471269
16
Verklein
Vergroot
Pagina terug
1/56
Pagina verder
39VG4020
00X39-VG4-0200
IPC
XXXX.2007.09
POM53754-B
PRINTED IN U.S.A.
Printed on
Recycled Paper
Rotary Mower
© 2004-2007 American Honda Motor Co., Inc.—All Rights Reserved
OWNER'S MANUAL
MANUEL DE L'UTILISATEUR
BEDIENUNGSANLEITUNG
MANUAL DE EXPLICACIONES
GEBRIUKSAANWIJZING
MANUALE DELL'UTENT
HRZ536CTDE
C1
HRZ536TDE
INLEIDING
D 1
Dank u voor de aanschaf van deze Honda grasmaaimachine.
Deze handleiding beschrijft het gebruik en het onderhoud van de Honda
grasmaaimachine, type HRZ536C.
Wij willen u helpen uw nieuwe maaimachine veilig te bedienen met het beste
resultaat.
Deze handleiding bevat alle hiervoor noodzakelijke informatie; lees deze daarom
zorvuldig door.
Deze handleiding is een integraal onderdeel van de grasmaaimachine en moet
worden bijgeleverd als u maaimachine verkoopt.
Neem contact op met uw leverancier indien u problemen of vragen hebt met
betrekking tot maaimachine.
Wij raden u aan de garantiebepalingen te lezen, zodat u volledig op de hoogte
bent van uw rechten en plichten. De garantiebepalingen worden door uw
leverancier afzonderlijk bijgeleverd.
Honda Power Equipment Mfg., Inc. behoudt zich het recht voor om zonder
aankondiging vooraf en zonder verdere verplichtingen produktspecificaties te
wijzigen.
Niets uit deze publicatie mag, op welke wijze ook, vermenigvuldigd worden
zonder voorafgaande schriftelijke toestemming.
WAARSCHUWINGEN BETREFFENDE DE VEILIGHEID
Let vooral op waarschuwingen die als volgt zijn aangegeven:
Elke waarschuwing vermeldt het risico, wat er kan gebeuren en wat u kunt doen
om de kans op letsel te voorkomen of te beperken.
OPMERKINGEN
Andere belangrijke opmerkingen om schade te voorkomen worden als volgt
aangeduid:
Deze instructies dienen om schade aan de grasmaaimachine, ander voorwerpen
of het milieu te helpen voorkomen.
WAARSCHUWING
Als u deze instructie niet opvolgt
kan dat ERNSTIG LETSEL of
LEVENSGEVAAR opleveren.
LET OP
Als u deze instructie niet opvolgt
kunt u GEWOND raken.
OPMERKING
Als u deze instructie niet opvolgt kan schade ontstaan
aan de grasmaaimachine of andere voorwerpen.
D
5D-HRZ536C.book Page 1 Thursday, September 8, 2005 12:24 PM
INHOUD
2 D
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN................................................................................ 3
WAARSCHUWINGSSTICKER ................................................................................. 6
BEDIENINGEN EN KENMERKEN............................................................................... 7
PLAATS VAN ONDERDELEN EN BEDIENINGEN .................................................. 7
BESCHRIJVING VAN DE BEDIENINGEN ............................................................... 8
VÓÓR HET IN BEDRIJF NEMEN.............................................................................. 11
KLAAR VOOR DE START?.................................................................................... 11
IS UW GRASMAAIMACHINE KLAAR VOOR GEBRUIK?...................................... 11
CONTROLEER UW WERKGEBIED....................................................................... 12
GEBRUIK ................................................................................................................... 15
VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET MAAIEN........................................... 15
DE MOTOR STARTEN........................................................................................... 15
DE BEDIENINGEN VOOR HET MAAIEN GEBRUIKEN......................................... 17
DE MOTOR STOPPEN ......................................................................................... 20
HANDELINGEN VOOR HET VEILIG MAAIEN....................................................... 21
MAAITIPS ............................................................................................................... 23
ONDERHOUD PLEGEN AAN
UW GRASMAAIMACHINE......................................................................................... 26
HET BELANG VAN HET JUISTE ONDERHOUD................................................... 26
ONDERHOUDSVEILIGHEID.................................................................................. 27
ONDERHOUDSSCHEMA....................................................................................... 28
MES ........................................................................................................................ 29
GRASZAKREINIGING EN -VERVANGING............................................................ 31
MOTORONDERHOUD ........................................................................................... 32
VLIEGWIELREM..................................................................................................... 36
ZWENKWIELBORGPENNEN................................................................................. 37
BRANDSTOFSYSTEEM......................................................................................... 38
OPSLAG..................................................................................................................... 40
VOORBEREIDING VOOR OPSLAG ...................................................................... 40
VOORZORGSMAATREGELEN OPSLAG.............................................................. 43
UIT DE OPSLAG HALEN........................................................................................ 43
TRANSPORT ............................................................................................................. 44
VÓÓR HET INLADEN............................................................................................. 44
INLADEN EN UITLADEN........................................................................................ 44
ONVERWACHTE PROBLEMEN AANPAKKEN ........................................................ 45
MOTORPROBLEMEN ............................................................................................ 45
VIBRATIEPROBLEMEN ......................................................................................... 46
PROBLEMEN MET MAAIEN EN OPVANG IN ZAK ............................................... 46
IN ELKAAR ZETTEN.................................................................................................. 47
VÓÓR HET IN
BEDRIJF NEMEN ................................................................................................... 48
TECHNISCHE- EN
CONSUMENTENINFORMATIE
INFORMATIE ............................................................................................................. 49
UITLAATREGELINGSSYSTEEM ........................................................................... 51
SPECIFICATIES ..................................................................................................... 52
CONSUMENTENINFORMATIE.............................................................................. 54
5D-HRZ536CTOC.fm Page 2 Monday, September 12, 2005 8:19 AM
D 3
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
Voor een veilige bediening -
Lees deze instructies zorgvuldig door en maak u vertrouwd met de bediening
en het juiste gebruik van de machine.
Laat de grasmaaimachine nooit bedienen door kinderen of personen die niet
op de hoogte zijn van deze voorschriften.
Gebruik de grasmaaimachine nooit als er mensen in de buurt zijn, en zeker
niet met kinderen of huisdieren in de buurt.
Onthoud dat wie de machine gebruikt wettelijk aansprakelijk is in geval van
ongelukken met betrekking tot andere mensen of hun eigendom.
Draag bij het maaien altijd stevig schoeisel en een lange broek. Gebruik de
machine niet zonder schoenen of op sandalen.
Verwijder voordat u gaat maaien alle voorwerpen van het gazon die door de
machine kunnen worden weggeslingerd.
Benzine is uiterst brandbaar:
Bewaar benzine altijd in een daarvoor bestemde jerrycan.
Vul de tank altijd buiten bij en rook niet als u de tank vult.
Vul de tank voordat u de motor start. Verwijder nooit de dop van de tank
en vul nooit benzine bij terwijl de motor draait of nog heet is.
Als u tijdens het vullen benzine morst, verplaats de machine dan met de
hand naar een veilige plaats en wacht met starten tot alle benzine
verdampt is.
Sluit de tankdop zorgvuldig.
WAARSCHUWING
Honda grasmaaimachines zijn ontworpen
voor veilige en betrouwbare bediening
indien gebruikt volgens deze voorschriften.
Lees deze gebruikershandleiding voordat
u de maaier gaat gebruiken. Als u dat
niet doet, kunt u zichzelf verwonden of
de machine beschadigen.
5D-HRZ536C.book Page 3 Thursday, September 8, 2005 12:24 PM
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
4
D
Vervang de uitlaat als die defect is.
Controleer voordat u begint met maaien of het mes(stel), de mesbout(en) en
de behuizing niet versleten of beschadigd zijn. Vervang mes(stel) en
mesbout(en) altijd in paren om het maaiwerk in evenwicht te houden.
Let bij machines met meer dan één mes op de anderen messen als u een van
de messen roteert.
Gebruik de machine niet in een gesloten ruimte waar zich koolmonoxide
kan ophopen.
Maai alleen bij daglicht of bij voldoende kunstlicht.
Maai het gazon bij voorkeur niet als het gras nat is.
Let op bij het maaien van hellingen:
Kijk altijd uit waar u loopt.
Maai altijd dwars op een helling en nooit van boven naar beneden of
vice versa.
Maai voorzichtig; loop langzaam.
Wees uiterst voorzichtig als u op een helling van richting verandert.
Gebruik de grasmaaimachine niet op steile hellingen.
Wees uiterst voorzichtig als u de machine naar zich toe trekt.
Ontkoppel het mes(stel) als u de machine moet kantelen voor transport,
wanneer u over ander terrein gaat dan het gazon of wanneer u de machine
verplaatst van of naar het te maaien terrein.
Gebruik de grasmaaimachine nooit als onderdelen beschadigd zijn of als
veiligheidsvoorzieningen (zoals deflectors en/of grasvangbak) ontbreken.
Probeer niet de maaihoogte te veranderen terwijl de motor draait.
Verstel niet zelf de toerenregelaar en voer de motor niet op.
Ontkoppel het mes(stel) en de aandrijving voordat u de motor start.
Volg nauwgezet de instructies voor het starten van de motor en zorg dat uw
voeten op voldoende afstand van het mes(stel) staan.
Kantel de maaier niet tijdens het starten.
5D-HRZ536C.book Page 4 Thursday, September 8, 2005 12:24 PM
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
D 5
Start de motor niet als u voor de afvoeropening staat.
Houd handen en voeten weg van roterende onderdelen. Ga nooit voor de
afvoeropening staan.
Probeer een gazonmaaier nooit op te tillen of te dragen als de motor draait.
Zet de motor af en ontkoppel de bougiekabel:
Voordat u verstoppingen in de grasmaaimachine verwijdert.
