61609
12
Verklein
Vergroot
Pagina terug
1/64
Pagina verder
NEDERLANDS
AVR 350 Audio/ Video Receiver
HANDLEIDING
DVD
CD
FM
/AM
TAPE
6
/8 CH
2 INHOUD
Inhoud
Opzet van de handleiding
Om de handleiding optimaal te kunnen gebruiken in combinatie met de afstandsbediening, de
bedieningsorganen, de aansluitingen en de display is deze als volgt ingedeeld:
VOORBEELD (vet gedrukt) geeft een toets op de afstandsbediening of de voorzijde aan, dan wel een
aansluiting op de achterzijde.
VOORBEELD (display) geeft een aanwijzing in de display aan.
1
- (cijfer in een hokje) verwijst naar een specifieke toets op de voorzijde.
0
- (cijfer in een cirkel) verwijst naar een aansluiting op de achterzijde.
0
- (cijfer in een ovaal) verwijst naar een toets op de afstandsbediening.
å
- (letter in een ovaal) verwijst naar een toets van Zone II op de afstandsbediening.
De vorm van de tekstcursor in de in-beeld menu’s kunnen iets afwijken van de afbeeldingen in deze
handleiding. Ongeacht of de tekst verschijnt in hoofdletters of kleine letters, de prestaties en de
bediening blijft hetzelfde.
51
Zenderkeuze
51 Voorkeurposities
52 RDS Gebruik
52 RDS Afstemmen
52 RDS Display Aanwijzingen
52 Programma Zoeken
53 Programmeren Afstandsbediening
53 Programmeren met Codes
53 Code Direct Invoeren
53 Automatisch Zoeken
53 Code Uitlezen
54 Codes van een Afstandsbediening
Overzetten
54 Overgedragen Codes Wissen
55 Macro Programmeren
55 Geprogrammeerde Functies
56 Volume Doorschakelen
56 Kanaalbesturing Doorschakelen
56 Loopwerkbediening Doorschakelen
57 Resetten Geheugen Afstandsbediening
58 Functie Overzicht
60 Problemen
60 Processor Resetten
61 Technische Gegevens
62 Bijlage – Overzicht Instellingen
VERKLARING VAN CONFORMITEIT
Wij, Harman Consumer Group, Inc.
2 route de Tours, 72500 Château-du-Loir,
Frankrijk
verklaren dat het product dat beschreven wordt in
deze handleiding voldoet aan de technische normen:
EN 55013:2001 + A1:2003
EN 55020:2002 + A1:2003
EN 61000-3-2:2000
EN 61000-3-3:1995 + A1:2001
EN 60065:2002
Jurjen Amsterdam
Harman Consumer Group, Inc.
07/07
3 Inleiding
4 Veiligheid
5 Uitpakken
6 Bedieningsorganen
8 Aansluitingen
11 Afstandsbediening Centrale Ruimte
15 13 Zone II Afstandsbedieningsfuncties
17 Installeren en Aansluiten
17 Audio Verbindingen
17 HDMI Ingangen
17 HDMI Uitgangen
18 Video Verbindingen
19 Scart A/V Verbindingen
21 Systeem- en Lichtnetverbindingen
22 Luidsprekerkeuze
22 Luidsprekeropstelling
23 Systeemconfiguratie
23 In Gebruik Nemen
23 Gebruik Display
23 Instellingen
24 Opzet Ingangen
26 Surround Opzet
27 Instelling Nachtfunctie
28 Configureren Surround Uit
functies (stereo)
28 Automatische Luidspreker Opzet met EzSet/EQ
31 Zelf Instellen
31 Luidspreker Opzet
34 Instelling vertraging
35 Instelling Uitgangsniveau
37 Bediening
37 Overzicht Surround Functies
39 Bediening
39 Bronkeuze
39 Video Ingangskeuze
40 6/8 Kanaals Directe Ingang
40 Instelling en Gebruik Hoofdtelefoon
40 Keuze Surround Functie
41 Digitale Audioweergave
41 Dolby Digital
41 DTS
41 PCM Audioweergave
41 Digitale Bron Kiezen
41 Digitale Bitstream Indicatie
42 Surround Functies
43 Surround Functie Aanpassing
43 PCM Weergave Indicaties
44 Luidspreker/Kanaal Indicaties
44 Nachtfunctie
45 Opnemen
45 Gebruik van
46 Instelling Uitgangsniveau
46 Dimmer
46 Geheugen Beveiliging
47 Meerkamer Gebruik
47 Meerkamer Functies
47 Installatie
47 Meerkamer Opzet
47 Toewijzen Surround Versterker Kanalen
47 Meerkamer Bediening
49 Video Correcties
49 Bijzondere Functies
49 Helderheid Display
50 Volume bij Inschakelen
50 Semi In-Beeld (OSD) Instellingen
50 Volledig In-Beeld (OSD) Instellingen
51 Standaard Surround Functie
51 Tuner
51 Gebruik Tuner
INLEIDING 3
NEDERLANDS
Inleiding
Dank u voor de aanschaf van een
Harman Kardon product!
Met de aanschaf van een Harman Kardon AVR 350
staat u aan het begin van vele jaren luisterplezier.
Ontworpen voor alle spannende en gedetailleerde
effecten van films en alle nuances in muziekweer-
gave is de AVR 350 een echte meerkanaals recei-
ver voor het nieuwe millennium. Naast de tradi-
tionele 5.1 digitale decoderfuncties zoals Dolby
Digital en DTS, biedt hij de nieuwste ontwikkelin-
gen in surround technologie, zoals Dolby Pro
Logic II en IIx, alle DTS-ES 6.1 functies, DTS Neo:6
en de nieuwste 7.1 kanaals versie van de eigen
Harman Kardon Logic 7 technologie.
De AVR 350 is zo opgezet dat optimaal profijt
wordt getrokken van de kracht van de digitale
technologie. In-beeld menu’s, kleurgecodeerde
aansluitingen maken snelle en eenvoudige instal-
latie mogelijk. Om optimaal plezier te hebben van
uw receiver, raden wij u aan even de tijd te
nemen om deze handleiding in zijn geheel door te
lezen. Controleer ook of alle verbindingen met de
luidsprekers, bronnen en andere externe appara-
tuur correct zijn uitgevoerd. Op deze manier raakt
u zo snel mogelijk vertrouwd met alle functies en
de bedieningsorganen en kunt u alle mogelijkhe-
den van de AVR 350 benutten. Bewaar de hand-
leiding om deze later nog eens te raadplegen.
Beschrijving en functies
De AVR 350 vormt het hart van uw home enter-
tainment systeem met een groot aantal luistermo-
gelijkheden voor vrijwel elke denkbare audio- of
videobron, of het nu gaat om een uitzending, een
film of een sportevenement in HDTV of een oude
mono- of stereo-opname. Bij het afspelen van
digitale audiobronnen via conventionele optisch
en coax digitale ingangen, dan wel via de voor
HDMI 1.1 geschikte verbindingen, decodeert de
AVR 350 Dolby Digital, Dolby Digital EX, DTS en
DTS-ES datastreams. Tweekanalen stereo en
matrix surround bronnen profiteren van alle huidi-
ge Dolby Pro Logic IIx functies en DTS Neo:6. De
nieuwste versie van onze eigen Logic 7
®
proces-
sor is aanwezig voor een breder, meer omringend
geluidsbeeld en een betere positionering van het
surround geluid, ongeacht het type bron-
materiaal.
Dolby Virtual Speaker kan een omringend geluids-
beeld creëren vanuit de linker en rechter front
luidsprekers en de nieuwste Dolby Headphone
schakeling biedt een verbazingwekkend open
klankbeeld via de hoofdtelefoon.
Bij de AVR 350 wordt het videogedeelte van zijn
naam serieus genomen. Samen met de twee
HDMI ingangen en de drie 100 MHz analoge
component video-ingangen, kan de videoproces-
sor van de AVR 350 het uitgangssignaal naar
720p naar beneden schalen met een 1080i en
1080p doorloop, passend bij de eigenschappen
van uw specifieke beeldscherm. Dankzij de vaak
onderscheiden Faroudja
®
technologie is de
kwaliteit van uw videobeelden beter dan ooit.
Voor het combineren van audio en video bezit de
AVR 745 een A/V sync vertraging (delay) zodat
het niet lipsynchroon lopen in materiaal waarin
digitale video bewerking is gebruikt, wordt
geëlimineerd.
Een belangrijke extra in de toch al indrukwekken-
de lijst mogelijkheden van de AVR 350 is
EzSet/EQ
, een systeem dat het configureren
automatiseert waardoor het eenvoudiger, gemak-
kelijker en nauwkeuriger wordt. In combinatie met
de speciale bij de receiver geleverde microfoon
maakt het EzSet/EQ™ het instellen van luidspre-
kergrootte, wisselfilter en vertraging voor alle
kanalen en luidsprekers een zekere zaak. Naast de
configuratie omvat EzSet/EQ ook de equalizer voor
de kamer zodat de signalen naar elke luidspreker
zijn aangepast voor wat betreft kamergrootte,
luidsprekertype en andere factoren die de kame-
rakoestiek beïnvloeden. Met EzSet/EQ wordt uw
systeem in een paar minuten geconfigureerd met
een tot voor kort zonder kostbare meetapparatuur
ongekende nauwkeurigheid.
Naast EzSet/EQ bezit de AVR 350 een compleet
stel handinstellingen voor hen die hun systeem
helemaal zelf in willen stellen. Een viervoudig wis-
selfilter voor het laag maakt het mogelijk verschil-
lende frequenties in te voeren voor elke set luid-
sprekers.
Een Stereo-Direct functie passeert de digitale pro-
cessor om alle subtiele eigenschappen van het
originele analoge, tweekanaals signaal te behou-
den, terwijl het bas management, beschikbaar in
zowel de surround als de digitale stereo functies,
meer mogelijkheden biedt om het signaal aan uw
smaak of de kamerakoestiek aan te passen.
Voor een maximale flexibiliteit biedt de AVR
faciliteiten voor 8 videoapparaten, elk met zowel
composiet als S-Video ingangen. Verder twee
extra audio ingangen en in totaal zes digitale
ingangen en twee uitgangen, maken de AVR 350
geschikt voor het verwerken van de nieuwste
digitale audiobronnen.
Voor compatibiliteit met de nieuwste HDTV video-
bronnen en progessive scan DVD-spelers, bezit de
AVR een breedband videoschakeling met geringe
overspraak.
Coax en optisch digitale uitgangen zijn beschik-
baar voor directe verbinding met digitale recor-
ders. Een video opname-uitgang en een kleurge-
codeerde achtkanalen ingang maken de AVR 350
verregaand toekomstzeker; alles wat nodig is om
nieuwe toekomstige formaten te kunnen gebrui-
ken is aanwezig.
Door gebruik te maken van één simpele verbin-
ding tussen de AVR 350 en de extra leverbare
Harman Kardon kunt u ook luisteren
naar materiaal opgenomen op uw daartoe
geschikte Apple
®
iPod
®
**. De systeemafstandsbe-
diening van de AVR is geprogrammeerd met
besturingscodes waarmee nummers voor weerga-
ve gekozen en vele iPod functies genavigeerd
kunnen worden, zelfs van de andere kant van de
kamer. Met The Bridge™ kunt u zelfs de iPod
opladen.
De flexibiliteit en het vermogen van de AVR hou-
den niet op bij uw centrale thuisbioscoop of luis-
terkamer. De AVR bevat een uitgebreid multi-zone
bedieningssysteem met de mogelijkheid een bron
te kiezen voor uw centrale kamer en een andere
bron voor een tweede kamer. Zowel composiet
video als S-video en audio, worden naar de twee-
de kamer doorgestuurd, waarbij u volledige con-
trole hebt over het volume via een afzonderlijk
infrarood link voor de afstandsbediening. Om de
bediening van de AVR vanuit een tweede kamer
gemakkelijk te maken wordt er een afzonderlijke
Zone II afstandsbediening bijgeleverd.
De extra meerkamerfuncties omvatten de moge-
lijkheid twee versterkerkanalen van de AVR toe te
wijzen aan het meerkamersysteem, plus de ver-
binding van de AVR met het innovatieve A-BUS
®
toetsenbord voor meerkamerbesturing zonder dat
extra versterkers nodig zijn.
De krachtige versterker van de AVR is gebouwd
op de traditionele Harman Kardon technologieën
voor de eindversterkers om een optimaal dyna-
misch bereik te kunnen bieden met elke denkbare
programmabron.
Harman Kardon heeft de ‘HiFi’ receiver meer dan
50 jaar geleden uitgevonden. Met state-of-the-art
en beproefde schakelingen vormt de AVR de per-
fecte combinatie in digitale audio technologie, een
rustige maar krachtige analoge versterker in een
elegante, gemakkelijk te gebruiken vormgeving.
** Compatibel met alle iPod typen voorzien van een dock-aansluiting inclusief derde generatie 'klikwiel' en latere modellen. Niet compatibel met iPod
'shuffle' modellen. Hoewel alle iPod 'photo' modellen compatibel zijn; plaatjes opgeslagen op de iPod kunnen alleen worden bediend met de
bedieningsorganen van de iPod, niet via de afstandsbediening van de AVR.
4 VEILIGHEID
Veiligheid
Dolby
®
Digital, Dolby Digital EX en Dolby
Pro Logic
®
II en IIx Decoders, en het
volldige pakket DTS
®
functies, inclusief
DTS-ES
®
6.1 Discrete & Matrix.
Zeven kanalen high-current versterking
en twee kanalen toewijsbaar aan
surround achter of meerkamer toe-
passingen.
De exclusieve Logic 7
®
van
Harman Kardon, samen met de keuze uit
diverse Dolby Virtual Speaker
processing bij gebruik van slechts twee
luidsprekers
Dolby Headphone voor een open en
ruimtelijk geluidsbeeld bij gebruik van
een hoofdtelefoon.
Het moderne EzSet/EQ
van
Harman Kardon configureert de luidspre-
kerinstellingen automatisch en stelt de
kamerequalizer in voor een gemakkelijke,
snelle en nauwkeurige systeemopzet.
HDMI met audio/video processing,
opschalen naar 720p. 1080i/1080p door-
laat en correctie voor grotere kabel-
lengten zonder achteruitgang van het
signaal.
Twee HDMI
1.1 en drie toewijsbare
analoge component ingangen met grote
bandbreedte maken hem geschikt voor
alle high-definition videobronnen
Analoge A/V Ingangen op de voorzijde.
Digitale ingangen op de voorzijde voor
gemakkelijk aansluiten van draagbare
digitale apparatuur en de nieuwste
videospelletjes.
Verbindt een geschikte Apple
®
iPod
®
met
de Harman Kardon (extra) voor
laden, weergave en besturing
Alle ingangen kunnen benoemd worden
(uitgezonderd tuner)
Talloze digitale ingangen en uitgangen.
In-beeld menu- en displaysysteem met
keus uit blauwe of zwarte achtergrond
Instelbare A/V Sync vertraging voor elke
ingang zorgt voor lipsynchrone digitale
programma’s en video-opnamen.
6-Kanalen/8-kanalen directe ingang voor
gebruik van toekomstige audioformaten
Uitgebreide laagprocessing, inclusief vier
afzonderlijke wisselfiltergroepen.
Uitgebreide meerkamer opties, inclusief
een standaard Zone II, toewijsbare ver-
sterkerkanalen en A-BUS Ready
®
functie
voor luisteren naar een andere bron in
een andere zone.
Afstandsbediening met ingebouwde
codes.
Belangrijke veiligheidsinformatie
LEES DIT VOORDAT U HET
APPARAAT IN GEBRUIK NEEMT
Installeer dit apparaat niet in een afgesloten
ruimte zoals een kast of iets dergelijks - en
achterzijde minimaal 10 cm ruimte vrij. Houd het
apparaat uit direct zonlicht, uit de buurt van
warmtebronnen, trillingen, stof, vocht en/of
koude.
Vermijd opstelling op een plaats waar er iets op
kan vallen of het apparaat kan worden bloot-
gesteld aan lekkende of spattende vloeistoffen.
Zet de volgende dingen nooit op de tuner:
– Brandende objecten (b.v. kaarsen) daar dat
brand kan veroorzaken, het apparaat kan
beschadigen en tot letsel kan leiden.
Vazen met vloeistof die om kunnen vallen en zo
elektrische schokken kunnen veroorzaken en
het apparaat beschadigen.
Dek het apparaat niet af met kranten, een tafelk-
leed of iets anders dat de ventilatie belemmert.
Doordat de temperatuur in het inwendige dan
oploopt, kan brand ontstaan en letsel worden
toegebracht.
Stel het apparaat op in de nabijheid van een stop-
contact waar de stekker gemakkelijk te bereiken
is.
Dit apparaat voert stroom zolang het met het
lichtnet is verbonden, ook wanneer het is uit-
geschakeld. Die toestand noemen we standby en
daarin wordt slechts een minimale hoeveelheid
stroom opgenomen.
WAARSCHUWING
OM HET RISICO OP BRAND OF ELEK-
TRISCHE SCHOKKEN TE VERMINDEREN HET
APPARAAT NOOIT BLOOTSTELLEN AAN
VOCHT OF REGEN.
WAARSCHUWING
KANS OP ELEKTRISCHE
SCHOKKEN. NIET OPENEN
LET OP: VERMIJD HET RISICO VAN ELEKTRISCHE SCHOKKEN. OPEN NOOIT ZELF DE BEHUIZING. IN HET APPARAAT
BEVINDEN ZICH GEEN ONDERDELEN DIE DOOR DE GEBRUIKER ZELF KUNNEN WORDEN ONDERHOUDEN,
GEREPAREERD EN/OF VERVANGEN. LAAT ONDERHOUD EN REPARATIE OVER AAN GEKWALIFICEERDE TECHNICI.
WAARSCHUWING: VERKLEIN BRANDGEVAAR EN DE KANS OP ELEKTRISCHE SCHOKKEN; STEL HET APPARAAT NIET
BLOOT AAN REGEN OF VOCHT.
Het symbool van de bliksemschicht met
pijlpunt en een gelijkzijdige driehoek
waarschuwt de gebruiker voor de aan-
wezigheid van ongeïsoleerde gevaarlijke
voltages binnen in de behuizing van het
apparaat. Deze voltages kunnen elek-
trische schokken veroorzaken.
Het uitroepteken in een gelijkzijdige
driehoek waarschuwt de gebruiker voor
de aanwezigheid van belangrijke infor-
matie aangaande onderhoud en service
in de gebruiksaanwijzing.
VEILIGHEID 5
NEDERLANDS
Veiligheid
Controleer netspanning voor gebruik
Uw nieuwe AVR is ontworpen voor gebruik met
220 - 240 volt wisselspanning. Sluit u de receiver
op een andere netspanning aan dan waarvoor
deze is bedoeld, dan kan dit gevaarlijk zijn en
zelfs brand ontstaan. Bovendien kan de receiver
hier door beschadigd worden.
Heeft u vragen heeft over de juiste netspanning
voor dit specifieke model of over de netspanning
in uw omgeving, raadpleeg dan eerst uw
leverancier voordat het apparaat met het lichtnet
verbindt.
Gebruik geen verlengsnoeren
Gebruik het apparaat alleen met het vaste net-
snoer. Het gebruik van verlengsnoeren met dit
product wordt afgeraden. Leg, net als bij andere
elektrische apparaten, het netsnoer niet onder
vloerbedekking of tapijten en zet er geen zware
voorwerpen op. Een beschadigd netsnoer onmid-
dellijk door een erkende technische dienst laten
vervangen door een exemplaar dat aan de
fabrieksspecificaties voldoet.
Ga voorzichtig met het netsnoer om
Wanneer u het netsnoer uit het stopcontact
neemt, trek dan altijd aan de stekker en niet aan
het snoer.Wanneer het apparaat voor langere tijd
niet zal worden gebruikt, neem dan de stekker uit
het stopcontact.
Open de behuizing niet
In dit product bevinden zich geen onderdelen die
door de gebruiker gerepareerd kunnen worden.
Bij het openen van de behuizing kunt u een
schok oplopen en wijzigingen aan het product
zullen de garantie ongeldig maken. Mocht water
of een metalen voorwerp zoals een paperclip, een
nietje of iets dergelijks in het apparaat
terechtkomen, neem dan de stekker direct uit het
stopcontact en raadpleeg een erkende reparateur.
Opstelling
Plaats het apparaat, om een goede werking te
verzekeren en risico’s te vermijden, op een ste-
vige en vlakke ondergrond. Zet u het apparaat
op schap, controleer dan of het schap en de
steunen het gewicht kunnen dragen.
Zorg ervoor dat er voldoende ruimte is voor
ventilatie rond het apparaat. Plaatst u dit
product in een kast of andere gesloten ruimte,
controleer dan of er voldoende lucht in de kast
circuleert. In sommige gevallen kan een
ventilator nodig zijn.
Plaats het apparaat niet op een tapijt of een
dergelijke ondergrond, daar dan de ventilaties-
leuven worden afgesloten.
Gebruik het apparaat niet op extreem hete of
koude plaatsen, op een plaats waar het bloot-
staat aan direct zonlicht, of in de nabijheid van
een verwarming.
Plaats het apparaat niet in een vochtige of
stoffige omgeving.
Zorg ervoor dat de ventilatiesleuven in de
bovenzijde van het apparaat vrij blijven en
plaats er geen voorwerpen op.
Vanwege het gewicht van de AVR 350 en de
warmte die de versterkers ontwikkelen, bestaat
de kans dat de rubber inleg van de pootjes van
het apparaat op sommige houten of fineer
ondergronden afdrukken achterlaten. Wees
voorzichtig met het opstellen van de receiver
op een zacht houten ondergrond, dan wel op
materiaal dat door zware objecten of warmte
kan worden beschadigd. Sommige materialen
zijn heel gevoelig en absorberen deze afdruk-
ken, iets waar Harman Kardon geen invloed
op heeft, zoals de soort afwerking, de gebruik-
te reinigingsmiddelen en normale warmte en
trillingen tijdens het gebruik van het product,
en andere factoren. Wees daarom voorzichtig
bij het kiezen van de juiste plaats voor de
receiver, daar dit soort zaken niet onder de
garantie valt.
Schoonmaken
Maak het apparaat zonodig schoon met een
schone, zachte en droge doek. Indien nodig kunt
bevochtigt u een zachte doek met lauw sop en
daarna met een doek met schoon water. Droog
het apparaat onmiddellijk af met een droge doek.
Gebruik NOOIT benzeen, reinigingsmiddelen met
drijfgassen, verdunner, alcohol of andere vluchti-
ge middelen. Gebruik geen schuurmiddelen, want
deze kunnen de afwerking van metalen onderde-
len beschadigen. Vermijd het gebruik van insecti-
ciden in de buurt van dit apparaat.
Verplaatsen
Alvorens het apparaat te verplaatsen controleren
of alle verbindingen met andere apparaten
losgenomen zijn en dat de stekker van het
apparaat zelf uit het stopcontact genomen is.
Uitpakken
De doos en overig verpakkingsmateriaal dat
gebruikt werd om uw nieuwe receiver tijdens trans-
port te beschermen zijn speciaal ontworpen om
schokken en trillingen te absorberen. Wij adviseren
u de doos en het verpakkingsmateriaal te bewaren
voor het geval u gaat verhuizen of als het apparaat
ooit gerepareerd zou moeten worden.
Om de omvang van de doos te verkleinen kunt u
deze plat maken. Dit doet u door het plakband
op de bodem helemaal los te maken en de doos
plat te drukken. De kartonnen hulpstukken kun-
nen op dezelfde manier worden bewaard.
Verpakkingsmateriaal dat niet samengedrukt kan
worden kan in een plastic zak worden bewaard.
Wilt u het verpakkingsmateriaal niet bewaren, is
het goed te weten dat de doos en het overige
verpakkingsmateriaal gerecycled kunnen worden.
Denk aan het milieu en lever dit materiaal in op
de daarvoor aangewezen plaats.
Vergeet niet de plastic beschermingsfolie van de
display te verwijderen. Deze folie kan de werking
van de afstandsbediening negatief beïnvloeden.
6 BEDIENINGSORGANEN
1
Netschakelaar: druk op deze toets om de
AVR in te schakelen. Is de schakelaar ingedrukt,
dan staat het apparaat in standby, wat wordt
aangegeven door de oranje LED
3
. Wanneer
deze toets NIET ingedrukt is, werkt het apparaat
niet. Om het apparaat geheel uit te schakelen en
ook de afstandsbediening te blokkeren, deze
schakelaar indrukken zodat deze naar buiten
komt en het woord ‘OFF’ (uit) op de bovenzijde
van de schakelaar zichtbaar wordt.
Opmerking: Laat deze schakelaar normaal
gesproken in de positie ON (aan) staan.
2
Standby: wanneer de netschakelaar
1
ingedrukt is, drukt u op deze toets om de AVR i
n te schakelen. Druk deze knop opnieuw in om
het apparaat uit (standby) te schakelen.
De lichtnetindicatie
3
wordt wit als het
apparaat aan staat.
3
Lichtnetindicatie: licht oranje op tijdens
standby, als teken dat het apparaat gereed is
voor gebruik. Ingeschakeld licht deze wit op.
4
Hoofdtelefoonuitgang: sluit hierop een
hoofdtelefoon aan om ongestoord te kunnen
luisteren. Gebruik een hoofdtelefoon met een
standaard 6,3 jackplug. Zodra de hoofdtelefoon
wordt aangesloten, worden de luidsprekers
uitgeschakeld.
Bij het configureren van uw systeem met
EzSet/EQ wordt de kalibratie microfoon hierop
aangesloten via de bijgeleverde adapter die de
kleine miniplug van de microfoon in een 1/4"
jackplug omzet.
5
Surround groep: indrukken om de eerste
groep surround functies te kiezen. Telkens wan-
neer u drukt wordt de volgende groep gekozen
in deze volgorde: Dolby functies DTS Digital
functies DSP functies Stereo functies
Logic 7 functies, enz.
Na het indrukken verschijnt de naam van de
gewenste surround functiegroep in de Onderste
Displayregel
Ò
en dan drukt u op Surround
Functiekeuze
9
om door de beschikbare func-
ties te schakelen. Druk hier bijvoorbeeld op om
de gewenste Dolby functie te kiezen en druk dan
op Surround Functiekeuze
9
om de verschil-
lende opties te kiezen.
6
Luidsprekerkeuze: kiest de luidsprekers
die in uw kamer worden gebruikt. Zie pagina 31
voor meer informatie over installatie en
configuratie.
Bedieningsorganen
1
2
3
4
5
6
7
8
9
)
!
@
#
$
%
^
&
*
(
Ó
Ô
Ò
Ú
Û
Ù
ı
Hoofd Netschakelaar
Systeemschakelaar
Lichtnetindicatie
Hoofdtelefoonuitgang
Surround Functie Groep Keuze
Luidsprekerkeuze
Insteltoetsen
Klankregeling in/uit
Surround Functiekeuze
Afstemmen
FM/MG
Instellen
Voorkeurposities
Luidspreker/Kanaal Indicatie
Ingangskeuze
RDS functies
Vertraging
Digitale ingang 4 optisch
Surroundfunctie indicaties
Digitale ingang 4 coax
Video 4 ingang
Ingangsindicaties
Display
Sensor afstandsbediening
Digitale ingangskeuze
Kanaalkeuze
Volume
DIGITAL LOGIC 7
VID 1
DVD
CD
FMAM
TAPE
6 8 CH
VID 2
VID 3
VID 4
PRO LOGIC
3 STEREO
HEADPHONE
DSP
5 7 CH. STEREO
SURR. OFF
BEDIENINGSORGANEN 7
NEDERLANDS
Bedieningsorganen
7
Insteltoetsen: bij het vastleggen van de
configuratie kiest u met deze toetsen uit de
beschikbare mogelijkheden die in de display
Ò
worden aangegeven.
8
Klankregeling in/uit: de klankregeling en
balans worden ingeschakeld door deze toets in te
drukken. De indicatie
TONE IN verschijnt in de
display
Ò
en met de regelaars lage tonen,
hoge tonen en balans kan het signaal naar de
luidsprekers worden gecorrigeerd. Staat de
indicatie
TONE OUT in de display, dan wordt
het signaal ‘recht’ weergegeven.
9
Surround Functiekeuze: indrukken om te
kiezen uit de beschikbare surround functies voor
de gekozen functiegroep. De specifieke functies
kunnen verschillen op basis van het aantal
beschikbare luidsprekers, de functiegroep en of
het om een analoge of een digitale bron gaat.
Druk bijvoorbeeld op Surround Functie Groep
Keuze
5
om een functiegroep te kiezen als
Dolby of Logic 7 en dan op deze toets om de
beschikbare functies te zien. Voor meer informa-
tie omtrent functiekeuze, zie pagina 40.
)
Afstemmen: druk op de linkerzijde van de
toets om naar een lagere frequentie te gaan, of
op de rechter zijde om naar een hogere frequen-
tie te gaan. Wordt een zender met een sterk
signaal gevonden dan verschijnt
MANUAL
TUNED
of AUTO TUNED in de display
Ò
(met de hand afgestemd of automatisch afge-
stemd). Zie pagina 51 voor meer informatie over
afstemmen.
!
FM/MG keuze: druk op deze toets om tuner
als bron van de AVR te kiezen. Na eenmaal
indrukken hoort u de laatst gebruikte zender;
nogmaals indrukken schakelt heen en weer tus-
sen AM (= MG) en FM. Houd de toets vast om te
schakelen tussen stereo en mono, handafstem-
ming en automatische afstemming. Zie pagina 51
voor nadere informatie.
@
Instellen: regelt het instellen en configure-
ren van de in de display
Ò
aangegeven instel-
ling, die dan in het geheugen van de AVR wordt
opgeslagen.
#
Voorkeurposities: druk op deze toetsen om
voor- of achteruit door het overzicht van de
voorkeurzenders te schakelen. Zie pagina 51 voor
nadere informatie.
$
Luidspreker/kanaal functie: geeft aan
welke luidspreker voor elk kanaal gekozen is, of
de configuratie van het binnenkomende signaal.
De indicaties voor de luidsprekers links, centrum,
rechts, links surround en rechts surround bestaan
uit drie hokjes, terwijl de subwoofer een enkel
hokje is. Het middelste hokje licht op wanneer
een ‘kleine’ luidspreker is gekozen, de buitenste
twee wanneer een grote luidspreker is gekozen.
Brandt geen enkel hokje voor de kanalen cen-
trum, surround of subwoofer, dan zijn er voor die
posities geen luidsprekers gekozen. Zie pagina 31
voor nadere informatie over het configureren van
de luidsprekers. De letter in het middelste hokje
geeft een actief kanaal aan. Voor standaard ana-
loge bronnen zullen alleen L en R oplichten, wat
een stereobron aangeeft. Gaat het om een digita-
le bron dan geven de indicaties aan welke kana-
len op de digitale ingang worden ontvangen. Een
knipperende letter geeft een onderbroken digitaal
signaal aan. Zie pagina 44 voor nadere informa-
tie over deze indicaties.
Opmerking: wanneer u via het
MULTIROOM
SETUP
menu de surround achter luidsprekers
aan de andere zone heeft toegewezen, zullen de
beide hokjes die de aanwezigheid van de
surround achter luidsprekers aangeven automa-
tisch verdwijnen. Dit ten teken dat de hoofd
luisterruimte nu is geconfigureerd voor 5.1
kanalen. Zie pagina 47 voor meer informatie over
het toewijzen van de surround achter kanalen
voor meerkamer gebruik.
%
Ingangskeuze: druk één of meermaals op
deze toets om een andere bron te kiezen.
^ RDS functie: indrukken om de verschillende
boodschappen van het RDS-systeem van de AVR
tuner op te roepen. Zie pagina 52 voor nadere
informatie over RDS.
&
Vertragingstijd: druk op deze toets om een
vertragingstijd in te stellen. Zie pagina 34 voor
nadere informatie over vertragingstijden.
*
Digitale ingang 4 optisch: sluit de opti-
sche digitale audio uitgang van een audio of
video product hierop aan. Wordt de ingang niet
gebruikt zorg dan dat de ingang met het dopje is
afgedekt om te voorkomen dat er stof in de
ingang komt.
(
Surroundfunctie indicaties: de huidige
bron verschijnt als één van de indicaties. Denk er
aan dat bij het inschakelen van de AVR alle
mogelijke functies kort oplichten, waarop naar
normaal gebruik wordt overgeschakeld en alleen
de actieve functie verlicht blijft.
Ó
Digitale ingang 4 coax: wordt gewoonlijk
gebruikt voor het aansluiten van draagbare
digitale audio apparaten, videospelletjes en
andere producten die een coax digitale aanslui-
ting hebben.
Ô
Video 4 ingang: deze audio/video
aansluitingen kunnen gebruikt worden als tijdelij-
ke verbinding met videospelletjes of draagbare
audio/video apparaten zoals camcorders en
draagbare audio spelers.
Ingangsindicatie: de gekozen bron licht op.
Denk er aan dat bij het inschakelen van de AVR
alle mogelijke functies kort oplichten, waarop
naar normaal gebruik wordt overgeschakeld en
alleen de actieve functie verlicht blijft.
Ò
Display: in de display worden aanwijzingen
en in de display verschijnen aanwijzingen en indi-
caties die helpen het apparaat te bedienen.
Ú
Sensor afstandsbediening: deze sensor
ontvangt de bevelen van de afstandsbediening.
Richt de afstandsbediening hierop en zorgt dat
de sensor niet geblokkeerd wordt, tenzij een
externe sensor is aangesloten.
