662779
258
Verklein
Vergroot
Pagina terug
1/261
Pagina verder
Netwerkvideorecorder
Gebruikershandleiding
UD.6L0202D2181A01
User Manual of Network Video Recorder
1
Gebruikershandleiding
COPYRIGHT ©2015 Hangzhou Hikvision Digital Technology Co., Ltd.
ALLE RECHTEN VOORBEHOUDEN.
Alle gegevens, inclusief, maar niet beperkt tot teksten, afbeeldingen en grafieken, zijn het eigendom van Hangzhou
Hikvision Digital Technology Co., Ltd of haar dochterondernemingen (hierna Hikvision genoemd). Deze
gebruikershandleiding (hierna de Handleiding genoemd) mag op geen enkele wijze geheel of gedeeltelijk worden
gereproduceerd, gewijzigd, vertaald of gedistribueerd zonder schriftelijke toestemming van Hikvision. Tenzij
anderszins aangegeven, verleent Hikvision geen impliciete of expliciete garanties of verklaringen met betrekking
tot de Handleiding.
Over deze Handleiding
Deze handleiding is van toepassing op NVR's (Network Video Recorder).
Deze handleiding bevat instructies voor het gebruik en beheer van het product. Afbeeldingen, grafieken en alle
andere informatie in dit document zijn alleen bedoeld voor beschrijvings- en uitlegdoeleinden. De informatie in
deze Handleiding kan zonder kennisgeving via firmware-updates of om andere redenen worden gewijzigd. U vindt
de meest recente versie op de bedrijfswebsite (http://overseas.hikvision.com/en/).
Gebruik deze gebruikershandleiding onder begeleiding van professionals.
Kennisgeving met betrekking tot handelsmerken
en andere handelsmerken en logo's van Hikvision zijn het eigendom van Hikvision in verschillende
rechtsgebieden. Andere handelsmerken en logo's die hieronder worden vermeld, zijn het eigendom van de
respectieve eigenaars.
Wettelijke vrijwaring
VOOR ZOVER WETTELIJK IS TOEGESTAAN DOOR HET TOEPASSELIJK RECHT, WORDT HET
BESCHREVEN PRODUCT, INCLUSIEF HARDWARE, SOFTWARE EN FIRMWARE, GELEVERD IN DE
HUIDIGE STAAT ('AS IS'), INCLUSIEF GEBREKEN EN FOUTEN. HIKVISION VERLEENT GEEN
GARANTIES, HETZIJ EXPLICIET, HETZIJ IMPLICIET, INCLUSIEF MAAR NIET BEPERKT TOT
VERKOOPBAARHEID, VOLDOENDE KWALITEIT, GESCHIKTHEID VOOR EEN BEPAALD DOEL EN
NIET-INBREUKMAKENDHEID. IN GEEN GEVAL KUNNEN HIKVISION, HAAR DIRECTEURS,
BESTUURSLEDEN, WERKNEMERS OF AGENTEN AANSPRAKELIJK WORDEN GESTELD DOOR U
VOOR BIJZONDERE SCHADE, GEVOLGSCHADE, SCHADE DOOR ONGEVALLEN OF INDIRECTE
SCHADE, WAARONDER SCHADE DOOR VERLIES VAN BEDRIJFSWINST,
BEDRIJFSONDERBREKINGEN EN VERLIES VAN GEGEVENS OF DOCUMENTATIE, DIE HET GEVOLG
IS VAN HET GEBRUIK VAN DIT PRODUCT, ZELFS WANNEER HIKVISION OP DE HOOGTE WAS VAN
DE MOGELIJKHEID VAN DERGELIJKE SCHADE.
WAT BETREFT HET PRODUCT MET INTERNETTOEGANG, GELDT DAT HET PRODUCT GEHEEL OP
EIGEN RISICO WORDT GEBRUIKT. HIKVISION KAN NIET VERANTWOORDELIJK WORDEN
GESTELD VOOR INCORRECTE WERKING, PRIVACYLEKKEN OF ANDERE SCHADE DIE HET GEVOLG
IS VAN CYBERAANVALLEN, HACKERSAANVALLEN, VIRUSCONTROLES OF ANDERE
INTERNETBEVEILIGINGSRISICO'S. HIKVISION ZAL ECHTER TIJDIGE TECHNISCHE
ONDERSTEUING BIEDEN INDIEN DEZE VEREIST IS.
DE SURVEILLANCEWETGEVING VERSCHILT PER RECHTSGEBIED. CONTROLEER ALLE
TOEPASSELIJKE WETGEVING IN UW RECHTSGEBIED VOORDAT U DIT PRODUCT GEBRUIKT OM
ERVOOR TE ZORGEN DAT UW GEBRUIK CONFORM HET TOEPASSELIJK RECHT IS. HIKVISION KAN
NIET VERANTWOORDELIJK WORDEN GESTELD WANNEER HET PRODUCT VOOR
ONRECHTMATIGE DOELEINDEN WORDT GEBRUIKT.
User Manual of Network Video Recorder
2
IN HET GEVAL VAN CONFLICTEN TUSSEN DEZE HANDLEIDING EN HET TOEPASSELIJK RECHT,
HEEFT HET TOEPASSELIJK RECHT VOORRANG.
User Manual of Network Video Recorder
3
Regelgevingsinformatie
FCC-informatie
FCC-naleving: Deze apparatuur is getest en voldoet aan de grenswaarden voor een digitaal apparaat van klasse A,
conform deel 15 van de FCC-regelgeving. Deze grenswaarden zijn ontworpen om redelijke bescherming te bieden
tegen schadelijke interferentie wanneer de apparatuur in een commerciële omgeving wordt gebruikt. Deze
apparatuur genereert en gebruikt radiofrequentie-energie, en kan deze uitstralen. Als de apparatuur niet wordt
geïnstalleerd en gebruikt in overeenstemming met de instructiehandleiding, kan de apparatuur schadelijke
interferentie veroorzaken aan radiocommunicatie. Het gebruik van deze apparatuur in een woonwijk kan
schadelijke interferentie veroorzaken. In dat geval moet de gebruiker de interferentie op eigen kosten verhelpen.
FCC-voorschriften
Dit apparaat voldoet aan deel 15 van de FCC-regelgeving. Het gebruik is onderworpen aan de volgende twee
voorschriften:
1. Dit apparaat mag geen schadelijke interferentie veroorzaken.
2. Dit apparaat moet ontvangen interferentie accepteren, inclusief interferentie die kan leiden tot ongewenste
werking.
EU-conformiteitsverklaring
Dit product en (indien van toepassing) de meegeleverde accessoires zijn gemarkeerd met CE. Dit
houdt in dat ze voldoen aan de toepasselijke algemene Europese standaarden onder EMC-richtlijn
2004/108/EC en RoHS-richtlijn 2011/65/EC.
2012/19/EU (WEEE-richtlijn): Producten met dit symbool mogen in de Europese Unie niet worden
weggegooid als ongesorteerd restafval. Retourneer de batterij aan uw leverancier of een van de
speciale inzamelingspunten voor deskundige recycling. Raadpleeg de volgende site voor meer
informatie: www.recyclethis.info
2006/66/EC (batterijrichtlijn): Dit product bevat een batterij die in de Europese Unie niet mag worden
weggegooid als ongesorteerd restafval. Raadpleeg de productdocumentatie voor informatie over deze
specifieke batterij. De batterij is gemarkeerd met het volgende symbool. Het symbool kan afkortingen
bevatten waarmee cadmium (Cd), lood (Pb) en kwik (Hg) worden aangeduid. Retourneer de batterij aan uw
leverancier of een van de speciale inzamelingspunten voor deskundige recycling. Raadpleeg de volgende site voor
meer informatie: www.recyclethis.info
Naleving van Industry Canada ICES-003
Dit apparaat voldoet aan de vereisten voor de standaarden van CAN ICES-3 (A)/NMB-3(A).
User Manual of Network Video Recorder
4
Veiligheidsinstructies
Deze instructies zijn bedoeld om ervoor te zorgen dat de gebruiker het product op de juiste wijze kan gebruiken, en
om gevaar en verlies van eigendommen te voorkomen.
De voorzorgsmaatregelen zijn gemarkeerd als Waarschuwing of Let op:
Waarschuwing: Als deze waarschuwingen worden genegeerd, kan dit leiden tot ernstig letsel of overlijden.
Let op: Als deze meldingen worden genegeerd, kan dit leiden tot letsel of beschadigde apparatuur.
Waarschuwing
De juiste configuratie van alle wachtwoorden en andere beveiligingsinstellingen is de verantwoordelijkheid
van de installateur en/of eindgebruiker.
Houd u bij gebruik van het product aan de nationale en regionale veiligheidsregelgeving voor elektriciteit.
Raadpleeg de technische specificaties voor gedetailleerde informatie.
In navolging van de standaard IEC60950-1 moet de ingangsspanning voldoen aan zowel de SELV-standaard
(veiligheidsstandaard voor extra lage spanning) als de standaard voor beperkte voedingsbronnen met 100-240C
wisselstroom of 12V gelijkstroom. Raadpleeg de technische specificaties voor gedetailleerde informatie.
Sluit niet meerdere apparaten aan op één voedingsadapter. Overbelasting van de adapter kan leiden tot
oververhitting en brandgevaar.
Plaats de stekker stevig in het stopcontact.
Als het apparaat rook, geur of geluid produceert, moet u het direct uitschakelen en de voedingskabel
verwijderen. Neem vervolgens contact op met het servicecentrum.
Waarschuwing Volg deze
veiligheidsmaatregelen op om
ernstig letsel of overlijden te
voorkomen.
Let op Volg deze
voorzorgsmaatregelen op om
mogelijk letsel of
materiaalbeschadiging te
voorkomen.
User Manual of Network Video Recorder
5
Tips ter preventie van en waarschuwing voor problemen
Raadpleeg de volgende tips voordat u het apparaat aansluit en in gebruik neemt:
Zorg ervoor dat het apparaat in een goed geventileerde en stofvrije omgeving wordt geplaatst.
Het apparaat is alleen bedoeld voor gebruik binnenshuis.
Breng het apparaat niet in contact met vloeistoffen.
Zorg ervoor dat de omgevingsomstandigheden voldoen aan de fabrieksspecificaties.
Zorg ervoor dat het apparaat stevig is bevestigd in een rek of schap. Als het apparaat harde schokken en stoten
ondergaat als gevolg van een val, kan dit leiden tot schade aan de gevoelige elektronica in het apparaat.
Gebruik het apparaat indien mogelijk in combinatie met een UPS (niet-onderbreekbare voedingsbron).
Schakel het apparaat uit voordat u accessoires en randapparatuur aansluit of verwijdert.
Gebruik een door de fabrikant aanbevolen HDD voor dit apparaat.
Onjuist gebruik en onjuiste vervanging van de batterij kunnen leiden tot explosiegevaar. Vervang de batterij
alleen door hetzelfde of een vergelijkbaar type. Gooi gebruikte batterijen weg in overeenstemming met de
instructies van de batterijfabrikant.
User Manual of Network Video Recorder
6
Bedankt voor de aankoop van dit product. Neem voor vragen of verzoeken contact op met de dealer.
De afbeeldingen in deze handleiding zijn alleen bedoeld voor referentiedoeleinden.
Deze handleiding is van toepassing op de modellen in de volgende tabel.
Serie
Model
DS-9600NI-I8
DS-9608NI-I8
DS-9616NI-I8
DS-9632NI-I8
DS-9664NI-I8
DS-7600NI-I2
DS-7608NI-I2
DS-7616NI-I2
DS-7632NI-I2
DS-7600NI-I2/P
DS-7608NI-I2/8P
DS-7616NI-I2/16P
DS-7632NI-I2/16P
DS-7700NI-I4
DS-7708NI-I4
DS-7716NI-I4
DS-7732NI-I4
DS-7700NI-I4/P
DS-7708NI-I4/8P
DS-7716NI-I4/16P
DS-7732NI-I4/16P
User Manual of Network Video Recorder
7
Belangrijkste productkenmerken
Algemeen
Kan worden aangesloten op netwerkcamera's, network domes en encoders.
Kan worden aangesloten op netwerkcamera's van derden, zoals ACTI, Arecont, AXIS, Bosch, Brickcom,
Canon, PANASONIC, Pelco, SAMSUNG, SANYO, SONY, Vivotek en ZAVIO, en camera's die
gebruikmaken van het ONVIF- of PSIA-protocol.
Kan worden aangesloten op Smart IP-camera's.
Video-indelingen: H.265/H.264/MPEG4.
Adaptieve PAL/NTSC-video-inputs.
Alle kanalen bieden ondersteuning voor dual-stream.
Er kunnen maximaal 8/16/32/64 netwerkcamera's worden toegevoegd, afhankelijk van het model.
Onafhankelijke configuratie voor elk kanaal, inclusief resolutie, framerate, bitrate, beeldkwaliteit,
enzovoort.
De kwaliteit van input- en outputopnamen kan worden geconfigureerd.
Lokale monitoring
HDMI/VGA1- en HDMI2/VGA2-outputs beschikbaar voor DS-9600NI-I8.
HDMI- en VGA-outputs beschikbaar voor DS-7600NI-I2 en DS-7700NI-I4.
HDMI-video-output bij een resolutie tot 4K en VGA-video-output bij een resolutie tot 2K.
Ondersteuning voor liveweergave met meerdere schermen. De weergavevolgorde van de kanalen kan
worden aangepast.
Het liveweergavescherm kan groepsgewijs worden geschakeld. Handmatig en automatisch schakelen
zijn mogelijk. Het interval voor automatisch schakelen kan worden geconfigureerd.
Er is een menu met snelinstellingen beschikbaar voor de liveweergave.
Functies voor bewegingsdetectie en detectie van videomanipulatie, en waarschuwingen voor
video-uitzonderingen en videosignaalverlies.
Privacymasker.
Ondersteuning voor meerdere PTZ-protocollen, en PTZ-presets, -patrouilles en -patronen;
Inzoomen door met de muis te klikken en PTZ-tracering door de muis te verslepen.
HDD-beheer
Op de DS-9600NI-I8 kunnen maximaal 8 SATA-schijven en 1 eSATA-schijf worden aangesloten, op de
DS-7700NI-I4 (/P) kunnen 4 SATA-schijven worden aangesloten, en op de DS-7600NI-I2 (/P) kunnen 2
SATA-schijven worden aangesloten.
Ondersteuning voor maximaal 6 TB opslagcapaciteit per schijf.
Ondersteuning voor 8 netwerkschijven (NAS-/IP SAN-schijven).
Ondersteuning voor S.M.A.R.T. en detectie van beschadigde sectoren.
HDD-groepsbeheer.
Ondersteuning voor stand-byfunctie voor HDD's.
HDD-eigenschappen: redundantie, alleen-lezen, lezen/schrijven (R/W).
HDD-quotumbeheer; er kan een andere capaciteit worden toegewezen aan de verschillende kanalen.
(Voor de DS-9600NI-I8) Hot-swappable HDD-ondersteuning voor de opslagschema's RAID0, RAID1,
RAID5 en RAID10. Deze functies kunnen naar wens worden in- en uitgeschakeld. Er kunnen 16 arrays
worden geconfigureerd.
(Voor de DS-9600NI-I8) Ondersteuning voor schijfkloning naar de eSATA-schijf.
User Manual of Network Video Recorder
8
Opnemen, vastleggen en afspelen
Vastleggen wordt alleen ondersteund op de DS-9600NI-I8.
Configuratie van vakantieopnameschema.
Opnameparameters voor continu- en gebeurtenisvideo's.
Meerdere opnametypen: handmatig, continu, alarm, beweging, beweging of alarm, beweging en alarm,
en VCA.
8 tijdsperioden voor opname met afzonderlijke opnametypen.
Vooropname en naopname voor alarmen, door bewegingsdetectie getriggerde opnamen, en een
vooropnametijd voor geplande en handmatige opnamen.
Opnamebestanden en vastgelegde afbeeldingen doorzoeken op gebeurtenissen
(alarminput/bewegingsdetectie).
Tags toevoegen voor opnamebestanden; zoeken en afspelen op basis van tags.
Opnamebestanden vergrendelen en ontgrendelen.
Lokaal redundant opnemen en vastleggen.
Nieuwe afspeelinterface voor eenvoudige en flexibele bediening.
Opnamebestanden zoeken en afspelen op kanaalnummer, opnametype, starttijd, eindtijd, enzovoort.
Functie voor slim zoeken voor het geselecteerde gebied in de video.
Inzoomen tijdens afspelen.
Achterwaarts afspelen van meerdere kanalen.
Ondersteuning voor onderbreken, achterwaarts afspelen, versnellen, vertragen, vooruitspoelen en
achteruitspoelen tijdens afspelen, en voor zoeken door de muis te verslepen.
Synchroon afspelen in real-time van maximaal 16 kanalen met een 1080p-resolutie.
Handmatig vastleggen, continuopnamen van videobeelden en vastgelegde afbeeldingen afspelen.
Ondersteuning voor het inschakelen van H.264+ voor een hogere videokwaliteit bij een lagere bitrate.
Back-up
Videogegevens exporteren via USB-, SATA- of eSATA-apparaten (alleen voor de DS-9600NI-I8).
Videoclips exporteren tijdens het afspelen.
Beheer en onderhoud van back-upapparaten.
De werkmodi Normaal en Hotspare kunnen worden geconfigureerd om een N+1-hotsparesysteem te
creëren.
Alarmen en uitzonderingen
Configureerbare activeringstijd voor alarminputs/-outputs.
Alarmen voor videosignaalverlies, bewegingsdetectie, videomanipulatie, abnormaal signaal,
niet-overeenkomende standaarden voor video-input en -output, ongeldige aanmelding, verbroken
netwerkverbinding, IP-conflicten, afwijkende opnamen/vastleggingen, HDD-fouten, volle HDD's,
enzovoort.
Ondersteuning voor VCA-detectiealarmen.
VCA-zoekopdrachten voor gezichtsdetectie, kentekenplaten, gedragsanalyse, personentellingen en
heatmaps.
Alarmtriggers voor monitoring op volledig scherm, audioalarmen, het informeren van het
surveillancecentrum, het verzenden van e-mail en alarmoutputs.
Automatisch herstel wanneer het systeem een abnormale status heeft.
Overige lokale functies
Kan worden bediend met het voorpaneel, een muis, een afstandsbediening of een bedieningstoetsenbord.
Gebruikersbeheer met drie niveaus, de admin-gebruiker kan meerdere bedieningsaccounts maken en de
User Manual of Network Video Recorder
9
bedieningstoestemmingen definiëren, waaronder beperkingen voor toegang tot bepaalde kanalen.
Werking, alarmen, uitzonderingen en logboeken vastleggen en doorzoeken.
Handmatig alarmen triggeren en wissen.
Informatie over de apparaatconfiguratie importeren en exporteren.
Netwerkfuncties
Twee automatisch aangepaste 10M/100M/1000M-netwerkinterfaces voor de DS-9600NI-I8 en de
DS-7700NI-I4; de werkmodi voor meerdere adressen en netwerkfouttolerantie kunnen worden
geconfigureerd.
n automatisch aangepaste 10M/100M/1000M-netwerkinterface voor de DS-7600NI-I2 (/P) en
DS-7700NI-I4/P.
Acht onafhankelijke PoE-netwerkinterfaces voor de DS-7608NI-I2/8P en DS-7708NI-I4/8P. Zestien
onafhankelijke PoE-netwerkinterfaces voor de DS-7616 (7632) NI-I2/16P en DS-7716 (7732) NI-I4/16P.
Ondersteuning voor IPv6.
Ondersteuning voor TCP/IP-protocol, PPPoE, DHCP, DNS, DDNS, NTP, SADP, SMTP, SNMP, NFS en
iSCSI.
TCP, UDP en RTP voor unicast.
Automatische/handmatige poorttoewijzing via UPnP
TM
.
Extranettoegang via HiDDNS.
Ondersteuning voor toegang via EZVIZ Cloud P2P.
Webbrowsertoegang op afstand via HTTPS voor sterke beveiliging.
Ondersteuning voor de ANR-functie (Automatic Network Replenishment), waarmee opnamen van de
IP-camera's in de lokale opslag worden opgeslagen als de netwerkverbinding wordt verbroken. De
bestanden worden met de NVR gesynchroniseerd als de netwerkverbinding is hersteld.
Achterwaarts afspelen op afstand via RTSP.
Ondersteuning voor platformtoegang via ONVIF.
Opnamebestanden op afstand zoeken, afspelen, downloaden, vergrendelen en ontgrendelen, en
ondersteuning voor het hervatten van onderbroken bestandsdownloads.
Parameters op afstand instellen; apparaatparameters op afstand importeren/exporteren.
Weergave op afstand van de apparaatstatus, systeemlogboeken en alarmstatus.
Toetsenbordbediening op afstand.
Bedieningspaneel en muis op afstand vergrendelen en ontgrendelen.
HDD op afstand formatteren en programma's op afstand upgraden.
Systeem op afstand opnieuw starten en afsluiten.
Verzending van transparant RS-232- en RS-485-kanaal.
Informatie over alarmen en uitzonderingen kan naar de externe host worden verzonden.
Opname op afstand starten/stoppen.
Alarmoutput op afstand starten/stoppen.
PTZ-bediening op afstand.
JPEG op afstand vastleggen.
Virtuele-hostfunctie voor rechtstreekse toegang en rechtstreeks beheer van de IP-camera.
Uitzending van audio en spraak in twee richtingen.
Ingesloten webserver.
Schaalbaarheid voor ontwikkeling:
SDK voor Windows-systeem.
Broncode van toepassingssoftware voor demo.
Ontwikkelingsondersteuning en -training voor toepassingssysteem.
User Manual of Network Video Recorder
10
INHOUDSOPGAVE
TOC
User Manual of Network Video Recorder
11
Chapter 1 Inleiding
User Manual of Network Video Recorder
12
1.1 Voorpaneel
DS-9600NI-I8
Figure 1. 1 Voorpaneel
Table 1. 1 Beschrijving van knoppen op bedieningspaneel
Num
mer
Naam
1
Statusindicato
ren
ALARM
READY
STATUS
HDD
MODEM
Tx/Rx
GUARD
2
IR-ontvanger
3
Voorpaneelvergrendeling
4
DVD-R/W
5
Alfanumerieke knoppen
User Manual of Network Video Recorder
13
Num
mer
Naam
6
USB-interfaces
7
Samengesteld
e toetsen
ESC
REC/SHOT
PLAY/AUTO
ZOOM+
A/FOCUS+
EDIT/IRIS+
MAIN/SPOT/ZOO
M-
F1/LIGHT
F2/AUX
MENU/WIPER
PREV/FOCUS-
User Manual of Network Video Recorder
14
Num
mer
Naam
PTZ/IRIS-
8
Bedieningskn
oppen
RICHTINGSKNO
PPEN
ENTER
9
JOG SHUTTLE-bediening
10
POWER ON/OFF
DS-7600NI-I2 (/P)
Figure 1. 2 DS-7600NI-I2-serie
User Manual of Network Video Recorder
15
Table 1. 2 Beschrijving van voorpaneel
DS-7700NI-I4 (/P)
Figure 1. 3 DS-7700NI-I4-serie
Table 1. 3 Beschrijving van voorpaneel
Num
mer
Naam
Functiebeschrijving
1
Statusindicato
ren
AAN/UIT
(POWER)
Wordt groen wanneer de NVR is gestart.
HDD
Knippert rood bij lees- en schrijfbewerkingen voor de HDD.
Tx/Rx
Knippert groen wanneer de netwerkverbinding naar behoren
werkt.
2
ENTER
De Enter-knop wordt gebruikt om selecties te bevestigen in de
menumodus. Verder wordt de knop gebruikt om selectievakjes in
te schakelen en AAN/UIT-schakelopties te wijzigen.
In de afspeelmodus kan de knop worden gebruikt om video af te
spelen of te onderbreken.
In de modus voor het afspelen van één frame kunt u met de
Enter-knop de video één frame vooruitspoelen.
In de weergavemodus met automatische schakeling kunt u de knop
gebruiken om het automatisch schakelen te onderbreken of te
hervatten.
De Enter-knop wordt gebruikt om selecties te bevestigen in de
menumodus. Verder wordt de knop gebruikt om selectievakjes in
te schakelen en AAN/UIT-schakelopties te wijzigen.
3
RICHTINGSKNOPPEN
In de menumodus worden de richtingsknoppen gebruikt voor
navigatie tussen verschillende velden en items, en om
LED-indicator en
interface
Aansluitingen
1
AAN/UIT
(POWER)
Wordt groen wanneer de NVR is gestart.
2
HDD
Knippert rood wanneer gegevens worden gelezen van of geschreven
naar de HDD.
3
Tx/Rx
Knippert blauw wanneer de netwerkverbinding naar behoren werkt.
4
USB-interface
USB-poort (Universal Serial Bus) voor aanvullende apparaten, zoals
een USB-muis en USB-HDD.
User Manual of Network Video Recorder
16
Num
mer
Naam
Functiebeschrijving
instellingsparameters te selecteren.
In de afspeelmodus kunt u de knoppen Omhoog en Omlaag
gebruiken om de opgenomen video te versnellen en vertragen. De
knoppen Links en Rechts worden gebruikt om de opname 30
seconden vooruit of achteruit te spoelen.
In de interface voor beeldinstellingen kunt u met de knoppen
Omhoog en Omlaag de niveaubalk voor beeldparameters
aanpassen.
In de liveweergavemodus kunnen deze knoppen worden gebruikt
om te schakelen tussen kanalen.
4
Terug
Terug naar het vorige menu.
5
POWER ON/OFF
Aan/uit-schakelaar voor voeding.
6
MENU
De hoofdmenu-interface openen.
7
USB-interface
USB-poorten (Universal Serial Bus) voor aanvullende apparaten,
zoals een USB-muis en USB-HDD.
1.2 Bediening met IR-afstandsbediening
De NVR kan worden bediend met de bijgeleverde IR-afstandsbediening, zoals weergegeven in Figure 1. 4.
Plaats batterijen (2×AAA) voordat u de afstandsbediening in gebruik neemt.
User Manual of Network Video Recorder
17
Figure 1. 4 Afstandsbediening
De toetsen op de afstandsbediening komen overeen met de knoppen op het voorpaneel. Zie Table 1. 4.
Table 1. 4 Beschrijving van pictogrammen voor softwaretoetsenbord
Nummer
Naam
Beschrijving
1
AAN/UIT (POWER)
Het apparaat in- en uitschakelen.
2
DEV
Afstandsbediening in- en uitschakelen.
3
Alfanumerieke knoppen
Hetzelfde als de alfanumerieke knoppen op het voorpaneel.
4
EDIT-knop (Bewerken)
Hetzelfde als de EDIT/IRIS+-knop op het voorpaneel.
5
A-knop
Hetzelfde als de A/FOCUS+-knop op het voorpaneel.
6
REC-knop (Opnemen)
Hetzelfde als de REC/SHOT-knop op het voorpaneel.
7
PLAY-knop (Afspelen)
Hetzelfde als de PLAY/AUTO-knop op het voorpaneel.
8
INFO-knop
Gereserveerd.
9
VOIP/MON-knop
Hetzelfde als de MAIN/SPOT/ZOOM--knop op het voorpaneel.
10
MENU-knop
Hetzelfde als de MENU/WIPER-knop op het voorpaneel.
11
PREV-knop (Vorige)
Hetzelfde als de PREV/FOCUS--knop op het voorpaneel.
12
Richtingsknoppen/ENTER-knop
Hetzelfde als de richtingsknoppen en ENTER-knop op het
voorpaneel.
13
PTZ-knop
Hetzelfde als de PTZ/IRIS--knop op het voorpaneel.
14
ESC-knop
Hetzelfde als de ESC-knop op het voorpaneel.
15
GERESERVEERD
Gereserveerd voor toekomstig gebruik.
16
F1-knop
Hetzelfde als de F1/LIGHT-knop op het voorpaneel.
User Manual of Network Video Recorder
18
Nummer
Naam
Beschrijving
17
PTZ-bedieningsknoppen
Knoppen om de iris, focus en zoom van een PTZ-camera aan te
passen.
18
F2-knop
Hetzelfde als de F2/AUX-knop op het voorpaneel.
Probleemoplossing voor afstandsbediening:
Zorg dat u de batterijen correct in de afstandsbediening hebt geplaatst. Richt de afstandsbediening op de
IR-ontvanger op het voorpaneel.
Als er geen reactie is nadat u op een knop op de afstandsbediening hebt gedrukt, volgt u de onderstaande
procedure op voor probleemoplossing.
Stappen:
1. Ga met de muis of de knoppen op het voorpaneel naar Menu > Instellingen > Algemeen > Meer instellingen.
2. Controleer en onthoud het NVR-ID-nummer Het standaard-ID-nummer is 255. Dit ID-nummer is geldig
voor alle IR-afstandsbedieningen.
3. Druk op de DEV-knop op de afstandsbediening.
4. Voer het NVR-ID-nummer uit stap 2 in.
5. Druk op de ENTER-knop op de afstandsbediening.
Als de STATUS-indicator op het voorpaneel blauw wordt, werkt de afstandsbediening naar behoren. Als de
statusindicator niet blauw wordt en er nog steeds geen reactie van de afstandsbediening is, controleert u het
volgende:
1. Batterijen zijn geplaatst en de polen wijzen in de juiste richting.
2. Batterijen zijn nieuw en nog niet ontladen.
3. IR-ontvanger wordt niet geblokkeerd.
Als de afstandsbediening nog steeds niet naar behoren werkt, vervangt u de afstandsbediening en probeert u het
opnieuw, of neemt u contact op met de apparaatprovider.
User Manual of Network Video Recorder
19
1.3 Bediening met USB-muis
U kunt ook een standaard-USB-muis met 3 knoppen (links/rechts/scrollwiel) gebruiken voor deze NVR. Een
USB-muis gebruiken:
1. Sluit een USB-muis aan op een van de USB-interfaces op het voorpaneel van de NVR.
2. De muis moet automatisch worden herkend. In de zeldzame gevallen dat de muis niet wordt herkend, zijn de
twee apparaten mogelijk niet compatibel. Raadpleeg de lijst met aanbevolen apparaten van uw provider.
Bediening met de muis:
Table 1. 5 Beschrijving van bediening met de muis
Naam
Actie
Beschrijving
Links klikken
n keer klikken
Liveweergave: Kanaal selecteren en het menu Snel instellen weergeven.
Menu: Selecteren en openen.
Dubbelklikken
Liveweergave: Schakelen tussen de modi voor één scherm en meerdere
schermen.
Klikken en slepen
PTZ-bediening: pannen, kantelen en zoomen.
Detectie van videomanipulatie, privacymasker en bewegingsdetectie:
Doelgebied selecteren.
Digitaal inzoomen: Doelgebied verslepen en selecteren.
Liveweergave: Kanaal-/tijdbalk verslepen.
Rechtsklikken
n keer klikken
Liveweergave: Menu weergeven.
Menu: Huidig menu afsluiten en teruggaan naar het bovenste menu.
Scrollwiel
Omhoog scrollen
Liveweergave: Vorig scherm.
Menu: Vorig item.
Omlaag scrollen
Liveweergave: Volgend scherm.
Menu: Volgend item.
User Manual of Network Video Recorder
20
1.4 Beschrijving van invoermethoden
Figure 1. 5 Softwaretoetsenbord (1)
Figure 1. 6 Softwaretoetsenbord (2)
Beschrijving van de knoppen op het softwaretoetsenbord:
Table 1. 6 Beschrijving van pictogrammen voor softwaretoetsenbord
Pictogram
Beschrijving
Pictogram
Beschrijving
Cijfer
Engelse letter
Kleine letters/hoofdletters
Backspace
Schakelen tussen
toetsenborden
Spatie
De cursor plaatsen
Afsluiten
Symbolen
Gereserveerd
User Manual of Network Video Recorder
21
1.5 Achterpaneel
DS-9600NI-I8
Figure 1. 7 Achterpaneel
Table 1. 7 Beschrijving van achterpaneelinterfaces
Nummer
Item
Beschrijving
1
LAN1/LAN2-interface
2 RJ-45 10/100/1000 Mbps automatisch aangepaste
ethernetinterfaces.
2
LINE IN
RCA-connector voor audio-input.
3
AUDIO OUT
2 RCA-connectors voor audio-output.
4
HDMI1/HDMI2
Connector voor HDMI-video-output.
5
VGA1/VGA2
DB9-connector voor VGA-output. Lokale video-output en menu
weergeven.
6
USB 3.0-interface
USB-poorten (Universal Serial Bus) voor aanvullende apparaten,
zoals een USB-muis en USB-HDD.
7
RS-232-interface
Connector voor RS-232-apparaten.
8
eSATA
Voor aansluiting van externe SATA-HDD's en
CD/DVD-RM-apparaten.
9
Controllerpoort
De D+, D-pin moet worden aangesloten op de Ta, Tb-pin van een
controller. Voor hiërarchische apparaten moet de eerste D+, D--pin
van de NVR worden aangesloten op de D+, D--pin van de volgende
NVR.
ALARM IN
Connector voor alarminput.
ALARM OUT
Connector voor alarmoutput.
10
Wisselstroom 100V - 240V
Aansluiting voor 100-240V wisselstroom.
11
Aan/uit-schakelaar
Schakelaar om apparaat in en uit te schakelen.
12
AARDE
Aarde (moet worden verbonden wanneer de NVR wordt gestart).
User Manual of Network Video Recorder
22
DS-7600NI-I2 en DS-7600NI-I2/P
Figure 1. 8 DS-7600NI-I2-serie
Figure 1. 9 DS-7600NI-I2/8P-serie
De DS-7616NI-I2/16P en DS-7632NI-I2/16P beschikken over 16 netwerkinterfaces met PoE-functie.
Table 1. 8 Beschrijving van interfaces
Nummer
Item
Beschrijving
1
Audio-ingang
RCA-connector voor audio-input.
2
Audio-uitgang
RCA-connector voor audio-output.
3
VGA-interface
DB9-connector voor VGA-output. Lokale video-output en menu
weergeven.
4
HDMI-interface
Connector voor HDMI-video-output.
5
ALARM IN
Connector voor alarminput.
ALARM OUT
Connector voor alarmoutput.
6
LAN-netwerkinterface
1 automatisch aangepaste 10/100/1000 Mbps ethernetinterface
7
USB-interface
USB 3.0-poorten (Universal Serial Bus) voor aanvullende
apparaten, zoals een USB-muis en USB-HDD.
8
Aarde
Aarde (moet worden verbonden wanneer de NVR wordt gestart).
9
Voeding
12V gelijkstroomvoeding voor de DS-7600NI-I4 en 100-240V
wisselstroomvoeding voor de DS-7600NI-I4/P.
10
Aan/uit-schakelaar
Schakelaar om apparaat in en uit te schakelen.
11
Netwerkinterfaces met
PoE-functie
(ondersteund door de
DS-7600NI-I2/P)
Netwerkinterfaces voor de camera's en stroomvoorziening via
ethernet.
User Manual of Network Video Recorder
23
DS-7700NI-I4 en DS-7700NI-I4/P
Figure 1. 10 DS-7700NI-I4-serie
Figure 1. 11 DS-7700NI-I4/16P-serie
De DS-7708NI-I4/8P beschikt over 8 netwerkinterfaces met PoE-functie.
Table 1. 9 Beschrijving van achterpaneelinterfaces
Nummer
Item
Beschrijving
1
LAN-interface
1 netwerkinterface voor de DS-7700NI-I4/P en 2 netwerkinterfaces
voor de DS-7700NI-I4.
2
AUDIO OUT
RCA-connector voor audio-output.
3
LINE IN
RCA-connector voor audio-input.
4
HDMI
Connector voor HDMI-video-output.
5
USB 3.0-interface
USB-poorten (Universal Serial Bus) voor aanvullende apparaten,
zoals een USB-muis en USB-HDD.
6
RS-232-interface
Connector voor RS-232-apparaten.
7
VGA
DB9-connector voor VGA-output. Lokale video-output en menu
weergeven.
8
RS-485-interface
Half-duplex-connector voor RS-485-apparaten.
9
ALARM IN
Connector voor alarminput.
ALARM OUT
Connector voor alarmoutput.
10
AARDE
Aarde (moet worden verbonden wanneer de NVR wordt gestart).
11
Wisselstroom 100V -
240V
100-240V wisselstroomvoeding.
12
Aan/uit-schakelaar
Schakelaar om apparaat in en uit te schakelen.
13
Netwerkinterfaces met
PoE-functie (ondersteund
door de DS-7700NI-I4/P)
Netwerkinterfaces voor de camera's en stroomvoorziening via
ethernet.
User Manual of Network Video Recorder
24
User Manual of Network Video Recorder
25
Chapter 2 Aan de slag
User Manual of Network Video Recorder
26
2.1 De NVR opstarten en afsluiten
Doel:
Correcte uitvoering van de opstart- en uitschakelprocedure is van groot belang voor het verlengen van de
levensduur van het NVR.
Voordat u begint:
Controleer of de spanning van de extra voeding overeenkomt met de vereisten van de NVR, en of het apparaat
correct geaard is.
De NVR opstarten:
Stappen:
1. Controleer of de voeding is aangesloten op een stopcontact. Het wordt ten zeerste aanbevolen een UPS
(Uninterruptible Power Supply, niet-onderbreekbare voedingsbron) te gebruiken in combinatie met het
apparaat. De indicator-LED voor de voeding op het voorpaneel moet rood branden om aan te geven dat het
apparaat is aangesloten op de voeding.
2. Druk op de knop POWER op het voorpaneel. De indicator-LED voor de voeding moet blauw worden om
aan te geven dat het apparaat wordt opgestart.
3. De voedings-LED blijft blauw branden na het opstarten. Er wordt een splash-scherm met de HDD-status
weergegeven op de monitor. De HDD-status wordt weergegeven in de rij met pictogrammen onder aan het
scherm. 'X' houdt in dat er geen HDD is geplaatst of gedetecteerd.
De NVR uitschakelen
Stappen:
Er zijn twee manieren om de NVR uit te schakelen.
OPTIE 1: Normaal uitschakelen
1. Open het menu Uitschakelen.
Menu > Uitschakelen
Figure 2. 1 Menu Uitschakelen
2. Klik op de knop Uitschakelen.
3. Klik op de knop Ja.
OPTIE 2: Door bediening van het voorpaneel
1. Houd de POWER-knop op het voorpaneel 3 seconden ingedrukt.
2. Voer de gebruikersnaam en het wachtwoord van de beheerder in het verificatiedialoogvenster in.
3. Klik op de knop Ja.
Druk niet opnieuw op de POWER-knop als het systeem wordt uitgeschakeld.
De NVR opnieuw starten
U kunt de NVR ook opnieuw starten vanuit het menu Uitschakelen.
Stappen:
User Manual of Network Video Recorder
27
1. Open het menu Uitschakelen door op Menu > Uitschakelen te klikken.
2. Klik op de knop Afmelden om de NVR te vergrendelen, of op de knop Opnieuw starten om de NVR
opnieuw te starten.
2.2 Uw apparaat activeren
Doel:
Als u voor het eerst toegang probeert te krijgen, moet u het apparaat activeren door een admin-wachtwoord in te
stellen. U kunt pas bewerkingen uitvoeren als u het apparaat hebt geactiveerd. U kunt het apparaat ook activeren
via een webbrowser, SADP of de clientsoftware.
Stappen:
1. Voer hetzelfde wachtwoord in voor de tekstvelden Nieuw wachtwoord maken en Nieuw wachtwoord
bevestigen.
Figure 2. 2 Instellingen voor admin-wachtwoord
STERK WACHTWOORD AANBEVOLEN Om de beveiliging van het product te
verbeteren, wordt het aanbevolen een sterk wachtwoord te kiezen dat minimaal 8 tekens bevat,
inclusief hoofdletters, kleine letters, cijfers en speciale tekens. Daarnaast raden we aan om het
wachtwoord regelmatig te wijzigen, vooral voor streng beveiligde systemen. U kunt uw product
beter beveiligen door het wachtwoord maandelijks of zelfs wekelijks te wijzigen.
2. Klik op OK om het wachtwoord op te slaan en het apparaat te activeren.
Als u apparaten met een oudere versie bijwerkt naar de nieuwe versie, wordt het volgende dialoogvenster
weergegeven nadat het apparaat is opgestart. Klik op JA en volg de stappen in de wizard om een sterk
wachtwoord in te stellen.
User Manual of Network Video Recorder
28
Figure 2. 3 Waarschuwing
2.3 De wizard gebruiken voor basisconfiguratie
De instelwizard wordt standaard gestart wanneer de NVR is geladen, zoals weergegeven in Figure 2. 4.
Figure 2. 4 Interface van instelwizard
De instelwizard gebruiken:
1. Met de instelwizard wordt u langs enkele belangrijke instellingen van de NVR geleid. Als u de instelwizard
nog niet wilt gebruiken, klikt u op de knop Stop. U kunt de instelwizard de volgende keer gebruiken door het
selectievakje 'Wizard starten wanneer apparaat start?' ingeschakeld te houden.
2. Klik op de knop Volgende om het venster met datum- en tijdinstellingen te openen, zoals weergegeven in
Figure 2. 5
User Manual of Network Video Recorder
29
Figure 2. 5 Instellingen voor datum en tijd
3. Nadat u de tijdinstellingen hebt aangepast, klikt u op de knop Volgende om terug te gaan naar het venster
voor de wizard voor netwerkinstallatie, zoals weergegeven in de onderstaande afbeelding.
Figure 2. 6 Netwerkinstellingen
2 automatisch aangepaste 10M/100M/1000M-netwerkinterfaces voor de DS-9600NI-I8 en DS-7700NI-I4. Er
kunnen twee werkmodi worden geconfigureerd: meerdere adressen en netwerkfouttolerantie. 1 automatisch
aangepaste 10M/100M/1000M-netwerkinterface voor de DS-7600NI-I2 (/P) en DS-7700NI-I4/P.
4. Klik op de knop Volgende nadat u de basisnetwerkparameters hebt geconfigureerd. De interface EZVIZ
Cloud P2P wordt geopend. Configureer EZVIZ Cloud P2P volgens uw eigen voorkeuren.
User Manual of Network Video Recorder
30
Figure 2. 7 Geavanceerde netwerkparameters
5. Klik op de knop Volgende nadat u de basisnetwerkparameters hebt geconfigureerd. De interface
Geavanceerde netwerkparameters wordt geopend. U kunt UPnP en DDNS inschakelen en andere poorten
naar wens instellen.
Figure 2. 8 Geavanceerde netwerkparameters
6. Klik op de knop Volgende nadat u de netwerkparameters hebt geconfigureerd. Het venster
RAID-configuratie wordt geopend.
RAID wordt alleen ondersteund op NVR's uit de DS-9600NI-I8-serie.
User Manual of Network Video Recorder
31
Figure 2. 9 Array-beheer
7. Klik op de knop Volgende om het venster Array-beheer te openen.
Figure 2. 10 Array-beheer
8. Klik op de knop Volgende nadat u de netwerkparameters hebt geconfigureerd. Het venster HDD-beheer
wordt geopend, zoals weergegeven in Figure 2. 11.
Figure 2. 11 HDD-beheer
9. Als u de HDD wilt initialiseren, klikt u op de knop Initialiseren. Met initialisatie worden alle gegevens
verwijderd die zijn opgeslagen op de HDD.
User Manual of Network Video Recorder
32
10. Klik op de knop Volgende. De interface IP-camera toevoegen wordt geopend.
11. Klik op Zoeken om de online IP-camera te zoeken. In de status voor Beveiliging wordt weergegeven of de
camera actief is of niet. Voordat u de camera toevoegt, moet u controleren of de IP-camera is toegevoegd
met een actieve status.
Als de camera een inactieve status heeft, kunt u op het inactiviteitspictogram van de camera klikken om
het wachtwoord in te stellen en de camera te activeren. U kunt ook meerdere camera's selecteren in de lijst
en op One-touch activeren klikken om de camera's batchgewijs te activeren.
Klik op Toevoegen om de camera toe te voegen.
Figure 2. 12 IP-camera's zoeken
Als u het selectievakje H.265 inschakelen hebt ingeschakeld, kan de NVR automatisch schakelen naar de
H.265-stream van de IP-camera (indien deze de H.265-video-indeling ondersteunt) voor initiële toegang.
12. Klik op de knop Volgende. Configureer de opname-instellingen voor de toegevoegde IP-camera's.
Figure 2. 13 Opname-instellingen
13. Klik op OK om de instelwizard te voltooien.
User Manual of Network Video Recorder
33
2.4 Aanmelden en afmelden
2.4.1 Gebruikersaanmelding
Doel:
Als u bent afgemeld bij de NVR, moet u zich aanmelden voordat u het menu en andere functies kunt bedienen.
Stappen:
1. Selecteer de gebruikersnaam in de vervolgkeuzelijst.
Figure 2. 14 Aanmeldingsinterface
2. Voer het wachtwoord in.
3. Klik op OK om u aan te melden.
Als u 7 keer een onjuist wachtwoord hebt ingevoerd in het aanmeldingsdialoogvenster, wordt het huidige
gebruikersaccount 60 seconden vergrendeld.
Figure 2. 15 Gebruikersaccountbeveiliging
2.4.2 Gebruiker afmelden
Doel:
Na afmelding schakelt de monitor naar de liveweergavemodus. Als u bewerkingen wilt uitvoeren, moet u de
gebruikersnaam en het wachtwoord invoeren om u opnieuw aan te melden.
Stappen:
1. Open het menu Uitschakelen.
Menu > Uitschakelen
User Manual of Network Video Recorder
34
Figure 2. 16 Afmelden
2. Klik op Afmelden.
Nadat u zich hebt afgemeld bij het systeem, kunnen er geen menubewerkingen worden uitgevoerd op het scherm.
U moet een gebruikersnaam en wachtwoord invoeren om het systeem te ontgrendelen.
User Manual of Network Video Recorder
35
2.5 IP-camera's toevoegen en aansluiten
2.5.1 De IP-camera activeren
Doel:
Voordat u de camera toevoegt, moet u controleren of de IP-camera is toegevoegd met een actieve status.
Stappen:
1. Selecteer de optie IP-camera toevoegen in het menu voor de rechtermuisknop in de liveweergavemodus of
klik op Menu > Camera > Camera om de interface voor IP-camerabeheer te openen.
Voor IP-camera's die zijn gedetecteerd in hetzelfde netwerksegment, wordt met de status Beveiliging
weergegeven of ze actief of inactief zijn.
Figure 2. 17 Interface voor IP-camerabeheer
2. Klik op het inactiviteitspictogram van de camera om de volgende interface te openen waarin u de camera
kunt activeren. U kunt ook meerdere camera's selecteren in de lijst en op One-touch activeren klikken om
de camera's batchgewijs te activeren.
Figure 2. 18 De camera activeren
User Manual of Network Video Recorder
36
3. Stel het wachtwoord van de camera in om deze te activeren.
Admin-wachtwoord gebruiken: als u dit selectievakje inschakelt, worden de camera geconfigureerd met
hetzelfde admin-wachtwoord als dat van de NVR die wordt gebruikt voor bediening.
Figure 2. 19 Nieuw wachtwoord instellen
Nieuw wachtwoord maken: Als u het admin-wachtwoord niet gebruikt, moet u een nieuw wachtwoord
voor de camera maken en dit bevestigen.
STERK WACHTWOORD AANBEVOLEN Om de beveiliging van het product te
verbeteren, wordt het aanbevolen een sterk wachtwoord te kiezen dat minimaal 8 tekens bevat,
inclusief hoofdletters, kleine letters, cijfers en speciale tekens. Daarnaast raden we aan om het
wachtwoord regelmatig te wijzigen, vooral voor streng beveiligde systemen. U kunt uw product
beter beveiligen door het wachtwoord maandelijks of zelfs wekelijks te wijzigen.
4. Klik op OK om het activeren van de IP-camera te voltooien. De beveiligingsstatus van de camera wordt
ingesteld op Actief.
2.5.2 Online IP-camera's toevoegen
Doel:
De hoofdfunctie van de NVR is om netwerkcamera's aan te sluiten en verkregen videobeelden op te nemen.
Voordat u een livebeeld kunt bekijken of video-opnamen kunt maken, moet u dus de netwerkcamera's toevoegen
aan de verbindingslijst van het apparaat.
Voordat u begint:
Controleer of de netwerkverbinding tot stand is gebracht en correct werkt. Voor gedetailleerde controle en
