modderresten die het invoeren van de
deflectordop “Mulching” kunnen bemoei-
lijken.
Breng het maaidek in de stand “7”, ver-
wijder de grasopvangzak en duw de
deflectordop “Mulching” (1) van de uit-
laatopening volledig in het uitwerpkanaal.
Haak de twee elastische trekkers (2) vast
aan de voorziene gaten en hermonteer
de grasopvangzak.
Het is belangrijk de
elastische trekkers (2) correct vast te
haken, om de stabiliteit van de deflec-
tordop “Mulching” in het maaidek te
verzekeren en te voorkomen dat deze
in contact komt met de draaiende mes-
sen. Om dezelfde reden, is het belangrijk versleten of beschadigde trekkers snel te ver-
vangen.
B) Maaien van gras
Voor een goede werking moet het grasperk frequent en regelmatig gemaaid worden, ten-
einde de hoogte van het te maaien gras te beperken.
Maai nooit teveel gras in een keer, om te voorkomen dat het maaidek verstopt raakt en om
de motor en de maaielementen niet te overbelasten.
Pas de rijsnelheid aan de toestand van het grasveld en de hoeveelheid gemaaid gras aan.
C) Demontage
Voer bovenvernoemde handelingen in omgekeerde volgorde uit.
LET OP
NL 37GEBRUIKSVOORSCHRIFTEN