Opmerking: wanneer /DMP is gekozen
als ingang, licht geen Ingangsindicatie
op.
DMP/THEBRIDGE ISCONNECTED
(DMP/Bridge is aangesloten) loopt over de
bovenste regel van de Display
Ò
tenzij u de
naam van de bron heeft veranderd; in dat geval
verschijnt de nieuwe naam. Zie pagina 24 voor
nadere informatie over het benoemen van
ingangen.
Û
Digitale ingangskeuze: druk op deze toets
om te kiezen tussen de optische
L
en coax
9
digitale ingangen. Zie pagina 24 en 41 en verder
voor meer informatie over digitale audio.
Ù
Kanaalkeuze: indrukken om de verschillen-
de kanalen in te stellen met behulp van een exter-
ne audiobron. Voor meer informatie over het
instellen van de uitgangsniveaus, zie pagina 46.
ı
Volume: draai deze knop naar rechts om het
niveau te verhogen, of naar links om het niveau
te verlagen. Mute (geluid uit) wordt automatisch
opgeheven zodra de volumeregelaar wordt
verdraaid.
8 AANSLUITINGEN
Aansluitingen
0
1
2
3
4
5
6
7
8
9
A
B
C
D
E
F
G
H
I
J
K
L
M
N
O
P
Q
R
S
T
U
V
W
X
Y
Z
a
b
c
d
e
f
MG antenne
FM antenne
Tape-ingang
Tape-uitgang
Subwoofer uitgang
DVD audio-ingang
CD ingang
Video 1 audio-uitgang
DMP aansluiting
8-Kanalen directe-ingang
Digitale audio-uitgang
TV/monitor uitgang
DVD video-ingang
Front Luidsprekers Uitgangen
Centrum Luidspreker Uitgang
Surround Luidsprekers Uitgangen
Geschakelde lichtnetuitgang
RS-232 Seriële Poort
Netsnoer
Video 2 Component video-ingang
Component video-uitgang
Video 1 component-ingang
Video 2 audio-ingang
Coax digitale ingangen
Surround Achter/Meerkamer
luidsprekeruitgangen
Video 1 video-uitgang
Video 1 video-ingang
Optisch digitale ingangen
Video 1 audio-ingang
Video 2 video-ingang
Uitgang IR afstandsbediening
Ingang IR afstandsbediening
Voorversterker uitgang
HDMI Uitgang
Video 3 video ingang
Video 3 audio ingang
HDMI Ingang
Meerkamer uitgang
A-BUS
Multi IR ingang
DVD/Video 3 Component Video Ingang
IR Afstandsbediening Uitgang
Opmerking: om het aansluiten van de ver-
schillende verbindingen voor meerkanaals in-
en uitgangen en de luidsprekers gemakkelijk te
maken, zijn alle aansluitingen van een kleuren-
code voorzien, overeenkomstig de nieuwste CEA
standaard:
Front Links Wit
Front Rechts: Rood
Centrum: Groen
Surround Links: Blauw
Surround Rechts: Grijs
Surround Achter Links: Bruin
Surround Achter Rechts: Tan
Subwoofer (LFE): Paars
Digitaal Audio: Oranje
Composiet Video: Geel
Component Video ‘Y’: Groen
Component Video ‘Pr’: Rood
Component Video ‘Pb’: Blauw
0
MG-antenne: sluit hierop de bijgeleverde
MG raamantenne aan. Wordt een externe MG-
antenne gebruikt, sluit die dan aan conform de
daarbij gevoegde aanwijzingen.
1
FM-antenne: sluit hierop de bijgeleverde
FM-antenne aan, of een buitenantenne, dan wel
een kabelsysteem.
2
Tape-ingang: verbind deze ingangen met de
Play/Out uitgangen van een audiorecorder.
3
Tape-uitgang: verbind deze uitgangen met
de Record/In ingangen van een audiorecorder.
4
Subwoofer uitgang: verbind deze uitgang
met de lijningang van een actieve subwoofer. Bij
gebruik van een losse subwooferversterker wordt
deze uitgang met de ingang van die versterker
verbonden.
5
DVD audio-ingang: verbind deze ingang
met de analoge audio uitgang van een DVD-
speler of een andere audiobron.
6
CD Ingang: verbind deze ingang met de
analoge audio uitgang van een compact disc
speler of CD-wisselaar of een andere audiobron.
7
Video 1 audio uitgang: verbind deze
uitgangen met de Record/Input ingangen van
een VCR.
8
Digital Media Player (DMP):
verbind bij uitgeschakelde AVR 350 het ene einde
van de extra Harman Kardon met de
daarvoor bestemde aansluiting en de andere
zijde met een geschikte Apple iPod. Wordt nu
Digital Media Player als bron gekozen, dan ver-
schijnt de besturing en navigatie van de iPod in
het beeldscherm (indien aangesloten op de
Video Monitor Uitgang
B
en de bovenste en
onderste regel van de Display
Ò
. U kunt de
iPod navigeren en nummers voor weergave
kiezen met
/
¤
/
/
DEa
en Set
F
plus de loopwerktoetsen
P
op de afstands-
bediening van de AVR. Zie pagina 45 voor nadere
informatie.
AANSLUITINGEN 9
NEDERLANDS
Aansluitingen
9
8-Kanaals directe ingang: deze ingangen
worden gebruikt voor het aansluiten van
DVD-Audio, Blu-ray, HD-DVD of SACD spelers
met discrete analoge uitgangen. Afhankelijk van
de, bron kunnen alle acht ingangen worden
gebruikt, hoewel in de meeste gevallen alleen de
front links/rechts, centrum, surround links/rechts
en LFE (subwoofer) ingangen gebruikt zullen
worden in een standaard 5.1 audio opzet.
A
Digitale audio-uitgang: verbind deze
uitgangen met de digitale ingang van een digitale
recorder zoals een CD-recorder of een MiniDisc
recorder.
B
Video Monitor Uitgang: verbind deze
aansluiting met de composiet en/of S-Video
ingang van een TV of monitor of videoprojector
om de in-beeld menu’s te kunnen zien, plus de
met de videoschakelaar op de AVR gekozen
standaard video of S-Video bron.
C
DVD video-ingang: verbind deze ingangen
met de composiet of S-video uitgangen van een
DVD-speler of andere videobron.
D
Front Luidsprekers Uitgangen: verbind
deze uitgangen met de juiste + en – aansluitin-
gen van de linker en rechter luidspreker.
Overeenkomstig de nieuwe CEA kleurcode is de
witte aansluiting de positieve + aansluiting die
verbonden wordt met de rode + aansluiting van
de Front Links luidspreker, conform de oude
codering. De rode aansluiting is de positieve +
aansluiting die verbonden wordt met de rode
positieve + van de Front Rechts luidspreker.
Verbind de zwarte – aansluitingen van de
AVR met de zwarte – van de luidsprekers. Zie
pagina 17 voor nadere informatie over
luidsprekerpolariteit.
E
Centrum Luidspreker Uitgang: verbind
deze uitgang met de juiste + en – aansluitingen
van de centrum luidspreker. Overeenkomstig de
nieuwe CEA kleurcode is de groene aansluiting
de positieve + aansluiting die verbonden wordt
met de rode + aansluiting van de Centrum luid-
spreker, conform de oude codering. Verbind de
zwarte – aansluiting van de AVR met de zwarte –
van de centrum luidspreker. Zie pagina 17 voor
nadere informatie over luidsprekerpolariteit.
F
Surround Luidspreker Uitgangen:
verbind deze uitgangen met de juiste + en
– aansluitingen van de surround luidsprekers.
Overeenkomstig de nieuwe CEA kleurcode is de
blauwe aansluiting de positieve + aansluiting die
verbonden wordt met de rode + aansluiting van
de Surround Links luidspreker, conform de oude
codering. De grijze aansluiting is de positieve +
aansluiting die verbonden wordt met de rode
positieve + van de Surround Rechts luidspreker.
Verbind de zwarte – aansluitingen van de AVR
met de zwarte – van de surround luidsprekers.
Zie pagina 17 voor nadere informatie over luid-
sprekerpolariteit.
G
Geschakelde lichtnetuitgang: voor het
voeden van andere apparaten, die dan tegelijk
met standby
2
op de AVR worden
ingeschakeld.
H
RS-232 Seriële Poort: deze speciale aan-
sluiting kan worden gebruikt met uw personal
computer in het geval Harman Kardon op enig
moment in de toekomst een software update
aanbiedt. Laat de functieschakelaar niet inge-
drukt (in Operate Mode) en druk deze alleen in
om te opwaarderen (Upgrade Mode). De reset
schakelaar wordt uitsluitend tijdens het opwaar-
deren gebruikt.
I
Netsnoer: verbind de stekker met een onge-
schakeld stopcontact.
J
Video 2 Component Video Ingang: ver-
bind de Y/Pr/Pb component video uitgang van de
HDTV settop converter, satellietontvanger of
andere videobron met de component aansluitin-
gen van dat apparaat. De fabrieksinstelling is
naar de Video 1 ingang, maar u kunt deze altijd
veranderen via het
INPUT SETUP menu. Zie
pagina 24 voor meer informatie over het con-
figureren van component video ingangen.
K
Monitor Component Video Uitgang: sluit
deze uitgangen aan op de component video-
ingangen van een videoprojector of –monitor.
Wanneer een bron, aangesloten op een van de
three Component video-ingangen
JLe
,
wordt geselecteerd dan zal het signaal naar deze
aansluitingen gestuurd worden.
L
Video 1 component ingang: sluit de
Y/Pr/Pb component video-uitgangen van een
DVD-speler aan op deze aansluitingen. De
fabrieksinstelling is naar de DVD ingang, maar u
kunt deze altijd veranderen via het
INPUT
SETUP
menu. Zie pagina 24 voor meer infor-
matie over het configureren van component
video ingangen.
Opmerking: alle component ingangen/uitgan-
gen kunnen ook voor RGB-signalen worden
gebruikt op dezelfde wijze als beschreven voor
de Y/Pr/Pb-signalen en verbonden met de
aansluitingen van de overeenkomstige kleur.
RGB-verbinding is niet mogelijk wanneer de bron
een afzonderlijk sync-signaal afgeeft (zie pagina
18).
M
Video 2 Audio Ingang: verbind deze aan-
sluitingen met de PLAY/OUT audio-uitgangen
van een tweede VCR of een andere audio- of
videobron.
N
Coax Digitale Ingangen: verbind de coax
digitale uitgang van een DVD-speler, HDTV ont-
vanger, de uitgang van een geschikte geluids-
kaart voor MP3 files of streams, LD-speler, MD-
speler of CD-speler met deze ingangen. Het sig-
naal kan een Dolby Digital, DTS, 2-kanaals
MPEG1 signaal zijn, dan wel een standaard PCM
digitale bron. Verbind geen RF digitale uitgang
van een LD-speler met deze ingangen.
O
Surround Achter/Meerkamer
Luidsprekeruitgangen: deze luidsprekeruit-
gangen worden gewoonlijk gebruikt om de
surround achter links/rechts luidsprekers in een
7.1 systeem te voeden. Ze kunnen echter ook
gebruikt worden om de luidsprekers in een ande-
re zone te sturen met het signaal dat is gekozen
voor een meerkamersysteem.
Om de uitgang te wijzigen van de standaard
Surround Achter naar Meerkamer Uitgang dient
een instelling in het
MEERKAMER MENU van
het OSD (in-beeld) systeem worden veranderd.
Zie pagina 47 voor meer informatie voor het
configureren van deze luidsprekeruitgang. Bij
normaal surround gebruik zijn bruin en zwart de
surround achter positieve (+) en negatieve (-)
aansluitingen en tan en zwart aansluitingen zijn
de surround achter rechts positieve (+) en
negatieve (-) aansluitingen.
Voor meerkamer toepassing verbindt u de bruine
en zwarte SBL aansluitingen met de rode en
zwarte aansluitingen van de linker luidspreker in
de andere zone en de tan en zwart SBR aan-
sluitingen met de rode en zwarte aansluitingen
van de rechter luidspreker in de andere zone.
P
Video 1 video-uitgang: verbind deze
uitgangen met de RECORD/INPUT composiet of
S-video ingang van een VCR.
Q
Video 1 video-ingang: verbind deze
ingangen met de PLAY/OUT composiet of
S-video uitgangen van een TV of andere
videobron.
R
Optisch digitale ingangen: verbind de
optisch digitale uitgang van een DVD-speler,
HDTV ontvanger, de uitgang van een geschikte
geluidskaart voor MP3 files of streams, LD-speler,
MD-speler of CD-speler met deze ingangen. Het
signaal kan een Dolby Digital, DTS, 2-kanaals
MPEG1 signaal zijn, dan wel een standaard PCM
digitale bron.
S
Video 1 audio-ingang: verbind deze aan-
sluitingen met de PLAY/OUT audio-uitgangen
van een TV of een andere audio- of videobron.
T
Video 2 video-ingang: verbind deze ingan-
gen met de PLAY/OUT composiet of
S-video uitgangen van een tweede VCR of
andere videobron.
10 AANSLUITINGEN
Aansluitingen
U
IR-uitgang afstandsbediening: via deze
aansluiting kan de IR-sensor in de receiver ook
andere op afstand bediende apparaten bedienen.
Verbind deze uitgang met de ‘IR-IN’ ingang op
andere Harman Kardon of andere geschikte
apparaten.
V
Meerkamer IR-ingang: wanneer de IR-sen-
sor van de AVR geblokkeerd is door een kast of
andere obstakels, kan een externe sensor worden
gebruikt. Sluit deze op deze ingang aan.
W
Voorversterkeruitgang: verbind deze aan-
sluitingen met een extra externe eindversterker
voor toepassingen waarbij meer vermogen
nodig is.
X
HDMI Uitgang: verbind deze geschikt
uitgang met de HDMI ingang op een geschikte
van HDMI voorzien videoscherm.
Y
Video 3 video ingang: verbind deze ingan-
gen met de PLAY/OUT composiet of
S-video uitgangen van een VCR of andere video-
bron.
Z
Video 3 audio ingang: verbind deze ingan-
gen met de PLAY/OUT audio uitgangen van een
VCR of andere videobron.
a
HDMI Ingangen: verbind de HDMI uitgang
van videobronnen met een DVD-speler, settop box
of HDTV tuner op één van deze aansluitingen.
b
Meerkamer uitgang: sluit hierop extra
audio eindversterkers aan om in een andere
kamer naar de voor het meerkamersysteem
gekozen bron te kunnen luisteren.
c
A-BUS: verbind deze aansluiting met een
extra A-BUS gecertificeerde afstandsbediening of
versterker om zo de meerkamer faciliteiten van
de AVR uit te breiden. Zie pagina 21 voor meer
informatie over A-BUS.
d
Meerkamer IR-ingang: verbind de uitgang
van een IR-sensor in een andere kamer met deze
aansluiting om het meerkamersysteem van de
AVR te bedienen.
e
Video 3 Component Video Ingang: deze
ingang kan met elke bron worden gebruikt die is
voorzien van analoge Y/Pr/Pb of RGB component
video uitgangen. De fabrieksinstelling is naar de
Video 2 ingang, maar u kunt deze altijd verande-
ren via het
INPUT SETUP menu. Zie pagina
24 voor meer informatie over het configureren
van component video ingangen.
f
Afstandsbediening IR Uitgang: op deze
uitgang staat het complete signaal zoals dat
wordt ontvangen op de Afstandsbedienings-
sensor
Ú
dan wel via de Afstands-
bedieningsingang
V
inclusief de draaggolf
die is verwijderd van signalen op de Afstands-
bedieningsuitgang
U
. Gebruik deze uitgang
om IR afstandsbedieningssignalen naar de
ingang van geschikte apparaten te sturen via
directe verbindingen, dan wel externe IR zenders.
Twijfelt u welke van de twee IR Uitgangen
gebruikt moet worden, raden we u aan met uw
leverancier te overleggen of met de leverancier
van de extra te besturen apparatuur.
Dankzij de krachtige processor van de AVR kun-
nen maximaal twee van HDMI-aansluitingen
voorziene bronnen op de HDMI-ingangen via één
enkele kabel worden aangesloten met als voor-
deel een superieure digitale audio- en videover-
binding. Wanneer uw beeldscherm niet geschikt
is voor HDMI, dient de bron te worden verbon-
den met een van de andere ingangen en kiest u
een coax of optische digitale audio-ingang en
een analoge video-ingang. Zie onder
Aansluitingen en Installeren voor nadere infor-
matie.
Wanneer uw beeldscherm wel een HDMI-ingang
heeft maar sommige bronnen uitsluitend over
analoge video-uitgangen beschikken, kunt nog
steeds de HDMI videoverbinding naar het beeld-
scherm gebruiken; de AVR zal de analoge video-
signalen automatisch omzetten naar het HDMI-
formaat.
Opmerking over videoverbindingen: bij het
aansluiten van een video-apparaat zoals een
VCR, DVD-speler, satellietontvanger, kabel settop
box, personal videorecorder of een videospelletje
op de AVR 350, kunt u de composiet of S-video
aansluiting gebruiken, maar niet beide tegelijk.
AFSTANDSBEDIENING 11
NEDERLANDS
0
1
2
3
4
5
6
7
8
9
A
B
C
D
E
F
G
H
I
J
K
L
M
N
O
P
Q
R
S
T
U
V
W
X
Y
Z
a
b
c
d
e
f
g
h
i
j
Afstandsbediening
Standby
IR-zender
Programma Indicatie
Inschakelen
Ingangskeuze
AVR-keuze
MG/FM keuze
6-Kanaals/8-kanaals Directe Ingang
Testsignaal
Sluimerfunctie
Surroundfunctie
Nachtfunctie
Kanaalkeuze
/
¤
toetsen
toets
Instellen
Digitale keuze
Cijfertoetsen
Tunerfunctie
Directfunctie
Afstemmen hoger/lager
In-beeld display/info
Dolby Functie
DTS Digital Functie
Logic 7 Functie
Loopwerktoetsen
Meerkamer
Volgende/vorige
Stereo Functie
DTS Neo:6 Functie
Macro's
RDS-functie
Voorkeuze hoger/lager
Wissen
Geheugen
Vertraging/Voorgaande zender
toets
Luidsprekerkeuze
Muting
Volume hoger/lager
DMP Functie
TV/Video Keuze
Dimmer
Programmeren
Licht
Klankregeling
Opmerking: de hier gebruikte functienamen
slaan op de voor de AVR gebruikte functies. De
meeste toetsen hebben meerdere functies wan-
neer de afstandsbediening voor andere appara-
ten wordt gebruikt. Zie pagina 58-59 voor een
overzicht van deze functies.
12 AFSTANDSBEDIENING
Afstandsbediening
Belangrijk: De afstandsbediening van de AVR 350
kan geprogrammeerd worden voor het besturen
van maximaal zeven apparaten, inclusief de AVR.
Voordat u de afstandsbediening in gebruik neemt
eerst de ingangskeuze
4
indrukken en het
apparaat kiezen dat u wilt gebruiken. Af fabriek is
de afstandsbediening van de AVR ingesteld op het
bedienen van de AVR en de meeste Harman
Kardon CD en DVD-spelers en cassettedecks. De
afstandsbediening kan ook een reeks andere pro-
ducten bedienen via de codes die al aanwezig zijn.
Voordat u de afstandsbediening in gebruik neemt
met andere producten, eerst de aanwijzingen op
pagina 53-55 over het programmeren van bevelen
uitvoeren.
Aan veel toetsen van de afstandsbediening kunnen
functies toegewezen worden die afhankelijk zijn
van het product dat met de ingangskeuze
4
geactiveerd is. Hier worden in de eerste plaats de
functies van de afstandsbediening voor de AVR
beschreven. Zie pagina 58-59 voor informatie over
andere functies voor de toetsen van de afstands-
bediening.
0
Standby: indrukken om de AVR of een aan-
gegeven apparaat in standby te zetten.
1
IR-zender: richt dit op de sensor van de
AVR bij het indrukken van een toets, zodat de infr-
arood signalen goed worden ontvangen.
2
Programma-Indicatie: deze driekleurige
indicatie wordt gebruikt om u door het program-
meren van de afstandsbediening te leiden. Zie
pagina 53 voor informatie over het programmeren
van de afstandsbediening.
3
Inschakelen: druk op deze toets om de net-
spanning van het apparaat in te schakelen dat
met de ingangskeuze
4
is gekozen, uitgezon-
derd Tape.
4
Ingangskeuze: door een van deze toetsen in
te drukken gebeuren er drie dingen: staat de
AVR niet aan, dan wordt deze ingeschakeld; dan
wordt de bron gekozen overeenkomend met de
ingedrukt toets, en tenslotte wordt de afstands-
bediening omgeschakeld, zodat deze de gekozen
bron bedient.
De toetsen DVD, TAPE en HDMI 1 worden
gebruikt voor één van de volgende twee ingangs-
bronnen:
• De eerste keer dat op DVD wordt gedrukt, kiest
u de bron die is verbonden met de DVD-ingang.
De tweede maal kiest de bron die is verbonden
met de CD-ingang.
• De eerste keer dat u op TAPE drukt wordt Tape
als ingang gekozen. Een tweede maal indrukken
kiest The Bridge als ingang.
• De eerste keer dat op HDMI 1 wordt gedrukt,
kiest u de bron die is verbonden met de HDMI 1
ingang. De tweede maal kiest de bron die is ver-
bonden met de HDMI 2 ingang.
Nadat u op deze toets gedrukt hebt, drukt u op
AVR-keuze
5
om de functies van de AVR met de
afstandsbediening te activeren.
5
AVR-keuze: hiermee schakelt u de afstands-
bediening om, zodat deze de functies van de AVR
bedient. Staat de AVR op standby, dan wordt deze
ingeschakeld.
6
MG/FM keuze: druk op deze toets om de
tuner van de AVR als bron te kiezen. Drukt u op
deze toets terwijl de tuner al gekozen is, dan
wordt omgeschakeld tussen MG en FM.
7
6-Kanaals/8-Kanaals Directe Ingang:
druk op deze toets om het apparaat dat is aange-
sloten op de 6-Kanaals Directe Ingang of op de
8-Kanaals Directe Ingang
9
is aangesloten.
De beschikbare ingang wordt bepaald door de
keuze 5.1 of 6.1/7.1 die u in de surround instelling
maakt. Zie pagina 40 voor meer informatie.
8
Testsignaal: druk hierop om het configure-
ren van de uitgangsniveaus van de AVR te starten.
Zie pagina 35 voor nadere informatie over het
kalibreren van de AVR.
9
Sluimerfunctie: sluimerfunctie: druk op
deze toets om het apparaat in de sluimerfunctie
te zetten. Na de in de display aangegeven tijd zal
de AVR automatisch in standby gaan.
Elke keer dat u op deze toets drukt zal de tijd
veranderen in deze volgorde:
Houd de toets twee seconden ingedrukt om de
sluimerfunctie uit te schakelen.
Denk er aan dat deze toets ook gebruikt wordt
om een ander kanaal te kiezen op TV, VCR en Sat
ontvanger wanneer die bron is gekozen via de
Ingangskeuze
4
.
A
Surround Functie: druk op deze toets om
één van de surround functies HALL, THEATER te
kiezen. Denk er aan dat afhankelijke van het type
ingang niet altijd alle functies beschikbaar zijn.
Zie pagina 37-38 voor meer informatie over de
surround functies. Denk er aan dat deze toets ook
gebruikt wordt om een zender af te stemmen op
TV, VCR en Sat ontvanger wanneer die bron is
gekozen via de Ingangskeuze
4
.
B
Nachtfunctie: schakelt de nachtfunctie in.
Bedoeld voor digitale bronnen en zorgt ervoor dat
ook op laag volume de dialoog in het centrum
kanaal verstaanbaar blijft. Zie pagina 27 voor
nadere informatie.
C
Kanaalkeuze: hiermee activeert u het
instellen van de uitgangsniveaus van de AVR met
een externe bron. Na eenmaal op deze toets
gedrukt te hebben kan met de toetsen
/
¤
D
het kanaal worden gekozen, waarna met
instellen
F
en dan opnieuw met de
/
¤
het
niveau kan worden ingesteld. Zie pagina 46 voor
aanvullende informatie.
D
/
¤
toetsen: Deze multifunctionele toet-
sen worden gebruikt om te wijzigen of door items
in de in-beeld menu’s of de display te lopen en de
configuratie in te stellen van digitale ingangen of
de vertraging. Bij het wijzigen van een instelling
drukt u eerst op de toets voor de functie of instel-
ling die veranderd moet worden, bijvoorbeeld de
Digitale Keuze
G
om een digitale ingang te
wijzigen. Druk vervolgens op één van deze toet-
sen om door de beschikbare opties te schakelen
of om de instelling te verhogen of te verlagen. In
de verschillende paragrafen die de functies
behandelen wordt het gebruik van deze toetsen
per functie toegelicht.
Wanneer de afstandsbediening van de AVR gepro-
grammeerd wordt op de codes van een ander
apparaat, wordt deze toets ook gebruikt bij
'Automatisch zoeken'. Zie pagina 53 voor nadere
informatie omtrent het programmeren van de
afstandsbediening.
AFSTANDSBEDIENING 13
NEDERLANDS
E
toets: om het menu-item of –instelling
te wijzigen wanneer een menugestuurd apparaat
(TV, VCR, DVD, enz.) is gekozen.
F
Instellen: deze toets wordt gebruikt om
instellingen in het geheugen van de AVR op te
slaan. Tevens voor het invoeren van de vertra-
gingstijd, instelling van de luidsprekerconfiguratie
en het uitgangsniveau van de zender.
G
Digitale keuze: druk op deze toets om een
van de digitale ingangen
NRÓ*
te kiezen.
Zie pagina 41 voor nadere informatie over het
gebruik van de digitale ingangen.
H
Cijfertoetsen: met deze tien cijfertoetsen
kan de frequentie van een radiozender of een
programma op TV of satellietontvanger, dan wel
een nummer op CD, DVD, of LD worden inge-
voerd, afhankelijk van de gekozen bron en de
programmering van de afstandsbediening.
I
Tunerfunctie: indrukken terwijl de tuner
actief is om te kiezen tussen hand- of automati-
sche afstemming. Ingedrukt verschijnt er in de
onderste regel van de display
Ò
de aanwijzing
MANUAL (met de hand) en door op Af-
stemming
K
)
te drukken gaat de frequen-
tie in enkele stappen hoger of lager. Is FM geko-
zen en staat
AUTO (automatische afstemming)
in de display
Ò
dan wordt door op deze toets
te drukken omgeschakeld naar mono ontvangst
en worden ook zwakke zenders hoorbaar. Zie
pagina 51 voor meer informatie.
J
Directfunctie: indrukken wanneer de tuner
actief is om de frequentie van een zender direct
in te toetsen. Voer vervolgens met de
cijfertoetsen
H
de frequentie in. Zie pagina
51 voor nadere informatie.
K
Afstemmen hoger/lager: wanneer de
tuner in gebruik is gaat u met deze toetsen
omhoog of omlaag in het gekozen afstembereik.
Heeft u op Tunerfunctie
I
gedrukt, of
Afstembereik
!
ingedrukt gehouden zodat
AUTO in de display
Ò
verschijnt, dan zal de
tuner na het indrukken van één van de toetsen
de tuner zoeken naar de eerstvolgende zender
die met voldoende sterkte voor goede ontvangst
binnenkomt. Verschijnt
MANUAL in de display
Ò
dan zal worden afgestemd in enkelvoudige
stappen. Zie pagina 51 voor meer informatie.
L
In-beeld display/info: indrukken om
aanwijzingen in beeld te zien en te kiezen.
M
Dolby Functie: kies hiermee de gewenste
Dolby Surround processor functie. Door in te
drukken wordt beurtelings een van de functies
Dolby Pro Logic II, Dolby 3 Stereo of Dolby Digital
gekozen. Denk er aan dat de Dolby functie alleen
beschikbaar is bij een digitale ingang en de
andere functies alleen zolang geen Dolby Digital
bron wordt gebruikt, uitgezonderd Pro Logic II
met Dolby Digital 2.0 opnamen, zie opmerking
op pagina 37-38. Zie pagina 37 over de beschik-
bare Dolby surround functies.
N
DTS Digital Functie: wordt een DTS bron
gebruikt dan kiest de AVR automatisch de juiste
functie en zijn geen andere beschikbaar. Door op
deze toets te drukken wordt alleen de gekozen
functie aangegeven, afhankelijk van het afge-
speelde surround materiaal en de luidsprekercon-
figuratie. Wordt geen DTS bron gebruikt, dan
heeft deze toets geen functie. Zie pagina 37 voor
de beschikbare DTS opties.
O
Logic 7 Functie: druk op deze toets om
één van de beschikbare Logic 7 functie te kiezen.
Zie pagina 37-38 voor de beschikbare Logic 7
functies.
P
Loopwerktoetsen: deze toetsen hebben
geen enkele functie voor de AVR, maar kunnen
wel geprogrammeerd worden voor het voor-
waarts/achterwaarts afspelen van een breed
scala aan CD- of DVD-spelers, en audio- of
videocassetterecorders. Zie pagina 53 voor aan-
vullende informatie over het programmeren van
de afstandsbediening.
Q
Meerkamer: activeert het meerkamersys-
teem en de instelling van het wijzigen van het
ingangs- of afspeelniveau van de tweede zone.
Zie pagina 47 voor nadere informatie over het
meerkamersysteem.
R
Volgende/vorige: deze toetsen hebben
geen functie voor de AVR, maar worden afhanke-
lijk van de programmering gebruikt voor CD,
DVD, audio- of videorecorders om naar een
volgend of voorgaand nummer te gaan.
S
Stereo Functieschakelaar: indrukken om
een stereofunctie te kiezen. Verschijnt na indruk-
ken
SURROUNDOFF (surround uit) in de
Display
Ò
en blijft alleen Surr Off Surround
Functie
(
branden, dan staat de AVR in de
passeerfunctie en wordt de volledig analoge
tweekanalen links/rechts stereofunctie gebruikt
zonder surround processing of bass manage-
ment, dit in tegenstelling tot andere functies
waarin digitale bewerking wordt toegepast.
Verschijnt na indrukken
SURROUNDOFF
(surround uit) in de Display
Ò
en blijven zowel
DSP als Surr Off Surround Functie
(
bran-
den, dan is tweekanalen weergave gekozen en is
het bass management actief. Verschijnt
SURROUNDOFF in de display
Ò
dan hoort
u stereoweergave aangevuld met de voordelen
van bas management. Verschijnt tenslotte
5 CHSTEREOof 7 CHSTEREO dan wordt
het stereosignaal naar alle vijf de luidsprekers
gevoerd, voorzover aanwezig. Zie pagina 28 voor
meer informatie over stereoweergave.
T
DTS Neo:6 Functie: door op deze toets te
drukken schakelt de AVR door de verschillende
DTS Neo:6 functies, waarmee een vijf-, zes- of
zevenkanalen surround klankbeeld wordt
gedestilleerd uit tweekanalen programmamateriaal
(van een PCM-bron of een analoog ingangs-
signaal). De eerste keer dat u drukt wordt de
laatst gebruikte DTS Neo:6 functie gebruikt en
elke volgende maal kiest de volgende functie.
U
Macro's: druk op deze toetsen om een
'macro' op te slaan of op te roepen. Een macro is
een vastgelegde reeks bevelen. Zie pagina 55
voor informatie over het opslaan en oproepen
van macro's.
V
RDS-functies: indrukken om de verschil-
lende informaties op te roepen die RDS op de
AVR biedt. Zie pagina 52 voor nadere informatie
over RDS.
W
Voorkeuze hoger/lager: bij gebruik van
de tuner drukt u op deze toets om door het over-
zicht van de geprogrammeerde zenders in het
geheugen van de AVR te gaan. Is CD of DVD
gekozen met de ingangskeuze
4
dan func-
tioneert deze toets als vertraagd voor/
achteruit (DVD) of +10 (CD, CDR).
X
Wissen: druk op deze toets om verkeerde
instellingen te wissen wanneer u met de
afstandsbediening de frequentie van de zender
invoert.
Afstandsbediening
Y
Geheugen: indrukken om een zender in
het geheugen van de AVR op te slaan. Twee
streepjes knipperen rechts in de display
Ò
en
u heeft dan vijf seconden om met de Cijfer-
toetsen
H
een positie voor het geheugen te
kiezen. Zie pagina 51 voor meer informatie.
Z
Vertraging/Voorgaande zender: druk op
deze toets om het instellen van de vertragingstijd
in te stellen, die door de AVR bij surround ge-
bruikt. Voer vervolgens de tijd in door op instel-
len
F
te drukken en dan met
/
¤
D
in te
stellen. Druk nogmaals op instellen
F
om het
proces af te ronden. Zie pagina 34 voor aanvul-
lende informatie.
a
-toets: indrukken om de menu-instelling
of keuze te wijzigen nadat een menugestuurd
apparaat (TV, VCR, DVD, e.a.) is gekozen.
b
Luidsprekerkeuze: indrukken om het Bass
Management Systeem van de AVR te configure-
ren op het door u gebruikte luidsprekersysteem.
Vervolgens gebruikt u de
/
¤
toetsen
D
om
het kanaal te kiezen dat u wilt instellen.
