1. Open het deksel van het
batterijcompartiment.
2. Plaats twee AA batterijen en let
daarbij op de positie van de
polen.
3. Sluit het deksel.
De batterijen plaatsen
Voorzorgsmaatregelen bij het gebruik van batterijen
•
Gebruik “AA” (R6P)-batterijen in deze
afstandsbediening.
• Vervang de batterijen ongeveer eenmaal per jaar
door nieuwe, afhankelijk van de gebruiksfrequentie
van de afstandsbediening.
• Vervang de batterijen, ook wanneer ze nog geen
jaar zijn gebruikt, als u het toestel niet meer van
kortbij met de afstandsbediening kunt bedienen.
• De bijgeleverde batterijen dienen alleen om de
werking van de afstandsbediening te controleren.
Vervang ze zo spoedig mogelijk door nieuwe.
•
Zorg ervoor dat u de batterijen in de juiste richting
plaatst, volgens de aanduidingen en in het
batterijvak.
•
Om beschadiging of lekkage van batterijen te voorkomen:
•
Gebruik geen oude batterij samen met een nieuwe.
• Gebruik geen twee verschillende soorten
batterijen, bijvoorbeeld alkaline- en
mangaanbatterijen, door elkaar.
• Sluit batterijen niet kort, haal ze niet uit elkaar,
warm ze niet op en gooi ze niet in het vuur.
• Verwijder de batterijen wanneer u de
afstandsbediening gedurende langere tijd niet zult
gebruiken.
• Als de batterijen gelekt hebben, moet u de
binnenkant van het batterijvak grondig
schoonmaken en vervolgens nieuwe batterijen
plaatsen.