigen.
20
1. De maaihoogte instellen
Aan de hand van deze instelling stelt u de hoogte van de gazonmaaiermessen in.
1-
1
Selecteer [1.Installatie hulp] en druk op de H
toets.
Het bovenste scherm van Installatie hulp wordt
weergegeven.
Kies Installatiemenu
1.Installatie hulp
2.Geavanceerde instellingen
3.Herstart basis installatie
Einde
1-
2
Selecteer [1.Maaihoogte] en druk op de
H
toets.
Het scherm Maaihoogte wordt weergegeven.
Installatie-hulp 1/5
1.Maaihoogte
2.Tuin indeling
3.Startpunten maaien
4.Test startpunten
5.Werk tijd
1-
3
Druk op de toets om een meshoogte te
selecteren.
OPMERKING:
We raden u aan een hoogte in te stellen waarmee u 5 mm
van de grashoogte maait.
Maaihoogte 1/5
60 (max)
60
20(min)
1-
4
Druk op de H toets.
De conguratie van de maaihoogte is voltooid.
Het bovenste scherm van de Installatie hulp wordt
weergegeven en [1.Maaihoogte] is aangevinkt.
Installatie-hulp 2/5
1.Maaihoogte
2.Tuin indeling
3.Startpunten maaien
4.Test startpunten
5.Werk tijd
De gazonmaaier instellen
21
3 VOORBEREIDING
2. De tuin indeling instellen
Aan de hand van deze instelling kunt u de informatie over uw tuinindeling congureren om de gazonmaaier
te bedienen.
2-
1
[2.Tuin indeling] wordt geselecteerd. Druk op de
toets H om de tuin indeling te congureren.
Het scherm Tuin indeling wordt weergegeven.
Installatie-hulp 2/5
1.Maaihoogte
2.Tuin indeling
3.Startpunten maaien
4.Test startpunten
5.Werk tijd
2-
2
Selecteer een installatiepatroon voor het laadstation
en druk op de H toets.
Zie bladzijde 12 om te bevestigen welk patroon
overeenkomt met uw daadwerkelijke installatie.
Tuin indeling 2/5
Stationrichting
2-
3
Voer de lengte van de begrenzingskabel en het
tuinoppervlak in.
OPMERKING:
- Neem voor informatie over de lengte van de
begrenzingskabel of het tuinoppervlak contact
op met uw dealer.
- Voer de grensdraadlengte nauwkeurig in,
aangezien de waarden, die automatisch worden
gecongureerd, zijn gekoppeld aan de lengte
van de begrenzingskabel.
Tuin indeling 2/5
Grensdraad lengte
_ _ 0 m (50 1000 m)
Tuinoppervlak
_ _ 00 m
2
(100 4000 m
2
)
VOLGENDE
2-
4
Selecteer [VOLGENDE] en druk op de H toets.
2-
5
Selecteer [Ja] of [Nee] als antwoord op de vraag
over smalle doorgangen en druk op de H toets.
Smalle doorgangen hebben een doorgangsbreedte van
3,0 meter of minder.
[JA] → Ga naar stap 2-6
[NEE] → Ga naar ʺ3.De startpunten maaien instellenʺ
(M bladzijde 22)
Tuin indeling 2/5
Zijn er
smalle doorgangen?
(1,0 3,0 m)
Ja Nee
2-
6
Controleer of de waarde is geselecteerd en druk op
de toets H. Gebruik de cijfertoetsen om een waarde
tussen 1,0 en 3,0 meter in te voeren.
Tuin indeling 2/5
Wat is de minimale
doorgangsbreedte
(kabel naar kabel)
(kabel naar obstakel)
1,0 m
(1,0 3,0 m)
VOLGENDE
2-
7
Als u klaar bent met het invoeren van een waarde,
drukt u op de H toets. [VOLGENDE] wordt nu
geselecteerd. Druk nogmaals op de H toets.
De conguratie van de tuin indeling is voltooid.
Het bovenste scherm van de Installatie hulp wordt
weergegeven en [2.Tuin indeling] is aangevinkt.
De gazonmaaier instellen
22
3. De startpunten maaien instellen
Aan de hand van deze instelling stelt u het startpunt in waarop de gazonmaaier begint te maaien.
Als u de startpunten maaien instelt en combineert met de instellingen van de werk tijd, kunt u uw tuin
effectief maaien.
3-
1
Selecteer [3.Startpunten maaien] en druk
op de toets H om de startpunten maaien te
congureren.
Het scherm Startpunten maaien wordt weergegeven.
Installatie-hulp 3/5
1.Maaihoogte
2.Tuin indeling
3.Startpunten maaien
4.Test startpunten
5.Werk tijd
3-
2
Selecteer [Ja] of [Nee] als antwoord op de vraag
over de toevoeging van de startpunten en druk op
de H toets.
Als u [Ja] selecteert, gaat u naar stap 3-3.
Als u [Nee] selecteert, wordt er geen startpunt
toegevoegd en wordt het bovenste scherm van
Installatie hulp weergegeven.
OPMERKING:
- Als u [Nee] selecteert, worden [3.Startpunten
maaien] en [4.Test startpunten] in het bovenste
scherm van Installatie hulp aangevinkt.
- Als u [Nee] selecteert, begint de gazonmaaier
altijd vanaf het laadstation te maaien.
Startpunten maaien 3/5
Zijn er aanvullende
startpunten nodig?
Ja Nee
3-
3
Selecteer (met de klok mee) of (tegen de
klok in), voer de waarden voor de afstand tussen
het laadstation en het startpunt in en voer dan
een percentage in van de verhouding waarop de
gazonmaaier werkt.
Herhaal de bovenstaande bediening voor alle
startpunten die u wenst te congureren.
OPMERKING:
- U kunt 5 startpunten congureren.
- Voer het gebruikspercentage voor elk startpunt
in op basis van hoe vaak de gazonmaaier na het
opladen vanaf dit punt moet beginnen.
- Het startpunt denieert geen speciek gebied
voor het maaien. Het zorgt alleen dat de
gazonmaaier gebieden in uw tuin kan bereiken
die moeilijk toegankelijk zijn.
Startpunten maaien 3/5
Punt / (0 - 50 m)
1 / _ _ _ m _ _ 0%
2
/ _ _ _ m _ _ 0%
3 / _ _ _ m _ _ 0%
4 / _ _ _ m _ _ 0%
5 / _ _ _ m _ _ 0%
VOLGENDE
3-
4
Selecteer [VOLGENDE] en druk op de H toets.
De conguratie van Startpunten maaien is voltooid.
Het bovenste scherm van de Installatie hulp wordt
weergegeven en [3.Startpunten maaien] is aangevinkt.
OPMERKING:
- U kunt de instellingen altijd wijzigen aan de
hand van de Installatie hulp.
De gazonmaaier instellen
23
3 VOORBEREIDING
4. De startpunten testen
Aan de hand van deze tests controleert u de startpunten die u in [3.Startpunten maaien] hebt toegevoegd.
OPMERKING:
- Voer elke test uit terwijl de gazonmaaier aan het laadstation is gekoppeld.
4-
1
Selecteer [4.Test startpunten] en druk op de
toets H om de startpunten te controleren.
Installatie-hulp 4/5
1.Maaihoogte
2.Tuin indeling
3.Startpunten maaien
4.Test startpunten
5.Werk tijd
4-
2
Selecteer een startpuntnummer en druk op de H
toets.
De informatie over het geselecteerde startpunt wordt
weergegeven.
Test startpunten 4/5
Punt /
1 / 050 m
2 / 0 m
3 / 0 m
4 / 0 m
5 / 0 m
0 Home
VOLGENDE
Test startpunten 4/5
Punt1
Locatie RO 50 m
Doorgangsbreedte 2
Plaats de maaier in het
laadstation
4-
3
Bevestig de informatie over de instelling voor het
geselecteerde startpunt.
4-
4
Sluit de klep van het bedieningspaneel.
De gazonmaaier rijdt naar het geselecteerde startpunt toe.
Wanneer de test correct is voltooid, draait de
gazonmaaier langzaam van de minimale naar de
maximale uitgangshoek. Hierna is een piepgeluid uit de
gazonmaaier te horen.
4-
5
Druk op de handmatige STOP-knop.
Het klepje van het bedieningspaneel komt omhoog.
Het bericht ʺWenst u het startpunt te wijzigen?ʺ
verschijnt op het display.
4-
6
Selecteer [Ja] of [Nee] als antwoord op de vraag
over het testresultaat en druk op de H toets.
Als u [Ja] selecteert, wordt het scherm Startpunten
maaien weergegeven om de instellingen voor de
startpunten te congureren.
Als u [Nee] selecteert, gaat u naar stap 4-7.
OPMERKING:
- Voor meer informatie over de startpuntinstellingen
raadpleegt u stap 3-3 van ʺ3. Startpunten maaien
instellenʺ (M bladzijde 22).
Test startpunten 4/5
Wenst u het startpunt te
wijzigen?
Ja Nee
De gazonmaaier instellen
24
4-
7
Test de terugkeer van de gazonmaaier naar het
laadstation.
Selecteer [0 Home].
Test startpunten 4/5
Punt
/
1 /
0
50 m
2
/ 0 m
3
/ 0 m
4
/ 0 m
5
/ 0 m
0 Home
VOLGENDE
4-
8
Selecteer [Rechtsom (RO)] of [Linksom (LO)] en
druk op de toets
H
.
Test terugkeer 4/5
Geef retourrichting in
Rechtsom (RO)
Linksom (LO)
4-
9
Bevestig de selectiegegevens van de retourrichting.
Test terugkeer 4/5
Home
Locatie RO
Sluit de klep om te starten
4-
10
Sluit de klep van het bedieningspaneel.
De gazonmaaier begint te rijden naar het laadstation.
4-
11
Druk op de handmatige STOP-knop.
Het klepje van het bedieningspaneel komt omhoog.
De melding ʺEinde testʺ wordt op het display
weergegeven.
4-
12
Selecteer [VOLGENDE] en druk op de toets H.
De conguratie voor het testen van startpunten is
voltooid.
Het bovenste scherm van de Installatie hulp wordt
weergegeven en [4. Test startpunten] is aangevinkt.
Test startpunten 4/5
Home
Einde test
VOLGENDE
De gazonmaaier instellen
25
3 VOORBEREIDING
5. De werktijdklok instellen
Met deze instelling congureert u de werkdag en werktijd waarop de gazonmaaier in de Auto modus werkt.
5-
1
Selecteer [5.Werk tijd] en druk op de toets H om de
werkdag en werktijd te congureren.
Installatie-hulp 5/5
1.Maaihoogte
2.Tuin indeling
3.Startpunten maaien
4.Test startpunten
5.Werk tijd
5-
2
Selecteer [1. Auto in te vullen tijd.] of [2. Handmatige
instelling] en druk op de toets H.
Menu-naam Beschrijving
[1.Auto in te
vullen tijd.]
Voor het automatisch
berekenen van de minimaal
benodigde dagen van de
week met verwijzing naar
de grensdraadlengte en het
tuinoppervlak.
[2.Handmatige
instelling]
Voor het handmatig instellen
van de werkdag en werktijd om
de gazonmaaier te bedienen. U
kunt aanpassende instellingen
voor uw tuin congureren.
Als u [1.Auto in te vullen tijd] selecteert, gaat u naar
stap 5-3.
Als u [2.Handmatige instelling] selecteert, gaat u naar
stap 5-5.
OPMERKING:
- Als u de details van de instellingen Werk tijd
niet weet, selecteert u [1.Auto in te vullen tijd] of
neemt u contact op met uw dealer.
- Voor meer informatie over de instellingen
van de Werk tijd raadpleegt u ʺ4. MENU-
INSTELLINGENʺ (M bladzijde 30).
- Volgens de maairesultaten met de instellingen
die automatisch door het systeem zijn
gecongureerd, is het misschien nodig om de
waarden voor het bedienen van de gazonmaaier
aan te passen. Als u de details van de
instellingen niet weet, neemt u contact op met
uw dealer.
Werk tijd 5/5
Aanbevolen
10 uren/week
1.Auto in te vullen tijd.
2.Handmatige instelling
5-
3
Selecteer de voorkeurstijd waarop de gazonmaaier
automatisch in werking moet treden. Na het
selecteren, kiest u [VOLGENDE] en drukt u op de H
toets.
[Dag]: Werkt meestal in de ochtend of middag.
[Nacht]: Werkt meestal 's nachts.
Werk tijd 5/5
Voorkeurstijd voor maaien
Dag
Nacht
VOLGENDE
De gazonmaaier instellen
26
5-
4
Bevestig de dagen die automatisch worden
geselecteerd met verwijzing naar de
grensdraadlengte en het tuinoppervlak. Selecteer
[VOLGENDE] en druk op de toets H om verder te
gaan naar het scherm voor het instellen van de
tijdklok.
OPMERKING:
- U kunt andere dagen selecteren om de
gazonmaaier te bedienen.
Werk tijd 5/5
Vereiste aantal dagen 7
Alle MAA DIN
WOE DON VRI
ZAT ZON
VOLGENDE
5-
5
Als u in stap 5-2 [1.Auto in te vullen tijd]
selecteerde, bevestigt u de dagen die automatisch
worden gecongureerd met verwijzing naar de
grensdraadlengte en het tuinoppervlak.
Als u de werktijd wilt wijzigen, selecteert u de dag
en drukt u op de toets H om de werktijd van de
gazonmaaier te wijzigen.
Als u de werktijd niet wilt wijzigen, selecteert u [OK]
en drukt u op de H toets. Ga naar stap 5-7.
Als u in stap 5-2 [2.Handmatige instelling]
selecteerde, selecteert u de dag en drukt u op de
toets H om de werktijd van de gazonmaaier te
wijzigen.
OK 0 6 12 18 24
MAA
DIN
WOE
DON
VRI
ZAT
ZON
5-
6
Voer een begintijd en een eindtijd in de
24-uursindeling in voor [1]. Als u de dag in twee
werktijden wilt opsplitsen, voert u ook een begin- en
eindtijd in 24-uursindeling voor [2] in.
OPMERKING:
- Als u [Copiëer naar week] selecteert en op de
toets H drukt, kunt u de instellingen naar andere
dagen kopiëren. Zie voor meer informatie over
deze bediening ʺ4 MENU-INSTELLINGENʺ
(M bladzijde 30).
Werk tijd 5/5
Vanaf t/m
9 : 0 0 1 2 : 0 0
Vanaf t/m
1 4 : 0 0 1 8 : 0 0
Copiëer naar week
Maandag
1
2
5-
7
Druk op de toets G om terug te gaan naar het
vorige scherm.
5-
8
Selecteer [OK] en druk op de H toets.
5-
9
Selecteer desgewenst startpunten die voor elke
dag moeten worden gebruikt door op de toets H te
drukken om de dag te selecteren.
OK Tijdklok1 Tijdklok2
MAA 1 2
DIN 1 2 1 2
WOE 1 2
DON 1 2 1 2
VRI 1 2
ZAT 1 2 1 2
ZON 1 2 1 2
OPMERKING:
- De selectievakjes die u in [3.Startpunten
maaien] hebt gecongureerd, worden
weergegeven.
- Als u klaar bent, selecteert u [VOLGENDE] en
drukt u op de H toets. U keert nu terug naar het
scherm in stap 5-9.
Startpunten instellen
1 2 3 4 5
1 2 3 4 5
VOLGENDE
Maandag
1
2
5-
10
Selecteer [OK] en druk op de H toets.
De gazonmaaier instellen
27
3 VOORBEREIDING
5-
11
Bevestig de volbrachte en aanbevolen uren per
week. Selecteer [VOLGENDE] of [Nee] en druk op de
H toets.
Als u [VOLGENDE] selecteert, gaat u naar stap 5-12.
Als u [Nee] selecteert, gaat u naar stap 5-5.
Werk tijd 5/5
Volbracht
10 uren/week
Aanbevolen
10 uren/week
Nee
VOLGENDE
5-
12
Selecteer [Ja] of [Nee] als antwoord op de vraag
over de seizoenstijdklok en druk op de H toets.
Als u [Ja] selecteert om de seizoenstijdklok te activeren,
gaat u naar stap 5-13.
Als u [Nee] selecteert, gaat u naar stap 5-15.
OPMERKING:
- De groeisnelheid van het gazon is afhankelijk
van het seizoen. Met deze functie kunt u de
verhouding van de maaitijd voor elk seizoen
congureren.
Werk tijd 5/5
Seizoenstijdklok
Timer verandert
automatisch met
het seizoen wanneer
udeze instelling gebruikt.
Activeren?
Ja Nee
5-
13
Selecteer uw regio en druk op de H toets.
Seizoenstijdklok
Selecteer uw regio.
1.Noord
2.Centraal Noord
3.Centraal Zuid
4.Zuid
5-
14
Bevestig een percentage van elke maand, selecteer
[VOLGENDE] en druk op de H toets.
OPMERKING:
- U kunt de waarden voor de bediening van de
gazonmaaier wijzigen.
- Volgens de maairesultaten met de instellingen
die automatisch door het systeem zijn
gecongureerd, is het misschien nodig om de
waarden voor het bedienen van de gazonmaaier
aan te passen. Als u de details van de instellingen
niet weet, neemt u contact op met uw dealer.
Het bovenste scherm van de Installatie hulp wordt
weergegeven en [5.Werk tijd] is aangevinkt.
Seizoenstijdklok
JAN 0 0 0 % JUL 1 0 0 %
FEB 0 0 0 % AUG 1 0 0 %
MRT 0 4 0 % SEP 0 8 0 %
APR 0 6 0 % OKT 0 4 0 %
MEI 0 8 0 % NOV 0 0 0 %
JUN 1 0 0 % DEC 0 0 0 %
VOLGENDE
5-
15
Selecteer [Einde] en druk op de H toets.
Het scherm Basis installatie gereed wordt weergegeven.
OPMERKING:
- Als u de instellingen in dit menu wilt wijzigen,
selecteert u dit menu nogmaals. U kunt de
instellingen congureren aan de hand van de
Installatie hulp.
Installatie-hulp 5/5
1.Maaihoogte
2.Tuin indeling
3.Startpunten maaien
4.Test startpunten
5.Werk tijd
Einde
5-
16
Selecteer [Einde] en druk op de H toets.
Basis installatie is voltooid en het Startscherm wordt
weergegeven.
Kies Installatiemenu
1.Installatie hulp
2.Geavanceerde instellingen
3.Herstart basis installatie
Einde
De gazonmaaier instellen
28
De instellingen congureren aan de hand van de
geavanceerde instellingen
De Geavanceerde instellingen begeleiden u als volgt bij het congureren van de instellingen voor het maaien:
Menu-naam Instellingen
[1. Maai-instelling] - Maaipatroon
- Draad overlap
- Kanten maaien
- Spiraal maaien
[2. Stille tijdklok] - Mesmotor toerental
- Wielmotor toerental
- Tijdklok
1. Maai-instelling
1-
1
Selecteer [1. Maai-instellingen] of [2. Stille tijdklok].
Als u [Maai-instellingen] selecteert, gaat u naar stap 1-2.
Als u [Stille tijdklok] selecteert, gaat u naar stap 2-1.
Geavanceerde instellingen
1.Maai-instellingen
2.Stille tijdklok
1-
2
Selecteer een startpunt en druk op de H toets.
Als u [VOLGENDE] selecteert, gaat u naar stap 1-4.
Maai-instellingen
Maaipatroon
1.Punt 1 :Willekeurig
2.Punt 2 :Willekeurig
3.Punt 3 :Willekeurig
4.Punt 4 :Willekeurig
5.Punt 5 :Willekeurig
VOLGENDE
1-
3
U kunt [Willekeurig], [Directioneel] of [Mix] als
maaipatroon selecteren.
Maai-instelling
Punt 1
Maaipatroon
Willekeurig
Directioneel
Mix
1-
4
Voer de waarde van 20 tot 45 cm in.
Selecteer [VOLGENDE] en druk op de H toets.
Maai-instelling
Draad overlap
20cm (20cm 45cm)
VOLGENDE
De gazonmaaier instellen
29
3 VOORBEREIDING
1-
5
Selecteer [AAN] of [UIT] en druk op de H toets.
Als u [AAN] selecteert, gaat u naar stap 1-6.
Als u [UIT] selecteert, gaat u naar stap 1-8.
Maai-instelling
Kanten maaien
AAN UIT
VOLGENDE
1-
6
Selecteer [RO], [LO] of [Mix] voor de richting
waaruit de kanten worden gemaaid.
Selecteer [VOLGENDE] en druk op de H toets.
Maai-instelling
Kanten maaien
Richting
RO
LO
Mix
VOLGENDE
1-
7
Selecteer de dag van de week waarop u de
gazonmaaier met de functie voor het maaien van
kanten wilt laten draaien en druk op de H toets.
Selecteer [VOLGENDE] en druk op de H toets.
U kunt tot twee werkdagen per week selecteren.
Maai-instelling
Kanten maaien
Selecteer dagen
MAA ZAT
DIN ZON
WOE
DON
VRI
VOLGENDE
1-
8
Selecteer [AAN] of [UIT] en druk op de H toets.
Als u [Einde] selecteert en op de toets
H drukt, keert u
terug naar het scherm in stap 1-1.
Maai-instelling
Spiraal maaien
AAN UIT
Einde
2. Stille tijdklok
2-
1
[Mesmotor toerental]: Selecteer [Laag] of [Normaal]
en druk op de H toets.
18:11 Din 23/FEB
Stille tijdklok
Mesmotor toerental
Laag
Normaal
Wielmotor toerental
Laag
Normaal
Tijdklok
19:00 8:00
2-
2
[Wielmotor toerental]: Congureer het niveau voor
het wieltoerental waarop uw gazonmaaier moet
maaien door het indrukken van de
toetsen.
Druk op de H toets.
2-
3
[Tijdklok]: Voer een begintijd en een eindtijd in de
24-uursindeling in met de cijfertoetsen.
Druk op de H toets.
2-
4
Druk op de G-knop om terug te keren naar het
vorige scherm.
De gazonmaaier instellen
30
Menu-overzicht
4
MENU-INSTELLINGEN
De menu's van het bedieningspaneel worden gebruikt om in te stellen hoe de
gazonmaaier moet functioneren.
De menu-instellingen kunnen ook worden geopend in Mii-monitor. U kunt Mii-monitor