Druk op de insteltoets
F
en kies het luid-
sprekertype (Large, Small of None – groot, klein
of geen) overeenkomend met de gebruikte luid-
spreker. Zie pagina 31 voor meer informatie.
c
Muting: druk hierop om het geluid van de
AVR of de TV (afhankelijk van het apparaat dat
gekozen is) tijdelijk uit te schakelen. Wanneer de
afstandsbediening van de AVR geprogrammeerd
is voor gebruik met een ander apparaat, kan
deze toets samen met Ingangskeuze
4
wor-
den ingedrukt om het programmeren te active-
ren. Zie pagina 53 voor informatie over het pro-
grammeren van de afstandsbediening.
d
Volume hoger/lager: verhoogt of verlaagt
het afspeelniveau van het systeem.
e
Bridge Digital media Player
(DMP) Functie: wanneer de van
Harman Kardon (extra leverbaar) is aangesloten
op Digital Media Player (DMP)
8
en een geschikte Apple
®
iPod
®
is in de
geplaatst, wordt met deze toets de iPod als
audiobron voor de AVR 350 gekozen. Bovendien,
wanneer een beeldscherm is aangesloten op een
Video Monitor
B
aansluiting, verschijnen ook
de aanwijzingen van de iPod in beeld en op de
bovenste en onderste regels van de Display
Ò
.
De toetsen
/
¤
/
/
DEa
en Set
F
plus de loopwerktoetsen
P
kunnen worden
gebruikt om de iPod te navigeren en de functies
te activeren. Zie pagina 45 en de handleiding
voor de Bridge en uw iPod voor nadere informatie.
f
TV/Video Keuze: deze toets heeft op de
AVR geen functie, maar bij gebruik van een
geschikte VCR, DVD of satellietontvanger met
een TV/Video functie, schakelt deze toets tussen
het signaal van de speler of receiver en de exter-
ne video input van de speler. Raadpleeg de hand-
leiding van de speler of receiver voor details over
deze functie.
Opmerking: door op een willekeurige toets te
drukken zal de ingangskeuze
45
relevant
voor de ingedrukte toets kort rood oplichten om
het bevel te bevestigen, mits er een functie voor
die toets is in combinatie met het gekozen appa-
raat. Zie functieoverzicht op pagina 58-59.
g
Dimmer: indrukken om de dimmer te acti-
veren waarmee de helderheid van de display kan
worden verminderd, of geheel kan worden uitge-
schakeld. Eenmaal indrukken laat de standaard
instelling zien. Nogmaals indrukken voor 50%
reductie van de helderheid en binnen vijf secon-
den nogmaals indrukken schakelt de display
geheel uit. Denk er aan dat deze instelling tijde-
lijk is; ongeacht de gekozen instelling zal de dis-
play bij het inschakelen van de AVR altijd op volle
sterkte oplichten. De witte Lichtnetindicatie
3
blijft altijd op normale sterkte branden onge-
acht de instelling om u eraan te herinneren dat
de AVR is ingeschakeld.
h
Programmeren: de afstandsbediening kan
de individuele IR codes van de originele afstands-
bediening die bij de TV of een ander apparaat
dat met een ingang is verbonden ‘leren’.
(zie pagina 54 voor nadere informatie).
i
Licht: indrukken om de toetsen op de
afstandsbediening te verlichten. Nogmaals
indrukken om de verlichting weer uit te schake-
len. Wordt vijf seconden geen toets ingedrukt
dan dooft de verlichting automatisch.
j
Klankregeling: met deze toetsen wordt
de klankregeling – bas, hoog en balans – in- en
uitgeschakeld. Wanneer deze toets is ingedrukt
en
TONE IN (klankregeling in) verschijnt in de
Display
Ò
dan zijn de instellingen voor bas,
hoog en balans actief en beïnvloeden het
uitgangssignaal. Wordt de toets nogmaals
ingedrukt dan verschijnt
TONE OUT
(klankregeling uit) in de Display
Ò
en wordt
het uitgangssignaal niet beïnvloed en is ‘recht’.
Afstandsbediening
14 AFSTANDSBEDIENING
NEDERLANDS
ZONE II AFSTANDSBEDIENING 15
Zone II afstandsbediening
K
D
J
G
H
I
F
C
C
B
B
E
A
A Uitschakelen
B AVR keuze
C MG/FM keuze
D Ingangskeuze
E Volgende disc
F Volume hoger/lager
G Muting
H Loopwerkfuncties
I /DMP keuze
J Afstemming Hoger/Lager
K Voorkeuze Hoger/Lager
Opmerking: wordt de Zone II.2 afstands-
bediening in dezelfde kamer gebruikt als de
AVR, dan worden de functies van de AVR en de
geschikte Harman Kardon apparaten in die
kamer bestuurd als hiervoor beschreven. Wordt
de Zone II afstandsbediening in een tweede
kamer via een sensor op multi IR
d
gebruikt,
dan zullen de transporttoetsen de functies van
andere apparaten in de centrale kamer besturen.
De toetsen voor inschakelen, bronkeuze, volume,
muting en de tuner zullen de bron en het
volume voor Zone II besturen, als aangesloten
op multi uitgang
b
. Zie pagina 47 voor
volledige informatie over het gebruik van het
meerkamersysteem.
De Zone II afstandsbediening kan in dezelfde
kamer worden gebruikt waar de AVR staat, of in
een andere kamer met een extra infrarood sen-
sor die verbonden is met de ingang multi IR
d
van de AVR of een A-Bus apparaat.
A Uitschakelen: in dezelfde kamer waar de
AVR staat drukt u op deze toets om op standby
te schakelen. Gebruikt in een andere kamer met
een sensor die is verbonden met de ingang
multi IR
d
schakelt deze toets het meerkamer-
systeem uit.
B AVR: druk hierop om de AVR in te schake-
len. De laatst gebruikte bron wordt automatisch
gekozen.
C MG/FM Tuner: indrukken om tuner als
bron te kiezen. Nogmaals indrukken schakelt om
tussen MG en FM.
D Ingangskeuze: druk op één van deze
toetsen om in te schakelen en een bepaalde
bron te kiezen. Staat het apparaat al aan, dan
wordt hiermee de bron gekozen.
E Disk skip: indrukken om een andere
disk te kiezen op een geschikte Harman Kardon
CD- of DVD-speler.
F Volume hoger/lager: regelt het volume in
de kamer waar de AVR staat. In de andere
kamer wordt het volume in die kamer geregeld,
via een sensor in verbinding met de multi IR
d
aansluiting.
G Muting: indrukken om het geluid in de
kamer waar de AVR staat tijdelijk uit te schake-
len. In een andere kamer die via de multi IR
d
aansluiting is verbonden wordt het signaal van
de andere kamer onderbroken. Nogmaals
indrukken om het oorspronkelijke niveau weer te
herstellen.
Belangrijk: ongeacht in welke kamer de Zone II
afstandsbediening wordt gebruikt, net als bij de
afstandsbediening voor de Centrale Kamer is het
belangrijk altijd eerst op de Ingangskeuze D
te drukken om het apparaat te kiezen dat u wilt
bedienen voordat u dat kunt veranderen.
H Loopwerktoetsen: deze toetsen hebben
geen enkele functie voor de AVR, maar kunnen
wel geprogrammeerd worden voor het voor-
waarts/achterwaarts afspelen van een breed
scala aan Harman Kardon CD- of DVD-spelers,
en audio- of videocassetterecorders.
16 ZONE II AFSTANDSBEDIENING
I Bridge Digital media Player
(DMP) Functie: wanneer de van
Harman Kardon (extra leverbaar) is aangesloten
op Digital Media Player (DMP)
8
en een geschikte Apple
®
iPod
®
is in de
geplaatst, wordt met deze toets de iPod als
audiobron voor de AVR 745 gekozen.
Bovendien, wanneer een beeldscherm is aange-
sloten op een Video Monitor
B
aansluiting,
verschijnen ook de aanwijzingen van de iPod in
beeld en op de bovenste en onderste regels van
de Display
Ò
. De toetsen
/
¤
/
/
DEa
en Set
F
plus de loopwerk-
toetsen
P
kunnen worden gebruikt om de
iPod te navigeren en de functies te activeren. Zie
pagina 45 en de handleiding voor de Bridge en
uw iPod voor nadere informatie.
J Afstemmen hoger/lager: wanneer de
tuner in gebruik is gaat u met deze toetsen
omhoog of omlaag in het gekozen afstembereik.
Heeft u op Tunerfunctie
I
gedrukt, of
Afstembereik
!
ingedrukt gehouden zodat
AUTO in de display
Ò
verschijnt, dan zal de
tuner na het indrukken van één van de toetsen
de tuner zoeken naar de eerstvolgende zender
die met voldoende sterkte voor goede ontvangst
binnenkomt. Verschijnt
MANUAL in de display
Ò
dan zal worden afgestemd in enkelvoudige
stappen. Zie pagina 51 voor meer informatie.
K Voorkeuze hoger/lager: bij gebruik van
de tuner drukt u op deze toets om door het
overzicht van de geprogrammeerde zenders in
het geheugen van de AVR te gaan. Is CD of DVD
gekozen met de ingangskeuze
4
dan func-
tioneert deze toets als vertraagd voor/
achteruit (DVD) of +10 (CD, CDR).
Zone II afstandsbediening
NEDERLANDS
INSTALLEREN EN AANSLUITEN 17
Plaats het apparaat nadat het uitgepakt is op
een stevige ondergrond en controleer of deze het
gewicht kan dragen. Vervolgens dient het
apparaat aangesloten te worden op de overige
audio- en videoapparatuur.
Aansluiten Audio Apparatuur
Er zijn twee soorten audioverbindingen. Digitale
audioverbindingen zijn beter van kwaliteit en zijn
noodzakelijk voor het luisteren naar bronnen die
gecodeerd zijn met digitale surround functies,
zoals Dolby Digital en DTS. Er zijn drie typen digi-
tale audioverbindingen: HDMI, coax en optisch.
Elk van deze digitale audioverbindingen kan wor-
den gebruikt voor elke bron, maar altijd slechts
één voor dezelfde bron. Wel kan tegelijkertijd een
analoge en een digitale verbinding voor dezelfde
bron worden gebruikt.
Daar de AVR geschikt is voor het bewerken van
de audio- en videocomponenten van het HDMI-
signaal, kunt u, wanneer uw beeldscherm een
HDMI-ingang heeft met één enkele verbinding de
bron (bijvoorbeeld een DVD-speler) op de AVR
aansluiten. In dat geval is geen afzonderlijke
digitale audioverbinding nodig.
Wij raden u aan uitsluitend signaalkabels van
goede kwaliteit te gebruiken om achteruitgang
van het signaal te voorkomen.
Het is een goede gewoonte om bij het maken of
veranderen van de verbindingen tussen audio-
apparatuur of luidsprekers altijd de stekker uit
het stopcontact te nemen. Daarmee wordt voor-
komen dat er onbedoeld een schakelpuls o.i.d.
naar de luidsprekers gaat, waardoor deze
beschadigd zouden kunnen worden.
HDMI Verbinding
HDMI™ staat voor High-Definition Multimedia
Interface wat snel de standaard wordt tussen
hoogwaardige audio/video apparatuur en de
monitor, vooral bij high-definition videosignalen.
HDMI is een digitale verbinding waardoor het
converteren van digitaal naar analoog en weer
terug wordt vermeden en een betere kwaliteit bij
digitale bronnen wordt bereikt. De HDMI sig-
nalen kunnen audio bevatten, maar dat is niet
altijd het geval, en levert zo een complete
verbinding via één kabel tussen de bron en de
AVR.
Het is belangrijk dat u zich realiseert dat er ver-
schillende versies van de HDMI standaard in
gebruik zijn; voordat u een HDMI product op uw
AVR aansluit is het belangrijk de versie van de
HDMI verbinding te bepalen.
Sommige bronnen of beeldschermen in uw sys-
teem maken wellicht gebruik van DVI (Digital
Video Interface) voor de digitale videoverbindin-
gen. DVI voert dezelfde digitale signalen als
HDMI maar maakt gebruik van een grotere con-
nector en voert geen audio- en stuursignalen. In
de meeste gevallen kunnen DVI en HDMI digitale
videoverbindingen door elkaar worden gebruikt,
eventueel met de nodige verlooppluggen. Denk
er echter wel aan dat sommige van DVI
voorziene beeldschermen niet geschikt zijn voor
de HDCP kopieerbeveiliging die steeds vaker
aanwezig is in signalen die via HDMI zijn verbon-
den. Bij gebruik van een HDMI bron en een DVI
beeldscherm kan soms het beeld wegvallen wan-
neer het beeldscherm geen HDCP ontvangt. Dat
is geen fout van de AVR of de bron, maar het
geeft aan dat het beeldscherm niet geschikt is.
HDMI Ingangen
De verschillende “versies” van HDMI bepalen
voor welke type audiosignalen het geschikt is.
Gebaseerd op de oudste versie van HDMI onder
uw bronnen, maakt u de verbindingen met de
AVR als volgt:
HDMI 1.0 bronnen voeren uitsluitend digitale
video- en meerkanalen of tweekanalen PCM
audiosignalen. Verbind de HDMI uitgang van
een 1.0 bron met een HDMI Ingang
a
van
de AVR. Gaat het om een DVD Audiospeler of
een andere bron met een meerkanalen analoge
audio-uitgang, verbind deze dan met de 8-
Kanalen Directe Ingang
9
. Bij een HDMI
1.0 bron, vooral een DVD-speler, controleren of
de menu’s in de bron zelf op “Bitstream Out”
of “Original” staan zodat 5.1 digitale audio
beschikbaar is. Blijkt 5.1 Dolby Digital of DTS
audio net beschikbaar te zijn via de HDMI-
verbinding, dan is een extra verbinding tussen
de bron en de AVR 350 met de Coax
NÓ
of
de Optisch
R*
Digitale Ingang noodza-
kelijk.
HDMI 1.1 bronnen voeren naast de digitale
videosignalen ook de meerkanalen digitale
audiosignalen van DVD-Audiospelers. Gebruikt
u een HDMI 1.1 product dan is slechts één
verbinding nodig voor het luisteren in de hoofd
kamer van de HDMI uitgang naar een HDMI
Ingang
a
op de AVR. Gaat het om een speler
met SACD, HD-DVD of Blu-ray mogelijkheid,
dan dient u de analoge uitgangen van de bron
te verbinden met de 8-Kanalen Directe
Ingang
9
.
HDMI 1.2 2 (en hoger) bronnen worden
aangesloten als HDMI 1.1 hiervoor, uitgezon-
derd dat bij SACD spelers geen afzonderlijke
analoge verbinding nodig is.
Bovendien zet de AVR analoge videosignalen om
naar het HDMI-formaat en schaalt het op naar
720p resolutie. Bronsignalen met 1080i of 1080p
resolutie worden naar uw beeldscherm doorges-
tuurd met de oorspronkelijke hoge resolutie,
afhankelijk van de eigenschappen van uw beeld-
scherm. U kunt de in-beeld menu’s van de AVR
bekijken via de HDMI-uitgang. De lengte van
HDMI-kabels is doorgaans beperkt tot 3 meter.
De AVR bezit echter een ‘repeater’ (een tussen-
versterker) waardoor drie meter extra kabel
tussen de bron en het beeldscherm mogelijk is.
Wanneer uw beeldscherm of de bron niet
geschikt is voor HDMI, dan dient u of een coax of
een optisch digitale audiokabel te gebruiken,
plus één van de analoge videoverbindingen
(composiet, S-video of component video) als
beschreven in de volgende paragrafen.
• Het is niet mogelijk een analoog composiet of
S-videosignaal naar een recorder of naar het
AVR meerkamersysteem te zenden wanneer
daarvoor een HDMI-ingang wordt gebruikt.
Wanneer de bron met HDMI aansluiting tevens
over analoge audio- en video-uitgangen
beschikt, verbind deze dan met de Video 2 of
Video 3
TY
en Audio
MZ
ingangen op
de AVR.
• Soms laten HDMI-bronnen niet meer dan één
video-uitgang tegelijk toe en dan kan een bron
niet gelijktijdig in de hoofdkamer en in een
andere kamer of zone worden gebruikt. Dat
ligt niet aan de AVR maar is deel van de
auteursrechtelijke bescherming die deel uit-
maakt van de HDMI-standaard.
HDMI Uitgangen
Verbind de HDMI Uitgang
X
met een HDMI
ingang van uw beeldscherm. Dankzij de video-
processor in de AVR 350 worden alle videosig-
nalen omgezet naar een HDMI uitgang, zodat
slechts één verbinding nodig is tussen de ACR en
uw beeldscherm.
Analoge en Digitale Ingangen
1. Sluit de analoge uitgang van een CD-speler op
de CD-ingang
6
aan.
Opmerking: als de CD-speler zowel een vaste als
variabele audio-uitgang heeft, kunt u het beste de
vaste uitgang gebruiken, tenzij het signaal om wat
voor reden dan ook in niveau aangepast dient te
worden aan dat van andere bronnen.
2. Verbind de analoge uitgangen PLAY/OUT van
en cassettedeck, MD, CD-R of andere audiorecor-
der met de tape ingang
2
. Verbind de analo-
ge ingangen RECORD/IN met de uitgangen
Tape uitgang
3
op de AVR.
Installeren en Aansluiten
18 INSTALLEREN EN AANSLUITEN
3. Verbind de digitale uitgang van een digitale
bron zoals een CD of DVD speler of wisselaar,
videospelletje, digitale satellietontvanger, HDTV
ontvanger of digitale settop box, dan wel de uit-
gang van een geschikte computer geluidskaart
met de Optisch of Coax Digitale Ingangen
RN
. Wij raden u aan de coax digitale
audio-uitgang van de DVD-speler te verbinden
met Coax Digital Audio Ingang
N
daar die
ingang standaard is toegewezen aan de DVD
bron.
De Video 2/Kabel/Sat bronnen worden standaard
met de Optisch Digitale Audiobron 1
R
ver-
bonden. Wanneer uw kabeltelevisie settop-box of
satellietontvanger is uitgerust met een optisch
digitale audio-uitgang, raden we u aan dat u
deze verbindt met deze ingang om te profiteren
van hoogwaardige digitale audio (zoals PCM,
Dolby Digital 2.0 of Dolby Digital 5.1 signalen
uitgezonden via de kabel of satelliet).
Opmerking: wanneer u wilt dat de digitale
bronfunctie ook beschikbaar is voor meerkamer
gebruik, dient u de analoge audio-uitgang te ver-
binden met een geschikte ingang op de AVR 350,
daar het meerkamersysteem niet in staat is digita-
le signalen naar een andere zone te brengen.
4. Verbind de Coax of Optische digitale uit-
gangen
A
op de achterzijde van de AVR met
de overeenkomstige digitale ingangen van een
CD-R of MiniDisc recorder.
5. Installeer de bij het apparaat geleverde MG
kamerantenne als hieronder aangegeven. Sluit
deze aan op de schroefklemmen AM en GND
0
.
6. Sluit de bijgeleverde FM-antenne aan op FM
(75 ohm) ingang
1
. De FM-antenne kan een
externe dakantenne, een draadantenne binnens-
huis zijn, of een aansluiting op het kabelsysteem.
Als de antenne is aangesloten via een lintkabel
van 300 ohm, dient een 300 ohm/75 ohm
adapter gebruikt te worden.
7. Verbind bij uitgeschakelde AVR 350 de extra
leverbare Harman Kardon naar
Digital Media Player (DMP)
8
.
Een geschikte Apple
®
iPod
®
kan in de
worden geplaatst om als audiobron te worden
gebruikt.
8. Sluit de luidsprekers aan op de front, centrum
en surround luidsprekeruitgangen
DEFO
.
Voor een optimale signaaloverdracht naar de
luidsprekers, adviseren wij luidsprekerkabels van
goede kwaliteit te gebruiken. Er zijn vele merken
kabels leverbaar en de keuze van een kabel kan
worden beïnvloed door de afstand tussen uw
luidsprekers en de receiver, het type luidsprekers
dat u gebruikt, uw persoonlijke voorkeur en
andere factoren. Uw leverancier of installateur
kan u helpen bij het kiezen van de juiste kabel.
Een kabel met een doorsnede van 1,5 mm
2
kan
voor korte afstanden (minder dan 4 m) worden
gebruikt. Wij raden aan om geen kabels met een
doorsnede van 1 mm
2
of minder te gebruiken,
vanwege vermogensverlies en de teruggang in
prestatie die zich zal voordoen.
Kabel die door een muur gaat dient van een keur-
merk voorzien te zijn, ten teken dat deze aan alle
eisen voldoet. Wend u zonodig tot uw installateur
of een erkend elektriciën die op de hoogte is van
de plaatselijke bouwvoorschriften met vragen
over kabel die door de muur wordt gevoerd.
Bij het aansluiten van de luidsprekerkabels op de
juiste polariteit letten. Merk op dat de positieve
(+) pool van elke luidsprekeruitgang een specifie-
ke kleurcode draagt als aangegeven op pagina 9.
De meeste luidsprekers maken echter gebruik
van een rode aansluiting voor de plus (+).
Verbind de zwarte negatieve (-) pool van de
luidsprekers met de zwarte aansluitingen op de
versterker.
Opmerking: hoewel de meeste luidsprekerfabri-
kanten zich houden aan de industriële standaard
waarbij zwarte aansluitingen voor de negatieve
draad en rode voor de positieve draad worden
gebruikt, kunnen sommige fabrikanten van deze
configuratie afwijken. Om een goede fase en opti-
male prestaties te verzekeren, het typeplaatje op
uw luidspreker of de handleiding van de luidspre-
kers controleren op de polariteit. Als u niet weet
wat de polariteit van uw luidspreker is, vraag dan
uw leverancier om advies voordat u verder gaat
met de aansluiting, of raadpleeg de fabrikant/
importeur van de luidsprekers.
Gebruik ook bij voorkeur identieke kabellengten
voor het aansluiten van de luidsprekerparen.
Gebruik bijvoorbeeld dezelfde lengte voor de luid-
sprekers linksvoor en rechtsvoor en voor surround
links en surround rechts, ook als de luidsprekers op
verschillende afstanden van de AVR staan.
9. De verbindingen naar de subwoofer worden
gewoonlijk aangesloten via een lijnniveau audio
aansluiting van de subwooferuitgang
4
met
een subwoofer met een ingebouwde versterker.
Als er een passieve subwoofer wordt gebruikt,
gaat de uitgang naar een eindversterker, waarop
dan één of meer subwoofers worden aangeslo-
ten. Gebruikt u een actieve subwoofer zonder
lijnniveau ingangen, lees dan de instructies die
bij de luidspreker zijn gevoegd voor informatie
over de aansluiting.
10. Verbind de 5.1 uitgangen van een meerka-
naals audiobron zoals een externe digitale pro-
cessor/decoder, DVD-Audio, SACD, Blu-ray of
HD-DVD speler, met de 8-Kanaals Directe
Ingang
9
.
Aansluitingen van videoapparatuur
Videoapparatuur wordt op dezelfde manier aan-
gesloten als audiocomponenten. Het gebruik van
signaalkabel van goede kwaliteit is belangrijk
voor het behoud van de signaalkwaliteit.
Wanneer u al een bron heeft aangesloten op een
van de HDMI-ingangen als uitgelegd in de para-
graaf Audio Apparatuur, dan is dat meteen ook
een videoverbinding, daar het HDMI-signaal
zowel digitale audio- als videosignalen omvat.
Is uw beeldscherm of bron niet geschikt voor
HDMI, dan dient u één van de analoge videover-
bindingen (composiet, S-video of component
video) te gebruiken als hieronder beschreven.
Wanneer de bron niet geschikt is om het digitale
audiosignaal via de HDMI-verbinding over te dra-
gen, gebruik dan één van de coax of optisch digi-
tale audio-ingangen voor deze bron.
Wanneer een meerkanalen analoge audioverbin-
ding nodig is voor bepaalde verliesloze formaten
(b.v. DVD-Audio, SACD, HD-DVD of Blu-Ray Disc)
kunt u beide verbindingen maken. Om naar een
meerkanalen disc te luisteren, kiest u de HDMI-
ingang, vervolgens kiest u de 6/8 kanalen
analoge audio-ingang en de AVR houdt de
laatstgekozen videobron.
Installeren en Aansluiten
NEDERLANDS
INSTALLEREN EN AANSLUITEN 19
Installeren en Aansluiten
6. Indien u DVD-speler en monitor beide
component video aansluitingen hebben, sluit de
component video uitgangen van de Video 1
Component Video Ingang
L
. Merk op dat
zelfs wanneer de component video-aansluitingen
gebruikt worden, de audio-aansluitingen nog
steeds gemaakt moeten worden op de analoge
DVD audio-ingangen
5
of op de Coaxiale
of Optische digitale ingangen
NR
.
7. Indien u een ander component video-apparaat
ter beschikking hebt, sluit het dan aan op de
Video 2 of Video 3 component video-
ingangen
Je
De audio-aansluitingen voor
dit apparaat dienen te worden gemaakt op de
Video 2 ingangen
X
of op de Coaxiale of
Optische digitale ingangen
NR
.
8. Indien de component video-ingangen gebruikt
worden, sluit dan de Component video-
uitgangen
K
aan op de component video-
ingangen van uw TV, projector of weergave-
apparaat.
9. Gebruikt u een camcorder, videospelletje of
ander audio/video apparaat dat is zo nu en dan
tijdelijk wordt aangesloten op de AVR, verbind
de audio, video en digitale audio uitgangen van
dat apparaat dan met de Front Ingangen
*ÓÔ
. Een op Video 4 ingang
Ô
aange-
sloten apparaat wordt gekozen als Video 4
ingang en aangesloten op de digitale ingan-
gen
gekozen als 'Optisch 3' of 'Coax 3'
ingang. Zie pagina 24 voor nadere informatie
over de configuratie van de ingangen.
10. Wanneer de AVR 350 wordt verbonden met
een standaard analoog beeldscherm met alleen
standaard composiet en S-video ingangen, kun-
nen geen component video-ingangen worden
gebruikt. In dat geval verbindt u de Video en S-
video Monitor Uitgang
B
met de overeen-
komstige composiet en S-video ingangen van
het beeldscherm, afhankelijk welk type video
wordt gebruikt door de bronnen. Wanneer
beide typen video worden gebruikt door ver-
schillende bronnen dan dienen beide Video
Monitor Uitgangen
B
afzonderlijk met het
beeldscherm te worden verbonden.
Opmerkingen over video-aansluitingen:
Alle component in- en uitgangen kunnen ook
voor RGB signalen worden gebruikt, op dezelfde
wijze als beschreven voor de Y/Pr/Pb signalen,
en verbonden met de aansluitingen van over-
eenkomstige kleur.
Maar dat werkt alleen zolang de drie RGB video-
signalen door de bron worden afgegeven, alleen
met een sync signaal in het ‘G’ signaal, zonder
een afzonderlijk sync signaal van de bron.
Scart A/V-aansluitingen
Voor alle hiervoor omschreven verbindingen
gebruikt uw videoapparaat cinch-aansluitingen
en/of S-video aansluitingen, zowel voor de
audio- als de videosignalen: elk normaal video-
apparaat (niet S-VHS of High 8) gebruikt voor
alleen afspelen 3 cinch verbindingen; video-
recorders voor afspelen en opnemen zelfs
6 cinch verbindingen. Alle S-video-apparaten
(S-VHS, High 8) hebben 2 cinch (audio) en
1 S-video verbinding nodig voor afspelen, of
4 cinch (audio in/uit) en 2 S-video (video in/uit)
verbindingen als het een videorecorder betreft.
Veel Europese videoapparaten zijn maar ten dele
voorzien van cinch of S-video aansluitingen, niet
voor alle audio- en video in- en -uitgangen die
nodig zijn als eerder beschreven, maar via een
zogeheten Scart of Euro-AV connector, een vrij-
wel haakse plug met 21 pennen, zie afbeelding.
In dat geval zijn de volgende scart/cinch-adap-
ters of kabels nodig:
Voor weergave van satellietontvangers, cam-
corders, DVD- of LD-spelers, een adapter van
scart naar 3 cinch pluggen, zie afbeelding 1
(normale videoapparaten), of van scart naar 2
cinch +1 S-video stekkers, zie afbeelding 4
(S-videoapparaten).
• HiFi-videorecorders hebben een adapter van
scart naar 6 cinch pluggen nodig, zie afbeelding
2 (normale video), of van scart naar 4 audio +2
S-video pluggen, zie afbeelding 5 (S-video VCR).
Lees de instructies bij de adapter zorgvuldig, om
vast te stellen welke van de zes stekkers voor
het opnamesignaal is (aansluiten op de uitgan-
gen van de AVR) en welke voor het weergavesig-
naal van de videorecorder (aansluiten op de
Ingangen van de AVR). Maak onderscheid tussen
audio- en videosignalen. Aarzel niet uw leveran-
cier te raadplegen indien u twijfels heeft.
• Gebruikt u uitsluitend normale videoappara-
ten, dan is voor de TV-monitor een adapter van
3 cinch pluggen naar scart nodig (zie afbeelding
3). Gebruikt u ook S-video apparaten, dan is een
extra adapter van 2 cinch + 1 S-video plug naar
scart nodig (afbeelding 6), verbonden met de
scart-ingang van uw TV, geschikt voor S-video.
Alleen de videopluggen (de ‘gele’ cinch pluggen
in afbeelding 3 en de S-video plug in afbeelding
6) worden aangesloten op de TV/Monitor
Uitgang
B
en het volume van de TV wordt
geheel teruggedraaid.
1. Verbind de audio- en video Play/Out uitgan-
gen met de Video 2 In ingangen
MT
op de
achterzijde. De audio en video Record/In ingan-
gen van de VCR worden verbonden met de
Video 1 uitgangen
P7
van de AVR.
2. Hoewel op deze ingang elke videobron kan
worden aangesloten, raden we u aan de TV op
de Audio 1 Audio/Video Ingang
SQ
aan
te sluiten zodat u kunt werken met de voorge-
programmeerde TV afstandsbedieningscodes
voor de Video 1 positie. Om dezelfde reden
raden u aan de videorecorder, kabel-TV conver-
ter of satellietontvanger op de Video 2
Audio/Video Ingang
MT
aan te sluiten.
3. Verbind de analoge audio- en video-uitgan-
gen van een DVD- of laserdiscspeler met de
DVD-ingang
5C
.
4. Verbind de digitale audio uitgangen van een
CD- of DVD-speler, satellietontvanger, kabel- of
HDTV-converter aan op de juiste Optische of
Coaxiale digitale ingangen
RN
.
Onthoud dat de DVD-bron standaard op Coax
Digitale Ingang 1
N
hoort. Alle andere gaan
standaard naar de analoge ingangen hoewel in
principe elke digitale bron op elke digitale audio-
ingang van de receiver kan worden toegewezen.
Opmerking: bij het aansluiten van een digitale
kabelbox of een ander set-top tuner met digitale
audio-uitgang, raden we u aan zowel de digitale
als de analoge uitgangen daarvan op de AVR aan
te sluiten. De ingebouwde audio omschakelfunc-
tie van de AVR zorgt er dan voor dat er een
ononderbroken audiosignaal is, doordat bij
onderbreking van het digitale signaal of het niet
beschikbaar zijn ervan op een bepaald kanaal,
automatisch wordt omgeschakeld naar de
analoge aansluitingen.
5. Verbind de Composiet en S-Video (indien
S-Video wordt gebruikt) Monitor Uitgang
B
op de achterzijde van de receiver met de
composiet of S-Video ingang van de televisie of
videoprojector.
20 INSTALLEREN EN AANSLUITEN
Installeren en Aansluiten
Belangrijk bij gebruik van
scart/cinch adapters
Wanneer videobronnen op de TV aangesloten
zijn via een scartkabel worden naast de
audio/videosignalen ook stuursignalen naar de
TV gezonden. Met deze signalen werkt bijvoor-
beeld de automatische bronkeuze, zodat de TV
automatisch naar de juiste bron schakelt zodra
de videobron wordt gestart. En bij DVD-spelers
wordt de TV ook automatisch op 16:9 gescha-
keld (met 16:9 TV’s of met 4:3 TV’s waarop het
16:9 formaat kan worden gekozen) en wordt de
RGB videodecoder van de TV in/uitgeschakeld,
afhankelijk van de instelling van de DVD-speler.
Bij gebruik van een adapterkabel gaan deze
signalen verloren en dient de TV met de hand op
de juiste positie gezet te worden.
Opmerking over het RGB-signaal
met SCART:
indien u een toestel gebruikt dat RGB-signalen
op een SCART-uitgang (b.v. de meeste DVD-
spelers doen dit) levert en u wilt dit RGB-signaal
gebruiken, dan moet de SCART-uitgang recht-
streeks op uw TV aangesloten worden. Hoewel
de AVR driewegs-videosignalen kan schakelen
(zoals component signalen Y/Pb/Pr), hebben TV’s
aparte sync-signalen nodig naast RGB (ook met
SCART) die niet additioneel door de AVR gescha-
keld en geleverd kunnen worden.
RGB signalen kunnen alleen door de AVR geleid
worden wanneer geen afzonderlijk synchroni-
satie signaal nodig is (zie laatste opmerking bij
Video Aansluiting op pagina 15).
Afbeelding 1:
scart/cinch adapter voor
weergave;
richting: scart
cinch
Afbeelding 2:
scart/cinch adapter voor
opnemen en weergeven;
richting: scart cinch
Afbeelding 3:
cinch/scart adapter voor
weergave:
richting: cinch
scart
Afbeelding 4:
scart/S-video adapter
voor weergave:
richting: scart
cinch
Afbeelding 5:
scart/S-video adapter
voor opname en
weergave:
richting: scart cinch
Afbeelding 6:
scart/S-video adapter
voor weergave:
richting: cinch
scart
Zwart
Geel
Rood
Zwart
Rood
Blauw1
Geel
Groen1
Wit
Zwart
Geel
Rood
Zwart
Rood
S-video in
Rood
Zwart
S-video uit
Zwart
Rood
Blauw
1
Geel
S-video in
S-video uit
1
Ook andere kleuren mogelijk, b.v. bruin en grijs
Belangrijke opmerking over adapterkabels
Wanneer de cinch aansluitingen van de adapter
die u gebruikt gemarkeerd zijn, sluit de audio en
video ingangspluggen dan altijd aan op de audio
en video uitgangen van de AVR en omgekeerd. Is
dat niet het geval, let dan op de signaalrichting
zoals die is aangegeven in bovenstaande afbeel-
dingen en in de aanwijzingen bij de adapter.