Voordat u de grasmaaimachine inspecteert, reinigt of er overige
werkzaamheden aan verricht.
Wanneer de maaier een vreemd voorwerp heeft geraakt. Controleer of de
grasmaaimachine is beschadigd en vervang beschadigde onderdelen
voordat u de maaier opnieuw start en verder gaat met maaien.
Als de grasmaaimachine hevig begint te trillen. Controleer de maaier direct.
•Zet de motor af:
Als u bij grasmaaimachine wegloopt.
Voordat u de tank bijvult.
Voordat u de grasvangzak, de zijdelingse afvoertrechter of de
mulchstop verwijdert.
Zet de gashendel in de laagste stand voordat u de motor afzet en draai de
benzinekraan dicht wanneer u klaar bent met maaien.
Draai alle moeren, bouten en schroeven regelmatig aan om de machine steeds
veilig te kunnen gebruiken.
Stal de machine nooit met gevulde tank in afgesloten ruimte waar
benzinedamp een vlam of vonk kan bereiken.
Laat de machine afkoelen voordat u hem binnen zet.
Voorkom brandgevaar door de motor, de uitlaat, de accubak (indien van
toepassing) en de benzine-opslagplaats vrij te houden van gras, bladeren
of overtollig vet.
Controleer de grasvangzak regelmatig op slijtage of beschadiging.
Vervang versleten of beschadigde onderdelen voor uw eigen veiligheid.
Als de benzinetank moet worden afgetapt, doe dit dan altijd buiten.
Draag oogbescherming.
5D-HRZ536C.book Page 5 Thursday, September 8, 2005 12:24 PM
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
6
D
WAARSCHUWINGSSTICKER
Deze sticker waarschuwt u voor mogelijke risico’s op ernstig letsel. Lees de sticker
aandachtig. Als de sticker loskomt of onleesbaar wordt, dient u contact op te nemen
met uw dealer en een nieuwe te vragen.
IDENTIFICATIE-PLAATJE
Afbeelding Betekenis
Lees zorgvuldig de
gebruikershandleiding zodat u
weet hoe de machine werkt
voor u hem gebruikt.
Maai niet als er mensen (vooral
kinderen) of huisdieren in de
buurt zijn.
Houd handen en voeten buiten
het bereik van het maaidek.
Verwijder de bougiedop voordat
u onderhoud verricht.
1. Toelaatbaar geluidsvermogensniveau volgens
EG-richtlijn 2000/14/EC.
5. Gewicht in kilogram.
6. Bouwjaar.
2. Overeenstemmingsmarkering volgens
gewijzigde EG Richtlijn 89/392.
7. Serienummer.
8. Model.
3. Nominaal vermogen in kilowatt. 9. Naam en adres van fabrikant.
4. Aanbevolen motorsnelheid in toeren
per minuut.
kW
min
-1
+21'$32:(5(48,30(170)*,1&
32%2;+21'$'5,9(1&+:<
6:(36219,//(1&86$
5D-HRZ536C.book Page 6 Thursday, September 8, 2005 12:24 PM
D 7
BEDIENINGEN EN KENMERKEN
PLAATS VAN ONDERDELEN EN BEDIENINGEN
Gebruik deze afbeelding om de meest gebruikte bedieningen te vinden en te herkennen.
1 Veiligheidsplaatje 10 Zwenkwiel
2 Brandstofklep 11 Maaidek
3 Gasklephendel 12 Beschermkap afvoer naar achteren
4 Schakelhendel 13 Graszak
5 Hendel zwenkwielvergrendeling 14 Vergrendelingsknop handgreep
6 Vliegwielremhende 15 Bougiedop
7 Aandrijfkoppeling 16 Luchtfilter
8 Brandstoftankdop 17 Carburateur
9 Afstelhendels snijhoogte (4) 18 Identificatieplaat
1
9
15
8
12
13
9
4
5
3
2
16
11
10
14
18
17
7
6
5D-HRZ536C.book Page 7 Thursday, September 8, 2005 12:24 PM
BEDIENINGEN EN KENMERKEN
8
D
BESCHRIJVING VAN DE BEDIENINGEN
Brandstofklep
De brandstofklep [1] regelt de brandstofstroom van de brandstoftank naar de
carburateur. De brandstofklep moet op ON [2] staan om de maaimachine te starten en
in werking te stellen. De brandstofklep moet op OFF [3] blijven als de maaimachine
niet in gebruik is.
Gasklephendel
Vliegwielremhendel
De vliegwielremhendel [1] is verbonden aan de
motorvliegwielrem en motorschakelaar. De
motor start niet en loopt niet tenzij deze hendel
tegen de handgreep wordt gedrukt.
CHOKE Voor het starten van een koude motor.
FAST (snel) Voor het opnieuw starten van een warme motor en voor
het maaien.
SLOW
(langzaam)
Voor stationair laten draaien.
[3]
[2]
[1]
CHOKE FAST (SNEL) SLOW (LANGZAAM)
[1]
5D-HRZ536C.book Page 8 Thursday, September 8, 2005 12:24 PM
BEDIENINGEN EN KENMERKEN
D 9
Aandrijfkoppelingshendel
De aandrijfkoppelingshendel [2] schakelt de
transmissie die de achterwielen aandrijft in en
uit. De aandrijfkoppeling moet pas worden
ingeschakeld als de motor opgewarmd is.
Schakelhendel
Met de schakelhendel [3] wordt de grondsnelheid van de
grasmaaimachine geselecteerd.
Hendel zwenkwielvergrendeling
De hendel voor zwenkwielvergrendeling [4] wordt gebruikt om de voorste zwenkwielen los
te laten (RELEASE) [5] en te vergrendelen (LOCK) [6]. De vergrendelingshendel kan te
allen tijde worden gebruikt tijdens het vooruit rijden maar niet bij het achteruit rijden.
1 (langzaam) Voor het maaien van dik gras of
manoeuvreren op een klein gebied.
2 (midden) Voor zelfaangedreven tussenmaaisnelheid.
3 (snel) Voor maximale zelfaangedreven snelheid op
grote open oppervlakken en voor transport.
VERGRENDELEN De voorwielen staan rechtvooruit vergrendeld.
LOSMAKEN Voorwielen worden losgelaten om vrij te draaien.
[2]
[3]
[4]
[6]
[5]
5D-HRZ536C.book Page 9 Thursday, September 8, 2005 12:24 PM
BEDIENINGEN EN KENMERKEN
10
D
Afstelhendels snijhoogte
Het maaidek kan met de snijhoogteafstelhendels [7] worden ingesteld op een van
de zes bij benadering aangegeven instellingen. Ieder wiel moet op dezelfde stand
worden afgesteld.
Dek verlagen Schuif de afstellers aan de voorkant naar voren en afstellers aan de
achterkant naar achteren.
Dek verhogen Schuif de afstellers aan de voorkant naar achteren en afstellers aan
de achterkant naar voren.
19 mm
29 mm
41 mm
54 mm
67 mm
79 mm
[7]
[7]
RECHTERKANT AFGEBEELD
5D-HRZ536C.book Page 10 Thursday, September 8, 2005 12:24 PM
D 11
VÓÓR HET IN BEDRIJF NEMEN
KLAAR VOOR DE START?
U bent zelf verantwoordelijk voor uw veiligheid. Als u even de tijd neemt om zich voor
te bereiden vermindert u het risico op letsel aanzienlijk.
Kennis
Lees deze handleiding en zorg dat u begrijpt wat u hebt gelezen. Zorg dat u weet waar
de bedieningen voor zijn en hoe u ze moet gebruiken.
Zorg dat u bekend bent met de grasmaaimachine en zijn werking voordat u hem gaat
gebruiken. Zorg dat u weet hoe u in geval van de nood de maaimachine snel kunt uitzetten.
IS UW GRASMAAIMACHINE KLAAR VOOR GEBRUIK?
Het is belangrijk voor uw veiligheid en voor een langere levensduur van uw
grasmaaier, dat u een paar minuten neemt om de staat van de machine te controleren
voordat u deze in werking stelt. Als u een probleem ontdekt, zorg dan dat uzelf of een
onderhoudsdealer dit oplost voordat u de grasmaaimachine gebruikt.
Zorg dat de grasmaaimachine horizontaal staat voordat u uw controles vóór het in
bedrijf nemen aanvangt.
WAARSCHUWING
Het niet naar behoren onderhouden van deze
maaimachine of het nalaten van het corrigeren van
een probleem vóór gebruik, kan een defect
veroorzaken waarbij u ernstig gewond kunt raken.
Voer altijd een controle uit vóór het in bedrijf nemen,
vóór iedere maal dat u de maaimachine gebruikt, en
herstel eventuele problemen.
5D-HRZ536C.book Page 11 Thursday, September 8, 2005 12:24 PM
VÓÓR HET IN BEDRIJF NEMEN
12
D
Controleer de algehele conditie van de grasmaaimachine:
Kijk rondom en onder de grasmaaimachine of u tekenen ziet van olie- of
benzinelekkage.
Let op beschadigingen.
Controleer of iedere bediening naar behoren werkt.
Controleer het mes op slijtage. Vervang indien nodig (bladzijde 29).
Controleer dat de mesbouten stevig aangedraaid zijn (bladzijde 30).
Controleer dat de alle moeren, bouten en schroeven vastzitten.
Controleer de motor
Controleer het luchtfilter (bladzijde 34) en oliepeil (bladzijde 32).
Controleer het brandstofpeil (bladzijde 38). Als u met een volle tank begint hoeft u
het maaien niet te onderbreken om te tanken.
CONTROLEER UW WERKGEBIED
Voor de veiligheid van uzelf en anderen dient u het gebied altijd te inspecteren
alvorens u de maaimachine in werking stelt.
Voorwerpen
Alles wat er door het mes kan worden meegenomen en weggeslingerd is een
potentieel gevaar voor u en anderen. Zoek dingen als stenen, stokken, spijkers en
draad en haal dit alles weg uit het werkgebied.
Mensen en huisdieren
Mensen en dieren in de buurt van het werkgebied kunnen in het pad van de
grasmaaimachine komen, of ze kunnen worden geraakt door weggeslingerde
voorwerpen. Zorg dat het gebied vrij is van mensen, met name kinderen, en
huisdieren. U bent verantwoordelijk voor hun veiligheid.
Werkgebied
Controleer hoe het gazon eruit ziet. Stel de grondsnelheid en maaistrook van uw
grasmaaier hier op af.
5D-HRZ536C.book Page 12 Thursday, September 8, 2005 12:24 PM
VÓÓR HET IN BEDRIJF NEMEN
D 13
Snijhoogte
Stel alle afstelhendels [1] in op dezelfde
hoogte. Iedere stand verandert de hoogte
met ongeveer 13 mm.
Om de snijhoogte af te stellen trekt u de
afstelhendel naar het wiel toe en verschuift
u deze naar een ander streepje.
Als u niet zeker weet welke snijhoogte u moet
selecteren, begin dan met een hoge instelling
en controleer hoe het gazon eruit ziet nadat u
een klein gedeelte hebt gemaaid. Stel de
snijhoogte opnieuw af indien nodig.
[1]
5D-HRZ536C.book Page 13 Thursday, September 8, 2005 12:24 PM
VÓÓR HET IN BEDRIJF NEMEN
14
D
Graszak
Een grasmaaier werkt als een stofzuiger: hij blaast lucht door de zak waarin het
afgeknipte gras wordt vastgehouden. Leeg de graszak altijd voordat deze tot de grens
van zijn inhoud gevuld raakt. Prestatie van het gras opvangen in zak wordt minder als
de zak ongeveer voor 90% gevuld is. De zak is ook gemakkelijker te legen als deze
niet helemaal vol zit.
Inspectie
Inspecteer de graszak voor gebruik. Controleer op gaten, scheuren en overmatige
slijtage. De graszak slijt wel door normaal gebruik en moet uiteindelijk worden
vervangen (bladzijde 31).
Montage
1. Breng de afvoerbeschermkap [1] omhoog,
pak de graszakhendel [2] vast en haak het
graszakframe aan het maaidek, zoals
wordt afgebeeld.
2. Maak de achterste afvoerbeschermkap los
om de graszak op zijn plaats te brengen.
Verwijderen
1. Breng de afvoerbeschermkap omhoog,
pak de graszakhendel vast en haal
de graszak weg.
2. Maak de afvoerbeschermkap achter los.
3. Als de graszak los is van de
afvoerbeschermkap achter kunt u de graszak door de handgrepen omhoog tillen
of deze van de achterzijde van de maaimachine onder de handgreep verwijderen.
[2]
[1]
5D-HRZ536C.book Page 14 Thursday, September 8, 2005 12:24 PM
GEBRUIK
D 15
GEBRUIK
VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET MAAIEN
Raadpleeg voordat u de grasmaaier voor het eerst gebruikt de hoofdstukken
VEILIGHEID GRASMAAIMACHINE vanaf bladzijde 3 en VÓÓR HET IN BEDRIJF
NEMEN vanaf bladzijde 11.
Zelfs als u al andere grasmaaiers hebt gebruikt, dient u de tijd te nemen om bekend te
raken met de werking van deze grasmaaier en te oefenen op een veilig gebied om
vaardigheid te krijgen.
Voor uw eigen veiligheid de motor niet starten of laten draaien in een dichte ruimte