gebruiken om de instellingen op te slaan. U kunt ook opgeslagen instellingen herstellen.
Menu-overzicht
OPMERKING:
- We raden u aan deze instellingen tijdens de installatie door de dealer uit te laten voeren.
Menuscherm
Als u in het startscherm [Menu] selecteert en op de toets H drukt, wordt het menuscherm weergegeven
zoals hieronder:
Selecteerbare menuopties
11:03 Woe 24 ⁄ FEB
Menu
1.Werk tijd
2.Tuin installatie
3.Diagnose
4.Geschiedenis
5.Systeem instellingen
6.Installatie hulp
Het menu bestaat uit verschillende submenu's. De voornaamste niveaus zijn als volgt:
Menunaam Gebruik
Zie deze pagina voor
meer informatie
[1.Werk tijd] Voor het instellen van de werkdag en werktijd en het
selecteren van de startpunten.
(M bladzijde 32)
[2.Tuin installatie] Voor het congureren van de gazonmaaier.
(M bladzijde 36)
[3.Diagnose] Voor het maken van een diagnose van de
gazonmaaier.
(M bladzijde 49)
[4.Geschiedenis] Voor het bekijken van de gebruiks- en
storingsgeschiedenis.
(M bladzijde 52)
[5.Systeem instellingen] Voor het congureren van instellingen van het
systeem.
(M bladzijde 55)
[6.Installatie hulp] Voor het congureren van de instelling door middel
van de installatiehulp in overeenstemming met de
stappen van de schermen.
(M bladzijde 19)
31
4 MENU-INSTELLINGEN
Menu-overzicht
Volledig menuoverzicht
Werktijd Werktijd
Aanpassen tijdklok
Deactiveer
Mesmotor toerental
Wielmotor toerental
Tijdklok
Menu
Startpunten maaien
Seizoenstijdklok
Stille tijdklok
MAA/DIN/WOE/DON/VRI/ZAT/ZON
MAA/DIN/WOE/DON/
VRI/ZAT/ZON
RO/LO, Van/Naar (waarde invoeren)
MAA/DIN/WOE/DON/VRI/ZAT/ZON
Punt 1/2/3/4/5
1 Van/Naar (waarde invoeren)
2 Van/Naar (waarde invoeren)
Laag/Normaal
Laag/Normaal (niveau selecteren)
(Waarde invoeren)
Tuininstallatie
Diagnose
Geschiedenis
Systeeminstellingen
Installatie-hulp
Auto modus
Controleer signaal
Bedrijf historie
Taal
Test startpunten
Fout historie
Display/Sound
Datum en tijd
Veiligheid
Herstel
Handmatige modus
Tuinindeling
Startpunten maaien
Maaipatroon
Contrast
Alarm
Benoem een PIN
Stationrichting
Grensdraad lengte
Tuinoppervlak
Maaipatroon
Punt1
Bedrijfstijd
Draad overlap
Achtergrond scherm
Toetsenbord
Punt5
Arbeid historie
Home
Punt 1
Punt 1
Draad overlap
Punt 5
Punt 5
Kanten maaien
Smalle doorgang
Grensdraad lengte
Tuinoppervlak
Spiraal maaien
1
4
Selecteer dagen
Rechtsom/linksom, afstand, verhouding, doorgangsbreedte, uitgangshoek
(Waarde invoeren)
: Dit geeft aan dat het onderdeel
kan worden ingesteld vanuit
de installatie-hulp.
Willekeurig/Directioneel/Mix
(Waarde invoeren)
(Waarde invoeren)
Wit/zwart
AAN/UIT
Spiraal maaien
AAN/UIT
Stationinstelling Doorgangsbreedte
Cap. voor terugkeer
Test terugkeer
Min/Max (waarde invoeren)
Auto/20% (10-50%)
Rechtsom (RO)/Linksom (LO)
AAN/UIT
(Waarde invoeren)
(Waarde invoeren)
Rechtsom (RO)/Linksom (LO)
Willekeurig/Directioneel/Mix
(Waarde invoeren)
AAN/UIT
AAN/UIT
(Waarde invoeren)
(Waarde invoeren)
Kanten maaien
AAN/UIT
English/Deutsch/Français/Italiano/Nederlands/Svenska/
Norsk/Español/Polski/Dansk/Suomalainen/Čeština
JAN/FEB/MRT/APR/MEI/JUN/JUL/AUG/SEP/OKT/NOV/DEC (invoerwaarde)
JAN/FEB/MRT/APR/MEI/JUN/JUL/AUG/SEP/OKT/NOV/DEC (invoerwaarde)
Richting RO/LO/Mix
Richting RO/LO
1/2/3/4
Maaihoogte
(Waarde invoeren)
Herstel fabrieksinstelling
Herstel dealer instellingen
Houd de cijfertoets ʺ0ʺ ingedrukt.
Help
32
De werktijdklok instellen
De werktijdklok instellen
U kunt de werkdag en -tijd instellen dat de gazonmaaier moet werken. U kunt ook een speciek gebied
voor elke werktijd opgeven.
Werktijd
U kunt de dag en tijd selecteren waarop de gazonmaaier moet werken.
Startscherm J [1.Werk tijd] J [1.Werk tijd]
Congureer deze instelling om de gazonmaaier op
specieke dagen en tijden te laten werken.
U kunt maximaal twee tijden voor gebruik van de
maaier per dag instellen.
OPMERKING:
- De [Tijdklok 1] kan niet overlappen met [Tijdklok 2].
- De tijdsperiode mag geen ʺ00:00ʺ bevatten.
1
Selecteer de dag waarop de gazonmaaier
moet werken.
2
Druk op de toets H om verder te gaan
naar het scherm voor het instellen van de
tijdklok.
3
Voer een begintijd en een eindtijd in de
24-uursindeling in voor [Tijdklok 1] met
de cijfertoetsen.
4
Voer waar nodig ook een begintijd en
een eindtijd in de 24-uursindeling in voor
[Tijdklok 2].
OPMERKING:
- Als u de instellingen van de werktijd
wilt kopiëren naar de andere dagen
van de week, selecteert u [Copiëer
naar week] en de toets
H.
5
Druk op de toets G om terug te gaan naar
het vorige scherm.
Werktijd
Vanaf t/m
9: 0 0 12: 00
Vanaf t/m
14: 00 15: 00
Copiëer naar week
Maandag
1
2
50%
MAA
DIN
WOE
DON
VRI
ZAT
ZON
Werktijd
Dagen te copiëeren
Alle MAA DIN
WOE DON VRI
ZAT ZON
Ja
Nee
Het percentage dat in
de seizoenstijdklok is
gecongureerd, is de
verhouding waarop de
gazonmaaier in een maand
werkt. Ga voor meer informatie
over de seizoenstijdklok naar
ʺSeizoenstijdklokʺ (M bladzijde 34).
Als u de instellingen van de
werktijd wilt kopiëren naar
de andere dagen van de
week, selecteert u [Copiëer
naar week] en drukt u op de
H toets.
Stel de tijd in.
Bevestig de werktijd voor elke dag
van de week.
OPMERKING:
- Het zwarte gedeelte van de
balk is de periode dat de
gazonmaaier zal werken. Het
witte gedeelte van de balk is de
periode dat de gazonmaaier niet
zal werken. De verhouding van
de zwarte en witte gedeelten is
afhankelijk van de instellingen
van de seizoenstijdklok. Ga
voor meer informatie over
de seizoenstijdklok naar
ʺSeizoenstijdklokʺ (M bladzijde 34).
Selecteer elk vak van de dag
waarnaar u wilt kopiëren en druk
op de toets H.
Nadat u vinkjes in de
selectievakjes hebt geplaatst,
selecteert u [Ja] en drukt u op
de toets H om de instellingen te
kopiëren naar de geselecteerde
weekdagen.
Menuscherm
33
4 MENU-INSTELLINGEN
De werktijdklok instellen
Startpunten maaien
U kunt de startpunten maaien voor elke dag van de week instellen.
Als u bijvoorbeeld de volgende 5 startpunten in uw tuin instelt, schakelt u de
gazonmaaier in om via smalle doorgangen andere gebieden te bereiken voor
een betere efciëntie.
Punt 1
Punt 2
Punt 3
Punt 4
Punt 5
Door de startpunten voor elke dag van de week in te stellen, kunt u de gazonmaaier effectief gebruiken om
uw tuin als volgt te maaien:
Startpunten
1 2 3 4 5
1 2 3 4 5
VOLGENDE
Maandag
1
2
Er worden alleen selectievakjes
weergegeven voor
gecongureerde startpunten.
(In het scherm aan de
linkerkant zijn 5 startpunten
gecongureerd.)
Van maandag tot en met
woensdag: de gazonmaaier
begint vanaf punt 1, punt 2 of
punt 3 te maaien.
Van donderdag tot en met vrijdag:
de gazonmaaier begint vanaf punt
3, punt 4 of punt 5 te maaien.
Tijdklok1 Tijdklok2
MAA
1
2
3
DIN
1
2
3
WOE
1
2
3
DON
3
4
5
VRI
3
4
5
ZAT
ZON
Startscherm J[1.Werk tijd] J [2.Startpunten maaien]
Congureer deze instelling om de gazonmaaier op
specieke dagen van de week te laten beginnen met
maaien vanaf specieke startpunten.
1
Selecteer de dag en druk op de toets H.
2
Zet een vinkje in het vakje door te
drukken op de toets H om de startpunten
te selecteren.
3
Als u de startpunten in detail wilt
instellen, controleert u in de Installatie
hulp of het bovenste scherm wordt
weergegeven en of [3.Startpunten
maaien] is aangevinkt.
4
Druk op de toets G om terug te gaan naar
het vorige scherm.
Menuscherm
34
Seizoenstijdklok
De groeisnelheid van het gazon is afhankelijk van het seizoen. Met deze
functie kunt u de verhouding van de maaitijd voor elk seizoen congureren.
Startscherm J [1. Werk tijd] J [3. Seizoenstijdklok] J
[1. Aanpassen tijdklok]
Congureer deze instelling om de gazonmaaier
gedurende een percentage van elke maand te
gebruiken.
1
Voer een percentage van elke maand in
met behulp van de cijfertoetsen.
2
Selecteer [OK] en druk op de toets H om
terug te gaan naar het vorige scherm.
Seizoenstijdklok
JAN 0 2 0 % JUL 1 0 0 %
FEB 0 5 0 % AUG 1 0 0 %
MRT 1 0 0 % SEP 0 9 0 %
APR 1 0 0 % OKT 0 8 0 %
MEI 1 0 0 % NOV 0 6 0 %
JUN 1 0 0 % DEC 0 4 0 %
OK
Stel de verhouding van de
maaitijd voor elke maand in.
Voorbeeld: Als de arbeidstijd in
februari op 50% is ingesteld en
de werktijd voor één dag 10 uur
is, is de maaitijd voor één dag
5 uur.
Startscherm J [1. Werk tijd] J [3. Seizoenstijdklok] J
[2. Deactiveer]
U kunt de tijdklok voor het seizoensgewijs bedienen
van de gazonmaaier deactiveren.
Als de seizoenstijdklok is gedeactiveerd, werkt de
gazonmaaier 100% voor elke maand.
1
Selecteer [OK] en druk op de toets H om
terug te gaan naar het vorige scherm.
Menuscherm
Menuscherm
De werktijdklok instellen
35
4 MENU-INSTELLINGEN
Stille tijdklok
U kunt het toerental van de mesmotor en de wielmotor instellen, evenals de
tijdklok voor een stille werking van de gazonmaaier.
Startscherm J [1. Werk tijd] J [4.Stille tijdklok] (ʺAANʺ is
aangevinkt)
Congureer deze instelling voor het stille gebruik van
de gazonmaaier tijdens de periode die u congureert.
1
Selecteer [Mesmotor toerental] en druk
op de toets H.
Als u wilt dat de gazonmaaier uw gazon
geruisloos maait, selecteert u [Laag].
2
Druk op de toets H.
3
Selecteer [Wielmotor toerental] en
congureer het niveau voor het
wieltoerental waarop uw gazonmaaier
moet maaien door het indrukken van de
toetsen
.
4
Druk op de toets H.
5
Selecteer [Tijdklok] en voer een begintijd
en een eindtijd in de 24-uursindeling in
met behulp van de cijfertoetsen.
6
Druk op de toets H.
7
Druk op de toets G om terug te gaan naar
het vorige scherm.
18:11 Din 23 FEB
Stille tijdklok
Mesmotor toerental
Laag Normaal
Wielmotor toerental
Laag Normaal
Tijdklok
19:00 8:00
Congureer het toerental van de
mesmotor in de gazonmaaier.
Congureer het toerental
van de wielmotor in de
gazonmaaier.
Stel een begin- en een eindtijd
in bij het congureren van de
tijd voor stille werking.
TIPS
Als u het wieltoerental verlaagt, wordt het maai-oppervlak binnen de ingestelde periode kleiner
en blijft meer gras ongemaaid. In dat geval vergroot u de tijden van de werktijd.
Menuscherm
De werktijdklok instellen
36
De werking van de gazonmaaier instellen
De werking van de gazonmaaier instellen
Auto modus
U kunt de instelling voor de geavanceerde auto modus als volgt congureren:
Punt 1
Punt 2
Punt 3
Punt 4
Punt 5
De waarde instellen om andere gebieden door de smalle
doorgang te bereiken
De gazonmaaier kan andere gebieden door smalle
doorgangen bereiken met de volgende instellingen:
- Congureer de minimumwaarde (ʺ0ʺ) van Smalle doorgang
in de Geavanceerde instelling. De gazonmaaier loopt vlak
bij de begrenzingskabel. Dit is effectief voor 5 of meerdere
smalle doorgangen in de tuin.
- Congureer de waarde voor de afstand van de smalle
doorgang vanaf het laadstation. Bij doorgang door de
gecongureerde smalle doorgang volgt de gazonmaaier
de begrenzingskabel nauwsluitend. Dit is effectief voor 4 of
minder smalle doorgangen in de tuin.
L Breedte-instellingen in [1.Startpunten maaien] (M bladzijde 38)
L [6.Smalle doorgang] (M bladzijde 42)
OPMERKING:
- Met de instelling [6.Smalle doorgang] gaat de gazonmaaier
in de richting van het startpunt. Als u de instelling wilt
congureren voor terugkeer naar het laadstation moet u dit
bij Station-Instelling doen. Voor meer informatie raadpleegt
u ʺStation-Instellingʺ (M bladzijde 46).
De overlapafstand op
de begrenzingskabel
instellen
Stel de afstand in die de
gazonmaaier langs de
begrenzingskabel mag rijden.
L [3.Draad overlap]
(M bladzijde 39)
OPMERKING:
- Als u wilt dat de
gazonmaaier vloeiend
vanaf de begrenzingskabel
draait, wordt een
draadoverlapwaarde van
20 cm aanbevolen.
De afstand tot het startpunt instellen
Totdat de gazonmaaier een ingesteld startpunt in een
gebied bereikt, rijdt de maaier zonder te maaien.
L Afstand-instellingen in [1.Startpunten maaien]
(M bladzijde 38)
- Stelt de afstand vanaf het laadstation tot het
beginpunt voor maaien in.
De beginrichting
vanaf het laadstation
instellen
Stel in of de
gazonmaaier rechtsom
of linksom langs de
begrenzingskabel moet
rijden om een ingesteld
startpunt te bereiken.
L (met de klok mee)
of
(tegen de klok
in) in [1.Startpunten
maaien]
(M bladzijde 38)
De hoek instellen waarop ten opzichte van de
begrenzingskabel wordt gedraaid
Stel bij het verlaten van de begrenzingskabel de hoek in
waarmee van de begrenzingskabel moet worden uitgereden.
L Hoek-instellingen in [1.Startpunten maaien] (M bladzijde 38)
- Stelt de vertrekhoek in voor als de gazonmaaier arriveert op
de positie die door de hoek van [1.Startpunten maaien] wordt
gespeciceerd.
De bedrijfsverhouding voor de werking van
elk gebied instellen
Stel een verhouding voor een gebied in als u
vaker vanaf een bepaald startpunt wilt maaien.
Als u bijvoorbeeld als verhouding voor ʺPunt 1ʺ
30% instelt, begint de gazonmaaier 3 van de 10
keer met maaien vanaf ʺPunt 1ʺ en 7 van de 10
keer vanaf andere startpunten.
L Percentage-instellingen in [1.Startpunten
maaien] (M bladzijde 38)
OPMERKING:
- U kunt 5 startpunten congureren.
OPMERKING:
- Als u de gazonmaaier in de [Auto modus] wilt gebruiken, raadpleegt u ʺDe gazonmaaier bedienen in de Auto
modus.ʺ (M bladzijde 66).
37
4 MENU-INSTELLINGEN
De werking van de gazonmaaier instellen
Afstand tot de begrenzingskabel wanneer de gazonmaaier richting de
startpunten uitrijdt:
De gazonmaaier beweegt willekeurig tussen de begrenzingskabel en de opgegeven waarde terwijl hij naar
het startpunt uitrijdt.
Lage waarde
Hoge waarde
Smalle doorgang
Lage waarde
Waarde is te hoog
OPMERKING:
- Wanneer de waarde te hoog is, komt
de gazonmaaier mogelijk niet door de
smalle doorgang heen.
Voorbeeldtabel doorgangsbreedte
Niveau instellen
Doorgangsbreedte
Doorgangsbreedte: Vanaf begrenzingskabel
naar het midden van de gazonmaaier
OPMERKING:
- De sterkte van het signaal is afhankelijk van de
geïnstalleerde lengte van de begrenzingskabel. Het veld
wordt zwakker naarmate de begrenzingskabel langer is en
sterker met een kortere begrenzingskabel.
- Als de waarde hoog is (voorkomt dit dat de maaier telkens
hetzelfde pad volgt) en kunt u wielsporen in het gras voorkomen.
- De numerieke waarden van deze tabel zijn bedoeld als
referentiepunten waarlangs de gazonmaaier in een rechte
lijn terugkeert naar het laadstation.
- De numerieke waarden kunnen variëren afhankelijk van
de praktische omstandigheden.
0 10 cm
1 25 cm
2 30 cm
3 35 cm
4 40 cm
5 50 cm
6 60 cm
7 70 cm
8 80 cm
9 90 cm
10 100 cm
11 110 cm
12 120 cm
13 130 cm
14
140 cm
15
150 cm
De hoek waarmee de gazonmaaier uitrijdt vanuit de begrenzingskabel:
De gazonmaaier rijdt naar dit punt langs de begrenzingskabel; hij draait weg van de begrenzingskabel en
begin te maaien.
U kunt de hoek (bereik) waarin de gazonmaaier uitrijdt, ten opzichte van de begrenzingskabel als de
maaier begint te maaien, als volgt instellen (de standaardwaarde is van 10° tot 170°):
Draad
Begrenzingskabel
Start
Bereik
Eind
TIPS
Gebruik de hoek om te zorgen dat de gazonmaaier de maaigebieden in een rechte lijn bereikt in
plaats van extra startpunten te gebruiken.
38
Startpunten maaien
Startscherm J [2. Tuin installatie] J [1.Auto modus] J
[1.Startpunten maaien] J [1.Punt 1] tot [5.Punt 5]
De gazonmaaier rijdt naar dit punt langs
de begrenzingskabel; hij draait weg van de
begrenzingskabel en begint te maaien. U kunt de
gazonmaaier dan naar een gebied sturen welke
moeilijk bereikbaar is.
TIPS
Maak de afstand niet groter dan nodig is. De
maaitijd wordt hiermee gemaximaliseerd.
1
Selecteer (met de klok mee) of
(tegen de klok in), voer de waarden
voor de afstand tussen het laadstation
en het startpunt in gevolgd door het
percentage van de verhouding waarop de
gazonmaaier werkt.
2
Selecteer [VOLGENDE] en druk op de
toets H.
3
Voer de waarden van de breedte en de
hoek in en druk op de toets H.
OPMERKING:
- Door [TEST] te selecteren, kunt u
de instellingen van elk startpunt
vóór het maaien controleren. Voor
meer informatie raadpleegt u ʺTest
startpuntenʺ (M bladzijde 50).
4
Druk op de toets G om terug te gaan naar
het vorige scherm.
Startpunten maaien
Punt
Breedte
Hoek
1 3 10 10 170
2 3 10 10 170
3 3 10 10 170
4 3 10 10 170
5 3 10 10 170
TEST (0 15) (10 170)
Startpunten maaien
Punt /
(0 50 m)
1 / 0 m 40 %
2
/ 0 m 20 %
3
/ 0 m 10 %
4
/ 0 m 10 %
5
/ 0 m 20 %
VOLGENDE
Stel een bedrijfsverhouding
voor een gebied in als u vaker
vanaf een bepaald startpunt
wilt maaien.
Stel dit zodanig in dat het totaal
van alle percentages 100% is.
Stel in of de gazonmaaier
rechtsom of linksom langs de
begrenzingskabel moet rijden
om een startpunt te bereiken.
Stel de minimale en maximale
afstand tussen de gazonmaaier
en de begrenzingskabel
in bij het volgen van de
begrenzingskabel.
Stelt de afstand vanaf het
laadstation tot het beginpunt
voor maaien in.
Stel bij het verlaten van de
begrenzingskabel de minimale
en maximale hoek in waarmee
van de begrenzingskabel moet
worden uitgereden.
Menuscherm
De werking van de gazonmaaier instellen
39
4 MENU-INSTELLINGEN
Startscherm J [2. Tuin installatie] J [1.Auto modus] J
[2. Maaipatroon] J [1.Punt 1] naar [5.Punt 5]
U kunt hieronder een keuze maken uit 3 maaipatronen:
[Directioneel]
Met de instelling [Directioneel] draait
de gazonmaaier in een scherpe
bocht als hij de begrenzingskabel
waarneemt. Dit wordt gebruikt voor
het maaien van smalle gebieden.
[Willekeurig]
Met de instelling [Willekeurig] draait de
gazonmaaier in een grote bocht als hij de
begrenzingskabel waarneemt. Dit is vooral
effectief voor het maaien van grote open
stukken gazon. Gebruik deze instelling bij
normaal gebruik.
[Mix]