configuratie van het netwerk raadpleegt u Hoofdstuk Netwerkverkeer controleren en Hoofdstuk Netwerkdetectie
configureren.
OPTIE 1:
Stappen:
1. Klik om een inactief venster te selecteren in de liveweergavemodus.
2. Klik op het pictogram in het midden van het venster om de interface voor het toevoegen van
IP-camera's te openen.
User Manual of Network Video Recorder
37
Figure 2. 20 Interface voor het snel toevoegen van IP-camera's
3. Selecteer de gedetecteerde IP-camera en klik op de knop Toevoegen om deze direct toe te voegen. Klik op de
knop Zoeken om de lijst met online IP-camera's handmatig te vernieuwen.
U kunt de IP-camera ook aangepast toevoegen door de parameters te bewerken in de bijbehorende
tekstvelden en op de knop Toevoegen te klikken om deze toe te voegen.
OPTIE 2:
Stappen:
1. Selecteer de optie IP-camera toevoegen in het menu voor de rechtermuisknop in de liveweergavemodus of
klik op Menu > Camera > Camera om de interface voor IP-camerabeheer te openen.
Figure 2. 21 Interface voor het toevoegen van IP-camera's
2. De online camera's in hetzelfde netwerksegment worden gedetecteerd en weergegeven in de cameralijst.
User Manual of Network Video Recorder
38
3. Select de IP-camera in de lijst en klik op de knop om de camera toe te voegen. U kunt ook op de knop
One-touch toevoegen klikken om alle camera's in de lijst toe te voegen (met hetzelfde
aanmeldingswachtwoord).
Zorg ervoor dat de toe te voegen camera al is geactiveerd.
4. (Alleen voor encoders met meerdere kanalen) Schakel het selectievakje Kanaalpoort in het pop-upvenster in,
zoals weergegeven in de volgende afbeelding, en klik op OK om meerdere kanalen toe te voegen.
Figure 2. 22 Meerdere kanalen selecteren
OPTIE 3:
Stappen:
1) Klik in de interface voor IP-camerabeheer op de knop Aangepast toevoegen om de interface IP-camera
toevoegen (Aangepast) te openen.
Figure 2. 23 Interface voor het aangepast toevoegen van IP-camera's
2) U kunt het IP-adres, het protocol, de beheerpoort en overige informatie bewerken voor de IP-camera die
u wilt toevoegen.
User Manual of Network Video Recorder
39
Als de IP-camera niet is geactiveerd, kunt u dit doen vanuit de IP-cameralijst in de interface voor camerabeheer.
3) (Optioneel) Schakel het selectievakje Blijven toevoegen in om andere IP-camera's toe te voegen.
4) Klik op Toevoegen om de camera toe te voegen.
Voor toegevoegde IP-camera's wordt in de status voor Beveiliging het beveiligingsniveau van het
camerawachtwoord weergegeven: sterk wachtwoord, zwak wachtwoord of riskant wachtwoord.
Figure 2. 24 Toegevoegde IP-camera's
Als u het selectievakje H.265 inschakelen hebt ingeschakeld, kan de NVR automatisch schakelen naar de
H.265-stream van de IP-camera (indien deze de H.265-video-indeling ondersteunt) voor initiële toegang.
Table 2. 1 Uitleg van de pictogrammen
Pictogram
Uitleg
Pictogram
Uitleg
Basisparameters van de camera
bewerken
De gedetecteerde IP-camera
toevoegen.
De verbinding met de camera is
verbroken. Klik op het pictogram
om uitzonderingsinformatie op te
halen voor de camera.
De IP-camera verwijderen
Livevideo afspelen voor de
verbonden camera.
Geavanceerde instellingen van de
camera.
Een upgrade uitvoeren voor de
verbonden IP-camera.
Beveiliging
De beveiligingsstatus van de camera
weergeven: actief/inactief en
wachtwoordsterkte
(sterk/gemiddeld/zwak/riskant).
User Manual of Network Video Recorder
40
2.5.3 De verbonden IP-camera's bewerken en aangepaste
protocollen configureren
Nadat de IP-camera's zijn toegevoegd, wordt de basisinformatie over de camera op de pagina weergegeven en kunt
u de basisinstellingen van de IP-camera's configureren.
Stappen:
1. Klik op het pictogram om de parameters te bewerken. U kunt het IP-adres, protocol en andere
parameters bewerken.
Figure 2. 25 De parameters bewerken
Kanaalpoort: Als het verbonden apparaat een encoder met meerdere kanalen is, kunt u het kanaal kiezen
waarmee u verbinding wilt maken door het kanaalpoortnummer te selecteren in de vervolgkeuzelijst.
2. Klik op OK om de instellingen op te slaan en de bewerkingsinterface af te sluiten.
Geavanceerde parameters bewerken:
1. Versleep de horizontale schuifbalk naar rechts en klik op het pictogram .
Figure 2. 26 Netwerkconfiguratie voor de camera
User Manual of Network Video Recorder
41
2. U kunt de netwerkinformatie en het wachtwoord van de camera bewerken.
Figure 2. 27 Wachtwoordconfiguratie voor de camera
3. Klik op OK om de instellingen op te slaan en de interface af te sluiten.
De aangepaste protocollen configureren
Doel:
Als u netwerkcamera's wilt aansluiten die niet zijn geconfigureerd met de standaardprotocollen, kunt u de
aangepaste protocollen voor deze camera's configureren.
Stappen:
1. Klik op de knop Protocol in de interface voor het aangepast toevoegen van IP-camera's om de interface voor
protocolbeheer te openen.
Figure 2. 28 Interface voor protocolbeheer
Er zijn 16 aangepaste protocollen beschikbaar in het systeem. U kunt de protocolnaam bewerken en kiezen
of u de substream wilt inschakelen.
2. Kies het transmissietype voor het protocol en kies de overdrachtsprotocollen.
Voordat u het protocol voor de netwerkcamera's aanpast, moet u contact opnemen met de fabrikant van de
netwerkcamera om de URL (uniform resource locator) te bepalen die wordt gebruikt om de hoofdstream en
User Manual of Network Video Recorder
42
substream op te halen.
De indeling van de URL is als volgt: [Type]://[IP-adres van de netwerkcamera]:[Poort]/[Pad].
Voorbeeld: rtsp://192.168.1.55:554/ch1/main/av_stream.
Protocolnaam: De naam van het aangepaste protocol bewerken.
Substream inschakelen: Als de camera geen ondersteuning biedt voor substreams of de substream niet
nodig is, kunt u dit selectievakje leeg laten.
Type: De netwerkcamera waarvoor een aangepaste protocol wordt gebruikt, moet ondersteuning bieden voor
het ophalen van de stream via standaard RTSP.
Overdrachtsprotocol: Het overdrachtsprotocol voor het aangepaste protocol selecteren.
Poort: Het poortnummer van het aangepaste protocol instellen.
Pad: Het bronpad van het aangepaste protocol instellen. Bijvoorbeeld: ch1/main/av_stream.
Het protocoltype en de overdrachtsprotocollen moet worden ondersteund door de verbonden netwerkcamera.
Nadat u de aangepaste protocollen hebt toegevoegd, wordt de protocolnaam weergegeven in de vervolgkeuzelijst.
Zie Figure 2. 29.
Figure 2. 29 Protocolinstellingen
3. Kies de protocollen die u zojuist hebt toegevoegd om de verbinding met de netwerkcamera te
valideren.
2.5.4 IP-camera's bewerken die zijn aangesloten op de
PoE-interfaces
Dit hoofdstuk is alleen van toepassing op NVR's uit de DS-7600NI-I2/P- en DS-7700NI-I4/P-serie.
Via de PoE-interfaces kunnen NVR-systemen naast gegevens op veilige wijze elektriciteit doorgeven aan de
aangesloten netwerkcamera's via ethernetkabels.
Er kunnen maximaal 8 netwerkcamera's worden aangesloten op de DS-7608NI-I2/8P en DS-7708NI-I4/8P. Er
kunnen maximaal 16 netwerkcamera's worden aangesloten op de DS-7616 (7632) NI-I2/16P en DS-7716 (7732)
User Manual of Network Video Recorder
43
NI-I4/16P. Als u de PoE-interface uitschakelt, kunt u ook verbinding maken met online netwerkcamera's. De
PoE-interface biedt ondersteuning voor de Plug-and-Play-functie.
Voorbeeld:
Voor de DS-7608NI-I2/8P: als u 6 netwerkcamera's via PoE-interfaces en 2 online camera's wilt aansluiten, moet u
2 PoE-interfaces uitschakelen in het menu IP-camera bewerken.
Camera's voor de NVR toevoegen met de PoE-functie:
Voordat u begint:
Sluit de netwerkcamera's aan via de PoE-interfaces.
Stappen:
1. Open de interface voor camerabeheer.
Menu > Camera > Camera
Figure 2. 30 Lijst met aangesloten camera's
De camera's die zijn aangesloten op de PoE-interface, kunnen niet worden verwijderd in dit menu.
2. Klik op de knop en selecteer de toevoegmethode in de vervolgkeuzelijst.
Plug-and-Play: Dit houdt in dat de camera is aangesloten op de PoE-interface. In dit geval kunnen de
cameraparameters niet worden bewerkt. Het IP-adres van de camera kan alleen worden bewerkt in de
interface voor netwerkconfiguratie. Zie Hoofdstuk 11.1 Algemene instellingen configureren voor
gedetailleerde informatie.
User Manual of Network Video Recorder
44
Figure 2. 31 Interface IP-camera bewerken - Plug-and-Play
Handmatig: U kunt de PoE-interface uitschakelen door Handmatig te selecteren. Het huidige kanaal kan
dan als een normaal kanaal worden gebruikt en de parameters kunnen worden bewerkt.
Voer het IP-adres, de gebruikersnaam en het wachtwoord van de beheerder handmatig in. Klik op OK
om de camera toe te voegen.
Figure 2. 32 Interface IP-camera bewerken - Handmatig
User Manual of Network Video Recorder
45
Chapter 3 Liveweergave
User Manual of Network Video Recorder
46
3.1 Inleiding voor liveweergave
In de liveweergave ziet u het videobeeld dat in real-time wordt opgehaald voor elke camera. De liveweergave
wordt na het starten automatisch geopend op de NVR. Het is ook het bovenste item van de menustructuur. Als u
dus meerdere keren op ESC drukt (het aantal keren is afhankelijk van het menu waarin u zich bevindt), wordt u
naar de liveweergavemodus geleid.
Liveweergavepictogrammen
In de liveweergavemodus worden pictogrammen weergegeven aan de rechterbovenzijde van het scherm van elk
kanaal. Hierin worden de status van de opname en alarmen voor het kanaal weergegeven, zodat u meteen weet of
het kanaal wordt opgenomen, en of er alarmen zijn opgetreden.
Table 3. 1 Beschrijving van liveweergavepictogrammen
Pictogra
mmen
Beschrijving
Alarm (videosignaalverlies, videomanipulatie, bewegingsdetectie, VCA en sensoralarm)
Opname (handmatige opname, geplande opname, opname bij bewegingsdetectie, VCA of
door alarmen getriggerde opname)
Alarm en opname
Gebeurtenis/uitzondering (bewegingsdetectie, VCA-alarm, sensoralarm of
uitzonderingsinformatie, wordt links onder aan het scherm weergegeven). Raadpleeg
Hoofdstuk 8.6 Alarmreacties instellen voor meer informatie.
User Manual of Network Video Recorder
47
3.2 Bewerkingen in de liveweergavemodus
In de liveweergavemodus hebt u de beschikking over allerlei functies. De verschillende functies vindt u hieronder.
n scherm: weergave van slechts één scherm op de monitor.
Meerdere schermen: gelijktijdige weergave van meerdere schermen op de monitor.
Automatisch schakelen: het scherm wordt automatisch geschakeld naar het volgende. Voordat u de functie
voor automatisch schakelen inschakelt, moet u de duur van het stilstaan voor elk scherm instellen in het
configuratiemenu.
Menu > Configuratie > Liveweergave > Duur van stilstaan.
Opname starten: continuopnamen en opnamen bij bewegingsdetectie worden ondersteund.
Outputmodus: de video-outputmodus selecteren: Standaard, Helder, Zacht of Levendig.
IP-camera toevoegen: snelkoppeling naar de interface voor IP-camerabeheer.
Afspelen: de opgenomen video's voor de huidige dag afspelen.
Aux-monitor: de aangesloten outputinterfaces worden op de NVR gecontroleerd om de hoofd- en
aux-outputinterfaces te definiëren. Het prioriteitsniveau voor de hoofd- en aux-output is als volgt:
HDMI1/VGA1 > HDMI2/VGA2 (voor de DS-9600NI-I8) en HDMI > VGA (voor de DS-7600NI-I2 en
DS-7700NI-I4).
DS-9600NI-I8: Wanneer HDMI1, HDMI2, VGA1 en VGA2 allemaal zijn verbonden, wordt HDMI1/VGA1
gebruikt als hoofdoutput en HDMI2/VGA2 als aux-output.
DS-7600NI-I2 en DS-7700NI-I4: Wanneer zowel HDMI als VGA zijn verbonden, wordt HDMI gebruikt als
hoofdoutput en VGA als aux-output.
Wanneer de aux-output is ingeschakeld, kunt u geen bewerkingen uitvoeren voor de hoofdoutput, en kunt u enkele
basisbewerkingen voor de aux-output uitvoeren in de liveweergavemodus.
3.2.1 Bediening van voorpaneel in liveweergave
Table 3. 2 Bediening van voorpaneel in liveweergave
Functies
Bediening van voorpaneel
Gezamenlijk menu
Snelle toegang tot de submenu's die u het vaakst gebruikt. Er worden maximaal 5
submenuopties ondersteund.
Menu
Het hoofdmenu van het systeem openen door op de rechtermuisknop te klikken.
n scherm weergeven
Druk op de bijbehorende alfanumerieke knop. Druk bijvoorbeeld op 2 om alleen
het scherm voor kanaal 2 weer te geven.
Meerdere schermen
weergeven
Druk op de PREV/FOCUS-knop.
Handmatig schakelen
tussen schermen
Volgend scherm: richtingsknop Rechts/Omlaag.
Vorig scherm: richtingsknop Links/Omhoog.
Automatisch schakelen
Druk op de Enter-knop.
Afspelen
Druk op de Play-knop.
Schakelen tussen hoofd-
en aux-output
Druk op de Main/Aux-knop.
User Manual of Network Video Recorder
48
3.2.2 De muis gebruiken in de liveweergave
Table 3. 3 Muisbediening in liveweergave
Naam
Beschrijving
Gezamenlijk menu
Snelle toegang tot de submenu's die u het vaakst gebruikt.
Menu
Het hoofdmenu van het systeem openen door op de rechtermuisknop te klikken.
n scherm
Schakelen naar één volledig scherm door het kanaalnummer in de
vervolgkeuzelijst te kiezen.
Meerdere schermen
De schermindeling aanpassen door opties te kiezen in de vervolgkeuzelijst.
Vorig scherm
Schakelen naar het vorige scherm.
Volgend scherm
Schakelen naar het volgende scherm.
Automatisch schakelen
starten/stoppen
Het automatisch schakelen tussen schermen in- of uitschakelen.
Opname starten
Continuopnamen of bewegingsdetectieopnamen voor alle kanalen starten.
IP-camera toevoegen
De interface voor IP-camerabeheer openen en de camera's beheren.
Afspelen
De afspeelinterface openen en direct video van het geselecteerde kanaal afspelen.
PTZ
Open de interface voor PTZ-bediening.
Outputmodus
Er is ondersteuning voor vier outputmodi: Standaard, Helder, Zacht en Levendig.
Aux-monitor
Schakelen naar de aux-outputmodus. Bewerkingen voor de hoofdoutput worden
uitgeschakeld.
De duur van het stilstaan voor de liveweergave moet worden ingesteld voordat u Automatisch schakelen
starten gaat gebruiken.
Als u de aux-monitormodus opent wanneer er geen aux-monitor is aangesloten, wordt muisbediening
uitgeschakeld. Schakel terug naar de hoofdoutput met de MAIN/AUX-knop op het voorpaneel of de
afstandsbediening.
Als de toepasselijke camera ondersteuning biedt voor intelligente functies, is de optie Intelligentie opnieuw
starten beschikbaar wanneer u met de rechtermuisknop op deze camera klikt.
User Manual of Network Video Recorder
49
Figure 3. 1 Menu voor rechtermuisknop
3.2.3 Een aux-monitor gebruiken
Bepaalde functies van de liveweergave zijn ook beschikbaar wanneer u een aux-monitor gebruikt. De volgende
functies zijn beschikbaar:
n scherm: Schakelen naar een schermvullende weergave voor de geselecteerde camera. De camera kan
worden geselecteerd in een vervolgkeuzelijst.
Meerdere schermen: Schakelen tussen verschillende opties voor de weergave-indeling. De indelingsopties
kunnen worden geselecteerd in een vervolgkeuzelijst.
Volgend scherm: Wanneer er minder dan het maximale aantal camera's worden weergegeven in de
liveweergave, kunt u naar de volgende set weergaven schakelen met deze functie.
Afspelen: De afspeelmodus openen.
PTZ-bediening: De modus voor PTZ-bediening openen.
Hoofdmonitor: De modus voor bediening van de hoofdmonitor openen.
In de liveweergavemodus van de hoofdoutputmonitor zijn menubewerkingen niet beschikbaar wanneer de
aux-outputmodus is ingeschakeld.
3.2.4 Werkbalk Snelinstellingen in liveweergavemodus
Op het scherm van alle kanalen bevindt zich een werkbalk Snelinstellingen. Deze wordt weergegeven wanneer u
op het bijbehorende scherm één keer op de rechtermuisknop klikt.
Figure 3. 2 Werkbalk Snelinstellingen
Table 3. 4 Beschrijving van pictogrammen van werkbalk Snelinstellingen
User Manual of Network Video Recorder
50
Pictogram
Beschrijving
Pictogram
Beschrijving
Pictogram
Beschrijving
/
Handmatige
opname in- en
uitschakelen
Direct afspelen
/
Dempen/audio
aan
Vastleggen
PTZ-bediening
Digitale zoom
Beeldinstellingen
Gezichtsdetectie
Liveweergavestrat
egie
Informatie
Sluiten
Met Direct afspelen worden alleen de opnamen van de laatste vijf minuten weergegeven. Als er geen opname
wordt gevonden, betekent dit dat er de laatste vijf minuten geen opnamen hebben plaatsgevonden.
Met Digitale zoom kunt u op het volledige scherm inzoomen op het geselecteerde gebied. U kunt klikken op
de linkermuisknop en tekenen om het inzoomgebied te selecteren, zoals weergegeven in Figure 3. 3.
Figure 3. 3 Digitale zoom
Selecteer het pictogram Beeldinstellingen om het menu Beeldinstellingen te openen.
U kunt beeldparameters naar wens instellen, zoals helderheid, contrast, verzadiging en tint.
Figure 3. 4 Beeldinstellingen - Aanpassen
User Manual of Network Video Recorder
51
U kunt Liveweergavestrategie selecteren om de strategie in te stellen, inclusief Real-time, Gebalanceerd en
Vloeiendheid
Figure 3. 5 Liveweergavestrategie
Gebruik de functie voor gezichtsdetectie om menselijke gezichten in de liveweergavemodus te detecteren en
op te slaan op de HDD. Als er menselijke gezichten van het opgegeven formaat voor de camera worden
gedetecteerd, wordt het gezicht vastgelegd en opgeslagen op de HDD.
Verplaats de muis naar het pictogram om real-time informatie over de stream weer te geven, inclusief de
framerate, bitrate, resolutie en het streamtype.
Figure 3. 6 Informatie
User Manual of Network Video Recorder
52
3.3 Liveweergave-instellingen aanpassen
Doel:
De liveweergave-instellingen kunnen worden aangepast aan verschillende behoeften. U kunt de outputinterface en
de duur van het stilstaan van het scherm aanpassen, de audio dempen of inschakelen, het schermnummer voor de
verschillende kanalen kiezen, enzovoort.
Stappen:
1. Open de interface voor liveweergave-instellingen.
Menu > Configuratie > Liveweergave
Figure 3. 7 Liveweergave - Algemeen
De volgende instellingen zijn beschikbaar in dit menu:
Video-outputinterface: Hiermee wordt de output aangewezen waarvoor u de instellingen wilt configureren.
De DS-9600NI-I8 beschikt over VGA/HDMI- en VGA2/HDMI2-video-outputs. De DS-7600NI-I2 (/P) en
DS-7700NI-I4 (/P) beschikken over HDMI- en VGA-video-outputs.
Liveweergavemodus: Hiermee wordt de weergavemodus aangewezen die moet worden gebruikt voor
liveweergave.
Duur van stilstaan: De tijd in seconden dat de weergave stilstaat bij het schakelen tussen kanalen wanneer
u automatisch schakelen in de liveweergave hebt ingeschakeld.
Audio-output inschakelen: Audio-output in- of uitschakelen voor de geselecteerde video-output.
Volume: Het volume van de liveweergave, afspelen en audio in twee richtingen aanpassen voor de
geselecteerde outputinterface.
Gebeurtenisoutput: De output selecteren waarmee video voor gebeurtenissen moet worden weergegeven.
Duur van stilstaan voor monitoring op volledig scherm: De tijd in seconden dat het scherm voor
alarmgebeurtenissen moet worden weergegeven.
2. Cameravolgorde instellen
User Manual of Network Video Recorder
53
Figure 3. 8 Liveweergave - Cameravolgorde
1) Selecteer een weergavemodus in . Er wordt onder anderen
ondersteuning geboden voor modi waarbij het beeld is verdeeld in 1/4/6/8/16/25/32/36/64 vensters,
afhankelijk van het model.
2) Selecteer het kleine venster en dubbelklik op het kanaalnummer om het kanaal in het venster weer
te geven.
U kunt op de knop klikken om liveweergave voor alle kanalen te starten, en op om alle
liveweergaven te stoppen.
3) Klik op de knop Toepassen om de instellingen op te slaan.
U kunt ook op de camera klikken en deze naar het gewenste venster verslepen in de liveweergave. Zo kunt u
de cameravolgorde instellen.
User Manual of Network Video Recorder
54
3.4 Channel-zero-codering
Doel:
Soms moet u op afstand meerdere kanalen in real-time weergeven vanuit een webbrowser of CMS-software
(Client Management System). Om de bandbreedtevereisten hiervoor te verlagen zonder negatieve invloed op de
beeldkwaliteit, kunt u channel-zero-codering kiezen.
Stappen:
1. Open de interface voor Liveweergave-instellingen.
Menu > Configuratie > Liveweergave
2. Selecteer het tabblad Channel-zero-codering.
Figure 3. 9 Liveweergave - Channel-zero-codering
3. Schakel het selectievakje achter Channel-zero codering inschakelen in.
4. Configureer de framerate, maximale-bitratemodus en de maximale bitrate.
Nadat u channel-zero-codering hebt ingesteld, kunt u 16 kanalen op één scherm weergeven via de externe client of
een webbrowser.
User Manual of Network Video Recorder
55
Chapter 4 PTZ-bediening
User Manual of Network Video Recorder
56
4.1 PTZ-instellingen configureren
Doel:
Volg de onderstaande procedure op om de PTZ-parameters in te stellen. De configuratie van de PTZ-parameters
moet worden uitgevoerd voordat u de PTZ-camera gaat bedienen.
Stappen:
1. Open de interface voor PTZ-instellingen.
Menu > Camera > PTZ
Figure 4. 1 PTZ-instellingen
2. Klik op de knop PTZ-instellingen om de PTZ-parameters in te stellen.
Figure 4. 2 PTZ - Algemeen
3. Kies de camera waarvoor u PTZ-instellingen wilt configureren in de vervolgkeuzelijst Camera.
4. Voer de parameters voor de PTZ-camera in.
Alle parameters moeten exact overeenkomen met de PTZ-cameraparameters.
5. Klik op de knop Toepassen om de instellingen op te slaan.
User Manual of Network Video Recorder
57
4.2 PTZ-presets, -patrouilles en -patronen
instellen
Voordat u begint:
Controleer of de presets, patrouilles en patronen worden ondersteund door PTZ-protocollen.
4.2.1 Presets aanpassen
Doel:
Volg de onderstaande stappen op om de presetlocatie in te stellen waarop u de PTZ-camera wilt richten wanneer er
een gebeurtenis plaatsvindt.
Stappen:
1. Open de interface voor PTZ-bediening.
Menu > Camera > PTZ
Figure 4. 3 PTZ-instellingen
2. Gebruik de richtingsknoppen om de camera te verplaatsen naar de locatie waar u de preset wilt instellen. De
zoom- en focusbewerkingen kunnen ook worden vastgelegd in de preset.
3. Voer het presetnummer (1-255) in het tekstveld voor de preset in en klik op de knop Instellen om de locatie
aan de preset te koppelen.
Herhaal stap 2 en 3 om meer presets op te slaan.
Klik op de knop Wissen om de locatie-informatie voor de preset te wissen, of klik op de knop Alles wissen
om de locatie-informatie voor alle presets te wissen.
User Manual of Network Video Recorder
58
4.2.2 Presets aanroepen
Doel:
Met deze functie kan de camera op een opgegeven positie (zoals een raam) worden gericht wanneer een
gebeurtenis plaatsvindt.
Stappen:
1. Klik op de knop PTZ rechtsonder in de interface voor PTZ-instellingen.
U kunt ook op de PTZ-knop op het voorpaneel drukken of op het PTZ-bedieningspictogram in de
werkbalk Snelinstellingen klikken, of de PTZ-optie selecteren in het menu voor de rechtermuisknop om het
PTZ-bedieningspaneel weer te geven.
2. Kies Camera in de vervolgkeuzelijst.
3. Klik op de -knop om de algemene instellingen voor PTZ-bediening weer te geven.
Figure 4. 4 PTZ-paneel - Algemeen
4. Klik om het presetnummer in het bijbehorende tekstveld in te voeren.
5. Klik op de knop Preset aanroepen om de preset aan te roepen.
4.2.3 Patrouilles aanpassen
Doel:
U kunt patrouilles instellen om de PTZ naar verschillende belangrijke punten te verplaatsen en deze daar een
vooraf ingestelde tijd te laten stilstaan voordat de camera naar het volgende belangrijke punt wordt verplaatst. De
belangrijke punten komen overeen met de presets. De presets kunnen worden ingesteld door de stappen in Presets
aanpassen hierboven op te volgen.
Stappen:
1. Open de interface voor PTZ-bediening.
Menu > Camera > PTZ
User Manual of Network Video Recorder
59
Figure 4. 5 PTZ-instellingen
2. Selecteer het patrouillenummer in de vervolgkeuzelijst voor patrouilles.
3. Klik op de knop Instellen om belangrijke punten voor de patrouille toe te voegen.
Figure 4. 6 Configuratie van belangrijke punten
4. Configureer de parameters voor belangrijke punten, zoals het nummer van het belangrijke punt, de duur van
het stilstaan op één punt en de snelheid van de patrouille. De belangrijke punten komen overeen met de
presets. Met Nummer belangrijk punt wordt de volgorde vastgesteld die door de PTZ wordt gevolgd bij de
uitvoering van de patrouille. Met Duur wordt opgegeven hoe lang de camera stilstaat bij het desbetreffende
belangrijke punt. Met Snelheid wordt de snelheid opgegeven waarmee de PTZ tussen verschillende
belangrijke punten wordt verplaatst.
5. Klik op de knop Toevoegen om het volgende belangrijke punt toe te voegen aan de patrouille. Klik op de
knop OK om het belangrijke punt in de patrouille op te slaan.
U kunt alle belangrijke punten verwijderen door op de knop Wissen te klikken voor de geselecteerde
patrouille. U kunt ook op de knop Alles wissen klikken om alle belangrijke punten voor alle patrouilles te
verwijderen.
4.2.4 Patrouilles aanroepen
Doel:
Door een patrouille aan te roepen, wordt de PTZ volgens het vooraf gedefinieerde patrouillepad verplaatst.
User Manual of Network Video Recorder
60
Stappen:
1. Klik op de knop PTZ rechtsonder in de interface voor PTZ-instellingen.
U kunt ook op de PTZ-knop op het voorpaneel drukken of op het PTZ-bedieningspictogram in de
werkbalk Snelinstellingen klikken, of de PTZ-optie selecteren in het menu voor de rechtermuisknop om het
PTZ-bedieningspaneel weer te geven.
2. Klik op de -knop om de algemene instellingen voor PTZ-bediening weer te geven.
Figure 4. 7 PTZ-paneel - Algemeen
3. Selecteer een patrouille in de vervolgkeuzelijst en klik op de knop Patrouille aanroepen om de patrouille
aan te roepen.
4. Klik op de knop Patrouille stoppen om het aanroepen te stoppen.
4.2.5 Patronen aanpassen
Doel:
Patronen kunnen worden ingesteld om de verplaatsing van de PTZ vast te leggen. U kunt het patroon aanroepen
om de PTZ te verplaatsen volgens een vooraf gedefinieerd pad.
Stappen:
1. Open de interface voor PTZ-bediening.
Menu > Camera > PTZ
User Manual of Network Video Recorder
61
Figure 4. 8 PTZ-instellingen
2. Kies het patroonnummer in de vervolgkeuzelijst.
3. Klik op de knop Starten en klik op de toepasselijke knoppen op het bedieningspaneel om de PTZ-camera te
verplaatsen. Klik op de knop Stoppen om de camera te stoppen.
De verplaatsingen van de PTZ worden vastgelegd als het patroon.
4.2.6 Patronen aanroepen
Doel:
Volg deze procedure op om de PTZ-camera te verplaatsen in overeenstemming met de vooraf gedefinieerde
patronen.
Stappen:
1. Klik op de knop PTZ rechtsonder in de interface voor PTZ-instellingen.
U kunt ook op de PTZ-knop op het voorpaneel drukken of op het PTZ-bedieningspictogram in de
werkbalk Snelinstellingen klikken, of de PTZ-optie selecteren in het menu voor de rechtermuisknop om het
PTZ-bedieningspaneel weer te geven.
2. Klik op de -knop om de algemene instellingen voor PTZ-bediening weer te geven.
Figure 4. 9 PTZ-paneel - Algemeen
User Manual of Network Video Recorder
62
3. Klik op de knop Patroon aanroepen om het patroon aan te roepen.
4. Klik op de knop Patroon stoppen om het aanroepen te stoppen.
4.2.7 De lineaire scanlimiet aanpassen
Doel:
Lineaire scan kan worden ingeschakeld om scans in horizontale richting voor het vooraf gedefinieerde bereik te
triggeren.
Deze functie wordt alleen op specifieke modellen ondersteund.
Stappen:
1. Open de interface voor PTZ-bediening.
Menu > Camera > PTZ
Figure 4. 10 PTZ-instellingen
2. Gebruik de richtingsknoppen om de camera te verplaatsen naar de locatie waar u de limiet wilt instellen.
Klik op de knop Linkerlimiet of Rechterlimiet om de locatie te koppelen aan de bijbehorende limiet.
De speed dome begint met lineair scannen van de linkerlimiet tot aan de rechterlimiet. De linkerlimiet moet
aan de linkerzijde van de rechterlimiet worden ingesteld, en de hoek van de linkerlimiet tot aan de
rechterlimiet moet minder dan 180º zijn.
4.2.8 Lineaire scan aanroepen
User Manual of Network Video Recorder
63
Voordat u deze functie gaat gebruiken, moet u controleren of de aangesloten camera ondersteuning biedt voor
lineair scannen en het HIKVISION-protocol gebruikt.
Doel:
Volg de procedure voor het aanroepen van lineaire scans in het vooraf gedefinieerde scanbereik.
Stappen:
1. Klik op de knop PTZ rechtsonder in de interface voor PTZ-instellingen.
U kunt ook op de PTZ-knop op het voorpaneel drukken of op het PTZ-bedieningspictogram in de
werkbalk Snelinstellingen klikken om het PTZ-instellingenmenu in de liveweergavemodus weer te geven.
2. Klik op de -knop om de one-touch-functie voor PTZ-bediening weer te geven.
Figure 4. 11 PTZ-paneel - One-touch
3. Klik op de knop Lineaire scan om de lineaire scan te starten. Klik opnieuw op deze knop om het scannen te
stoppen.
Klik op de knop Herstellen om de gedefinieerde gegevens voor de linkerlimiet en rechterlimiet te wissen.
De dome moet opnieuw worden gestart om de instellingen door te voeren.
4.2.9 One-touch parkeren
Voordat u deze functie gaat gebruiken, moet u controleren of de aangesloten camera ondersteuning biedt voor
lineair scannen en het HIKVISION-protocol gebruikt.
Doel:
Bepaalde speed dome-modellen kunnen zo worden geconfigureerd dat een vooraf gedefinieerde parkeeractie
(scanfunctie, preset, patroon, enzovoort) automatisch wordt gestart na een periode van inactiviteit (parkeertijd).
Stappen:
1. Klik op de knop PTZ rechtsonder in de interface voor PTZ-instellingen.
U kunt ook op de PTZ-knop op het voorpaneel drukken of op het PTZ-bedieningspictogram in de
werkbalk Snelinstellingen klikken om het PTZ-instellingenmenu in de liveweergavemodus weer te geven.
2. Klik op de -knop om de one-touch-functie voor PTZ-bediening weer te geven.
User Manual of Network Video Recorder
64
Figure 4. 12 PTZ-paneel - One-touch
3. U kunt 3 one-touch-parkeertypen selecteren. Klik op de toepasselijke knop om de parkeeractie te activeren.
Parkeren (snelle patrouille): Na de parkeertijd wordt de patrouille op volgorde gestart vanaf de vooraf
gedefinieerde preset 1 tot en met preset 32. Niet-gedefinieerde presets worden overgeslagen.
Parkeren (patrouille 1): Na de parkeertijd wordt de dome verplaatst in overeenstemming met het vooraf
gedefinieerde pad van patrouille 1.
Parkeren (preset 1): Na de parkeertijd wordt de dome verplaatst naar de vooraf gedefinieerde locatie van
preset 1.
De parkeertijd kan alleen worden ingesteld via de configuratie-interface van de speed dome. De
standaardwaarde is 5 seconden.
4. Klik opnieuw op de knop om de parkeertijd te deactiveren.
User Manual of Network Video Recorder
65
4.3 PTZ-bedieningspaneel
U kunt het PTZ-bedieningspaneel op twee manieren openen.
OPTIE 1:
Klik in de interface voor PTZ-instellingen op de knop PTZ rechtsonder, naast de knop Terug.
OPTIE 2:
In de liveweergavemodus kunt u op de PTZ-bedieningsknop op het voorpaneel of op de afstandsbediening
drukken, op het pictogram PTZ-bediening klikken, of de PTZ-optie in het menu voor de rechtermuisknop
selecteren.
Klik op de knop Configuratie op het bedieningspaneel om de interface voor PTZ-instellingen te openen.
In de PTZ-bedieningsmodus wordt het PTZ-paneel weergegeven als een muis is aangesloten op het apparaat.
Als er geen muis is aangesloten, wordt het pictogram links onder aan het venster weergegeven om aan
te geven dat de camera zich in de PTZ-bedieningsmodus bevindt.
Figure 4. 13 PTZ-paneel
Table 4. 1 Beschrijving van de PTZ-paneelpictogrammen
Pictogram
Beschrijving
Pictogram
Beschrijving
Pictogram
Beschrijving
Richtingsknop en
knop voor
automatisch
schakelen
Meer zoom, focus of
iris
Minder zoom, focus
of iris
De snelheid van
PTZ-verplaatsingen
Verlichting aan/uit
Wisser aan/uit
3D-zoom
Beeld centreren
Menu
Schakelen naar de
interface voor
PTZ-bediening
Schakelen naar de
interface voor
one-touch-bediening
Schakelen naar de
interface voor
algemene
instellingen
Vorig item
Volgend item
Patroon/patrouille
starten
User Manual of Network Video Recorder
66
Pictogram
Beschrijving
Pictogram
Beschrijving
Pictogram
Beschrijving
Patrouille of
patroonverplaatsing
stoppen
Afsluiten
Vensters
minimaliseren
User Manual of Network Video Recorder
67
Chapter 5 Opname- en vastleginstellingen
User Manual of Network Video Recorder
68
Vastleggen wordt alleen ondersteund op de DS-9600NI-I8.
5.1 Parameters configureren
Doel:
Door de parameters te configureren, kunt u instellingen definiëren die betrekking hebben op de beeldkwaliteit,
zoals het transmissietype, de resolutie, enzovoort.
Voordat u begint:
1. Zorg ervoor dat de HDD reeds is geplaatst. Als dit niet het geval is, plaatst u een HDD en initialiseert u deze.
(Menu > HDD > Algemeen)
Figure 5. 1 HDD - Algemeen
2. De opslagmodus van de HDD controleren
1) Klik op Gevorderd om de opslagmodus van de HDD te controleren.
2) Als de HDD-modus Quotum is, stelt u de maximale opnamecapaciteit en maximale
afbeeldingscapaciteit in. Zie Hoofdstuk Quotummodi configureren voor gedetailleerde informatie.
3) Als de HDD-modus Groep is, moet u de HDD-groep instellen. Zie Hoofdstuk HDD-groep voor
opnemen en vastleggen configureren voor gedetailleerde informatie.
Figure 5. 2 HDD - Geavanceerd
Stappen:
1. Open de interface voor opname-instellingen om de opnameparameters te configureren:
Menu > Opnemen > Parameters
User Manual of Network Video Recorder
69
Figure 5. 3 Opnameparameters
2. Parameterinstellingen voor opnamen
1) Selecteer het tabblad Opnemen om te configureren. U kunt het streamtype, de resolutie en andere
parameters naar wens aanpassen.
Videocodering: selecteer de videocoderingsmethode (H.265 of H.264).
H.264+-modus inschakelen: schakel het selectievakje in om deze functie in te schakelen. Als u
de functie hebt ingeschakeld, kunt u Max. bitratemodus, Max. bitrate (Kbps) en Aanbevolen
max.-bitratebereik niet meer configureren. Schakel de functie in voor een hogere videokwaliteit
bij een lagere bitrate.
H.265 en H.264+ moeten worden ondersteund door de aangesloten IP-camera.
2) Klik op de knop Meer instellingen om de geavanceerde opnameparameters in te stellen. Klik op de
knop OK om het bewerken te voltooien.
Figure 5. 4 Meer instellingen
Pre-record: De tijd ór de gebeurtenis of geplande tijd die u wilt opnemen. Als opname om
10:00 wordt getriggerd door een alarm en de tijd voor Vooropname is ingesteld op 5 seconden,
begint de opname op de camera bijvoorbeeld om 9:59:55.
User Manual of Network Video Recorder
70
Post-record: De tijd na de gebeurtenis of geplande tijd die u wilt opnemen. Als opname voor een
getriggerd alarm wordt bindigd om 11:00 en de tijd voor Naopname is ingesteld op 5 seconden,
wordt de opname op de camera voortgezet tot 11:00:05.
Vervaltijd: De vervaltijd is de langste tijd dat een opnamebestand op de HDD wordt bewaard. Als
de deadline wordt bereikt, wordt het bestand verwijderd. U kunt de vervaltijd instellen op 0 om
bestanden nooit te verwijderen. De daadwerkelijke bewaartijd voor bestanden moet worden
vastgesteld op basis van de HDD-capaciteit.
Redundant opnemen/vastleggen: Door redundant opnemen of vastleggen in te schakelen, worden
de opnamebestanden en vastgelegde afbeeldingen op de redundante HDD opgeslagen. Zie
Hoofdstuk Redundant opnemen en vastleggen configureren.
Audio opnemen: Gebruik het selectievakje om audio-opnamen in of uit te schakelen.
Videostream: U kunt de hoofdstream en substream selecteren voor opnamen. Als u de substream
selecteert, kunt u langer opnemen met dezelfde opslagruimte.
3) Klik op Toepassen om de instellingen op te slaan.
U kunt de ANR-functie (Automatic Network Replenishment) via een webbrowser inschakelen (Configuratie
> Camera-instellingen > Schemainstellingen > Gevorderd). Hiermee worden opnamen van de IP-camera
opgeslagen als de netwerkverbinding wordt verbroken. De bestanden worden met de NVR gesynchroniseerd
als de netwerkverbinding is hersteld.
Gebruik redundant opnemen/vastleggen als u de opnamebestanden of vastgelegde afbeeldingen op de
redundante HDD wilt opslaan. Configureer de redundante HDD in de HDD-instellingen. Zie
Hoofdstuk 13.4.2 voor gedetailleerde informatie.
De parameters voor Hoofdstream (gebeurtenis) hebben het kenmerk Alleen-lezen.
3. Parameterinstellingen voor substream
1) Open het tabblad Substream.
Figure 5. 5 Parameters voor substream
2) Configureer de parameters van de camera.
3) Klik op Toepassen om de instellingen op te slaan.
4. Parameterinstellingen voor vastleggen
1) Selecteer het tabblad Vastleggen.
User Manual of Network Video Recorder
71
Figure 5. 6 Vastlegparameters
2) Configureer de parameters.
3) Klik op Toepassen om de instellingen op te slaan.
Het interval is de tijd tussen twee vastlegacties. U kunt alle parameters in dit menu naar wens configureren.
User Manual of Network Video Recorder
72
5.2 Opname- en vastlegschema configureren
Doel:
Stel het opnameschema in om de camera automatisch te laten starten en stoppen met opnemen op basis van het
geconfigureerde schema.
In dit hoofdstuk wordt de procedure voor het opnameschema als voorbeeld gebruikt. Dezelfde procedure kan
worden toegepast om het schema voor zowel opnemen als vastleggen te configureren. Als u automatisch
vastleggen wilt inplannen, kiest u het tabblad Vastleggen in de interface Schema.
Stappen:
1. Open de interface voor het opnameschema.
Menu > Opnemen/vastleggen > Schema
2. Opnameschema configureren
1) Selecteer het opname-/vastlegschema.
Figure 5. 7 Opnameschema
De diverse opnametypen worden met verschillende kleurpictogrammen gemarkeerd.
Continu: geplande opname.
Gebeurtenis: opname wordt getriggerd door alle door gebeurtenissen getriggerde alarmen.
Beweging: opname wordt getriggerd door bewegingsdetectie.
Alarm: opname wordt getriggerd door alarmen.
Beweging of alarm: opname wordt getriggerd door ofwel bewegingsdetectie, ofwel alarmen.
Beweging en alarm: opname wordt getriggerd door gelijktijdige bewegingsdetectie en alarmen.
U kunt het ingestelde schema verwijderen door op het pictogram Geen te klikken.
2) Kies de camera die u wilt configureren.
3) Schakel het selectievakje achter het item Schema inschakelen in.
User Manual of Network Video Recorder
73
4) Klik op de knop Bewerken of klik op het kleurpictogram onder de bewerkingsknop en teken de
schemalijn in het venster.
Het schema bewerken:
I. In het berichtvak kunt u kiezen op welke dag u het schema wilt instellen.
Figure 5. 8 Interface voor opnameschema
U kunt op de knop klikken om een nauwkeurige tijd voor het schema in te stellen.
II. Als u een opname voor de hele dag wilt plannen, schakelt u het selectievakje achter het item Hele
dag in.
Figure 5. 9 Schema bewerken
III. Als u andere schema's wilt instellen, stelt u de begin- en eindtijd voor elke periode in.
Er kunnen maximaal 8 perioden worden geconfigureerd voor de verschillende dagen. Er mag geen
overlap bestaan tussen de tijdsperioden.
IV. Selecteer het opnametype in de vervolgkeuzelijst.
Als u opnemen en vastleggen getriggerd door beweging, alarmen, beweging of alarmen, beweging en
alarm, en VCA (Video Content Analysis) wilt inschakelen, moet u ook de instellingen voor
bewegingsdetectie, alarminputinstellingen en de VCA-instellingen configureren. Raadpleeg
Hoofdstuk 8.1 en Hoofdstuk 9 voor gedetailleerde informatie.
De VCA-instellingen zijn alleen beschikbaar voor Smart IP-camera's.
Herhaal het bovenstaande bewerkingsschema om het opnemen of vastleggen te plannen voor andere
dagen in de week. Als het schema ook kan worden toegepast voor andere dagen, klikt u op Kopiëren.
User Manual of Network Video Recorder
74
Figure 5. 10 Schema kopiëren naar andere dagen
V. Klik op OK om de instellingen op te slaan en terug te gaan naar het bovenste menu.
VI. Klik op Toepassen in de interface Opnameschema om de instellingen op te slaan.
Het schema tekenen:
I. Klik op de kleurpictogrammen. U kunt het schematype instellen als continu of door gebeurtenissen
getriggerd.
Figure 5. 11 Het schema tekenen
II. Klik op de knop Toepassen om de instellingen toe te passen.
3. (Optioneel) Als de instellingen ook kunnen worden gebruikt voor andere kanalen, klikt u op Kopiëren en