zoals een garage. De uitlaat van uw grasmaaimachine bevat giftig koolmonoxidegas
wat snel kan accumuleren in een dichte ruimte en kan leiden tot ziekte of de dood.
DE MOTOR STARTEN
Het mes draait als u aan de trekstarterhandgreep trekt. Het gemakkelijkst is om de
motor te starten op een leeg of gemaaid gebied waar het mes vrij kan draaien.
1. Draai de brandstofklep [1] naar stand ON [2].
2. Zet de gasklephendel [3] op stand CHOKE [4] bij een koude motor en stand FAST
[5] bij een warme motor.
[2]
[1]
[4]
[5]
KOUDE MOTOR WARME MOTOR
[3]
5D-HRZ536C.book Page 15 Thursday, September 8, 2005 12:24 PM
GEBRUIK
16
D
3. Laat de aandrijfkoppelingshendel [6]
los (bladzijde 9). Als de
aandrijfkoppeling ingeschakeld staat
beweegt de grasmaaimachine vooruit
als u de starter in werking stelt.
4. Trek de vliegwielremhendel
[7] naar achteren en houd deze
tegen de handgreep.
5. Trek licht aan de trekstarterhandgreep
[8] tot u weerstand voelt en trek
vervolgens flink hard. Breng de
trekstarterhand greep langzaam terug.
Houd uw handen en voeten tijdens het
starten en draaien van de motor te
allen tijde uit de buurt van het maaidek.
Blijf de vliegwielremhendel tegen de
handgreep drukken; de motor stopt als
u de hendel loslaat.
6. Als de stand CHOKE [4] tijdens
het starten is gebruikt, schuift u de
gasklephendel weg van de CHOKE
stand zo snel als de motor warm
genoeg is om soepel te lopen. Stel
de gasklephendel in op FAST [5]
voor maaien of op SLOW voor
stationair draaien.
[6]
[7]
[8]
[5]
[4]
5D-HRZ536C.book Page 16 Thursday, September 8, 2005 12:24 PM
GEBRUIK
D 17
DE BEDIENINGEN VOOR HET MAAIEN GEBRUIKEN
Gasklephendel
Zet voor de beste snijkwaliteit de gasklephendel [1] in de stand FAST [2]. Als het
mes roteert op een vooraf ingestelde hoge snelheid, zorgt dit voor een sterke
ventilatiewerking die het gras efficiënter optilt en snijdt. Probeer het vooraf
ingestelde motortoerental niet te verhogen: het mes kan breken en loskomen.
Als u om welke reden dan ook de maaimachine moet verlaten, zet de gasklep dan op
SLOW, en zet de motor op OFF door de vliegwiel remhendel los te laten.
Vliegwielremhendel
De vliegwielremhendel [3] moet naar
achteren getrokken worden tegen de
handgreep om de motor te starten en te
laten draaien. Het mes begint te draaien als
de hendel naar achteren getrokken wordt
tegen de handgreep en er aan de handgreep
van de trekstarter wordt getrokken.
Blijf de hendel tegen de handgreep duwen om
de motor en het mes draaiend te houden.
Laat de hendel los om de motor en het
draaien van het mes te stoppen.
[2]
[1]
[3]
5D-HRZ536C.book Page 17 Thursday, September 8, 2005 12:24 PM
GEBRUIK
18
D
Aandrijfkoppelingshendel
Duw de aandrijfkoppelingshendel [4] naar
voren en houd deze tegen de handgreep om
de maaimachine naar voren te bewegen.
Laat de aandrijfkoppelingshendel los om de
voorwaartse beweging van de maaimachine
te stoppen.
Zet de aandrijfkoppelingshendel los
alvorens de motor te starten. Als de
aandrijfkoppelingshendel ingeschakeld
staat beweegt de grasmaaimachine vooruit
als u de starter in werking stelt.
Stel de aandrijfkoppelingshendel in werking
met een snelle en volledige beweging, zodat de aandrijfkoppeling ofwel volledig
ingeschakeld is of vrij is. Houd de aandrijfkoppelingshendel tegen de handgreep
tijdens het zelfaangedreven maaien. Mede hierdoor wordt de levensduur van het
koppelingsmechanisme verlengd.
Schakelhendel
Gebruik de schakelhendel om de
voorwaartse snelheid van de
grasmaaimachine af te stellen.
Gebruik de gasklephendel niet; de
gasklephendel dient in de stand FAST
te blijven voor de beste maaiprestatie.
U kunt te allen tijde met de
schakelhendel schakelen. Als de
grasmaaimachine echter hard trekt
dient u tussen het schakelen de
aandrijfkoppelingshendel los te laten
voor een soepele werking.
De 1e en 2e versnelling worden
aanbevolen voor maximale
maaiprestatie. U dient de 3e
versnelling te gebruiken om de
maaimachine te vervoeren.
[4]
1
3
2
5D-HRZ536C.book Page 18 Thursday, September 8, 2005 12:24 PM
GEBRUIK
D 19
Hendel zwenkwielvergrendeling
Gebruik de hendel voor zwenkwielvergrendeling [1] om de voorwielen in de recht-
vooruit richting te houden. De vergrendelingshendel kan te allen tijde worden
verschoven tijdens het vooruitrijden, maar als de hendel moeilijk naar de stand
RELEASE [2] te bewegen is, forceer hem dan niet. Druk de handgreep zover naar
beneden dat de voorwielen van de grond loskomen om zo de druk op de borgpennen
te verminderen. Zet de hendel vervolgens in de stand RELEASE.
De stand LOCK [3] dient te worden gebruikt bij het maaien van hellingen of bij recht
gemaaide paden. Voor maximale manoeuvreerbaarheid op vlak terrein wordt de stand
RELEASE aanbevolen.
Druk de grasmaaimachine met de hendel in de stand RELEASE [2] naar voren, en zet
vervolgens de vergrendelingshendel in de stand LOCK [3]. Dit vergrendelt de wielen in
de meeloopstand [4] en voorkomt dat de wielen worden vergrendeld in de sturende
stand [5].
Als de wielen worden vergrendeld in de sturende stand kan de snijkwaliteit hier onder
lijden en komt er extra druk te staan op de grasmaaimachine, wat tot schade aan de
machine kan leiden.
OPMERKING
Als de grasmaaimachine wordt gebruikt met de voorwielen vergrendeld in de sturende
stand kan er schade aan de machine optreden.
[1] [3][2]
[4]
(correct)
[5]
(incorrect)
5D-HRZ536C.book Page 19 Thursday, September 8, 2005 12:24 PM
GEBRUIK
20
D
DE MOTOR STOPPEN
1. Zet de gasklephendel in de
SLOW [1] stand.
2. Laat de aandrijfkoppelings-
hendel [2] los.
3. Laat de vliegwiel-
remhendel [3] los.
4. Als de grasmaaimachine niet in gebruik
is, zet dan de brandstofklep [4] op
stand OFF [5].
[1]
[2]
[3]
[5]
[4]
5D-HRZ536C.book Page 20 Thursday, September 8, 2005 12:24 PM
GEBRUIK
D 21
HANDELINGEN VOOR HET VEILIG MAAIEN
Houd voor uw eigen veiligheid alle vier de wielen op de grond en wees voorzichtig dat
u uw houvast en de controle over de maaimachine niet verliest. Grijp de handgreep
stevig vast en loop met de maaimachine. Ga er nooit mee rennen. Wees zeer
voorzichtig bij het maaien van onregelmatige of ruwe ondergrond. Als de maaimachine
vastloopt, schop of duw deze dan niet met uw voet. Gebruik alleen de handgreep.
Hellingen
Maai hellingen overdwars, niet van boven naar
beneden. Vermijd steile hellingen (meer dan
20°), en wees voorzichtig als u van richting
verandert. Als u een helling maait terwijl het gras
vochtig of nat is, kunt wegglijden, vallen en de
controle over de maaimachine verliezen.
BELANGRIJKE VEILIGHEIDSMAATREGEL
Zet de voorwielen altijd in de stand LOCK en
volkomen vergrendeld als u zich op een helling
bevindt (bladzijde 9). Dit vergroot de controle
over de maaimachine en als deze onbeheerd
wordt achtergelaten op een helling, zorgt het ervoor dat de grasmaaimachine niet gaat
draaien en de heuvel af gaat rollen, waarbij er iemand gewond zou kunnen raken.
WAARSCHUWING
Het mes is scherp en draait op hoge snelheid rond.
Een draaiend mes kan u ernstige snijwonden
toebrengen en kan vingers en tenen amputeren.
Draag beschermend schoeisel.
Houd uw handen uit de buurt van het maaidek terwijl
de motor loopt.
Stop de motor alvorens afstellingen of inspecties uit te
voeren of onderhoud te plegen.
5D-HRZ536C.book Page 21 Thursday, September 8, 2005 12:24 PM
GEBRUIK
22
D
Obstakels
Gebruik de zijkant van de maaimachine om dicht langs obstakels te maaien, zoals
hekken en muren. Laat de aandrijfkoppelingshendel los om de aandrijving te
ontkoppelen bij het maaien rond bomen en andere obstakels. Duw de maaimachine
rond de obstakels voor meer controle over de richting. Wees voorzichtig bij het maaien
over obstakels in het gazon zoals sproeikoppen, plaveisel, borders, etc. Vermijd alles
wat boven het oppervlak van het gazon uitsteekt.
Als het mes iets raakt, of als de maaimachine begint te trillen, stop dan de motor
meteen, trek de bougiedop eraf en controleer op beschadiging (bladzijde 29).
Geraakte voorwerpen kunnen het mes beschadigen, de krukas verbuigen en/of het
maaidek of andere onderdelen breken. Vibratie geeft gewoonlijk aan dat er ernstige
problemen zijn.
De Beperkte Garantie van de Distributeur dekt geen onderdelen die beschadigd zijn
door een botsing of ongeluk.
Grind en losse voorwerpen
Grind, losse stenen, en materiaal voor tuinarchitectuur kunnen worden opgepakt door
de maaimachine en vele meters weggeslingerd met zoveel kracht dat dit ernstig
persoonlijk letsel en/of materiële schade kan veroorzaken. De beste manier om
potentieel letsel door weggeslingerde voorwerpen te voorkomen is het loslaten van de
vliegwielremhendel zodat het mes stopt voordat het in de buurt komt van gebieden
met grind, losse stenen of materiaal voor tuinarchitectuur.
WAARSCHUWING
Een versleten, gebarsten of beschadigd mes kan breken en
de stukken van het beschadigde mes kunnen gevaarlijke
projectielen worden.
Weggeslingerde voorwerpen kunnen ernstig letsel veroorzaken.
Inspecteer het mes (de messen) regelmatig, en gebruik de
maaimachine niet als er een mes versleten of beschadigd is.
5D-HRZ536C.book Page 22 Thursday, September 8, 2005 12:24 PM
GEBRUIK
D 23
MAAITIPS
Wanneer maaien
De meeste grassoorten moeten worden gemaaid als ze zo'n 1 tot 2 1/2 cm langer dan
hun aanbevolen hoogte zijn. Bij mulchen is het maaien vaker nodig dan bij opvangen
in de zak. Voor de beste mulch-resultaten kan het zijn dat u in het groeiseizoen het
gazon twee maal per week moet maaien.
Snijhoogte
Raadpleeg uw plaatselijke kwekerij of tuincentrum voor aanbevelingen over de
snijhoogte en advies over specifieke types en groeicondities in uw streek.
De meeste grassoorten hebben stelen en bladeren. Als u de bladeren afmaait
scalpeert u het gazon. Geef het gras tijd om te herstellen tussen de maaibeurten. Uw
maaimachine zal dan beter werken en uw gazon zal er beter uitzien.
Als uw gras te hoog wordt, maai het dan eerst op de hoogste snijhoogte-instelling en
maai vervolgens nog eens na 2 of 3 dagen. Haal er in een maaibeurt niet meer af dan
een derde van de totale grashoogte anders kunnen er bruine plekken ontstaan.
Afstellen snijhoogte wordt uitgelegd op bladzijde 10.
Snijbreedte
Voor een regelmatige afwerking van het gazon, laat u iedere maaistrook met circa 5
centimeter overlappen. Als het gras erg dik of hoog is, gebruik dan meer overlapping
en een smallere maaistrook.
Messnelheid
Het mes moet zeer snel draaien om naar behoren te kunnen snijden. Gebruik altijd de
gasklepinstelling FAST. Als de motorsnelheid daalt kan dit betekenen dat de motor
overbelast wordt door het mes dat te veel gras probeert te snijden. Maai een smallere strook
beweeg de maaimachine langzamer, monteer de afvoerkoker of verhoog de snijhoogte.
Messcherpte