Met de instelling [Mix] wisselt de gazonmaaier tussen
het maaipatroon [Willekeurig] en het maaipatroon
[Directioneel] op regelmatige intervallen.
U kunt instellen hoe de gazonmaaier onder het
maaien beweegt.
Met de instelling [Mix] wisselt de gazonmaaier tussen
willekeurig maaien en directioneel maaien met
intervallen van ongeveer 15 minuten.
1
Selecteer [Willekeurig], [Directioneel] of
[Mix].
2
Druk op de toets H.
3
Druk op de toets G om terug te gaan naar
het vorige scherm.
Startscherm J [2. Tuin installatie] J [1.Auto modus] J
[3. Draad overlap]
Als de gazonmaaier de begrenzingskabel detecteert,
kan het de grens iets overschrijden en langs de
buitenste randen van het maaigebied maaien. U kunt
instellen hoe ver de begrenzingskabel mag worden
overschreden.
Draad overlap: Van begrenzingskabel tot
voorzijde gazonmaaier.
1
Voer een waarde van 20 tot 45 cm in.
2
Druk op de toets H.
Menuscherm
Menuscherm
De werking van de gazonmaaier instellen
40
Startscherm J [2.Tuin installatie] J [1.Auto modus] J
[4.Kanten maaien]
Met deze functie kunt u het ongemaaide gebied langs de begrenzingskabel maaien.
Als de instelling voor kanten
maaien is ingeschakeld, gaat
de gazonmaaier langs de
begrenzingskabel door uw tuin
om eerst de rand te maaien,
voordat het normale maaien
begint.
Als u deze functie inschakelt, maait de
gazonmaaier langs de begrenzingskabel als de
werktijd voor het eerst ingaat op de geselecteerde
dag(en).
U kunt ook de dag(en) van de week congureren
waarop u de gazonmaaier langs de begrenzingskabel
wilt laten maaien (maximaal 2 dagen per week).
1
Selecteer [AAN] of [UIT] voor het
congureren van het kanten maaien en
druk op de toets H.
Als u [AAN] selecteert, gaat u door met
stap 2. Het ongemaaide gedeelte langs de
begrenzingskabel wordt nu netjes gemaaid.
Als u [UIT] selecteert, keert u terug naar het
vorige scherm. U kunt [UIT] selecteren om
de gazonmaaier te gebruiken indien minder
batterijverbruik gewenst is.
17:18 Maa 12 ⁄ SEP
Kanten maaien
AAN UIT
2
Selecteer [RO], [LO] of [Mix] voor de
richting waaruit de kanten worden
gemaaid.
Selecteer dan [VOLGENDE] en druk op de
toets H.
[RO]: Gaat met de klok mee
[LO]: Gaat tegen de klok in
[Mix]: Wisselt tussen RO en LO
17:18 Maa 12 ⁄ SEP
Kanten maaien
AAN UIT
Richting
RO
LO
Mix
VOLGENDE
Menuscherm
De werking van de gazonmaaier instellen
41
4 MENU-INSTELLINGEN
3
Selecteer de dag van de week waarop u
de gazonmaaier met de functie voor het
maaien van kanten wilt laten werken en
druk op de toets H.
U kunt tot twee werkdagen in de week
selecteren.
17:19 Maa 12 ⁄ SEP
Kanten maaien
Selecteer dagen
MAA
ZAT
DIN
ZON
WOE
DON
VRI
Einde
4
Selecteer [Einde] en druk op de toets H.
Startscherm J [2.Tuin installatie] J [1.Auto modus] J
[5.Spiraal maaien]
Met deze functie kan de gazonmaaier worden gericht op het maaien van het gebied waar
het gazon niet helemaal is gemaaid of waar het gras extra snel groeit.
De gazonmaaier detecteert
dichtbegroeide gebieden en
maait daar spiraal.
Met deze functie kunt u de gazonmaaier tijdens de
normale werking zich laten concentreren op het
maaien van extra hoog gras.
Selecteer [AAN] of [UIT] voor het congureren van
spiraal maaien en druk op de toets H.
U kunt [UIT] selecteren om de gazonmaaier te
gebruiken indien minder batterijverbruik gewenst is.
17:19 Maa 12 ⁄ SEP
Spiraal maaien
AAN UIT
Menuscherm
De werking van de gazonmaaier instellen
42
Startscherm J [2.Tuin installatie] J [1.Auto modus] J
[6.Smalle doorgang]
Als uw tuin smalle doorgangen heeft, kunt u de instellingen van de smalle doorgangen
congureren, zodat de gazonmaaier er doorheen rijdt in de richting van het startpunt.
B : Afstand tussen het
laadstation en het einde van
de smalle doorgang.
A : Afstand tussen het
laadstation en het begin
van de smalle doorgang.
A
B
15:45 DIN 23 FEB
Smalle doorgang
/ Vanaf t/m
1
/ 10 20 m
2 / 0 0 m
3
/ 0 0 m
4
/ 0 0 m
(0 750 m)
B
A
Congureer de afstand van de smalle doorgangen
vanaf het laadstation om de gazonmaaier er
doorheen te laten rijden.
OPMERKING:
- Speciceer de afstand van begin tot einde van elke
smalle doorgang vanaf het laadstation.
- Met deze instelling gaat de gazonmaaier in de
richting van het startpunt. Als u de instelling wilt
congureren voor terugkeer naar het laadstation
moet u dit bij Station-Instelling doen. Voor meer
informatie raadpleegt u ʺStation-Instellingʺ
(M bladzijde 46).
1
Selecteer een getal van 1 tot 4 voor uw
conguratie en druk op de toets H.
2
Selecteer of en druk op de toets H.
Voer nu de waarden in voor de afstand
van begin tot einde van elke smalle
doorgang en druk op de toets H.
3
Druk op de toets H.
4
Druk op de toets G om terug te gaan naar
het vorige scherm.
Menuscherm
De werking van de gazonmaaier instellen
43
4 MENU-INSTELLINGEN
Handmatige modus
Met deze functie kunt u de gazonmaaier congureren om te maaien zonder
de werktijd-functie.
OPMERKING:
- Als u de gazonmaaier in de [Handmatige modus] wilt gebruiken, raadpleegt u ʺDe gazonmaaier bedienen
in de Handmatige modusʺ (M bladzijde 89)
Maaipatroon
U kunt hieronder een keuze maken uit 3 maaipatronen:
[Directioneel]
Met de instelling [Directioneel] draait
de gazonmaaier in een scherpe
bocht als hij de begrenzingskabel
waarneemt. Dit wordt gebruikt voor
het maaien van smalle gebieden.
[Willekeurig]
Met de instelling [Willekeurig] draait de
gazonmaaier in een grote bocht als hij de
begrenzingskabel waarneemt. Dit is vooral
effectief voor het maaien van grote open stukken
gazon. Gebruik deze instelling bij normaal gebruik.
[Mix]
Met de instelling [Mix] wisselt de gazonmaaier tussen
het maaipatroon [Willekeurig] en het maaipatroon
[Directioneel] op regelmatige intervallen.
Draad overlap
Als de gazonmaaier de begrenzingskabel detecteert, kan het de grens iets overschrijden en over de
buitenste randen van het maaigebied maaien.
Begrenzingskabel
Draad overlap
Kanten maaien:
Met deze functie kunt u het ongemaaide gebied langs de begrenzingskabel maaien.
Als de instelling voor kanten
maaien is ingeschakeld, gaat
de gazonmaaier langs de
begrenzingskabel door uw tuin
om eerst de rand te maaien,
voordat het normale maaien
begint.
De werking van de gazonmaaier instellen
44
Spiraal maaien:
Met deze functie kan de gazonmaaier worden gericht op het maaien van het gebied waar het gazon niet
helemaal is gemaaid of waar het gras extra snel groeit.
De gazonmaaier detecteert
dichtbegroeide gebieden en
maait daar spiraal.
Startscherm J [2.Tuin installatie] J [2.Handmatige modus]
U kunt instellen hoe de gazonmaaier zich onder het
maaien beweegt.
OPMERKING:
- Als u de gazonmaaier in de handmatige modus wilt
bedienen, verandert u de bedieningsmodus door te
drukken op de toets D. Zie voor meer informatie
ʺ6 GEBRUIKʺ (M bladzijde 63).
- De instelling [Mix] is ook als maaipatrooninstelling
beschikbaar. In deze instelling wisselt de
gazonmaaier tussen het maaipatroon Willekeurig
en het maaipatroon Directioneel met regelmatige
intervallen.
15:46 Din 23/FEB
Handmatige modus
1.Maaipatroon
2.Draad overlap
3.Kanten maaien
4.Spiraal maaien
1
Selecteer [1.Maaipatroon] en druk op de
toets H.
2
Selecteer [Willekeurig], [Directioneel] of
[Mix] om het maaipatroon te congureren
en druk op de toets H.
3
Selecteer [2.Draad overlap], voer de
waarden van de draadoverlap in tussen
20 en 45 en druk op de toets H.
4
Selecteer [3.Kanten maaien] en druk op
de toets H.
5
Selecteer [AAN] of [UIT] en druk op de
toets H.
Als u [AAN] selecteert, gaat u naar stap 6.
Als u [UIT] selecteert, gaat u naar stap 8.
6
Selecteer [RO] of [LO] en druk op de toets
H.
7
Selecteer [Einde] en druk op de toets H.
8
Selecteer [4.Spiraal maaien] en druk op
de toets H.
9
Selecteer [AAN] of [UIT] en druk op de
toets H.
Menuscherm
De werking van de gazonmaaier instellen
45
4 MENU-INSTELLINGEN
Tuinindeling
Startscherm J [2.Tuin installatie] J [3.Tuin indeling] J
[1.Station richting]
U kunt de bewegingsrichting voor de gazonmaaier
ten opzichte van het laadstation instellen.
OPMERKING:
- Bevestig met uw dealer dat de installatie van het
laadstation voltooid is en de begrenzingskabel
gelegd is alvorens de instellingen te congureren.
- Ga voor meer informatie over het aansluiten van
de begrenzingskabel op de aansluitpunten van het
laadstation naar ʺBegrenzingskabel installeren en
aansluiten op het laadstationʺ (M bladzijde 16).
1
Selecteer het patroon.
Er zijn 4 installatiemethoden.
Tuinindeling
Stationrichting
2
Druk op de toets H.
Startscherm J [2.Tuin installatie] J [3.Tuin indeling] J
[2.Grensdraad lengte...]
U kunt de informatie van uw tuinindeling congureren
om de gazonmaaier te bedienen.
OPMERKING:
- Bevestig dat de installatie van het laadstation
voltooid is en de begrenzingskabel gelegd is met
uw dealer alvorens de instellingen te congureren.
- Als uw dealer de CONTROLELIJST DEALER
achterin de gebruikershandleiding al heeft ingevuld,
raadpleegt u deze lijst tijdens het congureren van
de instellingen.
1
Voer de lengte van de begrenzingskabel
en het tuinoppervlak in.
Tuinindeling
Grensdraad lengte
050 m (50 1000 m)
Tuinoppervlak
100 m
2
(100 4000 m
2
)
2
Druk op de toets H.
Menuscherm
Menuscherm
De werking van de gazonmaaier instellen
46
Stationinstelling
Startscherm J [2.Tuin installatie] J [4.Station-Instelling] J
[1.Doorgangsbreedte]
U kunt de minimale en maximale afstand tussen
de gazonmaaier en de begrenzingskabel instellen
wanneer de gazonmaaier langs de begrenzingskabel
naar het laadstation terugkeert.
Door deze afstand in te stellen, kunt u voorkomen dat
er zich wielsporen vormen, omdat de gazonmaaier
verschillende routes kiest om naar het station terug
te keren.
Als er zich een smalle doorgang onderweg naar
het laadstation bevindt of als het laadstation in een
smalle doorgang is geïnstalleerd, raadpleegt u de
onderstaande tabel om de waarden te bepalen.
(De waarden in de tabel zijn aanbevolen waarden die
automatisch worden ingesteld wanneer er een smalle
doorgang in de Installatie hulp wordt gekozen.)
U kunt ook een retourtest uitvoeren en dan de waarden
wijzigen, mits de gazonmaaier terug kan keren.
Aanbevolen doorgangsbreedte voor stationinstelling
Niveau instellen
Doorgangsbreedte
Min Max
1 2
1,0 – 1,2 m
1 2
1,3 – 1,5 m
1 3 1,6 – 1,8 m
3 5 1,9 – 2,1 m
3 6 2,2 – 2,4 m
3 7 2,5 – 2,7 m
3 8 2,8 – 3,0 m
3 10 Geen instelling
Als het laadstation in een hoek wordt geïnstalleerd,
stelt u de maximale waarde van het instelniveau
in op 10 of lager. U kunt echter ook een retourtest
uitvoeren en instellen op een hogere waarde dan
10, mits de gazonmaaier terug kan keren.
Voorbeeld van een hoekinstallatie:
Als het instelpunt te
hoog is, kan de
gazonmaaier het
laadstation niet
detecteren en zal de
gazonmaaier er gewoon
langs rijden.
Stationsignaal
U kunt een waarde tussen 0 en 15 als instelniveau
invoeren.
Voorbeeldtabel doorgangsbreedte
Niveau instellen Doorgangsbreedte
0 10 cm
1 25 cm
2 30 cm
3 35 cm
4 40 cm
5 50 cm
6 60 cm
7 70 cm
8 80 cm
9 90 cm
10 100 cm
11 110 cm
12 120 cm
13 130 cm
14 140 cm
15 150 cm
- De sterkte van het signaal is afhankelijk van de
lengte van de begrenzingskabel. Het veld wordt
zwakker naarmate de begrenzingskabel langer
is en sterker met een kortere begrenzingskabel.
- Als de waarde hoog is (voorkomt dit dat de
maaier hetzelfde pad volgt), kunt u hiermee
wielsporen in het gras verminderen.
- De numerieke waarden van deze tabel zijn
bedoeld als referentiepunten waarlangs de
gazonmaaier in een rechte lijn terugkeert naar
het laadstation.
- De numerieke waarden kunnen variëren
afhankelijk van de praktische omstandigheden.
TIPS
Gebruik een zo groot mogelijke
doorgangsbreedte, zodat het gebied snel
kan worden bereikt.
17:21 Maa 12 ⁄ SEP
Doorgangsbreedte
(015)
Min
0
1 Max 10
1
Voer een waarde (0 – 15) in bij [MIN] en
[MAX].
2
Druk op de toets H.
Menuscherm
De werking van de gazonmaaier instellen
47
4 MENU-INSTELLINGEN
Startscherm J [2.Tuin installatie] J [4.Station-Instelling] J
[2.Cap. voor terugkeer]
U kunt instellen wat het restpercentage van de accu
moet zijn wanneer de gazonmaaier begint terug te
keren naar het laadstation.
TIPS
Hoe langer de grensdraad is, des te hoger
deze waarde moet zijn.
1
Selecteer [Auto] of voer een percentage
restcapaciteit voor de accu in.
Het percentagebereik voor de restcapaciteit
voor de accu ligt tussen 10% en 50%.
17:59 Din 23/FEB
Cap. voor terugkeer
Dit bepaalt
wanneer de gazonmaaier
naar het station terugkeert.
Auto
10%(10 50%)
2
Druk op de toets H.
Startscherm J [2.Tuin installatie] J [4.Station-Instelling] J
[0.Test terugkeer]
U kunt testen of de gazonmaaier goed naar het
laadstation terugkeert.
OPMERKING:
- Voer deze test uit terwijl de gazonmaaier niet aan
het laadstation is gekoppeld.
TIPS
Test het terugkeren door de verschillende
doorgangen.
1
Selecteer [Rechtsom (RO)] of [Linksom
(LO)].
Test terugkeer
Geef retourrichting in
Rechtsom (RO)
Linksom (LO)
2
Druk op de toets H.
Bevestig de selectiegegevens van de
retourrichting.
3
Sluit de klep van het bedieningspaneel.
De gazonmaaier gaat terug naar het
laadstation.
4
Wanneer de gazonmaaier in het
laadstation staat, drukt u op de
handmatige STOP-toets.
Het klepje van het bedieningspaneel komt
omhoog.
De melding ʺEinde testʺ wordt op het display
weergegeven.
Menuscherm
Menuscherm
De werking van de gazonmaaier instellen
48
Startscherm J [2.Tuin installatie] J [5.Maaihoogte]
U kunt de maaihoogte congureren.
OPMERKING:
- We raden u aan een hoogte in te stellen waarmee
5 mm van de grashoogte wordt gemaaid.
1
Stel de maaihoogte in met de
toetsen en druk op de toets H.
2
Wanneer u [Kalibreren] selecteert en op
de toets H drukt, beweegt de messchijf
naar de ingestelde maaihoogte. U kunt de
maaihoogte controleren.
- De verplaatste messchijf maakt
vergrendelingsgeluiden op de hoogste en
laagste stand.
3
Druk op de toets G, vorige scherm.
13:30 Vri 15/JUL
Maaihoogte
60 (max)
60
20 (min)
Kalibreren
Menuscherm
De werking van de gazonmaaier instellen
49
4 MENU-INSTELLINGEN
Het systeem controleren
Controleer signaal
U kunt controleren of het signaal van de begrenzingskabel de gazonmaaier
bereikt en bevestigen hoe sterk het signaal is.
Startscherm J [3.Diagnose] J [1.Controleer signaal]
Aanduiding van het signaalniveau Signaalsterkte
Lv0 Geen lussignaal
Lv1 Zwak
Lv5 Middelmatig
Lv10 Sterk
Menuscherm
Het systeem controleren
50
Test startpunten
U kunt controleren of de gazonmaaier goed naar het laadstation kan
terugkeren en of in overeenstemming met de instellingen alle startpunten
kunnen worden bereikt.
Startscherm J [3.Diagnose] J [2.Test startpunten] J
[1.Punt 1] tot [5.Punt 5]
U kunt 5 startpunten congureren.
OPMERKING:
- Voer deze test uit terwijl de gazonmaaier aan het
laadstation is gekoppeld.
1
Selecteer een punt van 1 tot 5 dat u wilt
testen en druk op de toets H.
2
Bevestig de waarde van de geselecteerde
puntinstellingen.
3
Sluit de klep van het bedieningspaneel.
De gazonmaaier begint naar het
geselecteerde startpunt te rijden.
Wanneer de test correct is voltooid, draait de
gazonmaaier langzaam van de ene naar de
andere kant en laat hierbij de minimale en
maximale uitgangshoek zien. Hierna is een
piepgeluid uit de gazonmaaier te horen.
4
Druk op de handmatige STOP-knop.
Het klepje van het bedieningspaneel komt
omhoog.
Het bericht ʺWenst u het startpunt te
wijzigen?ʺ verschijnt op het display.
5
Selecteer [Ja] of [Nee] als antwoord op de
vraag en druk op de toets H.
Als u [Ja] selecteert, verschijnt het
scherm ʺstartpunten maaienʺ. U kunt de
instellingen van het geteste startpunt
wijzigen.
Als u [Nee] selecteert, verschijnt het vorige
scherm.
OPMERKING:
- Voor meer informatie over de
startpuntinstellingen raadpleegt u
ʺDe instelling Startpunten maaien
congurerenʺ (M bladzijde 22).
Menuscherm
Het systeem controleren
51
4 MENU-INSTELLINGEN
Startscherm J [3.Diagnose] J [2.Test startpunten] J [0.Home]
U kunt testen of de gazonmaaier goed naar het
laadstation terugkeert.
OPMERKING:
- Voer deze test uit terwijl de gazonmaaier niet aan
het laadstation is gekoppeld.
1
Selecteer [Rechtsom (RO)] of [Linksom
(LO)].
2
Druk op de toets H.
Bevestig de selectiegegevens van de
retourrichting.
3
Sluit de klep van het bedieningspaneel.
De gazonmaaier gaat terug naar het
laadstation.
4
Wanneer de gazonmaaier in het
laadstation staat, drukt u op de
handmatige STOP-toets.
Het klepje van het bedieningspaneel komt
omhoog.
De melding ʺEinde testʺ wordt op het display
weergegeven.
OPMERKING:
- Voor meer informatie over de
retourinstellingen raadpleegt u
ʺStation-Instellingʺ (M bladzijde 46).
Menuscherm
Het systeem controleren
52
Geschiedenis bekijken
Bedrijf historie
U kunt de totale tijd bekijken dat de gazonmaaier heeft gewerkt en is
opgeladen.
Startscherm J [4.Geschiedenis] J [1.Bedrijf historie] J
[1.Bedrijfstijd]
U kunt bekijken hoe lang de gazonmaaier heeft
gemaaid en is opgeladen.
1
Controleer de geschiedenis.
2
Druk op de toets G om terug te gaan naar
het vorige scherm.
15:41 Woe 24/FEB
Bedrijfstijd
Maaitijd
180h55min
Laden
140h37min
Dit is de totale maaitijd.
Dit is de totale oplaadtijd.
Menuscherm
Geschiedenis bekijken
53
4 MENU-INSTELLINGEN
Arbeid historie
Startscherm J [4.Geschiedenis] J [1.Bedrijf historie] J
[2.Arbeid historie]
U kunt de maaigeschiedenis van de gazonmaaier
(wanneer de gazonmaaier heeft gemaaid), de
retourgeschiedenis (wanneer de gazonmaaier
terug naar het laadstation is gegaan) en de
oplaadgeschiedenis (wanneer de gazonmaaier werd
