527029
1
Verklein
Vergroot
Pagina terug
1/20
Pagina verder
INLEIDING
INHOUD
VEILIGHEIDSMEDEDELINGEN
NEDERLANDS
INFORMATIE VOOR SCHADEPREVENTIE
GX120 · GX160 · GX200
NEDERLANDS
INSTRUKTIEHANDLEIDING
1
Dank u voor uw aanschaf van een Honda motor. We helpen u graag om
met uw nieuwe motor optimale resultaten te behalen en deze veilig te
gebruiken. Deze handleiding bevat informatie hierover, lees deze daarom
zorgvuldig door voordat u uw motor gebruikt. Als zich een probleem
voordoet of als uw vragen heeft over uw motor, neem dan contact op met
een erkende Honda onderhoudsdealer.
Alle informatie in deze publicatie is gebaseerd op de meest recente
productinformatie die bij het ter perse gaan beschikbaar was. Honda Motor
Co., Ltd. behoudt zich te allen tijde het recht voor om zonder kennisgeving
wijzigingen aan te brengen zonder hiermee verplichtingen op zich te
nemen. Deze publicatie mag noch geheel noch gedeeltelijk worden
gereproduceerd zonder voorafgaande schriftelijke toestemming.
De motoruitlaatgassen van dit product
bevatten chemische stoffen die volgens de
staat van Californië kanker,
geboorteafwijkingen of schade aan
voortplantingsorganen kunnen toebrengen.
Deze handleiding is te beschouwen als een permanent onderdeel van de
motor en hoort bij verkoop ervan aan de nieuwe eigenaar te worden
overhandigd.
Het doel van deze mededelingen is u te helpen om schade aan de motor,
uw eigendommen of het milieu te voorkomen.
U kunt uw motor of eigendommen beschadigen als u
instructies niet opvolgt.
Dit woord betekent:
U treft ook nog andere belangrijke mededelingen aan waarbij het woord
OPMERKING staat.
Elke mededeling maakt duidelijk wat het risico is, wat er kan gebeuren en
wat u kunt doen om letsel te vermijden of te reduceren.
U KUNT LETSEL oplopen als u instructies
niet opvolgt.
U loopt MOGELIJK DODELIJK of ERNSTIG
letsel op als u instructies niet opvolgt.
U loopt BESLIST DODELIJK of ERNSTIG
letsel op als u instructies niet opvolgt.
Deze signaalwoorden betekenen:
Een veiligheidsmededeling maakt u attent op potentiële risico’s waarbij
letsel aan uzelf of anderen kan worden toegebracht. Vóór elke
veiligheidsmededeling ziet u een veiligheidssymbool staan en een van
de drie aanduidingen GEVAAR, WAARSCHUWING of LET OP.
Uw eigen veiligheid en die van anderen is van het grootste belang. Overal
in deze handleiding en op de motor zelf vindt u belangrijke
veiligheidsmededelingen. Lees deze mededelingen aandachtig.
Neem de instructies bij de door deze motor aangedreven apparatuur door
voor aanvullende informatie over starten en uitzetten van de motor,
bediening, afstellingen of eventuele speciale onderhoudsinstructies.
We raden u aan het garantieboekje door te nemen zodat de dekking u
volkomen duidelijk is en u alles weet over uw verantwoordelijkheid als
eigenaar. Het garantieboekje is een afzonderlijk document dat uw dealer
aan u hoort te hebben overhandigd.
Verenigde Staten, Puerto Rico en Amerikaanse Maagdeneilanden:
........................................INLEIDING .1
.......VEILIGHEIDSMEDEDELINGEN .1
.............VEILIGHEIDSINFORMATIE .2
.....LOCATIE VEILIGHEIDSSTICKER .2
LOCATIES VAN COMPONENTEN &
...............................SCHAKELAARS .2
............................EIGENSCHAPPEN .3
.GEBRUIKSCONTROLES VOORAF .3
......................................BEDIENING .4
VOORZORGEN VOOR VEILIG
......................................GEBRUIK .4
.................DE MOTOR STARTEN .4
..............DE MOTOR UITZETTEN .5
MOTORTOERENTAL
...................................INSTELLEN .6
...ONDERHOUD AAN UW MOTOR .7
HET BELANG VAN
...............................ONDERHOUD .7
..................VEILIG ONDERHOUD .7
......VEILIGHEIDSVOORZORGEN .7
.............ONDERHOUDSSCHEMA .7
................BRANDSTOF TANKEN .8
.................................MOTOROLIE .8
.......................Aanbevolen olie .8
..................Controle olieniveau .9
..........................Olie verversen .9
.............OLIE IN REDUCTIEKAST .9
.......................Aanbevolen olie .9
..................Controle olieniveau .9
........................Olie verversen .10
............................LUCHTFILTER .10
.................................Inspectie .10
..................................Reinigen .11
........................BEZINKSELKOM .12
......................................BOUGIE .12
......................VONKENVANGER .13
........STATIONAIR TOERENTAL .13
...HANDIGE TIPS & SUGGESTIES .13
..............UW MOTOR STALLEN .13
...................................VERVOER .14
ONVERWACHTE PROBLEMEN
....................................OPLOSSEN .15
...........ZEKERING VERVANGEN .15
..........TECHNISCHE INFORMATIE .16
................Locatie serienummer .16
Accuaansluitingen voor
......................elektrische starter .16
Verbinding voor externe
...................................bediening .16
Carburateurmodificaties voor
werking op grotere
.................geografische hoogte .17
Informatie over
................emissieregelsysteem .17
................Air Index (luchtindex) .18
...............................Specificaties .18
......................Afstelspecificaties .19
.......Beknopte naslaginformatie .19
.................Bedradingsschema’s .19
..........GEBRUIKERSINFORMATIE .20
Informatie over
......................dealerzoekfunctie .20
........Klantenservice-informatie .20
07/04/25 12:09:43 39Z4F601_001
LOCATIES VAN COMPONENTEN & SCHAKELAARSVEILIGHEIDSINFORMATIE
LOCATIE VEILIGHEIDSSTICKER
NEDERLANDS
TANKDOP
BRANDSTOFTANK
ELEKTRISCHE STARTER
(betreffende uitvoeringen)
OLIE-AFTAPPLUG
OLIEVULDOP/PEILSTOK
LUCHTFILTER
UITLAATDEMPER
REPETEERSTARTER
BOUGIE
HANDGREEP STARTKOORD
BRANDSTOFKRAAN
CHOKEKNOP
GASHENDEL
CONTACTSLOT
CONTACTSLOT
CIRCUITBEVEILIGING
UITVOERINGEN MET MOTORREGELING
BEHALVE UITVOERINGEN
MET ELEKTRISCHE STARTER
UITVOERINGEN MET
ELEKTRISCHE STARTER
CHOKEKNOP
(luchtfiltertype met laag profiel)
CONTACTSLOT
2
Zorg dat u de werking van alle bedieningsorganen begrijpt en dat u weet
hoe u de motor in een noodgeval snel afzet. Zorg dat de gebruiker
behoorlijke instructies krijgt voordat hij de apparatuur gaat gebruiken.
De uitlaatgassen van uw motor bevatten giftig koolmonoxidegas. Laat
de motor niet te draaien zonder voldoende ventilatie en laat de motor
nooit binnenshuis draaien.
De motor en de uitlaat worden tijdens bedrijf zeer heet. Zet de motor
minstens op één meter afstand van gebouwen en apparatuur als deze in
gebruik is. Houd ontvlambaar materiaal bij de motor vandaan en zet
niets op de motor terwijl deze draait.
Sta kinderen niet toe om de motor te gebruiken. Houd kinderen en
huisdieren uit de buurt terwijl de motor in gebruik is.
Frans label met motor
meegeleverd.
Deze sticker waarschuwt u voor risico’s die ernstig letsel tot gevolg kunnen
hebben. Lees deze zorgvuldig.
Als de sticker los raakt of niet meer goed leesbaar is, kunt u bij uw Honda
dealer een nieuwe sticker krijgen.
Alleen voor Canadese
uitvoeringen:
Benzine is uiterst brandbaar en explosief. Zet de
motor af en laat deze afkoelen voordat u benzine
bijvult.
De uitlaatgassen van de motor bevatten giftig
koolmonoxidegas. Laat de motor niet draaien in een
omsloten ruimte.
Lees het instructieboekje voordat u de motor
gebruikt.
06/11/20 15:08:52 39Z4F601_002
GEBRUIKSCONTROLES VOORAFEIGENSCHAPPEN
IS UW MOTOR GEBRUIKSKLAAR?
Controleer de algehele conditie van de motor
Controleer de motor
CIRCUITBEVEILIGING (betreffende uitvoeringen)
Oil Alert Systeem (op sommige uitvoeringen)
NEDERLANDS
AAN
UIT
CIRCUITBEVEILIGING
3
Voor uw eigen veiligheid en voor een maximale levensduur van uw
apparatuur, is het van groot belang om voordat u de motor aanzet steeds
even tijd te nemen en de conditie van de motor te controleren. Los
vervolgens een eventueel gevonden probleem op of laat uw
onderhoudsdealer dit verhelpen voordat u de motor weer gebruikt.
Als u onderhoud aan deze motor verkeerd uitvoert of een
storing niet verhelpt voordat u de motor gebruikt, kunt u een
defect veroorzaken waarbij u ernstig of dodelijk letsel
oploopt.
Voer voorafgaand aan elk gebruik steeds een controle uit en
verhelp een eventueel gevonden probleem.
Ga voordat u de gebruikscontrole verricht eerst na of de motor wel
horizontaal staat en de motorschakelaar in de stand OFF staat.
Controleer altijd de volgende punten voordat u de motor start:
Kijk rondom en onder de motor of u sporen ziet van olie- en
benzinelekkage.
Verwijder een teveel aan vuil of rommel, vooral rondom de
uitlaatdemper en de terugloopstarter.
Let op tekenen van schade.
Controleer of alle afschermkappen en deksels op hun plaats zitten en of
alle moeren, bouten en schroeven stevig vast zitten.
Controleer het brandstofniveau (zie pagina ). Door al te beginnen met
een volle tank zorgt u dat u nauwelijks of geen werkonderbrekingen
heeft om bij te moeten tanken.
Neem de instructies door die bij de apparatuur aangedreven door
deze motor is meegeleverd en let op voorzorgen en procedures die u
hoort te volgen voordat u de motor start.
Controleer de apparatuur die door deze motor wordt aangedreven.