Heeft u twijfels, aarzel dan niet uw leverancier
om inlichtingen te vragen.
Belangrijke opmerkingen over S-video
Alleen de S-video in/uit van S-video apparatuur
mag verbonden worden met de AVR, NOOIT
zowel de normale als de S-video aansluitingen,
uitgezonderd de TV, zie punt 2.
Wanneer beide aansluitingen gemaakt zijn zal
alleen het S-Video signaal zichtbaar gemaakt
worden.
NEDERLANDS
INSTALLEREN EN AANSLUITEN 21
Systeem en eindversterker
verbindingen
De AVR 350 is ontwikkeld voor flexibele toepas-
sing in meerkamersystemen, externe besturingen
en eindversterkers.
Uitbreiding afstandsbediening
centrale kamer
Wanneer de ontvanger in een gesloten kast staat
of achter donker glas, dan kan dat er toe leiden
dat de sensor van de afstandsbediening geen
bevelen ontvangt. In dat geval kan de afstands-
bedieningsensor van een ander Harman Kardon,
of geschikt apparaat, die wel ontvangst heeft,
worden gebruikt. Hiervoor kan ook een extra
sensor gebruikt worden. Verbind de IR-uitgang
voor afstandsbediening van dat apparaat, of de
uitgang van de afstandsbedieningsensor aan op
de ingang IR afstandsbediening
V
.
Wanneer ook andere componenten geen bevelen
van de afstandsbediening ontvangen, is maar
één sensor nodig. Gebruik eenvoudig de sensor
van dit apparaat, of een extra sensor door een
verbinding te maken van uitgang IR afstands-
bediening
U
naar de aansluiting afstandsbe-
diening ingang op de Harman Kardon of andere
geschikte apparatuur.
Meerkamer IR-link
Een tweede kamer kan bediend worden door
deze op de AVR aan te sluiten via een infrarood
verbinding, plus een verbinding naar de luidspre-
kers of een versterker. De IR-sensor in de tweede
kamer (een extra IR-sensor zijn of een op afstand
te bedienen Harman Kardon apparaat met inge-
bouwde IR-sensor) wordt verbonden met de
AVR via een standaard coaxkabel. Sluit de IR-
uitgang van het apparaat of een extra sensor
aan op de multi IR-ingang
d
op de achterzij-
de van de AVR.
Wanneer nog andere Harman Kardon compatibe-
le bronnen deel uitmaken van de installatie in de
centrale kamer, verbind dan uitgang IR af-
standsbediening
U
op de achterzijde met de
IR ingang van de CD-speler of DVD-speler (niet
het cassettedeck). Zo kunnen vanuit de kamer op
afstand ook de functies van de bronnen worden
bediend, naast de bron en het volume in de
kamer zelf.
Bij gebruik van een IR afstandsbedieningssensor
voor besturing van andere dan Harman Kardon
bronapparatuur, raden we u aan een directe ver-
binding aan te brengen of een extra, externe IR
zender aan te sluiten op de Afstands-
bediening IR Draaggolf Uitgang
f
. Twijfelt
u welke IR uitgang gebruikt dient te worden voor
de apparatuur in uw systeem, raadpleeg dan uw
leverancier of de ondersteuning via de site van
de fabrikant en vraag of het te sturen apparaat
een volledige of een gedeeltelijke draaggolf IR
gebruikt. Bij gebruik van volledige bevelen,
maakt u een verbinding met de Afstands-
bediening IR Draaggolf Uitgang
f
. In het
andere geval met de Afstandsbediening IR
Uitgang
U
als eerder aangegeven.
Opmerking: alle op afstand bediende compo-
nenten moeten onderling zijn doorverbonden.
Verbind de IR uitgang van het ene apparaat
met de IR ingang van het volgende, om de sig-
nalen door te lussen.
Meerkamer audio aansluitingen
Afhankelijk van de systeemeisen en de afstand
van de AVR tot de andere kamer zijn er drie
mogelijkheden voor de audioverbinding:
Optie 1: gebruik hoogwaardige afgeschermde
audio verbindingskabels van de AVR naar de
andere kamer. In de andere kamer sluit u de ver-
bindingskabel aan op een stereo eindversterker.
Op zijn beurt wordt die versterker aangesloten
op de luidsprekers in die kamer. Op de achterzij-
de van de AVR verbindt u de verbindingskabel
met de meerkamer uitgangen
b
.
Option 2: zet de versterker voor de luidsprekers
in de andere kamer in dezelfde kamer als de
AVR en verbind de meerkamer uitgang
c
op
de achterzijde van de AVR met de audio ingang
van de eindversterker voor de andere kamer.
Gebruik geschikte luidsprekerkabel voor de ver-
binding tussen de eindversterker en de luidspre-
kers in de andere kamer. Aanbevolen verbinding
van andere kamers wordt hoogwaardige kabel
van minimaal 2,5 mm
2
.
Optie 3: door gebruik te maken van de zeven
versterkers die in de AVR zijn ingebouwd, kunnen
daarvan twee versterkers worden gebruikt om
een paar luidsprekers in een andere kamer te
sturen. Bij gebruik van deze optie kan niet tege-
lijkertijd ook de 7.1 optie van de AVR worden
gebruikt voor de hoofdkamer, maar wel een extra
kamer zonder daarvoor een afzonderlijke verster-
ker te installeren. Om de ingebouwde versterkers
te gebruiken voor een andere zone sluit u deze
luidsprekers aan op de Surround Achter/
Meerkamer Luidsprekeruitgangen
O
.
Voordat u de andere kamer gebruikt dient u de
configuratie van de versterkers voor de surround
achter kanalen in het Multiroom menu te wijzi-
gen, als beschreven op pagina 47.
Opmerking: in alle opties kan een extra IR
sensor (Harman Kardon He 1000) in de andere
kamer worden aangesloten op de AVR via een
daartoe geschikte kabel. Verbind deze kabel met
de Meerkamer IR ingang
d
op de AVR en
gebruik de Zone II afstandsbediening om het
volume daar te regelen. Ook kunt u een extra
volumeregelaar aansluiten tussen de uitgang van
de versterker en de luidsprekers.
Opmerking: het meerkamersysteem van de
AVR 350 kan alleen analoge audiobronnen naar
de andere zone transporteren. Het is daarom
belangrijk bij het aansluiten van uw digitale
audio-apparatuur (b.v. CD- of DVD-speler) als
beschreven op pagina 17 zowel de digitale als de
analoge audioverbindingen te gebruiken om de
signalen ook voor het meerkamersysteem
beschikbaar te maken.
A-BUS Installatie
De AVR is één van de weinige receivers van van-
daag met A-BUS Ready
®
bediening. Bij gebruik
van een extra A-BUS toetsenbord of besturings-
systeem beschikt u over alle voordelen van
bediening in de andere zone zonder de noodzaak
van een extra eindversterker.
Om de AVR met een geschikte A-BUS product te
gebruiken, sluit u simpelweg het toetsenbord of
de moduul in de andere kamer op de AVR aan
via een standaard “Categorie 5” aan, geschikt
voor gebruik in een wand. Gebruik aan de recei-
ver zijde een standaard RJ-45 plug, overeenkom-
stig de aanwijzingen die bij de A-BUS moduul
zijn geleverd.
Een enkele A-BUS moduul kan zonder verdere
apparatuur met de AVR 350 worden verbonden.
Wilt u meer dan één A-BUS moduul gebruiken,
dan is een extra leverbare A-BUS set nodig om
dat mogelijk te maken.
Verdere installatie of correctie is niet nodig, daar
de A-BUS aansluiting op de AVR de in- en uit-
gaande signalen van het toetsenbord naar de
juiste spanningen, signaalbronnen en besturin-
gen worden geleid. Het uitgangssignaal naar de
A-BUS wordt bepaald door het meerkamersys-
teem van de AVR en het menu kan gebruikt wor-
den als gebruikelijk.
Lichtnet Aansluiting
Deze receiver is voorzien van één lichtnetuitgang
voor andere apparatuur en toebehoren, maar is
niet bedoeld voor apparatuur die veel stroom
trekt, zoals eindversterkers. De maximale belast-
baarheid van de Geschakelde Uitgang
G
bedraagt 50 watt.
De geschakelde lichtnetuitgang
G
voert
alleen spanning wanneer het apparaat geheel is
ingeschakeld. Gebruik deze uitgang voor appara-
ten die geen netschakelaar hebben, of een
mechanische netschakelaar die continu inge-
schakeld kan blijven.
Opmerking: veel audio- en videoproducten
gaan over op standby wanneer deze met gescha-
kelde lichtnetuitgangen worden gebruikt en
kunnen via zo’n uitgang niet worden geacti-
veerd, zonder gebruik van de afstandsbediening
van dat product.
De AVR 350 trekt aanzienlijk meer stroom uit het
stopcontact dan andere huishoudelijke appara-
tuur met losse netsnoeren zoals computers.
Daarom is het belangrijk dat alleen het bijgele-
verde netsnoer wordt gebruikt en dat bij vervan-
ging een identiek exemplaar wordt gebruikt.
Is het netsnoer eenmaal aangesloten dan bent u
bijna klaar om van de AVR 350 te gaan genieten!
Installeren en Aansluiten
22 INSTALLEREN EN AANSLUITEN
Luidsprekerkeuze
Welk merk luidsprekers ook wordt gebruikt, neem
altijd hetzelfde merk en type voor de front luid-
sprekers links, midden en rechts. Zo ontstaat een
consistent front geluidsbeeld en wordt voorkomen
dat zich vervelende bijeffecten voordoen, zoals bij
front luidsprekers die niet goed bij elkaar passen.
Harman Kardon adviseert luidsprekers van JBL of
Infinity.
Opstelling van de luidsprekers
De opstelling van de luidsprekers in een home
theater systeem met meerdere kanalen heeft een
aanzienlijke invloed op de bereikte geluids-
kwaliteit.
Afhankelijk van het type centrum luidspreker en
uw televisietoestel, dient u uw centrum luidspre-
ker ofwel direct op of onder de TV opgesteld te
worden, dan wel in het midden achter een
akoestisch doorzichtig projectiescherm.
Nadat de centrum luidspreker is geïnstalleerd, wor-
den de front luidsprekers links en rechts opgesteld
en wel op een onderlinge afstand die gelijk is aan
de afstand tussen de centrum luidspreker en de
gewenste luisterpositie. Idealiter dienen de front
luidsprekers zo te worden opgesteld dat de twee-
ters zich niet meer dan 60 cm boven of onder de
tweeter in de centrum luidspreker bevinden.
Houd de front luidsprekers minimaal op een
afstand van 0,5 meter van de TV, tenzij de luidspre-
kers magnetisch afgeschermd zijn om vervorming
van het TV-beeld te voorkomen. Denk er aan dat
de meeste luidsprekers niet magnetisch zijn
afgeschermd, zelfs die in complete surround sets,
meestal is alleen de centrum luidspreker wel
afgeschermd.
Afhankelijk van de kamerakoestiek en het type
luidsprekers dat wordt gebruikt, kan het resultaat
worden verbeterd door de front luidsprekers links
en rechts ten opzichte van de centrum luidspreker
iets naar voren te plaatsen. Corrigeer zo mogelijk
alle front luidsprekers zo dat deze op oorhoogte
staan wanneer u zich op uw luisterpositie bevindt.
Aan de hand van deze uitgangspunten kunt u
experimenteren met de opstelling van de front
luidsprekers in uw systeem. Aarzel niet de onderde-
len te verplaatsen, net zo lang tot het systeem een
optimaal resultaat laat horen. Verplaats de luid-
sprekers tot de audio-overgangen van de front
luidsprekers gebalanceerd klinken. Surround luid-
sprekers dienen tegen de zijwanden van de kamer
te worden opgesteld, ter hoogte van of iets achter
de luisterpositie. Het hart van de luidspreker wordt
op de kamer gericht. Wanneer het niet mogelijk is
de luidsprekers tegen de zijwanden op te stellen,
kunnen de luidsprekers tegen de achterwand
worden geplaatst, achter de luisterpositie. De luid-
sprekers bij voorkeur niet meer dan 2 meter achter
de luisterpositie opstellen.
Wanneer de AVR wordt gebruikt in de 5.1 kanaals
functie kunnen de surround luidsprekers het beste
tegen de zijwanden van de kamer worden opge-
steld, of iets achter de luisterpositie. In een 6.1
kanalen systeem is een surround achter luidspreker
noodzakelijk, liefst opgesteld tegen de achterwand
van de luisterruimte en gericht naar de front center
luidspreker. Het centrum van de luidsprekers is
naar de luisteraar gekeerd. Zie hiernaast.
De opstelling van de achter luidsprekers is afhan-
kelijk van de eisen die uw specifieke systeem stelt.
Gebruikt u alleen de in de AVR 350 ingebouwde
versterkers, dan dienen de achter surround luid-
sprekers tegen de achterwand gemonteerd te wor-
den, als aangegeven in de tekening linksonder.
Opstelling tegen de achterwand is ook mogelijk
kan ook in plaats van opstelling tegen de zij-
wand bij 5.1 systemen, in gevallen waarin het
niet praktisch is de hoofd surround luidsprekers
aan de zijkant in de kamer op te stellen.
In een 7.1 systeem zijn zowel surround luidspre-
kers aan de zijkant als aan de achterzijde nodig.
Het centrum van de luidsprekers is naar de luis-
teraar gekeerd. Zie hiernaast.
Surround Achter luidsprekers zijn nodig bij een vol-
ledig 7.1 systeem en kunnen tevens gebruikt wor-
den in een 5.1 kanaals systeem als een alternatief
wanneer het niet goed mogelijk is de hoofd sur-
round luidsprekers aan de zijkant van de kamer op
te stellen. Deze luidsprekers kunnen tegen de ach-
terwand worden geplaatst, achter de luisterpositie.
Net als bij de zijluidsprekers dient het hart van de
luidspreker op de luisteraar gericht te zijn. De luid-
sprekers niet meer dan twee meter achter de luis-
terpositie opstellen.
De AVR 350 kan geconfigureerd worden voor 5.1
of 7.1 kanalen weergave, maar niet voor 6.1
kanalen. Bij weergave van 6.1 materiaal of een
6.1 kanalen functie wordt het signaal voor het
surround achter kanaal weergegeven via de
Surround Achter Links en Rechts Luid-
sprekeruitgangen
O
. Door slechts één luidspre-
ker op deze uitgangen aan te sluiten, mist u niet
alleen de 7.1 surround functies zoals Logic 7,
maar het conflicteert ook met de EzSet/EQ luid-
sprekeropzet en kalibratie als beschreven op
pagina 28. Het kan ook tot overbelasting leiden
van de surround achter versterkers en voedingen.
A) Opstelling van de front luidsprekers bij een
TV-toestel of een projector achter het scherm.
Centrum luidspreker
Max.
60 cm
Front rechtsFront links
Minimaal 15 cm van het plafond
Minimaal 60 cm
5.1-Kanalen systeem
6.1-Kanalen systeem
7.1-Kanalen systeem
Installeren en Aansluiten
NEDERLANDS
SYSTEEMCONFIGURATIE 23
Systeemconfiguratie
Subwoofers produceren grotendeels niet gericht
geluid en kunnen bijna overal in de ruimte wor-
den opgesteld. De opstelling dient te worden
gebaseerd op de afmetingen en vorm van het ver-
trek en het type subwoofer dat wordt gebruikt.
Een methode om de optimale locatie voor een
subwoofer te vinden is deze eerst in het front van
de kamer te zetten, ongeveer 15 cm van een
muur, of in de buurt van een hoek. Een andere
methode is de subwoofer tijdelijk op de plaats te
zetten waar u gewoonlijk zult zitten en vervolgens
in de kamer rond te lopen totdat u een plaats
vindt waar de subwoofer het beste klinkt. Zet de
subwoofer dan op die plaats. Volg ook de instruc-
ties van de fabrikant van de subwoofer op, of
experimenteer om de beste locatie voor een sub-
woofer in de luisterruimte te vinden.
Zijn de luidsprekers in de kamer eenmaal opge-
steld en aangesloten, dan dient het geheugen van
de systeem geconfigureerd te worden.
Hoewel het noodzakelijk is dat u zelf de instellingen
van ingang/uitgang en surround functies kiest,
raden we u aan te profiteren van de functies van
EzSet/EQ en zo automatisch de functies kiest en
invoert voor alle andere audioparameters.
Daarmee spaart u niet alleen tijd, het zorgt er ook
voor dat uw kamer wordt gemeten en gecorri-
geerd met een nauwkeurigheid die met een hand-
instelling niet mogelijk is. Het wordt nu tijd de
AVR 350 in te schakelen en deze fijninstellingen te
gaan uitvoeren.
In gebruik name en in-beeld display
Schakel de AVR nu in, zodat deze laatste instellin-
gen kunnen worden uitgevoerd.
1. Steek de stekker van het netsnoer
I
in een
ongeschakeld stopcontact.
2. Druk op de netschakelaar
1
zodat deze
ingedrukt blijft staan. Controleer of de lichtnet-
indicatie
3
oranje wordt, ten teken dat het
apparaat in standby staat.
3. Verwijder de plastic beschermingsfolie van het
venster op de afstandsbediening. Met die folie zal
het bereik van de afstandsbediening aanzienlijk
kleiner zijn.
4. Installeer de drie bijgeleverde AAA batterijen in
de afstandsbediening, als in de afbeelding aange-
geven. Let op de polariteit (+) en (–), die op de
bodem van het batterijvakje staat aangegeven.
5. Schakel de AVR in door op Standby
2
te
drukken, of met de ingangskeuze
%
op de
voorzijde, dan wel op de afstandsbediening op
Inschakelen
3
, AVR keuze
5
, of op een
van de toetsen Ingangskeuze
46
te druk-
ken. De lichtnetindicatie
3
wordt nu wit ten
teken dat het apparaat ingeschakeld is en de
display
Ò
licht op.
Opmerking: nadat op één van de toetsen van de
ingangskeuze
4
om het apparaat in te scha-
kelen is gedrukt, drukt u op AVR keuze
5
om
de afstandsbediening de AVR te laten besturen.
Gebruik van de in-beeld display
Het maken van de volgende instellingen gaat het
eenvoudigste via de in-beeld display van het TV
toestel of projectiescherm. Zo kan de huidige
status van de AVR gemakkelijk worden afgelezen,
wat prettig is bij het kiezen van de luidsprekers,
de vertraging en andere instellingen. Om de in-
beeld display te activeren dient een verbinding
gemaakt te zijn tussen de video monitor uit-
gang
B
op de achterzijde naar de composiet- of
S-video ingang van uw TV of projector. Om de in-
beeld informatie van de AVR te kunnen zien, dient
ook op de monitor/projector de juiste videobron
gekozen te zijn. Denk er aan dat de in-beeld
menu’s niet beschikbaar zijn wanneer een compo-
nent video display wordt gebruikt.
Om de in-beeld menu’s te kunnen zien, is een ver-
binding van of de HDMI Uitgang
X
naar de
Video Monitor Uitgang
B
op de achterzijde
van de HDMI, component, composiet of S-video
ingang van uw TV of projector nodig. Om de dis-
plays van de AVR te kunnen zien, dient de juiste
video-ingang op het beeldscherm te worden
gekozen.
Belangrijk: bij gebruik van in-beeld menu’s via
een conventionele beeldbuis is het belangrijk dat
deze niet langdurig in beeld blijven staan. Zoals
bij alle videoschermen, maar in het bijzonder bij
projectoren, kan het continu weergeven van stati-
sche beelden als deze menu’s, of beelden van
videospelletjes, permanent ‘inbranden’ van de
beeldbuis of projector veroorzaken. Dergelijke
schade valt niet onder de garantie van de
AVR en is vrij zeker ook niet onder de garantie
van de TV of projector. De AVR heeft twee in-
beeld weergavefuncties: ‘semi-OSD’ (gedeeltelijk)
en ‘Full-OSD’ (volledig). Bij het configureren raden
wij u aan Full-OSD functie te gebruiken. De volle-
dige status en de opties verschijnen dan in beeld,
wat het gemakkelijker maakt uit de beschikbare
mogelijkheden te kiezen en instellingen te maken.
De Semi-OSD functie gebruikt slechts één regel.
Denk er aan dat bij het Full-OSD (volledig inbeeld)
de gekozen menu’s niet in de display
Ò
ver-
schijnen. Wanneer de volledige In-Beeld Display
(OSD) wordt gebruikt verschijnt
OSD ON in de
display
Ò
om aan te geven dat een beeld-
scherm gebruikt dient te worden.
Wordt het Semi-OSD systeem (gedeeltelijk in-
beeld) gebruikt met de afzonderlijke configuratie-
toetsen, dan in-beeld een enkele regel tekst met
de huidige menukeuze te zien zijn. Die keuze
wordt ook aangegeven in de display
Ò
.
Het volledige in-beeld menu kan altijd worden
opgeroepen of verwijderd door op In-beeld
Display
L
te drukken. Wanneer u op deze
toets drukt zal het hoofdmenu
MASTER
MENU
(Afb. 1) verschijnen en kunnen instellin-
gen gemaakt worden vanuit de individuele
menu’s. Denk er aan dat de menu’s na de laatste
handeling gedurende 20 seconden zichtbaar zul-
len blijven, daarna uit beeld verdwijnen. Deze tijd
kan verlengd worden tot 50 seconden door naar
het
SYSTEM SETUP menu te gaan en het
item
FULL OSD TIME OUT te wijzigen.
De Semi-OSD is ook beschikbaar als standaard
systeeminstelling en kan worden uitgeschakeld
via het
ADVANCED SELECT menu. Zie pagi-
na
SYSTEM SETUP. Met het semi OSD sys-
teem kunt u direct instellingen maken door op de
toetsen op de voorzijde of op de afstandsbedie-
ning te drukken. Om bijvoorbeeld de digitale
ingang voor een bron te wijzigen drukt u op
Digitale Keuze
Û
G
en een van de keuze-
toetsen
/
7
or
/
¤
D
op de voorzijde of
de afstandsbediening.
Systeemopzet
De AVR 350 heeft een uitgebreid modern geheu-
gensysteem waarmee u verschillende configura-
ties kunt instellen voor de digitale ingangen, sur-
round functies en voor elke ingang. Op deze wijze
kunt u op flexibele wijze zelf bepalen hoe u naar
elke bron wilt luisteren en dat in de AVR opslaan.
Dat betekent bijvoorbeeld dat u verschillende sur-
round functies en analoge of digitale ingangen
kunt koppelen aan verschillende bronnen. Zijn
deze instellingen eenmaal gemaakt, dan worden
die weer geactiveerd zodra die ingang wordt
gekozen.
Wij raden u aan de eerste maal dat u de AVR
gebruikt het systeem te configureren met het
EzSet/EQ proces waarmee de luidsprekers snel en
zeker voor grootte en vertraging worden ingesteld
en in balans gebracht en de AVR wordt ingesteld
op uw systeem en uw kamer.Voordat u de
EzSet/EQ procedure begint dienen een paar instel-
lingen gemaakt te worden om een nauwkeurige
resultaat te verzekeren.
24 SYSTEEMCONFIGURATIE
De standaard fabrieksinstellingen voor de AVR 350
zijn alle geconfigureerd voor analoge audiosigna-
len, uitgezonderd de DVD-ingang, waar de Coax
Digitale Ingang
N
standaard is en de Video 2
ingang waar Optisch Digitale Audio Ingang
R
standaard is. Is het DSP processor systeem voor
het eerst gebruikt voor een willekeurige ingang,
dan wordt de luidsprekerinstelling automatisch in
‘Small’ (klein) en de subwoofer op ‘Sub (LFE)’
gezet. De standaardinstelling voor de surround
functies is Logic 7 Music, hoewel Dolby Digital of
DTS automatisch worden gekozen wanneer een
bron met een digitaal signaal in gebruik is.
Voordat het apparaat in gebruik wordt genomen,
zullen de instellingen voor de meeste ingangen
waarschijnlijk gewijzigd dienen te worden, om ze
correct te configureren voor het gebruik met digita-
le of analoge ingangen en de surround functie die
aan de ingang is gekoppeld. Denk eraan dat deze
instellingen voor elke gebruikte ingang gemaakt
dienen te worden, aangezien het geheugensys-
teem van de AVR de instellingen voor elke ingang
afzonderlijk opslaat. Anderzijds zullen eerst nieuwe
instellingen gemaakt dienen te worden nadat de
systeemcomponenten gewijzigd zijn.
Om dit proces snel en eenvoudig uit te voeren
raden wij aan het Full-OSD (volledig) systeem met
menu’s in beeld te gebruiken en stap voor stap
alle ingangen te doorlopen.
Wij raden aan de instellingen voor alle ingangen
te noteren in de daarvoor bestemde bijlage achter
in deze handleiding, voor het geval door stroom-
uitval of een andere reden alle instellingen
opnieuw moeten worden gemaakt.
Het OSD (in-beeld display) systeem bestaat uit zes
hoofdmenu’s: Input Setup, Surround Setup,
Speaker Setup, Multiroom Setup, Video Setup en
System Setup (Opzet Ingangen, Surround,
Luidsprekers, Meerkamer, Video en Systeem). De
navigatieknoppen voor elk menu ziet u links in
beeld. De eerste maal dat u op In-Beeld
L
drukt verschijnt het Ingang Setup Menu (afbeel-
ding 1) doordat die knop bovenaan staat. U drukt
dan op Set
F
om het Ingang Setup Menu te
kiezen om de gewenste instellingen te maken.
Wilt u een ander menu kiezen, gebruik dan
/
¤
D
om de knop voor het gewenste menu te
markeren en druk op Set
F
om deze te kiezen.
Afbeelding 1
Wanneer u voor het eerst een menu kiest, wordt
de eerste regel gemarkeerd (zie afbeelding 2)
Afbeelding 2
Wanneer u die instelling wilt wijzigen, drukt u op
Set
F
. Hoewel de instelling gemarkeerd blijft,
verschijnt de waarde in blauwe karakters met een
pijl naar rechts als teken dat u met
/
Ea
door de beschikbare waarden kunt schakelen. Zie
afbeelding 3. Zodra de gewenste waarde ver-
schijnt drukt u op Set
F
om deze te kiezen.
Afbeelding 3
Gebruik
/
¤
D
om de andere instellingen in
het menu te navigeren. Heeft u alle instellingen in
het menu gemaakt, druk dan op
E
om naar
de navigatieknoppen terug te keren en gebruik
weer
/
¤
D
om een knop voor een ander
menu te kiezen.
Opzet Ingangen
De eerste stap bij het configureren van de AVR is
het kiezen van een ingang, om een analoge of
digitale ingang te koppelen aan elke bron, b.v.
CD of DVD. Denk er aan dat wanneer de ingang
is gekozen, alle instellingen voor de Digitale
Ingang daaraan gekoppeld zullen worden en in
een geheugen worden opgeslagen. Dat betekent
dat deze instellingen ook automatisch voor ande-
re ingangen gebruikt zullen worden. Daarom die-
nen onderstaande instellingen voor elke ingang
herhaald te worden, zodat elke ingang naar eigen
inzicht en voorkeur aangepast kan worden.
Eenmaal gemaakt, is wijziging alleen nodig wan-
neer u voor een bepaalde ingang een andere
instelling wenst.
Maakt u gebruik van het volledige In-Beeld sys-
teem (full-OSD) om de basisinstellingen te maken,
druk dan eenmaal op In-Beeld
L
zodat het
INGANG SETUP MENU (opzet ingangen
Afbeelding 2) in beeld verschijnt. Druk eenmaal
op Set
F
om de regel Source (bron) te
markeren. Druk weer op Set
F
en dan op /
Ea
tot de gewenste naam van de ingang in
blauwe tekst verschijnt. Worden de standaard
links/rechts analoge ingangen gebruikt, dan zijn
geen verdere instellingen nodig.
Afbeelding 2
De AVR biedt de mogelijkheid alle ingangen
(behalve tuner) een andere naam te geven in de dis-
play en bij in-beeld aanwijzingen. Handig wanneer
u over meer dan één videorecorder beschikt en u
bijvoorbeeld een merknaam met de ingang wilt
associëren of een naam wilt gebruiken waaraan u
de gekozen bron gemakkelijk kunt herkennen.
Om de naam van de ingang te wijzigen drukt u op
/
¤
Navigatie
D
op de afstandsbediening
zodat de regel
Title (titel) blauw wordt gemar-
keerd. Nu verschijn het menu als afgebeeld in
afbeelding 4. Met Navigatie
DEa
mar-
keert u de gewenste letter (of ander karakter) en u
drukt op Set
F
om deze aan de nieuwe titel toe
te voegen die in de regel bovenin beeld verschijnt.
Met Navigatie
DEa
kunt u de cursor ook
binnen de nieuwe titel verplaatsen. Voor een spatie
verplaatst u de cursor één karakter naar rechts als
hiervoor beschreven, of u markeert de indicatie
SPACE (spatie) in het beeld en u drukt op Set
F
.
Afbeelding 4
Systeemconfiguratie
NEDERLANDS
SYSTEEMCONFIGURATIE 25
Systeemconfiguratie
U kunt een naam aanpassen door karakters toe
te voegen of weg te halen. Een nieuw karakter
toevoegen tussen twee bestaande karakters ver-
plaatst u de cursor zo dat het karakter rechts van
het invoegpunt in de balk bovenin beeld. Markeer
dan de
INS indicatie (insert – invoegen) en druk
op Set
F
. Kies nu het karakter dat u op deze
plaats wilt invoegen. Wis een karakter door de
cursor in de balk bovenin beeld naar het te wis-
sen karakter te verplaatsen. Markeer dan de indi-
catie
DEL (delete – wissen) en druk op Set
F
.
Heeft u een nieuwe titel ingevoerd, markeer dan
de indicatie
OKen druk op Set
F
om naar het
Ingang Setup menu terug te keren. Hoewel de
naam van de bron in het Ingang Setup menu het-
zelfde blijft, verschijnt de nieuwe naam nu in de
Semi-OSD display (gedeeltelijke in-beeld display)
en het frontpaneel.
Opmerkingen:
Voor titels zijn alleen hoofdletters beschikbaar.
• Normaal gesproken verschijnen zowel de bron
als de digitale (of analoge) audio ingangskeuze in
de bovenste regel van de semi-OSD en in de dis-
play op het frontpaneel. Wanneer The Bridge als
bron is gekozen, verschijnt diens status als
CONNECTED (aangesloten) of
UNPLUGGED (niet aangesloten) in plaats van
de audio ingangskeuze. Wanneer een ingang een
andere naam heeft gekregen verschijnt de audio
ingangskeuze (of de status van The Bridge) niet
langer, tenzij u op Digitale Ingangskeuze
Û
G
drukt op de afstandsbediening dan wel
op het frontpaneel.
Afbeelding 5
De Video In instelling geeft de video-ingang aan
die aan de bron is toegewezen. De standaard toe-
wijzing voor alle bronnen is
COMPOSITE
(composiet) met onderstaande uitzonderingen:
Bron Standaard Video Ingang
DVD COMPONENT 1
VIDEO 1 COMPONENT 2
VIDEO 2 COMPONENT 3
HDMI 1 HDMI 1
HDMI 2 HDMI 2
Wij raden u aan de instellingen voor HDMI niet te
wijzigen. Voor de andere bronnen wijzigt u de
instelling op de
Video In regel als gewenst
voor de Component 1, 2 of 3 Video Ingangen.
Gebruikt u de composiet of S-video ingang voor
een bron, let er dan op dat deze op
COMPO-
SITE
staat. Er is geen afzonderlijke keuze voor
S-video.
Opmerking: wanneer uw beeldscherm een
HDMI-ingang heeft, hoeft u alleen de HDMI
Uitgang
X
van de AVR met het beeldscherm te
verbinden. De AVR 350 zet analoge videosignalen
van composiet, S-video of component video om
naar het HDMI-formaat en is tevens in staat deze
signalen op te schalen en aan te passen aan uw
beeldscherm.
Wanneer uw beeldscherm geen HDMI-ingang
heeft maar wel component video ingangen, ook
dan hoeft u alleen maar de Component Video
Uitgang
K
van de AVR met het beeldscherm te
verbinden. De AVR zet composiet en S-video sig-
nalen om naar het component video formaat.
Wanneer de beste video-ingang van uw beeld-
scherm een S-video ingang is, hoeft u de
Composiet Video Monitor Uitgang niet met het
beeldscherm te verbinden; elk composiet video-
signaal wordt omgezet naar S-video en S-video
signalen worden omgezet naar composiet in het
geval uw beeldscherm geen S-video ingang bezit.
Standaard zijn de analoge audio-ingangen op de
fabriek toegewezen aan alle bronnen, met de
onderstaande uitzonderingen:
Bron Standaard Digitale Audio Ingang
DVD Coax 1
VIDEO 2 Optisch 1
HDMI 1 Coax 2
HDMI 2 Optisch 2
Gebruikt u een digitale audioverbinding voor een
andere bron, dan dient deze instelling op de
Audio In regel van het menu te worden ver-
anderd om de juiste digitale audio-ingang aan de
bron toe te wijzen, ook wanneer u tevens een
analoge audio-uitgang van de bron op de receiver
hebt aangesloten.
