527042
1
Verklein
Vergroot
Pagina terug
1/20
Pagina verder
INLEIDING
INHOUD
VEILIGHEIDSMEDEDELINGEN
NEDERLANDS
INSTRUKTIEHANDLEIDING
INFORMATIE VOOR SCHADEPREVENTIE
NEDERLANDS
GX240 · GX270 · GX340 · GX390
1
Dank u voor uw aanschaf van een Honda motor. We helpen u graag om
met uw nieuwe motor optimale resultaten te behalen en deze veilig te
gebruiken. Deze handleiding bevat informatie hierover, lees deze daarom
zorgvuldig door voordat u uw motor gebruikt. Als zich een probleem
voordoet of als uw vragen heeft over uw motor, neem dan contact op met
een erkende Honda onderhoudsdealer.
De motoruitlaatgassen van dit product
bevatten chemische stoffen die volgens de
staat van Californië kanker,
geboorteafwijkingen of schade aan
voortplantingsorganen kunnen toebrengen.
Deze handleiding is te beschouwen als een permanent onderdeel van de
motor en hoort bij verkoop ervan aan de nieuwe eigenaar te worden
overhandigd.
Alle informatie in deze publicatie is gebaseerd op de meest recente
productinformatie die bij het ter perse gaan beschikbaar was. Honda Motor
Co., Ltd. behoudt zich te allen tijde het recht voor om zonder kennisgeving
wijzigingen aan te brengen zonder hiermee verplichtingen op zich te
nemen. Deze publicatie mag noch geheel noch gedeeltelijk worden
gereproduceerd zonder voorafgaande schriftelijke toestemming.
........................................INLEIDING .1
.......VEILIGHEIDSMEDEDELINGEN .1
.............VEILIGHEIDSINFORMATIE .2
.....LOCATIE VEILIGHEIDSSTICKER .2
LOCATIES VAN COMPONENTEN &
...............................SCHAKELAARS .2
............................EIGENSCHAPPEN .3
.GEBRUIKSCONTROLES VOORAF .3
......................................BEDIENING .4
VOORZORGEN VOOR VEILIG
......................................GEBRUIK .4
.................DE MOTOR STARTEN .4
..............DE MOTOR UITZETTEN .5
MOTORTOERENTAL
...................................INSTELLEN .6
...ONDERHOUD AAN UW MOTOR .7
HET BELANG VAN
...............................ONDERHOUD .7
..................VEILIG ONDERHOUD .7
......VEILIGHEIDSVOORZORGEN .7
.............ONDERHOUDSSCHEMA .7
................BRANDSTOF TANKEN .8
.................................MOTOROLIE .8
.......................Aanbevolen olie .8
..................Controle olieniveau .9
..........................Olie verversen .9
.............OLIE IN REDUCTIEKAST .9
.......................Aanbevolen olie .9
..................Controle olieniveau .9
........................Olie verversen .10
............................LUCHTFILTER .10
.................................Inspectie .10
..................................Reinigen .10
Het doel van deze mededelingen is u te helpen om schade aan de motor,
uw eigendommen of het milieu te voorkomen.
U kunt uw motor of eigendommen beschadigen als u
instructies niet opvolgt.
Dit woord betekent:
U treft ook nog andere belangrijke mededelingen aan waarbij het woord
OPMERKING staat.
Elke mededeling maakt duidelijk wat het risico is, wat er kan gebeuren en
wat u kunt doen om letsel te vermijden of te reduceren.
U KUNT LETSEL oplopen als u instructies
niet opvolgt.
U loopt MOGELIJK DODELIJK of ERNSTIG
letsel op als u instructies niet opvolgt.
U loopt BESLIST DODELIJK of ERNSTIG
letsel op als u instructies niet opvolgt.
Deze signaalwoorden betekenen:
Een veiligheidsmededeling maakt u attent op potentiële risico’s waarbij
letsel aan uzelf of anderen kan worden toegebracht. Vóór elke
veiligheidsmededeling ziet u een veiligheidssymbool staan en een van
de drie aanduidingen GEVAAR, WAARSCHUWING of LET OP.
Uw eigen veiligheid en die van anderen is van het grootste belang. Overal
in deze handleiding en op de motor zelf vindt u belangrijke
veiligheidsmededelingen. Lees deze mededelingen aandachtig.
We raden u aan het garantieboekje door te nemen zodat de dekking u
volkomen duidelijk is en u alles weet over uw verantwoordelijkheid als
eigenaar. Het garantieboekje is een afzonderlijk document dat uw dealer
aan u hoort te hebben overhandigd.
Verenigde Staten, Puerto Rico en Amerikaanse Maagdeneilanden:
Neem de instructies bij de door deze motor aangedreven apparatuur door
