SYSTEEMCONFIGURATIE 23
Systeemconfiguratie
klankbeeld te creëren, een geluidseffect of een
actie te laten bewegen van het front van de
kamer naar de achterzijde. Wanneer de uitgangs-
niveaus correct zijn ingesteld, is het normaal dat
de surround luidsprekers slechts zo nu en dan
actief zijn. Het volume van de achter luidsprekers
extra verhogen kan juist de illusie van een omrin-
gend klankbeeld teniet doen, in afwijking van de
manier waarop het geluid in een bioscoop of
concertzaal wordt ervaren.
BELANGRIJK: het uitgangsniveau kan apart wor-
den ingesteld voor elke digitale en analoge sur-
round functie. Daarmee kunnen niveauverschillen
tussen de luidsprekers gecompenseerd worden, en
tevens kunnen verschillen afhankelijk van de geko-
zen surround functie, of het niveau van bepaalde
luidsprekers naar eigen inzicht verhoogd of ver-
laagd worden. Denk er aan instellingen die
gemaakt zijn voor een surround functie ook effec-
tief zijn voor alle ingangen die gerelateerd zijn aan
die surround functie.
Voor het instellen van de uitgangsniveaus er voor
zorgen dat alle luidsprekers correct zijn aan-
gesloten. Het systeemvolume aanvankelijk geheel
terug draaien. Zorg er tenslotte voor dat
balans
Ò
in het midden staat ‘op 12 uur’.
Gebruik EzSet
Met de exclusieve EzSet afstandsbediening van
Harman Kardon kunnen de uitgangsniveaus van
de AVR snel en nauwkeurig worden ingesteld,
zonder gebruik te hoeven maken van een
geluidsdrukmeter, hoewel ook een handinstelling
beschikbaar is. Voor een snelle en gemakkelijke
instelling de onderstaande procedure volgen ter-
wijl u op de luisterpositie heeft plaatsgenomen:
1. Controleer of alle luidsprekers op de juiste
manier zijn geconfigureerd op LARGE en SMALL
als eerder beschreven en schakel zonodig de in-
beeld display uit.
2. Stel het volume zo in dat
10 wordt aange-
geven, als aangegeven in de in-beeld display en
de display
˜
.
3. Kies een willekeurige ingang die gekoppeld is
aan de surround functie waarvan u het uit-
gangsniveau wilt veranderen. Vergeet niet
dezelfde correcties te maken met alle andere
surroundfuncties gecombineerd met de gebruik-
te ingangen.
4. Houd de afstandsbediening voor u en zorg
ervoor dat u de EzSet Sensor Microfoon
Q
niet wordt afgedekt. De microfoon bevindt zich
op de voorzijde van de afstandsbediening en
richt hem op de AVR, niet verticaal zoals u met
een gewone microfoon zou doen.
5. Druk op SPL Indicatie
e
en houd deze drie
seconden vast. Laat deze los zodra de
Programma/SPL Indicatie
2
constant
brandt. Druk op cijfertoets 5
H
wanneer het
systeem voor 5.1 is geconfigureerd met stan-
daard luidsprekers, of, wanneer het voor 7.1
geconfigureerd, maar de surround achter luid-
sprekers niet worden gebruikt met de gekozen
surround functie. Druk alleen op cijfertoets 7
H
op de afstandsbediening wanneer uw
systeem is geconfigureerd voor 6.1/7.1 met
volledige luidsprekerbezetting, inclusief achter
surround luidsprekers bij de gekozen surround
functie. Denk er aan dat de actieve luidsprekers
altijd afgelezen kunnen worden in de Luid-
spreker indicatie
$
in de display. Is de juiste
luidspreker configuratie gekozen, dan hoort u
een testsignaal in de front links luidspreker.
6. Op dat moment neemt EzSet over en wordt
het uitgangsniveau van elk kanaal ingesteld
zodat ze allen gelijk zijn en op de referentie zijn
ingesteld. Dit proces duurt een paar minuten,
afhankelijk van de benodigde correcties.
7. Tijdens het instellen kan het kanaal dat wordt
gecorrigeerd worden afgelezen in zowel de
in-beeld display (indien actief) als in de display
˜
, om en om met een indicatie van de instelling
ten opzichte van het gekozen volume. Bij het
instellen worden een paar zaken geregeld:
• De kanaalpositie die gecorrigeerd wordt knip-
pert in de luidspreker/kanaal functie
$
.