opgeladen) bekijken.
OPMERKING:
- Alleen de geschiedenis van de Auto modus wordt
weergegeven.
1
Controleer de geschiedenis door op de
omlaag-toetsen te drukken en door
het menu te bladeren.
2
Druk op de toets G om terug te gaan naar
het vorige scherm.
Deze markering geeft aan
dat er nog een pagina
is. Gebruik de toetsen
om naar een andere
pagina te gaan.
Elk tijdstip duidt aan hoe lang de
gazonmaaier maaide (tijd dat de
maaimessen draaiden). De meest
recente invoer is [01] en de oudste
invoer is [10].
Het startpunt waaruit de
gazonmaaier maaide, wordt
weergegeven.
15:41 Woe 24/FEB
Arbeid historie
Bedrijf historie
0 1 : 2 2 m i n 1 0 6 : 4 3 m i n 3
0 2 : 6 0 m i n 2 0 7 : 6 7 m i n 4
0 3 : 5 3 m i n 3 0 8 : 3 3 m i n 5
0 4 : 1 2 m i n 1 0 9 : 5 9 m i n 1
0 5 : 6 2 m i n 2 1 0 : 4 5 m i n 2
De tijd voor de meest recente
invoer in de oplaadgeschiedenis
wordt als eerste weergegeven.
15:41 Woe 24/FEB
Arbeid historie
Laad historie
0 1 : 3 2 m i n 0 6 : 4 3 m i n
0 2 : 6 6 m i n 0 7 : 7 7 m i n
0 3 : 5 3 m i n 0 8 : 3 3 m i n
0 4 : 4 2 m i n 0 9 : 5 9 m i n
0 5 : 7 1 m i n 1 0 : 4 5 m i n
Dit is de tijd van terugkeer naar
het station nadat het maaien was
voltooid. Telkens wanneer de
gazonmaaier terugkeert, wordt er
een nieuwe vermelding aan de
geschiedenislijst toegevoegd.
15:41 Woe 24/FEB
Arbeid historie
Retour historie
0 1 : 5 m i n 0 6 : 7 m i n
0 2 : 8 m i n 0 7 : 1 0 m i n
0 3 : 1 0 m i n 0 8 : 5 m i n
0 4 : 5 m i n 0 9 : 8 m i n
0 5 : 8 m i n 1 0 : 1 0 m i n
Menuscherm
Geschiedenis bekijken
54
Fout historie
U kunt de storingsgeschiedenis van de gazonmaaier bekijken (wanneer er
zich een storing voordeed).
Startscherm J [4.Geschiedenis] J [2.Fout historie]
De geschiedenis van storingen die zich hebben
voorgedaan wordt opgeslagen.
OPMERKING:
- Als dezelfde fout meerdere malen op één dag
optreedt, wordt deze alleen de eerste keer
opgeslagen.
1
Selecteer de storingsgeschiedenisvermelding
door gebruik te maken van de
toetsen.
2
Druk op de toets H.
De storingsinformatie wordt weergegeven.
Zie voor meer informatie over storingen
ʺ7 PROBLEEMOPLOSSINGʺ (M bladzijde 70).
3
Druk op de toets G om terug te gaan naar
het vorige scherm.
13:33 Vri 15/JUL
Fout historie
1 . 3 A 1 2 7 1 5 . 0 7 . 1 6 1 3 : 3 1
2 . 3 A 1 2 2 1 5 . 0 7 . 1 6 1 3 : 2 3
3 . 3 A 1 1 1 1 5 . 0 7 . 1 6 1 3 : 2 3
4 . 3 A 1 3 6 1 5 . 0 7 . 1 6 1 3 : 1 7
5 . 3 A 1 3 6 1 5 . 0 7 . 1 6 1 0 : 0 1
6 . 3 A 1 3 6 1 5 . 0 7 . 1 6 1 0 : 0 0
13:33 Vri 15/JUL
Fout historie
0 1 : F o u t i n m a a i h o o g t e
Voorzichtig
15.07.2016 13:31
Deze markering geeft aan dat
er nog een pagina is. Gebruik
de toetsen
om naar een
andere pagina te gaan.
De meest recente invoer voor
storingen wordt als eerste
weergegeven.
Druk op de toets H voor meer
informatie.
Storingsinformatie en de tijd van
de storing worden weergegeven.
Menuscherm
Geschiedenis bekijken
55
4 MENU-INSTELLINGEN
Het systeem instellen
Taal
U kunt de menu's van het display op de gewenste taal instellen.
ABC
Startscherm J [5.Systeem instellingen] J [1.Taal]
Op het display worden 12 talen weergegeven.
1
Selecteer uw voorkeurstaal.
2
Druk op de toets H.
3
Druk op de toets G om terug te gaan naar
het vorige scherm.
Display/Sound
Startscherm J [5.Systeem instellingen] J [2.Display / Sound] J
[Contrast]
U kunt het contrast van het display op het
bedieningspaneel instellen.
1
Wijzig het contrastniveau door op de
toetsen te drukken.
2
Druk op de toets H.
3
Druk op de toets G om terug te gaan naar
het vorige scherm.
Startscherm J [5.Systeem instellingen] J [2.Display / Sound] J
[Achtergrond scherm]
U kunt de achtergrondkleur van het bedieningspaneel
instellen.
1
Selecteer [Wit] of [Zwart] door op de
toetsen te drukken.
2
Druk op de H toets.
3
Druk op de toets G om terug te gaan naar
het vorige scherm.
Menuscherm
Menuscherm
Menuscherm
Het systeem instellen
56
Startscherm J [5.Systeem instellingen] J [2.Display / Sound] J
[Toetsenbord]
U kunt instellen of er een pieptoon hoorbaar is als u
de toetsen van het bedieningspaneel indrukt.
1
Selecteer [AAN] of [UIT] door op de
toetsen te drukken.
2
Druk op de H toets.
3
Druk op de toets G om terug te gaan naar
het vorige scherm.
Datum en tijd
U kunt de interne datum en tijd voor de gazonmaaier instellen.
Startscherm J [5.Systeem instellingen] J [3.Datum en tijd]
Stel de datum en tijd voor de gazonmaaier in. De
tijdklok werkt op basis van deze ingestelde datum en
tijd.
1
Voer de datum in met notatie
{Dag}/{Maand}/{Jaar} en de tijd in
24-uursindeling met behulp van de
cijfertoetsen.
2
Druk op de H toets.
3
Druk op de toets G om terug te gaan naar
het vorige scherm.
Menuscherm
Menuscherm
Het systeem instellen
57
4 MENU-INSTELLINGEN
Veiligheid
Veiligheidsinstellingen voorkomen dat de gazonmaaier door anderen wordt
gebruikt.
Startscherm J [5.Systeem instellingen] J [4.Veiligheid] J
[1.Alarm]
OPMERKING:
- Voordat u [1.Alarm] selecteert, moet u uw PIN invoeren. Als u uw pincode bent vergeten, neem dan
contact op met uw dealer.
Met deze instelling kan het alarm worden in- of
uitgeschakeld. Als het is ingesteld op [UIT], worden
alle alarmen, behalve het alarm voordat de bladen
gaan bewegen, uitgeschakeld.
OPMERKING:
- De instelling [UIT] schakelt ook het
beveiligingsalarm uit dat wordt geactiveerd als
de pincode 3 keer achter elkaar verkeerd wordt
ingevoerd.
1
Selecteer [AAN] of [UIT] door op de toets
te drukken.
2
Druk op de H toets.
3
Druk op de toets G om terug te gaan naar
het vorige scherm.
Startscherm J [5.Systeem instellingen] J [4.Veiligheid] J
[2.Benoem een PIN]
OPMERKING:
- Voordat u [2.Benoem een PIN] selecteert, moet u uw PIN invoeren. Als u uw pincode bent vergeten,
neemt u contact op met uw dealer.
U kunt de pincode wijzigen waarmee de menu's van
het bedieningspaneel worden ontgrendeld. Maak de
pincode aan om diefstal van de gazonmaaier, niet-
geautoriseerde toegang, enz. te voorkomen.
1
Voer een nieuwe pincode in met de
cijfertoetsen.
2
Druk op de H toets.
De melding ʺGeactiveerdʺ wordt
weergegeven.
3
Druk op de toets G om terug te gaan naar
het vorige scherm.
OPMERKING:
- Noteer uw pincode in de aangegeven ruimte. Zie ʺCONTROLELIJST DEALERʺ (M bladzijde 100).
Menuscherm
Menuscherm
Het systeem instellen
58
Herstel
U kunt alle instellingen terugzetten op de standaardinstellingen vanaf de
fabriek.
Startscherm J [5.Systeem instellingen] J [5.Herstel] J
[1.Herstel fabrieksinstelling]
Voer deze opdracht uit om alle instellingen weer op
de fabrieksinstellingen in te stellen.
OPMERKING:
- Met deze opdracht wordt de geschiedenis van de
gazonmaaier (werk- en storingsgeschiedenis) niet
hersteld. Alleen de instellingen van de gazonmaaier
worden hersteld.
- Raadpleeg uw dealer voordat u deze opdracht
gebruikt.
- Na deze opdracht raken de dealerinstellingen
verloren.
1
Voer uw pincode in en druk op de H
toets.
2
Selecteer [Ja].
3
Druk op de H toets.
Als het bericht ʺGeactiveerdʺ wordt
weergegeven, wordt het apparaat
uitgeschakeld.
Startscherm J [5.Systeem instellingen] J [5.Herstel] J
[2.Dealerinstellingen herstellen]
Herstelt de instellingen die door de dealer zijn
gecongureerd.
OPMERKING:
- Met deze opdracht wordt de geschiedenis van de
gazonmaaier (werk- en storingsgeschiedenis) niet
hersteld. Alleen de instellingen van de gazonmaaier
worden hersteld.
- Raadpleeg uw dealer voordat u deze opdracht
gebruikt.
1
Selecteer [Ja].
2
Druk op de H toets.
Nadat de melding ʺAfgewerktʺ is
weergegeven.
Help
U kunt informatie, zoals modelnaam, serienummer en softwareversie, op de
gazonmaaier vinden.
Houd de cijfertoets ʺ0ʺ ingedrukt.
11:04 Woe 24/FEB
Help
Honda Power Producten
Miimo :HRM3000
:MBEF-1000001
Softwareversie
Hoofd ECU :1.0.0
Display ECU :1.0.0
Dit is de modelnaam.
Dit is het serienummer.
OPMERKING:
- Als het serienummer
ʺ0000000ʺ is, neemt u
contact op met uw dealer.
Dit is de softwareversie.
Menuscherm
Menuscherm
Het systeem instellen
Menuscherm
59
5 Voorbereiding van de Mii-monitor
Info over Mii-monitor / Mii-monitor installeren
5
Voorbereiding van de Mii-monitor
Info over Mii-monitor
Mii-monitor is een smartphone/tablet-applicatie voor de HRM3000. Hij
communiceert met de HRM3000 via Bluetooth
®
.
Voor de bediening gebruikt u een smartphone met toegang tot het internet.
OPMERKING:
- De afbeeldingen in deze handleiding zijn uitsluitend bedoeld voor visuele
referentie. Ze verschillen mogelijk van het werkelijke product.
- De functies, schermen, design, enz. in deze handleiding kunnen zonder
kennisgeving onderhevig zijn aan wijzigingen.
- De bedieningsmethoden (schermen, procedures) in deze handleiding
zijn voorbeelden. Ze kunnen mogelijk afwijken, afhankelijk van uw model
smartphone.
Functies van Mii-monitor
Instellingen identiek aan het bedieningspaneel van de gazonmaaier
Bediening met afstandsbediening
Op de Honda-server een back-up van uw instellingen maken en uw
instellingen resetten
Het foutenhistorierapport naar uw dealer verzenden als er een probleem
optreedt
Meer informatie over Mii-monitor
Voor meer informatie over de bediening van Mii-monitor en ondersteunde
smartphone/tablet-modellen raadpleegt u de bedieningshandleiding van
Mii-monitor (online handleiding).
U kunt deze vinden door een bezoek te brengen aan www.hppsv.com/link/OM000231HME/
Mii-monitor installeren
Scan de QR-code om Mii-monitor te downloaden.
Tijdens het downloaden van de applicatie kunnen mogelijk datakosten in rekening worden gebracht.
App Store
®
Google Play™
60
Een apparaat koppelen (verbinden via Bluetooth
®
)
Een apparaat koppelen (verbinden via Bluetooth
®
)
Het is niet mogelijk om meer dan één gebruikers-ID op dezelfde Miimo aan te sluiten. Als u meer dan
één smartphone/tablet op uw Miimo wilt aansluiten, moet dezelfde gebruikers-ID op alle apparaten
worden gebruikt.
Voor bediening van de gazonmaaier met Mii-monitor moet u eerst koppelen met een smartphone/tablet.
Om met de gazonmaaier te koppelen moeten de basisinstellingen op de gazonmaaier zijn voltooid.
Bluetooth
®
is een technologie voor communicatie op korte afstand. Het werkt binnen een afstand van
ongeveer 3 meter.
1
Druk op de toets A (Aan) op het bedieningspaneel.
2
Schakel Bluetooth
®
in op de smartphone.
iPhone
®
Android
TM
3
Na enkele ogenblikken worden de zoekresultaten weergegeven.
Tik op het serienummer van de gazonmaaier waarmee u verbinding wilt maken (M bladzijde 9).
Android
TM
Als het serienummer van de gazonmaaier niet wordt weergegeven, is de Bluetooth
®
van de gazonmaaier of
de smartphone mogelijk vastgelopen.
Schakel de gazonmaaier uit, schakel Bluetooth
®
op de smartphone uit, start beide opnieuw en probeer het
nogmaals.
61
5 Voorbereiding van de Mii-monitor
Een gebruiker registreren
Een gebruiker registreren
1
Tik op [Nieuwe registratie] in het
aanmeldingsscherm.
5
Voer een wachtwoord in.
- Het aantal tekens wordt niet beperkt.
Als u het selectievakje aanvinkt,
wordt het wachtwoord zichtbaar.
2
Registreer een serienummer (M bladzijde 9).
QR-code
Handmatige invoer
6
Tik op [Bepalingen & Voorwaarden] en
bevestig de inhoud. Als u akkoord gaat, tikt
u op [Akkoord].
3
Controleer of de invoer correct is.
7
Tik op [Registratie] om de ingevoerde
informatie naar de Honda-server te sturen.
of
Mislukt
Probeer het
na een tijdje
nogmaals.
Controleer ook of
u verbinding met
het netwerk kunt
maken.
Neem contact
op met de
dealer waar u
de gazonmaaier
hebt gekocht.
Gelukt
4
Voer [Gebruikersinformatie] in.
Velden met de *-markering zijn verplicht.
62
Na verbinding met een apparaat wordt er een menu weergegeven
Na verbinding met een apparaat wordt er een
menu weergegeven
Als er een smartphone in de buurt is die kan worden verbonden, wordt het volgende scherm weergegeven
wanneer u op de STOP-knop drukt.
Wordt weergegeven als een
apparaat beschikbaar is voor
verbinding.
17:01 Don 25/FEB
Auto
99 %
Menu
60
Wordt weergegeven bij
bediening op afstand.
13:40 Din 23 ⁄ FEB
63
6 GEBRUIK
Het maaigebied controleren / Aansluiten op een voedingsbron
6
GEBRUIK
Het maaigebied controleren
Controleer voordat u de gazonmaaier gebruikt of er zich geen dieren
en vreemde voorwerpen in het maaigebied bevinden.
Schakel de gazonmaaier uit alvorens vreemde voorwerpen te
verwijderen.
VOORZICHTIG:
- Als er gaten in het werkgebied zijn (bijvoorbeeld van
konijnen/mollen), vul ze dan zodat het werkgebied vlak is.
Controleer het werkgebied regelmatig op gaten.
Controleer ook of het gras maximaal 65 mm hoog is.
OPMERKING:
- Pas de hoogte van de messen aan om het gras te maaien binnen
5 mm. Voor meer informatie over het aanpassen van de hoogte
van de messen raadpleegt u ʺDe hoogte van de messen afstellenʺ
(M bladzijde 67).
65 mm of
minder
Als het gras langer dan 65 mm is, moet u het gras eerst met een normale gazonmaaier maaien.
Aansluiten op een voedingsbron
Volg de onderstaande stappen om aan te sluiten op een voedingsbron.
Voer de stappen in omgekeerde volgorde uit bij het loskoppelen van de voedingsbron.
Neem contact op met uw dealer voor meer informatie over het verplaatsen van een stopcontact of het
gebruik van een ander stopcontact.
OPMERKING:
- Sluit het station uitsluitend aan op een voedingscircuit dat beschermd is door een aardlekschakelaar met
een uitschakelstroom van maximaal 30 mA.
1
Verwijder de afdekking van het laadstation.
2
Als het netsnoer van de transformator niet lang genoeg is, sluit u
een verlengsnoer aan.
Sluit de connector van de transformator aan op de interne connector
van het station.
OPMERKING:
- Als u de connectoren loskoppelt, moet u de klem ontgrendelen.
- Wanneer het snoer ook bij gebruik van een verlengsnoer niet
lang genoeg is, kunt u de stopcontactzijde (huis) verlengen.
Stopcontactzijde (huis)
64
Aansluiten op een voedingsbron / De gazonmaaier controleren / In-/uitschakelen
3
Bevestig de afdekking op het laadstation.
VOORZICHTIG:
Het netsnoer mag niet worden bevestigd met dezelfde
haringen die worden gebruikt om de begrenzingskabel
vast te maken. Als u dat wel doet, kunt u het netsnoer
beschadigen.
4
Sluit de stekker van de transformator aan op een contact met de aangewezen spanningswaarde.
Spanning voor stopcontacten van het type E en S: AC 230 V
Spanning voor stopcontacten van het type B: AC 240 V
De gazonmaaier controleren
Controleer voor gebruik of de maaier goed op het laadstation is aangesloten.
Het lampje boven het oplaadcontact verandert als volgt:
Kleur Beschrijving
Groen
De instelling voor het signaal van het
laadstation is juist.
Groen
(knipperen)
De begrenzingskabel is te lang/
beschadigd.
Oranje De gazonmaaier is correct aangesloten
op het laadstation.
Oranje
(knipperen)
Er heeft zich een signaalprobleem
voorgedaan, de begrenzingsdraad is
bijvoorbeeld losgekoppeld of doorgesneden.
Neem contact op met uw dealer.
Rood
(knipperend)
Er heeft zich een stationsignaalprobleem
voorgedaan, de stationsdraad is
bijvoorbeeld losgekoppeld of doorgesneden.
Neem contact op met uw dealer.
Rood Storing in het laadstation. Controleer
de aansluitingen (M bladzijde 79). Neem
contact op met uw dealer.
Uit Bevestig de aansluiting met de
voedingskabel.
Als het laadstation goed is aangesloten
met de voedingskabel, is er een
stroomstoring opgetreden. Neem contact
op met uw dealer.
VOORZICHTIG:
- Raak de oplaadcontacten niet aan. Als u een laadcontact aanraakt, kunt u gewond raken.
In-/uitschakelen
Inschakelen
Als de accu is opgeladen, druk op de toets A (Aan) om de gazonmaaier in te schakelen.
Het A (Aan) bevindt zich op het bedieningspaneel aan de achterzijde van de gazonmaaier.
N WAARSCHUWING
- Als u de gazonmaaier wilt stoppen, doe dat dan vanaf de achterzijde. Als u het apparaat vanaf
de voor- of zijkanten nadert, kunt u de gazonmaaier per ongeluk raken en kunt u vallen als de
gazonmaaier begint te bewegen.
1
Druk op de handmatige STOP-knop.
Het klepje van het bedieningspaneel komt omhoog.
65
6 GEBRUIK
In-/uitschakelen
2
Druk op de toets A (Aan) op het bedieningspaneel.
De voeding wordt ingeschakeld en het startscherm wordt op het bedieningspaneel weergegeven.
De pincode invoeren
Als u de gazonmaaier inschakelt, moet u de pincode invoeren.
1
Voer de pincode in met de cijfertoetsen.
OPMERKING:
- Als u de pincode wilt wijzigen, zie ʺ4 MENU-
INSTELLINGENʺ (M bladzijde 30).
18:01 Din 23/FEB
PIN-code
Geef uw PIN in
_ _ _ _
Resterende pogingen:3
2
Druk op de toets H.
Het Startscherm wordt weergegeven.
OPMERKING:
- Als u 3 keer achter elkaar de verkeerde pincode
invoert, wordt het bedieningspaneel 5 minuten
geblokkeerd; u kunt dan niets met de maaier
doen.
- Als u uw pincode bent vergeten, neemt u
contact op met uw dealer.
- Als er een foutmelding wordt weergegeven, zie
ʺ7 PROBLEEMOPLOSSINGʺ (M bladzijde 70).
18:01 Din 23/FEB
PIN-code
Geef uw PIN in
* * * *
Resterende pogingen:3
Uitschakelen
1
Druk op de handmatige STOP-knop.
Het klepje van het bedieningspaneel komt omhoog.
2
Druk op de toets B (Uit) op het bedieningspaneel.
OPMERKING:
- Als u de gazonmaaier uitschakelt, werkt de maaier niet, ook niet als de tijdklok is ingesteld.
66
De gazonmaaier bedienen in de Auto modus
De gazonmaaier bedienen in de Auto modus
Deze instructies kunnen worden gebruikt voor het op het geplande tijdstip bedienen van de gazonmaaier in
de Auto modus.
OPMERKING:
- Zie voor meer informatie over de instellingen ʺ4 MENU-INSTELLINGENʺ (M bladzijde 30).
N WAARSCHUWING
- Druk op de handmatige STOP-knop voordat u de volgende procedure uitvoert.