voor aanvullende informatie over starten en uitzetten van de motor,
bediening, afstellingen of eventuele speciale onderhoudsinstructies.
........................BEZINKSELKOM .12
......................................BOUGIE .12
......................VONKENVANGER .13
........STATIONAIR TOERENTAL .13
...HANDIGE TIPS & SUGGESTIES .13
..............UW MOTOR STALLEN .13
...................................VERVOER .14
ONVERWACHTE PROBLEMEN
....................................OPLOSSEN .15
...........ZEKERING VERVANGEN .15
..........TECHNISCHE INFORMATIE .16
................Locatie serienummer .16
Accuaansluitingen voor
......................elektrische starter .16
Verbinding voor externe
...................................bediening .16
Carburateurmodificaties voor
werking op grotere
.................geografische hoogte .17
Informatie over
................emissieregelsysteem .17
.....................................Air Index .18
...............................Specificaties .18
......................Afstelspecificaties .19
.......Beknopte naslaginformatie .19
.................Bedradingsschema’s .19
..........GEBRUIKERSINFORMATIE .20
INFORMATIE OVER
DISTRIBUTEUR-/
.............DEALERZOEKFUNCTIE .20
KLANTENSERVICE-
..............................INFORMATIE .20
08/09/29 20:32:19 39Z5K603_001
LOCATIES VAN COMPONENTEN & SCHAKELAARSVEILIGHEIDSINFORMATIE
LOCATIE VEILIGHEIDSSTICKER
NEDERLANDS
OLIE-AFTAPPLUG
CHOKEKNOP
CONTACTSLOT
HANDGREEP STARTKOORD
OLIEVULDOP/PEILSTOK
CONTACTSLOT
ELEKTRISCHE STARTER
(betreffende uitvoeringen)
UITVOERINGEN MET
MOTORREGELING
CONTACTSLOT
BRANDSTOFKRAAN
TANKDOP
BRANDSTOFTANK
REPETEERSTARTER
LUCHTFILTERUITLAATDEMPER
CHOKESTANG
(sommige uitvoeringen)
BEHALVE UITVOERINGEN
MET ELEKTRISCHE STARTER
UITVOERINGEN MET ELEKTRISCHE STARTER
BOUGIE
2
Zorg dat u de werking van alle bedieningsorganen begrijpt en dat u weet
hoe u de motor in een noodgeval snel afzet. Zorg dat de gebruiker
behoorlijke instructies krijgt voordat hij de apparatuur gaat gebruiken.
De uitlaatgassen van uw motor bevatten giftig koolmonoxidegas. Laat
de motor niet te draaien zonder voldoende ventilatie en laat de motor
nooit binnenshuis draaien.
De motor en de uitlaat worden tijdens bedrijf zeer heet. Zet de motor
minstens op één meter afstand van gebouwen en apparatuur als deze in
gebruik is. Houd ontvlambaar materiaal bij de motor vandaan en zet
niets op de motor terwijl deze draait.
Sta kinderen niet toe om de motor te gebruiken. Houd kinderen en
huisdieren uit de buurt terwijl de motor in gebruik is.
Voor Canada:
Het veiligheidslabel moet zich op de
brandstoftank of het ventilatordeksel
bevinden of los bij de motor worden
geleverd om te worden aangebracht
door de fabrikant.
Lees het instructieboekje voordat u de motor
gebruikt.
De uitlaatgassen van de motor bevatten giftig
koolmonoxidegas. Laat de motor niet draaien in een
omsloten ruimte.
Benzine is uiterst brandbaar en explosief. Zet de
motor af en laat deze afkoelen voordat u benzine
bijvult.
Raadpleeg de instructies van
de fabrikant die bij de
apparatuur worden geleverd.
Het label wordt met de
motor meegeleverd.
Deze sticker waarschuwt u voor risico’s die ernstig letsel tot gevolg kunnen
hebben. Lees deze zorgvuldig.
Als de sticker los raakt of niet meer goed leesbaar is, kunt u bij uw Honda
dealer een nieuwe sticker krijgen.
Frans label wordt
met de motor
meegeleverd.
08/09/29 20:32:47 39Z5K603_002
GEBRUIKSCONTROLES VOORAFEIGENSCHAPPEN
IS UW MOTOR GEBRUIKSKLAAR?
Controleer de algehele conditie van de motor
Controleer de motor
CIRCUITBEVEILIGING (betreffende uitvoeringen)
Oil Alert Systeem (op sommige uitvoeringen)
NEDERLANDS
AAN
UIT
CIRCUITBEVEILIGING
3
Voor uw eigen veiligheid en voor een maximale levensduur van uw
apparatuur, is het van groot belang om voordat u de motor aanzet steeds
even tijd te nemen en de conditie van de motor te controleren. Los
vervolgens een eventueel gevonden probleem op of laat uw
onderhoudsdealer dit verhelpen voordat u de motor weer gebruikt.
Als u onderhoud aan deze motor verkeerd uitvoert of een
storing niet verhelpt voordat u de motor gebruikt, kunt u een
defect veroorzaken waarbij u ernstig of dodelijk letsel
oploopt.