Een scherp mes snijdt goed door. Een bot mes scheurt het gras en laat gerafelde
uiteinden achter die bruin worden. Wanneer uw mes niet meer goed snijdt, laat het dan
slijpen of vervangen.
5D-HRZ536C.book Page 23 Thursday, September 8, 2005 12:24 PM
GEBRUIK
24
D
Droog gras
Als de grond te droog is zal het maaien een hoop stof doen opwaaien. Behalve dat dit
onplezierig werken is, kan te veel stof het luchtfilter verstoppen. Als stof een probleem
is, sproei uw gazon dan de dag voor het maaien. Maai als het gras droog aanvoelt
maar de grond nog vochtig is.
Nat gras
Nat gras is glad en u kunt er uw houvast op verliezen. Tevens kan afgeknipt nat gras
het maaidek verstoppen en zich in hoopjes verzamelen op het gras. Wacht altijd tot nat
gras is opgedroogd voordat u met maaien begint.
Gevallen bladeren
Als er op uw maaimachine een graszak gemonteerd is, kunt u met uw maaier gevallen
bladeren verzamelen om deze weg te gooien. Als u de maaimachine gebuikt om grote
hoeveelheden bladeren te verzamelen en niet om te maaien, stel de
snijhoogteafstelhendels dan zo in dat de voorzijde van het maaidek één of twee
instellingen hoger staat dan de achterzijde.
Als u uw gazon met mulch van bladeren wilt bedekken, laat de laag bladeren dan niet
te dik worden voor u begint. Het beste resultaat wordt bereikt als u begint uw gazon
met mulch te bedekken terwijl u het gras nog door de laag bladeren kunt zien. Op
plaatsen waar de gevallen bladeren het gras volkomen bedekken, dient u ze met een
hark te verwijderen of de graszak te monteren, zodat uw maaimachine ze kan
verzamelen voor opruiming.
Verstopt maaidek
Voordat u een verstopt maaidek gaat schoonmaken, dient u de motor af te zetten en
de brandstofklep op de stand OFF te zetten. Maak de bougiedop los en kantel de
maaimachine zodat de carburateurkant naar boven gericht is.
Gebruik een stok om het verstopte dek vrij te maken, niet uw handen.
5D-HRZ536C.book Page 24 Thursday, September 8, 2005 12:24 PM
GEBRUIK
D 25
Maaipatronen
Uw Honda maaimachine werkt het meest efficiënt als u de volgende maaipatronen zo
goed mogelijk volgt. Door het ontwerp van het maaidek en de apparatuur en de
draairichting van de messen, geven deze maaipatronen het beste resultaat.
Mulchen (met optionele mulchstop)
Maak een linksdraaiend maaipatroon. Als het
gazon een onregelmatige vorm heeft, of veel
obstakels, dient u het in delen op te delen waar u
de linksdraaiende maaipatronen kunt gebruiken.
Opvangen in zak
Maak een rechtsdraaiend maaipatroon. Zo word
de prestatie van het verzamelen in de zak het
beste, waarbij er de minste hoeveelheid gemaaid
gras op het gazon achterblijft. Voor dik, zwaar
gras, is er een optioneel hoog opheffend mes
voor opvang in zak verkrijgbaar van een erkend
Honda onderhoudsdealer.
MULCH-PATROON
PATROON VOOR IN
ZAK OPVANGEN EN
ACHTER ONTLADEN
5D-HRZ536C.book Page 25 Thursday, September 8, 2005 12:24 PM
ONDERHOUD PLEGEN AAN UW GRASMAAIMACHINE
26
D
ONDERHOUD PLEGEN AAN
UW GRASMAAIMACHINE
HET BELANG VAN HET JUISTE ONDERHOUD
Het juiste onderhoud is van belang voor veilige, zuinige en probleemvrije operatie.
Tevens draagt dit bij aan het verminderen van luchtvervuiling.
Om u te helpen op juiste wijze zorg te dragen voor uw maaimachine, staan er op de
volgende bladzijden een onderhoudsschema, procedures voor routine-inspectie, en
eenvoudig onderhoud met gewoon handgereedschap. Andere onderhoudstaken, die
moeilijker zijn of speciaal gereedschap behoeven, kunnen het best door vaklui worden
uitgevoerd en worden normaliter door een Honda onderhoudsmonteur of andere
bevoegd technicus uitgevoerd.
Het onderhoudsschema is van toepassing op normale bedrijfsomstandigheden. Als u
uw maaimachine onder zware omstandigheden gebruikt, zoals bij aanhoudende zware
belasting of hoge temperaturen, of als u de machine gebruikt in abnormaal natte of
stoffige omstandigheden, raadpleeg dan uw onderhoudsdealer voor aanbevelingen
over uw persoonlijke behoeften en gebruik.
WAARSCHUWING
Het niet naar behoren onderhouden of het nalaten van
het herstellen van een probleem vóór gebruik, kan een
defect veroorzaken waarbij u ernstig gewond kunt raken
of kunt worden gedood.
Volg altijd de aanbevelingen voor inspectie en onderhoud
en volg de schema's in deze gebruikershandleiding.
5D-HRZ536C.book Page 26 Thursday, September 8, 2005 12:24 PM
ONDERHOUD PLEGEN AAN UW GRASMAAIMACHINE
D 27
ONDERHOUDSVEILIGHEID
Hieronder vindt u een aantal van de belangrijkste veiligheidsmaatregelen. We kunnen
u echter niet waarschuwen tegen iedere mogelijk gevaar dat kan voorkomen tijdens
het plegen van onderhoud. Alleen u kunt beslissen of u een bepaald karwei al dan niet
wilt uitvoeren.
Veiligheidmaatregelen
Zorg dat de motor uit staat alvorens u met onderhoud of reparatie begint. Hiermee
worden verschillende potentiële gevaren uitgesloten:
Koolmonoxidevergiftiging door de uitlaat van de motor.
Zorg dat er voldoende ventilatie is tijdens het laten draaien van de motor.
Brandwonden van hete onderdelen.
Laat de motor en het uitlaatsysteem afkoelen voor u ze aanraakt.
Letsel van bewegende onderdelen.
Laat de motor niet lopen tenzij u daartoe instructies krijgt.
Lees de instructies voordat u begint, en zorg dat u de benodigde gereedschappen
en vaardigheden hebt.
Om het risico op brand of explosie te beperken, dient u voorzichtig te zijn als u
met benzine werkt. Gebruik alleen een niet ontvlambaar oplosmiddel en geen
benzine voor het reinigen van onderdelen. Houd sigaretten, vonken en vlammen
uit de buurt van de onderdelen die met brandstof te maken hebben.
Onthoud dat een erkend Honda onderhoudsdealer het meeste verstand heeft van uw
maaimachine en dat hij alles heeft dat nodig is voor onderhoud en reparatie.
Om zeker te zijn van de hoogste kwaliteit en bedrijfszekerheid, dient u slechts originele
Honda-onderdelen of soortgelijke onderdelen te gebruiken voor reparatie en ter vervanging.
WAARSCHUWING
Het niet opvolgen van de onderhoudsinstructies en
veiligheidsmaatregelen kan ernstig letsel of de dood tot
gevolg hebben.
Volg altijd de procedures en voorzorgsmaatregelen in
de gebruikershandleiding.
5D-HRZ536C.book Page 27 Thursday, September 8, 2005 12:24 PM
ONDERHOUD PLEGEN AAN UW GRASMAAIMACHINE
28
D
ONDERHOUDSSCHEMA
(1) Vaker onderhoud plegen bij gebruik in stoffige omgeving.
(2) Deze onderdelen dienen alleen te worden onderhouden door een erkend Honda
onderhoudsdealer van grasmaaimachines, tenzij u zelf de mechanische
bekwaamheid hebt en het juiste gereedschap. Raadpleeg de Honda werkplaats-
handleiding voor onderhoudsprocedures.
NORMALE ONDERHOUDSPERIODE
Voor
ieder
gebruik
Eerste
maand
of 5 uur
Ieder jaar
of 25 uur
Iedere
50 uur
Iedere
100
uur
Iedere
150 uur
Zie
bladzijde
ONDERDEEL
Uitvoeren op
iedere aangegeven
onderhoudstermijn
Mes
Controleren staat O 29
Controleer
aantrekkoppel
bouten
O30
Graszak
Controleren O 31
Motorolie
Controleren O 32
Verversen O O (1) 33
Luchtfilter
Controleren O
34Reinigen O (1)
Vervangen O (1)
Bougie
Controleren-
Afstellen
O
35
Vervangen O
Vonkafleider
Reinigen-
Inspecteren
O36
Klepspeling Afstellen O (2)
Stationair toerental
Controleren-
Afstellen
O (2)
Gasklepkabel Afstellen O (2)
Vliegwielrem
Controleer de
werking
O36
Controleren
remblokje
O (2)
Zwenkwielborgpennen
Reinigen O
37
Controleren-
Doorsmeren
O
Pignon toestellen Smeer O (2)
Verbrandingskamer Reinigen Na iedere 250 uur (2)
Brandstofsysteem
Tank reinigen O (2)
Leiding
controleren
Iedere 2 jaar [indien nodig vervangen (2)]
5D-HRZ536C.book Page 28 Thursday, September 8, 2005 12:24 PM
ONDERHOUD PLEGEN AAN UW GRASMAAIMACHINE
D 29
MES
1. Zet de brandstofklep op OFF
(bladzijde 8). Trek de bougiedop van
de bougie af (bladzijde 35).
2. Kantel de maaimachine naar rechts
zodat de carburateurkant naar boven
gericht is. Dit voorkomt
brandstoflekkage en moeilijk starten.
3. Controleer het mes [1] op slijtage en
beschadigingen.
Een bot mes kan geslepen worden maar een versleten, verbogen, gebarsten, of
anderszins beschadigd mes moet vervangen worden. Een versleten, gebarsten of
beschadigd mes kan breken en de stukken van het beschadigde mes kunnen
gevaarlijke projectielen worden.
Als er een mes geslepen of vervangen moet worden breng dan de maaimachine naar
een erkend Honda onderhoudsdealer. Of u kunt met een momentsleutel het mes (de
messen) zelf demonteren en monteren (bladzijde 30).
Controleer dat de mesbouten stevig aangedraaid zijn (bladzijde 30).
WAARSCHUWING
Een versleten, gebarsten of beschadigd mes kan breken en
de stukken van het beschadigde mes kunnen gevaarlijke
projectielen worden.
Weggeslingerde voorwerpen kunnen ernstig letsel
veroorzaken.
Inspecteer het mes/de messen regelmatig. Gebruik de
maaimachine niet als er een mes versleten of beschadigd is.
[1]
NORMAAL TE VER
VERSLETEN
VERBOGEN GEBARSTEN
5D-HRZ536C.book Page 29 Thursday, September 8, 2005 12:24 PM
ONDERHOUD PLEGEN AAN UW GRASMAAIMACHINE
30
D
Mes demonteren en monteren
Als u het mes (de messen) demonteert, gebruik dan een momentsleutel voor montage.
Gebruik stevige handschoenen om uw handen te beschermen. Om te voorkomen dat
een of meer messen verzwakt raken of een onbalans veroorzaken of slecht knippen,
dienen de messen door getraind personeel te worden geslepen bij een erkend Honda
onderhoudsdealer. Als u het mes vervangt gebruik dan een origineel Honda mes ter
vervanging, of soortgelijk.
Demontage mes
1. Zet de brandstofklep op OFF (bladzijde 20). Maak de bougiedop los (bladzijde 35)
en kantel de maaimachine naar rechts (carburateurkant naar boven gericht).
2. Verwijder de twee mesbouten [1] met een 14 mm dopsleutel. Gebruik een houten
blok om te voorkomen dat het mes [2] gaat draaien tijdens het verwijderen van de
bouten. Verwijder het mes uit de meshouder.
Montage mes
1. Reinig rondom de meshouder [2]. Monteer het mes met de bouten een speciale rin-
gen [3] zoals afgebeeld [holle kant van de speciale ringen naar het mes gericht].
De mesbouten en ringen zijn speciaal ontworpen voor de maaimachine. Als u ze
moet vervangen, gebruik dan alleen originele Honda onderdelen. Anders kan een
mes loskomen van de maaimachine en ernstig letsel veroorzaken.
[3]
[2]
[4] (2)
[1] (2)
5D-HRZ536C.book Page 30 Thursday, September 8, 2005 12:24 PM
ONDERHOUD PLEGEN AAN UW GRASMAAIMACHINE
D 31
2. Draai de bouten vast met een momentsleutel. Gebruik een houten blok om te
zorgen dat het mes niet gaat draaien.
Aantrekkoppel mesbout: 49 ~ 59 N·m
Als u geen momentsleutel hebt laat dan een erkend Honda onderhoudsdealer de
mesbouten voor u vastzetten voordat u de maaimachine in gebruik neemt. Als de
mesbouten te strak zijn vastgezet kunnen ze breken. Als de mesbouten niet strak
genoeg zijn vastgezet kunnen ze los gaan zitten of eruit komen. In beide gevallen zou