Controleer het luchtfilterelement (zie pagina ). Een vervuild
luchtfilterelement belemmert de luchtstroming naar de carburateur,
zodat de motor minder goed presteert.
Controleer het olieniveau in de reductiekast op de betreffende
uitvoeringen (zie pagina ). Olie is van essentieel belang voor een
goede en langdurige werking van de reductiekast.
Het Oil Alert systeem (betreffende uitvoeringen) zorgt dat de motor
automatisch uitschakelt voordat het olieniveau daalt tot beneden een
veilige grenswaarde. Om echter het ongemak van onverwacht
uitschakelen te vermijden, is het beter het motorolieniveau altijd te
controleren voordat u de motor start.
Controleer het motorolieniveau (zie pagina ). Als de motor draait met
een te laag olieniveau, kan er motorschade ontstaan.
Druk de knop op de circuitbeveiliging
in om terug te stellen.
De groene indicator in de
circuitbeveiliging springt omhoog om
aan te geven dat de beveiliging het
circuit heeft uitgeschakeld. Controleer
in zo’n geval wat de oorzaak is en
verhelp deze voordat u de
circuitbeveiliging terugstelt.
De circuitbeveiliging beschermt het
acculaadcircuit. De circuitbeveiliging
activeert bij kortsluiting of als de
accupolen omgekeerd worden
aangesloten.
Controleer het motorolieniveau (zie pagina ) zodra de motor uitschakelt
en niet wil starten, voordat u naar andere oorzaken gaat zoeken.
Het Oil Alert systeem is bedoeld om motorschade te voorkomen als gevolg
van een te geringe hoeveelheid olie in het carter. Al voordat het olieniveau
in het carter beneden een veilige grenswaarde daalt, zal het Oil Alert
systeem de motor automatisch uitschakelen (de motorschakelaar blijft in
de stand ON staan).
1.
2.
3.
4.
5.
1.
2.
3.
4.
8
9
9
10
9
‘‘Oil Alert is een gedeponeerd handelsmerk in de Verenigde Staten’’
07/04/25 12:10:08 39Z4F601_003
BEDIENING
VOORZORGEN VOOR VEILIG GEBRUIK
DE MOTOR STARTEN
UITVOERINGEN MET
ELEKTRISCHE STARTER
BEHALVE UITVOERINGEN MET
ELEKTRISCHE STARTER
NEDERLANDS
UIT
AAN
MAX.
1/3 POSITIE
MIN.
CONTACTSLOT
AAN
AAN
CONTACTSLOT
CONTACTSLOT
AAN
AAN
AAAANN
BRANDSTOFKRAAN
CHOKEKNOP
OOPPEENN
DDIICCHHTT
DICHT
GASHENDEL
AAN
AAN
MMIINN..
4
Lees bij de ingebruikname van de motor de paragraaf met
VEILIGHEIDSINFORMATIE
door op pagina en de
GEBRUIKSCONTROLES
VOORAF
op pagina .
Lees de instructies die bij de apparatuur aangedreven door deze motor zijn
meegeleverd en let op veiligheidsvoorzorgen die u in acht moet nemen bij
het starten, uitschakelen of gebruik van de motor.
Zet de motorschakelaar in de stand ON.
Koolmonoxidegas is giftig. Het inademen ervan kan leiden
tot bewusteloosheid en zelfs de dood.
Kom niet in ruimten of bij werkzaamheden die u blootstellen
aan koolmonoxide.
Zet de benzinekraan in de stand ON.
Sommige motoruitvoeringen hebben een extern gemonteerde gashendel
en geen aan de motor gemonteerde gashendel zoals hier is afgebeeld. Zie
de instructies die door de fabrikant van de apparatuur zijn meegeleverd.
Sommige motoruitvoeringen hebben een extern gemonteerde
chokehendel en geen aan de motor gemonteerde chokehendel zoals hier
is afgebeeld. Zie de instructies die door de fabrikant van de apparatuur
zijn meegeleverd.
Zet om een nog warme motor te herstarten de chokehendel in de stand
OPEN.
Zet om een koude motor te starten de chokehendel in de stand CLOSED
(dicht).
Zet de gashendel weg uit de stand MIN., op ca. 1/3 van de afstand naar
de stand MAX.
3.
4.
1.
2.
2
3
05/06/17 18:22:43 39Z4F601_004
NEDERLANDS
DE MOTOR UITZETTEN
UITVOERINGEN MET
ELEKTRISCHE STARTER
BEHALVE UITVOERINGEN
MET ELEKTRISCHE
STARTER
START
OPEN
OPEN
GASHENDEL
CONTACTSLOT
UIT
CONTACTSLOT
UIT
UIT
CONTACTSLOT
BRANDSTOFKRAAN
UIT
UIT
HANDGREEP STARTKOORD
SSTTAARRTT
DDIICCHHTT
CHOKEKNOP
MMIINN..
MIN.
UIT
AAAANN
UIT
UUIITT
CONTACTSLOT
(betreffende uitvoeringen)
Trekrichting
5
Zet de motorschakelaar in de stand OFF.
Als u in een noodgeval de motor snel wilt uitzetten, draait u de
motorschakelaar gewoon naar de stand OFF. Hanteer onder normale
omstandigheden de volgende procedure. Zie de instructies die door de
fabrikant van de apparatuur zijn meegeleverd.
Zet de gashendel in de stand MIN.
Sommige motoruitvoeringen hebben een extern gemonteerde
gashendel en geen aan de motor gemonteerde gashendel zoals hier is
afgebeeld.
Bedien de starter.
Laat de starterhandgreep niet terugslaan tegen de motor. Laat het
startkoord langzaam terugrollen om schade aan de starter te voorkomen.
Draai de sleutel naar de stand START en
houd in die stand vast totdat de motor start.
Als de motor niet binnen 5 seconden
aanslaat, laat de sleutel dan los en wacht
minstens 10 seconden voordat u de starter
opnieuw bedient.
Als u de elektrische starter per keer langer
dan 5 seconden gebruikt, raakt de
startmotor oververhit en kunt u deze zo
beschadigen.
Draai de brandstofkraan in de stand OFF.
ELEKTRISCHE STARTER (betreffende uitvoeringen):
Zodra de motor aanslaat laat u de sleutel
los, zodat deze terugkomt in de stand ON.
Als u de chokehendel in de stand CLOSED heeft gezet om de motor
starten, verzet deze dan geleidelijk naar de stand OPEN terwijl de motor
warm draait.
TERUGLOOPSTARTER:
Trek iets aan de starterhandgreep totdat u weerstand voelt en trek dan
snel en stevig in de pijlrichting zoals hieronder getoond. Laat het
startkoord rustig terugrollen.
1.
2.
3.
6.
5.
06/11/07 19:55:59 39Z4F601_005
NEDERLANDS
MOTORTOERENTAL INSTELLEN
GASHENDEL
MIN.
MAX.
MIN.
MMAAXX..
6
Zet de gashendel in de stand voor het gewenste motortoerental.
Sommige motoruitvoeringen hebben een extern gemonteerde gashendel
en geen aan de motor gemonteerde gashendel zoals hier is afgebeeld. Zie
de instructies die door de fabrikant van de apparatuur zijn meegeleverd.
Zie voor het aanbevolen motortoerental de instructies bij de apparatuur die
door deze motor wordt aangedreven.
05/06/17 18:23:16 39Z4F601_006
**
**
NEDERLANDS
ONDERHOUDSSCHEMA
HET BELANG VAN ONDERHOUD
VEILIG ONDERHOUD
Koolmonoxidevergiftiging door motoruitlaatgassen.
VEILIGHEIDSVOORZORGEN
Onderhoud, vervanging of reparatie van voorzieningen en systemen voor
emissieregeling mogen door een motorreparatiebedrijf of monteur alleen
worden uitgevoerd met gebruikmaking van onderdelen die
‘‘gecertificeerd’’ zijn volgens EPA-normen (Environmental Protection
Agency; instituut voor milieubescherming in Verenigde Staten).
Brandwonden door hete onderdelen.
Letsel door bewegende onderdelen.
ONDERHOUD AAN UW MOTOR
CARBURATEURTYPE MET
INWENDIGE ONTLUCHTING
STANDAARD-TYPE
ONTLUCHTINGSSLANG ONTLUCHTINGSSLANG
SLANGKLEM
7
Als u onderhoud verkeerd uitvoert of een storing niet
verhelpt voordat u de motor gebruikt, kunt u een defect
veroorzaken waarbij u ernstig of dodelijk letsel oploopt.
Volg altijd de aanbevelingen voor inspectie en onderhoud
en de schema’s in dit instructieboekje voor de eigenaar.
Enkele zeer belangrijke veiligheidsvoorzorgen staan hier beschreven. We
kunnen echter niet waarschuwen tegen elk mogelijk risico dat zich bij het
uitvoeren van onderhoud kan voordoen. U kunt alleen zelf beslissen of u
een bepaalde taak al dan niet aankunt.
Gebruik voor de beste kwaliteit en betrouwbaarheid alleen nieuwe
originele Honda of gelijkwaardige onderdelen ter reparatie en vervanging.
Denk eraan dat een erkende Honda onderhoudsdealer uw motor het beste
kent en volkomen is uitgerust om deze te onderhouden en te repareren.
Zorg voor voldoende frisse lucht terwijl de motor draait.
Zet de motor uit voordat u begint met onderhoud of reparatie. Daarmee
neemt u al enkele potentiële risico’s weg:
Het niet correct opvolgen van de onderhoudsinstructies en
de voorzorgsmaatregelen kan leiden tot een ongeval waarbij
u ernstig of dodelijk letsel oploopt.
Volg altijd de procedures en de voorzorgsmaatregelen in
deze handleiding voor de eigenaar.
Deugdelijk onderhoud is van groot belang voor een veilige, zuinige en
storingsvrije werking. Ook helpt u zo milieuverontreiniging voorkomen.
Om u te helpen bij een goede verzorging van uw motor, bevatten de
volgende pagina’s een onderhoudsschema en beschrijvingen van routine-
inspecties en eenvoudige onderhoudsprocedures met basisgereedschap.
Andere onderhoudstaken die wat ingewikkelder zijn of waarvoor speciaal
gereedschap nodig is, kunt u beter overlaten aan vakmensen en normaliter
laten uitvoeren door een monteur van Honda of een andere geschoolde
monteur.
Het onderhoudsschema is van toepassing op normale
gebruiksomstandigheden. Als u de motor gebruikt onder zware
omstandigheden, zoals bij continu gebruik onder zware belasting of bij
hoge temperaturen of onder ongewoon vochtige of stoffige condities,
neem dan contact op met uw onderhoudsdealer voor advies over uw
specifieke behoeften en gebruik.
Laat de motor en het uitlaatsysteem afkoelen voordat u deze aanraakt.
Zet de motor pas aan als de instructie dat aangeeft.
Lees de instructies voordat u begint en controleer of u het vereiste
gereedschap en de deskundigheid bezit.
Wees voorzichtig wanneer u met benzine werkt, om het risico op brand
of explosie te verminderen. Gebruik een niet-ontvlambaar oplosmiddel
en geen benzine om onderdelen te reinigen. Blijft met een brandende