1
Druk op de toets H.
2
Als [Auto] in het Startscherm wordt weergegeven,
gaat u naar stap 3.
Als [Handm] in het Startscherm wordt weergegeven,
drukt u op de toets D (Auto / handmatig) totdat
[Auto] wordt weergegeven.
Zie voor informatie over de pictogrammen op het
scherm ʺStartschermʺ (M bladzijde 11).
15:43 Woe 24 ⁄ FEB
Gepauzeerd...
Volgende actie
Home : Nu
Sluit de klep om te hervatten
Auto
100 %
Menu
60
3
Sluit de klep van het bedieningspaneel.
Het instellen is nu voltooid. De gazonmaaier begint met maaien op het tijdstip dat ingesteld is voor Auto
modus.
Zie voor meer informatie over de instellingen ʺ4 MENU-INSTELLINGENʺ (M bladzijde 30).
OPMERKING:
- Als u op de toets B (Uit) drukt nadat u deze instellingen hebt gecongureerd, wordt de gazonmaaier niet
geactiveerd.
67
6 GEBRUIK
De hoogte van de messen afstellen
De hoogte van de messen afstellen
De hoogte van de messen bepaalt hoe lang of kort het gras wordt gemaaid.
Test de gazonmaaier op een klein stuk en pas de meshoogte naar wens aan.
N WAARSCHUWING
- Druk op de handmatige STOP-knop voordat u de volgende procedure uitvoert.
VOORZICHTIG:
- Maai niet te veel in een keer af. Maai geleidelijk stap voor stap.
- Maai niet meer dan 5 mm gras in één keer. Als u meer dan 5 mm wilt afsnijden, moet dit geleidelijk
worden gedaan in stappen van maximaal 5 mm per week. Voorbeeld: als u het gras wilt verlagen
van 50 naar 30 mm, heeft u hiervoor 4 weken nodig met stappen van 5 mm.
1
Selecteer in het bovenste scherm en druk op
de
H
toets.
15:43 Woe 24 ⁄ FEB
Gepauzeerd...
Volgende actie
Home : Nu
Sluit de klep om te hervatten
Auto
100 %
Menu
60
2
Controleer of de instelwaarde (20 60) van de
maaihoogte is geselecteerd en druk op de toets
H
.
- U kunt de instelwaarde (20 – 60) selecteren of
[Kalibreren] met de toetsen.
15:43 Woe 24 ⁄ FEB
Maaihoogte
60 (max)
20 (min) Kalibreren
60
3
Stel de maaihoogte in met de toetsen en
druk op de
H
toets.
15:43 Woe 24 ⁄ FEB
Maaihoogte
60 (max)
20 (min) Kalibreren
60
4
Wanneer u [Kalibreren] selecteert en op de toets
H
drukt, beweegt de messchijf naar de ingestelde
maaihoogte. U kunt de maaihoogte controleren.
- De verplaatste messchijf maakt
vergrendelingsgeluiden op de hoogste en
laagste stand.
5
Als u op de toets
G
drukt, keert u terug naar het
bovenste scherm.
68
Wekelijkse controles
Wekelijkse controles
Controleer de gazonmaaier en het laadstation een keer per week om vuil en gras te verwijderen.
Controleer ook de messen en de messchijf op beschadiging en controleer of er geen andere problemen
zijn.
De gazonmaaier en het laadstation reinigen
Vuil en gras kunnen zich tijdens en na het maaien op de boven- en onderkant van de gazonmaaier, het
laadstation en het laadcontact verzamelen.
Zie voor informatie over het reinigen van de gazonmaaier ʺ8 ONDERHOUDʺ (M bladzijde 75).
De messen en messchijf op problemen controleren
De messen en messchijf kunnen onder het maaien beschadigd raken. Controleer de messen en messchijf
eens per week.
Zie voor informatie over het controleren van de messen en de messchijf ʺ8 ONDERHOUDʺ (M bladzijde 75).
69
6 GEBRUIK
De gazonmaaier optillen
De gazonmaaier optillen
Als u de gazonmaaier draagt, volg dan de volgende punten.
N WAARSCHUWING
- Draag de gazonmaaier nooit met de bladen naar u toe gericht.
- Laat de gazonmaaier niet vallen als u hem draagt.
- Druk op de handmatige STOP-knop en druk op de toets B (Uit) om het apparaat uit te schakelen
voordat u de volgende procedure uitvoert.
- Zorg dat de gazonmaaier (vooral de bladen) niemand raken tijdens het dragen.
1. Druk op de handmatige STOP-knop om de klep van het bedieningspaneel te openen en druk op de
toets B (Uit).
2. Sluit de klep van het bedieningspaneel.
3. Pak de gazonmaaier op bij de draaglocatie.
Til de gazonmaaier op met één
hand aan de achterzijde met de
messen van u af gericht.
Houd de gazonmaaier altijd vast met
de messen van u af gericht.
VOORZICHTIG:
- Als u de gazonmaaier draagt, draag deze dan bij de draaglocatie
onder aan de achterkant van de gazonmaaier. Als u het apparaat
ergens anders draagt, kunt u letsel oplopen door de messen of
het oplaadcontact van de gazonmaaier of kan de gazonmaaier
vallen en beschadigd raken.
- Til of draag de gazonmaaier niet door deze bij de opening aan de
voorkant vast te houden.
- Draag de gazonmaaier niet terwijl deze op het laadstation
is aangesloten. De gazonmaaier en het laadstation kunnen
beschadigd raken.
-
U kunt de afstandsbedieningsfunctie van Mii-monitor blijven
gebruiken om de gazonmaaier te verplaatsen. Bij het gebruik van de
afstandsbediening volgt u de onderstaande voorzorgsmaatregelen.
- Bedien binnen een goed-verlicht gebied
- Voorkom werking op nat gras
- Op hellingen goed opletten waar u uw voeten neerzet
- Gebruik geen bovenmatige kracht bij het aansluiten van
de gazonmaaier op het laadstation met behulp van een
afstandsbediening.
Het laadstation kan mogelijk defect raken.
70
Voordat u contact opneemt met uw dealer
7
PROBLEEMOPLOSSING
Voordat u contact opneemt met uw dealer
In het onwaarschijnlijke geval dat er een probleem is en u contact moet opnemen met uw dealer, houd dan
de volgende informatie bij de hand.
Gebruikershandleiding
Neem recente tuinwerkzaamheden in acht.
[Fout historie] informatie
Startscherm J [4.Historie] J [2.Fout historie]
Mii-monitor biedt de mogelijkheid om fout historie aan uw dealer te rapporteren.
Als het probleem ook na het lezen van de volgende handleiding voor probleemoplossing niet is opgelost,
stuurt u een fout-rapport naar uw dealer.
Bovenste scherm J ≡ (rechtsboven) J [Help & Connectie] J [Stuur de Fout historie naar de
dealer]
Menuscherm
71
7 PROBLEEMOPLOSSING
Meldingen
Meldingen
Als een van de volgende meldingen op het display wordt weergegeven, gebruikt u deze handleiding voor
probleemoplossing om het probleem te lokaliseren voordat u contact opneemt met de dealer. Als het
probleem aanhoudt, neemt u contact op met uw dealer.
Bericht Oorzaak Oplossing
Gebiedssignaal
kwijt
De gazonmaaier detecteert
het signaal van de
begrenzingskabel niet.
Controleer of de aansluitingen van de begrenzingskabel
correct zijn aangesloten. Als het bericht niet verdwijnt,
neemt u contact op met uw dealer.
Accucapaciteit
laag
De accu laadt niet
voldoende op.
Verhoog de resterende capaciteit voor de terugkeer naar
het station. Zie ʺStation-Instellingʺ (M bladzijde 46). Als het
bericht niet verdwijnt, neemt u contact op met uw dealer.
Accucapaciteit
verminderd
De accu laadt niet
voldoende op.
Accutemperatuur
hoog
De accutemperatuur is te
hoog.
Schakel de machine AAN en wacht totdat het bericht
verdwijnt.
Als het bericht niet verdwijnt, neemt u contact op met uw
dealer.
Accutemperatuur
laag (1)
Accutemperatuur
laag (2)
De accutemperatuur is te
laag.
Zet de gazonmaaier op een plek waar de temperatuur 5 °C
of hoger is, schakel de machine AAN en wacht totdat het
bericht verdwijnt.
Als het bericht niet verdwijnt, neemt u contact op met uw
dealer.
Accu voltage hoog
De accu laadt te veel op. Verwijder de gazonmaaier uit het laadstation, schakel de
machine AAN en wacht totdat het bericht verdwijnt.
Als het bericht niet verdwijnt, neemt u contact op met uw
dealer.
Accu voltage laag
De accu laadt niet
voldoende op.
Laad de gazonmaaier op met het laadstation.
Dit bericht verdwijnt als de accu meer dan 10% is
opgeladen.
Als het bericht niet verdwijnt, neemt u contact op met uw
dealer.
Maaimotortemp
hoog
De temperatuur van de
maaimotor is of overschrijdt
85°C.
Laat de stroom AAN en de klep van het bedieningspaneel
open. Wacht 15 tot 30 minuten totdat het bericht verdwijnt. Als
het bericht niet verdwijnt, neemt u contact op met uw dealer.
Klok herstel
De reservevoeding met
accu is leeggelopen tijdens
langdurige opslag. De klok
is hersteld.
Stel de huidige datum en tijd in. De tijd moet in de
24-uursnotatie zijn.
Als de klok niet kan worden ingesteld, neemt u contact op
met uw dealer.
ENT toets
Er werd op de toets
Enter gedrukt terwijl
de gazonmaaier reed
(met de klep van het
bedieningspaneel gesloten).
Open de klep van het bedieningspaneel en controleer of er
vreemd materiaal in zit.
Als dit bericht wordt weergegeven nadat u het vreemd
materiaal hebt verwijderd, neemt u contact op met uw
dealer.
Omgevallen
De gazonmaaier staat op
een te steil gebied.
Zet de gazonmaaier op een vlakke ondergrond en voer de
pincode in zodat het bericht verdwijnt. Als het bericht niet
verdwijnt, neemt u contact op met uw dealer.
Toetsenbord
Er werd een toets ingedrukt
terwijl de gazonmaaier
reed (met de klep van het
bedieningspaneel gesloten).
Open de klep van het bedieningspaneel en controleer of er
vreemd materiaal in zit.
Als dit bericht wordt weergegeven nadat u het vreemd
materiaal hebt verwijderd, neemt u contact op met uw dealer.
Maaier opgetild
De behuizing is door
iets omhoog gekomen,
bijvoorbeeld een steen.
Voer de pincode in zodat het bericht verdwijnt. Als de
behuizing zwaar beschadigd is of als het bericht niet
verdwijnt, neemt u contact op met uw dealer.
Fout in
maaihoogte
De hoogte van de messchijf
klopt niet.
Raadpleeg ʺDe hoogte van de messen afstellenʺ
(M bladzijde 67) en voer [Kalibreren] uit.
Als het bericht niet verdwijnt, neemt u contact op met uw
dealer.
72
Meldingen
Bericht Oorzaak Oplossing
Geen lussignaal
De gazonmaaier detecteert
het signaal van de
begrenzingskabel niet.
Controleer of de aansluitingen van de begrenzingskabel
correct zijn aangesloten.
Controleer de voeding van het laadstation. Zie ʺTest
startpuntenʺ (M bladzijde 50). Als het bericht niet verdwijnt,
neemt u contact op met uw dealer.
Bots detectie
Er wordt een obstructie
gedetecteerd.
Voer de pincode in zodat het bericht verdwijnt. Als het
bericht niet verdwijnt, neemt u contact op met uw dealer.
Bots sensor
Bots sensor is inactief of er
is een object dat de sensor
onderbreekt.
Verplaats de hoofdafdekking helemaal om te zien of de
sensors kunnen worden geactiveerd.
Schudden: Niet mogelijk om te herstellen
Uitschakelen: Niet mogelijk om te herstellen
Als het bericht ʺBots sensorʺ niet verdwijnt, controleert u
rondom en onder de afdekking op objecten als spaanders,
stof of klein speelgoed, verwijdert u dit of neemt u contact
op met uw dealer.
Buitenzijde
grensdraad
De gazonmaaier is buiten de
begrenzingskabel gekomen.
Zet de gazonmaaier in het werkgebied.
Controleer de voeding van het laadstation. Controleer of
de aansluitingen van de begrenzingskabel correct zijn
aangesloten.
Als het bericht niet verdwijnt, controleert u of de
aansluitingen van de begrenzingskabel goed zijn
aangesloten en of dezelfde soort maaiers of eventuele
andere elektronische apparaten of een elektrische
installatie die interferentie met het signaal van de
gazonmaaier kan veroorzaken, in de omgeving worden
gebruikt.
Als het bericht nog altijd niet verdwijnt, neemt u contact op
met uw dealer.
Omgerold
De gazonmaaier ligt
ondersteboven.
Zet de gazonmaaier op een vlakke ondergrond en voer de
pincode in zodat het bericht verdwijnt. Als het bericht niet
verdwijnt, neemt u contact op met uw dealer.
Neem contact op met uw dealer als de volgende berichten zijn verschenen.
Accu fout
Accu temperatuur
Bluetooth-communicatiefout
Communicatiefout
Data geheugen fout
Display unit fout
Gebied sensor
Handmatige stop
Kantel sensor
Klok
Laadcontrole
Maaimotor
Maaimotor geblokkeerd
Maaimotor relais
Mesmotor sensor
Motor ECU fout
Motor sensor L
Motor sensor R
Omval sensor
Optil sensor
Wielmotor
Wielmotor geblokkeerd
YAW sensor
Het is mogelijk noodzakelijk de accu te vervangen. Neem contact op met uw dealer met de maai historie
bij de hand (maaitijd, oplaadtijd, terugkeertijd).
73
7 PROBLEEMOPLOSSING
Problemen oplossen
Problemen oplossen
Schakel de gazonmaaier uit alvorens de maaier of de messen te controleren, tenzij dit alleen mogelijk is
met een ingeschakelde machine.
Probleem Oplossing
De gazonmaaier laadt niet op. Controleer de kabelaansluitingen, kijk of de LED-indicatie aan is (LED-lampje
moet branden), controleer of er geen vreemde materialen bij het laadcontact,
welke een goede elektrische aansluiting beletten, aanwezig zijn en laadt de
gazonmaaier opnieuw op.
Als de gazonmaaier nog steeds niet kan worden opgeladen, neemt u contact
op met uw dealer.
De gazonmaaier gaat een
gebied niet binnen of de messen
en wielen zijn gestopt.
De gazonmaaier probeert een gebied met een helling van meer dan 20° te
vermijden. In het geval van een helling van 25 – 30 graden (afhankelijk van hoe
ongelijkmatig de grond is)
- De gazonmaaier probeert te ontsnappen aan de helling
In het geval van een helling van meer dan 30 graden
- De gazonmaaier probeert een paar seconden een gebied te vermijden en
stopt dan vanwege "Omgevallen".
De gazonmaaier stopt
regelmatig.
De werking van dit product met andere draadloze apparaten,
afstandsbedieningen of
elektrische hekken kan niet worden gegarandeerd. Neem
contact op met uw dealer.
De gazonmaaier verlaat het
ingestelde gebied of gedraagt
zich anders dan de instellingen.
Zie het foutbericht op het scherm en volg de instructies voordat u contact
opneemt met de dealer. Als u het probleem niet kunt oplossen, neemt u contact
op met uw dealer met de foutberichten bijdehand.
De begrenzingskabel is
losgeraakt en uit de grond
gekomen of een van de haringen
is uit de grond gekomen.
Zet de gazonmaaier stop, omdat anders de kabel wordt doorgesneden.
Zorg dat u niet over de begrenzingskabel of haring struikelt. Neem contact op
met uw dealer.
De gazonmaaier maakt een
vreemd geluid of trilt.
Controleer of de messen zijn beschadigd. Beschadigde messen brengen de
messchijf uit evenwicht. Dit kan geluid veroorzaken.
Probeer de ʺStille tijdklokʺ te gebruiken.
Neem contact op met uw dealer als het probleem niet kan worden opgelost.
De gazonmaaier keert niet terug
naar het laadstation. Er wordt
geen foutmelding weergegeven.
- Tijdklokken zijn niet goed ingesteld. Controleer de tijdklokinstellingen. Zie
ʺ4 MENU-INSTELLINGENʺ (M bladzijde
30).
- De datum en tijd zijn onjuist. Controleer de klok (M bladzijde 56).
- De handmatige STOP-knop is ingedrukt, maar de toets H werd niet ingedrukt
voordat de afdekking van het bedieningspaneel werd gesloten.
- De gazonmaaier staat in de inactieve modus.
Een andere oorzaak kan zijn dat de machine in de "Terugkeer" modus staat.
- Als de gazonmaaier in de Auto modus staat, wordt de accu altijd volledig
(100%) opgeladen. Als u wilt dat de gazonmaaier eerder begint met maaien,
verandert u de Auto modus in Handmatige modus.
Slechte maairesultaten. - De maaihoogte staat verkeerd of het gras is te lang. Pas de maaihoogte aan
of maai eerst met een standaard grasmaaier als het gras te lang is.
- Controleer de toestand van de maaimessen (M bladzijde 82).
De gazonmaaier werkt niet
binnen de begrenzingskabel.
- Als er elektromagnetische en elektrische velden in de buurt van de
begrenzingskabel aanwezig zijn (zoals een stroomkabel of fabriek), kan de
elektrische interferentie invloed hebben op de beweging van uw gazonmaaier.
Neem contact op met uw dealer.
De gazonmaaier wordt stopgezet
en uitgezet in de tuin gevonden.
-
Er is een stroomstoring opgetreden. De gazonmaaier gedraagt zich als volgt:
Indien de stroom uitvalt gedurende een periode van meer dan 30 minuten,
schakelt de gazonmaaier automatisch uit om te voorkomen dat de accu leegloopt.
Indien de stroomtoevoer binnen 30 minuten wordt hervat, begint de
gazonmaaier automatisch met maaien. *
* Als de accu bijna leeg is, gaat de gazonmaaier terug naar het laadstation.
De gazonmaaier komt buiten de
begrenzingskabel.
Leg vast waar de gazonmaaier buiten de begrenzingskabel kwam.
Controleer de conditie van de grond, de weersomstandigheden en de conditie van
de wielen op het moment dat de gazonmaaier buiten de begrenzingskabel komt.
Maak de wielen eerst schoon als er modder, bladeren of gras op zit. Probeer te
hervatten. Als het probleem regelmatig optreedt, neemt u contact op met uw dealer.
De gazonmaaier rijdt het
laadstation niet binnen.
Controleer of het station vervormd is. Controleer de begrenzingskabel onder
het station (M bladzijde 12). Maak het laadcontact van zowel de gazonmaaier als
het station schoon.
74
Problemen oplossen
Probleem Oplossing
Overmatige wielsporen. Probeer de maaitijd te verminderen.
U kunt de maaitijd automatisch verminderen door gebruik te maken van de
ʺSeizoenstijdklokʺ. Probeer de ʺdoorgangsbreedteʺ te verhogen.
De gazonmaaier gaat de smalle
doorgangen niet in.
Controleer de instelling ʺSmalle doorgangʺ. Zo nodig kunt u de functie ʺSmalle
doorgangʺ gebruiken (M bladzijde 42).
Smalle doorgangen kunnen niet kleiner zijn dan 1 meter tussen de kabels. Zorg
dat de breedte 1 meter of meer is.
De smartphone maakt geen
verbinding met de gazonmaaier
(wordt niet gekoppeld).
- Controleer of de gazonmaaier aan staat. Wacht na het inschakelen 5
seconden voordat u verbinding maakt.
- De smartphone bevindt zich mogelijk te ver van de gazonmaaier af. Breng de
smartphone dichter bij de gazonmaaier.
- Verbinden (koppelen) lukt niet als er al iemand via Bluetooth
®
met de
gazonmaaier is verbonden. Niet tegelijkertijd communiceren via Bluetooth
®
.
De klep van het
bedieningspaneel kan niet
worden geopend wanneer op
de handmatige STOP-knop is
gedrukt.
Druk nogmaals nabij het midden van de handmatige STOP-knop.
De klep van het bedieningspaneel kan niet worden geopend als er slechts op