het mes er dan af kunnen vliegen terwijl u aan het maaien bent.
GRASZAKREINIGING EN -VERVANGING
Graszakreiniging
Was de zak met de tuinslang en laat hem volledig
drogen voor gebruik; een natte zak zal snel
verstopping veroorzaken.
Vervangen graszak
Vervang een versleten of beschadigde graszak met
een originele Honda-zak of soortgelijk.
Verwijderen zak
Klik de plastic randen van de zak los van het frame.
Verwijder de zak van het frame.
Monteren zak
Breng het frame de nieuwe zak in. Klik de plastic randen op het frame zoals afgebeeld.
5D-HRZ536C.book Page 31 Thursday, September 8, 2005 12:24 PM
ONDERHOUD PLEGEN AAN UW GRASMAAIMACHINE
32
D
MOTORONDERHOUD
Controle motoroliepeil
1. Veeg de peilstok schoon.
2. Steek de vuldop/peilstok [1] er in en
haal hem er weer uit zonder hem vast
te schroeven in de vulhals. Controleer
het oliepeil dat wordt aangegeven op
de peilstok.
3. Als het oliepeil laag is voeg dan olie toe
om het peil tot tussen de bovengrens [2]
en de ondergrensmarkeringen [3] op de
peilstok te brengen. Niet te vol maken.
Als de motor te vol is, kan overtollige olie
worden overgebracht naar de
luchtfilterbehuizing en het filter.
OPMERKING
De motor laten lopen met een laag oliepeil
kan motorschade tot gevolg hebben.
4. Schroef de vuldop/peilstok stevig vast.
Aanbevelingen motorolie
Olie is een belangrijke factor die van
invloed is op de prestatie en de
levensduur. Gebruik 4-takt detergentolie
voor motorvoertuigen.
SAE 10W-30 wordt aanbevolen voor
algemeen gebruik. Andere in het schema
beschreven viscositeiten kunnen worden
gebruikt als de gemiddelde temperatuur
in uw streek binnen het aanbevolen
bereik ligt.
De SAE-olieviscositeit en onderhoudsclassificatie staan op het etiket op de oliehouder.
Honda beveelt het gebruik van API SERVICE olie categorie SH of SJ aan.
[1]
(schroef de peilstok
niet naar binnen bij
het controleren van
het oliepeil)
[2]
[3]
–20 0 20 40 60 80
100
0
F
–30 –20 –10 0 10 20 30
40
0
C
AMBIENT TEMPERATURE
5D-HRZ536C.book Page 32 Thursday, September 8, 2005 12:24 PM
ONDERHOUD PLEGEN AAN UW GRASMAAIMACHINE
D 33
Verversen motorolie
Tap de olie af terwijl de motor warm is. Warme olie tapt gemakkelijk en volledig af.
1. Zet de brandstofklep op OFF om het risico op brandstoflekkage te verminderen
(bladzijde 20).
2. Vergrendel de voorwielen (bladzijde 20).
3. Veeg het oliefilteroppervlak schoon, en verwijder vervolgens de oliefilterdop/
peilstok.
4. Plaats een opvangbak naast de
maaimachine om de gebruikte olie op te
vangen, en kantel vervolgens de
maaimachine op zijn rechterkant.
De gebruikte olie zal door de vulhals
wegvloeien. Laat de olie helemaal
afvloeien.
OPMERKING
Onjuiste lozing van motorolie kan schadelijk
zijn voor het milieu. Als u zelf de olie ververst zorg dan dat u de olie naar behoren
loost. Doe de olie in een afgesloten houder en breng het naar een recycle-
centrum. Gooi hem niet in een vuilnisbak of op de grond weg.
5. Vullen met de aanbevolen olie. Niet te ver
vullen. Laat de olie een paar minuten
bezinken in de motor en meet vervolgens
het oliepeil zoals wordt aangegeven op
bladzijde 32.
OPMERKING
Gebruik van niet deteregentolie kan de
levensduur van de motor verkorten, en
gebruik van 2-taktolie kan de motor
beschadigen.
5D-HRZ536C.book Page 33 Thursday, September 8, 2005 12:24 PM
ONDERHOUD PLEGEN AAN UW GRASMAAIMACHINE
34
D
Onderhoud luchtfilter
Een verontreinigd luchtfilter beperkt de luchtstroom naar de carburateur, waardoor het
motorvermogen wordt verminderd. Als u de maaimachine in een erg stoffige omgeving
gebruikt dient u het luchtfilter vaker te reinigen dan wordt aangegeven in het
ONDERHOUDSSCHEMA.
OPMERKING
Bij gebruik van de motor zonder luchtfilter kan er vuil in de motor komen waardoor
deze snel slijt. Dit soort schade wordt niet gedekt door de Beperkte Garantie van
de Distributeur.
1. Druk de lipjes [1] van het deksel naar beneden en verwijder het deksel [2] van de
behuizing [3].
2. Verwijder het filter [4] en inspecteer het; vervangen indien beschadigd.
3. Reinig het filter door het een paar maal tegen een harde ondergrond te tikken om
vuil te verwijderen, er perslucht van binnenuit door het filter te blazen [niet boven
de 207 kPa] . Probeer nooit het vuil eraf te borstelen; borstelen drukt het vuil de
vezels in.
4. Veeg het vuil met een vochtige doek van de binnenkant van de luchtfilterbehuizing
en deksel af. Wees voorzichtig dat er geen vuil in de luchtslang naar de
carburateur komt.
5. Monteer het filter en het deksel opnieuw.
[3]
[4]
[2]
[1]
5D-HRZ536C.book Page 34 Thursday, September 8, 2005 12:24 PM
ONDERHOUD PLEGEN AAN UW GRASMAAIMACHINE
D 35
Onderhoud bougie
Aanbevolen bougie: BPR5ES (NGK)
Voor goede prestatie moet de elektrodenafstand correct zijn en de bougie vrij van
aanslag.
OPMERKING
Een onjuiste bougie kan motorschade
veroorzaken.
1. Trek de bougiedop [1] van de bougie af
en verwijder vuil uit het de omgeving.
2. Verwijder de bougie [2] met een
bougiesleutel [3].
3. Inspecteer de bougie; vervang deze als
de elektroden versleten zijn, of als de
isolator gebarsten of beschadigd is.
4. Stel de spleet in op 0,7 ~ 0,8 mm.
5. Monteer de bougie voorzichtig, met de
hand, om beschadiging aan de schroefdraad
te voorkomen.
6. Wanneer de bougie op zijn plaats komt, deze
als volgt vastzetten om de afdichtring [4] in
elkaar te drukken:
Oude bougie: 1/8 tot 1/4 draai
Nieuwe bougie: 1/2 draai
OPMERKING
Een losse bougie kan oververhitten en de
motor beschadigen. Het te strak aandraaien
van de bougie kan de schroefdraad in de
cilinderkop beschadigen.
7. Plaats de bougiedop op de bougie.
[2]
[1]
[3]
0,7 ~ 0,8 mm
[4]
ONDERHOUD PLEGEN AAN UW GRASMAAIMACHINE
36
D
Onderhoud
De vonkafleider moet iedere 100 uur een onderhoudsbeurt krijgen om te blijven
werken zoals beoogd.
1. Laat de motor afkoelen en verwijder vervolgens de drie bouten [1] van de geluid-
demperbescherming [2]. Verwijder de geluiddemperbescherming.
2. Verwijder de twee stelschroeven [3] en verwijder de vonkafleider [4].
3. Controleer op koolstofafzetting op de vonkafleider en de uitlaatpoort. Veeg met
een borstel eventuele koolstofafzetting van de bescherming. Vervang als de
bescherming gescheurd of beschadigd is.
4. Montage geschiedt in omgekeerde volgorde van het uitbouwen. Alle onderdelen
stevig vastzetten.
VLIEGWIELREM
Start de motor buiten en zet de gasklep op FAST. Laat de vliegwielremhendel los; de
motor moet nu snel stoppen. Als dit niet het geval is, dient u uw maaimachine ter
reparatie naar een erkend Honda onderhoudsdealer te brengen.
DEMPER
[4]
[3] (2)
[1] (3)
[2]
5D-HRZ536C.book Page 36 Thursday, September 8, 2005 12:24 PM
ONDERHOUD PLEGEN AAN UW GRASMAAIMACHINE
D 37
ZWENKWIELBORGPENNEN
Verwijder de 4 wielkapschroeven [1] en verwijder de voorste wielkappen [2]. Schuif de
vergrendelingshendel heen en weer tussen de standen LOCK [3] en RELEASE [4] en
zorg dat de borgpennen [5] onbelemmerd kunnen bewegen. De borgpennen moeten de
voorwielen volkomen vergrendelen en loslaten. Reinig de omgeving van de borgpennen
van alle vuil en stof. Als een borgpen klemt, smeer de borgpen dan met universeel vet.
Plaats de wielkappen weer terug en draai de schroeven stevig vast.
[5]
[2] (2)
[1] (4)
[3]
[4]
5D-HRZ536C.book Page 37 Thursday, September 8, 2005 12:24 PM
ONDERHOUD PLEGEN AAN UW GRASMAAIMACHINE
38
D
BRANDSTOFSYSTEEM
Brandstof bijvullen
Brandstoftankinhoud: 0,91 l
Vul het brandstofpeil bij als het laag is en doe dit in een goed geventileerde ruimte,
terwijl de motor uit staat. Laat de motor eerst afkoelen als deze heeft gedraaid.
Verwijder de brandstoftankdop [1] voor het bijvullen van brandstof en vul de tank tot de
vulhals [2] met benzine. Vul voorzichtig bij om morsen van brandstof te voorkomen.
Niet te ver vullen. Er mag geen brandstof in de vulhals zitten. Na het bijvullen de
brandstofdop stevig dichtdraaien.
Vul de motor nooit binnen waar de
benzinedampen in aanraking kunnen komen met
vlammen of vonken. Houd benzine uit de buurt
van waakvlammen, barbecues, elektrische
apparaten, elektrische gereedschappen, etc.
Gemorste brandstof veroorzaakt niet alleen een
risico op brand, het veroorzaakt tevens schade
aan het milieu. Veeg gemorst brandstof direct op.
Ga ten minste 3 meter uit de buurt van de
brandstofbron en -locatie voordat u de motor start.
OPMERKING
Brandstof kan verf en plastic beschadigen. Wees voorzichtig dat u bij het vullen van
uw tank geen brandstof morst. Beschadiging door gemorste brandstof wordt niet
gedekt door de Beperkte Garantie van de Distributeur.
WAARSCHUWING
Benzine is zeer ontvlambaar en explosief.
U kunt brandwonden oplopen of ernstig gewond raken
bij het omgaan met brandstof.
Stop de motor en houd hitte, vonken en vlammen op
een afstand.
Werk alleen buiten met brandstof.
Veeg gemorste brandstof direct op.
[1]
[2]
ONDERHOUD PLEGEN AAN UW GRASMAAIMACHINE
D 39
Aanbevelingen brandstof
Gebruik loodvrije benzine met een pompoctaangehalte van 86 of hoger.
Deze motoren mogen officieel loodvrije benzine gebruiken. Loodvrije benzine
produceert minder afzetting op de motor en bougie en verlengt de levensduur
van het uitlaatsysteem.
Gebruik nooit oude of verontreinigde benzine of een mengsel van olie en benzine.
Zorg dat er geen vuil of water in de brandstoftank komt.
Af en toe kunt een een licht “kloppen van de bougie” of “gepingel” horen (metaalachtig
tikgeluid) als u onder zware omstandigheden maait. Hier hoeft u zich geen zorgen over
te maken.
Als het geklop of gepingel plaatsvindt bij een vaste motorsnelheid bij normale
belasting, verander dan van van merk benzine. Als het geklop of gepingel door blijft
gaan raadpleeg dan een erkend Honda onderhoudsdealer.
OPMERKING
De motor laten lopen met een aanhoudend bougiegeklop of gepingel kan motorschade
tot gevolg hebben.
Dit wordt als verkeerd gebruik gezien en de Beperkte Garantie van de Distributeur
dekt geen onderdelen die beschadigd zijn door verkeerd gebruik.
Voor geoxygeneerde brandstof raadpleeg bladzijde 50.
5D-HRZ536C.book Page 39 Thursday, September 8, 2005 12:24 PM
OPSLAG
40
D
OPSLAG
VOORBEREIDING VOOR OPSLAG
Behoorlijke voorbereiding voor opslag is essentieel als u uw grasmaaimachine
probleemvrij en goed verzorgd wilt houden. De volgende stappen dragen er mede
zorg voor dat roest en corrosie de werking van uw grasmaaimachine en zijn uiterlijk
niet beïnvloeden en maken het gemakkelijker voor u de motor te starten als u de
grasmaaimachine weer gaat gebruiken.
Reinigen
1. Was de grasmaaimachine, ook de onderzijde van het maaidek.
Motor
Was de motor met de hand en wees voorzichtig dat er geen water in het
luchtfilter komt.
OPMERKING
Een tuinslang of hoge drukspuit kan water het luchtfilter in drukken. Water in het