kiest u vervolgens het kanaal dat u wilt kopiëren.
4. Klik op Toepassen om de instellingen op te slaan.
User Manual of Network Video Recorder
75
Figure 5. 12 Schema kopiëren naar andere kanalen
User Manual of Network Video Recorder
76
5.3 Opnemen en vastleggen bij
bewegingsdetectie configureren
Doel:
Volg de onderstaande stappen op om de parameters voor bewegingsdetectie in te stellen. Wanneer er een
gebeurtenis voor bewegingsdetectie plaatsvindt in de liveweergavemodus, kan deze met de NVR worden
geanalyseerd en kunnen er vele vervolgacties worden uitgevoerd. Door de functie voor bewegingsdetectie in te
schakelen, kunnen verschillende acties worden getriggerd: het starten van een opname voor bepaalde kanalen,
monitoring op volledig scherm, een audiowaarschuwing, het surveillancecentrum informeren, enzovoort. Volg de
stappen in dit hoofdstuk op om een opname te plannen die wordt getriggerd door bewegingsdetectie.
Stappen:
1. Open de interface voor bewegingsdetectie.
Menu > Camera > Beweging
Figure 5. 13 Bewegingsdetectie
2. Bewegingsdetectie configureren:
1) Kies de camera die u wilt configureren.
2) Schakel het selectievakje achter Bewegingsdetectie inschakelen in.
3) Sleep en teken met de muis het gebied voor bewegingsdetectie. Als u bewegingsdetectie wilt instellen
voor alle gebieden die met de camera worden vastgelegd, klikt u op Volledig scherm. Als u het gebied
voor bewegingsdetectie wilt wissen, klikt u op Wissen.
Figure 5. 14 Bewegingsdetectie - Masker
4) Klik op Instellingen. Het berichtvak voor kanaalinformatie wordt weergegeven.
User Manual of Network Video Recorder
77
Figure 5. 15 Verwerking van bewegingsdetectie
5) Selecteer de kanalen waarvoor opname moet worden getriggerd met de functie voor bewegingsdetectie.
6) Klik op Toepassen om de instellingen op te slaan.
7) Klik op OK om terug te gaan naar het bovenste menu.
8) Sluit het menu Bewegingsdetectie af.
3. Bewerk het schema voor opname bij bewegingsdetectie. Zie Hoofdstuk Opname- en vastlegschema
configureren voor gedetailleerde informatie over schemaconfiguratie.
User Manual of Network Video Recorder
78
5.4 Door alarmen getriggerd opnemen en
vastleggen configureren
Doel:
Volg de procedure op om door alarmen getriggerd opnemen en vastleggen te configureren.
Stappen:
1. Open de interface voor alarminstellingen.
Menu > Configuratie > Alarm
Figure 5. 16 Alarminstellingen
2. Klik op Alarmingang.
Figure 5. 17 Alarminstellingen - Alarminput
1) Selecteer het alarminputnummer en configureer de alarmparameters.
2) Kies NO (normally open) of NC (normally closed) als alarmtype.
3) Schakel het selectievakje voor de instelling in.
4) Klik op Instellingen.
User Manual of Network Video Recorder
79
Figure 5. 18 Alarminstellingen
5) Kies het kanaal voor door alarmen getriggerde opnamen.
6) Schakel het selectievakje in om een kanaal te selecteren.
7) Klik op Toepassen om de instellingen op te slaan.
8) Klik op OK om terug te gaan naar het bovenste menu.
Herhaal de bovenstaande stappen om andere alarminputparameters te configureren.
Als de instellingen ook kunnen worden toegepast op andere alarminputs, klikt u op Kopiëren en kiest u de
toepasselijke alarminputnummers.
Figure 5. 19 Alarminputs kopiëren
3. Bewerk de door alarmen getriggerde opname in de interface voor opname-/vastlegschema-instellingen. Zie
Hoofdstuk Opname- en vastlegschema configureren voor gedetailleerde informatie over schemaconfiguratie.
User Manual of Network Video Recorder
80
5.5 Handmatig opnemen en continu vastleggen
Doel:
Volg de onderstaande stappen op om de parameters voor handmatig opnemen en continu vastleggen in te stellen.
Als u handmatig opnemen en continu vastleggen gebruikt, moet u het opnemen en vastleggen handmatig
annuleren. Handmatig opnemen en continu opnemen hebben prioriteit over gepland opnemen en vastleggen.
Stappen:
1. Open de interface voor handmatige instellingen.
Menu > Handmatig
U kunt ook op de knop REC/SHOT op het voorpaneel drukken.
Figure 5. 20 Handmatige opname
2. Schakel handmatige opname in.
1) Selecteer Opnemen in de linkerbalk.
2) Klik op het statuspictogram vóór het camerapictogram om te wijzigen in .
3. Schakel handmatige opname uit.
Klik op het statuspictogram om te wijzigen in .
Een groen pictogram houdt in dat het kanaal is geconfigureerd voor het opnameschema. Nadat
het apparaat opnieuw is gestart, worden alle ingeschakelde handmatige opnamen geannuleerd.
4. Continu vastleggen in- en uitschakelen
1) Selecteer Continu vastleggen in de linkerbalk.
Figure 5. 21 Continu vastleggen
2) Klik op het statuspictogram vóór het camerapictogram om te wijzigen in .
3) Schakel continu vastleggen uit.
4) Klik op het statuspictogram om te wijzigen in .
Een groen pictogram houdt in dat het kanaal is geconfigureerd voor het vastlegschema. Nadat het
apparaat opnieuw is gestart, wordt continu vastleggen geheel uitgeschakeld.
User Manual of Network Video Recorder
81
5.6 Opnemen en vastleggen tijdens vakanties
configureren
Doel:
Volg de onderstaande stappen op om het opname- en vastlegschema voor vakanties voor het desbetreffende jaar te
configureren. U kunt een afwijkende planning instellen voor opnemen en vastleggen tijdens vakanties.
Stappen:
1. Open de interface voor opname-instellingen.
Menu > Opnemen > Vakantie
Figure 5. 22 Vakantie-instellingen
2. Schakel het bewerken van het vakantieschema in.
1) Klik op om de bewerkingsinterface te openen.
Figure 5. 23 Vakantie-instellingen bewerken
User Manual of Network Video Recorder
82
2) Schakel het selectievakje achter Vakantie inschakelen in.
3) Selecteer de modus in de vervolgkeuzelijst.
Er zijn drie verschillende modi voor de datumnotatie waarmee het vakantieschema wordt
geconfigureerd.
4) Stel de start- en einddatum in.
5) Klik op Toepassen om de instellingen op te slaan.
6) Klik op OK om de bewerkingsinterface af te sluiten.
3. Open de interface voor opname-/vastlegschema-instellingen om het opnameschema voor vakanties te
bewerken. Zie Hoofdstuk 6.2 Opname- en vastlegschema configureren.
User Manual of Network Video Recorder
83
5.7 Redundant opnemen en vastleggen
configureren
Doel:
U kunt de veiligheid en beschikbaarheid van uw gegevens verbeteren door redundant opnemen en vastleggen in te
schakelen, waarbij de opnamebestanden en vastgelegde afbeeldingen niet alleen worden opgeslagen op de HDD
voor lezen en schrijven, maar ook op de redundante HDD. .
Stappen:
1. Open de interface voor HDD-informatie.
Menu > HDD
Figure 5. 24 HDD - Algemeen
2. Selecteer de HDD en klik op om de interface voor lokale HDD-instellingen te openen.
1) Stel de HDD-eigenschap in op Redundantie.
Figure 5. 25 HDD - Algemeen - Bewerken
2) Klik op Toepassen om de instellingen op te slaan.
3) Klik op OK om terug te gaan naar het bovenste menu.
U moet de opslagmodus in de geavanceerde HDD-instellingen instellen op Groep voordat u de HDD-eigenschap
instelt op Redundant. Raadpleeg Hoofdstuk 11.4.1 HDD-eigenschappen instellen voor gedetailleerde informatie.
Er moet ten minste één andere HDD beschikbaar zijn die de lezen/schrijven-status heeft bevindt.
3. Open de interface voor opname-instellingen.
Menu > Opnemen > Parameters
1) Selecteer het tabblad Opnemen.
2) Klik op de knop Meer instellingen om de volgende interface te openen.
User Manual of Network Video Recorder
84
Figure 5. 26 Opnameparameters
3) Selecteer de camera die u wilt configureren in de vervolgkeuzelijst.
4) Schakel het selectievakje Redundant opnemen/vastleggen in.
5) Klik op OK om de instellingen op te slaan en terug te gaan naar het bovenste menu.
Herhaal de bovenstaande stappen om andere kanalen te configureren.
User Manual of Network Video Recorder
85
5.8 HDD-groep voor opnemen en vastleggen
configureren
Doel:
U kunt de HDD's groeperen en de opnamebestanden en vastgelegde afbeeldingen opslaan in een bepaalde
HDD-groep.
Stappen:
1. Open de interface voor HDD-instellingen.
Menu > HDD
Figure 5. 27 HDD - Algemeen
2. Selecteer Gevorderd in het menu aan de linkerkant.
Figure 5. 28 Opslagmodus
Controleer of de opslagmodus van de HDD is ingesteld op Groep. Doe dit als het nog niet het geval is.
Raadpleeg Hoofdstuk 14.4 HDD-groepen beheren voor gedetailleerde informatie.
3. Selecteer Algemeen in het menu aan de linkerkant.
4. Klik op om de bewerkingsinterface te openen.
5. Configureer de HDD-groep.
1) Kies een groepsnummer voor de HDD-groep.
2) Klik op Toepassen en klik in het pop-upvenster op Ja om de instellingen op te slaan.
3) Klik op OK om terug te gaan naar het bovenste menu.
Herhaal de bovenstaande stappen om meer HDD-groepen te configureren.
6. Kies de kanalen waarvoor u de opnamebestanden en vastgelegde afbeeldingen wilt opslaan in de
HDD-groep.
1) Selecteer Gevorderd in de linkerbalk.
2) Kies een groepsnummer in de opnamevervolgkeuzelijst voor HDD-groep.
3) Schakel de kanalen in die u wilt opslaan in deze groep.
4) Klik op Toepassen om de instellingen op te slaan.
Nadat u de HDD-groepen hebt geconfigureerd, kunt u de opname- en vastleginstellingen configureren door de
procedure in Hoofdstuk 5.2-5.7 op te volgen.
User Manual of Network Video Recorder
86
5.9 Bestanden beveiligen
Doel:
U kunt de opnamebestanden vergrendelen of de HDD-eigenschap instellen op Alleen-lezen om de
opnamebestanden te beveiligen tegen overschrijven.
5.9.1 Opnamebestanden vergrendelen
Bestanden vergrendelen tijdens afspelen
Stappen:
1. Open de afspeelinterface.
Menu > Afspelen
2. Schakel het selectievakje in voor kanalen in de kanalenlijst. Dubbelklik vervolgens om een datum op de
kalender te selecteren.
Figure 5. 29 Normaal afspelen
3. Klik tijdens het afspelen op de knop om het huidige opnamebestand te vergrendelen.
Klik in de afspeelmodus voor meerdere kanalen op de knop om alle opnamebestanden te
vergrendelen die zijn gerelateerd aan de afspeelkanalen.
4. U kunt op de knop klikken om de interface voor bestandsbeheer te openen. Klik op het tabblad
Vergrendeld bestand om de vergrendelde bestande te controleren en exporteren.
User Manual of Network Video Recorder
87
Figure 5. 30 Beheer van vergrendelde bestanden
Klik in de interface voor bestandsbeheer op om het te wijzigen in en het bestand te ontgrendelen.
Het bestand is dan niet meer beveiligd.
Bestanden vergrendelen tijdens exporteren
Stappen:
1. Open de interface voor exportinstellingen.
Menu > Exporteren
Figure 5. 31 Exporteren
2. Selecteer de kanalen die u wilt doorzoeken door het selectievakje in te stellen op .
3. Configureer het opnametype, het bestandstype en de begin- en eindtijd.
4. Klik op Zoeken om de resultaten weer te geven.
Figure 5. 32 Exporteren - Zoekresultaten
User Manual of Network Video Recorder
88
5. Bescherm de opnamebestanden.
1) Zoek de opnamebestanden die u wilt beveiligen en klik op het pictogram , dat wordt gewijzigd in
om aan te geven dat het bestand is vergrendeld.
De opnamebestanden waarvan de opname niet is voltooid, kunnen niet worden vergrendeld.
2) Klik op om het te wijzigen in om het bestand te ontgrendelen. Het bestand is niet langer
beschermd.
Figure 5. 33 Ontgrendeld - Let op
5.9.2 HDD-eigenschappen instellen op Alleen-lezen
Stappen:
1. Open de interface voor HDD-instellingen.
Menu > HDD
Figure 5. 34 HDD - Algemeen
2. Klik op om de HDD te bewerken die u wilt beveiligen.
Figure 5. 35 HDD algemeen - Bewerken
Als u de HDD-eigenschap wilt bewerken, moet u de opslagmodus van de HDD instellen op Groep. Zie Hoofdstuk
HDD-groepen beheren.
3. Stel de HDD-eigenschap in op Alleen-lezen.
User Manual of Network Video Recorder
89
4. Klik op OK om de instellingen op te slaan en terug te gaan naar het bovenste menu.
U kunt geen bestanden opslaan op een HDD die is ingesteld op Alleen-lezen. Als u bestanden op de
HDD wilt opslaan, moet u de eigenschap instellen op R/W (lezen/schrijven).
Als er slechts één HDD is en deze is ingesteld op Alleen-lezen, kunnen er geen bestanden worden
opgenomen met de NVR. Alleen de liveweergavemodus is dan beschikbaar.
Als u de HDD instelt op Alleen-lezen wanneer er bestanden worden opgeslagen op de NVR, wordt het
bestand opgeslagen op de volgende HDD voor lezen en schrijven. Als er slechts één HDD is, wordt de
opname gestopt.
User Manual of Network Video Recorder
90
Chapter 6 Afspelen
User Manual of Network Video Recorder
91
6.1 Opnamebestanden afspelen
6.1.1 Direct afspelen
Doel:
De opgenomen videobestanden van een specifiek kanaal afspelen in de liveweergavemodus. Schakelen tussen
kanalen wordt ondersteund.
Direct afspelen per kanaal
Stappen:
Kies met de muis een kanaal in de liveweergavemodus en klik op de knop in de werkbalk Snelinstellingen.
In de modus voor direct afspelen worden alleen opnamebestanden afgespeeld die in de laatste vijf minuten op dit
kanaal zijn opgenomen.
Figure 6. 1 Interface voor directe weergave
6.1.2 Afspelen met normale zoekopdrachten
Weergave per kanaal
1. Open de afspeelinterface.
Muis: klik met de rechtermuisknop op een kanaal in de liveweergavemodus en selecteer Afspelen in het
menu, zoals weergegeven in afbeelding Figure 6. 2.
User Manual of Network Video Recorder
92
Figure 6. 2 Menu voor rechtermuisknop onder Liveweergave
Door tijdens het afspeelproces op de numerieke knoppen te drukken, kunt u schakelen naar de desbetreffende
kanalen.
Weergave per tijd
Doel:
Videobestanden afspelen die zijn opgenomen tijdens een specifieke tijdsduur. Gelijktijdige weergave van meerdere
kanalen en schakelen tussen kanalen worden ondersteund.
Stappen:
1. Open de afspeelinterface.
Menu > Afspelen
2. Schakel het selectievakje in voor kanalen in de kanalenlijst. Dubbelklik vervolgens om een datum op de
kalender te selecteren.
Figure 6. 3 Afspeelkalender
User Manual of Network Video Recorder
93
Als er opnamebestanden bestaan voor de desbetreffende dag, wordt in de kalender het pictogram voor die dag
weergegeven als . Anders wordt het weergegeven als
Afspeelinterface
De werkbalk onder aan de afspeelinterface kan worden gebruikt om het afspeelproces te beheren, zoals
weergegeven in Figure 6. 4.
Figure 6. 4 Afspeelinterface
Klik op de kanalen om het simultaan afspelen van meerdere kanalen in te schakelen.
Figure 6. 5 Afspeelwerkbalk
geeft de begintijd en eindtijd van de opnamebestanden aan.
Voortgangsbalk voor afspelen: gebruik de muis om op een punt in de voortgangsbalk te klikken of de
voortgangsbalk naar specifieke frames te slepen.
Table 6. 1 Gedetailleerde uitleg van afspeelwerkbalk
Knop
Bediening
Knop
Bediening
Knop
Bediening
/
Audio aan/dempen
/
Clip maken
starten/stoppen
Beeld vastleggen
Bestand
vergrendelen
Standaardtag
toevoegen
Aangepaste tag
toevoegen
User Manual of Network Video Recorder
94
Knop
Bediening
Knop
Bediening
Knop
Bediening
Bestandsbeheer
voor videoclips,
vastgelegde
beelden,
vergrendelde
bestanden en tags.
/
Omgekeerd
afspelen/onderbreke
n
Stoppen
Digitale zoom
30 seconden vooruit
30 seconden
achteruit
/
Onderbreken/afspel
en
Snel vooruit
Vorige dag
Langzaam vooruit
Volledig scherm
Afsluiten
Volgende dag
Clips opslaan
Voortgangsbalk
/
Tijdlijn
groter/kleiner
schalen
Een afspeelsnelheid van 256X wordt ondersteund.
6.1.3 Afspelen via zoekopdrachten naar gebeurtenissen
Doel:
Opnamebestanden afspelen op een of meer kanalen die zijn gezocht op gebeurtenistype (bijvoorbeeld, alarminput,
bewegingsdetectie en VCA).
Stappen:
1. Open de afspeelinterface.
Menu > Afspelen
2. Selecteer Gebeurtenis in de vervolgkeuzelijst linksboven.
3. Selecteer Alarminput, Beweging of VCA als gebeurtenistype.
In dit voorbeeld gebruiken we VCA.
User Manual of Network Video Recorder
95
Figure 6. 6 Interface voor zoeken op beweging
4. Stel het onderliggende VCA-type in de vervolgkeuzelijst.
Raadpleeg Hoofdstuk 5.4 Het opnemen en vastleggen van VCA-gebeurtenissen configureren voor
configuratie van VCA-opnamen.
5. Selecteer de camera's voor de zoekopdracht en stel de begin- en eindtijd in.
6. Klik op de knop Zoeken om de zoekresultaten op te halen. U vindt de resultaten in de balk aan de linkerkant.
7. Klik op de knop om het bestand weer te geven.
U kunt instellingen voor voorweergave en naweergave configureren.
8. Afspeelinterface.
De werkbalk onder aan de afspeelinterface kan worden gebruikt om het afspeelproces te beheren.
User Manual of Network Video Recorder
96
Figure 6. 7 Interface voor afspelen per gebeurtenis
Klik op de knop of om de vorige of volgende gebeurtenis te selecteren. Raadpleeg Tabel 6.1 voor
beschrijvingen van de knoppen op de werkbalk.
6.1.4 Afspelen op basis van tag
Doel:
Met videotags kunt u gerelateerde informatie vastleggen, zoals personen en locaties voor een bepaald tijdpunt
tijdens het afspelen. U kunt videotags gebruiken om opnamebestanden en positietijdpunten te zoeken.
Voordat u begint met afspelen op basis van tag:
1. Open de afspeelinterface.
Menu > Afspelen
2. Zoek de opnamebestanden en speel deze af. Raadpleeg Hoofdstuk 6.1.1 voor gedetailleerde informatie over
het zoeken en afspelen van opnamebestanden.
User Manual of Network Video Recorder
97
Figure 6. 8 Interface voor afspelen op tijd
Klik op de knop om de standaardtag toe te voegen.
Klik op de knop om aangepaste tags toe te voegen en tagnamen in te voeren.
U kunt maximaal 64 tags toevoegen aan één videobestand.
3. Tagbeheer.
Klik op de knop om de interface voor bestandsbeheer te openen. Klik op Tag om de tags te beheren. U
kunt tags controleren, bewerken en verwijderen.
Figure 6. 9 Interface voor tagbeheer
Afspelen op basis van tag
Stappen:
1. Selecteer de tag in de vervolgkeuzelijst in de afspeelinterface.
2. Kies de kanalen, bewerk de begin- en eindtijd en klik op Zoeken om de Zoekresultaten-interface te openen
U kunt sleutelwoorden in het tekstvak invoeren om de tag te zoeken.
User Manual of Network Video Recorder
98
3. Klik op de knop om het geselecteerde tagbestand weer te geven.
Klik op de knop Terug om terug te gaan naar de zoekinterface.
Figure 6. 10 Interface voor afspelen op basis van tag
U kunt instellingen voor voorweergave en naweergave configureren.
Klik op de knop of om de vorige of volgende tag te selecteren. Raadpleeg Tabel 6.1 voor beschrijvingen
van de knoppen op de werkbalk.
6.1.5 Afspelen met slim afspelen
Doel:
De functie voor slim afspelen is een handige manier om minder belangrijke informatie over te slaan. Als u de
modus voor slim afspelen selecteert, analyseert het systeem de video op bewegings- of VCA-informatie. Deze
items worden groen gemarkeerd en op normale snelheid weergegeven, terwijl videobeelden zonder beweging 16
keer zo snel worden afgespeeld. U kunt de regels voor slim afspelen configureren.
Voordat u begint:
Als u de resultaten van de slimme zoekopdracht wilt ophalen, moet het bijbehorende gebeurtenistype zijn
ingeschakeld en geconfigureerd op de IP-camera. In dit voorbeeld gebruiken we indringerdetectie.
1. Meld u aan bij de IP-camera via een webbrowser activeer indringerdetectie door het selectievakje in te
schakelen. U opent de interface voor configuratie van bewegingsdetectie via Configuratie > Gevorderde
configuratie > Gebeurtenissen > Indringerdetectie.
Figure 6. 11 Indringerdetectie instellen op de IP-camera
2. Configureer de vereiste parameters voor indringerdetectie, waaronder het gebied, het activeringsschema en
de koppelingsmethoden. Raadpleeg de gebruikershandleiding van de Smart IP-camera voor gedetailleerde
User Manual of Network Video Recorder
99
instructies.
Stappen:
1. Open de afspeelinterface.
Menu > Afspelen
2. Selecteer Slim in de vervolgkeuzelijst linksboven.
3. Selecteer een camera in de cameralijst.
4. Selecteer een datum op de kalender en klik op de knop in de werkbalk aan de linkerkant om het
videobestand af te spelen.
Figure 6. 12 Interface voor slim afspelen
Table 6. 2 Gedetailleerde uitleg van werkbalk voor slimme weergave
Knop
Bediening
Knop
Bediening
Knop
Bediening
Lijn tekenen voor
detectie van
lijnoverschrijding
Vierhoek tekenen
voor
indringerdetectie
Rechthoek
tekenen voor
indringerdetectie
Het volledige
scherm instellen
voor
bewegingsdetectie
Alles wissen
/
Clip maken
starten/stoppen
Bestandsbeheer voor
videoclips
Het afspelen
stoppen
/
Afspelen
onderbreken/afspe
len
Slimme instellingen
Videobestanden die
overeenkomen met
de zoekopdracht
Videobestanden
filteren door
kenmerken in te
stellen
5. Stel de regels en gebieden voor slimme zoekopdrachten voor VCA-gebeurtenissen of
bewegingsgebeurtenissen in.
Detectie van lijnoverschrijding
User Manual of Network Video Recorder
100
Selecteer de knop en klik op het beeld om het begin- en eindpunt van de lijn op te geven.
Indringerdetectie
Klik op de knop en geef 4 punten op om een vierhoekig gebied voor indringerdetectie in te stellen. Er
kan slechts één gebied worden ingesteld.
Bewegingsdetectie
Klik op de knop en klik en teken met de muis om het detectiegebied handmatig in te stellen. U kunt ook
op de knop klikken om het volledige scherm als detectiegebied in te stellen.
6. Klik op om de slimme instellingen te configureren.
Figure 6. 13 Slimme instellingen
Niet-gerelateerde video overslaan: Niet-gerelateerde video wordt niet afgespeeld als deze functie is
ingeschakeld.
Afspeelsnelheid niet-gerelateerde video: Stel de afspeelsnelheid voor niet-gerelateerde video in. U kunt de
waarden Max./8/4/1 selecteren.
Afspeelsnelheid gerelateerde video: Stel de afspeelsnelheid voor gerelateerde video in. U kunt de waarden
Max./8/4/1 selecteren.
Voorweergave en naweergave zijn niet beschikbaar voor het gebeurtenistype Beweging.
7. Klik op om overeenkomende videobestanden te zoeken en af te spelen.
8. (Optioneel) Klik op om de gezochte videobestanden te filteren door kenmerken in te stellen, inclusief
het geslacht en de leeftijd van personen, en of de persoon wel of niet een bril draagt.
User Manual of Network Video Recorder
101
Figure 6. 14 Resultaatfilter instellen
6.1.6 Afspelen op basis van systeemlogboeken
Doel:
Opnamebestanden die zijn gekoppeld aan kanalen, afspelen nadat de systeemlogboeken zijn doorzocht.
Stappen:
1. Open de interface voor logboekinformatie.
Menu > Onderhoud > Logboekinformatie
2. Klik op het tabblad Zoeken in logboeken om afspelen op basis van systeemlogboeken te openen.
Stel de tijd en het type voor de zoekopdracht in en klik op de knop Zoeken.
Figure 6. 15 Interface voor het zoeken in systeemlogboeken
3. Kies een logboek met een opnamebestand en klik op de knop om de afspeelinterface te openen.
Als er geen opnamebestanden bestaan voor het moment van het logboek, wordt het berichtvak Geen resultaten
gevonden weergegeven.
User Manual of Network Video Recorder
102
Figure 6. 16 Resultaat van zoekopdracht in systeemlogboeken
4. Afspeelinterface.
De werkbalk onder aan de afspeelinterface kan worden gebruikt om het afspeelproces te beheren.
Figure 6. 17 Interface voor afspelen op basis van logboeken
6.1.7 Externe bestanden afspelen
Doel:
Voer de volgende stappen uit om bestanden op externe apparaten te zoeken en weer te geven.
Stappen:
1. Open de interface voor het zoeken op tags.
Menu > Afspelen
2. Selecteer Extern bestand in de vervolgkeuzelijst linksboven.
De bestanden worden weergegeven in de lijst aan de rechterkant.
U kunt ook op de knop klikken om de lijst met bestanden te vernieuwen.
3. Maak een selectie en klik op de knop om het afspelen te starten. U kunt de weergavesnelheid aanpassen
door op en te klikken.
User Manual of Network Video Recorder
103
Figure 6. 18 Interface voor weergave van externe bestanden
6.1.8 Weergave op basis van subperioden
Doel:
De videobestanden kunnen in meerdere subperioden gelijktijdig op de schermen worden afgespeeld.
Stappen:
1. Open de afspeelinterface.
Menu > Afspelen
2. Selecteer Subperioden in de vervolgkeuzelijst links boven aan de pagina om de afspeelinterface voor
subperioden te openen.
3. Selecteer een datum en start het afspelen van het videobestand.
4. Stel de waarde voor schermopdeling in met de vervolgkeuzelijst. U kunt maximaal een waarde van 16
schermen instellen.
User Manual of Network Video Recorder
104
Figure 6. 19 Afspeelinterface voor subperioden
Op basis van de waarde voor schermopdeling kunnen de videobestanden voor de geselecteerde datum worden
onderverdeeld en afgespeeld in segmenten van gelijkmatige lengte. Stel bijvoorbeeld dat er videobestanden
bestaan voor de periode van 16:00 tot 22:00 uur en de modus voor weergave op 6 schermen is geselecteerd. In dat
geval worden er op elk scherm gelijktijdig video's afgespeeld die elk een uur lang zijn.
6.1.9 Afbeeldingen afspelen
Het afspelen van vastgelegde afbeeldingen wordt alleen ondersteund op de DS-9600NI-I8.
Doel:
U kunt de vastgelegde afbeeldingen die op de HDD's van het apparaat zijn opgeslagen, doorzoeken en weergeven.
Stappen:
1. Open de afspeelinterface.
Menu > Afspelen
2. Selecteer Afbeelding in de vervolgkeuzelijst links boven aan de pagina om de afspeelinterface voor
afbeeldingen te openen.
3. Schakel het selectievakje in om de kanalen te selecteren en geef de begin- en eindtijd voor de
zoekopdracht op.
4. Klik op Zoeken om de interface met zoekresultaten te openen.
Er kunnen per keer maximaal 4000 afbeeldingen worden weergegeven.
5. Kies een afbeelding die u wilt weergeven en klik op de knop .
Klik op Terug om terug te gaan naar de zoekinterface.
User Manual of Network Video Recorder
105
Figure 6. 20 Resultaat voor afbeeldingen afspelen
6. De werkbalk onder aan de Afspelen-interface kan worden gebruikt om het afspeelproces te beheren.
Figure 6. 21 Afspeelwerkbalk voor afbeeldingen
Table 1. 1 Gedetailleerde uitleg van werkbalk voor afbeeldingen afspelen
Knop
Functie
Knop
Functie
Knop
Functie
Knop
Functie
Omgekeerd
afspelen
Afspelen
Vorige
afbeelding
Volgende
afbeelding
User Manual of Network Video Recorder
106
6.2 Aanvullende afspeelfuncties
6.2.1 Frame voor frame afspelen
Doel:
Videobestanden frame voor frame afspelen om beelddetails van de video te controleren bij abnormale
gebeurtenissen.
Stappen:
Met een muis:
Ga naar de afspeelinterface.
Als u het afspelen van een opnamebestand kiest: klik op de knop tot de snelheid verandert naar n beeld.
n klik op het afspeelscherm komt overeen met het afspelen van één frame.
Als u omgekeerd afspelen van een opnamebestand kiest: klik op de knop tot de snelheid verandert naar n
beeld. n klik op het afspeelscherm komt overeen met omgekeerd afspelen van één frame. U kunt ook de knop
op de werkbalk gebruiken.
Met het voorpaneel:
Druk op de knop om de snelheid in te stellen op een enkel frame. n klik op de knop op het
afspeelscherm of op de Enter-knop komt overeen met het afspelen of omgekeerd afspelen van één frame.
6.2.2 Digitale zoom
Stappen:
1. Klik op de knop op de balk voor afspeelbediening om de interface voor digitaal zoomen te openen.
2. Gebruik de muis om een rode rechthoek te tekenen. Het beeld binnen de rechthoek wordt maximaal 16 keer
vergroot
Figure 6. 22 Tekengebied voor digitale zoom
3. Klik met de rechtermuisknop om de interface voor digitaal zoomen af te sluiten.
User Manual of Network Video Recorder
107
6.2.3 Bestandsbeheer
U kunt het volgende beheren: videoclips, afbeeldingen die zijn vastgelegd tijdens het afspelen, vergrendelde
bestanden en tags die zijn toegevoegd in de afspeelmodus.
Stappen:
1. Open de afspeelinterface.
2. Klik op op de werkbalk om de interface voor bestandsbeheer te openen.
Figure 6. 23 Bestandsbeheer
3. U kunt opgeslagen videoclips en afbeeldingen die zijn vastgelegd tijdens het afspelen, weergeven, bestanden
vergrendelen en ontgrendelen, en de tags bewerken die zijn toegevoegd in de afspeelmodus.
4. Indien gewenst kunt u de items selecteren en op Alles exporteren of Exporteren klikken om de
clips/afbeeldingen/bestanden/tags naar een lokaal opslagapparaat te exporteren.
6.2.4 Meerdere kanalen omgekeerd afspelen
Doel:
U kunt opnamebestanden van meerdere kanalen omgekeerd afspelen. U kunt maximaal 16 kanalen gelijktijdig
omgekeerd afspelen met een resolutie van 1280x720, maximaal 4 kanalen gelijktijdig omgekeerd afspelen met een
resolutie van 1920x1080P, of 1 kanaal omgekeerd afspelen met een resolutie van 2560x1920.
De interface van de DS-7700NI-ST-serie wordt als voorbeeld gebruikt om de volgende instellingen te beschrijven,
tenzij anderszins vermeld.
Stappen:
1. Open de afspeelinterface.
Menu > Afspelen
User Manual of Network Video Recorder
108
2. Schakel meerdere selectievakjes in om meerdere kanalen te selecteren. Klik vervolgens om een datum op de
kalender te selecteren.
Figure 6. 24 Interface voor gelijktijdig afspelen van 4 kanalen
De opnamebestanden worden met twee lijnen gemarkeerd op de voortgangsbalk. De bovenste lijn geeft de
opnamebestanden van het geselecteerde kanaal aan. De onderste lijn geeft de opnamebestanden van alle
geselecteerde kanalen aan.
3. Klik op om de opnamebestanden achterwaarts weer te geven.
User Manual of Network Video Recorder
109
Chapter 7 Back-up
User Manual of Network Video Recorder
110
7.1 Back-ups maken van opnamebestanden
7.1.1 Snelle exports
Doel:
Opnamebestanden snel exporteren naar back-upapparaten.
Stappen:
1. Open de interface voor video-exports.
Menu > Exporteren > Normaal
Kies de kanalen waarvan u een back-up wilt maken en klik op de knop Snelle export.
De tijdsduur van opnamebestanden voor een specifiek kanaal mag niet meer zijn dan 1 dag. Anders
wordt het berichtvak 'Maximaal 24 uur toegestaan voor snelle export' weergegeven.
Figure 7. 1 Interface voor snelle exports
2. Selecteer de indeling voor de te exporteren logboekbestanden. U kunt maximaal 9 indelingen selecteren.
3. Klik op de knop Exporteren om het exporteren te starten.
Hier gebruiken we een USB-flashstation. Raadpleeg de volgende sectie Normale back-up voor meer
back-upapparaten die op de NVR worden ondersteund.
User Manual of Network Video Recorder
111
Figure 7. 2 Snelle export met USB 1.1
Blijf in de interface Exporteren tot alle opnamebestanden zijn geëxporteerd.
Figure 7. 3 Export voltooid
4. Controleer de resultaten van de back-up.
Kies het opnamebestand in de interface Exporteren en klik op de knop om het bestand te controleren.
Het afspeelprogramma player.exe wordt automatisch geëxporteerd gedurende de bestandsexport.
Figure 7. 4 Controle van resultaten van snelle export met USB 1.1
User Manual of Network Video Recorder
112
7.1.2 Back-ups maken met normale zoekopdrachten voor
video's/afbeeldingen
Doel:
Van de opnamebestanden kan een back-up worden gemaakt naar verschillende apparaten, zoals USB-apparaten
(USB-flashstations, USB-HDD's, USB-branders), SATA-branders en eSATA-HDD's
eSATA-HDD's worden alleen ondersteund op NVR's uit de DS-9600NI-I8-serie.
Back-ups maken met USB-flashstations en USB-HDD's
Stappen:
1. Open de interface voor exporteren.
Menu > Exporteren > Normaal/Afbeelding
2. Selecteer de camera's voor de zoekopdracht.
3. Stel de zoekvoorwaarden in en klik op de knop Zoeken om de Zoekresultaten-interface te openen. De
overeenkomende videobestanden en afbeeldingen worden weergegeven in de overzichts- of lijstmodus.
Figure 7. 5 Normale videozoekopdracht voor back-ups
4. Selecteer de te exporteren videobestanden of afbeeldingen in het overzicht of de lijst.
Klik op om het opnamebestand weer te geven om het te controleren.
Schakel het selectievakje in voor de opnamebestanden waarvan u een back-up wilt maken.
De grootte van de momenteel geselecteerde bestanden wordt links onder aan het venster weergegeven.
User Manual of Network Video Recorder
113
Figure 7. 6 Resultaat van normale videozoekopdracht voor back-ups
5. Exporteer de video- of afbeeldingsbestanden.
Klik op de knop Alles exporteren om alle bestanden te exporteren.
U kunt ook de opnamebestanden selecteren waarvan u een back-up wilt maken. Klik op Exporteren om de
interface voor exporteren te openen.
Als het aangesloten USB-apparaat niet wordt herkend:
Klik op de knop Vernieuwen.
Sluit het apparaat opnieuw aan.
Controleer de compatibiliteit bij de leverancier.
U kunt USB-flashstations en USB-HDD's ook formatteren via het apparaat.
Figure 7. 7 Exporteren met een normale videozoekopdracht met behulp van een USB-flashstation
Blijf in de interface Exporteren tot alle opnamebestanden zijn geëxporteerd en het pop-upberichtvak Export
voltooid wordt weergegeven.
User Manual of Network Video Recorder
114
Figure 7. 8 Export voltooid
Deze bedieningsinstructies kunnen ook worden gebruikt voor het maken van back-ups met USB- en
SATA-branders. Raadpleeg de bovenstaande stappen.
7.1.3 Back-ups met zoekopdrachten voor gebeurtenissen
Doel:
Back-ups maken van aan gebeurtenissen gerelateerde opnamebestanden met behulp van USB-apparaten
(USB-flashstations, USB-HDD's, USB-branders), SATA-branders en eSATA-HDD's. Er wordt ondersteuning
geboden voor snelle en normale back-ups.
Stappen:
1. Open de interface voor exporteren.
Menu > Exporteren > Gebeurtenis
2. Selecteer de camera's voor de zoekopdracht.
3. Selecteer het gebeurtenistype: Alarminput, Beweging of VCA.
Figure 7. 9 Zoekopdracht voor gebeurtenissen voor back-up
4. Stel de zoekvoorwaarden in en klik op de knop Zoeken om de Zoekresultaten-interface te openen. De
overeenkomende videobestanden worden weergegeven in de overzichts- of lijstmodus.
5. Selecteer de te exporteren videobestanden in het overzicht of de lijst.
User Manual of Network Video Recorder
115
Figure 7. 10 Resultaat van zoekopdracht voor gebeurtenissen
6. Exporteer de videobestanden. Raadpleeg stap 5 van Hoofdstuk 7.1.2 Back-ups maken met normale
videozoekopdrachten voor meer informatie.
7.1.4 Back-ups maken van videoclips of afbeeldingen die zijn
vastgelegd tijdens het afspelen
Doel:
U kunt ook videoclips of afbeeldingen die zijn vastgelegd in de afspeelmodus selecteren die u rechtstreeks tijdens
het afspelen wilt exporteren met behulp van USB-apparaten (USB-flashstations, USB-HDD's, USB-branders),
SATA-branders en eSATA-HDD's.
Stappen:
1. Open de afspeelinterface.
Raadpleeg Hoofdstuk 6,1 Opnamebestanden afspelen.
2. Gebruik tijdens het afspelen de knoppen en in de afspeelwerkbalk om het maken van clips voor
opnamebestanden te starten of te stoppen, of gebruik de knop om afbeeldingen vast te leggen.
3. Klik op om de interface voor bestandsbeheer te openen.
User Manual of Network Video Recorder
116
Figure 7. 11 Interface voor het exporteren van videoclips en vastgelegde afbeeldingen
7. Exporteer de videoclips of afbeeldingen die zijn vastgelegd tijdens het afspelen. Raadpleeg stap 5 van
Hoofdstuk 7.1.2 Back-ups maken met normale videozoekopdrachten voor meer informatie.
7.2 Back-upapparaten beheren
Beheer van USB-flashstations, USB-HDD's en eSATA-HDD's
Stappen:
1. Open de interface voor exporteren.
Figure 7. 12 Beheer van opslagapparaten
2. Beheer van back-upapparaten.
Klik op de knop Nieuwe map als u een nieuwe map wilt maken op het back-upapparaat.
Selecteer een opnamebestand of een map op het back-upapparaat en klik op de knop als u het gekozen
item wilt verwijderen.
Klik op de knop Wissen als u de bestanden van een herbeschrijfbare cd/dvd wilt wissen.
Klik op de knop Formatteren om het back-upapparaat te formatteren.
Als het aangesloten opslagapparaat niet wordt herkend:
Klik op de knop Vernieuwen.
Sluit het apparaat opnieuw aan.
Controleer de compatibiliteit bij de leverancier.
User Manual of Network Video Recorder
117
7.3 Back-up met hotspare-apparaat
Doel:
Het apparaat kan een een N+1 hotspare-systeem vormen. Het systeem bestaat uit verschillende werkende
apparaten en een hotspare-apparaat. Wanneer er een fout optreedt voor een werkend apparaat, treedt het
hotspare-apparaat in werking om de betrouwbaarheid van het systeem te verhogen.
Neem contact op met de dealer voor meer informatie over modellen met ondersteuning van de
hotspare-functie.
Voordat u begint:
Er moeten ten minste 2 apparaten online zijn.
Een verbinding in 2 richtingen (zoals in de onderstaande afbeelding) moet tot stand worden gebracht tussen het
hotspare-apparaat en elk werkend apparaat.
Set a hot spare
device
Add a hot spare
device on normal
device
Add the normal
device on the hot
spare device
Start Finish
Figure 7. 13 Hotspare-systeem opbouwen
7.3.1 Hotspare-apparaat instellen
De cameraverbinding wordt uitgeschakeld wanneer het apparaat in de hotspare-modus werkt.
U wordt aanbevolen om de standaardwaarden van het apparaat te herstellen nadat u de werkmodus van het
hotspare-apparaat naar de normale modus hebt geschakeld. Zo wordt normale werking naderhand
gegarandeerd.
Stappen:
1. Open de interface voor hotspare-instellingen:
Menu > Configuratie > Hotspare
2. Stel de werkmodus in op Hotspare-modus en klik op de knop Toepassen om de instellingen te bevestigen.
3. Start het apparaat opnieuw om de wijzigingen door te voeren.
Figure 7. 14 Melding voor opnieuw starten
User Manual of Network Video Recorder
118
4. Klik op de knop Ja in het meldingsvak dat wordt weergegeven.
7.3.2 Werkend apparaat instellen
Stappen:
1. Open de interface voor hotspare-instellingen:
Menu > Configuratie > Hotspare
2. Stel de werkmodus in op Normale modus (standaardwaarde).
3. Schakel het selectievakje Inschakelen in om de hotspare-functie in te schakelen.
4. Voer het IP-adres en admin-wachtwoord van het hotspare-apparaat in.
Figure 7. 15 Werkmodus instellen voor werkend apparaat
5. Klik op de knop Toepassen om de instellingen op te slaan.
7.3.3 Hotspare-systeem beheren
Stappen:
1. Open de interface voor hotspare-instellingen voor het hotspare-apparaat.
Menu > Configuratie > Hotspare
Het verbonden werkende apparaat wordt weergegeven in de apparatenlijst.
2. Schakel het selectievakje in om de werkmodus te selecteren in de apparatenlijst, en klik op de knop
Toevoegen om het werkende apparaat te koppelen aan het hotspare-apparaat.
U kunt maximaal 32 werkende apparaten aansluiten op een hotspare-apparaat.
User Manual of Network Video Recorder
119
Figure 7. 16 Werkend apparaat toevoegen
3. U kunt de werkstatus van het hotspare-apparaat bekijken in de lijst Werkstatus.
Wanneer het werkende apparaat naar behoren functioneert, wordt Geen gegevensbestand weergegeven voor
de werkstatus van het hotspare-apparaat.
Figure 7. 17 Geen opname
Wanneer het werkende apparaat offline gaat, wordt op het hotspare-apparaat voor back-updoeleinden video
van de IP-camera opgenomen die is aangesloten op het werkende apparaat. De werkstatus van het
hotspare-apparaat wordt weergegeven als Back-up maken.
Het maken van back-ups van opnamen kan voor 1 werkend apparaat tegelijk actief zijn.
Figure 7. 18 Back-up maken
Wanneer het werkende apparaat weer online is, worden de verloren videobestanden hersteld met de
synchronisatiefunctie voor opnamen. De werkmodus van het hotspare-apparaat wordt weergegeven als
Synchroniseren.
User Manual of Network Video Recorder
120
De synchronisatiefunctie voor opnamen kan voor 1 werkend apparaat tegelijk actief zijn.
Figure 7. 19 Synchroniseren
User Manual of Network Video Recorder
121
Chapter 8 Alarminstellingen
User Manual of Network Video Recorder
122
8.1 Alarmen voor bewegingsdetectie instellen
Stappen:
1. Open de interface voor bewegingsdetectie van Camerabeheer en kies een camera waarvoor u
bewegingsdetectie wilt instellen.
Menu > Camera > Beweging
Figure 8. 1 Interface voor het instellen van bewegingsdetectie
2. Stel het detectiegebied en de gevoeligheid in.
Schakel het selectievakje Zet bewegingsdetectie aan in. Gebruik de muis om detectiegebieden te tekenen en
versleep de gevoeligheidsbalk om de gevoeligheid in te stellen.
Klik op de knop om alarmreacties in te stellen.
3. Klik op het tabblad Triggerkanaal en selecteer een of meer kanalen waarvoor opname/vastlegging wordt
gestart of waarvoor monitoring op volledig scherm wordt gestart wanneer een bewegingsalarm wordt
getriggerd. Klik op Toepassen om de instellingen op te slaan.