sigaret, vonken of open vuur bij alle onderdelen van het
brandstofsysteem vandaan.
Als dit onderhoudsschema niet wordt opgevolgd, kan dit leiden tot
defecten die niet door de garantie worden gedekt.
Houd bij commerciële toepassingen het aantal bedrijfsuren schriftelijk
bij, om de correcte onderhoudsinterval te kunnen bepalen.
Onderhoud op deze punten moet worden uitgevoerd door uw Honda
onderhoudsdealer, als u niet over het juiste gereedschap beschikt en
geen ervaren monteur bent. Zie het Honda werkplaatshandboek voor
onderhoudsprocedures.
Verricht vaker onderhoud wanneer u in een stoffige omgeving werkt.
Vervang alleen type met papieren element.
Cycloonfiltertype telkens na 2 jaar of 600 uur.
Alleen carburateur met interne ontluchting en met dubbel element.
Cycloonfiltertype telkens na 6 maanden of 150 uur.
(1)
(2)
(3)
PERIODIEKE
ONDERHOUDSBEURT (3)
Voer uit volgens elke
aangegeven maand of
bedrijfsureninterval, wat
het eerst komt.
CONTROLEPUNT
Reinigen
Reinigen
Reinigen
Reinigen
Reinigen
Alle
gebruik
Eerste
maand
of na
20 uur
(1) (1)
(2)
(2)
(2)
Telkens na 500 uur (2)
Elke2jaar
(Vervang indien nodig) (2)
Motorolie
Olie reductiekast
Luchtfilter
Bezinkselkom
Bougie
Vonkenvanger
Brandstofleiding
Zie pagina
9
9
910
10
10
11 12
12
12
13
13
Controleer
niveau
Verversen
Controleer
niveau
Verversen
Vervangen
Vervangen
Elke 3
maanden
of na
50 uur
Elke 6
maanden
of na
100 uur
Elk jaar
of na
300 uur
(betreffende
motoruitvoeringen)
(betreffende
motoruitvoeringen)
Stationair toerental
Klepspeling
Verbrandingskamer
Werkplaatshandboek
Werkplaatshandboek
Werkplaatshandboek
Werkplaatshandboek
Controleren
Controleren-
afstellen
Controleren-
afstellen
Controleren-
afstellen
Controleren
Brandstoftank & -filter
06/11/07 19:56:33 39Z4F601_007
NEDERLANDS
BRANDSTOF TANKEN
Aanbevolen brandstof
MOTOROLIE
Aanbevolen olie
TANKDOP
MMAAXXIIMMUUMMNNIIVVEEAAUU
BBRRAANNDDSSTTOOFF
OMGEVINGSTEMPERATUUR
8
Loodvrije benzine
Pompoctaangetal (PON) van 86 of hoger
RON-octaangetal van 91 of hoger
Pompoctaangetal (PON) van 86 of hoger
VS
Behalve VS
Deze motor is alleen vrijgegeven voor gebruik met loodvrije benzine met
een pompoctaangehalte (PON) van 86 of hoger (een research-
octaangehalte (RON) van 91 of hoger).
Vul brandstof bij in een goed geventileerde ruimte en met de motor uit. Als
de motor gedraaid heeft, laat deze eerst afkoelen. Vul de tank nooit bij in
een ruimte waar benzinedamp in contact kan komen met open vuur of
vonken.
U kunt normale loodvrije benzine gebruiken die maximaal 10
volumeprocent ethanol (E10) of 5 volumeprocent methanol bevat.
Daarnaast moet de methanol verdunners en corrosieremmers bevatten.
Gebruik van brandstoffen met een hoger ethanol- of methanolgehalte dan
hierboven is aangegeven, kan leiden tot start- en/of prestatieproblemen. Er
kan dan ook schade optreden aan metalen, rubberen en kunststoffen
onderdelen van het brandstofsysteem. De garantie dekt geen motorschade
of prestatieproblemen die het gevolg zijn van het gebruik van een
brandstof met een hoger percentage ethanol of methanol dan hierboven is
aangegeven.
Veeg gemorste benzine direct weg.
Vul alleen benzine bij in de open lucht.
Zet de motor af en houd warmtebronnen, vonken en open
vuur uit de buurt.
Benzine is zeer ontvlambaar en explosief en u kunt
brandwonden of ernstig letsel oplopen terwijl u benzine bijvult.
Brandstof kan schade toebrengen aan de lak en sommige soorten
kunststof. Wees voorzichtig en mors geen brandstof terwijl u de
brandstoftank bijvult. Schade veroorzaakt door morsen van brandstof
wordt niet gedekt door de
dealergarantie (Distributor’s Limited Warranty)
.
Plaats de afgezette motor op een vlakke ondergrond, verwijder de
brandstofvuldop en controleer het brandstofniveau. Vul de tank bij als
het brandstofniveau laag staat.
Vul brandstof bij tot onderaan de brandstofniveaulimiet in de
brandstoftank. Vul niet teveel bij. Veeg gemorste benzine weg voordat u
de motor start.
Blijf met benzine uit de buurt van waakvlammen, barbecues, elektrische
huishoudelijke apparatuur, elektrisch gereedschap, enz.
Vul zorgvuldig bij om morsen van brandstof te voorkomen. Vul de tank niet
tot aan de rand. Eventueel moet u het brandstofniveau iets verlagen,
afhankelijk van de gebruiksomstandigheden. Schroef na het bijvullen de
brandstofvuldop weer op en draai aan tot deze klikt.
Gemorste benzine levert niet alleen een brandgevaar op, maar veroorzaakt
ook milieuverontreiniging. Veeg gemorste benzine direct weg.
Olie heeft een belangrijke invloed op de prestaties en de levensduur.
Gebruik olie voor 4-takt automotoren met reinigende eigenschappen.
Gebruik 4-taktmotorolie die voldoet aan de eisen voor API-classificatie SJ
of hogere klasse (of gelijkwaardig). Controleer altijd het API-servicelabel op
de olieverpakking om te zien of de aanduidingen SJ of hogere klasse (of
gelijkwaardig) vermeld staan.
SAE 10W-30 wordt aanbevolen voor algemene gebruiksdoeleinden.
Andere viscositeitsklassen die in het schema staan aangegeven, kunt u
gebruiken als de gemiddelde temperatuur in uw omgeving binnen het
aangeduide bereik ligt.
1.
2.
07/04/25 12:10:28 39Z4F601_008
NEDERLANDS
OLIE IN REDUCTIEKAST (betreffende uitvoeringen)
Aanbevolen olie
Controle olieniveau
Controle olieniveau
2 : 1 Reductiekast met centrifugaalkoppeling
Olie verversen
LAAGSTE PEIL
HOOGSTE PEIL
SLUITRING
AFTAPPLUG
VULDOP/PEILSTOK
LAAGSTE PEIL
OLIEVULOPENING
(onderrand)
OLIEVULDOP/PEILSTOK
OLIEVULDOP/PEILSTOK
OLIEPEIL
HOOGSTE PEIL
9
Breng de olievuldop/peilstok aan en draai stevig vast.
Gebruik dezelfde olie als is aanbevolen voor de motor (zie pagina ).
Controleer het olieniveau in de reductiekast terwijl de motor uit is en
horizontaal staat.
Verwijder de olievuldop/peilstok en veeg deze schoon.
Steek de olievuldop/peilstok in en verwijder deze weer zonder in de
vulopening te draaien. Controleer het olieniveau op de olievuldop/
peilstok.
Als het olieniveau laag is, vul dan de aanbevolen olie bij tot aan de
bovenste peilstreep op de peilstok.
Schroef de olievuldop/peilstok in en draai stevig vast.
Controleer het motorolieniveau terwijl de motor uit is en horizontaal staat.
Breng de olievuldop/peilstok weer aan.
Als het olieniveau bij of beneden de onderste peilstreep op de peilstok
staat, vul dan bij met aanbevolen olie (zie pagina ) tot aan de bovenste
peilstreep (onderrand van de olievulopening). Vul niet teveel bij.
Verwijder de olievuldop/peilstok en veeg deze schoon.
Steek de olievuldop/peilstok in de olievulopening zoals afgebeeld maar
draai niet aan; verwijder vervolgens weer om het motorolieniveau te
controleren.
Vul met de motor in horizontale positie de aanbevolen olie (zie pagina )
bij tot aan de bovenste peilstreep (onderrand van de olievulopening) op
de peilstok.
Voer verbruikte motorolie op correcte wijze af, zodat u het milieu geen
schade toebrengt. We raden aan om verbruikte olie voor verdere
verwerking in een afgesloten verpakking af te leveren bij uw lokale
afvalverzamelcentrum of op een benzinestation. Geef de olie niet mee in
een vuilniszak, giet niet uit op de grond of in een rioolafvoerputje.
Laat de verbruikte olie helemaal uitstromen, breng dan de olieaftapplug
en de nieuwe ring aan en draai de olieaftapplug stevig vast.
Plaats een geschikt opvangbakje onder de motor om de verbruikte olie
op te vangen en verwijder dan de olievuldop/peilstok, de olieaftapplug
en de ring.
Als de motor draait met een te laag olieniveau, kan er motorschade
ontstaan. Dergelijke schade wordt niet gedekt door de
dealergarantie
(Distributor’s Limited Warranty)
.
Het Oil Alert systeem (betreffende uitvoeringen) schakelt de motor
automatisch uit voordat het olieniveau daalt tot beneden de veilige
grenswaarde. Om echter het ongemak van onverwacht uitschakelen te
vermijden, moet u het motorolieniveau altijd controleren voordat u de
motor start.
Tap de verbruikte olie af terwijl de motor warm is. Warme olie stroomt snel
en gemakkelijk uit de motor.
Als de motor draait met een te laag olieniveau, kan er motorschade
ontstaan. Dergelijke schade wordt niet gedekt door de
dealergarantie
(Distributor’s Limited Warranty)
.
Het Oil Alert systeem (betreffende uitvoeringen) schakelt de motor
automatisch uit voordat het olieniveau daalt tot beneden de veilige
grenswaarde. Om echter het ongemak van onverwacht uitschakelen te
vermijden, moet u bijvullen tot het bovenste motorolieniveau en het
niveau regelmatig controleren.
1.
2.
3.
4.
3.
4.
1.
2.
1.
2.
3.
4.
8
8
8
07/04/25 12:11:03 39Z4F601_009
NEDERLANDS
6 : 1 Reductiekast 6 : 1 Reductiekast
LUCHTFILTER
Inspectie
Olie verversen
2 : 1 Reductiekast met centrifugaalkoppeling
VULSTOP
OLIEPEIL
OLIENIVEAUCONTROLEPLUG
VULDOP/PEILSTOK
AFTAPPLUG
HOOGSTE PEIL
VULSTOP
OLIEPEIL
OLIENIVEAUCONTROLEPLUG
LAAGSTE PEIL
10
Verwijder de olieniveaucontroleplug
met de ring en kijk of het olieniveau bij
de rand van het pluggat staat.
Plaats een geschikt opvangbakje onder de reductiekast om de verbruikte
olie op te vangen en verwijder dan de vulplug, de
olieniveaucontroleplug en de ringen.
Vul met de motor in horizontale positie de aanbevolen olie bij tot deze