Voer voorafgaand aan elk gebruik steeds een controle uit en
verhelp een eventueel gevonden probleem.
Ga voordat u de gebruikscontrole verricht eerst na of de motor wel
horizontaal staat en de motorschakelaar in de stand UIT (OFF) staat.
Controleer altijd de volgende punten voordat u de motor start:
Kijk rondom en onder de motor of u sporen ziet van olie- en
benzinelekkage.
Verwijder een teveel aan vuil of rommel, vooral rondom de
uitlaatdemper en de terugloopstarter.
Let op tekenen van schade.
Controleer of alle afschermkappen en deksels op hun plaats zitten en of
alle moeren, bouten en schroeven stevig vast zitten.
Controleer het brandstofniveau (zie pagina ). Door al te beginnen met
een volle tank zorgt u dat u nauwelijks of geen werkonderbrekingen
heeft om bij te moeten tanken.
Neem de instructies door die bij de apparatuur aangedreven door
deze motor is meegeleverd en let op voorzorgen en procedures die u
hoort te volgen voordat u de motor start.
Controleer de apparatuur die door deze motor wordt aangedreven.
Controleer het luchtfilterelement (zie pagina ). Een vervuild
luchtfilterelement belemmert de luchtstroming naar de carburateur,
zodat de motor minder goed presteert.
Controleer het olieniveau in de reductiekast op de betreffende
uitvoeringen (zie pagina ). Olie is van essentieel belang voor een
goede en langdurige werking van de reductiekast.
Het Oil Alert systeem (betreffende uitvoeringen) zorgt dat de motor
automatisch uitschakelt voordat het olieniveau daalt tot beneden een
veilige grenswaarde. Om echter het ongemak van onverwacht
uitschakelen te vermijden, is het beter het motorolieniveau altijd te
controleren voordat u de motor start.
Controleer het motorolieniveau (zie pagina ). Als de motor draait met
een te laag olieniveau, kan er motorschade ontstaan.
Het Oil Alert systeem is bedoeld om motorschade te voorkomen als gevolg
van een te geringe hoeveelheid olie in het carter. Al voordat het olieniveau
in het carter beneden een veilige grenswaarde daalt, zal het Oil Alert
systeem de motor automatisch uitschakelen (de motorschakelaar blijft in
de stand ON staan).
Druk de knop op de circuitbeveiliging
in om terug te stellen.
De groene indicator in de
circuitbeveiliging springt omhoog om
aan te geven dat de beveiliging het
circuit heeft uitgeschakeld. Controleer
in zo’n geval wat de oorzaak is en
verhelp deze voordat u de
circuitbeveiliging terugstelt.
Controleer het motorolieniveau (zie pagina ) zodra de motor uitschakelt
en niet wil starten, voordat u naar andere oorzaken gaat zoeken.
De circuitbeveiliging beschermt het
acculaadcircuit. De circuitbeveiliging
activeert bij kortsluiting of als de
accupolen omgekeerd worden
aangesloten.
1.
2.
3.
4.
5.
1.
2.
3.
4.
8
9
10
9
9
‘‘Oil Alert is een gedeponeerd handelsmerk in de Verenigde Staten’’
08/09/29 20:33:11 39Z5K603_003
BEDIENING
VOORZORGEN VOOR VEILIG GEBRUIK
DE MOTOR STARTEN
UITVOERINGEN MET
ELEKTRISCHE STARTER
BEHALVE UITVOERINGEN
MET ELEKTRISCHE STARTER
NEDERLANDS
AAN
BRANDSTOFKRAAN
UIT
DICHT
CHOKEKNOP
OPEN
DICHT
OPEN
DICHT
GASHENDEL
MIN.
MAX.
1/3 POSITIE
CONTACTSLOT
AAN
AAN
AAN
CONTACTSLOT
AAN
CONTACTSLOT
AAAANN
AAAANN
CHOKESTANG (sommige uitvoeringen)
MIN.
4
Lees bij de ingebruikname van de motor de paragraaf met
VEILIGHEIDSINFORMATIE
door op pagina en de
GEBRUIKSCONTROLES
VOORAF
op pagina .
Zet de motorschakelaar in de stand AAN (ON).
Sommige motoruitvoeringen hebben een extern gemonteerde gashendel
en geen aan de motor gemonteerde gashendel zoals hier is afgebeeld. Zie
de instructies die door de fabrikant van de apparatuur zijn meegeleverd.
Zet de gashendel weg uit de stand MIN., op ca. 1/3 van de afstand naar
de stand MAX.
Zet om een nog warme motor te herstarten de chokehendel of de
chokestang in de stand OPEN.
Sommige motoruitvoeringen hebben een extern gemonteerde
chokehendel en geen aan de motor gemonteerde chokehendel zoals hier
is afgebeeld. Zie de instructies die door de fabrikant van de apparatuur
zijn meegeleverd.
Zet om een koude motor te starten de chokehendel of de chokestang
(sommige uitvoeringen) in de stand CLOSED (dicht).
Zet de benzinekraan in de stand AAN.