Afbeelding 6
Om een analoge of digitale ingang te koppelen
aan de gekozen ingang kunt u op elk moment op
de Digitale Ingangskeuze
Û
G
op de voor-
zijde of op de afstandsbediening drukken wan-
neer volledige in-beeld niet actief is. Binnen vijf
seconden wordt nu de ingang gekozen met in-
stellen
7
op de voorzijde, of met
/
¤
D
op
de afstandsbediening tot de gewenste digitale of
analoge ingang in de display
Ò
en in het
onderste deel van de videodisplay die op de AVR
is aangesloten. Druk tenslotte op instellen
F
om de nieuwe digitale instelling op te slaan.
Sommige digitale videobronnen zoals een kabel-
box of een HDTV set-top kunnen wisselen tussen
analoog en digitaal signaal, afhankelijk van de
ontvangen zender. De Auto Polling (automatische
doorschakeling) van de AVR 350 voorkomt dat
het audiosignaal in zo’n situatie wegvalt, door
zowel het analoge als het digitale signaal met de
AVR te verbinden. Digitale audio is de standaard
positie, maar het apparaat schakelt automatisch
over naar de analoge ingang wanneer het digitale
audiosignaal wegvalt.
Figure 7
In die gevallen waar alleen een digitale bron
wordt gebruikt, kan het nodig zijn de automati-
sche doorschakeling los te koppelen om te voor-
komen dat de AVR een analoog signaal probeert
te vinden wanneer het digitale wegvalt. Om Auto
Polling (automatisch doorschakelen) voor een
ingang uit te schakelen, controleert u eerst of de
Auto Poll regel blauw gemarkeerd is en u
drukt op Set
F
in het menu. Vervolgens drukt
u op
/
Ea
zodat OFF (uit) in blauwe
tekst wordt gemarkeerd. Herhaal de procedure
om zonodig later de automatische doorschakeling
weer te herstellen door
ON(aan) te kiezen.
De overige regels in het Ingang Setup menu zijn
voor het instellen van de klankregeling. Wilt u op
dit moment de instellingen niet veranderen, ga
dan verder naar het volgende menu.
Afbeelding 8
26 SYSTEEMCONFIGURATIE
Op de eerste regel wordt bepaald of de
hoog/laag klankregeling in de signaalweg wordt
opgenomen. De standaard instelling is dat de
klankregeling actief is, maar u kunt deze ook uit
de signaalweg verwijderen voor een ‘vlakke’
weergave. Controleer dan eerst of
Tone In in
blauw gemarkeerd is en u drukt op Set
F
,
gevolgd door
/
Ea
tot OUT (uit) in
blauw wordt gemarkeerd.
Wanneer u de klankregeling in de signaalweg
laat, kunt u het hoog en laag corrigeren door met
/
¤
D
Bass- (laag) of Treble (hoog)
in blauw te markeren. Daarna drukt u op Set
F
gevolgd door
/
Ea
om de gewenste
instelling te maken.
De instelling van de videofunctie is alleen nodig
bij een geheel analoge videosignaalweg (com-
posiet, S-video of component video). Dit heeft
geen effect op HDMI-bronnen en beeldschermen.
Vanwege het ontwerp van sommige analoge
beeldschermen en het karakter van de videostan-
daard, kunnen er met de AVR problemen optre-
den in de synchronisatie. Wanneer er sprake is
van een geringe video instabiliteit bij het gebruik
van de analoge video-uitgangen van de AVR,
probeer dan het effect door de Video Functie op
B te zetten. Blijft u problemen houden, verbind
de video-uitgang van de bron dan direct met het
beeldscherm of overweeg de overgang naar een
beeldscherm dat geschikt is voor HDMI.
Surround Opzet
De volgende stap voor die ingang is het instellen
van de surround functie die met die ingang
gebruikt moet worden. Aangezien de surround-
functies een kwestie zijn van persoonlijke smaak,
bent u vrij in uw keuze – die bovendien later
gewijzigd kan worden. Het Surround Functie
Overzicht op pagina 37-38 kan u helpen de func-
tie te kiezen die het beste past bij de gekozen
ingang. Zo kunt u Dolby Pro Logic II of Logic 7
voor de meeste ingangen kiezen en Dolby Digital
voor ingangen aangesloten op digitale bronnen.
Voor ingangen zoals CD-speler, tape deck of
tuner kan het best de stereofunctie worden geko-
zen, wanneer dat tenminste de luisterfunctie is
die voor de standaard stereobronnen wordt
gebruikt. Voor die bronnen is het onwaarschijnlijk
dat er materiaal met surroundcodering zal wor-
den afgespeeld. Als alternatief kan de 5 Kanaals
Stereo of Logic 7 Music functie worden gekozen
voor stereo programmamateriaal.
De surround instellingen worden het gemakke-
lijkst gemaakt via de Full-OSD (volledig) menu’s
in beeld. Gebruik
/
¤
D
om de
Surround knop te markeren en druk op Set
F
om het SURROUND SETUP menu op te
roepen, als afgebeeld in afbeelding 9. Wanneer
de regel
Surround Mode (surround func-
tie) is gemarkeerd, drukt u op Set
F
om de
surround functiegroep te wijzigen. Gebruik
/
Ea
om door de opties te schakelen en druk
op Set
F
zodra de gewenste functiegroep ver-
schijnt.
Ga naar de Mode (functie) regel en volg dezelf-
de procedure om een specifieke functie te kiezen.
Afbeelding 9
Elke regel in dit menu kiest een surround functie-
groep en binnen elk van deze categorieën kan uit
specifieke opties worden gekozen. De keuze aan
functies wisselt afhankelijk van de luidspreker-
configuratie in uw systeem.
Wanneer de regel
Surr Back regel van het
SPEAKER SETUP menu (afb. 25) op NONE
(geen) staat, is de AVR geconfigureerd voor 5.1
kanaals bedrijf en alleen de functies bestemd
voor een vijf luidspreker opstelling zullen verschij-
nen.
Wanneer de regel
Surr Back in het
SPEAKER SETUP menu (afbeelding 25) op
SMALL (klein) of LARGE (groot) is ingesteld,
is de AVR geconfigureerd voor 6.1/7.1-kanalen
gebruik en extra functies als Dolby Digital EX en
7 STEREO of Logic 7 7.1 verschijnt. Bovendien, de
functies DTS ES (Discrete) en DTS+NEO:6 (DTS-ES
Matrix) die in de AVR beschikbaar zijn, verschij-
nen alleen bij een digitale bron met het juiste
digitale signaal.
Daarnaast verschijnen sommige functies van de
AVR 350 niet tenzij een digitale bron is gekozen
en de juiste bitstream wordt afgespeeld.
Bedenk dat u met een enkele surround achter
luidspreker wel de voordelen van een 6.1/7.1 sys-
teem krijgt, zij het met slechts één luidspreker
achter in de kamer. De functie-indicaties geven
dan soms 7.1 aan, maar ten opzichte van 6.1 is
dan geen enkele correctie noodzakelijk. Onthoud
ook dat de AVR de informatie van de linker en
rechter surround achter kanalen in 7.1 functies
zoals Logic 7/7.1 en 7-kanalen stereo zal combi-
neren en zal afgeven als één enkel surround ach-
ter kanaal.
Opmerking: wanneer een Dolby Digital of DTS
bron wordt gekozen en speelt kiest de AVR auto-
matisch de juiste surround functie, ongeacht de
standaard instelling voor die ingang. In dat geval
zijn geen andere surround functies beschikbaar,
uitgezonderd bij Dolby Digital opnamen en alle
Pro Logic II functies met Dolby Digital
2-kanaals (2.0) opnamen.
Op de regel
Dolby Surround functie
kunt u kiezen uit Dolby Digital, Dolby Pro Logic II
en IIx Music, Dolby Pro Logic II en IIx Cinema,
Dolby Pro Logic II en Dolby 3 Stereo. De Dolby
Digital EX en Dolby Pro Logic IIx functies zijn
alleen beschikbaar wanneer het systeem inge-
steld is op 6.1/7.1 gebruik door de surround ach-
ter luidsprekers op Small (klein) of Large (groot)
te configureren als beschreven op pagina 31.
Wanneer een disc speelt met een speciale code in
de digitale audio datastroom, wordt automatisch
de EX functie gekozen, maar deze kan ook geko-
zen worden via dit menu of via het frontpaneel of
de afstandsbediening als aangegeven op pagina
41. Een volledig overzicht van deze functies vindt
u op pagina 37-38. Denk er aan dat wanneer
Dolby Digital is gekozen er aanvullende instellin-
gen beschikbaar komen voor de Nacht Functie
die alleen met surround gekoppeld zijn, niet met
de ingang. Daarom hoeven deze instellingen
slechts eenmalig gemaakt te worden en niet met
elke gebruikte ingang. In het volgende hoofdstuk
worden deze behandeld.
Zodra de regel
Mode (functie) in blauw is
gemarkeerd, drukt u op Set
F
en u gebruikt
/
Ea
om de gewenste Dolby surround
functie te kiezen. Denk er aan dat de beschikbare
functies worden bepaald door het type program-
ma dat u afspeelt en het aantal luidsprekers in
uw systeem configuratie.
Wanneer Dolby Pro Logic II Music of Dolby Pro
Logic IIx Music is gekozen als afspeelfunctie, ver-
schijnen drie speciale instellingen in het menu om
het klankbeeld aan uw kamerakoestiek en uw
smaak aan te passen.
• Center Width (breedte): deze instelling corri-
geert de balans van de stemmen verdeeld over
de links/rechts luidsprekers en de center luid-
spreker. De lagere instellingen spreiden het
geluid van het center kanaal meer over de
links/rechts luidsprekers. Een hogere instelling
(max. “7”) geeft een smallere presentatie van
het center kanaal.
• Dimension (afmetingen): deze instelling wijzigt
de perceptie van de diepte van het surround
klankbeeld door het ondieper te maken, waar-
door de geluiden dichter bij het front van de
kamer lijken, of juist een diepere presentatie
waarbij het centrum zich meer naar de achter-
zijde van de kamer lijkt te verplaatsen. De
instelling “0” is de neutrale standaardinstelling
met het “R-3” bereik voor een dieper naar ach-
ter georiënteerd beeld en “F-3” voor een
ondieper, naar voor georiënteerd beeld.
• Panorama: schakel deze instelling in of uit om
een meer omringende weergave te krijgen die
vooral de perceptie van geluid van de zijwan-
den van de kamer versterkt.
Systeemconfiguratie
NEDERLANDS
SYSTEEMCONFIGURATIE 27
Systeemconfiguratie
Afbeelding 10
Om deze instellingen te wijzigen drukt u op
/
¤
D
terwijl het Surround menu in
beeld staat tot de parameter die u wilt wijzigen in
blauw is gemarkeerd. Vervolgens drukt u op Set
F
en op
/
Ea
om de instelling naar
wens aan te passen.
Denk er aan dat wanneer Dolby Digital is gekozen
er aanvullende instellingen beschikbaar komen
voor de Nacht Functie die alleen met surround
gekoppeld zijn, niet met de ingang.Vandaar dat
deze instellingen slechts één keer gemaakt wor-
den en niet voor elke ingang afzonderlijk.
Instellen nachtfunctie
De nachtfunctie is een functie van Dolby Digital
die een speciale bewerking gebruikt om het dyna-
misch bereik en de verstaanbaarheid van het film-
geluid te behouden, terwijl het piekniveau
begrensd wordt. Zo wordt voorkomen dat plotse-
ling pieken anderen storen, zonder dat de impact
van de digitale bron al te zeer wordt aangetast.
Merk op dat de nachtfunctie alleen beschikbaar is
bij weergave van Dolby Digital signalen.
Om de Nachtfunctie vanuit het menu te wijzigen,
drukt u op In-Beeld
L
om het hoofdmenu op
te roepen. Druk dan op
¤
D
om de
Surround knop te markeren en druk op Set
F
om het te openen. Druk tweemaal op
¤
D
tot de regel Night (nacht) in blauw wordt
gemarkeerd (afbeelding 11).
Afbeelding 11
Om de Nacht functie te wijzigen, drukt u eerst op
Set
F
gevolgd door
/
Ea
om te kiezen
uit de volgende instellingen:
OFF (uit): wanneer OFF (uit) is gemarkeerd,
werkt de nachtfunctie niet.
MID (medium): wanneer MID (medium) gemar-
keerd is wordt een geringe compressie toegepast
worden.
MAX: wanneer MAX gemarkeerd is wordt een
sterke compressie toegepast.
Wanneer u de Night functie wilt gebruiken, raden
we u aan aanvankelijk de MID instelling (medium)
te kiezen en eventueel later, indien nodig, naar
MAX (maximum) te gaan.
Denk er aan dat de Night functie op elk moment
direct gecorrigeerd kan worden wanneer de Dolby
Digital surround functie is geactiveerd door op
Night
B
te drukken. Wanneer u op de toets
drukt verschijnt
D-RANGE in het onderste
derde deel van het beeld en in de display
Ò
.
Druk binnen drie seconden op de
/
¤
D
om
de gewenste instelling te kiezen en vervolgens op
instellen
F
om de instelling te bevestigen.
De laatste optie in dit menu is het instellen van
de upsampling functie. Bij normaal gebruik staat
deze functie uit, wat wil zeggen dat digitale bron-
nen op hun oorspronkelijke sampling rate worden
verwerkt. Voorbeeld: een 48 kHz digitale bron
wordt verwerkt op 48 kHz. U kunt echter de
AVR 350 ook deze 48 kHz signalen laten up-
sampelen naar 96 kHz voor extra resolutie.
Afbeelding 12
Om voordeel te hebben van deze functie drukt u
/¤ n zodat de regel Upsampling in
blauw wordt gemarkeerd en druk op Set
F
,
gevolgd door
/
Ea
zodat ON(aan) in
omgekeerd video wordt gemarkeerd. Denk er aan
dat deze functie alleen beschikbaar is voor Dolby
Pro Logic II Music, Dolby Pro Logic II Movie, Dolby
Pro Logic en Dolby 3 Stereo.
In het
DTS menu worden de keuzes die gemaakt
zijn met
/
Ea
op de afstandsbediening
bepaald door de combinatie van het soort DTS
programma materiaal dat wordt afgespeeld en of
het gaat om een 5.1 dan wel een 6.1/7.1 luid-
spreker configuratie.
Wanneer een DTS bron actief is wordt de
functiekeuze voor 7.1 systemen bepaald door het
type signaal (DTS Stereo, DTS 5.1, DTS-ES Matrix
of DTS-ES Discrete). Druk op
/
Ea
om
door de voor het systeem en het lopende
programma beschikbare keuzes te lopen.
Wanneer geen bron actief is, of tijdens het
afspelen van een analoge bron, zijn alleen de DTS
Neo:6 surround functies beschikbaar. Deze
omvatten DTS Neo:6 3-kanalen Cinema
(aanbevolen wanneer front links, rechts en center
luidsprekers aanwezig zijn maar geen surround
luidsprekers), DTS Neo:6 5-kanalen Cinema
(aanbevolen voor film en televisie), DTS Neo:6 5-
kanalen Music (optimaal voor mzuiek alleen
materiaal) en DTS Neo:6 6-kanalen Cinema en
Music (beschikbaar wanneer de Surround Achter
luidsprekers zijn geconfigureerd als
LARGE of
SMALL als beschreven op pagina 26).
Wanneer een 5.1 configuratie in gebruik is zal de
AVR automatisch de 5.1 versie van DTS kiezen
zodra een DTS data stream wordt ontvangen.
Wordt 6.1/7.1 gekozen dan zal DTS-ES Discrete
automatisch worden geactiveerd zodra een DTS
bron met de ES Discrete vlag wordt gebruikt, ter-
wijl de DTS-ES Matrix functie wordt geactiveerd
wanneer een ES Matrix gecodeerd audionummer
wordt ontvangen. In beide gevallen wordt desbe-
treffende surround functie aangegeven oop de
display
Ò
en in beeld. In al die gevallen licht
DTS-ES op. Wordt een niet-DTS disc afgespeeld
en is 6.1/7.1 gekozen, dan zal het apparaat auto-
matisch DTS+NEO:6 kiezen voor een volledig
8 luidspreker surround weergave. Wanneer een
DTS 96/24 signaal wordt gedetecteerd staat de
AVR 350 standaard in de DTS surround functie en
verwerkt de hogere resolutie signalen die aanwezig
zijn automatisch vanwege de hogere sampling
frequentie. Zie pagina 33 en 34 voor uitleg over
de DTS functies.
In het
LOGIC 7 menu wordt de keus met
/
Ea
op de afstandsbediening bepaald door
de luidspreker configuratie 5.1 of 6.1/7.1 die in
gebruik is. In beide gevallen biedt de keus van
Logic 7 functie de Harman Kardon exclusieve
Logic 7 processor een volledig omringend, meer-
kanaals surround van een tweekanaals Stereo of
Matrix gecodeerd programma, zoals een VHS
cassette, laserdisc of televisieprogramma met
Dolby Surround.
In de 5.1 configuratie kunt u Logic 7/5.1 Music,
Cinema of Enhanced kiezen. Deze werken het
beste met tweekanaals muziek, surround geco-
deerde programma’s of standaard tweekanaals
programma’s van elk type. Is 6.1/7.1 gekozen,
dan zijn Logic 7/7.1 Music of Cinema beschik-
baar, maar alle 8 kanalen worden uitgestuurd.
Denk er aan dat de Logic 7 functies niet beschik-
baar zijn wanneer Dolby Digital of DTS Digital
geluid wordt gespeeld.
28 SYSTEEMCONFIGURATIE
In het
DSP (SURR) menu wordt met
/
Ea
op de afstandsbediening een van de DSP
surround functies gekozen die ontwikkeld zijn
voor gebruik met tweekanaals stereo program-
ma’s voor een reeks ruimtebeelden. De beschik-
bare keuzes zijn 5.1 of 6.1 functies van Hall 1,
Hall 2 en Theater. De Hall en Theater functies zijn
bedoeld voor meerkanaals systemen. Zie pagina
37-38 voor een uitgebreid overzicht van de DSP
functies. Denk er aan dat de Hall en Theater func-
ties niet beschikbaar zijn wanneer Dolby Digital of
DTS materiaal wordt afgespeeld.
In het
STEREO menu wordt gekozen met
/
Ea
op de afstandsbediening voor traditione-
le stereoweergave zonder surround, of voor
5 CH Stereo of 7 CH Stereo decode-
ring bepaald door het gebruik van 5.1 of 6.1/7.1.
In het laatste geval wordt het stereosignaal naar
beide front luidsprekers gestuurd, naar de achter
luidsprekers en de beide surround achter luidspre-
kers (indien aanwezig), terwijl de mono signalen
over alle luidsprekers worden verspreid, ook de
centrum. Zie pagina 37-38 voor een toelichting
van de 5 CH Stereo en 7 CH Stereo functies.
Nadat de keuzes zijn gemaakt in de Dolby, DTS,
Logic 7, DSP (Sound – geluid) of Stereo menu’s,
drukt u op
E
om terug te gaan naar het
hoofdmenu.
Configureren Surround Uit
(Stereo) Functies
Voor superieure weergave van tweekanaals mate-
riaal biedt de AVR twee stereofuncties: een analo-
ge Stereo-Direct functie waarbij de digitale sig-
naalbewerking wordt gepasseerd en zo een com-
pleet analoge signaalweg ontstaat en de zuiver-
heid van het signaal blijft behouden, en een digi-
tale functie waarbij het Bas Management voor
optimale verdeling van het laag over kleinere
luidsprekers en de subwoofer wel actief blijft.
Stereo-Direct (Bypass) Functie
Wanneer de analoge Stereo-Direct functie wordt
gekozen door op de Stereo Functiekeuze
S
tot SURROUND OFF in de display
Ò
en de
Surround Functie
(
met SURROUND OFF
oplicht, zal de AVR het analoge materiaal direct
doorsturen naar de front links en rechts luidspre-
kers en wordt het digitale gedeelte overgeslagen.
In deze functie worden de front links en rechts
luidsprekers automatisch als
LARGE (groot)
geconfigureerd; het is niet mogelijk in dit geval
SMALL (klein) in te stellen.
Met de AVR in Stereo Bypass (passeerfunctie)
kunt u nog altijd de subwoofer configureren
zodat die uitgeschakeld is en een breedbandsig-
naal naar de front links/rechts luidsprekers wordt
gestuurd, dan wel deze configureren zodat de
subwoofer geactiveerd wordt. Standaard is de
subwoofer uitgeschakeld in deze functie, maar u
kunt dat als volgt veranderen:
1. Druk op Luidsprekerkeuze
6
b
.
2. Druk op Instellen
F
@
om het configuratie
menu op te roepen.
3. Druk op
/
¤
D
op de afstandsbediening
of op
/
7
op de voorzijde om de gewenste
optie te kiezen.
SUBNONE schakelt de
subwoofer uit, terwijl
SUB <L+R> deze
inschakelt.
4. Is de gewenste instelling gemaakt druk dan op
Instellen
F
@
om naar normaal bedrijf terug te
gaan.
Stereo-Digitaal Functie
Wanneer de Stereo-Direct (passeerfunctie) functie
wordt gebruikt, gaat altijd een breedband signaal
naar de front links/rechts luidsprekers. In dat
geval gaat vanzelfsprekend geen signaal door de
digitale bewerking van de AVR. Wanneer uw front
luidsprekers geen breedband typen zijn maar
‘satelliet’ luidsprekers, raden we u aan voor ste-
reo luisteren niet de Bypass functie te gebruiken,
maar de
DSP SURROUND OFF functie.
Om in tweekanaals stereo te luisteren en gebruik
te maken van het Bas Management systeem drukt
u op Stereofunctie
S
tot SURROUND
OFF
in de display
Ò
verschijnt en de DSP en
SURR. OFF Surroundfunctie
(
beide
oplichten. Licht alleen
SURR. OFF
Surroundfunctie
(
op dan staat de AVR in de
Stereo-Direct (Bypass) functie.
Wanneer deze functie in gebruik is kunnen de
front links/rechts luidsprekers en de subwoofer
geconfigureerd worden op de specificaties van de
gebruikte luidsprekers, als aangegeven in de
paragraaf over luidspreker opzet (Speaker Setup)
verderop.
Automatische Luidsprekeropzet
met EzSet/EQ
De AVR 350 is één van de eerste receivers in zijn
klasse met automatische luidsprekerinstelling en
systeemconfiguratie. Dit proces met behulp van
een reeks testsignalen en de mogelijkheden van
moderne digitale bewerkingen, maakt het
installeren van uw nieuwe receiver een stuk
eenvoudiger en maakt het zelf instellen van luid-
sprekergrootte, het wisselfilter, de vertraging en
de uitgangsniveaus overbodig. Verder worden
afwijkingen in de frequentiekarakteristiek als
gevolg van de eigenschappen van de luisterruimte
opgeheven door de ingebouwde meerbands para-
metrische equalizer. EzSet/EQ attendeert zelfs op
fouten in de luidsprekerverbindingen.
Met EzSet/EQ wordt het systeem in een fractie
van de normale tijd gekalibreerd en met een
nauwkeurigheid die alleen met kostbare meetap-
paratuur en tijdrovende procedures haalbaar is.
Op die manier bereikt uw nieuwe receiver opti-
male prestaties ongeacht de luidsprekers die u
gebruikt en in elke kamer, hoe groot of klein ook.
Wij raden u aan voor het kalibreren van uw sys-
teem EzSet/EQ te gebruiken en wanneer u enige
instelling zelf wilt maken, dan wel de door
EzSet/EQ gemaakte instelling wilt corrigeren, de
aanwijzingen te volgen op pagina 31 tot 34.
Afbeelding 13
Wilt u de AVR zelf instellen, of kunt u om een of
andere reden niet over de EzSet/EQ microfoon
beschikken, volg ook dan de aanwijzingen op
pagina 31 tot 34.
Stap 1: voor EzSet/EQ is een zo gering mogelijk
stoorniveau in de kamer noodzakelijk om te voor-
komen dat de metingen van de signalen van de
AVR tijdens het instellen worden beïnvloed.
Schakel alle huishoudelijke en andere apparatuur
uit en vermijd elk geluid tijdens het instellen.
Systeemconfiguratie
NEDERLANDS
SYSTEEMCONFIGURATIE 29
Systeemconfiguratie
Stap 2: de EzSet/EQ microfoon wordt op oor-
hoogte geplaatst op de gebruikelijke luisterposi-
tie, dan wel in het centrum van de kamer als het
om een groot luistergebied gaat. Het kan prak-
tisch zijn een fotostatief te gebruiken voor stabie-
le opstelling van de EzSet/EQ op de juiste hoogte.
De microfoon heeft daarvoor een schroefopening
in de bodem.
Stap 3: verbind de EzSet/EQ met de
Hoofdtelefoon Uitgang
4
van de AVR 350
via de bijgeleverde 1/4" jackplug adapter. De
microfoonkabel is ca. 7 meter lang wat in de
meeste gevallen lang genoeg is. Zonodig kan de
kabel verlengd worden met een in de handel ver-
krijgbaar verlengsnoer.Toch raden we het gebruik
van een verlengsnoer niet aan, daar het resultaat
er negatief door kan worden beïnvloed.
Stap 4: nadat de microfoon correct is gepositio-
neerd en aangesloten, gaat u verder met de
EzSet/EQ menu’s door eerst op In-Beeld
L
om
het hoofdmenu op te roepen. Druk vervolgens op
/
¤
D
om de Speaker (luidspreker)
knop wit te markeren en druk op Set {16} om de
SPEAKER SETUP (luidspreker configuratie)
te openen. Druk op
¤
D
om de regel Auto
Configuration
te kiezen en druk op Set
F
om naar het volgende menu te gaan
(Afbeelding 14).
Afbeelding 14
Stap 5: het eerste menu van het EzSet/EQ sys-
teem vraagt u de microfoon aan te sluiten. Heeft
u dat nog niet gedaan, verbind dan de microfoon
met de Hoofdtelefoon Uitgang
4
als aange-
geven in stap 2 en 3. Zodra dat gebeurd is ver-
plaatst u de cursor naar
Continue en u
drukt op Set
F
. Wilt u niet verder gaan met
het instellen van EzSet/EQ, drukt dan op
/
Ea
om Cancel te markeren en druk op
Set
F
om naar SPEAKER SETUP terug te
keren.
Afbeelding 15
Stap 6: nadat u “Continue’ (verder gaan) heeft
gekozen, verschijnt het menu als afgebeeld in
afbeelding 15. Hoewel de AVR kan worden
gebruikt met maximaal acht luidsprekers heeft u
wellicht nog geen achter surround luidsprekers
geïnstalleerd, of u heeft besloten de achter sur-
round kanalen te gebruiken om luidsprekers in
een andere kamer of een meerkamersysteem te
sturen. Dit menu is voor het programmeren
EzSet/EQ voor een 5.1 of een 7.1 kanalen confi-
guratie. Kies de instelling die overeenkomt met
het aantal luidsprekers in uw systeem en
EzSet/EQ doet automatisch de rest!
Opmerking: wanneer uw systeem minder dan
zes luidsprekers omvat, is het niet mogelijk de
luidsprekers met EzSet/EQ te configureren en
dient u Manual Configuration (zelf configureren)
te kiezen als beschreven vanaf pagina 31. Heeft u
voor een 6.1 configuratie gekozen met één enke-
le achter surround luidspreker, dan kunt u een
combinatie gebruiken van EzSet/EQ automatische
configuratie voor 5.1 luidsprekers. U sluit de
enkele achter surround luidspreker aan op de
Linker Surround Achter luidsprekeruitgang en u
configureert deze zelf, als beschreven vanaf pagi-
na 31. Wij raden de 6.1 configuratie echter niet
aan.
Vergeet u de microfoon voor EzSet/EQ aan te
sluiten, dan verschijnt een waarschuwing in beeld
als afgebeeld in afbeelding 16.
Afbeelding 16
Opmerking: zoals is aangegeven in de afbeel-
dingen 14-22 wordt tijdens het EzSet/EQ proces
een
Cancel (afbreken) functie gemarkeerd. U
kunt EzSet/EQ op elk gewenst moment stoppen
door simpelweg op Set
F
te drukken.
BELANGRIJK: iedereen die gevoelig is voor luide
signalen dient de kamer nu te verlaten of oorbe-
scherming te gebruiken om het geluidsniveau te
verminderen. Goedkope, overal verkrijgbare
schuimrubber oordopjes zijn uitstekend bruikbaar
voor dit doel. Vindt u dat niet prettig en gebruikt
u geen oorbescherming, dan adviseren we u drin-
gend de kamer te verlaten en iemand anders te
vragen het EzSet/EQ proces uit te voeren, dan
wel het proces met de hand uit te voeren als
beschreven op pagina 31 tot 34.
Afbeelding 17
Stap 7: Is EzSet/EQ gestart dan hoort u testsig-
nalen circuleren over alle luidsprekers om het
totaal volume in te stellen, te controleren waar
de luidsprekers staan, de afstanden te meten en
de vertragingen te berekenen, de luidspreker
grootte te bepalen en de wisselfilters in te stel-
len. Tijdens het meten en kalibreren kunt u de
voortgang volgen in de tweede regel van het
menu. Bij de start van EzSet/EQ staan daar een
reeks punten, maar zodra de test loopt, kunnen
daar de volgende aanwijzingen verschijnen:
EzSet/EQ gebruikt de linker front luidspreker als
referentie voor het master volume en gaat dan
verder met het meten van de luidspreker niveaus.
Speaker Level: bij deze test stelt EzSet/EQ zo in
dat ze op de luisterpositie alle even luid klinken.
Tijdens surround sound weergave is het gebruike-
lijk dat de surround kanalen minder prominent
zijn, of soms zelfs niet worden gebruikt. Door de
basisniveaus correct in te stellen is de AVR een
neutrale basis waarop de filmregisseur speciale
effecten kan creëren.
Een menu lijkend op dat van afbeelding 18 ver-
schijnt, waarbij de luidsprekerpositie wisselt ter-
wijl EzSet/EQ de niveaus van alle luidsprekers
meet. Zo nu en dan kan EzSet/EQ een testsignaal
naar de front links luidspreker sturen ter vergelij-
king van het niveau van de luidspreker die wordt
gemeten met het referentieniveau dat voor front
links is ingesteld.
30 SYSTEEMCONFIGURATIE
Systeemconfiguratie
Afbeelding 18
Hoort u op een bepaald moment het testsignaal
niet komen uit de luidspreker die in beeld wordt
aangegeven, druk dan op Set
F
om EzSet/EQ
te stoppen. Schakel de AVR uit met de
Hoofdschakelaar
1
en controleer de luidspre-
kerverbindingen. Controleer of alle kabels zijn
verbonden met de juiste luidsprekers en de
Luidspreker Uitgangen
DEFO
op de
AVR en dat ook de juiste polariteit (+ aan + en –
aan –) is aangehouden.
Opmerking: deze test stelt vast of op een
kanaal een luidspreker is aangesloten, maar
niet of een luidspreker op de juiste positie
staat. Voorbeeld: het stelt vast dat er een luid-
spreker is aangesloten op de Surround Rechts
uitgang, maar niet of deze links of rechts in de
kamer staat. Daarom raden we u aan goed te
luisteren naar het testsignaal dat rond gaat en
te controleren of de aanduiding klopt met de
positie in de kamer. Hoort u een signaal van
een luidspreker die niet klopt met de aandui-
ding in beeld, stop dan EzSet/EQ, verlaat het
menu, schakel de receiver uit en controleer de
luidsprekerverbindingen voordat u verder gaat
met de instellingen.
Wanneer EzSet/EQ vaststelt dat er slechts één
luidspreker van een paar aanwezig is (b.v. sur-
round achter links, maar geen surround achter
rechts, of geen front luidsprekers) wordt een fout
vastgesteld en stopt het systeem. Er verschijnt
een scherm als dat van afbeelding 19. In dat
geval controleert u of de luidsprekers op de juiste
posities staan en of alle luidsprekers wel op de
juiste uitgangen zijn aangesloten.
Afbeelding 19
Speaker Distance (luidsprekerafstand): :
in deze test circuleren de signalen weer terwijl
de naam van elk kanaal wordt aangegeven om
de afstand tussen microfoon en luidspreker
wordt gemeten. Het resultaat van deze tests
wordt gebruikt om de vertragingen in te stellen
voor elke actieve luidsprekerpositie. Distance
verschijnt een menu als dat in afbeelding 20.
De luidsprekerpositie wisselt terwijl EzSet/EQ
de afstand tot elke luidspreker meet.
Afbeelding 20
Speaker Grootte: de metingen en berekenin-
gen voor deze test worden gedaan tegelijker-
tijd met het circuleren voor de uitgangsniveaus
en worden gebruikt om te bepalen of de luid-
sprekers groot of klein zijn op het punt laag-
weergave. Desgewenst kunnen deze gegevens
van de automatische test als basis worden
gebruikt waarop u zelf correcties aanbrengt in
de luidsprekergrootte en onafhankelijk van de
bron, als aangegeven op pagina 31.
Tijdens het testen van de Speaker Size (grootte)
verschijnt een menu als dat in afbeelding 21, ter-
wijl de luidsprekerpositie wisselt als elke luid-
spreker wordt gemeten.