Figure 8. 2 Getriggerde camera's voor bewegingsdetectie instellen
4. Stel het activeringsschema voor het kanaal in.
1) Selecteer het tabblad Activeringsschema om het activeringsschema van de verwerkingsacties in te stellen
voor bewegingsdetectie.
2) Kies een dag van de week. Voor elke dag kunnen maximaal acht tijdsperioden worden gekozen.
3) Klik op Toepassen om de instellingen op te slaan.
User Manual of Network Video Recorder
123
Tijdsperioden kunnen niet worden herhaald en mogen elkaar niet overlappen.
Figure 8. 3 Activeringsschema voor bewegingsdetectie instellen
5. Klik op het tabblad Verwerking om de alarmreacties voor bewegingsalarmen in te stellen (raadpleeg
Hoofdstuk Alarmreacties instellen).
6. Als u bewegingsdetectie voor andere kanalen wilt instellen, herhaalt u de bovenstaande stappen of klikt u op
Kopiëren in de interface voor bewegingsdetectie om de bovenstaande instellingen naar het kanaal te
kopiëren.
User Manual of Network Video Recorder
124
8.2 Sensoralarmen instellen
Doel:
De verwerkingsactie voor externe sensoralarmen instellen.
Stappen:
1. Open de alarminstellingen in Systeemconfiguratie en selecteer een alarminput.
Menu > Configuratie > Alarm
Selecteer het tabblad Alarminput om de interface voor alarminputinstellingen te openen.
Figure 8. 4 Interface voor alarmstatus in Systeemconfiguratie
2. Stel de verwerkingsactie voor de geselecteerde alarminput in.
Schakel het selectievakje Inschakelen in en klik op de knop Instellingen om de alarmreacties in te stellen.
Figure 8. 5 Interface voor alarminputinstellingen
3. Selecteer het tabblad Triggerkanaal en selecteer een of meer kanalen waarvoor opname/vastlegging wordt
gestart of waarvoor monitoring op volledig scherm wordt gestart wanneer een extern alarm wordt
geactiveerd. Klik op Toepassen om de instellingen op te slaan.
4. Selecteer het tabblad Activeringsschema om het activeringsschema van de verwerkingsacties in te stellen.
User Manual of Network Video Recorder
125
Figure 8. 6 Activeringsschema voor alarminput instellen
Kies een dag van de week. Voor elke dag kunnen maximaal acht tijdsperioden worden gekozen. Klik op
Toepassen om de instellingen op te slaan.
Tijdsperioden kunnen niet worden herhaald en mogen elkaar niet overlappen.
Herhaal de bovenstaande stappen om het activeringsschema voor andere dagen van een week in te stellen.
Gebruik de knop Kopiëren om een activeringsschema naar andere dagen te kopiëren.
5. Selecteer het tabblad Koppelingsactie om de alarmreacties voor de alarminput in te stellen (raadpleeg
Hoofdstuk Alarmreacties instellen).
6. Selecteer indien nodig het tabblad PTZ-koppeling om PTZ-koppeling voor de alarminput in te stellen.
Stel de PTZ-koppelingsparameters in en klik op OK om het instellen van de alarminput te voltooien.
Controleer of de PTZ of speed dome ondersteuning biedt voor PTZ-koppeling.
Met één alarminput kunnen presets, patrouilles of patronen van meerdere kanalen worden getriggerd.
Presets, patrouilles en patronen sluiten elkaar echter uit.
Figure 8. 7 PTZ-koppeling voor alarminput instellen
7. Als u de verwerkingsactie van een andere alarminput wilt instellen, herhaalt u de bovenstaande stappen.
U kunt ook op de knop Kopiëren in de interface voor alarminputinstellingen klikken en het selectievakje
User Manual of Network Video Recorder
126
inschakelen voor alarminputs om de instellingen hierheen te kopiëren.
Figure 8. 8 Instellingen van alarminput kopiëren
User Manual of Network Video Recorder
127
8.3 Alarmen voor detectie van
videosignaalverlies configureren
Doel:
Videosignaalverlies voor een kanaal detecteren en alarmreacties uitvoeren.
Stappen:
1. Open de interface voor videosignaalverlies van Camerabeheer en kies een kanaal waarvoor u detectie wilt
instellen.
Menu > Camera > Videosignaalverlies
Figure 8. 9 Interface voor instelling van detectie van videosignaalverlies
2. Stel de verwerkingsactie voor detectie van videosignaalverlies in.
Schakel het selectievakje voor Alarm voor videosignaalverlies inschakelen in en klik op de knop om de
verwerkingsactie voor videosignaalverlies in te stellen.
3. Stel het activeringsschema van de verwerkingsacties in.
1) Selecteer het tabblad Activeringsschema om het activeringsschema voor het kanaal in te stellen.
2) Kies een dag van de week. Voor elke dag kunnen maximaal acht tijdsperioden worden gekozen.
3) Klik op de knop Toepassen om de instellingen op te slaan.
Tijdsperioden kunnen niet worden herhaald en mogen elkaar niet overlappen.
Figure 8. 10 Activeringsschema voor videosignaalverlies instellen
User Manual of Network Video Recorder
128
4. Klik op het tabblad Koppelingsactie om de alarmreacties voor videosignaalverlies in te stellen (raadpleeg
Hoofdstuk Alarmreacties instellen).
5. Klik op de knop OK om de configuratie van de instellingen voor videosignaalverlies voor het kanaal te
voltooien.
User Manual of Network Video Recorder
129
8.4 Alarmen voor detectie van
videomanipulatie configureren
Doel:
Een alarm triggeren wanneer de lens wordt bedekt en alarmreacties uitvoeren.
Stappen:
1. Open de interface voor videomanipulatie van Camerabeheer en kies een kanaal waarvoor u videomanipulatie
wilt detecteren.
Menu > Camera > Videomanipulatie
Figure 8. 11 Interface voor instelling van detectie van videomanipulatie
2. Stel de verwerkingsactie voor videomanipulatie voor het kanaal in.
Schakel het selectievakje Zet Tamper-proof aan in.
Versleep de gevoeligheidsbalk om het gewenste niveau in te stellen. Gebruik de muis om een gebied te
tekenen waarvoor u videomanipulatie wilt detecteren.
Klik op de knop om de verwerkingsactie voor videomanipulatie in te stellen.
3. Stel het activeringsschema en de alarmreacties in voor het kanaal.
1) Klik op het tabblad Activeringsschema om het activeringsschema van de verwerkingsacties in te stellen.
2) Kies een dag van de week. Voor elke dag kunnen maximaal acht tijdsperioden worden gekozen.
3) Klik op de knop Toepassen om de instellingen op te slaan.
Tijdsperioden kunnen niet worden herhaald en mogen elkaar niet overlappen.
User Manual of Network Video Recorder
130
Figure 8. 12 Activeringsschema voor videomanipulatie instellen
4. Selecteer het tabblad Koppelingsactie om de alarmreacties voor videomanipulatie in te stellen (raadpleeg
Hoofdstuk Alarmreacties instellen).
5. Klik op de knop OK om de configuratie van de instellingen voor videomanipulatie voor het kanaal te
voltooien.
User Manual of Network Video Recorder
131
8.5 Alarmen voor uitzonderingen verwerken
Doel:
Met de uitzonderingsinstellingen wordt de verwerkingsactie geconfigureerd voor verschillende uitzonderingen,
zoals:
HDD vol: De HDD is vol.
HDD-fout: Fout bij schrijven naar HDD, of een niet-geformatteerde HDD.
Netwerk afgesloten: Niet-aangesloten netwerkkabel.
IP-conflict: Dubbel IP-adres.
Onjuiste login: Onjuiste gebruikers-ID of onjuist wachtwoord.
Fout bij opnemen/vastleggen: Geen ruimte voor het opslaan van opgenomen bestanden of vastgelegde
afbeeldingen.
Uitzondering bij hotspare: De verbinding met het werkende apparaat is verbroken.
Stappen:
Open de interface voor uitzonderingen van Systeemconfiguratie en verwerk verschillende typen uitzonderingen.
Menu > Configuratie > Uitzonderingen
Raadpleeg Hoofdstuk Alarmreacties instellen voor gedetailleerde informatie over alarmreacties.
Figure 8. 13 Interface voor uitzonderingsinstellingen
User Manual of Network Video Recorder
132
8.6 Alarmreacties instellen
Doel:
Alarmreacties worden geactiveerd wanneer een alarm of uitzondering optreedt. Tot deze reacties behoren
weergave van gebeurtenishints, monitoring op volledig scherm, audiowaarschuwingen (zoemer), het informeren
van het surveillancecentrum, het triggeren van alarmoutput en het verzenden van e-mail.
Weergave van gebeurtenishints
Wanneer een gebeurtenis of uitzondering optreedt, kan er links onder in de liveweergave een hint worden
weergegeven. Klik op het hintpictogram op de details weer te geven. De weer te geven gebeurtenissen kunnen
daarnaast worden geconfigureerd.
Stappen:
1. Open de interface voor uitzonderingsinstellingen.
Menu > Configuratie > Uitzonderingen
2. Schakel het selectievakje Gebeurtenishint inschakelen in.
Figure 8. 14 Interface voor instellingen voor gebeurtenishints
3. Klik op om het type gebeurtenis in te stellen dat moet worden weergegeven op het beeld.
Figure 8. 15 Interface voor instellingen voor gebeurtenishints
4. Klik op de knop OK om het instellen te voltooien.
Monitoring op volledig scherm
Wanneer een alarm wordt getriggerd, wordt op de lokale monitor (VGA-, HDMI- of BNC-monitor) op volledig
scherm het videobeeld weergegeven van het alarmkanaal dat is geconfigureerd voor monitoring op volledig
scherm.
Als alarmen voor meerdere kanalen gelijktijdig worden getriggerd, wordt er geschakeld tussen de weergaven op
volledig scherm met een interval van 10 seconden (standaardduur voor stilstaan). U kunt een andere duur voor het
stilstaan instellen door naar Menu > Configuratie > Liveweergave > Duur van stilstaan voor monitoring op
User Manual of Network Video Recorder
133
volledig scherm te gaan.
Het automatisch schakelen wordt beëindigd wanneer het alarm wordt gestopt. U wordt dan teruggeleid naar de
Liveweergave-interface.
Selecteer in de instellingen voor Kanaal triggeren de kanalen waarvoor u monitoring op volledig scherm wilt
uitvoeren
Audiowaarschuwing
Een hoorbare pieptoon triggeren wanneer een alarm wordt gedetecteerd.
Waarschuw surveillancecentrum
Een uitzondering of alarmsignaal naar een externe alarmhost verzenden wanneer een gebeurtenis optreedt. Met
'alarmhost' wordt verwezen naar de pc waarop de externe client is geïnstalleerd.
Het alarmsignaal wordt automatisch verzonden in de detectiemodus wanneer een externe alarmhost is
geconfigureerd. Raadpleeg Hoofdstuk 11.2.6 Meer instellingen configureren voor meer informatie over de
alarmhostconfiguratie.
E-mailkoppeling
Een e-mail met alarminformatie naar een of meer gebruikers verzenden wanneer een alarm wordt gedetecteerd.
Raadpleeg Hoofdstuk 11.2.8 E-mail configureren voor meer informatie over de e-mailconfiguratie.
Trigger alarm
Een alarmoutput triggeren wanneer een alarm wordt getriggerd.
1. Open de interface voor alarmoutputs.
Menu > Configuratie > Alarm > Alarmoutput
Selecteer een alarmoutput en stel de alarmnaam en duur van stilstaan in. Klik op de knop Schema om het
activeringsschema van een alarmoutput in te stellen.
Als Handmatig wissen is geselecteerd in de vervolgkeuzelijst voor Duur van stilstaan, kunt u het alarm
alleen stoppen door naar Menu > Handmatig > Alarm te gaan.
Figure 8. 16 Interface voor alarmoutputinstellingen
2. Stel het activeringsschema van de alarmoutput in.
Kies een dag van de week. Voor elke dag kunnen maximaal 8 tijdsperioden worden gekozen.
User Manual of Network Video Recorder
134
Tijdsperioden kunnen niet worden herhaald en mogen elkaar niet overlappen.
Figure 8. 17 Activeringsschema voor alarmoutput instellen
3. Herhaal de bovenstaande stappen om het activeringsschema voor andere dagen van een week in te stellen.
Gebruik de knop Kopiëren om een activeringsschema naar andere dagen te kopiëren.
Klik op de knop OK om de configuratie van de instellingen voor videomanipulatie voor het
alarmoutputnummer te voltooien.
4. U kunt de bovenstaande instellingen ook naar een ander kanaal kopiëren.
Figure 8. 18 Instellingen van alarmoutput kopiëren
User Manual of Network Video Recorder
135
8.7 Alarmoutputs handmatig triggeren of
wissen
Doel:
Sensoralarmen kunnen handmatig worden getriggerd of gewist. Als Handmatig wissen is geselecteerd in de
vervolgkeuzelijst voor Duur van stilstaan van een alarmoutput, kunt u het alarm alleen stoppen door op de knop
Wissen te klikken in de volgende interface.
Stappen:
Selecteer de alarmoutput die u wilt triggeren of wissen en voer de bijbehorende bewerkingen uit.
Menu > Handmatig > Alarm
Klik op de knop Triggeren/wissen als u een alarmoutput wilt triggeren of wissen.
Klik op de knop Alles triggeren als u alle alarmoutputs wilt triggeren.
Klik op de knop Alles wissen als u alle alarmoutputs wilt wissen.
Figure 8. 19 Alarmoutputs handmatig wissen of triggeren
User Manual of Network Video Recorder
136
Chapter 9 VCA-alarmen
User Manual of Network Video Recorder
137
De NVR biedt ondersteuning voor de volgende VCA-detectiealarmen die vanaf de IP-camera worden verzonden:
gezichtsherkenning, voertuigdetectie, detectie van lijnoverschrijding, indringerdetectie, detectie van betreden van
gebied, detectie van verlaten van gebied, detectie van rondhangen, detectie van verzamelde personen, detectie van
snelle bewegingen, parkeerdetectie, detectie van achtergelaten bagage, detectie van objectverwijdering, detectie
van uitzonderingen voor audioverlies, detectie van plotselinge wijzigingen in geluidsniveau en defocusdetectie.
VCA-detectie moet eerst worden ingeschakeld en geconfigureerd in de interface voor IP-camera-instellingen.
Alle VCA-detectie moet worden ondersteund door de aangesloten IP-camera.
Raadpleeg de gebruikershandleiding van de netwerkcamera voor gedetailleerde instructies voor alle
VCA-detectietypen.
9.1 Gezichtsherkenning
Stappen:
1. Open de interface voor instellingen voor gezichtsdetectie.
Menu > Camera > VCA
2. Schakel het selectievakje Gezichtsdetectie inschakelen in.
3. Klik op Opslaan om de instellingen op te slaan.
Figure 9. 1 Gezichtsherkenning
9.2 Gezichtsdetectie
Doel:
Met de functie voor gezichtsdetectie worden gezichten binnen de surveillancescène herkend, en kunnen bepaalde
acties worden ondernomen wanneer een alarm wordt getriggerd.
Stappen:
1. Open de interface voor VCA-instellingen.
Menu > Camera > VCA
2. Selecteer de camera waarvoor u VCA wilt configureren.
Schakel het selectievakje VCA-afbeelding opslaan in om de met VCA-detectie vastgelegde afbeeldingen op
te slaan.
User Manual of Network Video Recorder
138
Figure 9. 2 Gezichtsdetectie
3. Stel het VCA-detectietype in op Gezichtsdetectie.
4. Schakel het selectievakje Inschakelen in om deze functie in te schakelen.
5. Klik op om de interface voor instellingen voor gezichtsdetectie te openen. Configureer het
triggerkanaal, het activeringsschema en de koppelingsactie voor het alarm voor gezichtsdetectie. Raadpleeg
stap 3-5 van Hoofdstuk 8.1 Alarmen voor bewegingsdetectie instellen voor gedetailleerde instructies.
6. Klik op de knop Regelinstellingen om de regels voor gezichtsdetectie in te stellen. Klik op de schuifregelaar
en versleep deze om de detectiegevoeligheid in te stellen.
Gevoeligheid: Bereik [1-5]. Hoe hoger deze waarde is, hoe sneller gezichten worden gedetecteerd.
Figure 9. 3 Gevoeligheid van gezichtsdetectie instellen
7. Klik op Toepassen om de instellingen te activeren.
9.3 Voertuigdetectie
Doel:
Voertuigdetectie is beschikbaar voor monitoring van wegverkeer. In de modus voor voertuigdetectie kunnen
passerende voertuigen worden gedetecteerd en kan een afbeelding van de kentekenplaat worden vastgelegd. U
kunt een alarmsignaal laten verzenden om het surveillancecentrum te informeren en de vastgelegde afbeelding te
laten uploaden naar de FTP-server.
Stappen:
1. Open de interface voor VCA-instellingen.
User Manual of Network Video Recorder
139
Menu > Camera > VCA
2. Selecteer de camera waarvoor u VCA wilt configureren.
Schakel het selectievakje VCA-afbeelding opslaan in om de met VCA-detectie vastgelegde afbeeldingen op
te slaan.
3. Stel het VCA-detectietype in op Voertuigdetectie.
4. Schakel het selectievakje Inschakelen in om deze functie in te schakelen.
Figure 9. 4 Voertuigdetectie instellen
5. Klik op om het triggerkanaal, het activeringsschema en de koppelingsacties te configureren voor
Zwarte lijst, Witte lijst en Overig.
6. Klik op Regelinstellingen om de interface voor regelinstellingen te openen. Configureer de instellingen voor
de rijstrook, het uploaden van afbeeldingen en de inhoud van de overlay. U kunt maximaal 4 rijstroken
selecteren.
Figure 9. 5 Regelinstellingen
7. Klik op Opslaan om de instellingen op te slaan.
User Manual of Network Video Recorder
140
Raadpleeg de gebruikershandleiding van de netwerkcamera voor gedetailleerde instructies voor voertuigdetectie.
9.4 Detectie van lijnoverschrijding
Doel:
Deze functie kan worden gebruikt om personen, voertuigen en objecten te detecteren die een ingestelde virtuele
lijn overschrijden. De richting voor lijnoverschrijding kan in twee richtingen, van links naar rechts en van rechts
naar links worden ingesteld. Verder kunt u de duur van de alarmreacties instellen, zoals monitoring op volledig
scherm, een audiowaarschuwing, enzovoort.
Stappen:
1. Open de interface voor VCA-instellingen.
Menu > Camera > VCA
2. Selecteer de camera waarvoor u VCA wilt configureren.
Schakel het selectievakje VCA-afbeelding opslaan in om de met VCA-detectie vastgelegde afbeeldingen op
te slaan.
3. Stel het VCA-detectietype in op Detectie van lijnoverschrijding.
4. Schakel het selectievakje Inschakelen in om deze functie in te schakelen.
5. Klik op om het triggerkanaal, het activeringsschema en de koppelingsacties te configureren voor het
alarm voor detectie van lijnoverschrijding.
6. Klik op de knop Regelinstellingen om de regels voor detectie van lijnoverschrijding in te stellen.
1) Selecteer de richting: A<->B, A->B of A<-B.
A<->B: Alleen de pijl aan de B-kant wordt weergegeven. Wanneer een object de geconfigureerde lijn
overschrijdt in een van de twee richtingen, wordt dit gedetecteerd en worden alarmen getriggerd.
A->B: Alleen objecten die de geconfigureerde lijn vanaf de A-kant overschrijden richting de B-kant,
worden gedetecteerd.
B->A: Alleen objecten die de geconfigureerde lijn vanaf de B-kant overschrijden richting de A-kant,
worden gedetecteerd.
2) Klik op de schuifregelaar en versleep deze om de detectiegevoeligheid in te stellen.
Gevoeligheid: Bereik [1-100]. Hoe hoger deze waarde is, hoe sneller het detectiealarm wordt
getriggerd.
3) Klik op OK om de regelinstellingen op te slaan en terug te gaan naar de interface voor
detectie-instellingen voor lijnoverschrijding.
User Manual of Network Video Recorder
141
Figure 9. 6 Regels voor detectie van lijnoverschrijding instellen
7. Klik op en stel twee punten in het voorbeeldvenster in om een virtuele lijn te tekenen.
U kunt gebruiken om de bestaande virtuele lijn te wissen en deze opnieuw te tekenen.
U kunt maximaal 4 regels configureren.
Figure 9. 7 Lijn tekenen voor detectie van lijnoverschrijding
8. Klik op Toepassen om de instellingen te activeren.
User Manual of Network Video Recorder
142
9.5 Indringerdetectie
Doel:
Met de functie voor indringerdetectie worden personen, voertuigen of andere objecten gedetecteerd die vooraf
gedefinieerde virtuele gebieden binnengaan en hier blijven. Er kunnen verschillende acties worden ondernomen
wanneer een alarm wordt getriggerd.
Stappen:
1. Open de interface voor VCA-instellingen.
Menu > Camera > VCA
2. Selecteer de camera waarvoor u VCA wilt configureren.
Schakel het selectievakje VCA-afbeelding opslaan in om de met VCA-detectie vastgelegde afbeeldingen op
te slaan.
3. Stel het VCA-detectietype in op Indringerdetectie.
4. Schakel het selectievakje Inschakelen in om deze functie in te schakelen.
5. Klik op om het triggerkanaal, het activeringsschema en de koppelingsacties te configureren voor het
alarm voor detectie van lijnoverschrijding.
6. Klik op de knop Regelinstellingen om de regels voor indringerdetectie in te stellen. Stel de volgende
parameters in.
1) Drempel: Bereik [1-10 seconden]. De drempelwaarde voor de tijd dat een object in het gebied
rondhangt. Wanneer het object zich langer dan de ingestelde tijd in het gedefinieerde detectiegebied
bevindt, wordt het alarm getriggerd.
2) Klik op de schuifregelaar en versleep deze om de detectiegevoeligheid in te stellen.
Gevoeligheid: Bereik [1-100]. De gevoeligheidswaarde bepaalt de grootte van objecten waardoor het
alarm kan worden getriggerd. Hoe hoger deze waarde is, hoe sneller het detectiealarm wordt getriggerd.
3) Percentage: Bereik [1-100]. Het percentage bepaalt het gedeelte van het gebied dat het object moet
bedekken voordat het alarm wordt getriggerd. Als u het percentage bijvoorbeeld op 50% instelt, wordt
het alarm getriggerd wanneer het object het gebied binnengaat en de helft van het hele gebied bedekt.
Figure 9. 8 Regels voor indringerdetectie instellen
4) Klik op OK om de regelinstellingen op te slaan en terug te gaan naar de interface voor
detectie-instellingen voor lijnoverschrijding.
7. Klik op en teken een vierhoek in het voorbeeldvenster door vier zijden op te geven in het
detectiegebied. Klik op de rechtermuisknop om de tekening te voltooien. Er kan slechts één gebied worden
User Manual of Network Video Recorder
143
geconfigureerd.
U kunt gebruiken om de bestaande virtuele lijn te wissen en deze opnieuw te tekenen.
U kunt maximaal 4 regels configureren.
Figure 9. 9 Gebied voor indringerdetectie tekenen
8. Klik op Toepassen om de instellingen op te slaan.
User Manual of Network Video Recorder
144
9.6 Detectie van betreden van gebied
Doel:
Met de functie voor detectie van het betreden van gebieden worden personen, voertuigen of andere objecten
gedetecteerd die virtuele gebieden binnengaan en hier blijven. Er kunnen verschillende acties worden ondernomen
wanneer een alarm wordt getriggerd.
Stappen:
1. Open de interface voor VCA-instellingen.
Menu > Camera > VCA
2. Selecteer de camera waarvoor u VCA wilt configureren.
Schakel het selectievakje VCA-afbeelding opslaan in om de met VCA-detectie vastgelegde afbeeldingen op
te slaan.
3. Stel het VCA-detectietype in op Detectie van gebieden betreden.
4. Schakel het selectievakje Inschakelen in om deze functie in te schakelen.
5. Klik op om het triggerkanaal, het activeringsschema en de koppelingsacties te configureren voor het
alarm voor detectie van lijnoverschrijding.
6. Klik op de knop Regelinstellingen om de gevoeligheid van de detectie van het betreden van gebieden in te
stellen.
Gevoeligheid: Bereik [0-100]. Hoe hoger deze waarde is, hoe sneller het detectiealarm wordt getriggerd.
7. Klik op en teken een vierhoek in het voorbeeldvenster door vier zijden op te geven in het
detectiegebied. Klik op de rechtermuisknop om de tekening te voltooien. Er kan slechts één gebied worden
geconfigureerd.
U kunt gebruiken om de bestaande virtuele lijn te wissen en deze opnieuw te tekenen.
Figure 9. 10 Detectie van betreden van gebied instellen
User Manual of Network Video Recorder
145
U kunt maximaal 4 regels configureren.
8. Klik op Toepassen om de instellingen op te slaan.
9.7 Detectie van verlaten van gebied
Doel:
Met de functie voor detectie van het verlaten van gebieden worden personen, voertuigen of andere objecten
gedetecteerd die vooraf gedefinieerde virtuele gebieden verlaten. Er kunnen verschillende acties worden
ondernomen wanneer een alarm wordt getriggerd.
Raadpleeg Hoofdstuk 9.5 Detectie van betreden van gebied voor bedieningsstappen voor de configuratie van
detectie van het verlaten van gebieden.
U kunt maximaal 4 regels configureren.
9.8 Detectie van rondhangen
Doel:
Met de functie voor detectie van rondhangen worden personen, voertuigen of andere objecten gedetecteerd die een
bepaalde tijd in virtuele gebieden rondhangen. Er kunnen verschillende acties worden ondernomen wanneer een
alarm wordt getriggerd.
Raadpleeg Hoofdstuk 9.4 Indringerdetectie voor bedieningsstappen voor de configuratie van detectie van
rondhangen.
De drempelwaarde [1-10 seconden] in Regelinstellingen bepaalt de tijd dat een object in het gebied
rondhangt. Als u de waarde instelt op 5, wordt een alarm getriggerd wanneer een object 5 seconden
rondhangt in een gebied. Als u de waarde instelt op 0, wordt het alarm direct getriggerd nadat het object het
gebied is binnengegaan.
U kunt maximaal 4 regels configureren.
9.9 Detectie van verzamelde personen
Doel:
Het alarm voor detectie van verzamelde personen wordt getriggerd wanneer personen zich verzamelen in een
vooraf gedefinieerd virtueel gebied. Er kunnen verschillende acties worden ondernomen wanneer een alarm wordt
getriggerd.
Raadpleeg Hoofdstuk 9.4 Indringerdetectie voor bedieningsstappen voor de configuratie van detectie van
verzamelde personen.
Het percentage in Regelinstellingen bepaalt de hoeveelheid verzamelde personen in het gebied. Als het
percentage laag is, wordt normaal gesproken het alarm getriggerd wanneer enkele personen zich hebben
User Manual of Network Video Recorder
146
verzameld in het gedefinieerde detectiegebied.
U kunt maximaal 4 regels configureren.
9.10 Detectie van snelle beweging
Doel:
Het alarm voor detectie van snelle bewegingen wordt getriggerd wanneer personen, voertuigen of andere objecten
zich snel voortbewegen in een vooraf gedefinieerd virtueel gebied. Er kunnen verschillende acties worden
ondernomen wanneer een alarm wordt getriggerd.
Raadpleeg Hoofdstuk 9.4 Indringerdetectie voor bedieningsstappen voor de configuratie van detectie van
snelle bewegingen.
De gevoeligheid in Regelinstellingen bepaalt de verplaatsingssnelheid van het object waardoor het alarm kan
worden getriggerd. Hoe hoger deze waarde is, hoe sneller een zich voortbewegend object het alarm kan
triggeren.
U kunt maximaal 4 regels configureren.
9.11 Detectie van parkeren
Doel:
Met de functie voor parkeerdetectie kan illegaal parkeren worden gedetecteerd op locaties als snelwegen,
eenrichtingswegen, enzovoort. Er kunnen verschillende acties worden ondernomen wanneer een alarm wordt
getriggerd.
Raadpleeg Hoofdstuk 9.4 Indringerdetectie voor bedieningsstappen voor de configuratie van parkeerdetectie.
De drempelwaarde [5-20 seconden] in Regelinstellingen bepaalt de tijd dat een object in het gebied is
geparkeerd. Als u de waarde instelt op 10, wordt het alarm getriggerd nadat het voertuig 10 seconden in het
gebied is geparkeerd.
U kunt maximaal 4 regels configureren.
9.12 Detectie van bagage zonder toezicht
Doel:
Met de functie voor detectie van bagage zonder toezicht worden objecten gedetecteerd die zijn achtergelaten in het
vooraf gedefinieerd gebied, zoals bagage, tassen, gevaarlijke materialen, enzovoort. Er kunnen verschillende acties
worden ondernomen wanneer een alarm wordt getriggerd.
Raadpleeg Hoofdstuk 9.4 Indringerdetectie voor bedieningsstappen voor de configuratie van detectie van
bagage zonder toezicht.
User Manual of Network Video Recorder
147
De drempelwaarde [5-20 seconden] in Regelinstellingen bepaalt de tijd dat een object in het gebied wordt
achtergelaten. Als u de waarde instelt op 10, wordt het alarm getriggerd nadat het object 10 seconden in het
gebied is achtergelaten. De gevoeligheid bepaalt de hoe vergelijkbaar het object is met het achtergrondbeeld.
Als de gevoeligheid op een hoge waarde is ingesteld, kan het alarm normaal gesproken worden getriggerd
door uiterst kleine objecten die worden achtergelaten.
U kunt maximaal 4 regels configureren.
9.13 Detectie van objectverwijdering
Doel:
Met de functie voor detectie van objectverwijdering worden objecten gedetecteerd die worden verwijderd uit het
vooraf gedefinieerde gebied, zoals stukken op een tentoonstelling. Er kunnen verschillende acties worden
ondernomen wanneer een alarm wordt getriggerd.
Raadpleeg Hoofdstuk 9.4 Indringerdetectie voor bedieningsstappen voor de configuratie van detectie van
verwijderde objecten.
De drempelwaarde [5-20 seconden] in Regelinstellingen bepaalt de tijd dat een object uit het gebied wordt
verwijderd. Als u de waarde instelt op 10, wordt het alarm getriggerd nadat het object 10 seconden uit het
gebied is verdwenen. De gevoeligheid bepaalt de hoe vergelijkbaar het object is met het achtergrondbeeld.
Als de gevoeligheid op een hoge waarde is ingesteld, kan het alarm normaal gesproken worden getriggerd
door uiterst kleine objecten die worden verwijderd.
U kunt maximaal 4 regels configureren.
9.14 Detectie van audio-uitzonderingen
Doel:
Met de functie voor audio-uitzonderingen worden afwijkende geluiden in de surveillancescène gedetecteerd, zoals
plotselinge toename of afname van het geluidsniveau. Er kunnen verschillende acties worden ondernomen
wanneer een alarm wordt getriggerd.
Stappen:
1. Open de interface voor VCA-instellingen.
Menu > Camera > VCA
2. Selecteer de camera waarvoor u VCA wilt configureren.
Schakel het selectievakje VCA-afbeelding opslaan in om de met VCA-detectie vastgelegde afbeeldingen op
te slaan.
3. Stel het VCA-detectietype in op Detectie van audio-uitzonderingen.
4. Klik op om het triggerkanaal, het activeringsschema en de koppelingsacties te configureren voor het
alarm voor detectie van audio-uitzonderingen.
5. Klik op de knop Regelinstellingen om de regels voor audio-uitzonderingen in te stellen.
User Manual of Network Video Recorder
148
Figure 9. 11 Regels voor detectie van audio-uitzonderingen instellen
1) Schakel het selectievakje Uitzondering voor audio-input in om de functie voor detectie van
audioverlies in te schakelen.
2) Schakel het selectievakje Detectie van sterke toename van geluidsintensiteit in om sterke toename in
geluidsniveau voor de surveillancescène te detecteren. U kunt de detectiegevoeligheid en
drempelwaarde voor sterke toename van het geluidsniveau instellen.
Gevoeligheid: Bereik [1-100]. Hoe lager de waarde is, hoe groter de toename moet zijn om de detectie
te triggeren.
Drempel geluidsintensiteit: Bereik [1-100]. Hiermee wordt omgevingsgeluid gefilterd. Hoe meer
omgevingsgeluid er is, hoe hoger u de waarde moet instellen. U kunt de waarde aanpassen aan de
werkelijke situatie.
3) Schakel het selectievakje Detectie van sterke afname van geluidsintensiteit in om sterke afname in
geluidsniveau voor de surveillancescène te detecteren. U kunt de detectiegevoeligheid [1-100] voor
sterke afname van het geluidsniveau instellen.
6. Klik op Toepassen om de instellingen te activeren.
9.15 Detectie van plotselinge verandering in
scène
Doel:
Met de functie voor detectie van veranderingen in de scène worden veranderingen in de surveillanceomgeving als
gevolg van externe factoren gedetecteerd, zoals het opzettelijk omdraaien van de camera. Er kunnen verschillende
acties worden ondernomen wanneer een alarm wordt getriggerd.
Raadpleeg Hoofdstuk 9.2 Gezichtsdetectie voor bedieningsstappen voor de configuratie van detectie van
scèneveranderingen.
De gevoeligheid in Regelinstellingen heeft een bereik van 1-100. Hoe hoger de waarde is, hoe sneller een
verandering in de scène het alarm kan triggeren.
User Manual of Network Video Recorder
149
9.16 Defocusdetectie
Doel:
Beeldvervaging als gevolg van defocus van de lens kan worden gedetecteerd. Er kunnen verschillende acties
worden ondernomen wanneer een alarm wordt getriggerd.
Raadpleeg Hoofdstuk 9.2 Gezichtsdetectie voor bedieningsstappen voor de configuratie van defocusdetectie.
De gevoeligheid in Regelinstellingen heeft een bereik van 1-100. Hoe hoger de waarde is, hoe sneller
beeldvervaging het alarm kan triggeren.
9.17 PIR-alarm
Doel:
Een PIR-alarm (Passive Infrared) wordt getriggerd wanneer een indringer zich binnen het beeldveld van de
detector verplaatst. De warmte-energie van een persoon of ander warmbloedig dier, zoals een hond, kat, enzovoort,
kan worden gedetecteerd.
Stappen:
1. Open de interface voor VCA-instellingen.
Menu > Camera > VCA
2. Selecteer de camera waarvoor u VCA wilt configureren.
Schakel het selectievakje VCA-afbeelding opslaan in om de met VCA-detectie vastgelegde afbeeldingen op
te slaan.
3. Stel het VCA-detectietype in op PIR-alarm.
4. Klik op om het triggerkanaal, het activeringsschema en de koppelingsacties te configureren voor het
PIR-alarm.
5. Klik op de knop Regelinstellingen om de regels in te stellen. Raadpleeg Hoofdstuk 9.2 Gezichtsdetectie voor
instructies.
6. Klik op Toepassen om de instellingen te activeren.
User Manual of Network Video Recorder
150
Chapter 10 VCA-zoekopdracht
User Manual of Network Video Recorder
151
Wanneer VCA-detectie is geconfigureerd, biedt de NVR ondersteuning voor VCA-zoekopdrachten voor
gedragsanalyse, het vastleggen van gezichten, het tellen van personen en heatmapresultaten.
10.1 Gezicht zoeken
Doel:
Wanneer afbeeldingen van gedetecteerde gezichten zijn vastgelegd en opgeslagen op een HDD, kunt u de interface
Gezicht zoeken openen om de afbeeldingen te doorzoeken en videobestanden die zijn gerelateerd aan gezichten,
weergeven op basis van de opgegeven voorwaarden.
Voordat u begint:
Raadpleeg Hoofdstuk 9.2 Gezichtsdetectie voor de configuratie van gezichtsdetectie.
Stappen:
1. Open de interface Gezicht zoeken.
Menu > VCA-zoekopdracht > Gezicht zoeken
2. Selecteer de camera's voor de zoekopdracht voor gezichten.
Figure 10. 1 Gezicht zoeken
3. Geef de begin- en eindtijd op voor de zoekopdracht voor afbeeldingen of videobestanden van vastgelegde
gezichten.
4. Klik op Zoeken om de zoekopdracht te starten. De zoekresultaten voor afbeeldingen met gezichtsdetectie
worden in een lijst of overzicht weergegeven.
User Manual of Network Video Recorder
152
Figure 10. 2 Interface voor het zoeken van gezichten
5. Geef het videobestand weer dat is gerelateerd aan de afbeelding van het gezicht.
Dubbelklik op een afbeelding van een gezicht om het gerelateerde videobestand weer te geven in het
weergavevenster rechtsboven. U kunt ook een afbeeldingsitem selecteren en op klikken om het weer te
geven.
Verder kunt u op klikken om het afspelen te stoppen, of op / klikken om het volgende/vorige
bestand af te spelen.
6. Als u de vastgelegde afbeeldingen van gezichten wilt opslaan op een lokaal opslagapparaat, sluit u het
opslagapparaat aan op het apparaat en klikt u op Alles exporteren om de interface voor exporteren te
openen.
Klik op Exporteren om alle afbeeldingen van gezichten op te slaan op het opslagapparaat.
Raadpleeg Hoofdstuk 7 Back-up voor bedieningsinstructies voor het exporteren van bestanden.
Figure 10. 3 Bestanden exporteren
User Manual of Network Video Recorder
153
10.2 Gedrag zoeken
Doel:
Met de functie voor gedragsanalyse worden verschillende verdachte gedragstypen gedetecteerd op basis van
VCA-detectie. Verschillende koppelingsmethoden worden ingeschakeld als het alarm wordt getriggerd.
Stappen:
1. Open de interface Gedrag zoeken.
Menu > VCA-zoekopdracht > Gedrag zoeken
2. Selecteer de camera's voor de zoekopdracht voor gedragstypen.
3. Geef de begin- en eindtijd op voor de zoekopdracht voor overeenkomende afbeeldingen.
Figure 10. 4 Interface voor het zoeken van gedragstypen
4. Selecteer het VCA-detectietype in de vervolgkeuzelijst. De volgende opties zijn beschikbaar: detectie van
lijnoverschrijding, indringerdetectie, detectie van bagage zonder toezicht, detectie van objectverwijdering,
detectie van betreden van gebied, detectie van verlaten van gebied, detectie van rondhangen, detectie van
verzamelde personen en detectie van snelle beweging.
5. Klik op Zoeken om de zoekopdracht te starten. De zoekresultaten voor afbeeldingen worden in een lijst of
overzicht weergegeven.
User Manual of Network Video Recorder
154
Figure 10. 5 Zoekresultaten voor gedragstypen
6. Geef het videobestand weer dat is gerelateerd aan de afbeelding voor gedragsanalyse.
Dubbelklik op een afbeelding in de lijst om het gerelateerde videobestand weer te geven in het
weergavevenster rechtsboven. U kunt ook een afbeeldingsitem selecteren en op klikken om het weer te
geven.
Verder kunt u op klikken om het afspelen te stoppen, of op / klikken om het volgende/vorige
bestand af te spelen.
7. Als u de vastgelegde afbeeldingen wilt opslaan op een lokaal opslagapparaat, sluit u het opslagapparaat aan
op het apparaat en klikt u op Alles exporteren om de interface voor exporteren te openen.
Klik op Exporteren om alle afbeeldingen op te slaan op het opslagapparaat.
10.3 Plaat zoeken
Doel: U kunt overeenkomende vastgelegde afbeeldingen van kentekenplaten (en gerelateerde informatie) zoeken
en weergeven op basis van zoekvoorwaarden voor kentekenplaten, zoals begin- en eindtijd, land en
kentekennummer.
Stappen:
1. Open de interface voor het zoeken van kentekenplaten.
Menu > VCA-zoekopdracht > Plaat zoeken
2. Selecteer de camera's voor het zoeken van kentekenplaten.
3. Geef de begin- en eindtijd op voor de zoekopdracht voor overeenkomende kentekenplaten.
User Manual of Network Video Recorder
155
Figure 10. 6 Plaat zoeken
4. Selecteer het land in de vervolgkeuzelijst voor het zoeken van de locatie van de kentekenplaat.
5. Voer het plaatnummer in het zoekveld in.
7. Klik op Zoeken om de zoekopdracht te starten. De zoekresultaten voor afbeeldingen met gedetecteerde
kentekenplaten worden in een lijst of overzicht weergegeven.
Raadpleeg stap 7-8 van Sectie 10.1 Gezicht zoeken voor de bewerkingen in de zoekresultaten.
10.4 Personentelling
Doel:
De functie voor personentelling wordt gebruikt om het aantal personen te berekenen dat een vooraf gedefinieerd
gebied heeft betreden of verlaten. De gegevens zijn in dagelijkse/wekelijkse/maandelijkse/jaarlijkse rapporten
beschikbaar voor analyse.
Stappen:
1. Open de interface Personentelling.
Menu > VCA-zoekopdracht > Personentelling
2. Selecteer de camera voor personentellingen.
3. Selecteer het rapporttype: Dagelijks rapport, Wekelijks rapport, Maandelijks rapport of Jaarlijks rapport.
4. Stel de tijd voor statistieken in.
5. Klik op de knop Telling om het maken van statistieken voor personentellingen te starten.
User Manual of Network Video Recorder
156
Figure 10. 7 Interface voor personentelling
6. Klik op de knop Exporteren om het rapport met statistieken in Excel-indeling te exporteren.
10.5 Heatmap
Doel:
Een heatmap is een grafische weergave waarin gegevens worden vertegenwoordigd door kleuren. De
heatmapfunctie wordt meestal gebruikt om bezoektijden en duur van stilstaan te analyseren van klanten in een
geconfigureerd gebied.
De heatmapfunctie moet worden ondersteund door de aangesloten IP-camera. Verder moet de bijbehorende
configuratie zijn voltooid.
Stappen:
1. Open de interface Heatmap.
Menu > VCA-zoekopdracht > Heatmap
2. Selecteer de camera voor heatmapverwerking.
3. Selecteer het rapporttype: Dagelijks rapport, Wekelijks rapport, Maandelijks rapport of Jaarlijks rapport.
4. Stel de tijd voor statistieken in.
User Manual of Network Video Recorder
157
Figure 10. 8 Interface voor heatmaps
5. Klik op de knop Telling om de rapportgegevens te exporteren en het maken van heatmapstatistieken te
starten. De resultaten worden grafisch weergegeven met verschillende kleurmarkeringen.
Zoals weergegeven in de bovenstaande afbeelding, geven rood gekleurde blokken (255, 0 ,0) de meest bezochte
gebieden aan. Blauw gekleurde gebieden (0, 0 , 255) geven minder bezochte gebieden aan.
Klik op de knop Exporteren om het rapport met statistieken in Excel-indeling te exporteren.
User Manual of Network Video Recorder
158
Chapter 11 Netwerkinstellingen
User Manual of Network Video Recorder
159
11.1 Algemene instellingen configureren
Doel:
De netwerkinstellingen moeten correct worden geconfigureerd voordat u de NVR via het netwerk kunt bedienen.
Stappen:
1. Open de interface voor netwerkinstellingen.
Menu > Configuratie > Netwerk
2. Selecteer het tabblad Algemeen.
Figure 11. 1 Interface voor netwerkinstellingen
3. In de interface Algemene instellingen kunt u de volgende instellingen configureren: Werkmodus, NIC-type,
IPv4-adres, IPv4-gateway, MTU en DNS-server.
Het bereik voor geldige MTU-waarden is 500-9676.
Als de DHCP-server beschikbaar is, kunt u op het selectievakje DHCP klikken om automatisch een IP-adres
en andere netwerkinstellingen te verkrijgen vanaf deze server.