Lees de instructies die bij de apparatuur aangedreven door deze motor zijn
meegeleverd en let op veiligheidsvoorzorgen die u in acht moet nemen bij
het starten, uitschakelen of gebruik van de motor.
Uitlaatgassen bevatten giftig koolmonoxide dat in
afgesloten ruimten een gevaarlijke concentratie kan
bereiken. Het inademen van koolmonoxide kan leiden tot
bewusteloosheid of de dood.
Laat de motor nooit in een (zelfs deels) afgesloten ruimte
draaien waar mensen aanwezig kunnen zijn.
Vermijd voor uw eigen veiligheid het laten draaien van de motor in een
omsloten ruimte zoals een garage. Het uitlaatgas van de motor bevat giftig
koolmonoxide dat in een afgesloten ruimte snel een concentratie bereikt
die schadelijk of dodelijk is.
3.
4.
1.
2.
2
3
08/09/29 20:33:36 39Z5K603_004
NEDERLANDS
MOTORTOERENTAL INSTELLEN
GASHENDEL
MAX.
MMIINN..
MMAAXX..
MIN.
6
Zet de gashendel in de stand voor het gewenste motortoerental.
Sommige motoruitvoeringen hebben een extern gemonteerde gashendel
en geen aan de motor gemonteerde gashendel zoals hier is afgebeeld. Zie
de instructies die door de fabrikant van de apparatuur zijn meegeleverd.
Zie voor het aanbevolen motortoerental de instructies bij de apparatuur die
door deze motor wordt aangedreven.
08/09/29 20:34:11 39Z5K603_006
**
**
NEDERLANDS
ONDERHOUDSSCHEMA
HET BELANG VAN ONDERHOUD
VEILIG ONDERHOUD
Koolmonoxidevergiftiging door motoruitlaatgassen.
VEILIGHEIDSVOORZORGEN
Onderhoud, vervanging of reparatie van voorzieningen en systemen voor
emissieregeling mogen door een motorreparatiebedrijf of monteur alleen
worden uitgevoerd met gebruikmaking van onderdelen die
‘‘gecertificeerd’’ zijn volgens EPA-normen (Environmental Protection
Agency; instituut voor milieubescherming in Verenigde Staten).
Brandwonden door hete onderdelen.
Letsel door bewegende onderdelen.
ONDERHOUD AAN UW MOTOR
CARBURATEURTYPE MET
INWENDIGE ONTLUCHTING
ONTLUCHTINGSSLANG
STANDAARD-TYPE
ONTLUCHTINGSSLANG
SLANGKLEM
7
Als u onderhoud verkeerd uitvoert of een storing niet
verhelpt voordat u de motor gebruikt, kunt u een defect
veroorzaken waarbij u ernstig of dodelijk letsel oploopt.
Volg altijd de aanbevelingen voor inspectie en onderhoud
en de schema’s in dit instructieboekje voor de eigenaar.
Enkele zeer belangrijke veiligheidsvoorzorgen staan hier beschreven. We
kunnen echter niet waarschuwen tegen elk mogelijk risico dat zich bij het
uitvoeren van onderhoud kan voordoen. U kunt alleen zelf beslissen of u
een bepaalde taak al dan niet aankunt.
Gebruik voor de beste kwaliteit en betrouwbaarheid alleen nieuwe
originele Honda of gelijkwaardige onderdelen ter reparatie en vervanging.
Denk eraan dat een erkende Honda onderhoudsdealer uw motor het beste
kent en volkomen is uitgerust om deze te onderhouden en te repareren.
Zorg voor voldoende frisse lucht terwijl de motor draait.
Zet de motor uit voordat u begint met onderhoud of reparatie. Daarmee
neemt u al enkele potentiële risico’s weg:
Het niet correct opvolgen van de onderhoudsinstructies en
de voorzorgsmaatregelen kan leiden tot een ongeval waarbij
u ernstig of dodelijk letsel oploopt.
Volg altijd de procedures en de voorzorgsmaatregelen in
deze handleiding voor de eigenaar.
Om u te helpen bij een goede verzorging van uw motor, bevatten de
volgende pagina’s een onderhoudsschema en beschrijvingen van routine-
inspecties en eenvoudige onderhoudsprocedures met basisgereedschap.
Andere onderhoudstaken die wat ingewikkelder zijn of waarvoor speciaal
gereedschap nodig is, kunt u beter overlaten aan vakmensen en normaliter
laten uitvoeren door een monteur van Honda of een andere geschoolde
monteur.
Het onderhoudsschema is van toepassing op normale
gebruiksomstandigheden. Als u de motor gebruikt onder zware
omstandigheden, zoals bij continu gebruik onder zware belasting of bij
hoge temperaturen of onder ongewoon vochtige of stoffige condities,
neem dan contact op met uw onderhoudsdealer voor advies over uw
specifieke behoeften en gebruik.
Laat de motor en het uitlaatsysteem afkoelen voordat u deze aanraakt.
Zet de motor pas aan als de instructie dat aangeeft.
Lees de instructies voordat u begint en controleer of u het vereiste
