NL 34 GEBRUIKSVOORSCHRIFTEN
5.5 GEBRUIK OP HELLINGEN
Houd de aangegeven beperkingen aan (max.
10° - 17%) en maai een hellend gazon altijd
van boven naar beneden en nooit in de dwars-
richting. Pas erg goed op bij het veranderen
van richting niet op obstakels te stuiten (bijv.
stenen, takken, wortels, enz.). Deze obstakels
kunnen het zijwaarts glijden en het omkiepen
van de machine veroorzaken of de macht over
het stuur doen verliezen.
VERTRAAG DE SNELHEID OPHELLINGEN ALVORENS VAN
RICHTING TE VERANDEREN. Op een helling dient de handrem altijd te worden
ingeschakeld alvorens de machine te verlaten en onbeheerd achter te laten.
Op hellingen dient het rijden zéér zorgvuldig te gebeuren om
het steigeren van de machine te voorkomen. Vertraag de snelheid bij het beginnen
van een helling, vooral bij het afdalen.
Gebruik de achteruitversnelling nooit om snelheid te minde-
ren; dit kan de macht over het stuur doen verliezen, vooral op gladde terreinen.
Bij modellen met mechanische aandrijving:
Rijd nooit een helling af met de versnelling of de koppeling
in de vrije stand! Schakel altijd een lage versnelling in voordat u de machine
onbeheerd achterlaat.
Bij modellen met hydrostatische aandrijving:
Het afdalen van een helling kan uitgevoerd worden zonder het koppelingspedaal te
bedienen (☛ 4.32) om zoveel mogelijk gebruik te maken van het remeffect van de
hydrostatische aandrijving als de koppeling niet is ingeschakeld.
5.6 HET VERVOEREN VAN DE MACHINE
Indien de machine vervoerd moet worden op een vrachtwagen
of een oplegger, moet men opritten gebruiken met een adequate weerstand,
̆
!
LET OP!
➤
̆
!
GEVAAR!
➤
̆
!
GEVAAR!
̆
!
LET OP!
̆
!
GEVAAR!