Twee automatisch aangepaste 10M/100M/1000M netwerkinterfaces voor de DS-9600NI-I8 en
DS-7700NI-I4. Er kunnen twee werkmodi worden geconfigureerd: meerdere adressen en
netwerkfouttolerantie. n automatisch aangepaste 10M/100M/1000M netwerkinterface voor de
DS-7600NI-I2 (/P) en DS-7700NI-I4/P.
Voor NVR's uit de 7600NI-I2/P- en DS-7700NI-I4/P-serie moet u het interne NIC-adres configureren,
zodat IP-adressen worden toegewezen aan de camera's die zijn aangesloten op de PoE-interfaces.
4. Nadat u de algemene instellingen hebt geconfigureerd, klikt u op de knop Toepassen om de instellingen op
te slaan.
Werkmodus
Er zijn twee 10M/100M/1000M-NIC-kaarten beschikbaar. Hiermee kunt u het apparaat gebruiken in de modi voor
meerdere adressen en netwerkfouttolerantie.
Modus voor meerdere adressen: De parameters van de twee NIC-kaarten kunnen onafhankelijk van elkaar
worden geconfigureerd. Selecteer LAN1 of LAN2 in het veld voor het NIC-type voor de parameterinstellingen.
U kunt een NIC-kaart selecteren als standaardroute. Als het systeem dan verbinding maakt met het extranet,
User Manual of Network Video Recorder
160
worden de gegevens doorgestuurd via de standaardroute.
Modus voor netwerkfouttolerantie: De twee NIC-kaarten gebruiken hetzelfde IP-adres, en u kunt LAN1 of
LAN2 instellen als hoofd-NIC. Als u dit doet, wordt in het geval van fouten voor de ene NIC-kaart, de andere
NIC-kaart in stand-bymodus automatisch ingeschakeld om normale werking van het hele systeem te garanderen.
Figure 11. 2 Werkmodus voor netwerkfouttolerantie
User Manual of Network Video Recorder
161
11.2 Geavanceerde instellingen configureren
11.2.1 PPPoE-instellingen configureren
Doel:
U kunt ook PPPoE (Point-to-Point Protocol over Ethernet) instellen op de NVR.
Stappen:
1. Open de interface voor netwerkinstellingen.
Menu > Configuratie > Netwerk
2. Selecteer het tabblad PPPoE om de interface met PPPoE-instellingen te openen, zoals weergegeven in
Figure 11. 3.
Figure 11. 3 Interface voor PPPoE-instellingen
3. Schakel het selectievakje PPPoE in om deze functie in te schakelen.
4. Voer de gebruikersnaam en het wachtwoord voor PPPoE-toegang in.
De gebruikersnaam en het wachtwoord moeten door uw ISP worden toegewezen.
5. Klik op de knop Toepassen om de instellingen op te slaan en de interface te verlaten.
6. Nadat de instellingen zijn geconfigureerd, wordt u gevraagd het apparaat opnieuw te starten om de nieuwe
instellingen door te voeren. Er wordt automatisch een PPPoE-inbelverbinding tot stand gebracht na het
opnieuw starten.
Ga naar Menu > Onderhoud > Systeeminformatie > Netwerk om de status van de PPPoE-verbinding weer te
geven. Raadpleeg Hoofdstuk Systeeminformatie weergeven voor informatie over de PPPoE-status.
11.2.2 EZVIZ Cloud P2P configureren
Doel:
EZVIZ Cloud P2P wordt geleverd met een app voor mobiele telefoons en een serviceplatformpagina waarmee u de
aangesloten NVR kunt openen en beheren. Zo hebt u op afstand eenvoudig toegang tot het surveillancesysteem.
Stappen:
1. Open de interface voor netwerkinstellingen.
Menu > Configuratie > Netwerk
2. Selecteer het tabblad Platformtoegang om de interface met EZVIZ Cloud P2P-instellingen te openen.
3. Schakel het selectievakje Inschakelen in om deze functie te activeren.
4. Indien nodig schakelt u het selectievakje Aangepast in en voert u het serveradres in.
5. Schakel het selectievakje Streamversleuteling inschakelen in als u deze functie wilt activeren.
6. Voer de verificatiecode van het apparaat in.
User Manual of Network Video Recorder
162
De verificatiecode bestaat uit 6 hoofdletters en is te vinden op de onderzijde van de DVR. U kunt ook de
scantool op uw telefoon gebruiken om de code snel op te halen door de onderstaande QR-code te scannen.
Figure 11. 4 Interface voor EZVIZ Cloud P2P-instellingen
7. Klik op de knop Toepassen om de instellingen op te slaan en de interface te verlaten.
Na de configuratie kunt u de NVR openen en beheren via een mobiele telefoon waarop de EZVIZ Cloud
P2P-app is geïnstalleerd, of via de EZVIZ-website (www.ezviz7.com).
Raadpleeg het Help-bestand op de officiële website van EZVIZ (www.ezviz7.com) voor meer
bedieningsinstructies.
11.2.3 DDNS configureren
Doel:
Als uw NVR is ingesteld om PPPoE als standaardnetwerkverbinding te gebruiken, kunt u DDNS (Dynamic DNS)
gebruiken voor netwerktoegang.
Registratie bij uw ISP is vereist voordat u het systeem kunt configureren voor gebruik van DDNS.
Stappen:
8. Open de interface voor netwerkinstellingen.
Menu > Configuratie > Netwerk
9. Selecteer het tabblad DDNS om de interface voor DDNS-instellingen te openen.
10. Schakel het selectievakje DDNS in om deze functie in te schakelen.
11. Selecteer DDNS-type. U kunt kiezen uit vijf DDNS-typen: IPServer, DynDNS, PeanutHull, NO-IP en
HiDDNS.
IPServer: Voer het serveradres in voor IPServer.
User Manual of Network Video Recorder
163
Figure 11. 5 Interface voor IPServer-instellingen
DynDNS:
1) Voer het serveradres in voor DynDNS (bijvoorbeeld members.dyndns.org).
2) Voer in het tekstveld Apparaatdomeinnaam de domeinnaam in die u hebt verkregen op de
DynDNS-website.
3) Voer de gebruikersnaam en het wachtwoord in die u hebt geregistreerd op de DynDNS-website.
Figure 11. 6 Interface voor DynDNS-serverinstellingen
PeanutHull: Voer de gebruikersnaam en het wachtwoord in die u hebt verkregen van de
PeanutHull-website.
Figure 11. 7 Interface voor PeanutHull-instellingen
NO-IP:
Voer de accountinformatie in de toepasselijke velden in. Raadpleeg de instellingen voor DynDNS.
1) Voer het serveradres in voor NO-IP.
2) Voer in het tekstveld Apparaatdomeinnaam de domeinnaam in die u hebt verkregen op de
NO-IP-website (www.no-ip.com).
3) Voer de gebruikersnaam en het wachtwoord in die u hebt geregistreerd op de NO-IP-website.
User Manual of Network Video Recorder
164
Figure 11. 8 Interface voor NO-IP-instellingen
HiDDNS:
1) Het serveradres van de HiDDNS-server wordt standaard weergegeven: www.hik-online.com.
2) Selecteer uw land/regio in de vervolgkeuzelijst.
3) Voer de apparaatdomeinnaam in. U kunt de alias die u hebt geregistreerd op de HiDDNS-server
invullen of een nieuwe apparaatdomeinnaam opgeven. Als een nieuwe alias van de
apparaatdomeinnaam in de NVR is gedefinieerd, vervangt deze de oude die op de server is
geregistreerd. U kunt de alias van de apparaatdomeinnaam op de HiDDNS-server eerst invullen en
vervolgens de alias invoeren in de apparaatdomeinnaam voor de NVR. U kunt de domeinnaam
ook rechtstreeks invoeren op de NVR om een nieuwe domeinnaam te maken.
Figure 11. 9 Interface voor HiDDNS-instellingen
Registreer het apparaat op de HiDDNS-server.
1) Ga naar de HiDDNS-website: www.hik-online.com.
Figure 11. 10 Aanmeldingsinterface
User Manual of Network Video Recorder
165
2) Klik op om een account te registreren als u er nog geen hebt, en gebruik het account
om u aan te melden.
Figure 11. 11 Een account registreren
3) Klik in de interface voor apparaatbeheer op om het apparaat te registreren.
Figure 11. 12 Het apparaat registreren
4) Voer het serienummer van het apparaat, het apparaatdomein (de apparaatnaam) en de
HTTP-poort in. Klik vervolgens op OK om het apparaat toe te voegen.
Toegang krijgen tot het apparaat via een webbrowser of de clientsoftware
Nadat u het apparaat hebt geregistreerd op de HiDDNS-server, kunt u met het apparaatdomein (de
apparaatnaam) toegang krijgen tot het apparaat via een webbrowser of de clientsoftware.
OPTIE 1: Toegang krijgen tot het apparaat via een webbrowser
Open een webbrowser en voer http://www.hik-online.com/alias op de adresbalk in. De alias
verwijst naar het apparaatdomein voor het apparaat of de apparaatnaam op de HiDDNS-server.
Voorbeeld: http://www.hik-online.com/nvr
User Manual of Network Video Recorder
166
Als u de HTTP-poort op uw router hebt toegewezen en hebt gewijzigd naar een poortnummer met
uitzondering van 80, moet u http://www.hik-online.com/alias:HTTP-poort op de adresbalk
invoeren om toegang te krijgen tot het apparaat. Raadpleeg Hoofdstuk 9.2.11 voor meer informatie
over het toegewezen HTTP-poortnummer.
OPTIE 2: Toegang krijgen tot apparaten via iVMS4200
Selecteer voor iVMS-4200 in het venster Apparaat toevoegen de optie , en bewerk de
apparaatinformatie.
Bijnaam: Bewerk de naam van het apparaat, indien gewenst.
Serveradres: www.hik-online.com
Apparaatdomeinnaam: Dit verwijst naar de apparaatdomeinnaam voor het apparaat of de
apparaatnaam op de HiDDNS-server die u hebt gemaakt.
Gebruikersnaam: Voer de gebruikersnaam van het apparaat in.
Wachtwoord: Voer het wachtwoord van het apparaat in.
Figure 11. 13 Toegang krijgen tot apparaten via iVMS4200
12. Klik op de knop Toepassen om de instellingen op te slaan en de interface te verlaten.
11.2.4 NTP-server configureren
Doel:
U kunt een NTP-server (Network Time Protocol) configureren op de NVR om zeker te zijn van de juistheid van de
systeemdatum en -tijd.
Stappen:
1. Open de interface voor netwerkinstellingen.
Menu > Configuratie > Netwerk
2. Selecteer het tabblad NTP om de interface met NTP-instellingen te openen, zoals weergegeven in Figure 11.
14.
Figure 11. 14 Interface voor NTP-instellingen
User Manual of Network Video Recorder
167
3. Schakel het selectievakje NTP inschakelen in om deze functie in te schakelen.
4. Configureer de volgende NTP-instellingen:
Interval: Het tijdsinterval tussen twee synchronisatieacties van de NTP-server. De waarde wordt
uitgedrukt in minuten.
NTP-server: Het IP-adres van de NTP-server.
NTP-poort: De poort van de NTP-server.
5. Klik op de knop Toepassen om de instellingen op te slaan en de interface te verlaten.
Het interval voor tijdsynchronisatie kan worden ingesteld op een waarde van 1-10080 minuten. De
standaardwaarde is 60 minuten. Als de NVR is verbonden met een openbaar netwerk, moet u een
NTP-server met een functie voor tijdsynchronisatie gebruiken, zoals de server van het National Time
Center (IP-adres: 210.72.145.44). Als de NVR is ingesteld in een verder aangepast netwerk, kan
NTP-software worden gebruikt om verbinding te maken met een NTP-server voor tijdsynchronisatie.
11.2.5 SNMP configureren
Doel:
U kunt het SNMP-protocol gebruiken om de apparaatstatus en aan parameters gerelateerde informatie op te halen.
Stappen:
1. Open de interface voor netwerkinstellingen.
Menu > Configuratie > Netwerk
2. Selecteer het tabblad SNMP om de interface met SNMP-instellingen te openen, zoals weergegeven in Figure
11. 15.
Figure 11. 15 Interface voor SNMP-instellingen
3. Schakel het selectievakje SNMP in om deze functie in te schakelen.
4. Configureer de volgende SNMP-instellingen:
Trap-adres: Het IP-adres van de SNMP-host.
Trap-poort: De poort van de SNMP-host.
5. Klik op de knop Toepassen om de instellingen op te slaan en de interface te verlaten.
Voordat u SNMP instelt, moet u de SNMP-software downloaden en instellen om de apparaatinformatie te
ontvangen via de SNMP-poort. Door het trap-adres in te stellen, kunnen vanaf de NVR
alarmgebeurtenissen en uitzonderingsberichten naar het surveillancecentrum worden verzonden.
User Manual of Network Video Recorder
168
11.2.6 Meer instellingen configureren
Stappen:
1. Open de interface voor netwerkinstellingen.
Menu > Configuratie > Netwerk
2. Selecteer het tabblad Meer instellingen om de interface Meer instellingen te openen.
Figure 11. 16 Interface Meer instellingen
3. Configureer de volgende opties: externe alarmhost, serverpoort, HTTP-poort, multicast en RTSP-poort.
IP/poort van alarmhost: Wanneer u een externe alarmhost hebt geconfigureerd, worden
alarmgebeurtenissen en uitzonderingsberichten naar de host verzonden wanneer een alarm wordt
getriggerd. De CMS-software (Client Management System) moet op de externe alarmhost zijn
geïnstalleerd.
Het IP-adres van de alarmhost verwijst naar het IP-adres van de externe pc waarop de CMS-software
(Client Management System) (bijvoorbeeld iVMS-4200) is geïnstalleerd, en de poort voor de
alarmhost moet overeenkomen met de poort voor alarmmonitoring die in de software is
geconfigureerd (de standaardpoort is 7200).
Multicast-IP: Multicast kan zo worden geconfigureerd dat er via het netwerk livebeeld wordt
weergegeven vanaf meer dan het maximale aantal camera's. Een multicastadres bevindt zich in het
klasse D IP-bereik van 224.0.0.0-239.255.255.255. U wordt aanbevolen het IP-adresbereik van
239.252.0.0-239.255.255.255 te gebruiken.
Wanneer u een apparaat toevoegt aan de CMS-software (Client Management System), moet het
multicastadres overeenkomen met het multicast-IP-adres van het apparaat.
RTSP-poort: RTSP (Real Time Streaming Protocol) is een netwerkprotocol dat is ontworpen voor
entertainment- en communicatiesystemen. Het protocol wordt gebruikt voor beheer van streaming
media-servers.
Voer de RTSP-poort in het tekstveld RTSP-poort in. De standaardpoort voor RTSP is 554, maar u kunt
deze naar wens aanpassen.
Serverpoort en HTTP-poort: Voer de serverpoort en HTTP-poort in de tekstvelden in. De
standaardserverpoort is 8000 en de standaard-HTTP-poort is 80. U kunt deze echter naar wens
aanpassen.
De serverpoort moet worden ingesteld binnen het bereik 2000-65535. De poort wordt gebruikt voor
toegang vanuit externe clientsoftware. De HTTP-poort wordt gebruikt voor IE-toegang op afstand.
Figure 11. 17 Meer instellingen configureren
User Manual of Network Video Recorder
169
4. Klik op de knop Toepassen om de instellingen op te slaan en de interface te verlaten.
11.2.7 HTTPS-poort configureren
Doel:
HTTPS wordt gebruikt voor verificatie van websites en gerelateerde webservers waarmee wordt gecommuniceerd.
Dit zorgt voor bescherming tegen man-in-the-middle-aanvallen. Voer de volgende stappen uit om het
HTTPS-poortnummer in te stellen.
Voorbeeld:
Als u het poortnummer instelt op 443 en het IP-adres 192.0.0.64 is, kunt u toegang krijgen tot het apparaat door
https://192.0.0.64:443 in te voeren in een webbrowser.
De HTTPS-poort kan alleen worden geconfigureerd via een webbrowser.
Stappen:
1. Open een webbrowser en voer het IP-adres van het apparaat in. Op de webserver wordt automatisch een taal
geselecteerd op basis van de systeemtaal. De webbrowser wordt gemaximaliseerd.
2. Voer de gebruikersnaam en het wachtwoord correct in en klik op Aanmelden om u aan te melden bij het
apparaat.
3. Open de interface voor HTTPS-instellingen.
Configuratie > Configuratie op afstand > Netwerkinstellingen > HTTPS
4. Maak het zelfondertekende certificaat of geautoriseerde certificaat.
Figure 11. 18 HTTPS-instellingen
OPTIE 1: Maak het zelfondertekende certificaat
1) Klik op de knop Maken om het volgende dialoogvenster te openen.
User Manual of Network Video Recorder
170
Figure 11. 19 Het zelfondertekende certificaat maken
2) Voer het land, de hostnaam, het IP-adres, de geldigheid en andere informatie in.
3) Klik op OK om de instellingen op te slaan.
OPTIE 2: Maak het geautoriseerde certificaat
1) Klik op de knop Maken om het certificaatverzoek te maken.
2) Download het certificaatverzoek en stuur het naar de vertrouwde certificaatautoriteit om het te laten
ondertekenen.
3) Nadat het het geldige ondertekende certificaat hebt ontvangen, importeert u het certificaat naar het
apparaat.
5. De certificaatinformatie is beschikbaar nadat u het certificaat hebt gemaakt en geïnstalleerd.
Figure 11. 20 Eigenschappen van geïnstalleerd certificaat
6. Schakel het selectievakje in om de HTTP-functie in te schakelen.
7. Klik op de knop Opslaan om de instellingen op te slaan.
11.2.8 E-mail configureren
Doel:
Het systeem kan zo worden geconfigureerd dat er een e-mailmelding wordt verzonden naar alle toegewezen
gebruikers wanneer een alarmgebeurtenis wordt gedetecteerd, zoals een alarm- of bewegingsgebeurtenis, of
wanneer het admin-wachtwoord wordt gewijzigd.
Voordat u de e-mailinstellingen configureert, moet de NVR worden verbonden met een LAN (Local Area
Network) waarop een SMTP-mailserver wordt onderhouden. Het netwerk moet ook zijn verbonden met een
intranet of met internet, afhankelijk van de configuratie van de e-mailaccounts waarheen u de meldingen wilt
verzenden.
Stappen:
1. Open de interface voor netwerkinstellingen.
Menu > Configuratie > Netwerk
2. Stel in het menu Netwerkinstellingen het IPv4-adres, het IPv4-subnetmasker, de IPv4-gateway en de
voorkeurs-DNS-server in, zoals weergegeven in Figure 11. 21.
User Manual of Network Video Recorder
171
Figure 11. 21 Interface voor netwerkinstellingen
3. Klik op Toepassen om de instellingen op te slaan.
4. Selecteer het tabblad E-mail om de interface met e-mailinstellingen te openen.
Figure 11. 22 Interface voor e-mailinstellingen
5. Configureer de volgende e-mailinstellingen:
Serververificatie inschakelen (optioneel): Schakel het selectievakje in om de functie voor serververificatie
in te schakelen.
Gebruikersnaam: De gebruikersnaam van het account van de afzender die op de SNMP-server is
geregistreerd.
Wachtwoord: Het wachtwoord van het account van de afzender dat op de SNMP-server is geregistreerd.
SMTP-server: Het IP-adres of de hostnaam van de SMTP-server (bijvoorbeeld smtp.263xmail.com).
SMTP-poort: De SMTP-poort. De standaard-TCP/IP-poort voor SMTP is 25.
Zet SSL aan (optioneel): Schakel het selectievakje in om SSL in te schakelen, indien dit vereist is voor de
SMTP-server.
Afzender: De naam van de afzender.
Adres afzender: Het e-mailadres van de afzender.
Ontvangers selecteren: Selecteer de ontvanger. U kunt maximaal 3 ontvangers configureren.
Ontvanger: De naam van de gebruiker die een melding moet ontvangen.
User Manual of Network Video Recorder
172
Adres ontvanger: Het e-mailadres van de gebruiker die een melding moet ontvangen.
Bijgevoegde beelden inschakelen: Schakel het selectievakje Bijgevoegde beelden inschakelen in als u
e-mail wilt verzenden met een bijgevoegde alarmafbeelding. Het interval is de tijd tussen twee elkaar
opvolgende alarmafbeeldingen. U kunt hier ook de SMTP-poort instellen en SSL inschakelen.
Interval: Het interval heeft betrekking op de tijd tussen twee acties waarbij bijgevoegde beelden worden
verzonden.
6. Klik op de knop Toepassen om de e-mailinstellingen op te slaan.
7. Klik op de knop Testen om te testen of uw e-mailinstellingen werken. Het bijbehorende
waarschuwingsbericht wordt weergegeven. Raadpleeg Figure 11. 23.
Figure 11. 23 Melding bij het testen van e-mail
11.2.9 NAT configureren
Doel:
Er zijn twee manieren om poorttoewijzing te gebruiken om toegang op afstand mogelijk te maken via
segmentoverschrijdende netwerken: UPNP™ en handmatige toewijzing.
UPnP
TM
Met UPnP™ (Universal Plug and Play) kan de aanwezigheid van andere netwerkapparaten naadloos worden
vastgesteld op het apparaat. Vervolgens kunnen er functionele netwerkservices tot stand worden gebracht voor het
delen van gegevens, communicatie, enzovoort. Gebruik de UPnP™-functie om het apparaat snel te verbinden met
het WAN via een router zonder poorttoewijzing.
Voordat u begint:
Als u de UPnP™-functie van het apparaat wilt inschakelen, moet u de UPnP™-functie inschakelen voor de router
waarmee het apparaat is verbonden. Wanneer de netwerkmodus van het apparaat is ingesteld voor meerdere
adressen, moet de standaardroute van het apparaat zich in hetzelfde netwerksegment bevinden als het
LAN-IP-adres van de router.
Stappen:
1. Open de interface voor netwerkinstellingen.
Menu > Configuratie > Netwerk
2. Selecteer het tabblad NAT om de interface voor poorttoewijzing te openen.
Figure 11. 24 Interface voor UPnP™-instellingen
User Manual of Network Video Recorder
173
3. Schakel het selectievakje in om UPnP™ in te schakelen.
4. Stel het toewijzingstype in de vervolgkeuzelijst in op Handmatig of Auto.
OPTIE 1: Automatisch
Als u Auto selecteert, hebben de poorttoewijzingsitems het kenmerk Alleen-lezen. De externe poorten
worden automatisch ingesteld via de router.
Stappen:
1) Selecteer Auto in de vervolgkeuzelijst voor het toewijzingstype.
2) Klik op de knop Toepassen om de instellingen op te slaan.
3) Klik op de knop Vernieuwen om de meest recente status van de poorttoewijzing op te halen.
Figure 11. 25 Instellen van UPnP™ voltooid - Auto
OPTIE 2: Handmatig
Als u Handmatig selecteert als toewijzingstype, kunt u de externe poort naar wens aanpassen door op te
klikken om het dialoogvenster met instellingen voor de externe poort te activeren.
Stappen:
1) Selecteer Handmatig in de vervolgkeuzelijst voor het toewijzingstype.
2) Klik op om het dialoogvenster met instellingen voor de externe poort te activeren. Configureer
het externe poortnummer voor de serverpoort, HTTP-poort, RTSP-poort en HTTPS-poort.
U kunt het standaardpoortnummer gebruiken of dit aanpassen aan uw voorkeuren.
In Externe poort wordt het poortnummer voor poorttoewijzing in de router aangegeven.
De waarde van het RTSP-poortnummer moet 554 zijn of tussen 1024 en 65535 liggen. De
waarde van de andere poorten moet tussen 1 en 65535 liggen. Daarnaast moeten de waarden van
elkaar verschillen. Als meerdere apparaten met UPnP-instellingen onder dezelfde router zijn
geconfigureerd, moet de waarde voor het poortnummer voor elk apparaat uniek zijn.
Figure 11. 26 Dialoogvenster voor instellingen voor externe poorten
3) Klik op de knop Toepassen om de instellingen op te slaan.
User Manual of Network Video Recorder
174
4) Klik op de knop Vernieuwen om de meest recente status van de poorttoewijzing op te halen.
Figure 11. 27 Instellen van UPnP™ voltooid - Handmatig
Handmatige toewijzing
Als uw router geen ondersteuning biedt voor de UPnP
TM
-functie, voert u de volgende stappen uit om de poort
eenvoudig handmatig toe te wijzen.
Voordat u begint:
Controleer of de router ondersteuning biedt voor configuratie van interne en externe poorten in de
toewijzingsinterface.
Stappen:
1. Open de interface voor netwerkinstellingen.
Menu > Configuratie > Netwerk
2. Selecteer het tabblad NAT om de interface voor poorttoewijzing te openen.
3. Laat het selectievakje 'UPnP inschakelen' uitgeschakeld.
4. Klik op om het dialoogvenster met instellingen voor de externe poort te activeren. Configureer het
externe poortnummer voor de serverpoort, HTTP-poort, RTSP-poort en HTTPS-poort.
De waarde van het RTSP-poortnummer moet 554 zijn of tussen 1024 en 65535 liggen. De waarde van de andere
poorten moet tussen 1 en 65535 liggen. Daarnaast moeten de waarden van elkaar verschillen. Als meerdere
apparaten met UPnP-instellingen onder dezelfde router zijn geconfigureerd, moet de waarde voor het
poortnummer voor elk apparaat uniek zijn.
Figure 11. 28 Dialoogvenster voor instellingen voor externe poorten
5. Klik op OK om de instellingen voor de huidige poort op te slaan en terug te gaan naar het bovenste menu.
6. Klik op de knop Toepassen om de instellingen op te slaan.
7. Open de pagina met instellingen voor de virtuele server van de router. Voer voor de interne en externe
bronpoort de juiste waarde in, en stel andere vereiste waarden in.
User Manual of Network Video Recorder
175
Alle onderdelen moet overeenkomen met de poorten op het apparaat, inclusief de serverpoort, HTTP-poort,
RTSP-poort en HTTPS-poort.
Figure 11. 29 Onderdelen voor virtuele server instellen
De bovenstaande interface voor instellingen voor de virtuele server is alleen ter referentie bedoeld, en kan
verschillen voor andere routerfabrikanten. Neem contact op met de routerfabrikant als u problemen ondervindt bij
het instellen van de virtuele server.
11.2.10 Downloads met hoge snelheid configureren
Doel:
Schakel de functie voor downloads met hoge snelheid in om de uitgaande bandbreedte van het apparaat te
vergroten. Zo kunt u het downloaden van opnamebestanden via een webbrowser of CMS-software versnellen.
Als u de functie voor downloads met hoge snelheid inschakelt, wordt de uitgaande bandbreedte van het apparaat
met 40 Mbps verhoogd. Dit is van invloed op lokale menubediening. U wordt aanbevolen deze functie uit te
schakelen nadat u de opnamebestanden op afstand hebt gedownload.
Stappen:
1. Open de interface voor netwerkinstellingen.
Menu > Configuratie > Netwerk
2. Selecteer het tabblad Meer instellingen om de interface Meer instellingen te openen.
3. Schakel het selectievakje Downloads met hoge snelheid inschakelen in. Klik op de knop OK in het
pop-upbericht om de instellingen te bevestigen.
Figure 11. 30 Menu voor instellingen voor downloads met hoge snelheid
Figure 11. 31 Berichtvak voor downloads met hoge snelheid
4. Klik op de knop Toepassen om op te slaan en de interface te verlaten.
User Manual of Network Video Recorder
176
11.2.11 Virtuele host configureren
Doel:
Nadat u deze functie hebt ingeschakeld, kunt u rechtstreekse toegang krijgen tot de interface voor
IP-camerabeheer.
De functie voor virtuele hosts kan alleen worden geconfigureerd via een webbrowser.
Stappen:
1. Open de interface voor geavanceerde instellingen, zoals weergegeven in Figure 11. 32.
Configuratie > Netwerk > Geavanceerde instellingen > Overigen
Figure 11. 32 Interface voor geavanceerde instellingen
2. Schakel het selectievakje Virtuele host inschakelen in.
3. Klik op de knop Opslaan om de instellingen op te slaan.
4. Open de interface voor IP-camerabeheer van de NVR. De kolom Verbinden wordt uiterst rechts in de
cameralijst weergegeven, zoals weergegeven in Figure 11. 33.
Configuratie > Op afstand configureren > Camerabeheer > IP-camera
Figure 11. 33 Verbinding met IP-camera maken
5. Klik op de koppeling. De pagina voor IP-camerabeheer wordt weergegeven.
11.3 Netwerkverkeer controleren
Doel:
U kunt het netwerkverkeer controleren om real-time informatie voor de NVR te verkrijgen, bijvoorbeeld over de
verbindingsstatus, MTU, de verzend- en ontvangstsnelheid, enzovoort.
Stappen:
1. Open de interface voor netwerkverkeer.
User Manual of Network Video Recorder
177
Menu > Onderhoud > Netwerkdetectie
Figure 11. 34 Interface voor netwerkverkeer
2. U kunt informatie over de verzend- en ontvangstsnelheid bekijken in de interface. De verkeersgegevens
worden elke seconde vernieuwd.
User Manual of Network Video Recorder
178
11.4 Netwerkdetectie configureren
Doel:
U kunt de netwerkverbindingsstatus voor de NVR ophalen via de netwerkdetectiefunctie, met informatie over
onder anderen de netwerkvertraging, packet loss, enzovoort.
11.4.1 Netwerkvertraging en packet loss testen
Stappen:
1. Open de interface voor netwerkverkeer.
Menu > Onderhoud > Netwerkdetectie
2. Klik op het tabblad Netwerkdetectie om het menu Netwerkdetectie te openen, zoals weergegeven in Figure
11. 35.
Figure 11. 35 Interface voor netwerkdetectie
3. Voer het doeladres in het tekstveld Doeladres in.
4. Klik op de knop Testen om het testen van de netwerkvertraging en packet loss te starten. De testresultaten
worden weergegeven in het venster. Als de test mislukt, wordt er een foutberichtvak weergegeven.
Raadpleeg Figure 11. 36.
Figure 11. 36 Testresultaten voor netwerkvertraging en packet loss
11.4.2 Netwerkpakket exporteren
Doel:
Door de NVR te verbinden met het netwerk, kan het vastgelegde netwerkgegevenspakket worden geëxporteerd
naar een USB-flashstation, SATA/eSATA-brander, dvd-brander en andere lokale back-upapparaten.
Stappen:
1. Open de interface voor netwerkverkeer.
Menu > Onderhoud > Netwerkdetectie
2. Klik op het tabblad Netwerkdetectie om de interface Netwerkdetectie te openen.
3. Selecteer het back-upapparaat in de vervolgkeuzelijst Apparaatnaam, zoals weergegeven in Figure 11. 37.
User Manual of Network Video Recorder
179
Klik op de knop Vernieuwen als het aangesloten lokale back-upapparaat niet wordt weergegeven. Wanneer het
back-upapparaat niet wordt gedetecteerd, controleert u of het compatibel is met de NVR. U kunt het
back-upapparaat formatteren als de indeling onjuist is.
Figure 11. 37 Netwerkpakket exporteren
4. Klik op de knop Exporteren om het exporteren te starten.
5. Nadat het exporteren is voltooid, klikt u op OK om het exporteren van het pakket te voltooien, zoals
weergegeven in Figure 11. 38.
Figure 11. 38 Melding voor exporteren van pakket
U kunt elke keer maximaal 1 MB aan gegevens exporteren.
11.4.3 Netwerkstatus controleren
Doel:
U kunt in deze interface de netwerkstatus controleren en snel netwerkparameters instellen.
Stappen:
Klik op de knop Status recht onder aan de pagina.
User Manual of Network Video Recorder
180
Figure 11. 39 Controle van netwerkstatus
Als het netwerk normaal functioneert, wordt het volgende berichtvak weergegeven.
Figure 11. 40 Resultaat voor controle van netwerkstatus
Als er andere informatie dan de bovenstaande wordt weergegeven in het berichtvak, kunt u op de knop
Netwerk klikken om de interface voor snelle instelling van de netwerkparameters weer te geven.
11.4.4 Netwerkstatistieken controleren
Doel:
U kunt de netwerkstatus controleren om real-time informatie voor de NVR te verkrijgen.
Stappen:
1. Open de interface voor netwerkdetectie.
Menu > Onderhoud > Netwerkdetectie
2. Kies het tabblad Netwerkstatistieken.
User Manual of Network Video Recorder
181
Figure 11. 41 Interface voor netwerkstatistieken
3. Controleer de bandbreedte voor IP-camera's, de bandbreedte die wordt gebruikt voor de liveweergave op
afstand en weergave op afstand, en de bandbreedte voor totale inactiviteit voor ontvangst en verzending
voor het netwerk.
4. Klik op Vernieuwen om de meest recente status op te halen.
User Manual of Network Video Recorder
182
Chapter 12 RAID
User Manual of Network Video Recorder
183
Dit hoofdstuk is alleen van toepassing op NVR's uit de DS-9600NI-I8-serie.
12.1 Array configureren
Doel:
RAID (redundant array of independent disks) is een een opslagtechnologie waarbij meerdere
schijfstationonderdelen tot één logische eenheid worden gecombineerd. Bij een RAID-installatie worden gegevens
op meerdere HDD's opgeslagen om voldoende redundantie te bieden. Gegevens kunnen zo worden hersteld in het
geval dat een van de schijven niet meer werkt. De gegevens worden met een van de verschillende methoden
(RAID-niveaus genaamd) over de schijven gedistribueerd, afhankelijk van het gewenste redundantieniveau en de
gewenste prestaties.
De NVR biedt ondersteuning voor schijf-arrays via de software. RAID0, RAID1, RAID5 en RAID 10 worden
ondersteund. U kunt de RAID-functie naar wens in- en uitschakelen.
Voordat u begint:
Plaats de HDD's correct. Het wordt aanbevolen dezelfde HDD's van enterprise-niveau te gebruiken (inclusief
model en capaciteit) om arrays te maken en configureren. Zo wordt betrouwbare en stabiele werking van de
schijven gegarandeerd.
Inleiding:
De NVR kan de gegevens (zoals opnamen, afbeeldingen en logboekinformatie) pas opslaan op de HDD's nadat u
de array hebt gemaakt of de netwerk-HDD hebt geconfigureerd (raadpleeg Hoofdstuk 13.2 Netwerk-HDD's
beheren). U kunt op twee manieren arrays maken op het apparaat: via one-touch configuratie en handmatige
configuratie. In het onderstaande stroomdiagram wordt het aanmaakproces voor arrays weergegeven.
Figure 12. 1 RAID-werkstroom
User Manual of Network Video Recorder
184
12.1.1 RAID inschakelen
Doel:
Voer de volgende stappen uit om de RAID-functie in te schakelen. Als u dit niet doet, kan de schijf-array niet
worden gemaakt.
OPTIE 1:
Schakel de RAID-functie in de wizard in wanneer het apparaat wordt gestart. Raadpleeg stap 7 van Hoofdstuk 2.2.
OPTIE 2:
Schakel de RAID-functie in de interface voor HDD-beheer in.
Stappen:
1. Open de interface voor configuratie van de schijfmodus.
Menu > HDD > Gevorderd
Figure 12. 2 RAID-interface inschakelen
2. Schakel het selectievakje RAID inschakelen in.
3. Klik op de knop Toepassen om de instellingen op te slaan.
12.1.2 One-touch configuratie
Doel:
Via one-touch configuratie kunt u snel schijf-arrays maken. Standaard wordt het array-type RAID5 gemaakt.
Voordat u begint:
1. De RAID-functie moet zijn ingeschakeld. Raadpleeg Hoofdstuk 13.1.1 voor meer informatie.
2. Aangezien het standaard-array-type RAID 5 is, moeten er ten minste 3 HDD's in het apparaat zijn geplaatst.
3. Als er meer dan 10 HDD's zijn geplaatst, kunt u 2 arrays configureren.
Stappen:
1. Open de interface voor RAID-configuratie.
Menu > HDD > RAID
User Manual of Network Video Recorder
185
Figure 12. 3 Interface voor fysieke schijven
2. Schakel het selectievakje van de gewenste HDD's in om deze te selecteren.
3. Klik op de knop One-touch maken om de interface One-touch array-configuratie te openen.
Figure 12. 4 One-touch array-configuratie
4. Bewerk de array-naam in het tekstveld Array-naam en klik op de knop OK om de array-configuratie te
starten.
Als u 4 HDD's of meer plaatst voor one-touch configuratie, wordt er standaard een hotspare-schijf ingesteld. U
wordt aanbevolen een hotspare-schijf in te stellen om de array automatisch opnieuw op te bouwen wanneer deze
niet naar behoren werkt.
5. Als de array-configuratie is voltooid, klikt u op de knop OK in het pop-upbericht om het instellen te
voltooien.
6. Klik op het tabblad Array om informatie over de gemaakte array weer te geven.
Standaard wordt er met one-touch configuratie een array en een virtuele schijf gemaakt.
User Manual of Network Video Recorder
186
Figure 12. 5 Interface voor array-instellingen
7. Een gemaakte array wordt als een HDD weergegeven in de interface voor HDD-informatie.
Figure 12. 6 Interface voor HDD-informatie
12.1.3 Arrays handmatig maken
Doel:
U kunt handmatig een RAID 0-, RAID 1-, RAID 5- of RAID 10-array aanmaken.
In deze sectie wordt RAID5 als voorbeeld gebruikt om de handmatige configuratie van de array en virtuele schijf
te beschrijven.
Stappen:
1. Open de interface voor instellingen voor fysieke schijven.
Menu > HDD > RAID > Fysieke schijf
Figure 12. 7 Interface voor instellingen voor fysieke schijven
2. Klik op de knop Maken om de interface voor het maken van arrays te openen.
User Manual of Network Video Recorder
187
Figure 12. 8 Interface voor het maken van arrays
3. Bewerk de array-naam, stel het RAID-niveau in op RAID 0, RAID 1, RAID 5 of RAID 10, en selecteer de
fysieke schijf waarvoor u de array wilt configureren.
Als u RAID 0 kiest, moet u ten minste 2 HDD's plaatsen.
Als u RAID 1 kiest, moeten 2 HDD's voor RAID1 worden geconfigureerd.
Als u RAID 5 kiest, moet u ten minste 3 HDD's plaatsen.
Als u RAID 10 kiest, moet het aantal geplaatste HDD's in het bereik 4-16 liggen.
4. Klik op de knop OK om de array te maken.
Als het geselecteerde aantal HDD's niet compatibel is met de vereisten voor het RAID-niveau, wordt er een
berichtvak met een fout weergegeven.
Figure 12. 9 Berichtvak met fout
5. Klik op het tabblad Array om de aangemaakte array weer te geven.
Figure 12. 10 Interface voor array-instellingen
User Manual of Network Video Recorder
188
12.2 Arrays opnieuw opbouwen
Doel:
De werkstatus van een array is Functioneel, Verslechterd of Offline. Door de array-status weer te geven, kunt u
direct en passend onderhoud uitvoeren voor de schijven om sterke beveiliging en hoge betrouwbaarheid te
garanderen voor de gegevens die in de schijf-array zijn opgeslagen.
Als er geen schijfverlies plaatsvindt in de array, is de werkstatus van de array Functioneel. Als het aantal verloren
schijven de limiet heeft overschreden, verandert de werkstatus van de array in Offline. In andere gevallen is de
werkstatus Verslechterd.
Wanneer een virtuele schijf de status Verslechterd heeft, kunt u de status Functioneel herstellen door de array
opnieuw op te bouwen.
Voordat u begint:
Zorg ervoor dat de hotspare-schijf is geconfigureerd.
1. Open de interface voor instellingen voor fysieke schijven om de hotspare-schijf te configureren.
Figure 12. 11 Interface voor instellingen voor fysieke schijven
2. Selecteer een schijf en klik op om deze in te stellen als hotspare-schijf.
Alleen de algemene hotspare-modus wordt ondersteund.
12.2.1 Arrays automatisch opnieuw opbouwen
Doel:
Wanneer de virtuele schijf de status Verslechterd heeft, kan het apparaat automatisch beginnen met het opnieuw
opbouwen van de array met behulp van de hotspare-schijf om sterke beveiliging en hoge betrouwbaarheid voor de
gegevens te garanderen.
Stappen:
1. Open de interface voor array-instellingen. De status van de array is Verslechterd. Aangezien de
hotspare-schijf is geconfigureerd, wordt het opnieuw opbouwen met deze schijf automatisch gestart op het
User Manual of Network Video Recorder
189
systeem.
Menu > HDD > RAID > Array
Figure 12. 12 Interface voor array-instellingen
Als er na het opnieuw opbouwen geen hotspare-schijf meer is, wordt u aanbevolen een HDD in het apparaat te
plaatsen en deze in te stellen als hotspare-schijf om de sterke beveiliging en hoge betrouwbaarheid van de array te
garanderen.
12.2.1 Arrays handmatig opnieuw opbouwen
Doel:
Als u Automatisch opnieuw opbouwen niet hebt ingeschakeld in de interface voor firmware-instellingen (Menu >
HDD > RAID > Firmware) of als de hotspare-schijf niet is geconfigureerd, kunt u de array handmatig opnieuw
opbouwen om de array te herstellen wanneer de virtuele schijf de status Verslechterd heeft.
Stappen:
1. Open de interface voor array-instellingen. Schijf 3 is verloren gegaan.
Menu > HDD > RAID > Array
Figure 12. 13 Interface voor array-instellingen
2. Klik op het tabblad Array om terug te gaan naar de interface voor array-instellingen en klik op om het
opnieuw opbouwen van de array te configureren.
Er moet ten minste één fysieke schijf beschikbaar zijn om de array opnieuw op te bouwen.
User Manual of Network Video Recorder
190
Figure 12. 14 Interface voor het opnieuw opbouwen van arrays
3. Selecteer de beschikbare fysieke schijf en klik op de knop OK om het opnieuw opbouwen van de array te
bevestigen.
4. Er wordt een berichtvak weergegeven waarin wordt gemeld dat u de fysieke schijf niet moet verwijderen
terwijl deze opnieuw wordt opgebouwd. Klik op de knop OK om het opnieuw opbouwen te starten.
5. Open de interface voor array-instellingen om de status van het opnieuw opbouwen weer te geven.
6. Nadat het opnieuw opbouwen is voltooid, wordt de status van de array en virtuele schijf teruggezet op
Functioneel.
User Manual of Network Video Recorder
191
12.3 Arrays verwijderen
Als u de array verwijdert, worden alle gegevens verwijderd die op de schijf zijn opgeslagen.
Stappen:
1. Open de interface voor array-instellingen.
Menu > HDD > RAID > Array
Figure 12. 15 Interface voor array-instellingen
2. Selecteer een array en klik op om de array te verwijderen.
Figure 12. 16 Verwijderen van array bevestigen
3. Klik in het pop-upbericht op de knop Ja om het verwijderen van de array te bevestigen.
Als u de array verwijdert, worden alle gegevens verwijderd die op de array zijn opgeslagen.
User Manual of Network Video Recorder
192
12.4 Firmware controleren en bewerken
Doel:
U kunt informatie over de firmware weergeven en de firmware upgraden via een lokaal back-upapparaat of een
externe FTP-server.
Stappen:
1. Open de interface voor firmware om de firmware-informatie weer te geven, zoals de versie, het maximale
aantal fysieke schijven, het maximale aantal arrays, de status van opnieuw opbouwen, enzovoort.
Figure 12. 17 Firmware-interface
2. U kunt de snelheid van achtergrondtaken in de vervolgkeuzelijst instellen.
User Manual of Network Video Recorder
193
Chapter 13 HDD-beheer
User Manual of Network Video Recorder
194
13.1 HDD's initialiseren
Doel:
Een nieuw geplaatste HDD moet worden geïnitialiseerd voordat deze kan worden gebruikt voor uw NVR.
Als er niet-geïnitialiseerde HDD's zijn, wordt er een berichtvak weergegeven wanneer de NVR wordt gestart.
Figure 13. 1 Berichtvak voor niet-geïnitialiseerde HDD
Klik op de knop Ja om de HDD direct te initialiseren of voer de volgende stappen uit om de HDD te initialiseren.
Stappen:
1. Open de interface voor HDD-informatie.
Menu > HDD > Algemeen.