Afbeelding 21
Tijdens het meten van het frequentiebereik van
de luidsprekers meet de AVR ook de instelling
van de wisselfrequentie van elke luidspreker in
het systeem om te zorgen voor een naadloze
overgang van de frequenties naar de hoofd luid-
sprekers en de subwoofer (indien aanwezig).
Desgewenst kunnen deze gegevens van de auto-
matische test als basis worden gebruikt waarop
u zelf correcties aanbrengt in wisselfrequentie
onafhankelijk van de bron als aangegeven op
pagina 31.
Opmerking: de wisselfrequentie als bepaald
door EzSet/EQ is niet hetzelfde als de specifica-
tie van de wisselfrequentie in de handleiding van
de luidspreker. EzSet/EQ bepaalt het punt waarop
het audiosignaal van de hoofd luidspreker moet
worden overgedragen aan de subwoofer. Voor
een afzonderlijke luidspreker bepaalt de fabrikant
het punten of de punten waarop het audiosig-
naal van de ene naar de andere eenheid binnen
de luidspreker gaat.
• Kamer Equalization. Elke kamer heeft unieke
eigenschappen die de frequentiekarakteristiek
op de luisterpositie beïnvloeden. Zo kunnen
togen en nissen het verloop van het laag
benadrukken. En verschillende oppervlakken
als harde vloeren en ramen, dan wel zacht
tapijt en gordijnen hebben eveneens invloed
op de reactie van de kamer. Tot voor kort
waren er kostbare testapparaten en vele inten-
sieve metingen plus aanpassingen van de aan-
kleding van de kamer voor nodig om de karak-
teristiek te corrigeren en bijverschijnselen te
voorkomen. EzSet/EQ vereenvoudigt de correc-
tie en biedt topprestaties zonder extra kosten.
Terwijl het testsignaal circuleert kan EzSet/EQ
een 'beeld' van de eigenschappen van de
kamer maken en het signaal van de receiver
aanpassen aan de eigenschappen van de luis-
terkamer.
Terwijl EzSet/EQ deze instellingen maakt, ver-
schijnt een scherm als dat in afbeelding 22. U
hoort wellicht dat EzSet/EQ de signalen naar ver-
schillende luidsprekers herhaalt bij het uitvoeren
van de equalization.
Afbeelding 22
Stap 8: Wanneer alle metingen met succes zijn
afgerond, verschijnt een scherm als dat in afbeel-
ding 23. Door op Set
F
te drukken, verschijnt
het
SPEAKER SETUP menu als in
afbeelding 13. Kies
Manual
Configuration
(zelf instellen) om de
resultaten van EzSet/EQ te zien. De menu’s van
Manual Speaker Setup worden uitgelegd in het
volgende hoofdstuk.
NEDERLANDS
SYSTEEMCONFIGURATIE 31
Systeemconfiguratie
Afbeelding 23
Neem de microfoon los en berg deze veilig op
zodat deze weer gebruikt kan worden wanneer u
het systeem opnieuw wilt kalibreren vanwege
een wijziging in de luidsprekers, luisterpositie,
belangrijke verandering in meubilering (zoals
nieuwe vloerbedekking of extra meubels) waar-
voor andere instellingen nodig zijn.
Wanneer het EzSet/EQ proces met succes is vol-
tooid en al de nodige correcties van de ingangen
en surround functies zijn geconfigureerd, is uw
receiver gereed voor gebruik. Wanneer u geen
eigen correcties wilt maken in de instellingen,
kunt u de rest van dit gedeelte overslaan en
terugkeren naar Basis Bediening op pagina 39
om te kijken hoe de AVR 350 wordt bediend. Wilt
u wel wijzigingen aanbrengen in de instellingen
ga dan verder met de aanwijzingen op de vol-
gende pagina's.
Zelf Instellen
Harman Kardon raadt u aan de EzSet/EQ
procedure te gebruiken om uw receiver te
configureren als beschreven op pagina 28-30.
Ook kunt u uw AVR zelf instellen wanneer uw
systeem minder dan zes luidsprekers heeft,
wanneer u EzSet/EQ heeft uitgevoerd maar wilt
corrigeren, wanneer de EzSet/EQ microfoon niet
beschikbaar is of wanneer u het gewoon liever
zelf doet. Verder dient de A/V Sync Delay
(vertraging) door uzelf ingesteld te worden (zie
'Instelling Vertraging' op pagina 34).
U begint het zelf instellen met het full-OSD
menusysteem door op In-Beeld v te drukken
zodat het hoofdmenu verschijnt. Druk op
/¤
n tot de Speaker knop wit gemarkeerd is en
druk op Set p. De regel
Manual
Configuration
is nu in blauw
gemarkeerd. Druk op Set p om het zelf
instellen
SPEAKER SETUP menu te openen
(zie afbeelding 24).
Afbeelding 24
Het Manual Speaker Setup Menu heeft vier sub-
menu’s: Speaker Size (luidspreker grootte), Speaker
Crossover (wisselfilter), Delay Adjust (vertraging)
en Channel Adjust (kanalen). Zodra een submenu
is gemarkeerd, worden ook de instellingen aange-
geven. Om de Manual Speaker Setup menu’s te
navigeren, drukt u op Set
F
zodra het gewens-
te submenu wordt gemarkeerd, waarop de eerste
regel van het submenu wordt gemarkeerd. Druk
op Set
F
om de instelling te wijzigen en met
/›o
a
door de opties te lopen en weer op
Set
F
te drukken om een optie te kiezen.
Gebruik
/¤ n om een andere instelling in
het submenu te kiezen. Wanneer u gereed bent
met het maken van instellingen in een bepaald
submenu, drukt u op ‹oom naar het sub-
menu overzicht terug te gaan en kies met
/¤
n een ander submenu.
Wanneer u EzSet/EQ heeft gebruikt, verschijnen de
daarmee gevonden waarden in deze menu’s. U
kunt ze als uitgangspunt voor uw instellingen
gebruiken – aanbevolen! – of deze waarden reset-
ten in de Delay Adjust en Channel Adjust sub-
menu’s.
Corrigeer de submenu’s in het SPEAKER
SETUP MENU in de aangegeven volgorde,
daar bepaalde instellingen pas na de voorgaande
kunnen worden gedaan.
Luidspreker grootte
In dit menu wordt vastgelegd welk type luidspre-
kers met de AVR worden gebruikt en is. Dit is
belangrijk omdat het bepaalt of uw systeem de
5-kanalen of 6-kanalen/7-kanalen functies, naast
het bepalen welke luidsprekers de lage frequen-
ties (bas) informatie moeten krijgen.
Wanneer u al eerder een complete automatische
setup met EzSet/EQ dan zullen de daarin gevon-
den waarden verschijnen. Geen verdere correctie
is nodig tenzij u een specifiek item wilt verande-
ren en aan uw eigen smaak wilt aanpassen of
een niet-standaard systeem opzet.
Gebruik voor elke instelling hier de positie
LARGE (groot) wanneer traditionele luidsprekers
worden aangesloten die geschikt zijn voor fre-
quenties beneden 100 Hz. Gebruik de instelling
SMALL (klein) voor kleinere, satellietachtige luid-
sprekers die geen frequenties beneden 100 Hz
kunnen weergeven. Denk er aan dat bij toepas-
sing van kleine luidsprekers voor front links en
rechts, een subwoofer onmisbaar is voor het weer-
geven van de lage frequenties.
Het is het eenvoudigst de juiste instellingen voor
de luidspreker opzet in te voeren via het
SPEAKER SETUP - Sizemenu (afbeel-
ding 25). Druk op In-Beeld
L
om het hoofd-
menu op te roepen (afbeelding 1) en druk twee-
maal op
¤ n zodat de Speaker knop wit
wordt gemarkeerd. Druk dan tweemaal op Set
F
om het SPEAKER SETUP menu op te
roepen.
Afbeelding 25
Op dit punt met de cursor op de blauw gemar-
keerde
Size regel drukt u op Set
F
roept u
het onderstaande menu op (Afbeelding 26).
Afbeelding 26
1. Start het luidspreker grootte instelproces door
te controleren dat de regel
Left/Right die
de instelling bepaalt voor de front links en rechts
luidsprekers, blauw gemarkeerd is. Wilt u de con-
figuratie van de front luidsprekers wijzigen, druk
dan op Set
F
zodat de regel verandert in
blauwe tekst en vervolgens op
/
Ea
zodat of LARGE (groot) of SMALL (klein) ver-
schijnt, passend bij de juiste omschrijving van de
bovenstaande definities.
Wanneer
SMALL wordt gekozen, zullen de lage
tonen voor de front kanalen alleen naar de sub-
wooferuitgang gestuurd worden. Kiest u deze optie
en is geen subwoofer aangesloten, dan hoort u
geen lage frequenties via de front kanalen.
Wordt
LARGE gekozen, dan wordt een full-
range signaal naar de linker en rechter front
kanalen gestuurd. Afhankelijk van de keuze voor
het item SUBWOOFER in dit menu (zie
verderop), kan het laag voor front links en rechts
ook naar een subwoofer worden gestuurd.
32 SYSTEEMCONFIGURATIE
Systeemconfiguratie
Opmerking: wanneer de front luidsprekers op
LARGE (groot) staan en de surround functie
staat op “Surround off”, of op tweekanaals ste-
reo, zodra een analoog signaal aanwezig is,
wordt het direct naar de volumeregelaar geleid
zonder bewerking of digitalisering. Gebruikt u
breedband front luidsprekers en wilt u de digita-
le bewerking uit de signaalweg verwijderen, kies
dan deze configuratie.
Belangrijk: wanneer een luidsprekerset met sub-
woofer en twee front satellieten, verbonden met
de luidsprekeruitgangen van de subwoofer wordt
gebruikt, dienen de ingangen van de subwoofer
verbonden te worden met de Front luidspreker-
uitgangen
D
en dient LARGE (groot) voor de
front luidsprekers gekozen te worden (en NONE
voor de subwoofer, zie verderop).
2. Wanneer u de keuze voor de front kanalen
heeft gemaakt, drukt u op Set
F
gevolg door
¤
D
op de afstandsbediening om de cursor
naar
Center te verplaatsen.
3. Druk op Set
F
zodat de regel blauwe tekst
laat zien, gevolgd door
/
Ea
op de
afstandsbediening om de optie te kiezen die het
best uw center luidspreker omschrijft, gebaseerd
op de luidspreker definities hieronder.
Wordt
SMALL gekozen, dan zullen de lagen
tonen voor het centrum kanaal naar de front
kanalen gestuurd worden, mits deze zijn inge-
steld op
LARGE en de subwoofer is uitgescha-
keld. Is de subwoofer ingeschakeld, dan zullen
de lage tonen van het centrum kanaal uitslui-
tend naar de subwoofer gestuurd worden.
Wanneer
LARGE is gekozen zal het volledige
frequentiebereik naar de centrum luidspreker
gestuurd worden, en bij analoge en digitale
surroundfuncties wordt GEEN signaal van het
centrum kanaal naar de subwooferuitgang
gestuurd (behalve wanneer de Pro Logic II Music
in gebruik is).
Opmerking: kiest u Logic 7 als surround functie
voor een specifieke ingang, waarvoor u de luid-
sprekers configureert, dan is de optie LAGRE voor
de centrum luidspreker niet beschikbaar. Dat komt
de door de eisen die het Logic 7 proces stelt en
duidt niet op een probleem met uw receiver.
NONE (geen) gekozen, wordt geen signaal naar
de centrum kanaal uitgang gestuurd. De receiver
werkt dan in een ‘fantoom’ centrum functie. De
informatie van het centrum kanaal wordt ver-
deeld over de linker en rechter front luidsprekers
en het laag van het centrum kanaal wordt naar
de subwoofer gestuurd, mits
L/R+LFE is
gekozen in het item
Subwoofer in dit
menu; zie hieronder. Deze functie is nodig wan-
neer geen centrum luidspreker wordt gebruikt.
Denk er aan dat wanneer de Logic 7 Cinema of
Enhanced functie is gekozen wel een centrum
luidspreker noodzakelijk is; de Logic 7 Music
functie werkt prima zonder centrum luidspreker.
4. Wanneer u de keuze voor het center kanaal
heeft gemaakt, drukt u op Set
F
gevolgd
door
¤
D
op de afstandsbediening om de
cursor naar
SURROUND te verplaatsen.
5. Druk op Set
F
zodat de regel blauwe tekst
laat zien, gevolgd door
/
Ea
op de
afstandsbediening om de optie te kiezen die het
best uw surround luidsprekers past, gebaseerd
op de luidspreker definities op pagina 31.
Is
SMALL (klein) gekozen, dan zal bij alle digitale
surround functies het laag van de surround kana-
len naar de front luidsprekers, indien geen sub-
woofer wordt gebruikt, of naar de subwoofer wan-
neer deze wèl aanwezig is. Bij elke analoge sur-
round functie hangt de laag sturing naar de achter
luidsprekers af van de gekozen functie en de instel-
ling van de subwoofer en de front luidsprekers.
Wanneer
LARGE is gekozen wordt het volledi-
ge frequentiebereik naar de surround kanalen
gestuurd (bij alle analoge en digitale surround-
functies) en, met uitzondering van de Hall en
Theater functies, wordt geen laag van de
surround kanalen naar de subwoofer gestuurd.
Wanneer
NONE is gekozen, zal de surround
informatie verdeeld worden over de uitgangen
links front en rechts front. Merk op dat voor
optimale weergave zonder surround luidsprekers
gekozen dient te worden voor de Dolby 3 Stereo
functie.
Gebruikt u surround achter luidsprekers in uw
systeem druk dan op
¤
D
op de afstandsbe-
diening om de cursor naar
Surr Back.Deze
keuze dient twee functies: niet alleen de instel-
ling van de surround achter – indien aanwezig –
kanalen wordt geconfigureerd, ook bepaalt het
of de processing van de AVR voor 5.1 dan wel
7.1 geconfigureerd moet worden.
Wanneer MAIN (hoofd) op deze regel verschijnt,
zijn de surround achter luidsprekers beschikbaar
voor gebruik in de hoofd kamer.Verschijnt echter
MULTI (meerkamer) dan zijn de surround achter
luidsprekers geconfigureerd voor meerkamer
gebruik en kunnen niet worden geconfigureerd
in dit menu. Zie pagina 47 voor informatie over
het configureren van de surround achter kanalen
voor meerkamer gebruik.
Opmerking: om de luidsprekerinstellingen voor
de surround achter luidsprekers te corrigeren,
dient eerst een meerkanalen functie als Logic 7,
Dolby Pro Logic, DTS Neo:6, 5-kanalen stereo,
Hall 1 of 2 (5-kanalen) of Theater (5-kanalen) te
worden gekozen, dan wel een meerkanalen
Dolby Digital of DTS bron dient te spelen. Dan
activeert het systeem de surround achter functie.
Druk op
/
op de afstandsbediening om de
optie te kiezen waarmee de gebruikte luidspre-
kers voor surround achter links en rechts het
best worden omschreven, gebaseerd op de
definities op deze pagina:
Wanneer
NONE (geen) wordt gekozen stelt het
systeem zich zo in dat alleen 5.1 kanaals surround
processor/decoder functies beschikbaar zijn en de
surround achter kanalen worden niet gebruikt.
Wanneer
SMALL (klein) is gekozen dan stelt
het systeem zich zo in dat 6.1/7.1 surround pro-
cessor/decoder wordt gebruikt, terwijl de laag-
frequent informatie beneden het crossover punt
(identiek aan dat voor de surround luidsprekers)
naar de subwoofer wordt gestuurd wanneer de
subwoofer op ON (in) staat, of naar de front
links/rechts luidsprekers wanneer de subwoofer
op OFF (uit) staat.
Is
LARGE (groot) gekozen dat stelt het sys-
teem zich zo in dat 6.1/7.1 surround processor/
decoder wordt gebruikt en wordt een breedband
signaal naar de achter kanalen gestuurd, zonder
dat lage frequenties naar de subwoofer uitgang
worden gestuurd.
6. Wanneer u de keuze voor de surround kana-
len heeft gemaakt, drukt u op Set
F
gevolgd
door
¤
D
op de afstandsbediening om de
cursor naar
Subwoofer te verplaatsen.
7. Druk op Set
F
zodat de regel blauwe tekst
laat zien, gevolgd door
/
Ea
op de
afstandsbediening om de optie te kiezen die het
best bij uw systeem past.
De beschikbare keuzes voor de opstelling van de
subwoofer worden bepaald door de instellingen
voor de andere luidsprekers, vooral de front links
en rechts posities.
Wanneer de front links/rechts luidsprekers op
SMALL staan wordt de subwoofer automa-
tisch op
SUB (LFE) gezet, wat betekent
dat deze actief is. Wanneer de front links/rechts
luidsprekers op
LARGE staan, zijn drie opties
beschikbaar:
• Is geen subwoofer aangesloten op de AVR,
druk dan op
/
Ea
op de afstandsbe-
diening, zodat
NONE in het in-beeld menu
verschijnt. Wordt deze optie gekozen, dan
wordt alle laag informatie naar de front
links/rechts ‘hoofdluidsprekers’ gestuurd.
• Is wel een subwoofer aangesloten op de AVR,
dan bestaat de optie de front links/rechts
‘hoofd’ luidsprekers het laag in alle gevallen te
laten weergeven en de subwoofer alleen te
activeren wanneer de AVR wordt gebruikt met
een digitale bron die een speciaal Low
Frequency Effects, of LFE geluidsspoor omvat.
Dan kunnen zowel de hoofdluidsprekers als de
subwoofer gebruikt worden voor het speciale
laag van bepaalde films. Die optie wordt geko-
zen door op
/
Ea
op de afstandsbedie-
NEDERLANDS
SYSTEEMCONFIGURATIE 33
Systeemconfiguratie
ning te drukken zodat SUB(LFE) in het in-
beeld menu verschijnt.
Wanneer een subwoofer is aangesloten en
deze wordt gebruikt voor de laagweergave in
combinatie met de hoofdluidsprekers front
links/rechts, ongeacht het type programma-
bron of de gekozen surroundfunctie, druk dan
op
/
Ea
op de afstandsbediening
waarop
SUB L/R+LFE in het in-beeld
menu verschijnt. Wordt deze optie gekozen,
dan gaat een breedband signaal naar de front
links en rechts hoofdluidsprekers. De subwoof-
er ontvangt de front links en rechts lage fre-
quenties beneden de wisselfrequentie, die in
het volgende item in dit menu wordt gekozen,
als hierna beschreven, en tevens het LFE sig-
naal.
8. Wanneer alle luidsprekerformaten zijn ingesteld
kunt u de Quadruple Crossover van de AVR active-
ren, waarmee per luidsprekergroep een individu-
ele wisselfrequentie kan worden ingesteld.
In systemen met breedbandluidsprekers in het
front, of waar verschillende merken luidsprekers
in de diverse posities worden toegepast, kan het
laag met grotere precisie dan ooit worden gere-
aliseerd. Het wisselpunt wordt bepaald door het
ontwerp van de gebruikte luidsprekers en is de
laagste frequentie die deze luidspreker kan
weergeven.
Heeft u de EzSet/EQ metingen en berekeningen
al uitgevoerd dan verschijnen de daar gevonden
waarden. Geen verdere correctie is nodig tenzij u
een specifiek item wilt veranderen en aan uw
eigen smaak wilt aanpassen of een niet-stan-
daard systeem opzet.
Voordat u iets aan de instellingen voor het
crossoverpunt verandert, raden we u aan de wis-
selfrequentie voor elk van de drie groepen –
front links/rechts, centrum front, en surround –
door deze op te zoeken in desbetreffende hand-
leidingen, op de website van de fabrikant of via
de servicedienst. U heeft deze gegevens nodig bij
de volgende instellingen.
De op de fabriek ingestelde standaardwaarde
voor alle kanalen is 100 Hz. Mocht deze waarde
acceptabel zijn, dan kunt u deze instelling over-
slaan. Om echter één van deze instellingen te
wijzigen, als aangegeven in afbeelding 27 door
de regel
Cross-Over links in het menu te
kiezen en u drukt op Set
F
.
Afbeelding 27
Om de instellingen voor elk van de vier luidspre-
kergroepen Links/Rechts, Center, Surround of
Surround Achter te kiezen, drukt u op
/
¤
D
tot de gewenste instelling verschijnt. Vervolgens
drukt u op
/
Ea
tot de gewenste instel-
ling verschijnt. De beschikbare wisselfrequenties
waar beneden de lage frequenties naar de sub-
woofer worden gestuurd (of naar de front
links/rechts luidsprekers wanneer de subwoofer
op OFF staat) en niet naar het luidsprekerkanaal,
zijn 40, 60, 80, 100, 120, 150 en 200 Hz. Kies
de frequentie die overeenkomt met de informatie
die u over uw luidsprekers heeft gevonden, of,
wanneer een exacte overeenkomst niet voorhan-
den is, de waarde die het dichtst BOVEN de
gewenste wisselfrequentie of laagfrequent limiet
ligt. Dit om een ‘gat’ in het laag te voorkomen,
omdat het systeem daar geen laag geeft en druk
op Set
F
om de keuze te bevestigen.
Wanneer
LARGE is gekozen voor de front luid-
sprekers en
SUB L/R+LFE als optie voor de
subwoofer, wordt het geluid voor de front kana-
len beneden de voor de L/R front luidsprekers
gekozen wisselfrequentie (wanneer voor front
“Small” – klein – is gekozen), naar zowel de
front luidsprekers als de subwoofer gestuurd.
De wisselfilter instellingen voor Links/Rechts,
Center, Surround en Surround Achter worden
gebruikt om te bepalen waar de lage frequenties
naar toe moeten, afkomstig van de hoofdkana-
len van een bron. De instelling voor de afgebeel-
de menuregel
Subwoofer wordt gebruikt
voor het bepalen van een laagdoorlaatfilter punt
voor de informatie in het Laag Frequent Effect
(LFE) kanaal dat deel uitmaakt van het Dolby
Digital en DTS gecodeerde signaal. Het LFE
kanaal is de “.1” die u bij surround sound opga-
ven ziet en is beperkt tot lage frequenties, som-
mige mixen kunnen informatie bevatten die
hoger in frequentie liggen dan uw subwoofer
kan weergeven. Om te voorkomen dat niet-
gewenste signalen naar de subwoofers worden
gestuurd – die deze niet kunnen verwerken en
geen ingebouwd laagdoorlaatfilter bezitten –
kan op de
Subwoofer regel een instelling
voor het laagdoorlaatfilter, dat deel uitmaakt van
de signaaltoevoer van het LFE kanaal, worden
gekozen. De beschikbare instellingen zijn dezelf-
de als die welke gekoppeld zijn aan elk van de
vier beschikbare luidsprekerposities in dit sub-
menu. Wij raden aan een frequentie te kiezen die
iets hoger ligt dan bovengrens van de subwoof-
er, als aangegeven in de handleiding van de sub-
woofer. Druk op
/
Navigeren
E
wanneer
de cursor op de regel
Subwoofer staat om
de juiste instelling te kiezen.
9. Wanneer alle luidsprekerkeuzes zijn gemaakt,
drukt u op
E
tot de Speaker knop links
wit wordt gemarkeerd.
10. De luidsprekerinstelling kan op elk moment
gewijzigd worden zonder het Full-OSD (volledig)
menu in beeld op te roepen, door opluidspre-
kerkeuze
6
op het frontpaneel of op
b
op
de afstandsbediening. Nadat de toets is inge-
drukt verschijnt FRONT SPEAKER onderin
het beeld en in de display
Ò
.
Druk nu binnen vijf seconden op
/
7
op de
voorzijde of op
/
¤
D
op de afstandsbedie-
ning om een andere luidsprekerpositie te kiezen,
of druk op instellen
@
F
om de instelling van
de front luidsprekers links en rechts te wijzigen.
Nadat op instellen
@
F
is gedrukt en het
systeem gereed is voor het wijzigen van de
instelling voor de front luidsprekers, geven de in-
beeld display en de display
Ò
FRONT
LARGE
of FRONT SMALL aan, afhankelijk
van de huidige instelling. Druk op
/
7
op de
voorzijde of op
/
¤
D
op de afstandsbedie-
ning tot de gewenste instelling wordt aangege-
ven, gebruik makend van de eerder gegeven
aanwijzingen omtrent ‘grote’ en ‘kleine’ luidspre-
kers, en druk dan op instellen
@
F
.
Indien nog een ander luidsprekerpositie dient te
worden gewijzigd, drukt u op
/
7
het front-
paneel of op
/
¤
D
op de afstandsbedie-
ning om een andere luid-sprekerpositie te kie-
zen, vervolgens drukt u op instellen
@
F
en
dan op het frontpaneel, of op
/
7
op het
frontpaneel, of op de
/
¤
D
op de
afstandsbediening tot de gewenste luidspreker-
positie wordt aangegeven, en tenslotte weer op
instellen
@
F
om de keuze te bevestigen.
Om u te helpen bij het maken van deze instellin-
gen veranderen de indicaties luidspreker/
kanaal functie
$
telkens wanneer een luid-
sprekertype voor een bepaalde positie kiest. Licht
alleen het binnenste symbool op dan is op
SMALL ingesteld. Wanneer het middelste vakje
en de twee buitenste vakjes met cirkeltjes erin
verlicht zijn, dan is de luidspreker op LARGE
ingesteld. Wanneer geen indicatie voor een luid-
sprekerpositie verschijnt, dan is die positie op
NONE of ‘geen luidspreker’ ingesteld.
Opmerking: deze iconen zijn alleen beschik-
baar bij het maken van wijzigingen in de opzet
zonder de volledige in-beeld display.
34 SYSTEEMCONFIGURATIE
Systeemconfiguratie
Bijvoorbeeld, in de afbeelding hieronder staan
alle luidsprekers op ‘large’ (groot) en een sub-
woofer is gekozen.
Instelling vertraging
Vanwege de verschillende afstanden tussen de
luisterpositie tot de front luidsprekers en de sur-
round luidsprekers, is ook de tijd die het geluid
nodig heeft om uw oren te bereiken verschillend.
Door gebruik te maken van de vertraging kunnen
deze verschillen in luidsprekerpositie en kame-
rakoestiek in uw luisterruimte of home theater
gecompenseerd worden. Om de front, centrum
en surround kanalen opnieuw te synchroniseren
is het nodig eerst de afstand van de luister/kijk
positie naar de front, centrum, surround en sur-
round achter luidsprekers (indien aanwezig) in
meters te meten en te noteren.
Heeft u het systeem al gekalibreerd met
EzSet/EQ dan staan de aangegeven vertragingen
voor de metingen van het EzSet/EQ systeem.
Geen verdere correctie is nodig tenzij u een spe-
cifiek item wilt veranderen en aan uw eigen
smaak wilt aanpassen of een niet-standaard sys-
teem opzet. Om de instelling te veranderen volgt
u de aanwijzingen hieronder om de afstand tus-
sen de plaats van de luidspreker en de hoofd
luisterpositie in te voeren. Deze meting hoeft
niet op de centimeter nauwkeurig te zijn daar
het systeem zich richt op de algehele indruk,
meer dan op de exacte plaats. Deze metingen
zijn niet tot op de centimeter nauwkeurig, daar
het systeem is ontwikkeld voor algemene toe-
passing en niet voor één specifieke luisterpositie.
Naast het corrigeren van de vertragingstijd voor
elke afzonderlijke luidsprekerpositie, kan bij de
AVR als een der weinige A/V receivers, ook de ver-
traging voor alle luidsprekers van een groep
gecorrigeerd worden. Deze functie heet A/V Sync
Delay en compenseert voor vertragingen in het
videobeeld die kunnen ontstaan door vertragin-
gen in digitale videoschermen, video scalers, digi-
tale kabel- of satellietsystemen en videorecorders.
Met de juiste correctie van de A/V Sync Delay kunt
u het lipsynchroon lopen van beeld en geluid in
digitale videotoepassingen herstellen.
Hoewel EzSet/EQ de vertragingen voor de indivi-
duele luidsprekerposities zeer nauwkeurig bere-
kent, kunnen de instellingen voor A/V Sync
Vertraging alleen met de hand worden ingesteld
daar het noodzakelijk is het programmamateriaal
in beeld te bekijken tijdens het instellen van de
vertraging voor desbetreffende bron. Hoewel dus
EzSet/EQ is gebruikt voor de overige instellingen
van de vertraging, dient de A/V Sync Vertraging
als hieronder beschreven te worden ingesteld.
Vanwege de verschillen in werking van de diverse
surround functies dienen ook de vertragingen indi-
vidueel voor elke surround functie te worden inge-
steld. Zijn echter de vertragingen ingesteld voor de
surround functie met het maximum aantal kana-
len, dan hoeven deze niet opnieuw te worden
ingesteld voor die functie met minder kanalen.
Voorbeeld: wanneer de vertragingen voor Dolby
Pro Logic IIx – Movie zijn ingesteld worden deze
overgedragen aan de Dolby Pro Logic II – Movie
functie. Wel dienen de vertragingen voor elke
variant afzonderlijk te worden ingesteld, zoals
Dolby Pro Logic IIx – Music, Dolby Pro Logic IIx –
Game, Dolby Pro Logic, Dolby 3 Stereo en Dolby
Digital EX.
De vertragingstijden zijn voor alle surround func-
ties instelbaar. Hoewel alle kanalen in beeld ver-
schijnen met de standaard of de later ingestelde
afstanden, kunt u via het menusysteem de instel-
lingen voor de actieve kanalen in de huidige sur-
round functie instellen. Luistert u bijvoorbeeld
naar muziek-CD’s via de CD-ingang met DSP
Surround Off dan kan alleen de vertraging voor
front links, front rechts en de subwoofer worden
ingesteld. De cursor slaat in het menu bij het
instellen de niet in gebruik zijnde kanalen over.
Daarom raden we u aan de eerste keer bij het
instellen een 5.1, 6.1 of 7.1 kanalen surround
functie te kiezen, afhankelijk van het aantal luid-
sprekers in het systeem. Voor het instellen van de
vertragingen bieden de Logic 7 functies de
mogelijkheid alle kanalen in te stellen zonder
dat een bron wordt afgespeeld.
U begint het instellen van de vertraging door
SPEAKER SETUP - Delay(afbeelding
28) te kiezen. Staat het systeem nog niet op dat
punt, druk dan op In-Beeld
L
om het hoofd-
menu op te roepen. Druk tweemaal op
¤
D
of tot de SPEAKER knop wit wordt gemar-
keerd. Druk dan tweemaal op Set
F
en ver-
volgens op
¤
D
tot de regel Delay Adj
blauw wordt gemarkeerd. Druk op Set
F
om
het menu te openen.
Afbeelding 28
Verplaats nu de blauwe balk naar beneden naar
de regel
Unit, druk op Set
F
en kies de
eenheid voor afstand die u wilt gebruiken, feet
(voet) of meter met
/
Ea
. Verplaats de
blauwe balk nu naar de regel
Front Left
waar de eerste instelling wordt gemaakt en druk
op Set
F
. Druk nu op
/
Ea
tot de
afstand van de front links luidspreker tot de
luisterpositie is ingevoerd, gevolgd door Set
F
om uw keus te bevestigen. Druk dan eenmaal op
¤
D
om naar de volgende regel te gaan.
De blauwe balk markeert nu de
Center regel
en nu kan de vertraging voor de Center
luidspreker worden ingesteld. Druk op Set
F
en dan op
/
Ea
tot de afstand tussen
de primaire luisterpositie en de center
luidspreker is ingevoerd. Herhaal dit voor alle
actieve luidsprekerposities door op
¤
D
te
drukken en gebruik
/
Ea
om de
instelling te wijzigen. Denk eraan dat deze
laatste instelling alleen nodig is wanneer
surround achter luidsprekers geïnstalleerd zijn en
Dolby Digital als surround functie is gekozen.
Wanneer de vertraging voor alle luidspreker
posities is ingesteld, kunt u terugkeren naar het
hoofdmenu door meermaals op
E
te
drukken.
Heeft u echter een digitale videobron of een digi-
taal beeldscherm waardoor e.e.a. niet meer lip-
synchroon is, kunt u de A/V Sync correctie
gebruiken om het audiosignaal dat naar alle
kanalen gaat te vertragen (in tegenstelling tot de
individuele instellingen), zodat beeld en geluid
weer synchroon lopen. Wij raden u aan deze
instelling te maken met de directe instellingen op
de afstandsbediening als hieronder aangegeven.
Zo kunt u dan het beeld zien terwijl u corrigeert;
het is echter ook mogelijk de instelling in het
menu te maken.
Om de A/V Sync vertraging in te stellen drukt u
op
/
¤
D
zodat de blauwe balk de regel
AV Sync Delay in het menu markeert, en
dan op Set p. Druk dan op
/
Ea
om
het geluid zo te vertragen dat het klopt met het
videobeeld.
De vertraging kan op elk moment tijdens het
kijken via de afstandsbediening worden
gecorrigeerd door op Vertraging
Z
. De A/V
Sync Vertraging is de eerste en kan worden
gecorrigeerd door binnen 5 seconden op Set
p te drukken nadat
A/V SYNC DELAY
in beeld en op de onderste regel van de display
M verschijnt. Druk dan op
/
¤
D
om de
gewenste instelling van de vertraging in te voe-
ren zodat audio en video synchroon lopen.
Druk nogmaals op Set p om de instelling te
openen.
Denk er aan dat de A/V Sync vertraging voor elke
videobron anders is en dat dus verschillende
instellingen voor alle aangesloten apparaten op
de Video 1, 2, 3 en 4 ingangen.