gereedschap en de deskundigheid bezit.
Wees voorzichtig wanneer u met benzine werkt, om het risico op brand
of explosie te verminderen. Gebruik een niet-ontvlambaar oplosmiddel
en geen benzine om onderdelen te reinigen. Blijft met een brandende
sigaret, vonken of open vuur bij alle onderdelen van het
brandstofsysteem vandaan.
Deugdelijk onderhoud is van groot belang voor een veilige, zuinige en
storingsvrije werking. Ook helpt u zo milieuverontreiniging voorkomen.
Alleen carburateur met interne ontluchting en met dubbel element.
Cycloonfiltertype telkens na 6 maanden of 150 uur.
Vervang alleen type met papieren element.
Cycloonfiltertype telkens na 2 jaar of 600 uur.
Verricht vaker onderhoud wanneer u in een stoffige omgeving werkt.
Onderhoud op deze punten moet worden uitgevoerd door uw Honda
onderhoudsdealer, als u niet over het juiste gereedschap beschikt en
geen ervaren monteur bent. Zie het Honda werkplaatshandboek voor
onderhoudsprocedures.
Houd bij commerciële toepassingen het aantal bedrijfsuren schriftelijk
bij, om de correcte onderhoudsinterval te kunnen bepalen.
Als dit onderhoudsschema niet wordt opgevolgd, kan dit leiden tot
defecten die niet door de garantie worden gedekt.
(1)
(2)
(3)
CONTROLEPUNT
Voer uit volgens elke
aangegeven maand of
bedrijfsureninterval,
wat het eerst komt.
PERIODIEKE
ONDERHOUDSBEURT (3)
Alle
gebruik
Eerste
maand
of na
20 uur
(2)
(2)
(1)
Motorolie
Luchtfilter
Bezinkselkom
Bougie
Vonkenvanger
Stationair
toerental
Klepspeling
Controleer
niveau
Verversen
Controleer
niveau
Verversen
Controleren
Reinigen
Vervangen
Reinigen
Controleren-
afstellen
Vervangen
Reinigen
Controleren-
afstellen
Controleren-
afstellen
Reinigen
Reinigen
Controleren
Telkens na 500 uur (2)
Elke2jaar
(Vervang indien nodig) (2)
(1)
(2)
Zie pagina
9
9
9
10
10
10 11
12
12
13
13
Elk
jaar
of na
300 uur
Elke 3
maanden
of na
50 uur
Olie reductiekast
Brandstoftank &
-filter
Brandstofleiding
Elke 6
maanden
of na
100 uur
(betreffende
motoruitvoeringen)
(sommige
motoruitvoeringen)
Verbrandingskamer
Werkplaatshandboek
Werkplaatshandboek
Werkplaatshandboek
Werkplaatshandboek
08/09/29 20:34:37 39Z5K603_007
NEDERLANDS
BRANDSTOF TANKEN
Aanbevolen brandstof
Aanbevolen olie
MOTOROLIE
OMGEVINGSTEMPERATUUR
MAXIMUMNIVEAU
BRANDSTOF
TANKDOP
8
Loodvrije benzine
Pompoctaangetal (PON) van 86 of hoger
RON-octaangetal van 91 of hoger
Pompoctaangetal (PON) van 86 of hoger
VS
Behalve VS
Deze motor is alleen vrijgegeven voor gebruik met loodvrije benzine met
een pompoctaangehalte (PON) van 86 of hoger (een research-
octaangehalte (RON) van 91 of hoger).
Vul brandstof bij in een goed geventileerde ruimte en met de motor uit. Als
de motor gedraaid heeft, laat deze eerst afkoelen. Vul de tank nooit bij in
een ruimte waar benzinedamp in contact kan komen met open vuur of
vonken.
U kunt loodvrije benzine gebruiken die maximaal 10 volumeprocent
ethanol (E10) of 5 volumeprocent methanol bevat. Daarnaast moet de
methanol verdunners en corrosieremmers bevatten. Gebruik van
brandstoffen met een hoger ethanol- of methanolgehalte dan hierboven is
aangegeven, kan leiden tot start- en/of prestatieproblemen. Er kan dan ook
schade optreden aan metalen, rubberen en kunststoffen onderdelen van
het brandstofsysteem. De garantie dekt geen motorschade of
prestatieproblemen die het gevolg zijn van het gebruik van een brandstof
met een hoger percentage ethanol of methanol dan hierboven is
aangegeven.
SAE 10W-30 wordt aanbevolen voor algemene gebruiksdoeleinden.
Andere viscositeitsklassen die in het schema staan aangegeven, kunt u
gebruiken als de gemiddelde temperatuur in uw omgeving binnen het
aangeduide bereik ligt.
Olie heeft een belangrijke invloed op de prestaties en de levensduur.
Gebruik olie voor 4-takt automotoren met reinigende eigenschappen.
Gemorste benzine levert niet alleen een brandgevaar op, maar veroorzaakt
ook milieuverontreiniging. Veeg gemorste benzine direct weg.
Blijf met benzine uit de buurt van waakvlammen, barbecues, elektrische
huishoudelijke apparatuur, elektrisch gereedschap, enz.
Vul zorgvuldig bij om morsen van brandstof te voorkomen. Vul de tank