één kant van de handmatige STOP-knop wordt gedrukt.
75
8 ONDERHOUD
Regelmatige controle en onderhoud / Onderhoudsprocedures
8
ONDERHOUD
Regelmatige controle en onderhoud
De gazonmaaier moet voor de veiligheid en zodat hij goed blijft werken regelmatig worden gecontroleerd
en onderhouden.
Door regelmatig onderhoud zal het apparaat ook langer mee gaan.
De onderhoudspunten met de juiste intervallen worden in het onderstaande schema vermeld.
Honda raadt u aan de jaarlijkse onderhoudsbeurt door uw ofciële Honda-dealer te laten uitvoeren. De
dealer kan diverse controles en software-updates uitvoeren die de eigenaar niet kan doen.
Onderhoudsschema
NORMAAL ONDERHOUDSINTERVAL
Elke week
Elk jaar of om de 1350
bedrijfsuren.
(Maaitijd)
Bladzijde
Uit te voeren na elke aangegeven periode of na het aantal
gebruiksuren, welke zich het eerst voordoet.
Machine
Mes
*
& mesmoer
*
Controleren
(M bladzijde 82)
Messchijf
*
Controleren
(M bladzijde 82)
Mesbout
*
Controleren
(M bladzijde 82)
Ruimte van het motorhuis Controleren of reinigen
(M bladzijde 81)
Oplaadcontact Controleren of reinigen
(M bladzijde 81)
Handmatige stopknop Controleren
(M bladzijde 77)
Onderdelen behuizing
*
Schoonmaken
(M bladzijde 76)
Controleren -1
Tractiemotor (wielassen) Controleren (doorsmeren) -1
Wielen
Controleren of reinigen
(M bladzijde 80)
Vervangen Zo nodig (1)
Zwenkwielen en lager
Controleren of reinigen
(M bladzijde 80)
Vervangen Zo nodig (1)
Bots sensor (onderdeel van
een component)
Controleren of reinigen -1
Vervangen Zo nodig (1)
Accu-conditie Controleren (1), (3)
Ontluchting Controleren -1
Afdichting Controleren -1
Laadstation
Laadstation
Schoonmaken
(M bladzijde 77)
Controleren
(M bladzijde 78)
Schroeven laadstation Controleren-Vast zetten -2
(M bladzijde 79)
Laadstation - aansluitingen
begrenzingskabel
Controleren
(M bladzijde 79)
* Messen, mesmoeren, mesbouten, messchijf, onderdelen behuizing, voorwielen (zwenk) en achterwielen (aandrijving) moeten waar nodig worden
vervangen.
(1) Onderhoud aan deze onderdelen dient door uw dealer te worden uitgevoerd, tenzij u over de juiste gereedschappen en de vereiste technische
vaardigheden beschikt.
Zie het werkplaatshandboek.
(2) Als de schroeven loszitten, moet u ze stevig vastdraaien.
(3) Bevestig de laatste 10 oplaadcycli uit de historie.
Onderhoudsprocedures
Vuil en gras kunnen zich tijdens en na het maaien op de boven- en onderkant van de gazonmaaier
verzamelen en de bladen kunnen versleten of beschadigd raken of niet meer draaien. Controleer de
gazonmaaier aan de hand van het schema in Regelmatige controle en onderhoud (M bladzijde 75).
N WAARSCHUWING
- Druk op de handmatige STOP-knop en druk op de toets B (Uit) om het apparaat uit te schakelen
voordat u de volgende procedures uitvoert.
- Draag werkhandschoenen voordat u de volgende procedures uitvoert.
- Voer de volgende procedures voorzichtig uit, aangezien de messen zeer scherp zijn.
OPMERKING:
- Verwijder de gazonmaaier uit het laadstation als u de volgende procedures uitvoert.
76
Onderhoudsprocedures
Voorbereiden
Draag werkhandschoenen.
Leg de gazonmaaier op de zijkant als u de messen wilt
controleren.
Schoonmaken
N WAARSCHUWING
- Raak de messen niet met uw handen aan.
- Til de gazonmaaier niet van de grond terwijl u deze controleert of reinigt.
- Druk op de handmatige STOP-knop en druk op de toets B (Uit) om het apparaat uit te schakelen
voordat u de volgende procedures uitvoert.
U kunt de gazonmaaier wassen met behulp van een autowasslang of tuinslang.
VOORZICHTIG:
- Gebruik nooit een industriële stoomreiniger of een huishoudelijke hogedrukreiniger.
- Spuit nooit water op het laadstation (uit een autowasslang of een tuinslang).
De behuizing reinigen (buitenzijde)
Verwijder vuil en gras van de gazonmaaier met een kunststof
borstel en een doek.
Bedieningspaneel
Bovenkant en zijkanten
Oplaadcontact
Gemaaid gras verwijderen
Het maaisel van de onderzijde van de gazonmaaier verwijderen.
Stel de maaihoogte in op 20 mm (M bladzijde 67). Hef de voorkant van de gazonmaaier op en zet deze
tegen een muur (op ongeveer 90°). Controleer of er geen schade aanwezig is (scheuren, krassen, enz.)
op de ruimte van het motorhuis en besproei dan de onderkant met water. U kunt ook een plastic borstel en
doek gebruiken.
VOORZICHTIG:
- Nooit een schraper gebruiken. De schraper kan schade veroorzaken aan de rubberhulzen aan de
onderzijde van de gazonmaaier.
- Niet schoonmaken (besproeien) met schoonmaakmiddelen of was, inclusief milde
schoonmaakmiddelen en autoreinigers.
Voorwielen (zwenkwielen)
Messen en
messchijf
Achterwielen (aandrijving)
Ruimtes van het motorhuis
Schraper
77
8 ONDERHOUD
Onderhoudsprocedures
Het laadstation reinigen
N WAARSCHUWING
- Haal de stekker van de transformator uit het stopcontact (huis) voordat u deze reinigt.
OPMERKING:
- Het laadstation niet met water wassen. Het laadstation kan mogelijk defect raken.
Verwijder vuil en gras met een plastic borstel van het laadstation.
Borstel vuil en gras van het laadstation, vooral rond onderdelen waarop de gazonmaaier
rust en het gebied rond de oplaadstekker:
Oplaadstekker
Controleren
De handmatige STOP-knop controleren
N WAARSCHUWING
- Raak de messen niet met uw handen aan.
- Til de gazonmaaier niet van de grond terwijl u deze controleert of reinigt.
Controlepunten Actie
Handmatige STOP-knop
en klep bedieningspaneel
Normale werking van
de handmatige STOP-
knop (en de klep van het
bedieningspaneel)
Wanneer u de gazonmaaier test, drukt u
op de handmatige STOP-knop. Als de
gazonmaaier niet stopt (en de klep van het
bedieningspaneel niet open gaat), vraagt u
advies aan uw dealer.
1
Druk op de toets A (Aan) op het
bedieningspaneel.
2
Test een startpunt (M bladzijde 50).
Druk terwijl de gazonmaaier beweegt op de
handmatige STOP-knop en controleer of de
gazonmaaier stopt.
78
Het laadstation controleren
Controlepunten Actie
Laadstation Defecten aan het laadstation
Controleer het laadstation visueel.
Als het is beschadigd, vraagt u advies aan uw
dealer.
Oplaadstekker
Controlepunten Actie
Laadstation
Speling tussen oplaadpunt
laadstation en laadcontact-
opening gazonmaaier
Controleer of er ruimte is tussen het oplaadpunt
van het laadstation en het laadcontact-
opening van de gazonmaaier. Als er geen ruimte
is, past u het laadstation aan overeenkomstig
de installatie-omstandigheden (M bladzijde 12) of
neemt u contact op met de dealer.
1
Stel beide achterwielen van de
gazonmaaier af op de hoogste positie van
het laadstation.
Stel het achterwiel in op de hoogste positie
van het laadstation.
Achterwiel
Juist
Speling
Geen
speling
Onjuist
2
Controleer of er ruimte is tussen het
oplaadpunt van het laadstation en het
laadcontact-opening van de gazonmaaier.
Als er geen ruimte is, past u het laadstation
aan overeenkomstig de installatie-
omstandigheden (M bladzijde 12) of neemt u
contact op met de dealer.
Onderhoudsprocedures
79
8 ONDERHOUD
De schroeven van het laadstation controleren
Controlepunten Actie
Laadstation
Losse schroeven van het
laadstation
Controleer de schroeven visueel.
Als ze loszitten, draait u ze vast met een platte
schroevendraaier.
Schroef
Juist Onjuist
De aansluitingen van de begrenzingskabel en de 4-pens
aansluiting controleren
Controlepunten Actie
De aansluitingen van
de begrenzingskabel
en de 4-pens
aansluiting
Loszitten van de
aansluitingen van de
begrenzingskabel en de
4-pens aansluiting
Inspecteer de aansluitingen van de
begrenzingskabel en de 4-pens aansluiting
visueel.
Als ze los zitten, duwt u ze helemaal aan.
Als het LED-lampje rood is, haalt u de stekker
van de transformator uit het stopcontact (huis),
steekt u de stekker er weer in en controleert u
vervolgens of het LED-lampje nu weer groen is.
Aansluitingen van de begrenzingskabel
4-pens aansluiting
Onderhoudsprocedures
80
De loopvlakdiepte van het achterwiel (aandrijving) controleren
Controlepunten Actie
Achterwiel
(aandrijving)
De loopvlakdiepte van het
achterwiel (aandrijving)
Meet de diepte van het loopvlak in het midden
van het wiel.
Als de diepte 3 mm of minder is, neemt u
contact op met een onderhoudsdealer.
Minimale loopvlakdiepte: 3 mm
De voorwielen (zwenk) en lagers controleren
Controlepunten Actie
Voorwielen
(zwenkwielen)
Schade aan voorwielen
(zwenkwielen)
Inspecteer de voorwielen (zwenkwielen) visueel.
Als er een beschadigd is, neemt u contact op
met een onderhoudsdealer.
Wiellagers Lagerbeweging
Verplaats het voorwiel (zwenkwiel) met uw
handen en kijk of deze soepel beweegt.
Als het wiel niet soepel beweegt, neemt u
contact op met een onderhoudsdealer.
Lagers
Onderhoudsprocedures
81
8 ONDERHOUD
Het oplaadcontact controleren
Controlepunten Actie
Oplaadcontact
Oplaadcontact verstopt door
maaisel.
Inspecteer de metalen onderdelen van het
oplaadcontact visueel.
Als het oplaadcontact verstopt raakt door gras,
verwijdert u het maaisel.
Oplaadcontact
De ruimte van het motorhuis controleren
Controlepunten Actie
Ruimte van het
motorhuis
Schade of scheuren in
de ruimte van het motorhuis
Inspecteer de ruimtes van het motorhuis en de
aansluitingen visueel.
Als er sprake is van schade of scheuren, neemt
u contact op met een onderhoudsdealer.
Ruimte van het motorhuis
Hulsbanden
Onderhoudsprocedures
82
De messen en messchijf controleren
Controleer de conditie van de messen en messchijf als volgt.
Levensduur van de messen
Voor goede maaiprestaties moeten de snijranden van de messen scherp blijven. De levensduur van de
messen is doorgaans 160 uur (2 weken tot 2 maanden). Aangezien de levensduur afhankelijk is van de
toestand van het gras, kan het nodig zijn de messen eerder dan gebruikelijk te vervangen, vooral in het
voorjaar.
Als uw gazon last heeft van een witte waas, is dat een teken om de messen te verwisselen.
Voorbeeld: als de gazonmaaier elke dag 11,4 uur per dag werkt, is de levensduur van de messen 2 weken.
Als de gazonmaaier elke dag 2,6 uur per dag werkt, is de levensduur van de messen 2 maanden.
N WAARSCHUWING
- Raak de messen niet met uw blote handen aan. Draag werkhandschoenen.
- Druk op de handmatige STOP-knop en druk op de toets B (Uit) om het apparaat uit te schakelen
voordat u de volgende procedures uitvoert.
OPMERKING:
- Houd de gazonmaaier tegen een muur voor ondersteuning.
- Til de gazonmaaier niet van de grond terwijl u deze controleert.
Controleer de messen, bouten, moeren en messchijf op problemen.
Controlepunten Actie
Messen,
bouten en
moeren
Schade aan de messen
Controleer de messen visueel.
Vervang de messen als ze beschadigd zijn. Zie ʺDe messen
vervangenʺ (M bladzijde 83).
Losse basis van de
messen
Controleer de bouten met uw vinger of ze niet loszitten.
Als de bouten loszitten, draait u ze vast met het opgegeven
aanhaalmoment. Zie ʺDe messen vervangenʺ (M bladzijde 83).
Slijtplekken van de
mesgaten en slijtplekken
op de hals van de
moeren
Controleer de slijtplekken van de mesgaten en de slijtplekken
van de hals van de moeren.
Tijdens het maaien wordt het mesgat wijder en de hals van de
moer kleiner als gevolg van slijtage, en daarom is er gevaar
dat de messen van de messchijf af komen.
Als ze versleten zijn, vervangt u de messen en moeren.
Zie ʺDe messen vervangenʺ (M bladzijde 83).
Messchijf
Vervorming van de
messchijf
Draai de messchijf en controleer deze visueel.
Als deze is vervormd, neemt u contact op met uw dealer.
Normaal Beschadigde messen
De slijtplekken op messen
en moeren controleren
Overmatige slijtage
22,2 mm
Juist Onjuist
25,2 mm
Gebarsten Gebogen
Messchijf
Basis van
het mes
Slijtage op mesmoeren
controleren
Juist Onjuist
Versleten
Onderhoudsprocedures
83
8 ONDERHOUD
De messen vervangen
Voer voor het vervangen van de messen de onderstaande procedures uit.
N WAARSCHUWING
- Draag werkhandschoenen voordat u de volgende procedures uitvoert.
- Raak het mes niet aan als het draait. U kunt letsel oplopen als u dit wel doet.
OPMERKING:
- Verwijder gemaaid gras alvorens de messen te vervangen (M bladzijde 76).
- Gebruik onderdelen van Honda of gelijkwaardige onderdelen voor het mes.
Vervangende artikel(en) Onderdeelnummer
Mes 72511-VP7-030
Moer 90301-VP9-000
Bout 90101-VP9-000
De meshouder bevindt zich onder de afdekking van het laadstation.
U kunt het uitsteeksel van de meshouder gebruiken voor het verwijderen van restjes gras of vuil dat in de
opening van de bouten vastzit.
1
Stel de maaihoogte in op 20 mm (M bladzijde 67).
2
Schakel de stroom uit en draai de gazonmaaier
ondersteboven.
3
Draai de bout los met de inbussleutel.
- De bout is met de moer bevestigd. Zorg dat u de
bout niet teveel los draait, omdat de moer er anders
af kan vallen.
Bout
4
Wanneer de bout los is, houdt u de moer zodanig
vast, dat hij niet valt, en verwijdert u de bout.
Moer
Mes
Onderhoudsprocedures
84
5
Na het verwijderen van de bout verwijdert u de
moer en het mes tegelijkertijd.
- Controleer de hals van de moer op slijtage
(M bladzijde 82). Bij slijtage vervangt u hem.
- Controleer de boutkop op slijtage. Bij slijtage
vervangt u hem.
6
Bevestig de moer op de meshouder.
Moer
Uitsparing
7
Druk op de clips aan de zijkant van het mes en
bevestig een nieuw mes op de meshouder.
- Goed vastmaken met de drie clips.
Mes
8
Duw de meshouder helemaal naar binnen.
- Lijn de uitsparing van de moer uit met de sleuf in de
messchijf.
9
Draai de bout vast en verwijder de meshouder.
Koppel: 5,3 N·m (0,5 kgm)
10
Controleer of de messen soepel draaien.
- Als ze niet soepel draaien, verwijdert en monteert u
de moeren opnieuw.
Onderhoudsprocedures
85
8 ONDERHOUD
De messen vervangen (als de meshouder kwijt is)
Als de meegeleverde meshouder kwijt is, koopt u zo snel mogelijk een nieuwe bij uw dealer.
Onderdeel Onderdeelnummer
Meshouder 89311-VP9-000
N WAARSCHUWING
- Draag werkhandschoenen voordat u de volgende procedures uitvoert.
- Raak het mes niet aan als het draait. U kunt letsel oplopen als u dit wel doet.
OPMERKING:
- Dit werk vereist technische vaardigheid en kennis. Neem contact op met uw dealer als u de
onderstaande procedures niet kunt uitvoeren.
- Verwijder gemaaid gras alvorens de messen te vervangen (M bladzijde 76).
1
Stel de maaihoogte in op 20 mm (M bladzijde 67).
2
Schakel de stroom uit en draai de gazonmaaier
ondersteboven.
3
Draai de bout los met de inbussleutel.
- De bout is met de moer bevestigd. Zorg dat u de
bout niet teveel los draait, omdat de moer er anders
af kan vallen.
Bout
4
Wanneer de bout los is, houdt u de moer zodanig
vast, dat hij niet valt en verwijdert u de bout.
Moer
Mes
5
Na het verwijderen van de bout verwijdert u
de moer en het mes tegelijkertijd.
- Controleer de hals van de moer op slijtage
(M bladzijde 82). Bij slijtage vervangt u hem.
- Controleer de boutkop op slijtage. Bij slijtage
vervangt u hem.
Onderhoudsprocedures
86
6
Voorbereiden op bevestiging.
Plaats de bout op de inbussleutel.
Plaats de moer op de opening van het nieuwe
mes.
7
Plaats de moer en het nieuwe mes terwijl u
de uitsparing van de moer en de sleuf van de
messchijf op elkaar uitgelijnd houdt.
8
Houd de moer vast terwijl u de bout bevestigt en
draai de bout vast.
Koppel: 5,3 N·m (0,5 kgm)
9
Controleer of de messen soepel draaien.
- Als een mes niet soepel beweegt, zit het mes
mogelijk vast in de messchijf. Draai de bout los,
controleer of het mes niet in de messchijf vast zit en
draai de bout dan weer vast.
Onderhoudsprocedures
87
9 OPSLAG / 10 TECHNISCHE INFORMATIE
Winteropslag / Uw gazonmaaier voorbereiden op het nieuwe seizoen
9
OPSLAG
Winteropslag
Gazonmaaier en laadstation
Het is zeer belangrijk dat uw gazonmaaier en laadstation grondig worden gereinigd voordat u ze opslaat.
De accu moet worden opgeladen voordat u deze op een droge plek vorstvrij opslaat en beschermt tegen
winterweer.
Aanbevolen laadniveau accu voor langdurige opslag 50 - 70%
Elektrische onderdelen
We raden u aan de transformator en voedingskabel tijdens de winter los te koppelen en alleen de
begrenzingskabel in de grond te laten. Spuit reinigingsmiddel voor elektrische contacten op de
aansluitingen voor de begrenzingskabel voordat u ze in een waterbestendige bak doet (bijvoorbeeld een
elektrisch aansluitkastje) zodat ze in de winter niet roesten. Honda raadt u aan alle elektrische onderdelen
zoals de transformator in een droge, vorstvrije omgeving die niet aan winterse omstandigheden wordt
blootgesteld, te bewaren.
Uw gazonmaaier voorbereiden op het nieuwe
seizoen
Als de winter is afgelopen en u de gazonmaaier weer wilt gaan gebruiken, raden wij u aan om uw dealer te
raadplegen. Een ofciële dealer controleert of alle systemen goed werken en of uw gazonmaaier ook het
volgende seizoen weer veilig kan maaien.
88
Specificaties
10
TECHNISCHE INFORMATIE
Specicaties
Model HRM3000
Code MBFF
Type E B S
Lengte 710 mm
Breedte 550 mm
Hoogte 301 mm
Gewicht 13,8 kg
Elektrisch systeem
Accu
Li-ion
22,2 V / 5400 mAh
Transformator
Ingang
AC 230 V AC 240 V AC 230 V
Uitgangssignaal DC 29,5 V / 4,3 A
Maaien
Toerental mesmotor 2290 omw/min (normale modus) / 1950 omw/min (stille modus)
Maaihoogte 20-60 mm
Maaibreedte 25 cm
Begrenzingskabel
Grensdraad lengte 750 m
Maximaal mogelijke lengte 1000 m
Frequentiebereik(en) 2,5kHz - 5kHz
Maximaal
radiofrequentievermogen
< 82 dB μA/m @ 10 m
Geluid
Geluidsdrukniveau op oren van
bediener
EN50636-2-107:2015
Gemeten niveau 47 dB(A)
Meetonzekerheid +1 dB(A)
(Niet boven 70 dB(A))