NEDERLANDS
SYSTEEMCONFIGURATIE 35
Systeemconfiguratie
Om een van de afzonderlijke luidspreker posities
direct te wijzigen drukt u op Luidsprekerkeuze
Z
en dan op
/
¤
D
om de gewenste posi-
tie te kiezen zodra de naam in beeld en in de
onderste regel van de display
Ò
verschijnt.
Wanneer de naam van de luidsprekerpositie die
u wilt corrigeren verschijnt, drukt u binnen 5
seconden op Set p. Druk op
/
¤
D
om
de gewenste vertraging voor die luidspreker in te
voeren en druk op Set p om deze vast te leg-
gen. Dan kunt u met
/
¤
D
om een andere
positie te kiezen, of wacht vijf seconden waarna
het systeem naar normaal gebruik terugkeert.
Om een van de afzonderlijke luidspreker posities
direct te wijzigen drukt u op Luidsprekerkeuze
Z
.
Instellen uitgangsniveau
Het instellen van de uitgangsniveaus is een
belangrijk onderdeel van het configuratieproces
bij een surround sound product. Het is in het bij-
zonder belangrijk bij een Dolby Digital ontvanger
als de AVR, aangezien de juiste uitgangssignalen
ervoor zorgen dat het filmgeluid met de juiste
richting en intensiteit wordt weergegeven.
Opmerking: iuisteraars zijn vaak onzeker over
werking van de surround kanalen. Sommigen
menen dat er altijd geluid uit alle luidsprekers
moet komen, terwijl er juist voor het merendeel
van de tijd weinig of geen geluid uit de surround
kanalen komt. Dat komt omdat ze alleen ge-
bruikt worden wanneer een regisseur of geluids-
technicus daar specifiek een geluid toevoegt om
een klankbeeld te creëren, een geluidseffect of
een actie te laten bewegen van het front van de
kamer naar de achterzijde. Wanneer de uitgangs-
niveaus correct zijn ingesteld, is het normaal dat
de surround luidsprekers slechts zo nu en dan
actief zijn. Het volume van de achter luidsprekers
extra verhogen kan juist de illusie van een
omringend klankbeeld teniet doen, in afwijking
van de manier waarop het geluid in een bio-
scoop of concertzaal wordt ervaren.
Wanneer u het systeem al gekalibreerd heeft met
EzSet/EQ zijn de aangegeven niveau instellingen-
het resultaat van metingen van EzSet/EQ. Er zijn
geen verdere correcties nodig tenzij u een speci-
fiek item wilt veranderen vanwege smaak of een
niet-standaard systeemconfiguratie.
Wanneer de AVR is geconfigureerd voor
6.1-kanalen gebruik met een enkele surround
achter luidspreker, kan via de uitgangsinstelling
nog altijd het niveau van de afzonderlijke sur-
round achter links en surround achter rechts,
ondanks het feit dat uw systeem slechts één sur-
round achter luidspreker gebruikt. Dat betekent
dat het Surround Achter kanaal tweemaal ver-
schijnt, maar dat is in 6.1 gebruik normaal.
De gescheiden SBL/SBR instellingen voor 6.1
gebruik zijn nodig voor een optimale balans tus-
sen de beide discrete kanalen in de AVR
wanneer die worden gemengd naar een enkele
luidspreker.
BELANGRIJK: het uitgangsniveau kan apart wor-
den ingesteld voor elke digitale en analoge sur-
round functie. Daarmee kunnen niveauverschillen
tussen de luidsprekers gecompenseerd worden, en
tevens kunnen verschillen afhankelijk van de
gekozen surround functie, of het niveau van
bepaalde luidsprekers naar eigen inzicht verhoogd
of verlaagd worden. Denk er aan instellingen die
gemaakt zijn voor een surround functie ook effec-
tief zijn voor alle ingangen die gerelateerd zijn
aan die surround functie.
Voor het instellen van de uitgangsniveaus er voor
zorgen dat alle luidsprekers correct zijn aan-
gesloten.
Voor een gemakkelijke opzet volgt u onderstaan-
de aanwijzingen vanuit de meest gebruikte luis-
terpositie:
1. Controleer of alle luidsprekers op de juiste
manier zijn geconfigureerd op LARGE en
SMALL als eerder beschreven en schakel zono-
dig de in-beeld display uit.
2. Stel het volume zo in dat
15 wordt aange-
geven, als aangegeven in de in-beeld display
en de display
Ò
.
3. Kies een willekeurige ingang die gekoppeld
is aan de surround functie waarvan u het uit-
gangsniveau wilt veranderen. Vergeet niet
dezelfde correcties te maken met alle andere
surroundfuncties gecombineerd met de
gebruikte ingangen.
4. De eenvoudigste manier om het uitgangs-
niveau zelf in te stellen is via het
Ch
Adjust
menu (kanaal correctie – afbeel-
ding 29). Bent u al in het hoofdmenu, druk
dan op
¤
D
tot de Speaker knop wit
is gemarkeerd. Staat u niet in het hoofdmenu
druk dan op In-Beeld
L
om het hoofd-
menu op te roepen (afbeelding 1) en druk
tweemaal op
¤
D
zodat de Speaker
knop wit is gemarkeerd. Druk dan op
Set
F
om de regel Manual
Configuration
(zelf instellen) te
markeren en druk weer op Set
F
. Ga nu
naar beneden tot de regel
Ch Adjust
blauw is gemarkeerd en druk op Set
F
.
Afbeelding 29
Wanneer het SPEAKER SETUP -Ch
Adjust
menu voor het eerst verschijnt, is het
testsignaal uitgeschakeld. Gebruik
/
¤
D
en
Set
F
om een kanaal met een externe bron
zoals een test-CD, voor correctie te kiezen om
daarmee het uitgangsniveau te bepalen.
Wanneer het kanaal dat u wilt corrigeren in
blauw is gemarkeerd, drukt u op Set
F
en
daarna op
/
Ea
om het uitgangsniveau
te verhogen of te verlagen. Voordat u zelf gaat
instellen, raden we u aan eerst de ingebouwde
testtoongenerator van de AVR te gebruiken die
automatisch een signaal naar alle kanalen stuurt
om te controleren of alle luidsprekerverbindingen
correct zijn gemaakt.
5. Schakel de testtoon in en laat deze automa-
tisch over de kanalen circuleren over de kana-
len waarvan voorheen luidsprekers zijn gecon-
figureerd (zie pagina 31). Druk nu op
/
¤
D
tot de regel Test Tone Seq in
blauw is gemarkeerd. Druk dan op Set
F
gevolgd door
/
Ea
tot AUTO wordt
aangegeven. Op dat moment start ook het
testsignaal, circuleert rechtsom door de kamer,
laat elke luidspreker twee seconden horen en
schakelt naar de volgende luidsprekerpositie.
De tekst die de actieve luidspreker aangeeft is
blauw gemarkeerd om aan te geven welke
luidspreker op dat moment hoorbaar dient te
zijn.
BELANGRIJK: omdat dit testsignaal een veel
lager niveau heeft dan normale muziek dient u
het volume, na de instelling van alle kanalen,
terug te nemen. Het juiste volume dient weer
hersteld te zijn VOORDAT u terugkeert in het
hoofdmenu en het testsignaal uitgeschakeld
wordt.
Opmerking: vergeet niet te controleren of de
luidsprekers correct zijn aangesloten. Terwijl het
testsignaal rond gaat controleert u of het geluid
ook werkelijk komt van de luidspreker die in de
display
Ò
wordt aangegeven. Zou dat bij een
luidspreker niet kloppen, schakel de AVR dan uit
met de netschakelaar
1
en controleer de
luidsprekeraansluitingen en eventuele verbindin-
gen naar externe versterkers om er zeker van te
zijn dat alle luidsprekers met de juiste kanalen
zijn verbonden.
Opmerking: wanneer uw systeem slechts over
één surround achter luidspreker beschikt en
geconfigureerd is voor 6.1 kanalen, zult u de
testtoon tweemaal van de achter luidspreker
horen, eenmaal met de aanduiding SBL en een-
maal met de aanduiding SBR. Dat is normaal en
geeft u tevens de kans de balans in te stellen
voor de mengschakeling die een 6.1 uitgangs-
signaal maakt wanneer 7.1 functies zoals
Logic 7/7.1 worden gebruikt.
36 SYSTEEMCONFIGURATIE
Systeemconfiguratie
6. Nadat u de luidsprekerposities gecontroleerd
heeft, laat u het testsignaal weer rondgaan en
luistert u of een kanaal luider klinkt dan de
andere. Met de front luidsprekers als referen-
tie drukt u op
/
Ea
op de afstands-
bediening zodra de aanduiding van de luid-
spreker die u wilt instellen in blauw wordt
gemarkeerd, om alle luidsprekers op hetzelfde
niveau te brengen. Merk op dat drukken op
/
Ea
het testsignaal op dat kanaal
zal blijven om de tijd te geven de afregeling te
maken. Laat u de toets los dan gaat de ruis na
vijf seconden weer rond. De cursor-balk u in
beeld kan ook direct naar de af te regelen
luidspreker verplaatst worden met de
/
¤
D
toetsen op de afstandsbediening.
7. Ga door met het regelen van de afzonderlijke
luidsprekers tot ze alle hetzelfde volume heb-
ben. Merk op dat de regelingen alleen
gemaakt dienen te worden met
/
Ea
op de afstandsbediening, NIET met de volu-
meregeling.
Gebruikt u een geluidsdrukmeter (SPL) voor een
exacte instelling met het testsignaal, zet de
volumeregelaar
d
dan op –15 dB en stel
het niveau voor elk kanaal zo in dat de meter
75 dB aangeeft, C-gewogen, traag. (C-weighted,
slow). Nadat de instellingen zijn gemaakt draait
u het volume weer terug.
U kunt deze instellingen van elk kanaal ook
geheel zelf maken door op
/
¤
D
te druk-
ken tot de blauwe cursor-balk de regel
Test
Tone Seq
in het menu markeert. Druk dan
op Set
F
en vervolgens kiest u met
/
Ea
MANUAL (zelf instellen). In de
MANUAL functie start het testsignaal ook
direct, maar gaat alleen naar een andere luid-
spreker door op
/
Ea
. te drukken. Wan-
neer de handinstelling actief is kan de testtoon
worden uitgeschakeld door op
/
¤
D
te
drukken tot de blauwe cursor-balk de regel
Test Tone markeert. Druk dan op Set
F
en vervolgens kiest u met
/
Ea
de mar-
kering
OFF (uit).
Wanneer u vindt dat de niveaus onaangenaam
laag of hoog liggen, kunt u de procedure herha-
len. Ga terug naar stap 2 en stel het hoofdvolu-
me iets hoger of iets lager in, passend bij uw
kamer en uw eigen voorkeur. U kunt de proce-
dure zo vaak herhalen als u wilt om het gewens-
te resultaat te bereiken. Om eventuele schade
aan uw gehoor of de apparatuur te voorkomen,
wijzen we er op dat het hoofdvolume liever niet
boven 0 dB ingesteld moet worden.
Wanneer alle kanalen hetzelfde volume hebben
is het instellen voltooid. Gebruik
/
¤
D
tot
de regel
Test Tone blauw is gemarkeerd.
Druk dan op Set
F
en vervolgens op
/
Ea
tot het woord OFF (uit) verschijnt om
het testsignaal uit te schakelen.
Denk er aan dat telkens wanneer een bepaalde
surround functie wordt gekozen, ook voor een
andere bron, deze uitgangsniveau instelling zal
worden gekozen. Toch dienen de uitgangsni-
veaus onafhankelijk voor elke surround functie te
worden ingesteld, ook voor varianten als Dolby
Pro Logic II – Movie en Dolby Pro Logic II –
Music. Het mag ingewikkeld lijken maar het is
noodzakelijk om de prestaties van de AVR 350 te
optimaliseren wanneer verschillende methoden
worden gebruikt om audiosignalen naar de ver-
schillende kanalen te sturen. De AVR neemt de
instellingen over van de ene functie naar dezelf-
de in een andere kanaalconfiguratie, zoals Dolby
Pro Logic IIx – Movie en Dolby Pro Logic II –
Movie. Desgewenst, als een korte methode om
te beginnen, kunt u de niveaus voor Dolby Pro
Logic IIx – Movie instellen en deze kopiëren voor
alle Dolby functies en alleen die invoeren voor de
luidsprekers die voor die functie nodig zijn. Later
corrigeert u de niveaus dan op het gehoor door
naar de verschillende bronnen te luisteren en
niet op het testsignaal. Zie pagina 41 voor nade-
re informatie over het afstellen van de uitgangs-
niveaus op extern bronmateriaal.
Opmerking: het uitgangsniveau van de sub-
woofer kan niet gecorrigeerd worden met behulp
van het testsignaal. Om het niveau van de sub-
woofer te corrigeren volgt u de stappen voor het
instellen van het uitgangsniveau op pagina 46.
Wanneer alle kanalen hetzelfde niveau hebben is
de afregeling gereed. Zet nu met volume
d
het niveau op ca. –40 dB, anders zal het afspeel-
niveau te hoog zijn zodra de muziek begint te
spelen. Om het menu te verlaten, drukt u op
E
tot het hoofdmenu in beeld verschijnt.
De uitgangsniveaus kunnen ook afgeregeld wor-
den door de afzonderlijke toetsen en het Semi-
OSD systeem te gebruiken. Om op deze manier
de uitgangsniveaus te regelen drukt u op test-
signaal
8
. Vanaf het moment dat u op de
toets drukt gaat het testsignaal, zoals eerder
beschreven, rond. Het juiste kanaal vanwaar u
het testsignaal wilt horen, wordt aangegeven in
het onderste derde deel van het beeld en in de
display
Ò
. Als een extra aanwijzing wordt het
juiste kanaal, terwijl het testsignaal rondgaat,
ook aangegeven door de luidspreker/kanaal
keuze
$
, door een knipperende letter in het
correcte kanaal. Draai het volume
d
hoger
tot u de ruis duidelijk kunt horen.
Om het uitgangsniveau te regelen drukt u op
/
¤
D
op de afstandsbediening tot het
gewenste niveau in de display of in beeld wordt
aangegeven. Zodra u de toetsen loslaat gaat het
testsignaal na vijf seconden opnieuw rond.
Wanneer alle kanalen hetzelfde uitgangsniveau
hebben, zet u met volume
d
het niveau op
ca. –40 dB, anders zal het afspeelniveau te hoog
zijn zodra de muziek begint te spelen. Daarna
drukt u op testsignaal
8
om de testtoon uit
te schakelen en het proces af te ronden.
BELANGRIJK: se afregeling van het uitgangs-
niveau zal niet effectief zijn voor alle ingangen,
maar alleen voor de werkelijk geselecteerde sur-
roundfuncties. Om ook effectief te zijn voor een
andere functie, kiest u die functie (met welke
ingang dan ook) en u herhaalt de boven
omschreven inregeling. Zo kunt u verschillen in
niveaus tussen luidsprekers, die per surround-
functie kunnen verschillen, compenseren, of het
niveau van bepaalde luidsprekers opzettelijk
verhogen of verlagen, e.e.a. afhankelijk van de
gekozen surroundfunctie.
Opmerking: niveau inregeling is niet beschik-
baar voor de Surround uit functie, aangezien er
geen surround luidsprekers gebruikt worden (en
er dus geen niveauverschillen kunnen optreden
tussen luidsprekers in dezelfde kamer). Maar om
niveauverschillen te compenseren tussen stereo
en andere surroundfuncties (onafhankelijk van
de gekozen ingang) kunnen de uitgangen inge-
regeld worden met de procedure voor fijnrege-
ling van de niveaus, zie pagina 46, ook voor de
Surround uit (stereo) functies.
Nadat een ingang is ingesteld voor analoge of
digitale signalen, luidsprekertypen en surround
functie, keert u terug naar de
Input knop
links in het menu en u drukt op Set
F
om de
instellingen voor elke ingang die u wilt gebruiken
te openen.
Zodra de op de vorige pagina beschreven instel-
lingen zijn gemaakt kan de AVR gebruikt wor-
den. Hoewel er nog extra instellingen gemaakt
kunnen worden, dient dit bij voorkeur te gebeu-
ren nadat u naar meerdere bronnen heeft geluis-
terd met verschillende soorten bronmateriaal.
Deze geavanceerde instellingen worden op pag.
49-51 van deze handleiding beschreven.
Bovendien kan elke instelling die u in het begin
gemaakt heeft, later gewijzigd worden.
Bij het toevoegen van nieuwe of andere bronnen
of luidsprekers, of u wilt de instelling corrigeren
naar uw eigen smaak, volgt u eenvoudig de aan-
wijzingen voor het veranderen van de parameter
als hiervoor beschreven. Denk er aan dat alle
wijzigingen op elk moment, ook bij gebruik van
afzonderlijke toetsen, in het geheugen van de
AVR worden opgeslagen, ook wanneer deze
geheel wordt uitgeschakeld, tenzij deze wordt
gereset (zie pagina 60).
Nu u klaar bent met de instelling en configuratie
van de AVR staat u op het punt het beste in
muziek en home theater weergave te beleven.
Veel plezier!
NEDERLANDS
BEDIENING 37
Bediening
Overzicht Surroundfuncties
FUNCTIE EIGENSCHAPPEN
DOLBY DIGITAL Alleen beschikbaar met digitale bronnen, Dolby Digital gecodeerd. Maximaal vijf
audiokanalen en een speciaal kanaal voor Low-Frequency Effects.
DOLBY DIGITAL EX Beschikbaar wanneer de receiver geconfigureerd is voor 6.1/7.1 kanaals weergave; Dolby Digital EX
is de nieuwste versie van Dolby Digital. Bij gebruik met films of andere programma’s met een
speciale codering, reproduceert Dolby Digital EX de speciaal gecodeerde geluidssporen zo dat
een volledig 6.1/7.1 ruimtebeeld beschikbaar komt. Staat de receiver op 6.1/7.1 gebruik en is een
Dolby Digital signaal aanwezig, dan wordt automatisch EX gekozen. Ook wanneer een specifieke
EX codering niet beschikbaar is om het extra kanaal te leveren, zorgen de speciale algoritmes
voor een 6.1/7.1 signaal.
DTS 5.1 Wanneer de luidspreker configuratie is ingesteld voor 5.1 kanaals gebruik, is de DTS 5.1 functie
beschikbaar bij het afspelen van DVD, audio muziek of laserdisc gecodeerd met DTS data.
DTS 5.1 biedt maximaal vijf gescheiden audiokanalen en een speciaal laagfrequent effect kanaal.
DTS-ES 6.1 Matrix Wanneer de luidspreker configuratie is ingesteld voor 6.1/7.1 kanaals gebruik, zal weergave van
DTS-ES 6.1 Discrete van een DTS gecodeerd programma automatisch de keus van één van de twee DTS-ES functies
activeren. Nieuwere discs met speciale discrete DTS-ES codering worden gedecodeerd naar zes
discrete, kanalen met complete bandbreedte, plus een afzonderlijk laagfrequent kanaal.
Alle andere DTS discs worden gecodeerd in de DTS-ES Matrix functie, wat een 6.1 kanaals
klankbeeld oplevert met 5.1-kanaals geluid.
Dolby Pro Logic II Dolby Pro Logic II is de nieuwste versie van de baanbrekende surround technologie van Dolby
Movie Laboratories, dat de discrete breedband links, rechts, centrum, rechts surround en links surround
Music kanalen decodeerde van matrix surround gecodeerde programma’s en conventionele stereobronnen
Dolby Pro Logic bij analoge ingangen, of een digitale ingang met PCM of Dolby Digital 2.0 opnamen. De Dolby Pro Logic
GAME II Movie functie is geoptimaliseerd voor filmgeluid opgenomen in matrix surround en levert gescheiden
centrum, links achter en rechts achter signalen, terwijl de Pro Logic II Music gebruikt wordt met muziek-
programma’s die zijn opgenomen in matrix surround of zelfs in gewoon stereo, met gescheiden links en
rechts signalen in alle gevallen. De Pro Logic II functie biedt indrukwekkende vijfkanaals weergave van
conventionele stereo opnamen. Game biedt speciale effecten die naar de surround kanalen worden
gestuurd terwijl de volle impact wordt bereikt met de subwoofer, zodat de speler geheel wordt opgeno-
men in de sfeer van het videospelletje.
DOLBY PRO LOGIC IIx Dolby Pro Logic IIx is de nieuwste uitbreiding van de Dolby Pro Logic technologie en creëert een
MUSIC 6.1 en 7.1 ruimtebeeld uit een matrix surround of tweekanalen stereobron in systemen die zijn
MOVIE geconfigureerd voor surround achter luidsprekers. Movie (film), Muziek (muziek) en Game (spel)
GAME (spel) versies van Pro Logic IIx zijn beschikbaar. Game biedt speciale effecten die naar de surround kanalen
worden gestuurd terwijl de volle impact wordt bereikt met de subwoofer, zodat de speler geheel wordt
opgenomen in de sfeer van het videospelletje.
Logic 7 Cinema Exclusief voor Harman Kardon AV receivers is Logic 7 een moderne functie die maximale surround
Logic Musi informatie uit surround gecodeerde programma’s of conventioneel stereo materiaal haalt. Afhankelijk
Logic 7 Enhance van het aantal luidsprekers dat u gebruikt en de keus die is gemaakt in het
SURROUND SELECT
menu zijn de 5.1 versies van de Logic 7 functies beschikbaar wanneer de 5.1 optie is gekozen, terwijl de
7.1 versies van Logic 7 een volledig rondom klankbeeld geeft, inclusief achter surround luidsprekers
wanneer de 6.1/7.1 optie is gekozen. De Logic 7 C (Cinema) functie wordt gekozen voor elke bron die
Dolby Surround of identieke matrix codering bevat. Logic 7 C biedt een betere verstaanbaarheid in het
centrum kanaal en een betere plaatsing van geluiden bij bewegingen die daardoor veel realistischer
zijn dan bij voorgaande technieken. De Logic 7 M of Music functie wordt gebruikt bij analoge of PCM
stereo bronnen. Logic 7 M verbetert het effect door een breder front te bieden en meer ambiance achter.
Beide Logic 7 functies sturen tevens laagfrequent informatie naar de subwoofer (indien geïnstalleerd en
geconfigureerd) voor optimale impact van de bas. De Logic 7 E (Enhanced) functie is een uitbreiding
van de Logic 7 functies die primair gebruikt worden bij muziekprogramma’s en is alleen beschikbaar
met de 5.1 surround optie. Logic 7 E voegt extra laag effect in het gebied van 40 Hz tot 120 Hz toe aan
de front en surround luidsprekers en daarmee een minder sterk gelokaliseerd toneel dat breder en
dieper lijkt dan wanneer de subwoofer de enige bron van dat laag is.
38 BEDIENING
Bediening
Overzicht Surroundfuncties
FUNCTIE EIGENSCHAPPEN
DTS Neo:6 Cinema Deze beide functies zijn beschikbaar wanneer een analoge bron wordt gebruikt voor het creëren
DTS Neo:6 Music van een zeskanaals surround weergave van conventionele matrix gecodeerde en traditionele
stereobronnen. Kies de Cinema versie van Neo:6 wanneer een programma met analoge matrix
surround codering wordt afgespeeld. Kies de Music versie van Neo:6 voor optimale processing van
niet-gecodeerd tweekanaals stereoprogramma’s.
Bij het kiezen van een DTS Neo:6 Cinema functie, kunnen 3-, 5- of 6-kanalen configuraties beschikbaar
zijn, afhankelijk van het aantal luidsprekers in het systeem. Gebruik de 3-kanalen functie wanneer alleen
een front links en rechts en een center luidspreker ter beschikking staan; surround kanalen informatie
wordt dan ook naar die luidsprekers gemengd. De 6-kanalen functie is alleen beschikbaar wanneer u de
surround achter luidsprekers als actief heeft geconfigureerd.
DTS 96/24 DTS 96/24 is een hoge resolutie formaat dat gebruik maakt van een 96 kHz sampling frequentie en een
bit-rate van 24 bits en daarmee meer informatie geeft dat de harmonischen van het bronmateriaal versterkt.
De AVR signaleert en decodeert DTS 96/24 materiaal automatisch en geeft het weer zoals door de artiest bedoeld.
Dolby 3 Stereo Gebruikt de informatie van een surround of tweekanalen stereo programma voor het creëren van center
kanaal informatie. Daarnaast wordt de informatie die normaal gesproken naar de surround achter
luidsprekers gaat, nu gemengd met de front links en front rechts kanalen voor extra realistische weergave.
Gebruik deze functie wanneer u wel een center luidspreker, maar geen surround luidsprekers heeft.
Dolby Virtual Speaker Dolby Virtual Speaker technologie maakt gebruik van de nieuwe generatie algoritmes die de
Referentie dynamiek en surround sound effecten van een exact 5.1 kanaals luidsprekersysteem weer te geven via
Breed alleen de front links en rechts luidsprekers. In de Referentie Functie wordt de schijnbare breedte van het
frontbeeld bepaald door de afstand tussen de twee luidsprekers. De functie Breed geeft een nog breder
frontbeeld wanneer de beide luidsprekers wat te dicht bij elkaar staan.
THEATER De Theater functie creëert een 5.1 of 6.1 klankbeeld de akoestiek suggereert van een standaard live uitvoering in de zaal,
met stereo en zelfs gewone mono bronnen.
HALL 1 en HALL 2 De beide Hall (zaal) functies creëren 5.1 of 6.1 klankbeelden die een kleine (Hall 1) of een medium (Hall 2) zaal
suggereren, met stereo en zelfs gewone mono bronnen.
5-Kanaals Stereo Deze functie maakt gebruik van de multi-luidspreker opstelling en plaatst het stereosignaal
7-Kanaals Stereo zowel voor als achter in de kamer. Afhankelijk van de configuratie van de AVR op 5.1 of 6.1/7.1 gebruik,
is altijd één functie beschikbaar, niet beide. Ideaal voor het afspelen van muziek b.v. op een feestje, met
identieke signalen op front en achter links en op front en achter rechts. De centrum luidspreker krijgt een
monosignaal van in fase materiaal van links en rechts
Surround Uit (stereo) Deze functies schakelen alle surround processing uit en zorgen voor zuivere links rechts
Surround Uit (passeren) weergave van tweekanaals stereo materiaal. De Surround Uit (Bypass) worden alleen gebruikt
DSP Surround Uit met analoge bronnen en vrijwaart het signaal van elke beïnvloeding op de weg naar de luidspreker
en subwoofer uitgangen door alle digitale processing over te slaan. Digitale Bas Management is in
Surround Uit niet beschikbaar. De DSP Surround Uit functie kan met elke analoge of digitale
functie gebruikt worden, daar het signaal digitale bas management ondergaat om de verdeling
van de lage frequenties tussen de hoofdluidsprekers en een subwoofer te optimaliseren.
Dolby Headphone Dankzij Dolby Headphone kan met een normale hoofdtelefoon het geluid van vijfkanalen surround
DH weergave worden nagebootst.
NEDERLANDS
BEDIENING 39
Bediening
Basisbediening
Nadat u de installatie en de configuratie van de
AVR heeft voltooid, kan het apparaat in gebruik
worden genomen en kunt u ervan gaan genieten.
Voor optimaal plezier van uw nieuwe receiver
gaat u als volgt te werk:
Inschakelen van de AVR
Wanneer u de AVR voor het eerst in gebruik
neemt drukt u op de netschakelaar
1
op het
frontpaneel om het apparaat in te schakelen. Het
apparaat komt dan in de standby positie, als aan-
gegeven door de blauwe kleur van de lichtnet-
indicatie
3
. Vanuit de standby positie kan het
apparaat worden ingeschakeld door op standby
2
of op ingangskeuze
%
op het frontpaneel
te drukken, of op AVR keuze
5
. Merk op dat
de Lichtnetindicatie
3
wit oplicht. Het appa-
raat schakelt nu in op de laatst gebruikte bron.
Het apparaat kan ook ingeschakeld worden door
op één van de ingangskeuze
4567
CDI of ingangskeuze
%
op de voorzij-
de.
Opmerking: na op ingangskeuze
4
(uitge-
zonderd VID3) gedrukt te hebben, drukt u op
AVR keuze
5
om de afstandsbediening de
AVR functie te laten besturen.
Om het apparaat uit te schakelen aan het einde
van een luistersessie drukt u eenvoudig op
standby
2
op het frontpaneel of op uitscha-
kelen
3
A op de afstandsbediening. De voe-
ding naar een apparaat dat op de geschakelde
lichtnetuitgang
G
op de achterzijde is aange-
sloten, zal spanningsloos worden en de lichtnet-
indicatie
3
wordt oranje. Als de afstandsbe-
diening gebruikt wordt om het apparaat uit te
schakelen, gaat het systeem eigenlijk in standby,
als wordt aangegeven door de oranje kleur van
de lichtnetindicatie
3
.
Bent u gedurende langere tijd afwezig, dan is het
verstandig om het apparaat helemaal uit te
zetten met de netschakelaar
1
.
Opmerking: alle voorkeurposities in het geheu-
gen kunnen verloren gaan wanneer het apparaat
langer dan twee weken spanningloos blijft of de
netschakelaar
1
uit staat.
Gebruik sluimerfunctie
• Om de AVR te programmeren voor auto-
matische uitschakeling, drukt u op sluimer-
functie
9
op de afstandsbediening. Telkens
wanneer op deze toets wordt gedrukt wordt de
tijd tot het uitschakelen verkorten in de
volgende reeks:
de sluimerfunctie wordt aangegeven onder
display
Ò
en telt terug tot de tijd verstreken is.
Wanneer de ingestelde sluimertijd is verstreken
wordt het apparaat automatisch uitgeschakeld
(standby). Denk er aan dat de helderheid van de
display wordt gehalveerd zodra een sluimertijd is
geprogrammeerd. Om de sluimerfunctie te laten
vervallen drukt u op sluimerfunctie
9
en u
houdt deze vast tot de display naar de normale
helderheid terugkeert en de indicatie
SLEEP
OFF
in de display
Ò
verschijnt.
Ingangskeuze
Voor directe toegang tot elke bron drukt u op
ingangskeuze
467e
CDI op
de afstandsbediening. Daar de AVR 350 aanslui-
tingen voor meer ingangen heeft dan er toetsen
op de afstandsbediening zitten, zitten er soms
meerdere op een toets. Dat zijn de DVD en CD
bronnen, de Tape en The Bridge bronnen en de
HDMI 1 en HDMI 2 bronnen. De eerste keer dat u
op een van de drie Bronkeuze toetsen drukt, kiest
u de bron die op de toets staat aangegeven, b.v.
DVD, Tape of HDMI 1. Nogmaals indrukken om
de bron te kiezen die boven de toets staat aange-
geven (b.v. CD, The Bridge of HDMI 2). Daarbij
licht de LED op de afstandsbediening groen op
als teken dat de bron is gekozen die in groen
boven de toets staat. Elke volgende keer dat u de
toets indrukt schakelt u tussen de beide bronnen.
Opmerking: na op ingangskeuze
4
gedrukt
te hebben, drukt u op AVR keuze
5
om de
afstandsbediening de AVR functie te laten bestu-
ren.
• De bron kan ook gewijzigd worden door op
ingangskeuze
%
op het frontpaneel te
drukken. Telkens wanneer u de toets indrukt zal
de volgende bron in de reeks beschikbare
bronnen gekozen worden.
• De Video 4 ingangen
Ô
, Optisch Digitale
Ingang 4
*
, of de Coax Digitale Ingang 4
Ó
op de voorzijde kunnen gebruikt worden om
tijdelijk een videospelletje of een camcorder op
het entertainment systeem aan te sluiten.
Wanneer er een andere bron wordt gekozen, zal
de naam van deze bron tijdelijk onderin beeld ver-
schijnen. De naam verschijnt ook in de display
Ò
, en een blauwe LED licht op naast de naam
van de bron bij de ingangsindicatie
.
Wanneer Digital Media Player (DMP)
als bron is gekozen en een geschikte Apple iPod
is geplaatst in de extra leverbare Harman Kardon
die is verbonden met DMP
8
op de achterzijde, verschijnen aanwijzingen in
beeld op een monitor die is verbonden met
Video Monitor Uitgang
B
van de AVR en kan
de afstandsbediening worden gebruikt om de
iPod te navigeren en toegang te krijgen tot de
vele functies. De aanwijzingen verschijnen ook in
de display op de voorzijde en de accu van de iPod
kan worden opgeladen. Zie de handleiding van
de en de iPod voor nadere informatie.
Video Ingangskeuze
Wanneer een bron is gekozen, schakelt de AVR
als volgt naar een video-ingang:
De
Video In regel van het Ingang Setup
Menu geeft aan welke van de component video
ingangen op de AVR aan welke bron is toe-
gewezen. Standaard is de Component Video 1
ingang toegewezen aan de DVD bron, de Com-
ponent Video 2 ingang aan de Video 1 bron en de
Component Video 3 ingang aan de Video 2 bron.
De beide HDMI ingangen krijgen het videosignaal
van hun eigen ingangen en kunnen niet worden
toegewezen aan een andere video-ingang.
Wanneer uw iPod geschikt is voor het weergeven
van stilstaande beelden en video’s, kan deze ook
als videobron worden gebruikt. Ook kunt u de
video-ingang voor The Bridge toewijzen aan een
ander apparaat om daar naar te kijken terwijl u
luistert naar audiobestanden opgeslagen op de
iPod.
Alle andere bronnen staan standaard op Com-
posiet wat wil zeggen dat ze uitsluitend gebruikt
kunnen worden met de composiet of S-video
ingangen. De AVR zet de binnenkomende
composiet of S-video signalen om en deze zijn
beschikbaar via de HDMI of component video-
monitor uitgangen, zodat één enkele kabel naar
uw televisie volstaat.