Figure 13. 2 Interface voor HDD-informatie
2. Selecteer de HDD die moet worden geïnitialiseerd.
3. Klik op de knop Initialiseren.
Figure 13. 3 Initialisatie bevestigen
4. Selecteer de knop OK om de initialisatie te starten.
Figure 13. 4 Status verandert in Initialiseren
User Manual of Network Video Recorder
195
5. Nadat de HDD is geïnitialiseerd, wordt de status van de HDD gewijzigd van Niet geïnitialiseerd in Normaal.
Figure 13. 5 HDD-status wordt gewijzigd in Normaal
Alle gegevens op de HDD worden gewist wanneer u deze initialiseert.
User Manual of Network Video Recorder
196
13.2 Netwerk-HDD's beheren
Doel:
U kunt de toegewezen NAS- of IP-SAN-schijven toevoegen aan de NVR en gebruiken als netwerk-HDD's. U kunt
maximaal 8 netwerkschijven toevoegen.
Stappen:
1. Open de interface voor HDD-informatie.
Menu > HDD > Algemeen
Figure 13. 6 Interface voor HDD-informatie
2. Klik op de knop Toevoegen om de interface voor het toevoegen van netwerk-HDD's te openen, zoals
weergegeven in Figure 13. 7.
Figure 13. 7 Interface voor HDD-informatie
3. Voeg de toegewezen netwerk-HDD toe.
4. Selecteer het type NAS of IP-SAN.
5. Configureer de NAS- of IP-SAN-instellingen.
NAS-schijf toevoegen:
1) Voer het IP-adres van de netwerk-HDD in het tekstveld in.
2) Klik op de knop Zoeken om beschikbare NAS-schijven te zoeken.
3) Selecteer de NAS-schijf in de lijst die hieronder wordt weergegeven.
U kunt ook handmatig een map invoeren in het tekstveld voor de map van de netwerk-HDD.
4) Klik op de knop OK om de geselecteerde NAS-schijf toe te voegen.
User Manual of Network Video Recorder
197
Figure 13. 8 NAS-schijf toevoegen
IP-SAN-schijf toevoegen:
1) Voer het IP-adres van de netwerk-HDD in het tekstveld in.
2) Klik op de knop Zoeken om beschikbare IP-SAN-schijven te zoeken.
3) Selecteer de IP-SAN-schijf in de lijst die hieronder wordt weergegeven.
4) Klik op de knop OK om de geselecteerde IP-SAN-schijf toe te voegen.
U kunt maximaal 1 IP-SAN-schijf toevoegen.
Figure 13. 9 IP-SAN-schijf toevoegen
6. Nadat u de NAS- of IP-SAN-schijf hebt toegevoegd, keert u terug naar het menu HDD-informatie. De
toegevoegde netwerk-HDD wordt in de lijst weergegeven.
Als de toegevoegde netwerk-HDD niet is geïnitialiseerd, selecteert u deze en klikt u op de knop Initialiseren om
dit alsnog te doen.
User Manual of Network Video Recorder
198
Figure 13. 10 Toegevoegde netwerk-HDD initialiseren
13.3 eSATA beheren
Doel:
Als er een extern eSATA-apparaat is aangesloten op de NVR, kunt u eSATA configureren voor gebruik tijdens
opnemen, vastleggen en exporteren, en kunt u eSATA voor de NVR beheren.
Stappen:
1. Open de interface voor geavanceerde opname-instellingen.
Menu > Opnemen > Gevorderd
2. Selecteer het eSATA-type in de vervolgkeuzelijst eSATA: Exporteren of Opnemen/vastleggen.
Exporteren: eSATA gebruiken voor back-ups. Raadpleeg Back-ups maken met eSATA-HDD's in Hoofdstuk
Back-ups maken met normale zoekopdrachten voor video's/afbeeldingen voor
bedieningsinstructies.
Opnemen/vastleggen: eSATA gebruiken voor opnemen of vastleggen. Raadpleeg de onderstaande stappen
voor bedieningsinstructies.
Figure 13. 11 eSATA-modus instellen
3. Wanneer het eSATA-type is ingesteld op Opnemen/vastleggen, opent u de interface voor HDD-informatie.
Menu > HDD > Algemeen
4. Bewerk de eigenschappen van de geselecteerde eSATA-schijf, of initialiseer deze als dat nodig is.
U kunt twee opslagmodi instellen voor de eSATA-schijf wanneer deze wordt gebruikt voor opnemen of vastleggen.
Raadpleeg Hoofdstuk HDD-groepen beheren en Hoofdstuk Quotummodi configureren voor meer informatie.
Figure 13. 12 Toegevoegde eSATA-schijf initialiseren
User Manual of Network Video Recorder
199
13.4 HDD-groepen beheren
13.4.1 HDD-groepen instellen
Doel:
Meerdere HDD's kunnen in groepen worden beheerd. Video vanaf de opgegeven kanalen kan via de
HDD-instellingen worden opgenomen in een specifieke HDD-groep.
Stappen:
1. Open de interface voor opslagmodi.
Menu > HDD > Gevorderd > Opslagmodus
2. Stel de modus in op Groep, zoals weergegeven in Figure 13. 13.
Figure 13. 13 Interface voor opslagmodi
3. Klik op de knop Toepassen. Het volgende meldingsvak wordt weergegeven.
Figure 13. 14 Melding voor opnieuw starten
4. Klik op de knop Ja om het apparaat opnieuw te starten om de wijzigingen door te voeren.
5. Nadat het apparaat opnieuw is gestart, opent u de interface HDD-informatie.
Menu > HDD > Algemeen.
6. Selecteer HDD in de lijst en klik op het pictogram om de interface voor lokale HDD-instellingen te
openen, zoals weergegeven in Figure 13. 15.
Figure 13. 15 Interface voor lokale HDD-instellingen
User Manual of Network Video Recorder
200
7. Selecteer het groepsnummer voor de huidige HDD.
Het standaardgroepsnummer voor alle HDD's is 1.
8. Klik op de knop OK om de instellingen te bevestigen.
Figure 13. 16 HDD-groepsinstellingen bevestigen
9. Klik in het meldingsvak dat wordt weergegeven op de knop Ja om het instellen te voltooien.
13.4.2 HDD-eigenschappen instellen
Doel:
De HDD-eigenschappen kunnen worden ingesteld op redundantie, alleen-lezen of lezen/schrijven (R/W); Voordat
u de HDD-eigenschappen instelt, moet u de opslagmodus instellen op Groep (raadpleeg stap 1-4 van Hoofdstuk
HDD-groepen instellen).
Een HDD kan op Alleen-lezen worden ingesteld om te voorkomen dat belangrijke opgenomen bestanden worden
overschreven wanneer de HDD vol raakt in de opnamemodus waarbij oude bestanden worden overschreven.
Wanneer de HDD-eigenschappen zijn ingesteld op Redundantie, kan de video worden opgenomen op zowel de
redundante HDD als de R/W-HDD. Hiermee wordt een hoge graad van bescherming en betrouwbaarheid
gegarandeerd voor de videogegevens.
Stappen:
1. Open de interface voor HDD-informatie.
Menu > HDD > Algemeen.
2. Selecteer HDD in de lijst en klik op het pictogram om de interface voor lokale HDD-instellingen te
openen, zoals weergegeven in Figure 13. 17.
Figure 13. 17 HDD-eigenschappen instellen
3. Stel de HDD-eigenschappen in op Lezen/schrijven, Alleen-lezen of Redundantie.
User Manual of Network Video Recorder
201
4. Klik op de knop OK om de instellingen op te slaan en de interface af te sluiten.
5. De HDD-eigenschappen worden in de lijst weergegeven in het menu HDD-informatie.
U moet ten minste twee HDD's in de NVR plaatsen wanneer u een HDD wilt instellen op Redundantie. Er kan
slechts één HDD zijn met de eigenschap Lezen/schrijven.
User Manual of Network Video Recorder
202
13.5 Quotummodi configureren
Doel:
Elke camera kan worden geconfigureerd met een toegewezen quotum voor de opslag van opgenomen bestanden of
vastgelegde afbeeldingen.
Stappen:
1. Open de interface voor opslagmodi.
Menu > HDD > Gevorderd
2. Stel de modus in op Quotum, zoals weergegeven in Figure 13. 18.
De NVR moet opnieuw worden gestart om de wijzigingen door te voeren.
Figure 13. 18 Interface voor opslagmodusinstellingen
3. Selecteer een camera waarvoor u quota wilt configureren.
4. Voer de opslagcapaciteit in het tekstveld Maximale opnamecapaciteit (GB) en Maximale
afbeeldingscapaciteit (GB) in, zoals weergegeven in Figure 13. 19.
Figure 13. 19 Quotum voor opnemen en vastleggen configureren
5. U kunt de quotuminstellingen van de huidige camera eventueel naar andere camera's kopiëren. Klik op de
knop Kopiëren om het menu voor het kopiëren van camera-instellingen te openen, zoals weergegeven in
Figure 13. 20.
User Manual of Network Video Recorder
203
Figure 13. 20 Instellingen kopiëren naar andere camera's
6. Selecteer de camera's die met dezelfde quotuminstellingen moeten worden geconfigureerd. U kunt ook het
selectievakje IP-camera inschakelen om alle camera's te selecteren.
7. Klik op de knop OK om het kopiëren van de instellingen te voltooien en terug te gaan naar de interface voor
opslagmodi.
8. Klik op de knop Toepassen om de instellingen toe te passen.
Als de quotumcapaciteit is ingesteld op 0, wordt voor alle camera's de totale capaciteit van de HDD gebruikt voor
opnemen en vastleggen.
User Manual of Network Video Recorder
204
13.6 Schijfkloon configureren
Doel:
Als het resultaat van de S.M.A.R.T.-detectie is dat de HDD-status niet naar behoren is, kunt u ervoor kiezen alle
gegevens op de HDD handmatig naar een eSATA-schijf te klonen. Raadpleeg Hoofdstuk 12.8 HDD-detectie voor
meer informatie over S.M.A.R.T.-detectie.
Voordat u begint:
Er moet een eSATA-schijf zijn aangesloten op het apparaat.
Stappen:
1. Open de interface voor geavanceerde HDD-instellingen:
Menu > HDD > Gevorderd
2. Klik op het tabblad Schijf klonen om de interface voor configuratie van het klonen van schijven te openen.
Figure 13. 21 Interface voor configuratie van het klonen van schijven
3. Zorg ervoor dat het gebruik van de eSATA-schijf is ingesteld op Exporteren.
Als dit niet het geval is, klikt u op de knop Instellen om dit te doen. Kies Exporteren en klik op de knop OK.
Figure 13. 22 eSATA-gebruik instellen
De capaciteit van de doelschijf moet overeenkomen met die van de bronschijf voor klonen.
User Manual of Network Video Recorder
205
4. Schakel in de lijst Kloonbron het selectievakje in voor de HDD die moet worden gekloond.
5. Klik op de knop Klonen. Er wordt een bericht weergegeven.
Figure 13. 23 Berichtvak voor Schijf klonen
6. Klik op de knop Ja om door te gaan.
U kunt de voortgang van het klonen controleren in de HDD-statusinterface.
Figure 13. 24 Voortgang van klonen van schijf
User Manual of Network Video Recorder
206
13.7 HDD-status controleren
Doel:
U kunt de status van de geplaatste HDD's van de NVR raadplegen zodat u direct controle hebt en onderhoud kunt
uitvoeren in het geval van HDD-fouten.
HDD-status in de interface HDD-informatie controleren
Stappen:
1. Open de interface voor HDD-informatie.
Menu > HDD > Algemeen
2. Controleer de status van de verschillende HDD's die in de lijst worden weergegeven, zoals weergegeven in
Figure 13. 25.
Figure 13. 25 HDD-status weergeven (1)
Als de HDD-status Normaal of Slaapmodus is, werkt deze naar behoren. Als de status Niet geïnitialiseerd of
Abnormaal is, initialiseert u de HDD vóór gebruik. Als de HDD-initialisatie mislukt, vervangt u deze door een
nieuwe HDD.
HDD-status in de interface HDD-informatie controleren
Stappen:
1. Open de interface voor systeeminformatie.
Menu > Onderhoud > Systeeminformatie
2. Klik op het tabblad HDD om de status van de alle HDD's weer te geven in de lijst, zoals weergegeven in
Figure 13. 26.
User Manual of Network Video Recorder
207
Figure 13. 26 HDD-status weergeven (2)
User Manual of Network Video Recorder
208
13.8 HDD-detectie
Doel:
Het apparaat beschikt over HDD-detectiefuncties, zoals S.M.A.R.T. en technologie voor detectie van beschadigde
sectoren. De S.M.A.R.T.-functie (Self-Monitoring, Analysis and Reporting Technology) is een controlesysteem
voor HDD's waarmee verschillende betrouwbaarheidsindicatoren worden gedetecteerd en hierover wordt
gerapporteerd om te kunnen anticiperen op mogelijke fouten.
S.M.A.R.T. Instellingen
Stappen:
1. Open de interface voor S.M.A.R.T.-instellingen.
Menu > Onderhoud > HDD-detectie
2. Selecteer de HDD waarvoor u de S.M.A.R.T.-informatielijst wilt weergeven, zoals weergegeven in Figure
13. 27.
Figure 13. 27 Interface voor S.M.A.R.T.-instellingen
De gerelateerde S.M.A.R.T.-informatie wordt in de interface weergegeven.
Kies het zelftesttype: Korte test, Uitgebreide test of Overdrachttest.
Klik op de startknop om de zelfevaluatie van de S.M.A.R.T.-HDD te starten.
Als u de HDD wilt gebruiken, zelfs wanneer de S.M.A.R.T.-controle mislukt, schakelt u het selectievakje voor het
item Schijf blijven gebruiken wanneer zelfevaluatie is mislukt in.
Detectie van beschadigde sectoren
Stappen:
1. Klik op het tabblad Detectie van beschadigde sectoren.
2. Selecteer in de vervolgkeuzelijst het nummer van de HDD die u wilt configureren en kies Alle detectie
of Detectie van belangrijke gebieden als detectietype.
3. Klik op de knop Detecteren om de detectie te starten.
User Manual of Network Video Recorder
209
Figure 13. 28 Detectie van beschadigde sectoren
Klik op de knop Foutinformatie om gedetailleerde informatie over beschadigingen weer te geven.
U kunt de detectie ook onderbreken, hervatten of annuleren.
User Manual of Network Video Recorder
210
13.9 HDD-foutalarmen configureren
Doel:
U kunt HDD-foutalarmen configureren. Deze alarmen treden op wanneer de HDD-status Niet gnitialiseerd of
Abnormaal is.
Stappen:
1. Open de interface voor uitzonderingen.
Menu > Configuratie > Uitzonderingen
2. Selecteer het uitzonderingstype HDD-fout in de vervolgkeuzelijst.
3. Schakel de onderstaande selectievakjes in om de typen HDD-foutalarmen te selecteren, zoals weergegeven in
Figure 13. 29.
U kunt de volgende alarmtypen selecteren: audiowaarschuwing, surveillancecentrum informeren, e-mail verzenden
en alarmoutput triggeren. Raadpleeg Hoofdstuk Alarmreacties instellen.
Figure 13. 29 HDD-foutalarmen configureren
4. Wanneer Alarmoutput triggeren is geselecteerd, kunt u in de onderstaande lijst de alarmoutput selecteren die
moet worden getriggerd.
5. Klik op de knop Toepassen om de instellingen op te slaan.
User Manual of Network Video Recorder
211
Chapter 14 Camera-instellingen
User Manual of Network Video Recorder
212
14.1 OSD-instellingen configureren
Doel:
U kunt de OSD-instellingen (On-screen Display) voor de camera configureren, waaronder de datum en tijd,
cameranaam, enzovoort.
Stappen:
1. Open de interface voor OSD-configuratie.
Menu > Camera > OSD
2. Selecteer de camera waarvoor u OSD-instellingen wilt configureren.
3. Bewerk de cameranaam in het tekstveld.
4. Configureer de weergavenaam, -datum en -week door op het selectievakje te klikken.
5. Selecteer de datumnotatie, tijdnotatie en weergavemodus.
Figure 14. 1 Interface voor OSD-configuratie
6. U kunt met de muis het tekstkader in het voorbeeldvenster aanklikken en verslepen om de OSD-positie te
wijzigen.
7. Klik op de knop Toepassen om de instellingen toe te passen.
User Manual of Network Video Recorder
213
14.2 Privacymasker configureren
Doel:
U kunt vierzijdige privacymaskerzones configureren die niet kunnen worden bekeken door de operator. Met het
privacymasker kunt u voorkomen dat bepaalde surveillancegebieden worden weergegeven of opgenomen.
Stappen:
1. Open de interface voor privacymaskerinstellingen.
Menu > Camera > Privacymasker
2. Selecteer de camera waarvoor u het privacymasker wilt instellen.
3. Klik op het selectievakje Privacymasker inschakelen om deze functie in te schakelen.
Figure 14. 2 Interface voor privacymaskerinstellingen
4. Gebruik de muis om een zone te tekenen op het venster. De zones worden gemarkeerd met verschillende
kaderkleuren.
U kunt maximaal 4 privacymaskerzones configureren. De grootte van elk gebied kan worden aangepast.
5. De geconfigureerde privacymaskerzones in het venster kunnen worden gewist door op de bijbehorende
pictogrammen 'Zone 1-4 wissen' te klikken aan de rechterzijde van het venster, of door op Alles wissen te
klikken om alle zones te wissen.
Figure 14. 3 Privacymaskergebied instellen
6. Klik op de knop Toepassen om de instellingen op te slaan.
User Manual of Network Video Recorder
214
14.3 Videoparameters configureren
Stappen:
1. Open de interface voor beeldinstellingen.
Menu > Camera > Beeld
Figure 14. 4 Interface voor beeldinstellingen
2. Selecteer de camera waarvoor u beeldparameters wilt instellen.
3. Klik op de pijl om de waarde van de verschillende parameters te wijzigen.
4. Klik op de knop Toepassen om de instellingen op te slaan.
User Manual of Network Video Recorder
215
Chapter 15 NVR-beheer en -onderhoud
User Manual of Network Video Recorder
216
15.1 Systeeminformatie weergeven
Stappen:
1. Open de interface voor systeeminformatie.
Menu > Onderhoud > Systeeminformatie
2. Klik op de tabbladen Apparaatinformatie, Camera, Opnemen, Alarm, Netwerk en HDD om
systeeminformatie voor het apparaat weer te geven.
XXXXXXXXXXX
XXXXXXXXXXXXXXXXX
XXXXXXXXXXX
Figure 15. 1 Interface voor apparaatinformatie
U kunt het apparaat toevoegen aan de mobiele clientsoftware (iVMS-4500) door de QR-code te scannen.
User Manual of Network Video Recorder
217
15.2 Logboekbestanden zoeken en exporteren
Doel:
De werking, alarmen, uitzonderingen en informatie voor de NVR kunnen worden opgeslagen in logboekbestanden
die op elk gewenst moment kunnen worden weergegeven en geëxporteerd.
Stappen:
1. Open de interface voor het zoeken in logboeken.
Menu > Onderhoud > Logboekinformatie
Figure 15. 2 Interface voor zoeken in logboeken
2. Stel de logboekzoekvoorwaarden in om de zoekopdracht te verfijnen, inclusief de starttijd, eindtijd, het
hoofdtype en het subtype.
3. Klik op de knop Zoeken om het zoeken naar logboekbestanden te starten.
4. De overeenkomende logboekbestanden worden weergegeven in de onderstaande lijst.
User Manual of Network Video Recorder
218
Figure 15. 3 Resultaten voor zoeken in logboeken
Er kunnen per keer maximaal 2000 logboekbestanden worden weergegeven.
5. Klik op de knop voor elk logboek of dubbelklik op het logboek om gedetailleerde informatie weer te
geven, zoals weergegeven in Figure 15. 4. Klik op de knop om de gerelateerde videobestanden weer te
geven, indien beschikbaar.
Figure 15. 4 Logboekdetails
6. Als u de logboekbestanden wilt exporteren, klikt u op de knop Exporteren om het menu Exporteren te
openen, zoals weergegeven in hierbovenAfbeelding 15.5. .
U kunt ook op Alles exporteren klikken in de interface voor logboekzoekopdrachten (Afbeelding 15.2) om
de interface Exporteren te openen (Afbeelding 15.5). Alle systeemlogboeken worden naar het
back-upapparaat geëxporteerd.
User Manual of Network Video Recorder
219
Figure 15. 5 Logboekbestanden exporteren
7. Selecteer het back-upapparaat in de vervolgkeuzelijst Apparaatnaam.
8. Selecteer de indeling voor de te exporteren logboekbestanden. U kunt maximaal 9 indelingen selecteren.
9. Klik op Exporteren om de logboekbestanden te exporteren naar het geselecteerde back-upapparaat.
Klik op de knop Nieuwe map om een nieuwe map te maken op het back-upapparaat, of klik op de knop
Formatteren om het back-upapparaat te formatteren vóór de logboekexport.
Sluit het back-upapparaat aan op de NVR voordat u de logboekexport uitvoert.
15.3 IP-camera-informatie
importeren/exporteren
Doel:
Er kan een Excel-bestand worden gegenereerd met de informatie over toegevoegde IP-camera's. Dit bestand kan
vervolgens worden geëxporteerd naar een lokaal apparaat voor back-updoeleinden. Er wordt onder anderen
informatie toegevoegd over het IP-adres, poortbeheer, admin-wachtwoord, enzovoort. Het geëxporteerde bestand
kan worden bewerkt op een pc, bijvoorbeeld door inhoud toe te voegen of te verwijderen, en de instellingen
kunnen naar andere apparaten worden gekopieerd door het Excel-bestand te importeren.
Stappen:
1. Open de interface voor camerabeheer.
Menu > Camera > IP-camera's importeren/exporteren
2. Klik op het tabblad IP-camera's importeren/exporteren. De inhoud voor gedetecteerde en aangesloten externe
apparaten wordt weergegeven.
3. Klik op de knop Exporteren om de configuratiebestanden te exporteren naar het geselecteerde lokale
back-upapparaat.
4. Als u een configuratiebestand wilt importeren, selecteert u het bestand op het geselecteerde back-upapparaat
en klikt u op de knop Importeren. Nadat de import is voltooid, moet u de NVR opnieuw starten.
User Manual of Network Video Recorder
220
15.4 Configuratiebestanden
importeren/exporteren
Doel:
De configuratiebestanden van de NVR kunnen worden geëxporteerd naar lokale apparaten voor
back-updoeleinden, en de configuratiebestanden van de ene NVR kunnen worden geïmporteerd op meerdere
andere NVR-apparaten als voor deze apparaten dezelfde parameters moeten worden ingesteld.
Stappen:
1. Open de interface voor het importeren/exporteren van configuratiebestanden.
Menu > Onderhoud > Importeren/exporteren
Figure 15. 6 Configuratiebestand importeren/exporteren
2. Klik op de knop Exporteren om de configuratiebestanden te exporteren naar het geselecteerde lokale
back-upapparaat.
3. Als u een configuratiebestand wilt importeren, selecteert u het bestand op het geselecteerde back-upapparaat
en klikt u op de knop Importeren. Nadat de import is voltooid, moet u de NVR opnieuw starten.
Nadat u de configuratiebestanden hebt geïmporteerd, wordt het apparaat automatisch opnieuw gestart.
User Manual of Network Video Recorder
221
15.5 Het systeem upgraden
Doel:
De firmware op de NVR kan worden geüpgraded via een lokaal back-upapparaat of een externe FTP-server.
15.5.1 Upgraden via een lokaal back-upapparaat
Stappen:
1. Sluit uw NVR aan op een lokaal back-upapparaat waarop het bestand voor de firmware-update zich bevindt.
2. Open de interface voor upgrades.
Menu > Onderhoud > Upgraden
3. Klik op het tabblad Lokale upgrade om het menu voor lokale upgrades te openen, zoals weergegeven in
Figure 15. 7.
Figure 15. 7 Interface voor lokale upgrades
4. Selecteer het updatebestand op het lokale back-upapparaat.
5. Klik op de knop Upgraden om de upgrade te starten.
6. Nadat de upgrade is voltooid, moet u de NVR opnieuw starten om de nieuwe firmware te activeren.
15.5.2 Upgraden via FTP
Voordat u begint:
Controleer of de netwerkverbinding van de pc (waarop de FTP-server wordt uitgevoerd) en het apparaat juist zijn
en naar behoren werken. Start de FTP-server op de pc en kopieer de firmware naar de toepasselijke map van de pc.
Stappen:
1. Open de interface voor upgrades.
User Manual of Network Video Recorder
222
Menu > Onderhoud > Upgraden
2. Klik op het tabblad FTP om het menu voor lokale upgrades te openen, zoals weergegeven in Figure 15. 8.
Figure 15. 8 Interface voor FTP-upgrades
3. Voer het FTP-serveradres in het tekstveld in.
4. Klik op de knop Upgraden om de upgrade te starten.
5. Nadat de upgrade is voltooid, moet u de NVR opnieuw starten om de nieuwe firmware te activeren.
User Manual of Network Video Recorder
223
15.6 Standaardinstellingen herstellen
Stappen:
1. Open de interface voor standaardwaarden.
Menu > Onderhoud > Standaard
Figure 15. 9 Standaardinstellingen herstellen
2. Selecteer het hersteltype uit de volgende drie opties:
Standaardinstellingen herstellen: Alle parameters en gebruikersaccountparameters worden teruggezet naar de
fabrieksinstellingen, met uitzondering van de netwerkparameters (inclusief IP-adres, subnetmasker, gateway,
MTU, NIC-werkmodus, standaardroute, serverpoort, enzovoort).
Fabrieksinstellingen: Fabrieksinstellingen herstellen voor alle parameters.
Niet-geactiveerde status herstellen: De niet-geactiveerde status herstellen voor het apparaat.
3. Klik op de knop OK om de standaardinstellingen te herstellen.
Het apparaat wordt automatisch opnieuw gestart nadat de standaardinstellingen zijn hersteld.
User Manual of Network Video Recorder
224
Chapter 16 Overig
User Manual of Network Video Recorder
225
16.1 Seriële RS-232-poort configureren
De seriële RS-232-poort wordt niet ondersteund op NVR's uit de DS-7600NI-I2 (/P)-serie.
Doel:
De RS-232-poort kan op twee manieren worden gebruikt:
Parameterconfiguratie: Een pc op de NVR aansluiten via de seriële pc-poort. Apparaatparameters kunnen
worden geconfigureerd met software als HyperTerminal. De parameters voor de seriële poort moeten hetzelfde
zijn als die van de NVR wanneer er verbinding wordt gemaakt via de seriële pc-poort.
Transparant kanaal: Een serieel apparaat rechtstreeks op de NVR aansluiten. Het seriële apparaat wordt op
afstand via het netwerk bediend met een pc en het protocol van het seriële apparaat.
Stappen:
1. Open de interface voor RS-232-instellingen.
Menu > Configuratie > RS-232
Figure 16. 1 Interface voor RS-232-instellingen
2. Configureer de RS-232-parameters, waaronder baudrate, gegevensbit, stopbit, pariteit, stroomcontrole en
gebruik.
3. Klik op de knop Toepassen om de instellingen op te slaan.
User Manual of Network Video Recorder
226
16.2 Algemene instellingen configureren
Doel:
U kunt de volgende zaken configureren via de interface Menu > Configuratie > Algemeen: de
BNC-outputstandaard, de VGA-outputresolutie en de snelheid van de muisaanwijzer.
Stappen:
1. Open de interface voor algemene instellingen.
Menu > Configuratie > Algemeen
2. Selecteer het tabblad Algemeen.
Figure 16. 2 Interface voor algemene instellingen (DS-9600NI-I8)
Figure 16. 3 Interface voor algemene instellingen (DS-7600NI-I2 en DS-7700NI-I4)
User Manual of Network Video Recorder
227
3. Configureer de volgende instellingen:
Taal: De gebruikte standaardtaal is Engels.
Outputstandaard: Stel de outputstandaard in op NTSC of PAL. De standaard moet overeenkomen met
de video-inputstandaard.
Resolutie: U kunt de VGA/HDMI-resolutie en VGA2/HDMI2-resolutie configureren voor NVR's uit de
DS-9600NI-I8-series. U kunt een maximale resolutie van 4K (3840 × 2160) selecteren voor de
VGA/HDMI-output.
Voor NVR's uit de DS-7600NI-I2 (/P)- en DS-7700NI-I4 (/P)-serie kunt u respectievelijk de
VGA-resolutie en HDMI-resolutie configureren. U kunt een maximale resolutie van 4K (3840 × 2160)
selecteren voor de HDMI-output.
Tijdzone: Selecteer de tijdzone.
Datumnotatie: Selecteer de datumnotatie.
Systeemdatum: Selecteer de systeemdatum.
Systeemtijd: Selecteer de systeemtijd.
Snelheid van muisaanwijzer: Stel de snelheid van de muisaanwijzer in. U kunt kiezen uit 4 niveaus.
Wizard inschakelen: De wizard bij het opstarten van het apparaat inschakelen/uitschakelen.
Wachtwoord inschakelen: Het gebruik van een aanmeldingswachtwoord inschakelen/uitschakelen.
4. Klik op de knop Toepassen om de instellingen op te slaan.
User Manual of Network Video Recorder
228
16.3 Zomertijdinstellingen configureren
Stappen:
1. Open de interface voor algemene instellingen.
Menu > Configuratie > Algemeen
2. Kies het tabblad Zomertijdinstellingen.
Figure 16. 4 Interface voor zomertijdinstellingen
Schakel het selectievakje vóór het item Zomertijd automatisch aanpassen in
U kunt het selectievakje Zomertijd inschakelen ook handmatig inschakelen en de datum voor de
zomertijdperiode kiezen.
User Manual of Network Video Recorder
229
16.4 Meer instellingen configureren
Stappen:
1. Open de interface voor algemene instellingen.
Menu > Configuratie > Algemeen
2. Klik op het tabblad Meer instellingen om de interface Meer instellingen te openen.
Figure 16. 5 Interface Meer instellingen
3. Configureer de volgende instellingen:
Apparaatnaam: De naam van de NVR bewerken.
Apparaatnummer: Het serienummer van de NVR bewerken. Het apparaatnummer kan worden
ingesteld in het bereik van 1-255. Het standaardnummer is 255. Het nummer wordt gebruikt voor
afstandsbediening en toetsenbordbediening.
Auto-afmelden: Stel de time-outtijd voor inactiviteit in de menu's in. Wanneer de time-outtijd
bijvoorbeeld is ingesteld op 5 minuten, wordt het huidige bedieningsmenu afgesloten en wordt het
liveweergavescherm weer weergegeven na 5 minuten inactiviteit in de menu's.
Simultane HDMI/VGA-output inschakelen (alleen voor de DS-9600NI-I8): Standaard worden de
video-outputs van de HDMI- en VGA-interfaces afzonderlijk bediend. U kunt simultane output voor
HDMI en VGA instellen door het selectievakje van de optie in te schakelen.
Menu-outputmodus: U kunt de menuweergave in verschillende video-outputs selecteren.
Voor NVR's uit de DS-9600NI-I8-serie kunt u VGA/HDMI en VGA2/HDMI2 selecteren voor de
menu-outputmodus.
En voor NVR's uit de DS-7600NI-I2 (/P)- en DS-7700NI-I4 (/P)-serie kunt u VGA, HDMI of Auto
selecteren voor de menu-outputmodus. Als de optie Automatisch is geselecteerd en zowel HDMI- als
VGA-outputs zijn aangesloten, wordt op het apparaat HDMI gedetecteerd en ingesteld als de
menu-output.
4. Klik op de knop Toepassen om de instellingen op te slaan.
User Manual of Network Video Recorder
230
16.5 Gebruikersaccounts beheren
Doel:
De NVR wordt geleverd met een standaardaccount: Administrator. De Administrator-gebruikersnaam is admin en
het wachtwoord wordt ingesteld wanneer u het apparaat voor het eerst start. Het Administrator-account heeft
toestemming om gebruikers toe te voegen en te verwijderen, en om gebruikersparameters te configureren.
16.5.1 Een gebruiker toevoegen
Stappen:
1. Open de interface voor gebruikersbeheer.
Menu > Configuratie > Gebruiker
Figure 16. 6 Interface voor gebruikersbeheer
2. Klik op de knop Toevoegen om de interface voor het toevoegen van gebruikers te openen.
Figure 16. 7 Menu Gebruiker toevoegen
3. Voer de informatie voor de nieuwe gebruiker in, waaronder de gebruikersnaam, het wachtwoord, de
User Manual of Network Video Recorder
231
wachtwoordbevestiging, het niveau en het MAC-adres van de gebruiker.
Wachtwoord: Stel het wachtwoord voor het gebruikersaccount in.
STERK WACHTWOORD AANBEVOLEN Om de beveiliging van het product te
verbeteren, wordt het aanbevolen een sterk wachtwoord te kiezen dat minimaal 8 tekens bevat,
inclusief hoofdletters, kleine letters, cijfers en speciale tekens. Daarnaast raden we aan om het
wachtwoord regelmatig te wijzigen, vooral voor streng beveiligde systemen. U kunt uw product
beter beveiligen door het wachtwoord maandelijks of zelfs wekelijks te wijzigen.
Niveau: Stel het niveau voor de gebruiker in op Operator of Gast. De gebruikersniveaus hebben
verschillende bedieningstoestemmingen.
Operator: Het Operator-gebruikersniveau heeft standaard de volgende toestemmingen: configuratie op
afstand van audio in twee richtingen en alle bedieningstoestemmingen voor cameraconfiguratie.
Gast: Het Gast-gebruikersniveau heeft geen toestemming voor configuratie op afstand van audio in twee
richtingen en mag alleen lokaal/op afstand weergeven in de cameraconfiguratie.
MAC-adres van gebruiker: Het MAC-adres van de externe pc waarmee gebruikers zich kunnen aanmelden
bij de NVR. Als deze waarde is geconfigureerd en ingeschakeld, kan alleen de gebruiker met dit MAC-adres
op afstand toegang krijgen tot de NVR.
4. Klik op de knop OK om de instellingen op te slaan en terug te gaan naar de interface voor gebruikersbeheer.
De toegevoegde nieuwe gebruiker wordt in de lijst weergegeven, zoals weergegeven in Figure 16. 8.
Figure 16. 8 Toegevoegde gebruiker wordt vermeld in interface voor gebruikersbeheer
5. Selecteer de gebruiker in de lijst en klik op het pictogram om de interface voor
toestemmingsinstellingen te openen, zoals weergegeven in Figure 16. 9.
User Manual of Network Video Recorder
232
Figure 16. 9 Interface voor instellingen voor gebruikerstoestemmingen
6. Stel de bedieningstoestemmingen voor de gebruiker in voor lokale configuratie, configuratie op afstand en
cameraconfiguratie.
Lokale configuratie
Lokale logboekzoekopdracht: Logboeken en systeeminformatie van de NVR doorzoeken en weergeven.
Instellingen voor lokale parameters: Parameters configureren, standaardparameters uit de fabriek
herstellen en configuratiebestanden importeren/exporteren.
Lokaal camerabeheer: IP-camera's toevoegen, verwijderen en bewerken.
Lokale geavanceerde bewerkingen: HDD-beheer uitvoeren (HDD's initialiseren, HDD-eigenschappen
instellen), systeemfirmware upgraden, I/O-alarmoutput wissen.
Lokaal uitschakelen/opnieuw starten: De NVR uitschakelen of opnieuw starten.
Configuratie op afstand
Logboekzoekopdracht op afstand: Logboeken die op de NVR zijn opgeslagen, op afstand bekijken.
Instellingen voor parameters op afstand: Op afstand parameters configureren, fabrieksinstellingen
herstellen en configuratiebestanden importeren/exporteren.
Camerabeheer op afstand: IP-camera's op afstand toevoegen, verwijderen en bewerken.
Seriële-poortbediening op afstand: Instellingen configureren voor de RS-232- en RS-485-poorten.
Beheer op afstand van video-output: Bedieningssignalen van de knoppen op afstand verzenden.
Audio in twee richtingen: Radiocommunicatie in twee richtingen tot stand brengen tussen de externe
client en de NVR.
Alarmbediening op afstand: Activering (meldingsalarmen en uitzonderingsberichten naar de externe
client verzenden) en beheer van de alarmoutput op afstand.
Geavanceerde bewerkingen op afstand: Op afstand HDD-beheer uitvoeren (HDD's initialiseren,
HDD-eigenschappen instellen), systeemfirmware upgraden, I/O-alarmoutput wissen.
Op afstand uitschakelen/opnieuw starten: De NVR op afstand uitschakelen of opnieuw starten.
Cameraconfiguratie
Liveweergave op afstand: Op afstand livevideo van de geselecteerde camera's bekijken.
Lokale handmatige bewerkingen: Lokaal handmatige opnamen starten/stoppen en alarmoutput voor de
geselecteerde camera's beheren.
Handmatige bewerkingen op afstand: Handmatige opnamen op afstand starten/stoppen en alarmoutput
voor de geselecteerde camera's beheren.
Lokaal afspelen: Lokaal opnamebestanden van de geselecteerde camera's weergeven.
Weergave op afstand: Op afstand opnamebestanden van de geselecteerde camera's weergeven.
Lokale PTZ-bediening: Lokaal de PTZ-bewegingen van de geselecteerde camera's bedienen.
PTZ-bediening op afstand: Op afstand de PTZ-bewegingen van de geselecteerde camera's bedienen.
Lokale video-export: Lokaal opnamebestanden van de geselecteerde camera's exporteren.
User Manual of Network Video Recorder
233
7. Klik op de knop OK om de instellingen op te slaan en de interface af te sluiten.
Alleen het admin-gebruikersaccount heeft toestemming om de standaardparameters uit de fabriek te herstellen.
16.5.2 Een gebruiker verwijderen
Stappen:
1. Open de interface voor gebruikersbeheer.
Menu > Configuratie > Gebruiker
2. Selecteer de gebruiker die u wilt verwijderen in de lijst, zoals weergegeven in Figure 16. 10.
Figure 16. 10 Gebruikerslijst
3. Klik op het pictogram om het geselecteerde gebruikersaccount te verwijderen.
16.5.3 Een gebruiker bewerken
U kunt de parameters van toegevoegde gebruikersaccounts bewerken.
Stappen:
1. Open de interface voor gebruikersbeheer.
Menu > Configuratie > Gebruiker
2. Selecteer de gebruiker die u wilt bewerken in de lijst, zoals weergegeven in Figure 16. 10.
3. Klik op het pictogram om de interface voor het bewerken van gebruikers te openen, zoals weergegeven
in Figure 16. 11.
User Manual of Network Video Recorder
234
Figure 16. 11 Interface voor bewerken van gebruikers
4. Bewerk de gewenste parameters.
Operator en Gast
U kunt de gebruikersinformatie bewerken, zoals de gebruikersnaam, het wachtwoord, het
toestemmingsniveau en het MAC-adres. Schakel het selectievakje Wachtwoord wijzigen in als u het
wachtwoord wilt wijzigen. Voer het nieuwe wachtwoord in de tekstvelden Wachtwoord en Bevestigen
in. Een sterk wachtwoord wordt aanbevolen.
Admin
U kunt alleen het wachtwoord en MAC-adres bewerken. Schakel het selectievakje Wachtwoord
wijzigen in als u het wachtwoord wilt wijzigen. Voer het juiste oude wachtwoord en het nieuwe
wachtwoord in de tekstvelden Wachtwoord en Bevestigen in.
STERK WACHTWOORD AANBEVOLEN Om de beveiliging van het product te
verbeteren, wordt het aanbevolen een sterk wachtwoord te kiezen dat minimaal 8 tekens bevat,
inclusief hoofdletters, kleine letters, cijfers en speciale tekens. Daarnaast raden we aan om het
wachtwoord regelmatig te wijzigen, vooral voor streng beveiligde systemen. U kunt uw product
beter beveiligen door het wachtwoord maandelijks of zelfs wekelijks te wijzigen.
5. Klik op de knop OK om de instellingen op te slaan en het menu af te sluiten.
6. Voor de gebruikersaccounts Operator en Gast kunt u ook op de knop in de interface voor
gebruikersbeheer klikken om de toestemmingen te bewerken.
User Manual of Network Video Recorder
235
Chapter 17 Appendix
User Manual of Network Video Recorder
236
17.1 Specificaties
DS-9600NI-I8
Model
DS-9608NI-I8
DS-9616NI-I8
DS-9632NI-I8
DS-9664NI-I8
Video-/audio
-input
IP-video-input
8 kanalen
16 kanalen
32 kanalen
64 kanalen
Maximale resolutie van 12 MP
Audio in twee
richtingen
1 kanaal, RCA (2.0 Vp-p, 1 kΩ)
Netwerk
Inkomende
bandbreedte
128 Mbps
256 Mbps
of 200 Mbps (als
RAID is
ingeschakeld)
320 Mbps
of 200 Mbps (als
RAID is
ingeschakeld)
320 Mbps of 200
Mbps (als RAID is
ingeschakeld)
Uitgaande bandbreedte
256 Mbps of 200 Mbps (als RAID is ingeschakeld)
Verbinding op afstand
128
Video-/audio
-output
Opnameresolutie
12 MP/8 MP/6 MP/5 MP/4 MP/3 MP/1080p/UXGA/720p/VGA/4CIF/DCIF/2CIF/CIF/QCIF
VGA1/HDMI1-output-
resolutie
HDMI1: 4K (3840 × 2160)/60 Hz,
3840 × 1080P/60 Hz, 1920×1080P/60 Hz, 1600 × 1200/60 Hz, 1280 × 1024/60 Hz, 1280 ×
720/60 Hz, 1024 × 768/60 Hz
VGA1: 2K (2560 × 1440)/60 Hz, 1920 × 1080p/60 Hz, 1600 × 1200/60 Hz, 1280 × 1024/60
Hz, 1280 × 720/60 Hz, 1024 × 768/60 Hz
VGA2/HDMI2-output-
resolutie
1920 × 1080p/60 Hz, 1280 × 1024/60 Hz, 1280 × 720/60 Hz, 1024 × 768/60 Hz
Audio-output
2 kanalen, RCA (2.0 Vpp, 1 kΩ)
Decoderin
g
Decoderingsindeling
H.265/H.264/MPEG4
Liveweergave-/afspeelr
esolutie
12 MP/8 MP/6 MP/5 MP/4 MP/3 MP/1080p/UXGA/720p/VGA/4CIF/DCIF/2CIF/CIF/QCIF
Synchrone weergave
8 kanalen
16 kanalen
Capaciteit
4 kanalen met 8 MP of 16 kanalen met 1080p
HDD
SATA
8 SATA-interfaces voor 8 HDD's
eSATA
1 eSATA-interface
Capaciteit
Maximaal 6TB capaciteit voor elke HDD
Schijfserie
Serietype
RAID0, RAID1, RAID5, RAID10
Aantal arrays
4
Externe
interface
Netwerkinterface
2 RJ-45 10/100/1000 Mbps automatisch aangepaste ethernetinterfaces
Seriële interface
RS-232; RS-485; toetsenbord
USB-interface
Voorpaneel: 2 × USB 2.0; achterpaneel: 1 × USB 3.0
Alarm in/out
16/4
Algemeen
Voeding
100-240V wisselstroom, 50-60 Hz
Maximaal vermogen
200 W
Verbruik
(zonder HDD)
30 W
Bedrijfstemperatuur
-10 tot +55 ºC
Bedrijfsvochtigheid
10 tot 90 %
Chassis
19-inch 2U-chassis dat met een rek wordt geplaatst
Afmetingen (B × D × H)
445 × 470 ×90 mm
Gewicht (zonder HDD)
10 kg
User Manual of Network Video Recorder
237
DS-7600NI-I2
Model
DS-7608NI-I2
DS-7616NI-I2
DS-7632NI-I2
Video-/audio
-input
IP-video-input
8 kanalen
16 kanalen
32 kanalen
Maximale resolutie van 12 MP
Audio in twee
richtingen
1 kanaal, RCA (2.0 Vp-p, 1 kΩ)
Netwerk
Inkomende
bandbreedte
80 Mbps
160 Mbps
256 Mbps
Uitgaande bandbreedte
256 Mbps
Verbinding op afstand
128
Video-/audio
-output
Opnameresolutie
12 MP/8 MP/6 MP/5 MP/4 MP/3
MP/1080p/UXGA/720p/VGA/4CIF/DCIF/2CIF/CIF/QCIF
HDMI-output
resolutie
4K (3840 × 2160)/60 Hz, 4K (3840 × 2160)/30 Hz, 1920 × 1080p/60 Hz,
1600 × 1200/60 Hz, 1280 × 1024/60 Hz, 1280 × 720/60 Hz, 1024 × 768/60
Hz
VGA-output
resolutie
1920 × 1080p/60 Hz, 1280 × 1024/60 Hz, 1280 × 720/60 Hz, 1024 × 768/60
Hz
Audio-output
1 kanaal, RCA (lineair, 1 kΩ)
Decoderin
g
Decoderingsindeling
H.265/H.264/MPEG4
Liveweergave-/afspeelr
esolutie
12 MP/8 MP/6 MP/5 MP/4
MP/3MP/1080p/UXGA/720p/VGA/4CIF/DCIF/2CIF/CIF/QCIF
Synchrone weergave
8 kanalen
16 kanalen
16 kanalen
Capaciteit
2 kanalen met 4K of 8
kanalen met 1080p
4 kanalen met 4K of
16 kanalen met 1080p
4 kanalen met 4K of 16
kanalen met 1080p
HDD
SATA
2 SATA-interfaces voor 2 HDD's
Capaciteit
Maximaal 6TB capaciteit voor elke HDD
Externe
interface
Netwerkinterface
1 RJ-45 10/100/1000 Mbps automatisch aangepaste ethernetinterface
USB-interface
Voorpaneel: 1 × USB 2.0; achterpaneel: 1 × USB 3.0
Alarm in/out
4/1
Algemeen
Voeding
12V gelijkstroom
Power
40 W
Verbruik
(zonder HDD)
15 W
Bedrijfstemperatuur
-10 tot +55 ºC
Bedrijfsvochtigheid
10 tot 90 %
Chassis
Chassis van 380 mm
Afmetingen (B × D × H)
380 × 290 × 45 mm
Gewicht (zonder HDD)
1 kg
User Manual of Network Video Recorder
238
DS-7600NI-I2/P
Model
DS-7608NI-I2/8P
DS-7616NI-I2/16P
DS-7632NI-I2/16P
Video-/audio
-input
IP-video-input
8 kanalen
16 kanalen
32 kanalen
Maximale resolutie van 12 MP
Audio in twee
richtingen
1 kanaal, RCA (2.0 Vp-p, 1 kΩ)
Netwerk
Inkomende
bandbreedte
80 Mbps
160 Mbps
256 Mbps
Uitgaande bandbreedte
256 Mbps
Verbinding op afstand
128
Video-/audio
-output
Opnameresolutie
12 MP/8 MP/6 MP/5 MP/4 MP/3
MP/1080p/UXGA/720p/VGA/4CIF/DCIF/2CIF/CIF/QCIF