niet tot aan de rand. Eventueel moet u het brandstofniveau iets verlagen,
afhankelijk van de gebruiksomstandigheden. Breng na het bijvullen de
brandstofvuldop aan en zet deze stevig vast.
Vul brandstof bij tot onder aan de maximale brandstofniveaulimiet in de
brandstoftank. Vul niet te veel bij. Veeg gemorste brandstof weg voordat
u de motor start.
Veeg gemorste benzine direct weg.
Vul alleen benzine bij in de open lucht.
Zet de motor af en houd warmtebronnen, vonken en open
vuur uit de buurt.
Benzine is zeer ontvlambaar en explosief en u kunt
brandwonden of ernstig letsel oplopen terwijl u benzine
bijvult.
Als de apparatuur onregelmatig of slechts sporadisch wordt gebruikt,
raadpleeg dan het gedeelte over brandstof in het hoofdstuk HANDIGE TIPS
& SUGGESTIES (zie pagina ) voor meer informatie over verslechtering
van de brandstofkwaliteit.
Gebruik 4-taktmotorolie die voldoet aan de eisen voor API-classificatie SJ
of hogere klasse (of gelijkwaardig). Controleer altijd het API-servicelabel op
de olieverpakking om te zien of de aanduidingen SJ of hogere klasse (of
gelijkwaardig) vermeld staan.
Gebruik nooit verouderde of vervuilde benzine of een mengsel van olie en
benzine. Zorg dat er geen vuil of water in de brandstoftank terechtkomt.
Brandstof kan schade toebrengen aan de lak en sommige soorten
kunststof. Wees voorzichtig en mors geen brandstof terwijl u de
brandstoftank bijvult. Schade veroorzaakt door morsen van brandstof
wordt niet gedekt door de
dealergarantie (Distributor’s Limited Warranty)
.
Raadpleeg voor brandstof bijvullen de instructies van de fabrikant die bij
de apparatuur worden geleverd. Zie hieronder voor bijvulinstructies voor
een door Honda geleverde standaard brandstoftank.
Plaats de afgezette motor op een vlakke ondergrond, verwijder de
brandstofvuldop en controleer het brandstofniveau. Vul de tank bij als
het brandstofniveau laag staat.
1.
2.
3.
13
08/09/29 20:35:00 39Z5K603_008
NEDERLANDS
OLIE IN REDUCTIEKAST (betreffende uitvoeringen)
Aanbevolen olie
Controle olieniveau
Controle olieniveau
Olie verversen
1/2 Reductiekast met centrifugaalkoppeling
OLIEVULDOP/PEILSTOK
HOOGSTE PEIL
LAAGSTE PEIL
SLUITRING
OLIEVULDOP/PEILSTOK
LAAGSTE PEIL
HOOGSTE PEIL
OLIEVULOPENING
(onderrand)
OLIEVULDOP/
PEILSTOK
OLIEPEIL
OLIE-AFTAPPLUG
9
Breng de olievuldop/peilstok aan en draai stevig vast.
Gebruik dezelfde olie als is aanbevolen voor de motor (zie pagina ).
Controleer het olieniveau in de reductiekast terwijl de motor uit is en
horizontaal staat.
Verwijder de olievuldop/peilstok en veeg deze schoon.
Steek de olievuldop/peilstok in en verwijder deze weer zonder in de
vulopening te draaien. Controleer het olieniveau op de olievuldop/
peilstok.
Als het olieniveau laag is, vul dan de aanbevolen olie bij tot aan de
bovenste peilstreep op de peilstok.
Schroef de olievuldop/peilstok in en draai stevig vast.
Controleer het motorolieniveau terwijl de motor uit is en horizontaal staat.
Breng de olievuldop/peilstok weer aan.
Als het olieniveau bij of beneden de onderste peilstreep op de peilstok
staat, vul dan bij met aanbevolen olie (zie pagina ) tot aan de bovenste
peilstreep (onderrand van de olievulopening). Vul niet teveel bij.
Verwijder de olievuldop/peilstok en veeg deze schoon.
Steek de olievuldop/peilstok in de olievulopening zoals afgebeeld maar
draai niet aan; verwijder vervolgens weer om het motorolieniveau te
controleren.
Als de motor draait met een te laag olieniveau, kan er motorschade
ontstaan. Dergelijke schade wordt niet gedekt door de
dealergarantie
(Distributor’s Limited Warranty)
.
Het Oil Alert systeem (betreffende uitvoeringen) schakelt de motor
automatisch uit voordat het olieniveau daalt tot beneden de veilige
grenswaarde. Om echter het ongemak van onverwacht uitschakelen te
vermijden, moet u het motorolieniveau altijd controleren voordat u de
motor start.
Tap de verbruikte olie af terwijl de motor warm is. Warme olie stroomt snel
en gemakkelijk uit de motor.
Plaats een geschikt opvangbakje onder de motor om de verbruikte olie
op te vangen en verwijder dan de olievuldop/peilstok, de olieaftapplug
en de ring.
Laat de verbruikte olie helemaal uitstromen, breng dan de olieaftapplug