begint uit te stromen uit het controlepluggat (zie pagina ).
Breng de olieniveaucontroleplug, de vulplug en de nieuwe ringen aan en
zet ze stevig vast.
Tap de verbruikte olie af terwijl de motor warm is. Warme olie stroomt snel
en gemakkelijk uit de motor.
Laat de verbruikte olie helemaal uitstromen in het opvangbakje door de
motor naar het gat van de olieniveaucontroleplug toe te kantelen.
Voer verbruikte motorolie op correcte wijze af, zodat u het milieu geen
schade toebrengt. We raden aan om verbruikte olie voor verdere
verwerking in een afgesloten verpakking af te leveren bij uw lokale
afvalverzamelcentrum of op een benzinestation. Geef de olie niet mee in
een vuilniszak en giet deze niet uit op de grond of in een rioolafvoerputje.
Als de motor draait met een te laag olieniveau in de reductiekast, kan er
motorschade optreden.
Een vervuild luchtfilter belemmert de luchtstroming naar de carburateur,
zodat de motor minder goed presteert. Als u de motor in een erg stoffige
omgeving gebruikt, reinig het luchtfilter dan vaker dan staat aangegeven in
het ONDERHOUDSSCHEMA.
Bij gebruik van de motor zonder luchtfilter of met een beschadigd
luchtfilter, kan er vuil in de motor dringen en zal deze sneller slijten.
Dergelijke schade wordt niet gedekt door de
dealergarantie (Distributor’s
Limited Warranty)
.
Verwijder het luchtfilterdeksel en inspecteer de luchtfilterelementen.
Reinig of vervang vervuilde luchtfilterelementen. Vervang beschadigde
luchtfilterelementen altijd. Als de motor een oliebadluchtfilter heeft,
controleer dan ook het olieniveau.
Zie de pagina’s voor instructies die van toepassing zijn op het
luchtfilter en -element voor uw motoruitvoering.
Als het olieniveau beneden het
controlepluggat staat, verwijder dan
de vulplug en de ring. Vul bij met de
aanbevolen olie (zie pagina ) tot
deze begint uit te stromen uit het
controlepluggat.
Breng de olieniveaucontroleplug, de
vulplug en de ringen aan. Zet beide
stevig vast.
Tap de verbruikte olie af terwijl de motor warm is. Warme olie stroomt snel
en gemakkelijk uit de motor.
Plaats een geschikt opvangbakje onder de reductiekast om de verbruikte
olie op te vangen en verwijder dan de olievuldop/peilstok, de aftapplug
en de ring.
Laat de verbruikte olie helemaal uitstromen, breng dan de aftapplug en
een nieuwe ring aan en draai deze stevig vast.
Voer verbruikte motorolie op correcte wijze af, zodat u het milieu geen
schade toebrengt. We raden aan om verbruikte olie voor verdere
verwerking in een afgesloten verpakking af te leveren bij uw lokale
afvalverzamelcentrum of op een benzinestation. Geef de olie niet mee in
een vuilniszak en giet deze niet uit op de grond of in een rioolafvoerputje.
Vul met de motor in horizontale positie de aanbevolen olie bij tot aan de
bovenste peilstreep op de peilstok (zie pagina ). Om het olieniveau te
controleren steekt u de peilstok in en verwijdert u deze weer zonder in de
vulopening te draaien.
Olie-inhoud reductiekast: 0,50
Als de motor draait met een te laag olieniveau in de reductiekast, kan er
motorschade optreden.
Schroef de olievuldop/peilstok weer stevig vast.
1.
2.
3.
4.
1.
2.
3.
1.
2.
3.
4.
9
11 12
9
9
06/11/07 19:57:57 39Z4F601_010
NEDERLANDS
Reinigen
Uitvoeringen met dubbel
filterelement
Oliebadtype
OLIEPEIL
BEHUIZING
LUCHTFILTER
RASTER
FILTERELEMENT
LUCHTFILTERDEKSEL
DOP
VLEUGELMOER
CYCLOON-BEHUIZING
PAKKING
SCHUIMRUBBEREN
FILTERELEMENT
LIPJE
LUCHTGELEIDING
PAPIEREN FILTERELEMENT
GROEF
VLEUGELMOER
LUCHTFILTERDEKSEL
VLEUGELMOER
VOORFILTERDEKSEL
SPECIALE PAN-SCHROEF (3)
CYCLOONFILTER MET DUBBEL FILTERELEMENT
PAKKING
SCHUIMRUBBEREN
FILTERELEMENT
VLEUGELMOER
LUCHTFILTERDEKSEL
VLEUGELMOER
STANDAARD FILTER MET DUBBEL
FILTERELEMENT
PAPIEREN
FILTERELEMENT
11
Verwijder het schuimrubberen
filter uit het papieren filter.
Controleer beide
luchtfilterelementen en vervang
ze als ze beschadigd zijn. Vervang
het papieren luchtfilterelement
altijd volgens de interval in het
onderhoudsschema (zie pagina
).
Reinig de luchtfilterelementen als u ze opnieuw gebruikt.
Papieren luchtfilterelement: Tik een paar keer met het filterelement op
een hard oppervlak om vuil te verwijderen, of blaas met perslucht
[maximale druk 207 kPa (2,1 kgf/cm
)] het filterelement vanaf de
binnenzijde door. Borstel vuil nooit weg, u drukt de vuildeeltjes zo in de
vezelstructuur.
Schuimrubberen luchtfilterelement: Reinig in een warm zeepsopje,
spoel met schoon water en laat dan grondig drogen. Of reinig in een
niet-ontvlambaar oplosmiddel en laat drogen. Drenk het filterelement in
schone motorolie en wring vervolgens alle overtollige olie uit. De motor
zal bij de eerstvolgende start veel rook afgeven als er te veel olie in het
schuimrubber achterblijft.
Veeg met een vochtige doek vuil weg aan de binnenkant van het
luchtfilterhuis en het filterdeksel. Wees voorzichtig en voorkom dat vuil
vanuit de luchtbuis in de carburateur dringt.
Plaats het schuimrubberen filterelement over het papieren element en
breng het zo samengebouwde luchtfilter aan. Controleer of de pakking
onder het luchtfilter aanwezig is. Draai de luchtfiltervleugelmoer stevig
vast.
Verwijder de vleugelmoer van het
luchtfilter en neem het filter uit.
Verwijder de vleugelmoer van het
luchtfilterdeksel en neem het
deksel af.
Installeer het cycloonfilterhuis zodanig dat de lip aan de luchttoevoer in
de groef in het voorfilterdeksel valt.
Vergeet niet de luchtgeleider te installeren zoals getoond in de
afbeelding.
ALLEEN CYCLOONFILTERTYPE: Haal de drie platkopschroeven los van
het voorfilterdeksel en verwijder dan het cycloonfilterhuis en de
luchtgeleider. Was de onderdelen schoon met water, droog ze
zorgvuldig en monteer dan weer aan elkaar.
Bouw het luchtfilter samen en draai de vleugelmoer stevig vast.
Olie-inhoud: 60 cm
Vul het luchtfilterhuis tot aan de markering OIL LEVEL (olieniveau) met
dezelfde olie als wordt aanbevolen voor de motor (zie pagina ).
Giet de verbruikte olie uit het luchtfilterhuis, was eventueel aangekoekt
vuil weg met een niet-ontvlambaar oplosmiddel en droog het
luchtfilterhuis.
Drenk het filterelement in schone motorolie en wring vervolgens alle
overtollige olie uit. De motor zal veel rook afgeven als er te veel olie in
het schuimrubber achterblijft.
Verwijder het luchtfilterelement van het deksel. Reinig het deksel en
filterelement in een warm zeepsopje, spoel na en laat dan grondig
drogen. Of reinig in een niet-ontvlambaar oplosmiddel en laat
vervolgens drogen.
Verwijder de vleugelmoer en verwijder het luchtfilterdeksel en de kap.
Installeer het luchtfilterdeksel en draai de vleugelmoer stevig vast.
1.
2.
4.
3.
5.
6.
7.
8.
9.
7
1.
2.
4.
3.
5.
6.
8
06/11/07 19:58:28 39Z4F601_011
NEDERLANDS
Reinigen
BEZINKSELKOM
Typen met laag profiel
BOUGIE
Aanbevolen bougies:
AFDICHTRING
0,70 0,80 mm
MASSA-ELEKTRODE
BOUGIESLEUTEL
CLIP
CLIP
LUCHTFILTERELEMENT
ELEMENT
O-RING
FILTERBEKER
BRANDSTOFKRAAN
UIT
LUCHTFILTERDEKSEL
12
Benzine is zeer ontvlambaar en explosief en u kunt
brandwonden of ernstig letsel oplopen terwijl u met benzine
bezig bent.
Klik de luchtfilterdekselklemmen
los en verwijder het
luchtfilterdeksel en vervolgens
het luchtfilterelement.
Spoel het element schoon in een
sopje van afwasmiddel en warm
water en spoel dan grondig
schoon, of was in een niet of
moeilijk ontvlambaar
oplosmiddel. Laat het element
goed droog worden.
Drenk het luchtfilterelement in
schone motorolie en wring
vervolgens alle overtollige olie uit.
De motor zal bij de eerste
startpoging veel rook afgeven als
er te veel olie in het element
achterblijft.
Meet de elektrodenafstand met
een voelermaat van het
draadtype. Corrigeer de
elektrodenafstand zo nodig door
de zijelektrode voorzichtig iets te
buigen.
Inspecteer de bougie. Vervang
hem als hij beschadigd is of erg
vervuild en als de afdichtring in
slechte conditie is of als de
elektrode versleten is.
Verwijder de bougie met een 13/
16-inch bougiesleutel.
Haal de bougiedop los van de
bougie en verwijder eventueel
vuil direct rondom de bougie.
Voor een goede werking moet de bougie de juiste elektrodenafstand
hebben en mag er geen aanslag aanwezig zijn.
Het gebruik van een verkeerde bougie kan de motor beschadigen.
De aanbevolen bougie heeft de correcte warmtegraad voor de normale
bedrijfstemperatuur van de motor.
Zet de benzinekraan in de stand ON en controleer op lekkage. Vervang
de O-ring als er sprake is van lekkage.
Breng het luchtfilterelement en
het deksel weer aan.
Zet de benzinekraan in de stand OFF en verwijder dan de bezinkselkom
en de O-ring.
Veeg gemorste benzine direct weg.
Werk met benzine alleen in de buitenlucht.
Zet de motor af en houd warmtebronnen, vonken en open
vuur uit de buurt.
BPR6ES (NGK)
W20EPR-U (DENSO)
Bevestig de bougiedop op de bougie.
Door een losse bougie kan de motor oververhit raken en schade oplopen.
Door de bougie te strak aan te draaien, kan de schroefdraad in de
cilinderkop worden beschadigd.
Bij het opnieuw installeren van de oude bougie moet deze nadat hij
aanligt nog 1/8 1/4 slag extra worden aangedraaid om de ring vast te
zetten.
