NL 24 GEBRUIKSVOORSCHRIFTEN
5.3 UIT TE VOEREN WERKZAAMHEDEN VOOR DE INGEBRUIKNAME
Alvorens te beginnen met werken dienen er enkele controles en handelingen uitgevoerd te
worden om er zeker van te zijn dat het werk op de meest nuttige en veilige manier zal ver-
lopen.
5.3.1 D
E STOEL AFSTELLEN
Om de positie van de stoel af te stellen schoreft
u de vier stelschroeven(1) wat los en laat u de
stoel langs de steungaten schuiven.
Wanneer de stoel op de juiste hoogte staat, zet
u de vier stelschroeven (1) stevig aan.
De stoel is verschuifbaar en kan in zes verschil-
lende standen afgesteld worden.
Het afstellen is uitvoerbaar door de hendel (1)
op te heffen en de stoel in de gewenste stand te
laten glijden.
5.3.2 B
ANDENSPANNING
Schroef de beschermdopjes los en sluit de klep-
pen aan op een persluchttoevoer voorzien van
een drukmeter.
De spanningen staan aangegeven in de tabel
“Technische eigenschappen” (☛ hoofdstuk 9).
Een juiste bandenspanning is noodzakelijk om het
maaidek geheel evenredig boven het grasopper-
vlak te krijgen, zodat u een mooi maaibeeld krijgt.
HF2•••◊TEHF2•••◊ME
➤
HF2•••◊BE
➤