Zorg er voor dat de opening van het stuurwiel en de opening van de stuurkolom tegenover
elkaar komen te ziten en sla er met een hamer de bijgeleverde stift (3) doorheen. Draag er
zorg voor dat het uiteinde van de stift er aan de andere kant helemaal uitkomt.
Om te voorkomen het stuurwiel met de hamer te beschadigen, dient
de stift er met behulp van een slagpen met een geschikte diameter, doorheen geslagen
te worden.
3.3 BEVESTIGEN VAN DE STOEL
Trek de afstellingshendel (3) naar boven en
schuif de stoel (1) in zijn geleider (2) aan de
kant van het stuurwiel, totdat de stoel zich in
één van zijn zes standen koppelt.
De stoel is nu stevig verankerd en kan alléén
verwijderd worden door op de hendel (4) te
drukken, waardoor de stoel vrijkomt.
3.4 DE ACCU AANSLUITEN
De accu (1) bevindt zich onder de stoel en
wordt vastgeklemd door een veerhaak (2).
Sluit de rode draad (3) aan op de pluspool (+)
en de zwarte draad (4) op de minpool (-),
daarbij gebruik makend van de bijgeleverde
schroeven en de aangegeven volgorde aan-
houdend.
OPMERKING
NL 10 HET UITPAKKEN EN MONTEREN