luchtfilter zal door het filter worden geabsorbeerd en de carburateur of motor
binnengaan, wat schade veroorzaakt.
OPMERKING
Water op een hete motor kan schade veroorzaken. Laat voor het wassen de
motor minstens een half uur afkoelen als deze heeft gedraaid.
Maaidek
Als u een tuinslang of hoge drukspuit gebruikt om het maaidek te reinigen, zorg
dan dat er geen water in de bedieningen of de kabels komt en nergens in de buurt
van het luchtfilter van de motor of de opening van de geluiddemper.
Zorg voordat u de onderzijde van het maaidek wast dat de brandstofklep op stand
OFF staat. Maak de bougiedop los. Laat de maaimachine op de rechterkant
rusten zodat de carburateurkant naar boven gericht is. Dit voorkomt
brandstoflekkage en moeilijk starten wegens verzuipen van de carburateur.
Gebruik stevige handschoenen om uw handen tegen het mes te beschermen.
2. Droog alle toegankelijke oppervlakken na het wassen van de grasmaaimachine.
3. Terwijl de maaimachine rechtop staat, start u de motor buiten en laat u deze lopen
tot hij normale bedrijfstemperatuur bereikt om eventuele water dat nog op de
motor zit te verdampen.
4. Stop de motor en laat hem afkoelen.
5. Als de maaimachine schoon en droog is, werkt u eventueel beschadigde plekken
bij met verf en brengt u een dunne laag olie aan op gedeelten die kunnen gaan
roesten. Smeer de bedieningskabelkernen met siliconenspray smeermiddel.
5D-HRZ536C.book Page 40 Thursday, September 8, 2005 12:24 PM
OPSLAG
D 41
Brandstof
Benzine oxideert en verslechtert bij opslag. Oude benzine zorgt dat de motor moeilijk
start en laat gomafzetting achter waardoor het brandstofsysteem verstopt raakt. Als de
benzine in uw maaimachine verslechtert tijdens langdurige opslag, moet u misschien
de carburateur en andere onderdelen van het brandstofsysteem een onderhoudsbeurt
laten geven of vervangen.
De tijdsduur dat de benzine in de brandstoftank en carburateur gelaten kan worden
zonder functionele problemen te veroorzaken varieert door factoren als
benzinemengsel,opslagtemperatuur en of de tank gedeeltelijk of volledig gevuld is. De
lucht in de gedeeltelijk gevulde tank bevordert verslechtering van de brandstof. Bij
opslag in een zeer warme plaats wordt de benzine sneller slecht. Problemen met
brandstofverslechtering kunnen binnen een paar maanden voorkomen, of zelfs sneller
als de benzine niet vers was toen de tank werd gevuld.
De Beperkte Garantie van de Distributeur dekt geen schade aan het brandstofsysteem
of problemen met de prestatie van de motor ten gevolge van nalatigheid bij het
voorbereiden voor opslag.
U kunt de levensduur van opgeslagen brandstof verlengen door een
brandstofstabilisatiemiddel toe te voegen met een speciale formule voor dat
doeleinde. U kunt tevens de problemen van brandstofverslechtering verkleinen door
de brandstoftank en carburateur leeg te laten lopen.
Brandstofstabilisatiemiddel toevoegen om levensduur
opgeslagen brandstof te verlengen
Vul bij het toevoegen van een stabilisatiemiddel de brandstoftank met verse benzine.
Als de tank slechts gedeeltelijk is gevuld zal de lucht erin brandstofverslechtering
bevorderen tijdens de opslag. Als u een fles/ blik benzine bewaart om brandstof bij te
vullen, zorg dan dat hier alleen verse benzine in zit.
1. Voeg brandstofstabilisatiemiddel bij volgens de instructies van de fabrikant.
2. Laat na het het toevoegen van een brandstofstabilisatiemiddel de motor buiten 10
minuten lopen om zeker te zijn dat de behandelde benzine de onbehandelde
benzine in de carburateur heeft vervangen.
3. Zet de motor af en zet de brandstofklep op de stand OFF. Dit schakelt de
brandstofstroom tussen de brandstoftank en de carburateur uit.
5D-HRZ536C.book Page 41 Thursday, September 8, 2005 12:24 PM
OPSLAG
42
D
De brandstoftank en de carburateur aftappen
1. Verwijder de carburateur aftapbout [1] met een 10 mm sleutel, en vang de
carburateurbrandstof op in een daarvoor goedgekeurd bak.
2. Zet de brandstofklep op ON (bladzijde 8).
Hierdoor kan de brandstof in de
brandstoftank door de carburateurbak
wegvloeien. Monteer de aftapbout opnieuw
als de vloeistof volledig is afgevloeid.
Motorolie
Motorolie verversen (bladzijde 33).
Motorcilinder
Verwijder de bougie (bladzijde 35). Giet een
eetlepel (5 ~ 10 cc) schone motorolie in de cilinder. Trek verschillende malen aan het
trekstarterkoord om de olie in de cilinder te verdelen. Plaats de bougie terug. Trek
langzaam aan de trekstarter totdat u weerstand voelt en laat dan de handgreep
langzaam terugveren. Dit sluit de kleppen zodat er geen vocht naar binnen kan komen.
Handgreep inklappen
Verwijder de graszak (indien gemonteerd). Maak
de vergrendelingsknoppen [2] van de handgreep
los. Druk beide kanten van de onderste handgreep
naar buiten om de fixeerpennen los te maken, en
zwaai vervolgens de handgreep naar voren. Zorg
dat de kabels niet gebogen of geklemd raken.
WAARSCHUWING
Benzine is zeer ontvlambaar en explosief.
U kunt brandwonden oplopen of ernstig gewond raken bij
het omgaan met brandstof.
Stop de motor en houd hitte, vonken en vlammen op
een afstand.
Werk alleen buiten met brandstof.
Veeg gemorste brandstof direct op.
[1]
[2]
5D-HRZ536C.book Page 42 Thursday, September 8, 2005 12:24 PM
OPSLAG
D 43
VOORZORGSMAATREGELEN OPSLAG
Als uw maaimachine wordt opgeslagen met benzine in de brandstoftank en
carburateur, is het van belang dat het risico op benzinedampontbranding te
verminderen. Kies een goed geventileerde opslagruimte uit de buurt van apparaten die
werken met een vlam zoals ovens, waterkokers, of wasdrogers. Vermijd tevens
plaatsen met een elektrische motor die vonken produceert of plaatsen waar er
elektrische gereedschappen worden gebruikt.
Vermijd indien mogelijk tevens opslagruimten waar de luchtvochtigheid hoog is; dat
bevordert roest en corrosie.
Tenzij alle brandstof uit de tank is gevloeid dient u de brandstofklep op OFF te zetten
om het risico op brandstoflekkage te verminderen.
Plaats de maaimachine met de wielen op een horizontaal oppervlak. Kantelen kan
lekkage van brandstof of olie veroorzaken.
De handgreep kan worden ingeklapt voor compacte opslag (bladzijde 42).
Als de motor en het uitlaatsysteem eenmaal koel zijn kunt u de maaimachine afdekken om
hem stofvrij te houden. Een hete motor en heet uitlaatsysteem kan sommige materialen
doen ontbranden of smelten. Gebruik geen plastic zeil als stofhoes. Een niet-poreuze
afdekking houdt vocht binnen rond de maaimachine wat roest en corrosie bevordert.
UIT DE OPSLAG HALEN
Controleer uw maaimachine zoals wordt beschreven in het hoofdstuk VÓÓR HET IN
BEDRIJF NEMEN (bladzijde 11).
Vul de tank met verse benzine als de brandstof werd afgetapt tijdens de voorbereiding
voor opslag. Als u een fles/blik benzine bewaart om brandstof bij te vullen, zorg dan
dat hier alleen verse benzine in zit. Benzine oxideert en verslechtert na verloop van
tijd, waardoor het starten moeilijk wordt.
Als de cilinder met olie gecoat werd tijdens de voorbereiding voor opslag, zal de motor
even rook afgeven bij het starten. Dit is normaal.
5D-HRZ536C.book Page 43 Thursday, September 8, 2005 12:24 PM
44 D
TRANSPORT
VÓÓR HET INLADEN
Laat als de motor heeft gedraaid deze minstens 15 minuten afkoelen voordat u de
maaimachine in het transportvoertuig laadt. Een hete motor en heet uitlaatsysteem
kunnen u verbranden en sommige materialen doen ontbranden.
Draai de brandstofklep [1] naar stand OFF [2] (bladzijde 20). Dit voorkomt dat de
carburateur verzuipt en vermindert de kans op brandstoflekkage.
Indien hiermee uitgerust, de graszak verwijderen.
INLADEN EN UITLADEN
Als er geen geschikte laadklep beschikbaar is dienen twee personen de maaimachine
het transportvoertuig op en af te tillen, terwijl ze de machine horizontaal houden.
Plaats de maaimachine zo dat alle vier wielen op de vloer van het transportvoertuig
staan. Bind de maaimachine vast met touw of riemen, en blokkeer de wielen. Houd
de vastbindtouwen of riemen uit de buurt van de bedieningen, afstelhendels, kabels
en de carburateur.
De handgreep kan worden ingeklapt zodat de maaimachine minder ruimte inneemt
(zie bladzijde 42).
Zet de voorwielen in de stand LOCK om beweging van de maaimachine tijdens het
vervoer te beperken (bladzijde 9).
[1]
[2]
5D-HRZ536C.book Page 44 Thursday, September 8, 2005 12:24 PM
D 45
ONVERWACHTE PROBLEMEN
AANPAKKEN
MOTORPROBLEMEN
Motor start niet Mogelijk oorzaak Correctie
Controleer standen bedieningen. Brandstofklep op OFF. Zet de brandstofklep op ON (blz. 8).
Gasklephendel in onjuiste stand. Zet gasklephendel op stand CHOKE,
tenzij de motor warm is (blz. 15).
Brandstof controleren. Brandstof op. Brandstof bijvullen (blz. 38).
Slechte brandstof; maaimachine
opgeslagen zonder behandeling van of
aftappen van benzine, of opnieuw gevuld
met slechte benzine.
De brandstoftank en de carburateur
aftappen (blz. 42)
Opnieuw vullen met verse benzine
(blz. 38).
Verwijder de bougie en
inspecteer hem.
Bougie defect, vervuild of met onjuiste
elektrodenspleet.
Controleer spleet, of verwijder de
bougie (blz. 35).
Bougie nat van de brandstof
(verzopen motor).
Droog de bougie en plaats hem terug.
Start de motor met de gasklephendel
op stand FAST.
Breng de maaimachine naar een
erkend Honda onderhoudsdealer,
of raadpleeg de
werkplaatshandleiding.
Brandstoffilter verstopt, defecte
carburateur, defecte ontsteking,
vastzittende kleppen, etc.
Vervang of repareer defecte
onderdelen indien nodig.
Vermogenverlies Mogelijk oorzaak Correctie
Controleer gasklepstand. Gasklep staat niet op FAST. Zet de gasklep op FAST (blz. 17).
Controleer grashoogte. Gras te hoog om te maaien. Verhoog snijhoogte (blz. 10), maai een
smallere strook (blz. 23), of maai vaker.
Controleer onder het maaidek. Verstopping maaidek Reinig het maaidek.
Controleer luchtfilter. Verstopping luchtfilter Reinig of vervang het luchtfilter (blz. 34).
Brandstof controleren. Slechte brandstof; maaimachine
opgeslagen zonder behandeling van of
aftappen van benzine, of opnieuw gevuld
met slechte benzine.
De brandstoftank en de carburateur
aftappen (blz. 42)
Opnieuw vullen met verse benzine
(blz. 38).
Breng de maaimachine naar een
erkend Honda onderhoudsdealer,
of raadpleeg de
werkplaatshandleiding.
Brandstoffilter verstopt, defecte
carburateur, defecte ontsteking,
vastzittende kleppen, etc.
Vervang of repareer defecte
onderdelen indien nodig.
5D-HRZ536C.book Page 45 Thursday, September 8, 2005 12:24 PM
ONVERWACHTE PROBLEMEN AANPAKKEN
46
D
VIBRATIEPROBLEMEN
PROBLEMEN MET MAAIEN EN OPVANG IN ZAK
Overmatige vibratie Mogelijk oorzaak Correctie
Controleer het maaidek en mes(sen). Er zit gras en afval vast onder
het maaidek.
Reinig het maaidek (blz. 24).
Breng de maaimachine naar een
erkend Honda onderhoudsdealer ter
reparatie.