Communicatie
Bluetooth
®
klasse 2 (10 mW)
Bluetooth
®
versie 4.0
Frequentiebereik(en) 2.402 MHz - 2.480 MHz
Maximaal
radiofrequentievermogen
< 20 mW
Tuinoppervlak
Maximumgebied 4000 m²
Aanbevolen gebied 3000 m²
89
11 BIJLAGE
De gazonmaaier bedienen in de Handmatige modus
11
BIJLAGE
De gazonmaaier bedienen in de Handmatige modus
Gebruik de Handmatige modus wanneer u de instellingen van de werk tijd wilt negeren.
U kunt bijvoorbeeld de gazonmaaier zelf verplaatsen als er zich een smalle doorgang van minder dan 1
meter binnen het bereik van de begrenzingskabel bevindt en de gazonmaaier er niet doorheen kan.
Voorbeeld van bediening in de handmatige modus
Deze instructies kunnen worden gebruikt voor het bedienen van de gazonmaaier in de handmatige modus.
1
Zie ʺHandmatige modusʺ (M bladzijde 43) om de instellingen voor de handmatige modus te
congureren.
2
Druk op de toets B (Uit) op het bedieningspaneel.
De voeding wordt uitgeschakeld.
3
Sluit de klep van het bedieningspaneel.
4
Draag de gazonmaaier naar het gewenste gebied.
Zie voor informatie over het dragen van de gazonmaaier ʺ8 ONDERHOUDʺ (M bladzijde 75).
In plaats van de gazonmaaier te dragen, kunt u hem met behulp van de afstandsbediening in de applicatie
van de Mii-monitor laten rijden.
5
Druk op de handmatige STOP-knop.
Het klepje van het bedieningspaneel komt omhoog.
6
Druk op de toets A (Aan) op het bedieningspaneel.
De voeding wordt ingeschakeld en het startscherm op het bedieningspaneel wordt weergegeven.
7
Voer de pincode in met behulp van de cijfertoetsen om het Startscherm weer te geven.
8
Druk op de toets D (Auto / Handmatig) totdat het
scherm Handmatige modus wordt weergegeven.
15:44 Woe 24/FEB
Handmatige modus
Maai helemaal leeg
Maai en
herlaad
Maai en hervat
op tijdklok
90
De gazonmaaier bedienen in de Handmatige modus
9
Selecteer een bediening voor de gazonmaaier.
Onderhoudspunten Beschrijving
Maai helemaal leeg De gazonmaaier blijft werken totdat de accu leeg is.
Maai en herlaad De gazonmaaier werkt en laadt totdat de werkmodus
door de gebruiker in de Auto modus wordt veranderd.
Maai en hervat op tijdklok U kunt speciceren hoe vaak de gazonmaaier werkt
en laadt (1 tot 10 keer). Na het gespeciceerde aantal
keren schakelt de gazonmaaier over op de Auto modus
en wordt de tijdklok hervat.
10
Druk op de H toets.
11
Sluit de klep van het bedieningspaneel.
De gazonmaaier begint automatisch te werken.
OPMERKING:
- De gazonmaaier gaat niet automatisch uit in de handmatige modus.
Bediening in de handmatige modus annuleren
U kunt de bediening die u op het scherm Handmatige modus selecteerde, annuleren. De gazonmaaier
keert dan terug naar het laadstation.
1
Druk op de handmatige STOP-knop vanaf de achterzijde van de gazonmaaier.
OPMERKING:
- Als u [Maai en hervat op tijdklok] selecteert, stopt de gazonmaaier op het tijdstip dat in de
Auto modus als werk tijd is gecongureerd.
2
Druk op de toets B (Uit) op het bedieningspaneel.
De voeding wordt uitgeschakeld.
3
Plaats de gazonmaaier in een gebied vlak bij het laadstation.
4
Druk op de toets A (Aan) op het bedieningspaneel.
De voeding wordt ingeschakeld en het Startscherm op het bedieningspaneel wordt weergegeven.
5
Voer de pincode in met behulp van de cijfertoetsen om het Startscherm weer te geven.
6
Druk op de toets C (Home).
91
11 BIJLAGE
De gazonmaaier bedienen in de Handmatige modus
7
Selecteer de bediening van de gazonmaaier nadat hij
bij het laadstation is teruggekeerd.
15:45 Woe 24/FEB
Ga terug naar station
Dan na herladen:
Herstart volgende tijd
Pauzeer het maaien op
het station gedurende de
gespecificeerde periode
Blijf in station
Onderhoudspunten Beschrijving
Herstart volgende tijd De gazonmaaier keert terug naar het station, schakelt
automatisch over op de Auto modus en hervat op de
tijdklok.
Pauzeer het maaien op het station
gedurende de gespeciceerde
periode.
U kunt de stand-bytijd van de gazonmaaier instellen van
1 tot 24 uur. Als de stand-bytijd is verstreken, schakelt
de gazonmaaier over op de Auto modus.
Blijf in station De gazonmaaier blijft na het laden in het laadstation.
8
Druk op de H toets.
Het Startscherm wordt weergegeven.
9
Sluit de klep van het bedieningspaneel.
De gazonmaaier gaat terug naar het laadstation.
92
Adressen Honda-importeurs
Adressen Honda-importeurs
OOSTENRIJK
Honda Motor Europe Ltd
Hondastraße 1
2351 Wiener Neudorf
Tel.: +43 (0)2236 690 0
Fax: +43 (0)2236 690 480
http://www.honda.at
HondaPP@honda.co.at
BALTISCHE STATEN
(Estland/Letland/Litouwen)
NCG Import Baltics OU
Meistri TN 12
Haabersti District
13517 Tallin City
Harju County Estonia
Tel.: +372 651 7300
Fax: +372 651 7301
info.baltic@ncgimport.com
BELGIË
Honda Motor Europe Ltd
Doornveld 180-184
1731 Zellik
Tel.: +32 2620 10 00
Fax: +32 2620 10 01
http://www.honda.be
BH_PE@HONDA-EU.COM
BULGARIJE
Premium Motor Ltd
General Inzov
1517 Soa
Bulgaria
Tel.: +3592 423 5879
Fax: +3592 423 5879
www.hondamotor.bg
jolian.milev@hondamotor.bg
KROATIË
Hongoldonia d.o.o.
Vukovarska ulica 432a
31000 Osijek, HR
Tel.: +38531320420
Fax: +38531320429
http://www.hongoldonia.hr
prodaja@hongoldonia.hr
CYPRUS
Demstar Automotive Ltd
Mihail Giorgalla 14
2409 Engomi
Nicosia
Cyprus
Tel.: +357 22 792 600
Fax: +357 22 430 313
TSJECHIË
BG Technik cs, a.s.
U Zavodiste 251/8
15900 Prague 5 - Velka
Chuchle
Tel.: +420 2 838 70 850
Fax: +420 2 667 111 45
http://www.honda-stroje.cz
DENEMARKEN
TIMA A/S
Ryttermarken 10
DK-3520 Farum
Tel.: +45 36 34 25 50
Fax: +45 36 77 16 30
www.tima.dk
FINLAND
OY Brandt AB.
Tuupakantie 7B
01740 Vantaa
Tel.: +358 207757200
Fax: +358 9 878 5276
http://www.brandt.
FRANKRIJK
Honda Motor Europe Ltd
Division Produit d’Equipement
Parc d’activités de Pariest,
Allée du 1er mai
Croissy Beaubourg BP46, 77312
Marne La Vallée Cedex 2
Tel.: 01 60 37 30 00
Fax: 01 60 37 30 86
http://www.honda.fr
espace-client@honda-eu.com
DUITSLAND
Honda Deutschland
Niederlassung der Honda Motor
Europe Ltd.
Hanauer Landstraße 222-224
D-60314 Frankfurt
Tel.: 01805 20 20 90
Fax: +49 (0)69 83 20 20
http://www.honda.de
info@post.honda.de
GRIEKENLAND
Saracakis Brothers S.A.
71 Leoforos Athinon
10173 Athens
Tel.: +30 210 3497809
Fax: +30 210 3467329
http://www.honda.gr
info@saracakis.gr
HONGARIJE
Motor Pedo Co., Ltd.
Kamaraerdei ut 3.
2040 Budaors
Tel.: +36 23 444 971
Fax: +36 23 444 972
http://www.hondakisgepek.hu
info@hondakisgepek.hu
IERLAND
Two Wheels ltd
M50 Business Park, Ballymount
Dublin 12
Tel.: +353 1 4381900
Fax: +353 1 4607851
http://www.hondaireland.ie
Service@hondaireland.ie
ITALIË
Honda Motore Europe Ltd
Via della Cecchignola, 13
00143 Roma
Tel.: +848 846 632
Fax: +39 065 4928 400
http://www.hondaitalia.com
info.power@honda-eu.com
MALTA
The Associated Motors
Company Ltd.
New Street in San Gwakkin Road
Mriehel Bypass, Mriehel QRM17
Tel.: +356 21 498 561
Fax: +356 21 480 150
NOORWEGEN
Berema AS
P.O. Box 454 1401 Ski
Tel.: +47 64 86 05 00
Fax: +47 64 86 05 49
http://www.berema.no
berema@berema.no
POLEN
Aries Power Equipment Sp. z o.o.
ul. Wroclawska 25
01-493 Warszawa
Tel.: +48 (22) 861 43 01
Fax: +48 (22) 861 43 02
http://www.ariespower.pl
http://www.mojahonda.pl
info@ariespower.pl
PORTUGAL
GROW Productos de Forca
Portugal
Rua Fontes Pereira de Melo, 16
Abrunheira, 2714-506 Sintra
Tel.: +351 211 303 000
Fax: +351 211 303 003
http://www.grow.com.pt
abel.leiriao@grow.com.pt
REPUBLIEK WIT-RUSLAND
Scanlink Ltd.
Montazhnikov Lane 4th 5-16
Minsk 220019
Republic of Belarus
Tel.: +375 17 234 99 99
Fax: +375 17 234 04 04
http://www.hondapower.by
ROEMENIË
Hit Power Motor Srl
str. Vasile Stroescu nr. 12,
Camera 6, Sector 2
021374 Bucuresti
Tel.: +40 21 637 04 58
Fax: +40 21 637 04 78
http://www.honda.ro
hit power@honda.ro
SERVIË & MONTENEGRO
ITH Trading Co Doo
Majke Jevroscme 26
1100 Beograd
Serbia
Tel.: +381 11 3240629
Fax: +381 11 3240629
http://www.hondasrbija.co.rs
sstevanovic@ithtrading.co.rs
SLOWAKIJE
Honda Motor Europe Ltd
Slovensko, organizačná zložka
Prievozská 6 821 09 Bratislava
Tel.: +421 2 32131111
Fax: +421 2 32131112
http://www.honda.sk
SLOVENIË
AS Domzale Moto Center D.O.O.
Blatnica 3A
1236 Trzin
Tel.: +386 1 562 22 62
Fax: +386 1 562 37 05
http://www.honda-as.com
infomacije@honda-as.com
SPANJE en alle provincies.
Greens Power Products, S.L.
Poligono Industrial Congost –
Av Ramon Ciurans n°2
08530 La Garriga - Barcelona
Tel.: +34 93 860 50 25
Fax: +34 93 871 81 80
http://www.hondaencasa.com
ZWEDEN
Honda Motor Europe Ltd lial
Sverige
Box 31002 - Långhusgatan 4
215 86 Malmö
Tel.: +46 (0)40 600 23 00
Fax: +46 (0)40 600 23 19
http://www.honda.se
hpesinfo@honda-eu.com
ZWITSERLAND
Honda Motor Europe Ltd., Slough
Succursale de Satigny/Genève
Rue de la Bergère 5
1242 Satigny
Tel.: +41 (0)22 989 05 00
Fax: +41 (0)22 989 06 60
http://www.honda.ch
TURKIJE
Anadolu Motor Uretim Ve
Pazarlama As
Sekerpinar Mah
Albayrak Sok No 4
Cayirova 41420
Kocaeli
Tel.: +90 262 999 23 00
Fax: +90 262 658 94 17
http://www.anadolumotor.com.tr
antor@antor.com.tr
VERENIGD KONINKRIJK
Honda Motor Europe Ltd
Cain Road
Bracknell
Berkshire
RG12 1 HL
Tel.: +44 (0)845 200 8000
http://www.honda.co.uk
93
11 BIJLAGE
ʺEC Declaration of Conformityʺ (EU-conformiteitsverklaring) OVERZICHT
ʺEC Declaration of Conformityʺ
(EU-conformiteitsverklaring) OVERZICHT
*1: zie bladzijde met specicaties.
*2: zie ook de originele EU-conformiteitsverklaring
94
ʺEC Declaration of Conformityʺ (EU-conformiteitsverklaring) OVERZICHT
95
INDEX MENU LCD
Menunaam Stap Bladzijde
A Achtergrond scherm Systeem instellingen → Display / Sound blz. 55
Alarm Systeem instellingen → Veiligheid blz. 57
Arbeid historie Geschiedenis → Bedrijf historie blz. 53
Auto modus Tuin installatie → Auto modus blz. 36
B Bedrijf historie Geschiedenis blz. 52
Bedrijfstijd Geschiedenis → Bedrijf historie blz. 52
Benoem een PIN Systeem instellingen → Veiligheid blz. 57
C Cap. voor terugkeer Tuin installatie → Station-Instelling blz. 47
Contrast Systeem instellingen → Display / Sound blz. 55
Controleer signaal Diagnose blz. 49
D Datum en tijd Systeem instellingen blz. 56
Dealerinstellingen herstellen Systeem instellingen → Herstel blz. 58
Doorgangsbreedte Tuin installatie → Station-Instelling blz. 46
Draad overlap Tuin installatie → Auto modus blz. 39
Draad overlap Tuin installatie → Handmatige modus blz. 43
F Fout historie Geschiedenis blz. 54
G Grensdraad lengte Tuin installatie → Tuin indeling blz. 45
H Handmatige modus Tuin installatie blz. 43
Help Houd de cijfertoets ʺ0ʺ ingedrukt blz. 58
Herstel fabrieksinstelling Systeem instellingen → Herstel blz. 58
I Installatie hulp Installatie hulp blz. 17
K Kanten maaien Tuin installatie → Auto modus blz. 40
Kanten maaien Tuin installatie → Handmatige modus blz. 43
M Maaihoogte Tuin installatie blz. 48
Maaipatroon Tuin installatie → Auto modus blz. 39
Maaipatroon Tuin installatie → Handmatige modus blz. 43
S Seizoenstijdklok Werk tijd blz. 34
Smalle doorgang Tuin installatie → Auto modus blz. 42
Spiraal maaien Tuin installatie → Auto modus blz. 41
Spiraal maaien Tuin installatie → Handmatige modus blz. 44
Startpunten maaien Tuin installatie → Auto modus → Startpunten maaien blz. 38
Startpunten maaien Werk tijd blz. 33
Station richting Tuin installatie → Tuin indeling blz. 45
Station-Instelling Tuin installatie blz. 46
Stille tijdklok Werk tijd blz. 35
T Taal Systeem instellingen blz. 55
Test startpunten Diagnose → Test startpunten blz. 50
Toetsenbord Systeem instellingen → Display / Sound blz. 56
Tuin indeling Tuin installatie blz. 45
V Veiligheid Systeem instellingen blz. 57
W Werk tijd Werk tijd blz. 32
96
TUINONTWERP
97
98
99
100
DEALER CONTROLELIJST
De volgende informatie krijgt u van uw dealer nadat het instellen is voltooid.
U kunt uw instellingen opslaan met behulp van Mii-monitor en ze herstellen voor het geval u ongewenste
wijzigingen hebt gemaakt. U kunt de door de dealer aanbevolen instellingen ook herstellen vanaf Mii-monitor
naar uw gazonmaaier.
Essentiële informatie over de instellingen (M bladzijden 18, 57)
PIN-code:
Taal: English / Deutsch / Français / Italiano / Nederlands / Svenska / Norsk / Español / Polski / Dansk /
Suomalainen / Čeština
Informatie over instellingen met installatie-hulp (M bladzijde 19)
De volgende onderdelen zijn gerelateerd aan de basisinstellingen voor installatie-hulp.
Tuin indeling (M bladzijde 19)
Station richting: 1 / 2 / 3 / 4 Grensdraad lengte: m
Tuinoppervlak:
m
2
Smalle doorgang: cm
Startpunten maaien (M bladzijde 22)
Startpunten Richting Van station naar startpunt Percentage gebied
Punt 1 RO/LO m %
Punt 2 RO/LO m %
Punt 3 RO/LO m %
Punt 4 RO/LO m %
Punt 5 RO/LO m %
Werk tijd (M bladzijde 25)
Dag van de week Tijdklok 1 Tijdklok 2 Startpunt
Maandag _ _:_ _ - _ _:_ _ _ _ : _ _ - _ _: _ _ 1 / 2 / 3 / 4 / 5
Dinsdag _ _ : _ _ - _ _ : _ _ _ _:_ _ - _ _ :_ _ 1 / 2 / 3 / 4 / 5
Woensdag _ _ : _ _ - _ _ : _ _ _ _:_ _ - _ _ : _ _ 1 / 2 / 3 / 4 / 5
Donderdag _ _ : _ _ - _ _ : _ _ _ _:_ _ - _ _:_ _ 1 / 2 / 3 / 4 / 5
Vrijdag _ _:_ _ - _ _ :_ _ _ _: _ _ - _ _:_ _ 1 / 2 / 3 / 4 / 5
Zaterdag _ _:_ _ - _ _:_ _ _ _ : _ _ - _ _ : _ _ 1 / 2 / 3 / 4 / 5
Zondag _ _:_ _ - _ _:_ _ _ _ : _ _ - _ _ : _ _ 1 / 2 / 3 / 4 / 5
Seizoenstijdklok:
Regio: Noord / Centraal Noord / Centraal Zuid / Zuid
Percentage: JAN :
% FEB : % MRT : % APR : %
MEI :
% JUN : % JUL : % AUG : %
SEP :
% OKT : % NOV : % DEC : %
101
Informatie over andere in te stellen delen
Vul de volgende items in als u ze gaat congureren met menu-instellingen.
Informatie over het instellen van de tuinindeling (M bladzijden 38, 42, 45, 46)
Doorgangsbreedte:
Startscherm J [2.Tuin installatie] J [1.Auto modus] J [1.Startpunten maaien] J
[1.Punt 1] tot [5.Punt 5]
Punt 1:
- Punt 2: - Punt 3: -
Punt 4: - Punt 5: -
Smalle doorgang:
Startscherm J [2.Tuin installatie] J [1.Auto modus] J [6.Smalle doorgang]
1: Richting: RO / LO Vanaf:
m t/m: m
2: Richting: RO / LO Vanaf:
m t/m: m
3: Richting: RO / LO Vanaf:
m t/m: m
4: Richting: RO / LO Vanaf:
m t/m: m
Doorgangsbreedte (retour):
Startscherm J [2.Tuin installatie] J [4.Station-Instelling] J
[1.Doorgangsbreedte]
MIN:
MAX:
Informatie over handige functies (M bladzijden 35, 40, 41)
Startscherm J [1.Werk tijd] J [4.Stille tijdklok]
Stille tijdklok: AAN / UIT Vanaf _ _ : _ _ t/m _ _ : _ _
Startscherm J [2.Tuin installatie] J [1.Auto modus]
Kanten maaien: AAN / UIT
Spiraal maaien: AAN / UIT
Back-up van de dealerinstellingen:
Met Dr.H of Mii-monitor: JA / NEE
*Het volgende scherm is uitsluitend voor dealers.
Startscherm J [5.Systeem instellingen] J [6.Dealer instellingen]
Op het Miimo-display: JA / NEE
De contactinformatie van uw dealer staat hieronder:
Dealer:
Tel:
E-mail:
Het persoonlijke ID van uw Mii-monitor:
102
BEKNOPTE HANDLEIDING
Basisinformatie
Dagelijks gebruik
ABC
65 mm of
minder
Werkinstellingen voor de tuin
- Instellingen voor Startpunten maaien (M bladzijde 33)
- Instellingen Smalle doorgang (M bladzijde 42)
- Instellingen Maaipatroon (M bladzijde 43)
Instellingen Tijdklok (M bladzijde 32)
Handige instellingen (M bladzijde 34, 35, 43)
Werkingscontroles (M bladzijde 49)
Installatie-hulp (M bladzijde 17)
Mii-monitor (M bladzijde 59)
Ruim het gebied op alvorens de gazonmaaier
begint met maaien.
De werkmodus, tijdklok en andere instellingen
congureren.
De tuin controleren (M bladzijde 63)
Vreemde voorwerpen verwijderen uit het
gebied (M bladzijde 63)
In-/uitschakelen
(M bladzijde 11, 64)
Naar het station terugkeren
(M bladzijde 11)
1 2
Menu-instellingen De tuin controleren
De gazonmaaier
stopzetten (M bladzijde 10)
Bedienen binnen een afstand
van ongeveer 3 m vanaf de
gazonmaaier.
Mii-monitor
Raadpleeg de bedieningshandleiding van
de Mii-monitor.
103
Technische tips
Verwijder vuil en gras uit de volgende gebieden:
In status ʺGepauzeerdʺ zetten zodat
u de werkzaamheden kunt starten
op een door u gewenst tijdstip.
Controleer de gazonmaaier
regelmatig.
Juiste opslagprocedure voor het
volgende gebruik.
De hoogte van de messen
afstellen (M bladzijde 67)
De status ʺGepauzeerdʺ
controleren (M bladzijde 64)
De schroeven van het
laadstation controleren
(M bladzijde 63)
De stand-bystatus controleren
(M bladzijde 64)
De schroeven van het
laadstation controleren
(M bladzijde 78)
Staat van de messen
(M bladzijde 82)
De onderdelen controleren
(M bladzijde 75, 77)
De messen reinigen en
vervangen (M bladzijde 82)
De gazonmaaier reinigen
(M bladzijde 76)
Het laadstation reinigen
(M bladzijde 77)
De transformator en stekker
ontkoppelen (M bladzijde 63)
Maaimodus
U kunt kiezen uit twee werkmodi (beschikbaar in ʺMenu-instellingenʺ).
Auto modus (M bladzijde 36)
De gazonmaaier maait automatisch volgens de ingevoerde tijd- en tuininstellingen.
Handmatige modus (M bladzijde 43)
Begin met maaien wanneer u dit wilt zonder de tijdklok in te stellen.
De gazonmaaier reinigen (M bladzijde 76)
Verwijder vuil en gras met een kunststof borstel en een
doek van de gazonmaaier.
OPMERKING:
- Nooit een schraper gebruiken.
Dit kan schade veroorzaken
(scheuren, krassen, etc.)
aan de rubber ruimte aan de
onderzijde van de
gazonmaaier.
- Het laadstation niet met water
wassen. Het laadstation kan
mogelijk beschadigen.
3 4 5
Gepauzeerd Wekelijkse controle Opslag
Bedieningspaneel
Oplaadcontact
Bovenzijde
en zijkanten
Messen en
messchijf
Achterwielen (aandrijving)
Voorwielen (zwenkwielen)
104
MEMO
HRM3000
xxxx.xxxx.xx
xxxx.xxxx.xx
©Honda Motor Co., Ltd. 2017
39VP9601
00X39-VP9-6010
97