HDMI-output
resolutie
4K (3840 × 2160)/60 Hz, 4K (3840 × 2160)/30 Hz, 2K (2560 × 1440)/60 Hz, 1920
× 1080p/60 Hz, 1600 × 1200/60 Hz, 1280 × 1024/60 Hz, 1280 × 720/60 Hz, 1024
× 768/60 Hz
VGA-output
resolutie
1920 × 1080p/60 Hz, 1280 × 1024/60 Hz, 1280 × 720/60 Hz, 1024 × 768/60 Hz
Audio-output
1 kanaal, RCA (lineair, 1 kΩ)
Decoderin
g
Decoderingsindeling
H.265/H.264/MPEG4
Liveweergave-/afspeelr
esolutie
12 MP/8 MP/6 MP/5 MP/4 MP/3
MP/1080p/UXGA/720p/VGA/4CIF/DCIF/2CIF/CIF/QCIF
Synchrone weergave
8 kanalen
16 kanalen
16 kanalen
Capaciteit
2 kanalen met 4K of 8
kanalen met 1080p
4 kanalen met 4K of
16 kanalen met 1080p
4 kanalen met 4K of 16
kanalen met 1080p
HDD
SATA
2 SATA-interfaces voor 2 HDD's
Capaciteit
Maximaal 6TB capaciteit voor elke HDD
Externe
interface
Netwerkinterface
1 RJ-45 10/100/1000 Mbps automatisch aangepaste ethernetinterface
USB-interface
Voorpaneel: 1 × USB 2.0; achterpaneel: 1 × USB 3.0
Alarm in/out
4/1
PoE-interfac
e
(alleen voor
NVR's uit de
/P-serie)
Interface
8 RJ-45 10/100 Mbps
automatisch aangepaste
ethernetinterfaces
16 RJ-45 10/100 Mbps automatisch aangepaste
ethernetinterfaces
Power
120W
200W
Ondersteunde
standaard
IEEE 802.3 af/at
Algemeen
Voeding
100-240V wisselstroom, 50-60 Hz
Power
180 W
280 W
Verbruik
(zonder HDD)
15 W (als PoE niet is ingeschakeld)
Bedrijfstemperatuur
-10 tot +55 ºC
Bedrijfsvochtigheid
10 tot 90 %
Chassis
Chassis van 380 mm
Afmetingen (B × D × H)
380 × 290 × 45 mm
Gewicht (zonder HDD)
3 kg
User Manual of Network Video Recorder
239
DS-7700NI-I4
Model
DS-7708NI-I4
DS-7716NI-I4
DS-7732NI-I4
Video-/audio-
input
IP-video-input
8 kanalen
16 kanalen
32 kanalen
Maximale resolutie van 12 MP
Audio in twee
richtingen
1 kanaal, RCA (2.0 Vp-p, 1 kΩ)
Netwerk
Inkomende
bandbreedte
80 Mbps
160 Mbps
256 Mbps
Uitgaande bandbreedte
256 Mbps
Verbinding op afstand
128
Video-/audio-
output
Opnameresolutie
12 MP/8 MP/6 MP/5 MP/4 MP/3
MP/1080p/UXGA/720p/VGA/4CIF/DCIF/2CIF/CIF/QCIF
HDMI-output
resolutie
4K (3840 × 2160)/60 Hz, 4K (3840 × 2160)/30 Hz, 1920 × 1080p/60 Hz, 1600 ×
1200/60 Hz, 1280 × 1024/60 Hz, 1280 × 720/60 Hz, 1024 × 768/60 Hz
VGA-output
resolutie
1920 × 1080p/60 Hz, 1280 × 1024/60 Hz, 1280 × 720/60 Hz, 1024 × 768/60 Hz
Audio-output
1 kanaal, RCA (lineair, 1 kΩ)
Decodering
Decoderingsindeling
H.265/H.264/MPEG4
Liveweergave-/afspeelr
esolutie
12 MP/8 MP/6 MP/5 MP/4 MP/3
MP/1080p/UXGA/720p/VGA/4CIF/DCIF/2CIF/CIF/QCIF
Synchrone weergave
8 kanalen
16 kanalen
16 kanalen
Capaciteit
2 kanalen met 4K of 8
kanalen met 1080p
4 kanalen met 4K of 16
kanalen met 1080p
4 kanalen met 4K
of 16 kanalen met
1080p
HDD
SATA
4 SATA-interfaces voor 4 HDD's
Capaciteit
Maximaal 6TB capaciteit voor elke HDD
Externe
interface
Netwerkinterface
2 RJ-45 10/100/1000 Mbps automatisch aangepaste ethernetinterfaces
Seriële interface
1 RS-485 (half-duplex), 1 RS-232
USB-interface
Voorpaneel: 2 × USB 2.0; achterpaneel: 1 × USB 3.0
Alarm in/out
16/4
Algemeen
Voeding
100-240V wisselstroom
Power
80 W
Verbruik
(zonder HDD)
20 W
Bedrijfstemperatuur
-10 tot +55 ºC
Bedrijfsvochtigheid
10 tot 90 %
Chassis
19-inch 1.5U-chassis dat met een rek wordt geplaatst
Afmetingen (B × D × H)
445 × 390 ×70 mm
Gewicht (zonder HDD)
5 kg
User Manual of Network Video Recorder
240
DS-7700NI-I4/P
Model
DS-7708NI-I4/8P
DS-7716NI-I4/16P
DS-7732NI-I4/16P
Video-/audio
-input
IP-video-input
8 kanalen
16 kanalen
32 kanalen
Maximale resolutie van 12 MP
User Manual of Network Video Recorder
241
Audio in twee
richtingen
1 kanaal, RCA (2.0 Vp-p, 1 kΩ)
Netwerk
Inkomende
bandbreedte
80 Mbps
160 Mbps
256 Mbps
Uitgaande bandbreedte
256 Mbps
Verbinding op afstand
128
Video-/audio
-output
Opnameresolutie
12 MP/8 MP/6 MP/5 MP/4 MP/3
MP/1080p/UXGA/720p/VGA/4CIF/DCIF/2CIF/CIF/QCIF
HDMI-output
resolutie
4K (3840 × 2160)/60 Hz, 4K (3840 × 2160)/30 Hz, 1920 × 1080p/60 Hz, 1600
× 1200/60 Hz, 1280 × 1024/60 Hz, 1280 × 720/60 Hz, 1024 × 768/60 Hz
VGA-output
resolutie
1920 × 1080p/60 Hz, 1280 × 1024/60 Hz, 1280 × 720/60 Hz, 1024 × 768/60 Hz
Audio-output
1 kanaal, RCA (lineair, 1 kΩ)
Decoderin
g
Decoderingsindeling
H.265/H.264/MPEG4
Liveweergave-/afspeelr
esolutie
12 MP/8 MP/6 MP/5 MP/4 MP/3
MP/1080p/UXGA/720p/VGA/4CIF/DCIF/2CIF/CIF/QCIF
Synchrone weergave
8 kanalen
16 kanalen
16 kanalen
Capaciteit
2 kanalen met 4K of 8
kanalen met 1080p
4 kanalen met 4K of
16 kanalen met 1080p
4 kanalen met 4K of 16
kanalen met 1080p
HDD
SATA
4 SATA-interfaces voor 4 HDD's
Capaciteit
Maximaal 6TB capaciteit voor elke HDD
Externe
interface
Netwerkinterface
1 RJ-45 10/100/1000 Mbps automatisch aangepaste ethernetinterface
Seriële interface
1 RS-485 (half-duplex), 1 RS-232
USB-interface
Voorpaneel: 2 × USB 2.0; achterpaneel: 1 × USB 3.0
Alarm in/out
16/4
PoE-interfac
e
(alleen voor
NVR's uit de
/P-serie)
Interface
8 RJ-45 10/100 Mbps
automatisch
aangepaste
ethernetinterfaces
16 RJ-45 10/100 Mbps automatisch aangepaste
ethernetinterfaces
Power
200W
Ondersteunde
standaard
IEEE 802.3 af/at
Algemeen
Voeding
100-240V wisselstroom
Power
300 W
Verbruik
(zonder HDD)
20 W (als PoE niet is ingeschakeld)
Bedrijfstemperatuur
-10 tot +55 ºC
Bedrijfsvochtigheid
10 tot 90 %
Chassis
19-inch 1.5U-chassis dat met een rek wordt geplaatst
Afmetingen (B × D × H)
445 × 390 ×70 mm
Gewicht (zonder HDD)
5 kg
User Manual of Network Video Recorder
242
17.2 Woordenlijst
Dual-stream: Dual-stream is een technologie die wordt gebruikt om video's met hoge resolutie lokaal op
te nemen terwijl een stream met een lage resolutie over het netwerk wordt verzonden. De twee streams
worden door de NVR gegenereerd. De hoofdstream heeft een maximale resolutie van 4CIF, de substream
heeft een maximale resolutie van CIF.
HDD: Acroniem voor Hard Disk Drive (hardeschijfstation). Een medium waarop digitaal gecodeerde
gegevens worden opgeslagen op schijven met een magnetisch oppervlak.
DHCP: Dynamic Host Configuration Protocol (DHCP) is een netwerktoepassingsprotocol dat wordt
gebruikt voor apparaten (DHCP-clients) om configuratie-informatie voor werking te ontvangen binnen een
IP-netwerk (Internet Protocol).
HTTP: Acroniem voor Hypertext Transfer Protocol. Een protocol waarmee hypertext-aanvragen en
-informatie via een netwerk worden overgebracht tussen servers en browsers.
PPPoE: Point-to-Point Protocol over Ethernet (PPPoE) is een netwerkprotocol voor het insluiten van
PPP-frames (Point-to-Point Protocol) binnen ethernetframes. Het protocol wordt voornamelijk gebruikt
voor ADSL-services, waarbij afzonderlijke gebruikers verbinding maken met de ADSL-transceiver
(modem) via ethernet, en in normale MAN-ethernetnetwerken.
DDNS: Dynamic DNS is een methode, protocol of netwerkservice waarmee een netwerkapparaat, zoals
een router of computersysteem waarvoor de IP-suite wordt gebruikt, aan een domeinnaamserver in
real-time (ad-hoc) kan doorgeven dat de actieve DNS-configuratie van geconfigureerde hostnamen,
-adressen overige informatie uit de DNS moet worden gewijzigd.
Hybride DVR: Een hybride DVR is een combinatie van een DVR en een NVR.
NTP: Acroniem voor Network Time Protocol. Een protocol dat is ontworpen om de klokken van
computers via een netwerk te synchroniseren.
NTSC: Acroniem voor National Television System Committee. NTSC is een standaard voor analoge
televisie die wordt gebruikt in landen als de Verenigde Staten en Japan. Elk frame van een NTSC-signaal
bevat 525 scanlijnen bij een frequentie van 60 Hz.
NVR: Acroniem voor Network Video Recorder (netwerkvideorecorder). Een NVR kan een pc-systeem of
ingesloten systeem zijn dat wordt gebruikt voor gecentraliseerd beheer en gecentraliseerde opslag voor
IP-camera's, IP-domes en andere DVR's.
PAL: Acroniem voor Phase Alternating Line. PAL is een andere videostandaard die in grote delen van de
wereld wordt gebruikt voor televisiesystemen. Een PAL-signaal bevat 625 scanlijnen bij een frequentie van
50 Hz.
PTZ: Acroniem voor Pan, Tilt, Zoom (pannen, kantelen, zoomen). PTZ-camera's zijn door motoren
aangedreven systemen waarmee de camera van links naar rechts kan worden gepand, omhoog en omlaag
kan worden gekanteld, en kan worden in- en uitgezoomd.
USB: Acroniem voor Universal Serial Bus. USB is een plug-and-play-standaard voor seriële bussen die
dient als interface tussen apparaten en een hostcomputer.
User Manual of Network Video Recorder
243
17.3 Probleemoplossing
Geen beeld op de monitor na normaal opstarten.
Mogelijke redenen:
a) Geen VGA- of HDMI-verbinding.
b) Verbindingskabel is beschadigd.
c) Onjuiste inputmodus voor de monitor.
Stappen:
1. Controleer of het apparaat op de monitor is aangesloten met een HDMI- of VGA-kabel.
Als dit niet zo is, sluit u het apparaat op de monitor aan en start u het apparaat opnieuw.
2. Controleer of de verbindingskabel niet beschadigd is.
Als er na het opnieuw starten nog steeds geen beeld op de monitor wordt weergegeven, controleert u of
de verbindingskabel niet is beschadigd of vervangt u de kabel.
3. Controleer of de juiste inputmodus wordt gebruikt voor de monitor.
Controleer of de inputmodus van de monitor overeenkomt met de outputmodus van het apparaat (als de
outputmodus van de NVR bijvoorbeeld HDMI is, moet HDMI ook worden gebruikt als inputmodus van
de monitor). Als dit niet het geval is, wijzigt u de inputmodus van de monitor.
4. Controleer of de fout wordt verholpen door stap 1-3.
Als het probleem is verholpen, voltooit u de procedure.
Als het probleem blijft bestaan, neemt u contact op met een technicus van Hikvision voor verdere
procedures.
U hoort een audiowaarschuwing die klinkt als 'Di-Di-Di-DiDi' nadat een onlangs aangeschafte NVR
wordt gestart.
Mogelijke redenen:
a) Er is geen HDD in het apparaat geplaatst.
b) De geplaatste HDD is niet geïnitialiseerd.
c) De geplaatste HDD is niet compatibel met de NVR of is defect.
Stappen:
1. Controleer of er ten minste één HDD in de NVR is geplaatst.
1) Als dat niet zo is, plaatst u een compatibel HDD.
Raadpleeg de Beknopte bedieningshandleiding voor stappen voor het plaatsen van HDD's.
2) Als u geen HDD wilt plaatsen, selecteert u Menu > Configuratie > Uitzonderingen en schakelt u het
selectievakje voor audiowaarschuwingen uit voor HDD-fouten.
2. Controleer of de HDD is geïnitialiseerd.
1) Selecteer Menu > HDD > Algemeen.
2) Als de HDD-status 'Niet geïnitialiseerd' is, schakelt u het selectievakje van de desbetreffende HDD
in en klikt u op de knop Initialiseren.
3. Controleer of de HDD wordt gedetecteerd en in goede staat is.
1) Selecteer Menu > HDD > Algemeen.
2) Als de HDD niet wordt gedetecteerd of als de status Abnormaal is, vervangt u de desbetreffende
HDD in overeenstemming met de vereisten.
4. Controleer of de fout wordt verholpen door stap 1-3.
Als het probleem is verholpen, voltooit u de procedure.
Als het probleem blijft bestaan, neemt u contact op met een technicus van Hikvision voor verdere
procedures.
User Manual of Network Video Recorder
244
De status van toegevoegde IP-camera's wordt weergegeven als Verbinding verbroken wanneer de
camera's zijn aangesloten via een privéprotocol. Selecteer Menu > Camera > Camera > IP-camera om
de camerastatus op te halen.
Mogelijke redenen:
a) Netwerkfout, of de verbinding tussen de NVR en de IP-camera is verbroken.
b) De parameters zijn onjuist geconfigureerd bij het toevoegen van de IP-camera.
c) Onvoldoende bandbreedte.
Stappen:
1. Controleer of er netwerkverbinding is.
1) Sluit de NVR en de pc aan met de RS-232-kabel.
2) Open de Super Terminal-software en voer een pingopdracht uit. Voer 'ping [IP-adres]' uit
(bijvoorbeeld ping 172.6.22.131).
Druk tegelijkertijd op Ctrl en C om de pingopdracht af te sluiten.
Als er informatie wordt geretourneerd en de tijdwaarde laag is, is de netwerkstatus normaal.
2. Controleer of de configuratieparameters juist zijn ingesteld.
1) Selecteer Menu > Camera > Camera > IP-camera.
2) Controleer of de volgende parameters overeenkomen met die van de aangesloten IP-apparaten,
waaronder het IP-adres, het protocol, de beheerpoort, de gebruikersnaam en het wachtwoord.
3. Controleer of er voldoende bandbreedte beschikbaar is.
1) Selecteer Menu > Onderhoud > Netwerkdetectie > Netwerkstatistieken.
2) Controleer het gebruik van de toegankelijke bandbreedte en of de totale bandbreedte de limiet heeft
bereikt.
4. Controleer of de fout wordt verholpen door stap 1-3.
Als het probleem is verholpen, voltooit u de procedure.
Als het probleem blijft bestaan, neemt u contact op met een technicus van Hikvision voor verdere
procedures.
De IP-camera gaat regelmatig online en offline en de weergegeven status is Verbinding verbroken.
Mogelijke redenen:
a) De IP-camera en de NVR-versie zijn niet compatibel.
b) Onregelmatige voeding van de IP-camera.
c) Instabiel netwerk tussen de IP-camera en de NVR.
d) Beperkte netwerkstroom door de switch die is aangesloten op de IP-camera en NVR.
Stappen:
1. De IP-camera- en NVR-versie zijn niet compatibel.
1) Open de interface voor IP-camerabeheer: Menu > Camera > Camera> IP-camera. Controleer de
firmwareversie van de aangesloten IP-camera.
2) Open de interface voor systeeminformatie: Menu > Onderhoud > Systeeminformatie >
Apparaatinformatie. Controleer de firmwareversie van de NVR.
2. Controleer of de voeding van de IP-camera stabiel is.
1) Controleer of de voedingsindicator normaal brandt.
2) Wanneer de IP-camera offline is, probeert u een pingopdracht op de pc uit te voeren om te
controleren of de pc verbinding kan maken met de IP-camera.
3. Controleer of de netwerkverbinding tussen de IP-camera en de NVR stabiel is.
1) Wanneer de camera offline is, sluit u de pc en NVR aan met de RS-232-kabel.
User Manual of Network Video Recorder
245
2) Open Super Terminal, gebruik de pingopdracht en blijf grote gegevenspakketten verzenden naar de
aangesloten IP-camera om te controleren of er packet loss optreedt.
Druk tegelijkertijd op Ctrl en C om de pingopdracht af te sluiten.
Voorbeeld: Voer ping 172.6.22.131 l 1472 f in.
4. Controleer of stroomcontrole actief is voor de switch.
Controleer het merk en model van de switch waarmee de IP-camera en NVR zijn aangesloten. Neem
contact op met de fabrikant van de switch om te controleren of deze de functie voor stroomcontrole
heeft. Als dit het geval is, schakelt u deze functie uit.
5. Controleer of de fout wordt verholpen door stap 1-4.
Als het probleem is verholpen, voltooit u de procedure.
Als het probleem blijft bestaan, neemt u contact op met een technicus van Hikvision voor verdere
procedures.
Geen monitor die lokaal is aangesloten op de NVR, en wanneer u de IP-camera op afstand via een
webbrowser beheert om verbinding te maken met het apparaat, wordt de status weergegeven als
Verbonden. Als u vervolgens het apparaat op de monitor aansluit via de VGA- of HDMI-interface en het
apparaat opnieuw start, wordt er een zwart scherm met de muiscursor weergegeven.
Sluit de NVR op de monitor aan voordat u opstart via de VGA- of HDMI-interface, en beheer de
IP-camera om lokaal of op afstand verbinding te maken met het apparaat. De status van de IP-camera
wordt nu weergegeven als Verbonden. Sluit het apparaat vervolgens aan via CVBS. Er wordt weer een
zwart scherm weergegeven.
Mogelijke redenen:
Nadat de IP-camera op de NVR is aangesloten, wordt het beeld standaard weergegeven via de
hoofdspotinterface.
Stappen:
1. Schakel het outputkanaal in.
2. Selecteer Menu > Configuratie > Liveweergave > Weergave, selecteer de video-outputinterface in de
vervolgkeuzelijst en configureer het venster dat u wilt weergeven.
De weergave-instellingen kunnen alleen worden geconfigureerd via lokale bediening van de NVR.
U kunt afwijkende cameravolgordes en vensterverdelingsmodi instellen voor afzonderlijke
outputinterfaces. Waarden als D1 en D2 staan voor het kanaalnummer, en X houdt in dat het
geselecteerde venster geen beeldoutput heeft.
3. Controleer of de fout wordt verholpen door de bovenstaande stappen.
Als het probleem is verholpen, voltooit u de procedure.
Als het probleem blijft bestaan, neemt u contact op met een technicus van Hikvision voor verdere
procedures.
Liveweergave blijft hangen bij lokale video-output.
Mogelijke redenen:
a) Slechte netwerkverbinding tussen de NVR en IP-camera, en er treedt packet loss op tijdens de
verzending.
b) De framerate komt niet overeen met de real-time framerate.
Stappen:
1. Controleer of er een netwerkverbinding tussen de NVR en IP-camera bestaat.
1) Als het beeld blijft hangen, sluit u de RS-232-poorten op de pc en het achterpaneel van de NVR op
elkaar aan met een RS-232-kabel.
2) Open Super Terminal en voer de opdracht 'ping 192.168.0.0 l 1472 f' uit (het IP-adres is
afhankelijk van de daadwerkelijke omstandigheden). Controleer of er packet loss optreedt.
User Manual of Network Video Recorder
246
Druk tegelijkertijd op Ctrl en C om de pingopdracht af te sluiten.
2. Controleer of de framerate overeenkomt met de real-time framerate.
Selecteer Menu > Opnemen > Parameters > Opnemen en stel de framerate in op volledige framerate.
3. Controleer of de fout wordt verholpen door de bovenstaande stappen.
Als het probleem is verholpen, voltooit u de procedure.
Als het probleem blijft bestaan, neemt u contact op met een technicus van Hikvision voor verdere
procedures.
Liveweergave blijft hangen bij video-output via Internet Explorer of de platformsoftware.
Mogelijke redenen:
a) Slechte netwerkverbinding tussen de NVR en IP-camera, en er treedt packet loss op tijdens de verzending.
b)Slechte netwerkverbinding tussen de NVR en pc, en er treedt packet loss op tijdens de verzending.
c) De prestaties van de hardware zijn onvoldoende, bijvoorbeeld onvoldoende CPU-vermogen of geheugen,
enzovoort.
Stappen:
1. Controleer of er een netwerkverbinding tussen de NVR en IP-camera bestaat.
1) Als het beeld blijft hangen, sluit u de RS-232-poorten op de pc en het achterpaneel van de NVR op
elkaar aan met een RS-232-kabel.
2) Open Super Terminal en voer de opdracht 'ping 192.168.0.0 l 1472 f' uit (het IP-adres is
afhankelijk van de daadwerkelijke omstandigheden). Controleer of er packet loss optreedt.
Druk tegelijkertijd op Ctrl en C om de pingopdracht af te sluiten.
2. Controleer of er een netwerkverbinding tussen de NVR en pc bestaat.
1) Open een Opdrachtprompt-venster via het Start-menu of druk op de sneltoets Windows-toets + R
om dit programma te openen.
2) Gebruik een pingopdracht om een groot pakket naar de NVR te verzenden. Voer hiervoor de
opdracht 'ping 192.168.0.0 l 1472 f' uit (het IP-adres is afhankelijk van de daadwerkelijke
omstandigheden). Controleer of er packet loss optreedt.
Druk tegelijkertijd op Ctrl en C om de pingopdracht af te sluiten.
3. Controleer of de hardware van de pc krachtig genoeg is.
Druk gelijktijdig op Ctrl, Alt en Delete om de interface voor taakbeheer van Windows te openen, zoals
weergegeven in de volgende afbeelding.
User Manual of Network Video Recorder
247
Interface voor taakbeheer van Windows
Selecteer het tabblad Prestaties. Controleer de status van de CPU en het geheugen.
Als er onvoldoende bronnen beschikbaar zijn, beëindigt u enkele niet-noodzakelijke processen.
4. Controleer of de fout wordt verholpen door de bovenstaande stappen.
Als het probleem is verholpen, voltooit u de procedure.
Als het probleem blijft bestaan, neemt u contact op met een technicus van Hikvision voor verdere
procedures.
Wanneer u de NVR gebruikt om de audio van de liveweergave op te halen, is er geen geluid hoorbaar,
klinkt er te veel ruis of is het volume te laag.
Mogelijke redenen:
a) De kabel tussen het ophaalpunt en de IP-camera is onjuist aangesloten, de impedantie komt niet overeen of
deze is niet compatibel.
b) Het streamtype is niet ingesteld op Video en audio.
c) De coderingsstandaard wordt niet ondersteund op de NVR.
Stappen:
1. Controleer of de kabel tussen het ophaalpunt en de IP-camera juist is aangesloten, en of de impedantie
overeenkomt en compatibel is.
Meld u rechtstreeks aan op de IP-camera. Schakel audio in en controleer of het geluid nu normaal is. Als
dit niet het geval is, neemt u contact op met de fabrikant van de IP-camera.
2. Controleer of de parameters juist zijn ingesteld.
Selecteer Menu > Opnemen > Parameters > Opnemen en stel het streamtype in op Video en audio.
3. Controleer of de standaard voor audiocodering van de IP-camera wordt ondersteund op de NVR.
De NVR biedt ondersteuning voor de standaarden G722.1 en G711. Als de coderingsparameters van de
inputaudio hiervan afwijken, kunt u zich aanmelden bij de IP-camera om een ondersteunde standaard te
configureren voor de camera.
4. Controleer of de fout wordt verholpen door de bovenstaande stappen.
Als het probleem is verholpen, voltooit u de procedure.
Als het probleem blijft bestaan, neemt u contact op met een technicus van Hikvision voor verdere
procedures.
Het beeld blijft hangen wanneer de NVR beeld van een of meer kanalen afspeelt.
User Manual of Network Video Recorder
248
Mogelijke redenen:
a) Slechte netwerkverbinding tussen de NVR en IP-camera, en er treedt packet loss op tijdens de verzending.
b) De framerate komt niet overeen met de real-time framerate.
c) De NVR biedt ondersteuning voor synchroon afspelen van maximaal 16 kanalen bij een 4CIF-resolutie.
Als u synchroon afspelen van 16 kanalen bij een 720P-resolutie wilt gebruiken, kan er frame-extractie
optreden, wat kan leiden tot kleine haperingen.
Stappen:
1. Controleer of er een netwerkverbinding tussen de NVR en IP-camera bestaat.
1) Als het beeld blijft hangen, sluit u de RS-232-poorten op de pc en het achterpaneel van de NVR op
elkaar aan met een RS-232-kabel.
2) Open Super Terminal en voer de opdracht 'ping 192.168.0.0 l 1472 f' uit (het IP-adres is
afhankelijk van de daadwerkelijke omstandigheden). Controleer of er packet loss optreedt.
Druk tegelijkertijd op Ctrl en C om de pingopdracht af te sluiten.
2. Controleer of de framerate overeenkomt met de real-time framerate.
Selecteer Menu > Opnemen > Parameters > Opnemen en stel de framerate in op volledige framerate.
3. Controleer of de hardware krachtig genoeg is om het afspelen te verwerken.
Beperk het aantal afspeelkanalen.
Selecteer Menu > Opnemen > Parameters > Opnemen en stel de resolutie en bitrate in op een lagere
waarde.
4. Beperk het aantal kanalen voor lokaal afspelen.
Selecteer Menu > Afspelen en schakel het selectievakje voor niet-noodzakelijke kanalen uit.
5. Controleer of de fout wordt verholpen door de bovenstaande stappen.
Als het probleem is verholpen, voltooit u de procedure.
Als het probleem blijft bestaan, neemt u contact op met een technicus van Hikvision voor verdere
procedures.
Geen opnamebestanden gevonden op de lokale HDD van de NVR, en het bericht 'Geen opnamebestand
gevonden' wordt weergegeven.
Mogelijke redenen:
a) De tijdinstellingen van het systeem zijn onjuist.
b) De zoekvoorwaarde is onjuist.
c) De HDD bevat fouten of is niet gedetecteerd.
Stappen:
1. Controleer of de instelling voor de systeemtijd juist is.
Selecteer Menu > Configuratie > Algemeen > Algemeen en controleer of de apparaattijd juist is.
2. Controleer of de zoekvoorwaarde juist is.
Selecteer Afspelen en controleer of het kanaal en de tijd juist zijn ingesteld.
3. Controleer of de HDD-status normaal is.
Selecteer Menu > HDD > Algemeen om de HDD-status weer te geven. Controleer vervolgens of de
HDD is gedetecteerd en of deze normaal kan worden gelezen en beschreven.
4. Controleer of de fout wordt verholpen door de bovenstaande stappen.
Als het probleem is verholpen, voltooit u de procedure.
Als het probleem blijft bestaan, neemt u contact op met een technicus van Hikvision voor verdere
procedures.
User Manual of Network Video Recorder
249
17.4 Overzicht van wijzigingen
Versie 3.3.4
Toegevoegd:
1. De nieuwe modellen DS-7600NI-I2 (/P) en DS-7700NI-I4 (/P) zijn toegevoegd.
2. Ondersteuning voor EZVIZ Cloud P2P toegevoegd (stap 4 in Hoofdstuk 2.3 De wizard gebruiken voor
basisconfiguratie, Hoofdstuk 11.2.2 EZVIZ Cloud P2P configureren)
User Manual of Network Video Recorder
250
17.5 Lijst met compatibele IP-camera's
17.5.1 Lijst met IP-camera's van Hikvision
De lijst is samengesteld naar eigen inzicht van ons bedrijf.
Type
Model
Versie
Maximale
resolutie
Substream
Audio
SD-netwerkcamera
DS-2CD7133F-E
V5.2.0 build 140721
640x480
×
DS-2CD793NFWD-EI
V5.2.0 build 140721
704x576
DS-2CD802NF
V2.0 build 090522
704x576
V2.0 build 090715
V2.0 build 110301
DS-2CD833F-E
V5.2.0 build 140721
640x480
DS-2CD893PF-E
V5.2.0 build 140721
704x576
HD-netwerkcamera
DS-2CD2012-I
V5.3.0 build150327
1280x960
×
DS-2CD2132-I
V5.3.0 build150327
2048x1536
×
DS-2CD2410FD-I(W)
V5.3.0 build150327
1920x1080
DS-2CD2612F-I
V5.3.0 build150327
1280x960
×
DS-2CD2612F-IS
V5.3.0 build150327
1280x960
DS-2CD2632F-I
V5.3.0 build150327
2048x1536
×
DS-2CD2632F-IS
V5.3.0 build150327
2048x1536
DS-2CD2710F-I
V5.3.0 build150327
1920x1080
×
DS-2CD2720F-I
V5.3.0 build150327
1920x1080
×
DS-2CD4010F
V5.3.0 build150327
1920x1080
DS-2CD4012F
V5.3.0 build150327
1280x1024
DS-2CD4026FWD
V5.3.0 build150327
1920x1080
DS-2CD4026FWD-SDI
V5.3.0 build150327
1920x1080
DS-2CD4032FWD
V5.3.0 build150327
2048x1536
DS-2CD4065F
V5.3.0 build150327
3072x2048
DS-2CD4124F-I(2.8-12mm)
V5.3.0 build150327
1920x1080
DS-2CD4132FWD-I(2.8-12mm)
V5.3.0 build150327
2048x1536
DS-2CD4212F-I(2.8-12mm)
V5.3.0 build150327
1280x1024
×
DS-2CD4212F-IS(2.8-12mm)
V5.3.0 build150327
1280x1024
DS-2CD4212FWD-I
V5.3.0 build150327
1280x960
×
DS-2CD4212FWD-IS
V5.3.0 build150327
1280x960
DS-2CD4224F-I
V5.3.0 build150327
1920x1080
×
DS-2CD4232FWD-I
V5.3.0 build150327
2048x1536
×
DS-2CD4232FWD-IS(2.8-12mm)
V5.3.0 build150327
2048x1536
DS-2CD4312F-I
V5.3.0 build150327
1280x1024
×
User Manual of Network Video Recorder
251
Type
Model
Versie
Maximale
resolutie
Substream
Audio
DS-2CD4312FWD-I
V5.3.0 build150327
1280x960
×
DS-2CD4324F-I
V5.3.0 build150327
1920x1080
×
DS-2CD4332FHWD-IS
V5.3.0 build150327
2048x1536
DS-2CD4332FHWD-I
V5.3.0 build150327
2048x1536
×
DS-2CD4332FWD-I
V5.3.0 build150327
2048x1536
×
DS-2CD6213F
V5.2.6 build 141218
1280x960
×
DS-2CD6223F
V5.2.6 build 141218
1920x1080
×
DS-2CD6233F
V5.2.6 build 141218
2048x1536
×
DS-2CD7153-E
V5.2.0 build 140721
1600x1200
×
DS-2CD7164-E
V5.2.0 build 140721
1280x720
×
DS_2CD754F-EI
V5.2.0 build 140721
2048x1536
DS-2CD754FWD-E
V5.2.0 build 140721
1920x1080
DS-2CD754FWD-EIZ
V5.2.0 build 140721
2048x1536
DS_2CD783F-EI
V5.2.0 build 140721
2560x1920
DS-2CD8153F-E
V5.2.0 build 140721
1600x1200
DS-2CD8464F-EI
V5.2.0 build 140721
1280x960
DS-2CD852MF-E
V2.0 build 110614
1600x1200
V2.0 build 110426
V2.0 build 100521
DS-2CD855F-E
V5.2.0 build 140721
1920x1080
DS-2CD862MF-E
V2.0 build 110614
1280x960
V2.0 build 110426
V2.0 build 100521
DS-2CD863PF/NF-E
V5.2.0 build 140721
1280x960
DS-2CD864FWD-E
V5.2.0 build 140721
1280x720
DS-2CD876MF/BF-E
V4.0.3 build120913
1600x1200
DS-2CD877BF
V4.0.3 build120913
1920x1080
DS-2CD886MF-E
V4.0.3 build 120913
2560x1920
DS-2CD966(B)
V3.1 build 120423
1360x1024
×
×
DS-2CD966-V(B)
V3.1 build 120423
1360x1024
×
×
DS-2CD976(C)
V3.1 build 120423
1600x1200
×
×
DS-2CD976-V(C)
V3.1 build 120423
1600x1200
×
×
DS-2CD977(C)
V3.1 build 120423
1920x1080
×
×
DS-2CD986A(C)
V3.1 build 120423
2448x2048
×
×
DS-2CD986CB
V2.3.6 build 120401
2560x1920
×
×
HD-netwerkcamera
DS-2CD9122
V3.7.1 build140417
1920x1080
×
DS-2CD9152
V3.7.1 build140417
2560x1920
×
iDS-2CD9152
V3.7.1 build140417
2560x1920
×
DS-2CD9122-H
V3.7.1 build140417
1920x1080
×
DS-2CD9182-H
V3.8.1 build140815
3296x2472
×
DS-2CD9121
V3.7.1 build140417
1600x1200
×
User Manual of Network Video Recorder
252
Type
Model
Versie
Maximale
resolutie
Substream
Audio
iDS-2CD9121
V3.7.1 build140417
1600x1200
×
DS-2CD9131
V4.0.0 build150213
2048x1536
×
iDS-2CD9131
V4.0.0 build150213
2048x1536
×
DS-2CD9121A
V3.8.2 build141121
1600x1200
×
iDS-2CD9121A
V3.8.2 build141121
1600x1200
×
DS-2CD9111(B)
V3.7.1 build140417
1360x1024
×
DS-2CD9151A
V3.8.2 build141121
2448x2048
×
DS-2CD9152-H
V3.8.2 build141121
2592x2048
×
iDS-2CD9282
V3.8.2 build141121
3296x2472
×
DS-2CD9131-K
V4.0.0 build150213
2048x1536
DS-2CD9152-HK
V3.8.2 build141121
2592x2048
iDS-2CD9131-E
V3.8.2 build141121
2048x1536
×
iDS-2CD9151A-E
V3.8.2 build141121
2448x2048
×
iDS-2CD9151A
V3.8.2 build141121
2448x2048
×
iDS-2CD9152-EH
V3.8.2 build141121
2592x2048
×
iDS-2CD9152-H
V3.8.2 build141121
2592x2048
×
DS-2CD9120-H
V3.7.1 build140417
1600x1200
×
iDS-2CD9361
V4.0.0 build150213
2752*2208
×
iDS-2CD9022
V4.0.0 build150213
1920x1080
iDS-2CD9025
V3.8.2 build141114
1920x1080
×
iDS-2CD9022-SZ
V4.0.0 build150213
1920x1080
×
DS-2CD9125-KS
V3.8.1 build150113
1920x1080
×
SD-encoder
DS-6501HCI
V1.0.1 build130607
352x288
DS-6501HCI-SATA
V1.0.1 build130607
352x288
DS-6501HFI
V1.0.1 build130607
704x576
DS-6501HFI- SATA
V1.0.1 build130607
704x576
DS-6502HCI
V1.0.1 build130607
352x288
DS-6502HCI- SATA
V1.0.1 build130607
352x288
DS-6502HFI
V1.0.1 build130607
704x576
DS-6502HFI- SATA
V1.0.1 build130607
704x576
DS-6504HCI
V1.0.1 build130607
352x288
DS-6504HCI- SATA
V1.0.1 build130607
352x288
DS-6504HFI
V1.0.1 build130607
704x576
DS-6504HFI- SATA
V1.0.1 build130607
704x576
DS-6508HCI
V1.0.1 build130607
352x288
DS-6508HCI- SATA
V1.0.1 build130607
352x288
DS-6508HFI
V1.0.1 build130607
704x576
DS-6508HFI- SATA
V1.0.1 build130607
704x576
DS-6516HCI
V1.0.1 build130607
352x288
DS-6516HCI- SATA
V1.0.1 build130607
352x288
DS-6516HFI
V1.0.1 build130607
704x576
User Manual of Network Video Recorder
253
Type
Model
Versie
Maximale
resolutie
Substream
Audio
DS-6516HFI- SATA
V1.0.1 build130607
704x576
DS-6601HCI
V1.2.1 build131202
352x288
DS-6602HCI
V1.2.1 build131202
352x288
DS-6604HCI
V1.2.1 build131202
352x288
DS-6601HFI(-SATA)
V1.2.1 build131202
704x576
DS-6602HFI(SATA)
V1.2.1 build131202
704x576
DS-6604HFI(-SATA)
V1.2.1 build131202
704x576
DS-6701HWI
V1.2.3 build141202
960x576
DS-6701HWI-SATA
V1.2.3 build141202
960x576
DS-6704HWI
V1.2.3 build141202
960x576
DS-6704HWI-SATA
V1.2.3 build141202
960x576
DS-6708HWI
V1.2.3 build141202
960x576
DS-6708HWI-SATA
V1.2.3 build141202
960x576
DS-6716HWI
V1.2.3 build141202
960x576
DS-6716HWI-SATA
V1.2.3 build141202
960x576
HD-encoder
DS-6601HFHI
V1.1.0 build150123
1920x1080
DS-6601HFHI/L
V1.1.0 build150123
1920x1080
Network Speed
Dome
DS-2DF7274-A/D/AF
V5.2.8 build150124
1280x960
iDS-2DF7274-A/D/AF
V5.2.8 build150124
1280x960
DS-2DM7274-A
V5.2.8 build150124
1280x960
DS-2DF5274-A/D/A3/D3/AF/A3F
V5.2.8 build150124
1280x960
iDS-2DF5274-A/D/A3/D3/AF/A3F
V5.2.8 build150124
1280x960
DS-2DM5274-A/A3
V5.2.8 build150124
1280x960
DS-2DF7276-A/D/AF
V5.2.8 build150124
1280x960
iDS-2DF7276-A/D/AF
V5.2.8 build150124
1280x960
DS-2DF5276-A/D/A3/D3/AF/A3F
V5.2.8 build150124
1280x960
iDS-2DF5276-A/D/A3/D3/AF/A3F
V5.2.8 build150124
1280x960
DS-2DF7274-AH/DH/AFH
V5.2.8 build150124
1280x960
iDS-2DF7274-AH/DH/AFH
V5.2.8 build150124
1280x960
DS-2DF5274-AH/DH/A3H/D3H/AFH/A3FH
V5.2.8 build150124
1280x960
iDS-2DF5274-AH/DH/A3H/D3H/AFH/A3FH
V5.2.8 build150124
1280x960
DS-2DF7276-AH/DH/AFH
V5.2.8 build150124
1280x960
iDS-2DF7276-AH/DH/AFH
V5.2.8 build150124
1280x960
DS-2DF5276-AH/DH/A3H/D3H/AFH/A3FH
V5.2.8 build150124
1280x960
iDS-2DF5276-AH/DH/A3H/D3H/AFH/A3FH
V5.2.8 build150124
1280x960
DS_2DF7130I5-AW
V5.2.8 build150124
1280x960
DS-2DF7285-AH
V5.2.8 build150124
1920x1080
DS-2DF5285-AH
V5.2.8 build150124
1920x1080
DS-2DF7294-A/D/AF
V5.2.8 build150124
2048x1536
iDS-2DF7294-A/D/AF
V5.2.8 build150124
2048x1536
DS-2DF5294-A/D/A3/D3/AF/A3F
V5.2.8 build150124
2048x1536
User Manual of Network Video Recorder
254
Type
Model
Versie
Maximale
resolutie
Substream
Audio
iDS-2DF5294-A/D/A3/D3/AF/A3F
V5.2.8 build150124
2048x1536
DS-2DF7296-A/D/AF
V5.2.8 build150124
2048x1536
iDS-2DF7296-A/D/AF
V5.2.8 build150124
2048x1536
DS-2DF5296-A/D/A3/D3/AF/A3F
V5.2.8 build150124
2048x1536
iDS-2DF5296-A/D/A3/D3/AF/A3F
V5.2.8 build150124
2048x1536
DS-2DF6223-A
V5.2.8 build150124
1920x1080
iDS-2DF6223-A
V5.2.8 build150124
1920x1080
DS-2DF8223i-A
V5.2.8 build150124
1920x1080
iDS-2DF8223i-A
V5.2.8 build150124
1920x1080
DS-2DF7284-A/D/AF
V5.2.8 build150124
1920x1080
iDS-2DF7284-A/D/AF
V5.2.8 build150124
1920x1080
DS-2DF7286-A/D/AF
V5.2.8 build150124
1920x1080
iDS-2DF7286-A/D/AF
V5.2.8 build150124
1920x1080
DS-2DF5284-A/D/A3/D3/AF/A3F
V5.2.8 build150124
1920x1080
iDS-2DF5284-A/D/A3/D3/AF/A3F
V5.2.8 build150124
1920x1080
DS-2DF5286-A/D/A3/D3/AF/A3F
V5.2.8 build150124
1920x1080
iDS-2DF5286-A/D/A3/D3/AF/A3F
V5.2.8 build150124
1920x1080
DS_2DF7230I5-AW
V5.2.8 build150124
1920x1080
DS-2AF7220-A/D
V5.2.8 build150124
1920x1080
DS-2AF7230-A/D
V5.2.8 build150124
1920x1080
DS-2AF5220-A/D
V5.2.8 build150124
1920x1080
DS-2AF5230-A/D
V5.2.8 build150124
1920x1080
iDS-2DF5220S-D4/JY
V5.2.8 build150124
1920x1080
DS-2DF7268-A
V5.2.8 build150124
704x576
DS-2DF5268-A
V5.2.8 build150124
704x576
DS-2DF7264-A
V5.2.8 build150124
704x576
DS-2DF5264-A
V5.2.8 build150124
704x576
DS-2DE5172-A/A3
V5.2.10 build150128
1280x960
DS-2DE5174-A/AE/AE3/A3/D/D3
V5.2.10 build150128
1280x960
DS-2DE5176-A/AE
V5.2.10 build150128
1280x960
DS-2DE7172-A
V5.2.10 build150128
1280x960
DS-2DE7174-A/AE/D
V5.2.10 build150128
1280x960
DS-2DE7176-A/AE
V5.2.10 build150128
1280x960
DS-2DE7120i-A/AE
V5.2.10 build150128
1280x960
DS-2DM7130i-A
V5.2.10 build150128
1280x960
DS-2DM4120-A
V5.2.10 build150128
1280x960
DS-2DE5120I-A
V5.2.10 build150128
1280x960
DS-2DM5120-A
V5.2.10 build150128
1280x960
DS-2DM5130-A
V5.2.10 build150128
1280x960
DS-2DE2103-DE3/W
V5.2.10 build150128
1280x960
DS-2DE2103I-DE3/W
V5.2.10 build150128
1280x960
User Manual of Network Video Recorder
255
Type
Model
Versie
Maximale
resolutie
Substream
Audio
DS-2DE7184-A/AE/D
V5.2.10 build150128
1920x1080
DS-2DE5182-A/A3
V5.2.10 build150128
1920x1080
DS-2DE5184-A/AE/AE3/A3/D/D3
V5.2.10 build150128
1920x1080
DS-2DE5186-A/AE
V5.2.10 build150128
1920x1080
DS-2DE7182-A
V5.2.10 build150128
1920x1080
DS-2DE4582-A
V5.2.10 build150128
1920x1080
DS-2DE4220-A
V5.2.10 build150128
1920x1080
DS-2DE4182-A
V5.2.10 build150128
1920x1080
DS-2DM7230i-A
V5.2.10 build150128
1920x1080
DS-2DM7220i-A
V5.2.10 build150128
1920x1080
DS-2DE7186-A/AE
V5.2.10 build150128
1920x1080
DS-2DE5220I-A
V5.2.10 build150128
1920x1080
DS-2DM5220-A
V5.2.10 build150128
1920x1080
DS-2DM5230-A
V5.2.10 build150128
1920x1080
DS-2DE2202-DE3/W
V5.2.10 build150128
1920x1080
DS-2DE2202I-DE3/W
V5.2.10 build150128
1920x1080
DS-2DE4572-A
V5.2.10 build150128
1280x720
DS-2DE4172-A
V5.2.10 build150128
1280x720
DS-2DE7194-A/A3
V5.2.10 build150128
2048x1536
DS-2DE5194-A/A3
V5.2.10 build150128
2048x1536
DS-2DF1-518
V3.2.0 build131223
704x576
DS-2DM1-718
V3.2.0 build131223
704x576
DS-2DM1-518
V3.2.0 build131223
704x576
DS-2DF1-718
V3.2.0 build131223
704x576
DS-2DF1-514
V3.2.0 build131223
704x576
DS-2DF1-714
V3.2.0 build131223
704x576
DS-2DY9174-A
V5.2.8 build150124
1280x960
DS-2DY9176-A
V5.2.8 build150124
1280x960
DS-2DY9194-A
V5.2.8 build150124
2048x1536
DS-2DY9196-A
V5.2.8 build150124
2048x1536
DS-2DY9184-A
V5.2.8 build150124
1920x1080
DS-2DY9186-A
V5.2.8 build150124
1920x1080
DS-2DY9185-A
V5.2.8 build150124
1920x1080
DS-2DY9187-A
V5.2.8 build150124
1920x1080
DS-2DF8223IV-A
V5.3.0 build150304
1920x1080
DS-2DF8623IV-A
V5.3.0 build150304
3072*1728
DS-2DF6623V-A
V5.3.0 build150304
3072*1728
DS-2DF8823IV-A
V5.3.0 build150304
4096*2160
Network Zoom
Camera Module
DS-2ZCN2006
V5.2.7 build141107
1280x960
DS-2ZCN2006(B)
V5.2.7 build141107
1280x960
DS-2ZCN3006
V5.2.7 build141107
1280x960
User Manual of Network Video Recorder
256
Type
Model
Versie
Maximale
resolutie
Substream
Audio
DS-2ZCN3006(B)
V5.2.7 build141107
1280x960
DS-2ZMN2006
V5.2.7 build141107
1280x960
DS-2ZMN2006(B)
V5.2.7 build141107
1280x960
DS-2ZMN3006
V5.2.7 build141107
1280x960
DS-2ZMN3006(B)
V5.2.7 build141107
1280x960
DS-2ZCN2007
V5.2.7 build141107
1920x1080
DS-2ZCN3007
V5.2.7 build141107
1920x1080
DS-2ZCN3007(B)
V5.2.7 build141107
1920x1080
DS-2ZMN2007
V5.2.7 build141107
1920x1080
DS-2ZMN3007
V5.2.7 build141107
1920x1080
DS-2ZMN3007(B)
V5.2.7 build141107
1920x1080
DS-2ZMN0407
V5.2.7 build141107
1920x1080
DS-2ZMN3207
V5.2.7 build141107
1920x1080
DS-2ZMN2008
V5.2.7 build141107
2048x1536
DS-2ZCN2008
V5.2.7 build141107
2048x1536
DS-2ZMN3007(S)
V5.2.2 build141113
1920x1080
DS-2ZCN3007(S)
V5.2.2 build141113
1920x1080
DS-2ZMN2307
V5.2.2 build141113
1920x1080
DS-2CN2307
V5.2.2 build141113
1920x1080
DS-2ZMN2309
V5.2.2 build141113
3072x2048
DS-2ZCN2309
V5.2.2 build141113
3072x2048
User Manual of Network Video Recorder
257
17.5.2 Lijst met IP-camera's van derden
ONVIF-compatibiliteit verwijst naar camera's met ondersteuning voor zowel gebruik van het ONVIF-protocol als
privéprotocollen. Alleen ONVIF ondersteund verwijst naar camera's die alleen worden ondersteund bij gebruik
van het ONVIF-protocol. Alleen AXIS ondersteund verwijst naar functies die alleen worden ondersteund bij
gebruik van het AXIS-protocol.
Fabrikant van
IP-camera of protocol
Model
Versie
Max.
resolutie
Substream
Audio
ACTi
ACM3401-09L-X-00227
A1D-220-V3.13.16-AC
1208x1024
×
×
TCM4301-10D-X-00083
A1D-310-V4.12.09-AC
1208x1024
×
TCM5311-11D-X-00023
A1D-310-V4.12.09-AC
1208x960
×
Arecont
AV1305 M
65175
1208x1024
×
AV2815
65220
1920x1080
×
AV3105M
65175
1920x1080
×
AV8185DN
65172
1600x1200
×
×
As
M1114
5.09.1
1024x640
×
M3011
(ONVIF-compatibiliteit)
5.21
640x480
(704x576)
)
×
M3014
(ONVIF-compatibiliteit)
5.21.1
1280x800
×
P1346
5.40.9.2
2048x1536
P3301
(ONVIF-compatibiliteit)
5.11.2
640x480
(768x576)
)
P3304
(ONVIF-compatibiliteit)
5.20
1280x800
(1440x900)
)
P3343
(ONVIF-compatibiliteit)
5.20.1
800x600
)
P3344
(ONVIF-compatibiliteit)
5.20.1
1280x800
(1440x900)
)
P5532
5.15
720x576
×
Q7404
5.02
720x576
Bosch
AutoDome Jr 800 HD
(ONVIF-compatibiliteit)
39500450
1920x1080
×
)
Dinion NBN-921-P
(ONVIF-compatibiliteit)
10500453
1280x720
×
)
NBC 265 P
(ONVIF-compatibiliteit)
07500452
1280x720
×
)
User Manual of Network Video Recorder
258
Fabrikant van
IP-camera of protocol
Model
Versie
Max.
resolutie
Substream
Audio
Brickcom
CB-500Ap(Brickcom-50xA)
(ONVIF-compatibiliteit)
v3.2.1.3
1920x1080
×
)
Canon
VB-H410
(ONVIF-compatibiliteit)
Ver.+1.0.0
1920x1080
(1280x960)
×
VB-S9000F
Ver. 1.0.0
1920x1080
×
×
VB-S300D
Ver. 1.0.0
1920x1080
×
×
VB-H6100D
Ver. 1.0.0
1920x1080
×
×
VB-H7100F
Ver. 1.0.0
1920x1080
×
VB-S8000
Ver. 1.0.0
1920x1080
×
×
Panasonic
SP306H
(ONVIF-compatibiliteit)
Toepassing: 1.34
Beeldgegevens: 1.06
1280x960
)
SF336H
Toepassing: 1.06
Beeldgegevens: 1.06
1280x960
Pelco
D5118
(ONVIF-compatibiliteit)
1.8.2-20120327-2.9310-A1.7852
1280x960
×
IX30DN-ACFZHB3
(ONVIF-compatibiliteit)
1.8.2-20120327-2.9080-A1.7852
2048x1536
×
IXE20DN-AAXVUU2
(ONVIF-compatibiliteit)
1.8.2-20120327-2.9081-A1.7852
1920x1080
×
Sanyo
2300P (met lens)
2.03-02 (110318-00)
1920x1080
×
×
2500P (met lens)
2.02-02 (110208-00)
1920x1080
×
4600P
2.03-02 (110315-00)
1920x1080
×
SONY
SNC-CH220
1.50.00
1920x1080
×
×
SNCDH220T
(alleen ONVIF)
1.50.00
2048x1536
×
×
SNC-EP580
(ONVIF-compatibiliteit)
1.53.00
1920x1080
SNC-RH124
(ONVIF-compatibiliteit)
1.79.00
1280x720
SAMSUNG
SND-5080
(ONVIF-compatibiliteit)
3.10_130416
1280x1024
Vivotek
IP7133
0203a
640x480
×
×
FD8134
(ONVIF-compatibiliteit)
0107a
1280x800
×
×
IP8161
(ONVIF-compatibiliteit)
0104a
1600x1200
×
)
IP8331
(ONVIF-compatibiliteit)
0102a
640x480
×
×
IP8332
(ONVIF-compatibiliteit)
0105b
1280x800
×
×
User Manual of Network Video Recorder
259
Fabrikant van
IP-camera of protocol
Model
Versie
Max.
resolutie
Substream
Audio
Zavio
D5110
(ONVIF-compatibiliteit)
MG.1.6.03P8
1280x1024
)
×
F3106
(ONVIF-compatibiliteit)
M2.1.6.03P8
1280x1024
)
F3110
(ONVIF-compatibiliteit)
M2.1.6.01
1280x720
)
F3206
(ONVIF-compatibiliteit)
MG.1.6.02c045
1920x1080
)
F531E
(ONVIF-compatibiliteit)
LM.1.6.18P10
640x480
)
0303041050727
User Manual of Network Video Recorder
260
258

