Opstartprocedure
Na installatie volgt u onderstaande stappen.
1. Zet klep 1 van het omleidingskanaal volledig open. Zet de filterpomp aan. Kijk na of er
lekken zijn en zorg dat er stroom van en naar het zwembad is.
2. Zet de elektrische stroomaanvoer naar de warmtepomp aan en zet het toestel aan
met de schakelaar. Draai klep 1 lichtjes toe tot de warmtepomp start.
3. Als de pomp een paar minuten heeft gedraaid, controleer of de lucht die het product
verlaat, kouder is.
4. Controleer de prestaties van de drukschakelaar als volgt: zet de filterpomp uit terwijl
de warmtepomp werkt. De warmtepomp zou nu automatisch moeten uitschakelen.
Zo niet, stel dan de stroomschakelaar bij.
5. Laat de warmtepomp en de zwembadpomp 24 uur per dag draaien tot de gewenste
watertemperatuur is bereikt. Op dat ogenblik zal de warmtepomp vanzelf stilvallen. Ze
zal, zolang de zwembadpomp draait, automatisch weer opstarten als de temperatuur
van het zwembadwater 1°C onder de ingestelde temperatuur zakt. Indien u uw
zwembad toedekt, kan u de opwarmingstijd drastisch verminderen.
Stromingsschakelaar - het toestel is uitgerust met een stromingsschakelaar die wordt
ingeschakeld wanneer er voldoende water door de unit stroomt en weer uitgaat wanneer
de waterstroom te laag is, bijvoorbeeld als de filterpomp uitgeschakeld wordt.
Vertraging – het product heeft een ingebouwde 3 minuten startvertraging ter bescherming
van de elektrische componenten en contacten. Na deze vertraging wordt het apparaat
automatisch opnieuw gestart. Zelfs bij een korte stroomonderbreking treedt de vertraging
in werking. Onderbrekingen die zich nog voordoen tijdens deze vertraging hebben geen
invloed op de vertragingstijd van 3 minuten.
Dagelijks gebruik van de warmtepomp
De warmtepomp kan aan- en uitgeschakeld worden via de aan-uit schakelaar. De
warmtepomp kan ook aangesloten worden op hetzelfde elektriciteitsnet als de filterpomp,
zodat de warmtepomp automatisch aanslaat zodra de filterpomp opstart.
Vermijd absoluut dat de warmtepomp onder stroom staat als de filterpomp niet draait. De
warmtepomp zal dan opstarten, oververhitten, en via de hoge temperatuurbeveiliging
stoppen met werken. Op lange termijn kan dit schade aan de warmtepomp veroorzaken.
Deze schade zal niet onder garantie vallen.
Onder de 8°C buitentemperatuur zal een lage temperatuurbeveiliging de warmtepomp
stoppen om bevriezing van de warmtepomp te voorkomen.
Condensatie
Omdat de warmtepomp de lucht met +-8° afkoelt, ontstaat er condens op de lamellen van
de verdamper. Als de relatieve vochtigheid heel hoog is, kan dit meerdere liters per uur
zijn. Soms wordt het condensatiewater verkeerdelijk gezien als zwembadwater.