Mechanische schade, zoals een
verbogen krukas.
Vervang of repareer defecte
onderdelen indien nodig.
Slechte maaikwaliteit of slechte
prestatie maaien/opvangen in zak
Mogelijk oorzaak Correctie
Controleer dat de gasklephendel in
de FAST stand.
Motorsnelheid is te laag om goed te
maaien.
Zet de gasklephendel op stand FAST
(blz. 17).
Verminder de voorwaartse snelheid. Maaimachine gaat te snel voor
de toestand waarin het gazon
zich bevindt.
Laat de aandrijfkoppelingshendel los
en duw langzaam. Schakel naar een
lagere versnelling.
Controleer de afstelhendels
snijhoogte.
Afstelhendels ingesteld op
verschillende standen.
Stel alle afstelhendels in op dezelfde
snijhoogte (blz. 10).
Controleer graszak (indien
gemonteerd).
Graszak te vol of verstopt. Leeg de graszak. Was de graszak als
deze verstopt is met vuil (blz. 31).
Controleer het maaidek en mes(sen).
Verstopping maaidek Reinig het maaidek (blz. 24).
Mes(sen) bot, versleten of beschadigd. Slijp of vervang mes(sen) indien
nodig (blz. 30).
5D-HRZ536C.book Page 46 Thursday, September 8, 2005 12:24 PM
D 47
IN ELKAAR ZETTEN
Uitpakken
Verwijder alle karton van de maaimachine,
waaronder het stuk rond de handgrepen.
Monteren van de handgrepen
Maak de twee vergrendelingsknoppen [1]
op de onderste handgreep zo ver los dat de
handgreep omhoog kan komen in de
maaistand. Houd de vliegwielhendel [2]
tegen de handgreep gedrukt en klap de
handgreep uit naar de maaistand. Verwijder
het stuk papier tussen de handgreep en het
frame. Draai de knoppen stevig vast als de
handgreep eenmaal op zijn plaats zit.
Grasopvangeenheid
Schuif het frame [2] van de graszak in de graszak [3] en bevestig de klemmen [3]
zoals afgebeeld.
Til de afvoerbeschermkap [4] naar achteren
omhoog en monteer de graszak.
[1] (2)
[2]
[2]
[1]
[3]
[1]
GRASZAK-
HENDEL
[4]
5D-HRZ536C.book Page 47 Thursday, September 8, 2005 12:24 PM
IN ELKAAR ZETTEN
48
D
Motorolie
De grasmaaimachine wordt ZONDER OLIE
in de motor verscheept.
Vul dan genoeg SAE 10W-30 API olie van
onderhoudscategorie SH of SJ om het oliepeil
tot tussen de bovengrens [2] en de
ondergrensmarkeringen [3] op de vuldop/
peilstok [1] te brengen, zoals wordt afgebeeld.
Doe niet te veel olie in de motor. Als de
motor te vol is, kan overtollige olie worden
overgebracht naar de luchtfilterbehuizing en
het luchtfilter.
Voor meer informatie over motorolie, zie
(bladzijde 32).
Brandstof
Raadpleeg bladzijde 38.
VÓÓR HET IN
BEDRIJF NEMEN
Alle operators van de maaimachine moeten vóór gebruik van de maaimachine de
volgende hoofdstukken en gedeelten lezen:
VEILIGHEID GRASMAAIMACHINE (bladzijde 6)
BEDIENINGEN EN KENMERKEN (bladzijde 7)
VÓÓR HET IN BEDRIJF NEMEN (bladzijde 11)
GEBRUIK (bladzijde 15)
ONDERHOUDSSCHEMA (bladzijde 28)
[1]
(schroef de peilstok
niet naar binnen bij
het controleren van
het oliepeil)
[2]
[3]
5D-HRZ536C.book Page 48 Thursday, September 8, 2005 12:24 PM
TECHNISCHE- EN CONSUMENTENINFORMATIE
D 49
TECHNISCHE- EN
CONSUMENTENINFORMATIE
INFORMATIE
Carburateurmodificatie voor gebruik op hoogte
Op hoogte zal het standaard lucht/brandstofmengsel voor de carburateur te rijk zijn.
Prestatie verslechtert, en het brandstofverbruik gaat omhoog. Een zeer rijk mengsel
zal ook de bougie verontreinigen en moeilijk starten als gevolg hebben. Langdurig
gebruik op een hoogte die anders is dan de hoogte waarop de motor is gecertificeerd
kan de uitstoot vergroten.
Prestatie op hoogte kan worden verbeterd door specifieke modificaties aan de
carburateur. Als u de maaimachine altijd boven de 1500 meter hoogte gebruikt, laat uw
onderhoudsdealer dan deze carburateurmodificatie uitvoeren. Als deze motor op
hoogte wordt gebruikt met de carburateurmodificaties voor hoogte, zal hij voldoen aan
elke uitstootstandaard gedurende zijn gehele levensduur.
Zelfs met carburateurmodificatie zal de paardenkracht van de motor afnemen met
3,5% voor elke 300 meter stijging. Het effect van hoogte op de paardenkracht zal
groter zijn als de carburateurmodificatie niet is uitgevoerd.
OPMERKING
Als de carburateur is gemodificeerd voor gebruik op hoogte, wordt het mengsel te arm
voor gebruik in laaggelegen gebieden. Gebruik van de maaimachine met een
gemodificeerde carburateur beneden de 1500 meter kan de motor doen oververhitten
en ernstige motorschade tot gevolg hebben. Voor gebruik in laaggelegen gebieden
dient u uw onderhoudsdealer de carburateur terug te laten zetten op de
oorspronkelijke fabrieksspecificaties.
5D-HRZ536C.book Page 49 Thursday, September 8, 2005 12:24 PM
TECHNISCHE- EN CONSUMENTENINFORMATIE
50
D
Geoxygeneerde brandstoffen
Sommige conventionele benzinesoorten worden gemengd met alcohol of een
ethersamenstelling. Deze groep benzinesoorten wordt geoxygeneerde brandstoffen
genoemd. Om te voldoen aan de normen voor schone lucht, worden in sommige
gedeelten van de Verenigde Staten en Canada geoxygeneerde brandstoffen gebruikt
om uitstoot te verminderen. Als u een geoxygeneerde brandstof gebruikt, zorg dan dat
deze loodvrij is en voldoet aan de eis voor minimum octaangehalte. Probeer de inhoud
van de geoxygeneerde brandstof vast te stellen voordat u deze gebruikt. In sommige
staten/provincies is het verplicht deze informatie op de benzinepomp bekend te maken.
Hieronder volgen de door de EPA goedgekeurde percentages oxygenaten:
ETHANOL —— (ethyl of graanalcohol) 10% van de inhoud
U kunt benzine met maximaal 10% ethanol van de inhoud gebruiken.
Benzine met ethanol kan op de markt zijn onder de naam “Gasohol”.
MTBE ———— (Methyl Tertiary Butyl Ether) 15% van de inhoud
U kunt benzine met maximaal 15% MTBE van de inhoud gebruiken.
METHANOL —— (methyl of houtalcohol) 5% van de inhoud
U kunt benzine met maximaal 5% methanol van de inhoud gebruiken,
zolang als het cosolvents en corrosieremmers bevat om het
brandstofsysteem te beschermen.
Benzine met meer dan 5% methanol van de inhoud kan start- en/of
prestatieproblemen veroorzaken. Het kan tevens de metalen, rubber
en plastic onderdelen van uw brandstofsysteem beschadigen.
Als u ongewenste gebruikssymptomen bemerkt, probeer dan een ander pompstation,
of ga over op een ander merk benzine. Brandstofsysteembeschadiging en
prestatieproblemen die voortkomen uit het gebruik van een geoxygeneerde brandstof
met een hoger percentage oxygenaten dan hierboven genoemd vallen niet onder de
Beperkte Garantie van de Distributeur.
5D-HRZ536C.book Page 50 Thursday, September 8, 2005 12:24 PM
TECHNISCHE- EN CONSUMENTENINFORMATIE
D 51
UITLAATREGELINGSSYSTEEM
Bron van de uitstoot
Het verbrandingsproces produceert koolmonoxide, stikstofoxiden, en koolwaterstof.
Regeling van de koolwaterstoffen en stikstofoxiden is zeer belangrijk omdat deze onder
bepaalde omstandigheden reageren bij blootstelling aan zonlicht en fotochemische
smog vormen. Koolmonoxide reageert niet op dezelfde manier maar is giftig.
Honda gebruikt arme carburateurinstellingen en andere systemen om de uitstoot van
koolmonoxide, stikstofoxiden en koolwaterstof te verminderen.
Problemen die invloed kunnen hebben op de uitstoot
Als u een van de volgende symptomen bemerkt, laat uw motor dan inspecteren en
repareren door een erkend Honda onderhoudsdealer.
Moeilijk starten of afslaan na starten
Onregelmatig stationair draaien
Weigering of terugslag bij belasting
Naontsteking (terugslag)
Zwarte uitlaatgassen of hoog brandstofverbruik
Vervangende onderdelen
Wij raden bij onderhoud het gebruik van originele Honda onderdelen aan. Deze
vervangende onderdelen naar origineel ontwerp worden gefabriceerd met de dezelfde
normen als de oorspronkelijke onderdelen, en u kunt dus verzekerd zijn van hun
prestatie. Het gebruik van vervangende onderdelen die niet van origineel ontwerp en
kwaliteit zijn kunnen de doelmatigheid van uw uitlaatregelingssysteem verslechteren.
Onderhoud
Volg het onderhoudsschema op bladzijde 28. Onthoudt dat dit schema gebaseerd is
op de veronderstelling dat uw machine wordt gebruikt voor het beoogde doeleinde. Bij
ononderbroken gebruik met zware belasting is vaker onderhoud nodig.
5D-HRZ536C.book Page 51 Thursday, September 8, 2005 12:24 PM
TECHNISCHE- EN CONSUMENTENINFORMATIE
52
D
SPECIFICATIES
MODEL GRASMAAIMACHINE
HRX537CTDE
Honda cirkelmaaier, graszak, 530 mm maaidek,
3-versnellingen transmissie, Vliegwielremhende, Europese markt
MATEN, GEWICHTEN EN INHOUD
Lengte 1.785 mm
Breedte 585 mm
Totale hoogte 970 mm
Droog gewicht 41,9 kg
Snijbreedte 530 mm
Snijhoogten 19 ~ 80 mm
Brandstoftankinhoud 0,91l
Motorolie-inhoud 0,55l
MOTORONTWERP EN PRESTATIE
Model GCV160
Motortype 4-takt, bovenliggende nokkenas, eencilinder, luchtkoeling
Slagvolume 160 cc
Boring en slag 64 x 50 mm
Compressieverhouding 8,5:1
Ontstekingssysteem Getransistoriseerde magneto
TRANSMISSIE-ONTWERP EN PRESTATIE
Transmissietype 3-versnellingsbak
Grondsnelheden 1e: 0,7 m/s
2e: 1,1 m/s
3e: 1,3 m/s
TECHNISCHE- EN CONSUMENTENINFORMATIE
D 53
ONDERHOUD
Brandstof Loodvrije benzine met een
pompoctaangehalte van 86
of hoger
Zie bladzijde 39.
Motorolie SAE 10W-30 Zie bladzijde 32.
Bougietype
(Weerstandbougies
verminderen interferentie met
ontvangst van radio en
televisie.)
NGK - BPR5ES Zie bladzijde 35.
Maximale bestuurde snelheid
2.850
omw/min
Zie werkplaatshandleiding.
Gasklepkabel Afstellen voor juiste werking
choke en maximale bestuurde
snelheid.
Zie werkplaatshandleiding.
Aantrekkoppel mesbout 5,0 ~ 6,0 kg-m,
49 ~ 59 N•m
Zie bladzijde 30.
AFSTELLEN
Elektrodenafstand 0,7 ~ 0,8 mm Zie bladzijde 35.
Stationair toerental 1.700 ± 150 omw/min Zie werkplaatshandleiding.
Klepspeling (koude toestand) Inlaat: 0,15 ± 0,02 mm
Uitlaat: 0,20 ± 0,02 mm
Zie werkplaatshandleiding.
Overige specificaties Geen andere afstellingen noodzakelijk.
Geluidssterkteniveau (volgens
2000/14/EC richtlijnen)
98 dB
Vibratietest (volgens project
EN1033/1993, ENV25349/
1993, ENV28041/1993,
ISO5347/1987 en ISO5348/
1987
4.5 m/s
2
+0
–100
TECHNISCHE- EN CONSUMENTENINFORMATIE
54
D
CONSUMENTENINFORMATIE
Honda uitgaven
Deze uitgaven geven u aanvullende informatie voor het onderhouden en repareren
van uw grasmaaimachine. U kunt ze bestellen bij de Honda grasmaaimachinedealer
die uw onderhoud regelt.
Werkplaatshandleiding
Deze handleiding bevat de volledige onderhouds- en revisieprocedures en is bedoeld
voor gebruik door een vakkundig onderhoudsmonteur.
Onderdelencatalogus
Deze handleiding bevat een volledige geïllustreerde stuklijst.
5D-HRZ536C.book Page 54 Thursday, September 8, 2005 12:24 PM
39VG4020
00X39-VG4-0200
IPC
XXXX.2007.09
POM53754-B
PRINTED IN U.S.A.
Printed on
Recycled Paper
Rotary Mower
© 2004-2007 American Honda Motor Co., Inc.—All Rights Reserved
OWNER'S MANUAL
MANUEL DE L'UTILISATEUR
BEDIENUNGSANLEITUNG
MANUAL DE EXPLICACIONES
GEBRIUKSAANWIJZING
MANUALE DELL'UTENT
HRZ536CTDE
C1
HRZ536TDE
16