en de nieuwe ring aan en draai de olieaftapplug stevig vast.
Voer verbruikte motorolie op correcte wijze af, zodat u het milieu geen
schade toebrengt. We raden aan om verbruikte olie voor verdere
verwerking in een afgesloten verpakking af te leveren bij uw lokale
afvalverzamelcentrum of op een benzinestation. Geef de olie niet mee in
een vuilniszak, giet niet uit op de grond of in een rioolafvoerputje.
Vul met de motor in horizontale positie de aanbevolen olie (zie pagina )
bij tot aan de bovenste peilstreep (onderrand van de olievulopening) op
de peilstok.
Als de motor draait met een te laag olieniveau, kan er motorschade
ontstaan. Dergelijke schade wordt niet gedekt door de
dealergarantie
(Distributor’s Limited Warranty)
.
Het Oil Alert systeem (betreffende uitvoeringen) schakelt de motor
automatisch uit voordat het olieniveau daalt tot beneden de veilige
grenswaarde. Om echter het ongemak van onverwacht uitschakelen te
vermijden, moet u bijvullen tot het bovenste motorolieniveau en het
niveau regelmatig controleren.
1.
2.
3.
4.
3.
4.
1.
2.
1.
2.
3.
4.
8
8
8
08/09/29 20:35:29 39Z5K603_009
NEDERLANDS
LUCHTFILTER
Inspectie
Reinigen
Uitvoeringen met dubbel
filterelement
Olie verversen
HOOGSTE PEIL
LAAGSTE PEIL
AFTAPPLUG
STANDAARD FILTER MET DUBBEL
FILTERELEMENT
VLEUGELMOER
LUCHTFILTERDEKSEL
VLEUGELMOER
SCHUIMRUBBEREN
FILTERELEMENT
PAKKING
CYCLOONFILTER MET DUBBEL FILTERELEMENT
VLEUGELMOER
LUCHTFILTERDEKSEL
LIPJE
VLEUGELMOER
LUCHTGELEIDING
PAPIEREN FILTERELEMENT
SCHUIMRUBBEREN FILTERELEMENT
PAKKING
GROEF
CYCLOON-BEHUIZING
OLIEVULDOP/PEILSTOK
PAPIEREN
FILTERELEMENT
VOORFILTERDEKSEL
SPECIALE PAN-SCHROEF (3)
10
Bij gebruik van de motor zonder luchtfilter of met een beschadigd
luchtfilter, kan er vuil in de motor dringen en zal deze sneller slijten.
Dergelijke schade wordt niet gedekt door de
dealergarantie (Distributor’s
Limited Warranty)
.
Zie de pagina’s voor instructies die van toepassing zijn op het
luchtfilter en -element voor uw motoruitvoering.
Verwijder het schuimrubberen
filter uit het papieren filter.
Controleer beide
luchtfilterelementen en vervang
ze als ze beschadigd zijn. Vervang
het papieren luchtfilterelement
altijd volgens de interval in het
onderhoudsschema (zie pagina
).
Tap de verbruikte olie af terwijl de motor warm is. Warme olie stroomt snel
en gemakkelijk uit de motor.
Plaats een geschikt opvangbakje onder de reductiekast om de verbruikte
olie op te vangen en verwijder dan de olievuldop/peilstok, de aftapplug
en de ring.
Laat de verbruikte olie helemaal uitstromen, breng dan de aftapplug en
een nieuwe ring aan en draai deze stevig vast.
Voer verbruikte motorolie op correcte wijze af, zodat u het milieu geen
schade toebrengt. We raden aan om verbruikte olie voor verdere
verwerking in een afgesloten verpakking af te leveren bij uw lokale
afvalverzamelcentrum of op een benzinestation. Geef de olie niet mee in
een vuilniszak en giet deze niet uit op de grond of in een rioolafvoerputje.
Schroef de olievuldop/peilstok in en draai stevig vast.
Verwijder het luchtfilterdeksel en inspecteer de luchtfilterelementen.
Reinig of vervang vervuilde luchtfilterelementen. Vervang beschadigde
luchtfilterelementen altijd. Als de motor een oliebadluchtfilter heeft,
controleer dan ook het olieniveau.
Verwijder de vleugelmoer van het
luchtfilterdeksel en neem het
deksel af.
Verwijder de vleugelmoer van het
luchtfilter en neem het filter uit.
Een vervuild luchtfilter belemmert de luchtstroming naar de carburateur,
zodat de motor minder goed presteert. Als u de motor in een erg stoffige
omgeving gebruikt, reinig het luchtfilter dan vaker dan staat aangegeven in
het ONDERHOUDSSCHEMA (zie pagina ).
Vul met de motor in horizontale positie de aanbevolen olie (zie pagina )
bij tot aan de bovenste peilstreep op de peilstok. Om het oliepeil te
controleren steekt u de peilstok in en verwijdert u deze weer zonder in de
vulopening te draaien.
Olie-inhoud reductiekast: 0,30 L
Als de motor draait met een te laag olieniveau in de reductiekast, kan er
motorschade optreden.
1.
2.
4.
3.
3.
4.
1.
2.
10 11
7
7
8
08/09/29 20:35:58 39Z5K603_010
1