Hulp nodig? Stel uw vraag in het forum

Spelregels

Misbruik melden

Gebruikershandleiding.com neemt misbruik van zijn services uitermate serieus. U kunt hieronder aangeven waarom deze vraag ongepast is. Wij controleren de vraag en zonodig wordt deze verwijderd.

Product:

Bijvoorbeeld antisemitische inhoud, racistische inhoud, of materiaal dat gewelddadige fysieke handelingen tot gevolg kan hebben.

Bijvoorbeeld een creditcardnummer, een persoonlijk identificatienummer, of een geheim adres. E-mailadressen en volledige namen worden niet als privégegevens beschouwd.

Spelregels forum

Om tot zinvolle vragen te komen hanteren wij de volgende spelregels:

Belangrijk! Als er een antwoord wordt gegeven op uw vraag, dan is het voor de gever van het antwoord nuttig om te weten als u er wel (of niet) mee geholpen bent! Wij vragen u dus ook te reageren op een antwoord.

Belangrijk! Antwoorden worden ook per e-mail naar abonnees gestuurd. Laat uw emailadres achter op deze site, zodat u op de hoogte blijft. U krijgt dan ook andere vragen en antwoorden te zien.

Abonneren

Abonneer u voor het ontvangen van emails voor uw Hikvision DS-7632NI-I2 bij:


U ontvangt een email met instructies om u voor één of beide opties in te schrijven.


Ontvang uw handleiding per email

Vul uw emailadres in en ontvang de handleiding van Hikvision DS-7632NI-I2 in de taal/talen: Nederlands als bijlage per email.

De handleiding is 16,42 mb groot.

 

U ontvangt de handleiding per email binnen enkele minuten. Als u geen email heeft ontvangen, dan heeft u waarschijnlijk een verkeerd emailadres ingevuld of is uw mailbox te vol. Daarnaast kan het zijn dat uw internetprovider een maximum heeft aan de grootte per email. Omdat hier een handleiding wordt meegestuurd, kan het voorkomen dat de email groter is dan toegestaan bij uw provider.

Stel vragen via chat aan uw handleiding

Stel uw vraag over deze PDF

Uw handleiding is per email verstuurd. Controleer uw email

Als u niet binnen een kwartier uw email met handleiding ontvangen heeft, kan het zijn dat u een verkeerd emailadres heeft ingevuld of dat uw emailprovider een maximum grootte per email heeft ingesteld die kleiner is dan de grootte van de handleiding.

Er is een email naar u verstuurd om uw inschrijving definitief te maken.

Controleer uw email en volg de aanwijzingen op om uw inschrijving definitief te maken

U heeft geen emailadres opgegeven

Als u de handleiding per email wilt ontvangen, vul dan een geldig emailadres in.

Uw vraag is op deze pagina toegevoegd

Wilt u een email ontvangen bij een antwoord en/of nieuwe vragen? Vul dan hier uw emailadres in.



Info