Bij het installeren van een nieuwe bougie moet deze nadat hij aanligt
nog 1/2 slag extra worden aangedraaid om de ring vast te zetten.
Monteer de bougie zorgvuldig met
de hand, om beschadiging van de
schroefdraad te voorkomen.
0,70 0,80 mm
De elektrodenafstand moet zijn:
Trek de bougie nadat deze aanligt nog iets na met een 13/16-inch
bougiesleutel om de afdichtring vast te zetten.
Spoel de bezinkselkom schoon in een niet-ontvlambaar oplosmiddel en
droog deze zorgvuldig.
Leg de O-ring in de benzinekraan en breng de bezinkselkom aan. Zet de
bezinkselkom stevig vast.
1.
2.
4.
3.
1.
2.
4.
3.
5.
6.
7.
8.
9.
1.
2.
4.
3.
07/04/25 12:11:33 39Z4F601_012
HANDIGE TIPS & SUGGESTIES
UW MOTOR STALLEN
Voorbereiding op stalling
Brandstof
VONKENVANGER (betreffende uitvoeringen)
Inspectie & reiniging van vonkenvanger
Verwijderen van vonkenvanger
Afstellen
STATIONAIR TOERENTAL
Reinigen
Een benzinestabilisator toevoegen om benzinelevensduur te verlengen
NEDERLANDS
UITLAATDEFLEKTOR
VONKENZANGER
ZEEF VAN DE VONKENVANGER
AANSLAGSCHROEF VOOR HET
STATIONAIR TOERENTAL
5 mm-SCHROEVEN
4 mm-SCHROEVEN
4 mm-SCHROEF
HITTESCHILD VAN
UITLAATDEMPER
13
Correct stallen is van groot belang om uw motor in storingsvrije conditie te
houden en er goed te laten uitzien. Met de volgende stappen voorkomt u
dat roest en corrosie de werking en de aanblik van uw motor verslechteren
en zal de motor de volgende keer weer gemakkelijk starten.
Benzine zal tijdens stalling oxyderen en gaat dan kwalitatief achteruit. Met
slechte benzine zal de motor moeilijk starten en blijft er een harsaanslag
achter die het brandstofsysteem kan verstoppen. Als de kwaliteit van de
benzine in uw motor tijdens stalling achteruitgaat, is mogelijk extra
onderhoud nodig aan de carburateur of andere onderdelen van het
brandstofsysteem of moeten deze worden vervangen.
De vonkenvanger is een standaard of optioneel onderdeel, afhankelijk van
de motoruitvoering. In sommige landen is het gebruik van een motor
zonder vonkenvanger wettelijk niet toegestaan. Neem alle plaatselijke
voorschriften en wetgeving in acht. Een vonkenvanger is verkrijgbaar bij
een erkende Honda onderhoudsdealer.
Gebruik een borstel om de
koolaanslag van het gaas aan de
vonkenvanger te verwijderen. Pas op
en beschadig het gaas niet. Vervang
de vonkenvanger als deze breuken of
gaten vertoont.
Verwijder de 4 mm schroef uit de vonkenvanger en haal de
vonkenvanger los van de uitlaatdemper.
Verwijder de vier 5 mm schroeven van de uitlaatdemperbeschermer en
haal deze los.
Als de motor gedraaid heeft, is de uitlaatdemper heet geworden. Laat deze
dan afkoelen voordat u onderhoud aan de vonkenvanger verricht.
De vonkenvanger heeft na elke 100 uur onderhoud nodig om zijn werking
te behouden.
Standaard stationair toerental:
Draai de gasklepaanslagschroef om
het juiste stationair toerental te
verkrijgen.
Zet de gashendel in de
minimumstand.
Start de motor buitenshuis en laat
warmdraaien tot de normale
bedrijfstemperatuur.
Installeer de vonkenvanger, de uitlaatbeschermer en de uitlaatbuis in
omgekeerde volgorde van verwijderen.
Als de motor heeft gedraaid, laat dan minstens een half uur afkoelen
voordat u gaat reinigen. Reinig de motor aan de buitenzijde, werk
beschadigde lak bij en smeer andere gedeelten die kunnen roesten licht in
met olie.
Door te reinigen met water uit een tuinslang of met een hogedrukreiniger,
kan er water in het luchtfilter of in de uitlaatdemperopening dringen. Water
in het luchtfilter wordt opgezogen door het luchtfilterelement en water dat
zo het luchtfilter of de uitlaatdemper passeert kan in de cilinder
terechtkomen en schade veroorzaken.
Zet de motor af.
Laat na toevoeging van een benzinestabilisator de motor gedurende tien
minuten in de buitenlucht draaien, zodat voor alle onbehandelde
benzine behandelde benzine in de plaats is gekomen.
Voeg benzinestabilisator toe volgens de aanwijzingen van de fabrikant.
Wanneer u een benzinestabilisator toevoegt, vul de brandstoftank dan met
nieuwe benzine. Als u de tank alleen gedeeltelijk vult, zal de lucht in de tank
tijdens stalling de achteruitgang versnellen. Als u een benzinevat gebruikt
om bij te tanken, zorg dan dat deze altijd alleen nieuwe benzine bevat.
U kunt de levensduur van brandstof in stalling verlengen door een
benzinestabilisator toe te voegen die speciaal daarvoor is samengesteld, of
u voorkomt problemen met brandstofkwaliteit door tevoren de
brandstoftank en de carburateur af te tappen.
Schade aan het brandstofsysteem of problemen in de motorwerking als
gevolg van een slechte stallingvoorbereiding, vallen niet onder de
garantie
van de dealer (Distributor’s Limited Warranty)
.
De periode dat benzine in uw brandstoftank en carburateur kan blijven
zonder dat dit nadelig is voor de werking, hangt af van factoren als de
benzinemix, de temperatuur in uw stallingruimte en of de brandstoftank
geheel of gedeeltelijk is gevuld. De lucht in een gedeeltelijk gevulde
brandstoftank versnelt de achteruitgang van de benzine. Bij een zeer hoge
stallingtemperatuur versnelt de achteruitgang van de benzine.
Brandstofproblemen kunnen dan al binnen een paar maanden optreden, of
zelfs eerder als de benzine waarmee uw benzinetank is gevuld niet nieuw
was.
Verwijder de twee 4 mm schroeven uit de uitlaatbuis en verwijder de
buis (betreffende uitvoeringen).
1.
2.
3.
1.
2.
3.
1.
2.
1.
2.
3.
1.400 min
(omw/min)
200
150
06/11/07 19:59:34 39Z4F601_013
Voorzorgen bij stallingBrandstoftank en carburateur aftappen
Motorolie
VERVOER
Uit stalling nemen
NEDERLANDS
AAN
PAKKING
BRANDSTOFKRAAN
O-RING
FILTERBEKER
Zet de inkeping aan de poelie in lijn
met het gat bovenop het deksel.
AFTAPSTOP
14
Als u uw motor stalt met benzine in de brandstoftank en de carburateur,
moet het risico op ontbranding van benzinedamp zoveel mogelijk worden
tegengegaan. Kies een goed geventileerde stallingruimte, op ruime
afstand van apparatuur met open vuur zoals een fornuis, een
waterverwarmer of een kledingdroger. Vermijd ook een plek met een
elektromotor die vonken produceert of waar elektrisch gereedschap wordt
gebruikt.
Benzine is zeer ontvlambaar en explosief en u kunt
brandwonden of ernstig letsel oplopen terwijl u met benzine
bezig bent.
Zet de motor af en houd warmtebronnen, vonken en open
vuur uit de buurt.
Giet een eetlepel (5 10 cm
) schone motorolie in de cilinder.
Verwijder de bougie (zie pagina ).
Ververs de motorolie (zie pagina ).
Nadat alle benzine is uitgestroomd in het opvangbakje brengt u de
aftapbout, de pakkingring, de bezinkselkom en de O-ring weer aan. Zet
de aftapbout en de bezinkselkom stevig vast.
Verwijder de carburateuraftapbout en de pakking. Verwijder de
bezinkselkom en de O-ring en draai dan de benzinekraan naar de stand
ON.
Zet een goedgekeurd opvangbakje onder de carburateur en gebruik een
trechter om morsen van benzine te voorkomen.
Veeg gemorste benzine direct weg.
Werk met benzine alleen in de buitenlucht.
Houd de motor horizontaal wanneer u deze vervoert, om de kans op
lekkage van brandstof te verkleinen. Draai de brandstofkraan in de stand
UIT (zie pagina ).
Als de cilinder ter voorbereiding op stalling werd geolied, zal de motor kort
roken bij de eerste start. Dat is normaal.
Als u de brandstof heeft afgetapt ter voorbereiding op stalling, vul de tank
dan weer met nieuwe benzine. Als u een benzinevat gebruikt om bij te
tanken, zorg dan dat deze altijd alleen nieuwe benzine bevat. Na verloop
van tijd oxydeert benzine en verslechtert de kwaliteit, waardoor starten
wordt bemoeilijkt.
Controleer uw motor zoals beschreven in de paragraaf
GEBRUIKSCONTROLES VOORAF
in deze handleiding (zie pagina ).
Als de motor is uitgerust met een accu voor elektrisch starten, vul de accu
dan eens per maand bij terwijl de motor is gestald.
Hiermee verlengt u de levensduur van de accu.
Dek de motor af nadat de motor en het uitlaatsysteem zijn afgekoeld, om
stof buiten te houden. Een warme motor en uitlaatsysteem kan sommige
materialen doen ontbranden of smelten. Gebruik geen plastic folie om af te
dekken tegen stof. Onder zo’n niet-doorlatende afdekking blijft vocht
rondom de motor achter en verloopt roestvorming en corrosie sneller.
Zet de motor om te stallen horizontaal neer. Door te kantelen kan er
brandstof- of olielekkage ontstaan.
Kies ook geen stallingruimte die erg vochtig is, want vocht bevordert roest
en corrosie.
Trek een paar keer aan het startkoord om de olie in de cilinder te
verdelen.
Breng de bougie weer aan.
Trek langzaam aan het startkoord totdat u weerstand voelt en de
inkeping op de starterpoelie tegenover het gat komt bovenin het deksel
van de terugloopstarter. Hiermee sluit u de kleppen, zodat er geen vocht
in de motorcilinder kan dringen. Laat het startkoord rustig terugrollen.
2.
1.
3.
1.
2.
3.
4.
5.
6.
5
3
12
9
05/06/17 18:26:28 39Z4F601_014
×
×
×
ONVERWACHTE PROBLEMEN OPLOSSEN
MOTOR WIL NIET
STARTEN
Mogelijke oorzaak Correctie
ZEKERING VERVANGEN (betreffende uitvoeringen)
CorrectieMogelijke oorzaakMOTOR HEEFT
GEEN VERMOGEN
NEDERLANDS
ZEKERINGDEKSEL
ACHTERKAP
MOTORSCHAKELAAR
612mm
SPECIALE SCHROEF
ZEKERING
15
Elektrisch starten