Hulp nodig? Stel uw vraag in het forum

Spelregels
1

Forum

Honda-HRZ536C

Misbruik melden

Gebruikershandleiding.com neemt misbruik van zijn services uitermate serieus. U kunt hieronder aangeven waarom deze vraag ongepast is. Wij controleren de vraag en zonodig wordt deze verwijderd.

Product:

Bijvoorbeeld antisemitische inhoud, racistische inhoud, of materiaal dat gewelddadige fysieke handelingen tot gevolg kan hebben.

Bijvoorbeeld een creditcardnummer, een persoonlijk identificatienummer, of een geheim adres. E-mailadressen en volledige namen worden niet als privégegevens beschouwd.

Spelregels forum

Om tot zinvolle vragen te komen hanteren wij de volgende spelregels:

Belangrijk! Als er een antwoord wordt gegeven op uw vraag, dan is het voor de gever van het antwoord nuttig om te weten als u er wel (of niet) mee geholpen bent! Wij vragen u dus ook te reageren op een antwoord.

Belangrijk! Antwoorden worden ook per e-mail naar abonnees gestuurd. Laat uw emailadres achter op deze site, zodat u op de hoogte blijft. U krijgt dan ook andere vragen en antwoorden te zien.

Abonneren

Abonneer u voor het ontvangen van emails voor uw Honda HRZ536C bij:


U ontvangt een email met instructies om u voor één of beide opties in te schrijven.


Ontvang uw handleiding per email

Vul uw emailadres in en ontvang de handleiding van Honda HRZ536C in de taal/talen: Nederlands als bijlage per email.

De handleiding is 2,91 mb groot.

 

U ontvangt de handleiding per email binnen enkele minuten. Als u geen email heeft ontvangen, dan heeft u waarschijnlijk een verkeerd emailadres ingevuld of is uw mailbox te vol. Daarnaast kan het zijn dat uw internetprovider een maximum heeft aan de grootte per email. Omdat hier een handleiding wordt meegestuurd, kan het voorkomen dat de email groter is dan toegestaan bij uw provider.

Stel vragen via chat aan uw handleiding

Stel uw vraag over deze PDF

Andere handleiding(en) van Honda HRZ536C

Honda HRZ536C Gebruiksaanwijzing - Deutsch - 56 pagina's

Honda HRZ536C Gebruiksaanwijzing - English - 56 pagina's


Uw handleiding is per email verstuurd. Controleer uw email

Als u niet binnen een kwartier uw email met handleiding ontvangen heeft, kan het zijn dat u een verkeerd emailadres heeft ingevuld of dat uw emailprovider een maximum grootte per email heeft ingesteld die kleiner is dan de grootte van de handleiding.

Er is een email naar u verstuurd om uw inschrijving definitief te maken.

Controleer uw email en volg de aanwijzingen op om uw inschrijving definitief te maken

U heeft geen emailadres opgegeven

Als u de handleiding per email wilt ontvangen, vul dan een geldig emailadres in.

Uw vraag is op deze pagina toegevoegd

Wilt u een email ontvangen bij een antwoord en/of nieuwe vragen? Vul dan hier uw emailadres in.



Info