NEDERLANDS - 8
BEDIENING
In/uitschakelen van het apparaat
Inschakelen
1. Controleer of het netsnoer juist is aangesloten.
2. Zet de netschakelaar op [
| ]. Het apparaat komt in de ruststand te staan en de spanningsindicator
licht oranje op.
3. Druk op de STANDBY/ON toets op het bedieningspaneel van het apparaat of op de
afstandsbediening. Het opwarmen begint en de spanningsindicator knippert groen.
4. De spanningsindicator stopt met knipperen en licht continu groen op wanneer het apparaat
bedrijfsklaar is. Maak het lenskapje open.
5. Draai aan de zoomknop om de schermgrootte in te stellen.
6. Draai aan de scherpstelring om de beeldscherpte in te stellen.
Uitschakelen
1. Druk de STANDBY/ON toets op het bedieningspaneel van de projector of op de
afstandsbediening ongeveer 2 seconden in. De projectorlamp gaat uit en het afkoelen van de lamp
begint. De spanningsindicator knippert oranje tijdens het afkoelen van de lamp. Indrukken van de
STANDBY/ON toets heeft geen effect wanneer de spanningsindicator knippert.
2. De projector komt in de ruststand te staan wanneer het afkoelen is voltooid. De
spanningsindicator stopt dan met knipperen en licht oranje op. Controleer of de indicator oranje
oplicht en zet dan de netschakelaar op [
O
].
3. De spanningsindicator is uit wanneer de projector is uitgeschakeld. Vergeet niet om het lenskapje
dicht te maken.
Lees deze gebruiksaanwijzing en de afzonderlijke “VEILIGHEIDSINSTRUCTIES”
aandachtig door alvorens u het apparaat in gebruik neemt. Zorg ervoor dat u het apparaat
op veilige wijze gebruikt.
Netshakelaar
Lens-schuifkapje
STANDBY/ON toets
POWER Indicator
STANDBY/
ON toets
Zoom knop
Scherpstelring
Met uitzondering van noodgevallen, mag u de projector alleen volledig uitschakelen
wanneer de spanningsindicator oranje brandt, want anders zal de levensduur van de
projectorlamp verkort worden.