(betreffende
motoruitvoeringen):
Controleer de
accu en de zekering.
Neem de motor mee
naar een erkende
Honda
onderhoudsdealer of
zie het
werkplaatshandboek.
Geen brandstof.
Slechte brandstof;
motor gestald
zonder voorbereiding of
brandstof aftappen, of
bijgetankt met slechte
benzine.
Neem de motor mee
naar een erkende
Honda
onderhoudsdealer of
zie het
werkplaatshandboek.
Controleer de
regelstanden.
Controleer het
motorolieniveau.
Controleer de
brandstof.
Verwijder en
inspecteer de
bougie.
Accu leeg.
Zekering
doorgebrand.
Brandstofkraan in
OFF.
Choke open.
Motorschakelaar in
OFF.
Verkeerde de bougie,
vervuild of foutieve
elektrodenafstand.
Bougie nat door
benzine
(motor verzopen).
Brandstoffilter
verstopt, defect in
carburateur, defect
ontstekingssysteem,
hangende kleppen,
etc.
Filterelement(en)
verstopt.
Slechte brandstof;
motor gestald zonder
voorbereiding of
brandstof aftappen,
of bijgetankt met
slechte benzine.
Brandstoffilter
verstopt, defect in
carburateur, defect
ontstekingssysteem,
hangende kleppen,
etc.
Controleer het
luchtfilter.
Controleer de
brandstof.
Accu opnieuw opladen.
Zekering vervangen
(p. 15).
Zet hendel in de stand
ON.
Zet hendel in de stand
CLOSED, behalve als
motor warm is.
Zet motorschakelaar in
de stand ON.
Vul bij met de
aanbevolen olie tot het
correcte niveau (p. 9).
Brandstof bijvullen
(p. 8).
Tap de brandstoftank
en de carburateur af
(p. 14).
Bijtanken met nieuwe
benzine (p. 8).
Vervang de bougie of
stel elektrodenafstand
opnieuw af (p. 12).
Droog de bougie en
breng weer aan. Start
de motor met de
gashendel in de stand
MAX.
Vernieuw of repareer
defecte onderdelen
zoals vereist.
Reinig of vervang
filterelement(en)
(p. 11 12).
Tap de brandstoftank
en de carburateur af
(p. 14).
Bijvullen met nieuwe
benzine (p. 8).
Vernieuw of repareer
defecte onderdelen
zoals vereist.
Het relaiscircuit van de elektrische starter en van het acculaadsysteem zijn
beveiligd met een zekering. Als de zekering doorbrandt, zal de elektrische
starter niet werken. U kunt de motor met de hand starten als de zekering is
doorgebrand, maar terwijl de motor loopt, laadt deze de accu niet op.
Verwijder de 6 12 mm schroef uit het achterdeksel van het
motorschakelaarhuis.
Verwijder het zekeringkapje en trek dan de zekering uit en controleer
deze.
Gooi de zekering weg als deze is doorgebrand. Installeer een nieuwe
zekering met hetzelfde ampèrage als de oude en breng het deksel weer
aan.
Neem contact op met uw Honda dealer als u vragen heeft over het
ampèrage van de oude zekering.
Als de zekering vaak doorbrandt, betekent dit meestal kortsluiting of
overbelasting van het elektrisch systeem. Als de zekering vaak doorbrandt,
laat de motor dan repareren bij een Honda onderhoudsdealer.
Breng het achterdeksel weer aan. Monteer de 6 12 mm schroef en zet
deze stevig vast.
Gebruik nooit een zekering met een hogere ampèrewaarde dan de oude
zekering aan de motor. Er kan dan ernstige schade aan het elektrische
systeem ontstaan of er bestaat brandgevaar.
1.
2.
3.
4.
5.
1.
2.
3.
1.
2.
3.
6.
Motorolieniveau laag
(uitvoeringen met
olieniveauwaarschuwing).
06/06/14 14:36:57 39Z4F601_015
−−
++
NEDERLANDS
Verbinding voor externe bediening
Accuaansluitingen voor elektrische starter (betreffende uitvoeringen)
Locatie serienummer
TECHNISCHE INFORMATIE
LOCATIE SERIENUMMER &
MOTORUITVOERING
ELEKTRISCHE
STARTER
(betreffende
uitvoeringen)
NEGATIEVE ( )
ACCUKABEL
STARTER SOLENOID
POSITIEVE ( ) ACCUKABEL
OVERBRENGING EXTERNE GASBEDIENING
WRIJVINGSMOER VAN
SMOORKLEPARM
TERUGKEERVEER
Bevestiging
flexibele draad
Bevestiging
massieve draad
KABEL
4mm-SCHROEF
DRAADEBEVESTIGINGSMOER
GASHENDEL
OPTIONEEL
5 mm-BORGKLEM
OVERBRENGING EXTERNE CHOKEBEDIENING
DRAADEBEVESTIGINGSMOER
CHOKEKNOP
16
De gas-en chokehendels zijn uitgevoerd met gaten om een extra kabel te
kunnen bevestigen. De volgende afbeeldingen tonen
installatievoorbeelden van een massieve draadkabel en een kabel met
flexibele gevlochten draad. Als u de kabel met buigzame gevlochten draad
gebruikt, voeg dan zoals getoond een terugtrekveer toe.
De gashendelfrictiemoer moet u losdraaien als u de gashendel gebruikt
met een externe bediening.
Gebruik een 12 Volt accu met een capaciteit in ampère-uur van minstens
18 Ah.
Aanschafdatum: ______ / ______ / ______
Motortype: ___ ___ ___ ___
Motorserienummer: __ __ __ __ __ __ __ __ __ __ __
Noteer het motorserienummer, de
uitvoering en de aanschafdatum in
de ruimte hieronder. U heeft deze
informatie nodig bij het bestellen
van onderdelen en bij vragen over
technische kwesties of over de
garantie.
Pas op en sluit de accupolen niet omgekeerd aan, u veroorzaakt zo
kortsluiting in het acculaadsysteem. Sluit altijd de positieve ( ) accukabel
aan op de accupool voordat u de negatieve accukabel ( ) aansluit; uw
gereedschap kan dan geen kortsluiting veroorzaken als u hiermee een aan
massa verbonden onderdeel aanraakt terwijl u de positieve kabel ( )
vastzet.
Als u de correcte werkwijze niet opvolgt, kan een accu
exploderen en dan omstanders ernstig letsel toebrengen.
Smeer de aansluitpolen en de kabeluiteinden in met vet.
Sluit de negatieve ( ) accukabel aan op de negatieve ( ) accupool,
zoals in de afbeelding getoond.
Sluit de positieve accukabel ( ) aan op de positieve ( ) accupool, zoals
in de afbeelding getoond.
Sluit de negatieve ( ) accukabel aan op een motorbevestigingsbout,
een framebout of een ander goed massapunt aan de motor.
Sluit de positieve accukabel ( ) aan op de aansluiting van de
startersolenoïde, zoals in de afbeelding getoond.
Houd vonken, open vuur en rookartikelen bij de accu
vandaan.
1.
2.
3.
4.
5.
06/11/07 20:00:02 39Z4F601_016
NEDERLANDS
Informatie over emissieregelsysteem
Emissiebronnen
Carburateurmodificaties voor werking op grotere geografische hoogte
De wetgeving op luchtverontreiniging in de Verenigde Staten en de
staat Californië en de milieuwetgeving in Canada
Onkundig gesleutel en wijzigingen
Problemen die emissie kunnen beïnvloeden
Vervangingsonderdelen
Onderhoud
17
In het verbrandingsproces komen koolmonoxide, stikstofoxiden en
koolwaterstoffen vrij. Minder emissie van koolwaterstoffen en
stikstofoxiden is zeer gewenst, omdat deze stoffen onder sommige
omstandigheden bij blootstelling aan zonlicht reacties aangaan en dan een
fotochemische smog vormen. Koolmonoxide reageert niet op dezelfde
wijze, maar is een giftige stof.
Honda gebruikt arme carburateurinstellingen en regelsystemen om de
emissie van koolmonoxide, stikstofoxiden en koolwaterstoffen te beperken.
De regelgeving van de overheid in Californië en Canada en van de
Amerikaanse EPA (Environmental Protection Agency) verplicht alle
fabrikanten om schriftelijke instructies op te stellen die de werking en het
onderhoud aan emissieregelsystemen beschrijven.
De volgende instructies en procedures moeten worden opgevolgd om te
zorgen dat de emissie van uw Honda motor aan de emissienormen voldoet.
Op grotere geografische hoogte is het lucht/brandstof mengsel van de
standaardcarburateur te rijk. De motor presteert dan minder en het
brandstofverbruik neemt toe. Als het mengsel erg rijk is, raakte ook de
bougie vervuild en zal de motor moeilijker starten. Bij langdurig gebruik op
een afwijkende geografische hoogte dan waarvoor deze motor is
gecertificeerd, kan de emissie toenemen.
De werking op grotere geografische hoogte kan worden verbeterd door
specifieke modificaties aan de carburateur. Als u uw motor altijd gebruikt
op een hoogte boven 1.500 meter, laat deze carburateurmodificatie dan
uitvoeren door uw onderhoudsdealer. Als u deze motor op grotere
hoogten gebruikt na de daarvoor bedoelde carburateurmodificatie, zal
gedurende de gehele levensduur aan de emissienorm worden voldaan.
Ook met de carburateurmodificatie neemt het motorvermogen af met ca.
3,5% per elke 300 meter toename in hoogte. De geografische hoogte werkt
echter extra nadelig voor het motorvermogen dan zonder deze
carburateurmodificatie.
Als de carburateur is gewijzigd voor gebruik op grotere geografische
hoogte, is het lucht/brandstofmengsel te arm voor gebruik op lagere
hoogten. Als u een gewijzigde carburateur gebruikt beneden 1.500 meter,
kan de motor oververhit raken en kan er ernstige motorschade ontstaan.
Laat bij gebruik op lagere hoogten uw onderhoudsdealer de carburateur
weer wijzigen volgens de originele fabrieksspecificaties.
Door onkundig sleutelen aan of wijzigen van het emissieregelsysteem kan
de emissie toenemen tot boven de wettelijk toegestane grenswaarde.
Onder zulk onkundig gesleutel wordt o.a. verstaan:
Het verwijderen of wijzigen van delen van het inlaat-, brandstof- of
uitlaatsysteem.
Het wijzigen of buiten werking stellen van het regelmechanisme of
toerentalverstelmechanisme waardoor de motor kan functioneren
buiten de originele ontwerpparameters.
Als u een van de volgende symptomen opmerkt, laat uw motor dan
inspecteren en repareren door uw onderhoudsdealer.
Moeilijk starten of afslaan na de start.
Onregelmatig stationair draaien.
Overslaan of terugslaan onder belasting.
Naverbranding (terugslaan).
Zwarte rook uit de uitlaat of een hoog brandstofverbruik.