Hulp nodig? Stel uw vraag in het forum

Spelregels

Misbruik melden

Gebruikershandleiding.com neemt misbruik van zijn services uitermate serieus. U kunt hieronder aangeven waarom deze vraag ongepast is. Wij controleren de vraag en zonodig wordt deze verwijderd.

Product:

Bijvoorbeeld antisemitische inhoud, racistische inhoud, of materiaal dat gewelddadige fysieke handelingen tot gevolg kan hebben.

Bijvoorbeeld een creditcardnummer, een persoonlijk identificatienummer, of een geheim adres. E-mailadressen en volledige namen worden niet als privégegevens beschouwd.

Spelregels forum

Om tot zinvolle vragen te komen hanteren wij de volgende spelregels:

Belangrijk! Als er een antwoord wordt gegeven op uw vraag, dan is het voor de gever van het antwoord nuttig om te weten als u er wel (of niet) mee geholpen bent! Wij vragen u dus ook te reageren op een antwoord.

Belangrijk! Antwoorden worden ook per e-mail naar abonnees gestuurd. Laat uw emailadres achter op deze site, zodat u op de hoogte blijft. U krijgt dan ook andere vragen en antwoorden te zien.

Abonneren

Abonneer u voor het ontvangen van emails voor uw Honda Miimo HRM3000 bij:


U ontvangt een email met instructies om u voor één of beide opties in te schrijven.


Ontvang uw handleiding per email

Vul uw emailadres in en ontvang de handleiding van Honda Miimo HRM3000 in de taal/talen: Nederlands als bijlage per email.

De handleiding is 35,26 mb groot.

 

U ontvangt de handleiding per email binnen enkele minuten. Als u geen email heeft ontvangen, dan heeft u waarschijnlijk een verkeerd emailadres ingevuld of is uw mailbox te vol. Daarnaast kan het zijn dat uw internetprovider een maximum heeft aan de grootte per email. Omdat hier een handleiding wordt meegestuurd, kan het voorkomen dat de email groter is dan toegestaan bij uw provider.

Stel vragen via chat aan uw handleiding

Stel uw vraag over deze PDF

Andere handleiding(en) van Honda Miimo HRM3000

Honda Miimo HRM3000 Gebruiksaanwijzing - Deutsch - 108 pagina's

Honda Miimo HRM3000 Gebruiksaanwijzing - English - 112 pagina's

Honda Miimo HRM3000 Gebruiksaanwijzing - Français - 108 pagina's


Uw handleiding is per email verstuurd. Controleer uw email

Als u niet binnen een kwartier uw email met handleiding ontvangen heeft, kan het zijn dat u een verkeerd emailadres heeft ingevuld of dat uw emailprovider een maximum grootte per email heeft ingesteld die kleiner is dan de grootte van de handleiding.

Er is een email naar u verstuurd om uw inschrijving definitief te maken.

Controleer uw email en volg de aanwijzingen op om uw inschrijving definitief te maken

U heeft geen emailadres opgegeven

Als u de handleiding per email wilt ontvangen, vul dan een geldig emailadres in.

Uw vraag is op deze pagina toegevoegd

Wilt u een email ontvangen bij een antwoord en/of nieuwe vragen? Vul dan hier uw emailadres in.



Info