Hoort u het signaal uit een andere luidspreker
dan die welke wordt aangegeven, dan is er een
fout gemaakt bij het aansluiten van de luidspre-
kers. In dat geval drukt u TWEEMAAL op test-
signaal
8
om het instellen te stoppen.
Schakel het apparaat vervolgens uit en controleer
alle luidsprekeruitgangen
DEFO
of deze
juist zijn aangesloten. Start daarna het instelpro-
ces opnieuw.
• Nadat de afzonderlijke kanalen zijn ingesteld,
de kanalen verschijnen het bewuste kanaal en de
instelling in de in-beeld display (indien actief) en
in de display
˜
. Terwijl het niveau wordt aan-
gepast verandert de kleur van de programma/
SPL indicatie
2
in relatie tot het verschil met
de referentie. Rood geeft aan dat het niveau te
hoog is, amber is te laag. Groen tenslotte geeft
aan dat het niveau juist is en het testsignaal gaat
naar het volgende kanaal.
• Terwijl de instellingen worden gemaakt
knippert de rode LED onder de AVR keuze
5
.
Dat is normaal en geeft aan dat EzSet actief is.
8. Nadat het testsignaal eenmaal alle kanalen
heeft gehad, gaat het nogmaals rond om de
instelling te controleren.
9. Na twee complete rondgangen van het
testsignaal zijn de niveaus ingesteld. De
Programma/SPL indicatie
2
blijft voor elk
kanaal groen. Na completering van de tweede
ronde knippert Programma/SPL indicatie
2
tweemaal groen en dooft. Het testsignaal stopt
en de AVR keert terug naar normaal gebruik.
Wanneer u meent dat de niveaus die met EzSet
zijn gekozen veel hoger of lager zijn dan de 0 dB
instelling, of zelfs tegen de limiet van het
+/-10 dB bereik van de uitgangsniveaus ligt,
kunt u afhankelijk van de gevoeligheid van de
luidsprekers en de inrichting van uw kamer, de
procedure herhalen. Ga terug naar stap 2 en stel
het hoofdvolume hoger of lager, in verhouding
met de eerder ingestelde niveaus. Werden de
niveaus b.v. op ca. -7 dB ingesteld, draai de volu-
meregelaar dan 7 dB terug. U kunt deze proce-
dure zo vaak herhalen als nodig om een goed
resultaat te bereiken. OM schade aan de luid-
sprekers of uw oren te vermijden, raden we u
aan de master volumeregelaar niet boven 0 dB in
te stellen.
Opmerking: het niveau van de subwoofer
wordt niet gecorrigeerd met het testsignaal. Om
de subwoofer in te stellen dient een externe bron
gebruikt te worden, als beschreven op pagina 32.
Handinstelling uitgangsniveau
De uitgangsniveaus kunnen ook met de hand
worden ingesteld, hetzij om ze met een SPL
meter zelf in te stellen, dan wel om fijninstellin-
gen te maken ten opzichte van de niveaus die de
EzSet afstandsbediening heeft gemaakt.
Handinstelling is het gemakkelijkst via het
CHANNEL ADJUST (kanaal corrigeren)
menu (Afb. 9). Staat het hoofdmenu nog in beeld
druk dan op
¤
D
tot de in-beeld ➞ cursor
naast
OUTPUT ADJUST staat. Bent u niet in
het hoofdmenu, druk dan op in-beeld display
L
om het MASTER MENU (Afb. 1) op te
roepen en druk vervolgens viermaal op⁄zodat de
¤
D
cursor u op de regel uitgangsniveaus
staat. Druk op instellen
F
om het
CHANNEL ADJUST menu in beeld te laten
verschijnen.
Afbeelding 9
Wanneer het CHANNEL ADJUST menu
voor het eerst verschijnt, is het testsignaal uitge-
schakeld. Gebruik
⁄
/
¤
D
om een kanaal
voor correctie te kiezen met een externe bron,
zoals een testdisc, om de uitgangsniveaus te
beoordelen. Wanneer de cursor ➞ op de regel
van het te corrigeren kanaal staat drukt u op
‹
/
›
Ea
om het niveau te verhogen of te verla-
gen. Voordat u zelf gaat instellen, raden we u
aan eerst de ingebouwde testtoongenerator van
de AVR te gebruiken die automatisch een signaal
naar alle kanalen stuurt om te controleren of alle
luidsprekerverbindingen correct zijn gemaakt.
Schakel de testtoon in en laat deze automatisch
over de kanalen circuleren over de kanalen waar-
van voorheen luidsprekers zijn geconfigureerd
(zie pagina 24). Druk nu op
⁄
/
¤
D
tot de