De emissieregelsystemen op uw Honda motor zijn ontworpen, gebouwd
en gecertificeerd om te voldoen aan de emissienormen van de EPA,
Californië en Canada. Wij raden aan om bij alle onderhoud originele Honda
onderdelen te gebruiken. Deze door Honda ontworpen
vervangingsonderdelen zijn geproduceerd volgens dezelfde normen als de
originele onderdelen, zodat u kunt vertrouwen op een goede werking. Het
gebruik van vervangingsonderdelen van een ander ontwerp of van
mindere kwaliteit, kan de effectieve werking van uw emissieregelsysteem
nadelig beïnvloeden.
Een fabrikant van een los verkrijgbaar onderdeel is ervoor
verantwoordelijk dat het onderdeel de emissieprestaties niet nadelig zal
beïnvloeden. De fabrikant van het onderdeel of het revisiebedrijf moet
aantonen dat het gebruik van het onderdeel niet betekent dat de motor niet
meer aan de emissienormen kan voldoen.
Volg het onderhoudsschema op pagina . Denk eraan dat dit schema
uitgaat van de veronderstelling dat u uw machine gebruikt volgens de
gebruiksbestemming. Vaker onderhoud is vereist bij langdurig gebruik
onder hoge temperaturen of hoge belasting of onder ongewoon vochtige
of stoffige omstandigheden.
7
06/11/07 20:00:23 39Z4F601_017
××
×
××
×
××
×
××
×
××
×
××
×
NEDERLANDS
SpecificatiesAir Index (luchtindex)
Beschrijvende term Van toepassing op emissieduurzaamheidsperiode
GX120 (Aftakas type S)
GX160 (Aftakas type S)
GX200 (Aftakas type S)
18
Een label/sticker met luchtindexinformatie (Air Index Information) is
bevestigd aan motoren die zijn gecertificeerd volgens een
emissieduurzaamheidsperiode overeenkomstig de eisen van de California
Air Resources Board (Californisch instituut voor schone lucht).
Het nominale vermogen van de motor dat staat vermeld in dit document
is het netto geleverd vermogen zoals getest aan een productiemotor
voor het betreffende model, gemeten in overeenstemming met SAE J
1349 bij 3.600 tpm (netto vermogen) en bij 2.500 tpm (Max. netto koppel).
Het geleverd vermogen van massaproductiemotoren kan hiervan
afwijken.
Het feitelijk geleverd vermogen voor de motor die uiteindelijk in het
chassis wordt ingebouwd, kan afhangen van talloze factoren, zoals het
toerental van de motor in de praktijk, de omgevingsomstandigheden,
het onderhoud en andere variabelen.
De duurzaamheidsbeschrijving is bedoeld om u te informeren over de
duurzaamheid van de motoremissie. De beschrijvende term geeft de
nuttige gebruiksduur aan van het motoremissieregelsysteem. Zie de
garantie voor uw emissieregelsysteem
voor nadere informatie.
De staafgrafiek is bedoeld om u als klant de mogelijkheid te geven de
emissieprestaties van verkrijgbare motoren te vergelijken. Hoe lager de
luchtindex, hoe minder de vervuiling.
50 uur (0 t/m 80 cm
)
125 uur (meer dan 80 cm
)
Matig
Gemiddeld
Verlengd
125 uur (0 t/m 80 cm
)
250 uur (meer dan 80 cm
)
300 uur (0 t/m 80 cm
)
500 uur (meer dan 80 cm
)
1.000 uur (meer dan 225 cm
)
Het label/sticker met luchtindexinformatie moet aan de motor bevestigd
blijven tot deze wordt verkocht. Verwijder het hanglabel voordat u de
motor gaat gebruiken.
297 341 329 mm
13,0 kg
4-takt, kopklepper, ééncilinder
118 cm
[60,0 42,0 mm]
2,6 kW (3,5 PS) bij 3.600 min
(omw/min)
7,3 N·m (0,74 kgf·m) bij
2.500 min
(omw/min)
0,56
2,0
Geforceerde koeling
Transistor-magneetontsteking
Tegen de richting van de wijzers van de klok
304 362 346 mm
15,1 kg
4-takt, kopklepper, ééncilinder
163 cm
[68,0 45,0 mm]
3,6 kW (4,9 PS) bij 3.600 min
(omw/min)
10,3 N·m (1,05 kgf·m) bij
2.500 min
(omw/min)
0,58
3,1
Geforceerde koeling
Transistor-magneetontsteking
Tegen de richting van de wijzers van de klok
313 376 346 mm
16,1 kg
4-takt, kopklepper, ééncilinder
196 cm
[68,0 54,0 mm]
4,1 kW (5,6 PS) bij 3.600 min
(omw/min)
12,4 N·m (1,26 kgf·m) bij
2.500 min
(omw/min)
0,60
3,1
Geforceerde koeling
Transistor-magneetontsteking
Tegen de richting van de wijzers van de klok
Lengte Breedte
Hoogte
Leeggewicht [gewicht]
Motoruitvoering
Cilinderinhoud
[Boring Slag]
Netto vermogen
Max. netto koppel
Motorolie-inhoud
Brandstoftankinhoud
Koelsysteem
Ontstekingssysteem
Aftakasrotatie
Lengte Breedte
Hoogte
Leeggewicht [gewicht]
Motoruitvoering
Cilinderinhoud
[Boring Slag]
Netto vermogen
Max. netto koppel
Motorolie-inhoud
Brandstoftankinhoud
Koelsysteem
Ontstekingssysteem
Aftakasrotatie
Lengte Breedte
Hoogte
Leeggewicht [gewicht]
Motoruitvoering
Cilinderinhoud
[Boring Slag]
Netto vermogen
Max. netto koppel
Motorolie-inhoud
Brandstoftankinhoud
Koelsysteem
Ontstekingssysteem
Aftakasrotatie
(conform SAE J1349 )
(conform SAE J1349 )
(conform SAE J1349 )
(conform SAE J1349 )
(conform SAE J1349 )
(conform SAE J1349 )
07/04/25 12:11:59 39Z4F601_018
±
±
NEDERLANDS
Bedradingsschema’s
Beknopte naslaginformatie
Afstelspecificaties
CONTROLEPUNT SPECIFICATIE ONDERHOUD
Met Oil Alert en elektrische starter
Met Oil Alert
en zonder elektrische starter
19
Brandstof
Motorolie
Olie
reductiekast
Bougie
Onderhoud
SAE 10W-30, API SJ of hogere klasse, voor algemene
gebruiksdoeleinden.
Ziepagina8.
Dezelfde olie als motorolie, zie hierboven (betreffende
motoruitvoeringen).
Vóór elk gebruik:
Controleer het motorolieniveau. Zie pagina 9.
Controleer olie in reductiekast
(betreffende motoruitvoeringen).
Zie pagina 9 10.
Controleer het luchtfilter. Zie pagina 10.
Eerste 20 uur:
Ververs motorolie. Zie pagina 9.
Ververs olie in reductiekast
(betreffende motoruitvoeringen).
Zie pagina 10.
Vervolgens:
Volg het onderhoudsschema op pagina 7.
W20EPR-U (DENSO)
BPR6ES (NGK)
Loodvrije benzine (zie pagina 8)
VS
Behalve
VS
Elektrodenafstand
Stationair toerental
Klepspeling (koud)
Overige
specificaties
0,70 0,80 mm
1.400 min
(omw/min)
INL: 0,15 0,02 mm
UITL: 0,20 0,02 mm
Zie pagina: 12
Zie pagina: 13
Neem contact op
metuwerkende
Honda dealer
Geen overige afstellingen vereist.
Pompoctaangetal (PON) van 86 of hoger
RON-octaangetal van 91 of hoger
Pompoctaangetal (PON) van 86 of hoger
Groen
UIT
AAN
START
UIT
AAN
(1)
(2)
(3)
(4)
(5)
(6)
(7)
BEDIENINGSKAST
GELIJKRICHTER
VEILIGHEIDSSCHAKELAAR
CONTACTSLOT
BOUGIE
STARTMOTOR
Bruin
Oranje
Lichtblauw
Lichtgroen
Roze
Grijs
Zwart
Geel
Blauw
Rood
Wit
Br
O
Lb
Lg
P
Gr
Bl
Y
Bu
G
R
W
ACCU (12 V)
STARTER SOLENOID
DYNAMOWIKKELING
OLIENIVEAUSCHAKELAAR
EENHEID OLIENIVEAUWAARSCHUWING
Type met eenheid voor
olieniveauwaarschuwing
BOBINE
(8)
(9)
(10)
(11)
(12)
(13)
(14)
ZEKERING
200
150
07/04/25 12:12:21 39Z4F601_019
《》
Canada:
Verenigde Staten, Puerto Rico en Amerikaanse Maagdeneilanden:
Informatie over dealerzoekfunctie
GEBRUIKERSINFORMATIE
Voor Europese gebiedsdelen:
Klantenservice-informatie
Canada:
Honda Canada, Inc.
Australië:
Honda Australia Motorcycle and Power Equipment Pty. Ltd.
Voor Europese gebiedsdelen:
Honda Europe NV.
Alle overige gebieden:
American Honda Motor Co., Inc.
Verenigde Staten, Puerto Rico en Amerikaanse Maagdeneilanden:
Het Honda-kantoor
Alle overige gebieden:
Verenigde Staten, Puerto Rico en Amerikaanse Maagdeneilanden:
NEDERLANDS
20
of bezoek onze website: www.honda.ca
Bel (888) 9HONDA9
of bezoek onze website: www.honda-engines.com
Bel (800) 426-7701
bezoek onze website: http://www.honda-engines-eu.com
De onderhoudsmonteurs bij uw dealervestiging zijn goed opgeleide
vakmensen. Zij zullen vrijwel elke vraag waarmee u zit kunnen
beantwoorden. Als u een probleem heeft dat uw dealer niet naar
tevredenheid oplost, bespreek dit dan met het management van de
dealervestiging. De werkplaatsmanager, algemeen manager of de
eigenaar kunnen u helpen. Vrijwel alle problemen worden op deze wijze
opgelost.
715 Milner Avenue
Toronto, ON
M1B 2K8
Telefoon: (888) 9HONDA9
(888) 946-6329
(416) 299-3400
(416) 287-4776
(877) 939-0909
(416) 287-4776
Kosteloos
Netnummer Toronto
Netnummer Toronto
Kosteloos
Netnummer Toronto
Fax:
Engels:
Frans:
1954 1956 Hume Highway Campbellfield Victoria 3061
Telefoon:
Fax:
(03) 9270 1111
(03) 9270 1133
European Engine Center
http://www.honda-engines-eu.com
Neem contact op met de Honda dealer in uw gebied voor assistentie.
Of bel: (770) 497-6400, 8:30 am - 8:00 pm EST
Power Equipment Division
Customer Relations Office
4900 Marconi Drive
Alpharetta, GA 30005-8847
Een gedetailleerde beschrijving van het probleem
Uw naam, adres en telefoonnummer
Aanschafdatum
Naam, adres en contactpersoon van de dealer die het onderhoud aan uw
motor verricht
Naam van de dealer die de motor aan u verkocht
Motoruitvoering, serienummer en type (zie pagina )
De naam van de fabrikant en het modelnummer van de apparatuur
waaraan de motor is gemonteerd
Als u schrijft of belt, geef dan de volgende informatie door:
Als u niet tevreden bent met een beslissing van het management van de
dealervestiging, neem dan contact op met het vermelde Honda kantoor.
Als u ook na een gesprek met de regiodealer (Regional Engine Distributor)
nog ontevreden bent, kunt u contact opnemen met het vermelde Honda
kantoor.
Als u niet tevreden bent met een beslissing van het management van de
dealervestiging, neem dan contact op met de regiodealer voor Honda
motoren in uw gebied (Honda Regional Engine Distributor).
16
05/06/17 18:28:45 39Z4F601_020
1