Hulp nodig? Stel uw vraag in het forum

Spelregels

Misbruik melden

Gebruikershandleiding.com neemt misbruik van zijn services uitermate serieus. U kunt hieronder aangeven waarom deze vraag ongepast is. Wij controleren de vraag en zonodig wordt deze verwijderd.

Product:

Bijvoorbeeld antisemitische inhoud, racistische inhoud, of materiaal dat gewelddadige fysieke handelingen tot gevolg kan hebben.

Bijvoorbeeld een creditcardnummer, een persoonlijk identificatienummer, of een geheim adres. E-mailadressen en volledige namen worden niet als privégegevens beschouwd.

Spelregels forum

Om tot zinvolle vragen te komen hanteren wij de volgende spelregels:

Belangrijk! Als er een antwoord wordt gegeven op uw vraag, dan is het voor de gever van het antwoord nuttig om te weten als u er wel (of niet) mee geholpen bent! Wij vragen u dus ook te reageren op een antwoord.

Belangrijk! Antwoorden worden ook per e-mail naar abonnees gestuurd. Laat uw emailadres achter op deze site, zodat u op de hoogte blijft. U krijgt dan ook andere vragen en antwoorden te zien.

Abonneren

Abonneer u voor het ontvangen van emails voor uw Honda GX340-UT1 bij:


U ontvangt een email met instructies om u voor één of beide opties in te schrijven.


Ontvang uw handleiding per email

Vul uw emailadres in en ontvang de handleiding van Honda GX340-UT1 in de taal/talen: Nederlands als bijlage per email.

De handleiding is 2,57 mb groot.

 

U ontvangt de handleiding per email binnen enkele minuten. Als u geen email heeft ontvangen, dan heeft u waarschijnlijk een verkeerd emailadres ingevuld of is uw mailbox te vol. Daarnaast kan het zijn dat uw internetprovider een maximum heeft aan de grootte per email. Omdat hier een handleiding wordt meegestuurd, kan het voorkomen dat de email groter is dan toegestaan bij uw provider.

Stel vragen via chat aan uw handleiding

Stel uw vraag over deze PDF

Uw handleiding is per email verstuurd. Controleer uw email

Als u niet binnen een kwartier uw email met handleiding ontvangen heeft, kan het zijn dat u een verkeerd emailadres heeft ingevuld of dat uw emailprovider een maximum grootte per email heeft ingesteld die kleiner is dan de grootte van de handleiding.

Er is een email naar u verstuurd om uw inschrijving definitief te maken.

Controleer uw email en volg de aanwijzingen op om uw inschrijving definitief te maken

U heeft geen emailadres opgegeven

Als u de handleiding per email wilt ontvangen, vul dan een geldig emailadres in.

Uw vraag is op deze pagina toegevoegd

Wilt u een email ontvangen bij een antwoord en/of nieuwe vragen? Vul dan hier uw emailadres in.



Info