Hulp nodig? Stel uw vraag in het forum

Spelregels

Misbruik melden

Gebruikershandleiding.com neemt misbruik van zijn services uitermate serieus. U kunt hieronder aangeven waarom deze vraag ongepast is. Wij controleren de vraag en zonodig wordt deze verwijderd.

Product:

Bijvoorbeeld antisemitische inhoud, racistische inhoud, of materiaal dat gewelddadige fysieke handelingen tot gevolg kan hebben.

Bijvoorbeeld een creditcardnummer, een persoonlijk identificatienummer, of een geheim adres. E-mailadressen en volledige namen worden niet als privégegevens beschouwd.

Spelregels forum

Om tot zinvolle vragen te komen hanteren wij de volgende spelregels:

Belangrijk! Als er een antwoord wordt gegeven op uw vraag, dan is het voor de gever van het antwoord nuttig om te weten als u er wel (of niet) mee geholpen bent! Wij vragen u dus ook te reageren op een antwoord.

Belangrijk! Antwoorden worden ook per e-mail naar abonnees gestuurd. Laat uw emailadres achter op deze site, zodat u op de hoogte blijft. U krijgt dan ook andere vragen en antwoorden te zien.

Abonneren

Abonneer u voor het ontvangen van emails voor uw Honda GX120-UT1 bij:


U ontvangt een email met instructies om u voor één of beide opties in te schrijven.


Ontvang uw handleiding per email

Vul uw emailadres in en ontvang de handleiding van Honda GX120-UT1 in de taal/talen: Nederlands als bijlage per email.

De handleiding is 4,1 mb groot.

 

U ontvangt de handleiding per email binnen enkele minuten. Als u geen email heeft ontvangen, dan heeft u waarschijnlijk een verkeerd emailadres ingevuld of is uw mailbox te vol. Daarnaast kan het zijn dat uw internetprovider een maximum heeft aan de grootte per email. Omdat hier een handleiding wordt meegestuurd, kan het voorkomen dat de email groter is dan toegestaan bij uw provider.

Stel vragen via chat aan uw handleiding

Stel uw vraag over deze PDF

Uw handleiding is per email verstuurd. Controleer uw email

Als u niet binnen een kwartier uw email met handleiding ontvangen heeft, kan het zijn dat u een verkeerd emailadres heeft ingevuld of dat uw emailprovider een maximum grootte per email heeft ingesteld die kleiner is dan de grootte van de handleiding.

Er is een email naar u verstuurd om uw inschrijving definitief te maken.

Controleer uw email en volg de aanwijzingen op om uw inschrijving definitief te maken

U heeft geen emailadres opgegeven

Als u de handleiding per email wilt ontvangen, vul dan een geldig emailadres in.

Uw vraag is op deze pagina toegevoegd

Wilt u een email ontvangen bij een antwoord en/of nieuwe vragen? Vul dan hier uw emailadres in.



Info