De component video-ingangen kunnen
desgewenst worden toegewezen aan andere
bronnen, afhankelijk van het type verbindingen
dat u heeft gemaakt tijdens de Installatie.
Zodra een signaal aanwezig is op de component
video-ingang die is toegewezen aan die bron,
dan zal deze worden gekozen.
Is geen signaal aanwezig op de component
video-ingang, dan wordt de S-video of composiet
video-ingang voor die bron gekozen. Het is niet
mogelijk de S-video of composiet video-ingangen
toe te wijzen aan andere bronnen.
Bij pure audiobronnen, zoals de tuner- of CD-
ingang waarbij geen component videosignaal
aanwezig is, wordt de laatst gebruikte videobron
gekozen.
40 BEDIENING
Bediening
6-Kanaals/8-kanaals Directe
Ingang
Er zijn 2 ingangskeuzes beschikbaar voor gebruik
met bronnen als een DVD-Audio of SACD speler,
aangesloten op de 8-kanaals Directe Ingang
9
. Kies een geschikte ingang overeenkomstig de
opzet in instelling van uw bronnen:
De
6 CH DIRECT ingang wordt gebruikt
wanneer de Surround Achter Links en Rechts
ingangen NIET gebruikt worden en de bron een
eigen intern bass management bezit. Van deze
ingang gaat het signaal direct naar de volumere-
gelaar zonder enige analoge of digitale omzet-
ting en de niet-gebruikte ingangen worden uitge-
schakeld zodat er geen ongewenste stoorsigna-
len in het systeem kunnen doordringen.
De
8 CH DIRECT INPUT wordt gebruikt
wanneer op alle 8-Kanaals Directe Ingangen
9
en de bron een eigen intern bass manage-
ment bezit. Van deze ingang gaat het signaal
direct naar de volumeregelaar zonder enige ana-
loge of digitale omzetting en de niet-gebruikte
ingangen worden uitgeschakeld zodat er geen
ongewenste stoorsignalen in het systeem kunnen
doordringen.
Denk er aan dat wanneer de 6-Kanaals of
8-Kanaals Directe ingang wordt gebruikt, geen
surround functie kan worden gekozen daar de
externe processor dan de functie bepaalt.
Bovendien verschijnt er geen signaal op de opna-
me uitgangen en geen laagprocessing wanneer
de 6-Kanaals of 8-Kanaals Directe ingang wordt
gebruikt en de klankregeling en balans werken
niet.
Instellingen en Gebruik
Hoofdtelefoon
• Stel het volume naar wens in met volume
ı
op het frontpaneel of volume hoger/lager
d
F op de afstandsbediening.
• Om alle luidsprekers tijdelijk uit te schakelen
druk u op de toets muting
c
G. Dit zal het
signaal naar alle luidsprekers en de hoofd-
telefoon onderbreken, maar heeft geen invloed
op een lopende opname of kopiëren. Is het geluid
van het systeem uitgeschakeld, dan knippert
MUTE in de Display
Ò
. Druk nogmaals op
Mute
c
G om naar normaal gebruik terug te
keren.
• Om een ‘rechte’ frequentiekarakteristiek te
krijgen en de klankregeling en de balans van de
AVR uit te schakelen drukt u op klankregeling
in/uit
8
zodat de indicatie Tone Off tijde-
lijk in de display
Ò
verschijnt. Om de regeling
weer in te schakelen drukt u nogmaals op klank-
regeling in/uit
8
zodat Tone In tijdelijk in
de display
Ò
verschijnt.
• Om alleen te luisteren sluit u een hoofdtelefoon
met 6,3 mm stereo jackplug aan op de hoofd-
telefoonuitgang
4
op het frontpaneel. Merk
op dat wanneer de plug van de hoofdtelefoon
wordt aangesloten, het woord
DOLBY H:BP
kort door de display
Ò
loopt en dat alle luid-
sprekers uitgeschakeld worden. Wanneer de plug
wordt uitgetrokken zullen de luidsprekers weer
ingeschakeld worden.
Wanneer de hoofdtelefoon in gebruik is, kunt u
de Dolby Headphone functie gebruiken wat meer-
ruimte geeft aan het luisteren met hoofdtelefoon.
Druk op Dolby Functie
M
of op Surround
Funtiegroep
5
om te kiezen uit de drie Dolby
Headphone functies.
Keuze Surround Functies
Eén van de belangrijkste eigenschappen van de
AVR 350 is de mogelijkheid een volledig meerka-
naals surround klankbeeld weer te geven van
digitale bronnen, analoge matrix gecodeerde
programma’s en standaard stereo en zelfs mono
programma’s.
De keus van een surround functie is een persoon-
lijke zaak, net als het type programmamateriaal
dat wordt gekozen. Zo dienen CD’s, films en TV-
programma’s die het logo van een van de belang-
rijke surround processen dragen, Dolby Surround
bijvoorbeeld, afgespeeld te worden in de Dolby
Pro Logic II en IIx Movie (bij films) of Music (met
muziek) surround functie, met een DTS Neo:6
functie of met de exclusieve Harman Kardon
Logic 7 Movie functie, om een volledige 5.1
kanaals weergave, of zelfs (met Logic 7 en DTS
NEO:6) 7.1 kanaals surround weergave van sur-
round gecodeerde programma’s, met een stereo
links en rechts achter signaal, precies zoals het
was opgenomen. Zo zal geluid dat links achter
was opgenomen ook alleen daar gehoord wor-
den. Nadere details op pagina 37-38.
Denk er aan dat Dolby Digital 2.0 signalen (bijv.
‘D.D. 2.0’ nummers op DVD) die gecodeerd zijn
met Dolby Pro Logic informatie en binnenkomen
via een digitale ingang automatisch in Dolby Pro
Logic II Movie worden afgespeeld (als aanvulling
op de Dolby Digital functie) en in 5.1 kanaals sur-
round worden weergegeven (zie ook Dolby
Digital op pagina 37).
Voor een breed en omringend geluid en duidelij-
ke bewegingen met analoge stereo opnamen
kiest u Dolby Pro Logic II Music of Emulation
functie of het exclusieve Harman Kardon Logic 7
Music voor een dramatische verbetering ver-
geleken met Dolby Pro Logic (I) van voorheen.
Opmerking: wanneer een programma is
gecodeerd met matrix surround informatie blijft
deze informatie behouden zolang het programma
in stereo wordt uitgezonden. Kortom, films met
surround geluid kunnen op elke analoge wijze
worden gedecodeerd: Pro Logic II en IIx Cinema,
Logic 7 Cinema of DTS Neo:6 Cinema wanneer
ze via conventionele TV-zenders, kabel of betaal-
TV of satelliet worden uitzonden. Bovendien wor-
den er steeds meer TV-programma’s, sportuitzen-
dingen, hoorspelen en muziek-CD’s opgenomen
met surround geluid. U kunt een overzicht van
deze programma’s bekijken op het web van Dolby
Laboratories: www.dolby.com.
Zelfs wanneer een programma niet genoteerd
staat als met internationale surround informatie
kan het zijn dat de Dolby Pro Logic II en IIx
Music, DTS NEO:6 Music of Logic 7 Music of
Enhanced functie uitstekende surround weergave
biedt, door gebruik te maken van de natuurlijke
surround informatie die in alle stereo-opnamen
aanwezig is.
Probeer daarom bij stereoprogramma’s zonder
surround informatie de Theater, Hall en 5/7
kanaals stereo functies (vooral effectief met oude-
re 'extreme' stereo opnamen) en met monopro-
gramma’s raden we aan de Theater of Hall func-
ties te proberen. Wanneer u uitsluitend de beide
front luidsprekers gebruikt, kies dan één van de
Dolby Virtual Speaker surround functies zodat een
virtueel driedimensionale weergave ontstaat met
slechts twee luidsprekers.
Surround functies kunnen zowel op de voorzijde
als op de afstandsbediening worden gekozen.
Om via het frontpaneel een nieuwe surround
functie te kiezen, drukt u eerst op Surround
Functiegroep
5
tot de gewenste hoofdgroep
zoals Dolby, DTS of Logic 7 is gekozen. Druk dan
op Surround functie
9
om de specifieke
individuele surround functie te kiezen.
Om via de afstandsbediening een surround func-
tie te kiezen kiest u eerst de functiegroep waarin
zich de gewenste functie bevindt: Dolby
M
,
DTS Surround
N
, DTS Neo:6
T
, Logic 7
O
, Stereo
S
of DSP Surround
A
.
De eerste keer dat de toets wordt ingedrukt, ver-
schijnt de functie van die groep die actief is, dan
wel de eerste beschikbare functie wanneer een
andere actief is. Om door de verschillende func-
ties in de groep te schakelen drukt u nogmaals
tot de gewenste functie in de display
Ò
en in-
beeld verschijnt.
NEDERLANDS
BEDIENING 41
Bediening
Om een DSP functie te kiezen (Hall 1, Hall 2,
Theater) drukt u herhaaldelijk op Surround
Functie
A
om de beschikbare functies te
doorlopen.
Wanneer de geluidsfunctie verandert zal een
blauwe LED oplichten naast de gekozen functie
bij de Surround Functie
(
in de display.
Bovendien zal de AVR bij aanwezigheid van een
digitale bron automatisch naar de juiste functie
(Dolby Digital of DTS) overschakelen, e.e.a. onaf-
hankelijk van de tevoren gekozen functie. Meer
informatie over het kiezen van digitale bronnen
in het volgende hoofdstuk van deze handleiding.
Wanneer de 6-kanaals/8-kanaals directe ingan-
gen in gebruik zijn, is er geen surround proces-
sing, daar deze ingangen de analoge signalen
gebruiken van een extra, externe DVD-Audio of
SACD-speler, dan wel een ander apparaat, die
regelrecht naar de volumeregelaar gaan.
Om naar een programma te luisteren in traditio-
neel tweekanaals stereo met alleen de front luid-
sprekers links en rechts (en de subwoofer indien
geïnstalleerd en geconfigureerd), tot
SURR
OFF
in de display
Ò
verschijnt.
Digitale Audio Weergave
Digitale audio is een belangrijke stap voorwaarts
ten opzichte van het oude analoge surround sys-
teem zoals Dolby Pro Logic. Het levert vijf, zes of
zeven discrete kanalen: links front, centrum,
rechts front, links surround en rechts surround en
bij DTS (zie verderop) zelfs surround achter (met
links en rechts).
Elk kanaal reproduceert het volledige frequentie-
bereik (20 Hz tot 20 kHz) en bezit een aanzienlijk
groter dynamisch bereik en ruimere signaal/ruis-
afstand. Bovendien hebben digitale systemen de
mogelijkheid een extra kanaal te leveren dat spe-
ciaal bedoeld is voor lage frequenties. Dit is het
‘.1’ kanaal waarnaar wordt verwezen wanneer u
deze systemen beschreven ziet als “5.1, “6.1” or
“7.1” bijvoorbeeld. Het baskanaal is gescheiden
van de andere kanalen, maar aangezien de band-
breedte opzettelijk beperkt is, hebben technici er
die specifieke benaming aan gegeven.
Dolby Digital
Dolby Digital (aanvankelijk bekend als AC-3
®
) is
een standaard onderdeel van DVD, en beschik-
baar op speciaal gecodeerde laserdiscs en satel-
lietuitzendingen. Het maakt deel uit van het nieu-
we high-definition televisie (HDTV) systeem.
Merk op dat er een extra, externe RF demodula-
tor nodig is om de AVR te gebruiken met de
Dolby Digital soundtracks op laserdiscs. Sluit de
RF uitgang van de LD-speler aan op de demodu-
lator en sluit vervolgens de digitale uitgang van
de demodulator aan op de optische of coax
ingangen
RN
van de AVR.
Voor DVD-spelers en DTS-gecodeerde laserdiscs
is geen demodulator nodig.
DTS
DTS is een ander digitaal audio systeem dat 5.1,
6.1 or 7.1 audio kan leveren. Hoewel zowel DTS
als Dolby Digital digitaal zijn, maken ze gebruik
van andere methoden om de signalen te coderen
en hebben daarom andere decoders nodig om de
digitale signalen weer naar analoog om te zetten.
DTS-gecodeerde soundtracks zijn op bepaalde
DVD’s en LD’s beschikbaar, en op speciale alleen
voor audio bestemde DTS CD’s. U kunt elke LD,
DVD of CD-speler voorzien van een digitale uit-
gang gebruiken om DTS-gecodeerde speciale
audio-CD’s met de AVR af te spelen, maar DTS-
LD’s en DTS-DVD’s kunnen alleen op resp. LD-
spelers en op DVD-spelers worden afgespeeld. U
hoeft zulke spelers slechts aan te sluiten op de
optische of coax ingangen
RN
van de
AVR.
Om DVD’s die DTS zijn gecodeerd te beluisteren
dient de DVD-speler compatibel zijn met het DTS-
signaal, wat wordt aangegeven met het DTS-logo
op het voorpaneel van de speler. Merk op dat
sommige vroegere DVD-spelers misschien niet in
staat zijn om DTS-gecodeerde DVD’s af te spelen.
Dit wijst niet op een probleem met de AVR, want
sommige spelers kunnen het DTS-signaal niet door-
geven via de digitale uitgangen. Indien u eraan twij-
felt of uw DVD-speler DTS DVD’s kan afspelen,
raadpleeg dan de gebruiksaanwijzing van de speler.
Denk er aan dat sommige DVD-spelers geleverd
worden, ingesteld op uitsluitend Dolby Digital
voor de digitale uitgang. Om ervoor te zorgen dat
ook DTS signalen naar de AVR gaan, dient u het
menusysteem van de DVD-speler te controleren.
PCM Audio afspelen
PCM (Puls Code Modulation) is een niet-gecom-
primeerd digitaal audiosysteem dat gebruikt
wordt voor compact discs, niet-Dolby Digital/DTS
Laserdiscs en sommige speciaal PCM gecodeerde
DVD’s. De digitale schakelingen in de AVR kun-
nen digitaal-naar-analoog omzetten in hoge kwa-
liteit en kunnen rechtstreeks worden verbonden
met de digitale audio-uitgang van uw CD- of LD-
speler. (LD alleen voor PCM- of DTS-programma’s,
voor Dolby Digital discs is een RF-adapter nodig,
zie pagina ‘Dolby Digital’).
Verbinden met de optische of coax ingangen
RN
op de achterzijde, of op de digitale
ingangen
op de voorzijde.
Om naar een PCM digitale bron te luisteren moet
eerst de ingang voor de gewenste bron worden
geselecteerd (b.v. CD) om het videosignaal
(indien aanwezig) naar de TV monitor te leiden
en een analoog audiosignaal te leveren voor
opname. Druk vervolgens op de digitale
ingangskeuze
Û
G
en gebruik vervolgens de
/
¤
D
op de afstandsbediening of instellen
7
op het frontpaneel, tot de gewenste keuze
OPTICAL of COAX in de display
Ò
verschijnt. Druk op instellen
@
F
om de
gewenste keuze in te voeren.
Tijdens het afspelen van PCM kunt u elke sur-
round functie kiezen, uitgezonderd Dolby Digital
of DTS.
Digitale bron kiezen
Om een digitale functie te gebruiken dient een
digitale bron correct op de AVR te zijn aangeslo-
ten. Sluit de digitale uitgangen van de DVD-spe-
lers, HDTV-ontvangers, satellietsystemen en CD-
spelers aan op de optische of coax ingangen
RN
op de achterzijde of de voorzijde
aan. Om ook analoog te kunnen opnemen, die-
nen de analoge uitgangen van de digitale bron te
worden verbonden met de juiste ingangen op de
achterzijde van de AVR (voorbeeld: sluit de analo-
ge stereo uitgang van een DVD-speler aan op de
DVD-ingang
5
op de achterzijde als u de digi-
tale uitgangen van de bron aansluit).
Om een digitale bron als DVD te kiezen, kiest u
eerst met de afstandsbediening of op het front de
ingang met ingangskeuze
4
%
als eerder
uitgelegd om het videosignaal (indien aanwezig)
naar de TV monitor te sturen en het analoge
audiosignaal voor opname beschikbaar te heb-
ben. Wanneer het digitale signaal dat is toegewe-
zen aan de gekozen ingang (b.v. ‘DVD’) niet auto-
matisch wordt gekozen (door eerder gemaakte
instellingen tijdens het configureren, zie pagina
21) kiest u de digitale bron door op digitale
ingangskeuze
G
Û
te drukken en
/
¤
D
op de afstandsbediening of de insteltoetsen
7
op de voorzijde om de OPTICAL of COAXIAL
ingangen te kiezen, zoals deze in de display
Ò
of de in-beeld display verschijnen.
42 BEDIENING
Bediening
Speelt een digitale bron, Speelt een digitale bron,
dan zal de AVR automatisch signaleren of een
meerkanaals Dolby Digital dan wel een DTS of
conventioneel PCM signaal wordt toegevoerd,
wat de standaard is bij CD-spelers.
Denk er aan dat een digitale ingang (b.v. coax)
verbonden blijft met de analoge ingang (b.v.
DVD) zodra het is gesignaleerd, zodat het digitale
signaal niet opnieuw gekozen hoeft te worden
telkens wanneer een bepaalde ingang, bijvoor-
beeld DVD, wordt gekozen.
Digital Bitstream Indicatie
Wanneer een digitale bron speelt, signaleert de
AVR het type bitstream data dat aanwezig is.
Gebruik makend van deze informatie wordt de
juiste surroundfunctie automatisch gekozen.Voor-
beeld: DTS bitstreams laten het apparaat naar de
DTS decoder omschakelen, en Dolby Digital bit-
streams zorgt voor omschakeling op de Dolby
Digital decoder. Signaleert het apparaat PCM data
van CD’s en LD’s en sommige muziek DVD’s of
bepaalde nummers op normale DVD’s, dan kan de
juiste surroundfunctie met de hand worden geko-
zen. Daar de beschikbare surroundfuncties worden
bepaald van het type digitale data, maakt de
AVR gebruik van een aantal indicaties waaraan u
kunt zien om wat voor signaal het gaat. Dit verhel-
dert de keuze van functies en ingangen afhankelijk
van het materiaal op de disc.
Bij het afspelen van een digitale bron geeft de
AVR aan om welk type bitstream het gaat. Deze
aanwijzingen verschijnen kort nadat een ingang
of surround functie is veranderd en blijft ca. vijf
seconden in de display
Ò
staan waarna de
gebruikelijke surround functie weer verschijnt.
Surround Functies
Voor Dolby Digital en DTS bronnen verschijnt een
driecijferige indicatie met het aantal kanalen in
het signaal. Voorbeeld van de indicatie is 3/2/.1.
Het eerste cijfer geeft aan hoeveel discrete front
kanalen aanwezig zijn.
• Een 3 geeft aan dat er gescheiden front links,
centrum en rechts signalen beschikbaar zijn. Dit
wordt aangegeven bij Dolby Digital 5.1 en DTS
5.1 programma’s.
• Een 2 geeft aan dat er gescheiden front links
en rechts signalen aanwezig zijn, maar geen
discreet centrum kanaal. Dit wordt aangegeven
voor Dolby Digital bitstream met stereo pro-
grammamateriaal.
• Een 1 geeft aan dat er alleen een monosignaal
in het Dolby Digital bitstream aanwezig is.
Het middelste cijfer geeft aan hoeveel discrete
surround signalen aanwezig zijn.
• Een 2 geeft aan dat gescheiden surround links
en rechts beschikbaar zijn. Wordt aangegeven
voor Dolby Digital 5.1 en DTS 5.1 programma’s.
• Een 1 geeft aan dat slechts één enkel surround
kanaal gecodeerd is. Dit verschijnt bij Dolby
Digital bitstream met matrix codering.
• Een 0 geeft aan dat er geen surround informa-
tie aanwezig is. Dit verschijnt bij tweekanaals
stereoprogramma’s.
Het laatste cijfer geeft aan of er een discreet Low
Frequency Effect (LFE) kanaal aanwezig is. Dit is
de “.1” in de algemeen gebruikte afkorting
“5.1” en is een speciaal kanaal dat alleen maar
laag bevat.
• Een 1 geeft aan dat een LFE kanaal aanwezig
is. Verschijnt bij Dolby Digital 5.1 en DTS 5.1
programma’s indien aanwezig.
• Een 0 geeft aan dat er geen LFE kanaal
beschikbaar is. Ook al is er echter geen LFE
kanaal, toch zal er laagfrequent materiaal in de
subwoofer aanwezig zijn wanneer de luidspre-
ker configuratie is ingesteld op de aanwezig-
heid van een subwoofer.
• De informatie rechts naast de display geeft aan
of het digitale signaal een speciale code bevat
waarmee automatisch de juiste 6.1 of 7.1 func-
tie wordt geactiveerd. Dat wordt aangegeven
als EX-ON of EX-OFF voor Dolby Digital en als
ES-ON of ES-OFF voor DTS bitstreams.
De aanwijzing
UNLOCK kan verschijnen in de
onderste regel van de display
Ò
. Dat geeft aan
dat de digitale datastroom onderbroken of niet
langer beschikbaar is. Wanneer dat gebeurt heeft
de digitale processor van het apparaat geen sig-
naal waarop kan worden ‘gelocked’ en is daar-
mee ontkoppeld. Deze aanwijzing kan verschij-
nen wanneer een DVD wordt gestart totdat de
digitale bitstream op gang komt en de processor
kan bepalen welke functie moet worden geko-
zen; of op elk moment dat de datastroom weg-
valt of wordt onderbroken, zoals bij het bekijken
van menu’s bij sommige discs, of wanneer de
speler schakelt tussen de verschillende delen van
een disc. Ook kan de aanwijzing verschijnen
wanneer een satellietontvanger, een set-top box
of HDTV-tuner wordt gebruikt en het audiosig-
naal tijdelijk wordt onderbroken wanneer een
ander kanaal wordt gekozen of wanneer de
kabelbox schakelt van een kanaal met digitale
datastroom naar een met alleen analoge audio.
De
UNLOCK aanwijzing is normaal en duidt
niet op een probleem met uw receiver. Het vertelt
u slechts dat de inkomende datastroom om een
aantal mogelijke redenen onderbroken of niet
aanwezig is.
Wanneer Dolby Digital 3/2/.1 of DTS 3/2/.1 sig-
nalen worden afgespeeld schakelt de AVR auto-
matisch naar de juiste surround functie en kan
geen andere bewerking worden gekozen.
Wanneer een Dolby Digital signaal met 3/1/0 of
2/0/0 signaal binnenkomt kunt u elke gewenste
Dolby surround functie kiezen.
Voor inkomende Dolby Digital signalen zijn de volgende functies beschikbaar:
Inkomende Bitstream Beschikbare Surround Functies
Dolby Digital 1/0/.0 of 1/0/.1 Dolby Digital, Dolby Digital Stereo, Dolby Virtual Speaker Reference (2 luidsprekers), Dolby Virtual Speaker Wide
(2 luidsprekers)
Dolby Digital 2/0/.0 of 2/0/.1 Dolby Pro Logic II (Movie, Music of Game), Dolby Pro Logic, Dolby Digital, Dolby Virtual Speaker Reference (2 of 3
luidsprekers), Dolby Virtual Speaker Wide (2, 3, 4 of 5 luidsprekers), Dolby Pro Logic IIx (Movie, Music of Game)
Dolby Digital 3/0/.0 of 3/0/.1 Dolby Digital, Dolby Digital Stereo, Dolby Virtual Speaker Reference (2 of 3 luidsprekers), Dolby Virtual Speaker Wide
(2 of 3 luidsprekers)
Dolby Digital 2/01.0 of 2/1/.1 Dolby Digital, Dolby Digital Stereo, Dolby Virtual Speaker Reference (2 of 3 luidsprekers), Dolby Virtual Speaker Wide
(2, 3, 4 of 5 luidsprekers)
Dolby Digital 2/2/.0 of 2/2/.1 Dolby Digital, Dolby Digital Stereo, Dolby Virtual Speaker Reference (2 luidsprekers), Dolby Virtual Speaker Wide
(2 of 4 luidsprekers), Dolby Digital EX1, Dolby Pro Logic IIx1 (Movie of Music)
Dolby Digital 3/2/.0 of 3/2/.1 Dolby Digital 3/2/.0, 3/2/.1 Dolby Digital, Dolby Digital Stereo, Dolby Virtual Speaker Reference (2 of 3 luidsprekers), Dolby
Virtual Speaker Wide (2, 3, 4 of 5 luidsprekers), of EX Dolby Digital EX1, Dolby Pro Logic IIx1 (Movie of Music)
NEDERLANDS
BEDIENING 43
Bediening
Wanneer geen EX kenmerk aanwezig is en uw
receiver is geconfigureerd voor 6.1/7.1 gebruik,
kunt u zelf als gewenst de EX bewerking active-
ren door de Dolby Digital EX surround functie te
kiezen als beschreven op pagina 26 en 40. Is
geen ES kenmerk aanwezig in de DTS bitstream,
dan kunt u toch van 6.1 kanalen presentatie
genieten door de DTS+Neo:6 surround functie te
kiezen als beschreven op pagina 26 en 40. In die
functie worden de DTS Neo:6 algoritmes gebruikt
om het surround achter kanaal uit de DTS bitstre-
am informatie te halen.
Surround Functie Aanpassing
Dankzij de kracht van de AVR 350 DSP processor
is voor de meeste digitale signalen een aantal
surround functies beschikbaar waarmee de oor-
spronkelijke informatie kan worden geleverd,
maar ook een uitgebreider ruimtebeeld, passend
bij het aantal luidsprekers in uw systeem. De
beschikbare functies en het aantal beschikbare
kanalen van elke functie wordt bepaald door het
binnenkomende bitstream signaal en de configu-
ratie van het systeem en u vindt ze in onderstaan-
de tabel. De functies kunnen op de gebruikelijke
manier worden gekozen door eerst de surround
hoofdgroep te kiezen en dan door de opties te
lopen.
Het binnenkomende bitstream signaal wordt aan-
gegeven in de onderste regel van de Display
Ò
als eerder beschreven. Nadat de surround functie
is gekozen wordt na ca. 5 seconden kort de bit-
stream aangegeven voordat de receiver naar nor-
maal gebruik terugkeert. U kunt de huidige bit-
stream bevestigen door simpelweg op de toets
voor de Surround Functie Groep te drukken en
een paar momenten te wachten tot de bitstream
in de onderste regel van de Display
Ò
verschijnt. De bitstream informatie verschijnt
ook wanneer de ingang is veranderd.
Zoek in de tabel hieronder de indicatie in de dis-
play en vergelijk deze met de Inkomende
Bitstream in de linker kolom. De beschikbare sur-
round functies leest u rechts af.
Het is altijd verstandig de uitlezing van de kanaal-
gegevens te controleren om er zeker van te zijn
dat die overeenkomt met de audio logo informa-
tie op de achterzijde van de DVD verpakking.
Soms ziet u een indicatie als “2/0/0/” zelfs op
discs met een compleet 5.1 of 3/2/.1 signaal. In
dat geval is het belangrijk de instellingen van uw
DVD-speler of het audiomenu voor de spelende
disc te controleren om er zeker van te zijn dat het
juiste signaal naar de AVR wordt gestuurd.
PCM Weergave indicaties
PCM is de afkorting van Puls Code Modulatie, het
signaaltype dat voor standaard CD-weergave
wordt gebruikt en andere niet-Dolby Digital en
niet-DTS digitale bronnen zoals MiniDisc. Komt
een PCM-signaal binnen, dan geeft de display
Ò
kort de letters PCM aan, naast de sampling-
frequentie van het digitale signaal.
Verbindingen kunnen worden gemaakt met de
Optisch of Coax Ingang
RN
op de achterzijde
of met de Digitale Ingang
op de voorzij-
de.
Om naar een PCM digitale bron te luisteren,
wordt eerst de ingang van de gewenste bron
gekozen (b.v. CD). Vervolgens wordt op Digitale
bronkeuze
Û
G
gedrukt en dan op
/
¤
D
op de afstandsbediening of
/
7
op de
voorzijde tot de gewenste keus in onderste regel
van de Display
Ò
verschijnt.
Tijdens PCM weergave kan elke Surround functie
worden gekozen, uitgezonderd Dolby Digital of
DTS, zoals in onderstaande tabel valt af te lezen.
Om het gemakkelijk te maken zijn alle functies
die beschikbaar zijn voor analoge bronnen (inclu-
sief tuner) in het overzicht onder aan deze pagina
opgenomen.
Voor inkomende DTS signalen zijn de volgende functies beschikbaar:
Inkomende Bitstream Beschikbare Surround Functies
DTS 1/0/.0, 1/0/.1, 2/0/.0, 2/0/.1, 3/0/.0, 3/0/.1, 3/1/.0 or 3/1/.1 DTS, DTS Stereo
DTS 2/2/.0, 2/2/.1, 3/2/.0 or 3/2/.1 DTS, DTS Stereo, DTS+Neo:61, DTS+Pro Logic IIx Movie*, DTS+Pro Logic IIx Music*
DTS 96/24 DTS 96/24, DTS Stereo, DTS+Neo:6*, DTS+Pro Logic IIx Movie*, DTS+Pro Logic IIx Music*
DTS-ES Matrix DTS-ES Matrix*, DTS, DTS Stereo, DTS+Pro Logic IIx Movie*, DTS+Pro Logic IIx Music*
DTS-ES Discrete DTS-ES Discrete*, DTS, DTS Stereo, DTS+Pro Logic IIx Movie*, DTS+Pro Logic IIx Music*
* De Dolby Pro Logic IIx, Dolby Digital EX, DTS+Neo:6, DTS+Dolby Pro Logic IIx, DTS-ES matrix, DTS-ES Discrete, DTS Neo:6 (6-kanalen), Logic 7 (7-kanalen), Hall 1 (6-kanalen), Hall 2 (6-kanalen),
Theater (6-kanalen) en 7-kanalen Stereo functies zijn alleen beschikbaar wanneer de AVR is geconfigureerd voor 6.1/7.1 gebruik door de Surround Achter kanalen te configureren als
LARGE
(groot) of SMALL(klein). Deze functies zijn niet beschikbaar wanneer de Surround Achter kanalen voor meerkamer gebruik zijn geconfigureerd.
Inkomend Signaal Beschikbare Surround Functies
Analoog (2-kanalen), Tuner, PCM 32kHz, Dolby Pro Logic II (Movie, Music of Game), Dolby Pro Logic, Dolby 3 Stereo, Dolby Virtual Speaker
44,1 of 48 kHz Reference (2 of 3 luidsprekers), Dolby Virtual Speaker Wide (2, 3, 4 of 5 luidsprekers), Dolby Pro
Logic IIx* (Movie, Music of Game), DTS Neo:6 (3-kanalen Cinema, 5-kanalen Cinema of Music of
6-kanalen Cinema of Music*), Logic 7 (5-kanalen Cinema, Music of Enhance; 7-kanalen Cinema,
Music of Enhance*), Hall 1 (5- of 6-kanalen*), Hall 2 (5- of 6-kanalen*), Theater (5- of 6-kanalen*),
Surround Uit**, 5-kanalen Stereo, 7-kanalen Stereo*, DSP Surround Uit
PCM 96 kHz Dolby Pro Logic II (Movie of Music), Dolby Pro Logic, Dolby Pro Logic IIx* (Movie of Music), Logic 7
(5-kanalen Cinema, Music of Enhance; 7-kanalen Cinema, Music of Enhance*), DSP Surround Uit
* De Dolby Pro Logic IIx, Dolby Digital EX, DTS+Neo:6, DTS+Dolby Pro Logic IIx, DTS-ES matrix, DTS-ES Discrete, DTS Neo:6 (6-kanalen), Logic 7 (7-kanalen), Hall 1 (6-kanalen), Hall 2 (6-kanalen),
Theater (6-kanalen) en 7-kanalen Stereo functies zijn alleen beschikbaar wanneer de AVR is geconfigureerd voor 6.1/7.1 gebruik door de Surround Achter kanalen te configureren als
LARGE(groot) of SMALL (klein). Deze functies zijn niet beschikbaar wanneer de Surround Achter kanalen voor meerkamer gebruik zijn geconfigureerd.
** De Surround Uit functie is alleen beschikbaar voor analoge bronnen of de tuner en alleen wanneer de klankregeling uitgeschakeld is, voor een 'rechte' weergave. In andere gevallen kan de DSP
Surround Uit functie worden gekozen wanneer tweekanalen weergave wordt verlangd.
44 BEDIENING
Bediening
In de meeste gevallen zal dat 48KHZ zijn,
hoewel sommige speciaal geremasterde hoge reso-
lutie audiodiscs kan
96KHZ aangegeven worden.
De
PCM 48 KHZ indicatie verschijnt ook wan-
neer de functie van de ingang wordt gewijzigd
voor analoge bronnen. In dat geval geeft het
systeem aan welke sampling frequentie intern
wordt gebruikt op de uitgang van analoog/digi-
taal converter die het binnenkomende signaal
van een videorecorder, cassettedeck, tuner of
andere analoge bron naar digitaal omzet.
Luidspreker/Kanaal Indicaties
Naast de signaaltype indicaties biedt de AVR
een stel unieke kanaal indicaties die u vertellen
hoeveel kanalen in de digitale informatie ont-
vangen worden en of het digitale signaal onder-
broken wordt.
Deze indicaties zijn de L/C/R/LFE/SL/SR/SBL/SBR
letters die in de hokjes bij de Luidspreker/
kanaal indicaties
$
in de display
Ò
staan.
Wanneer een standaard analoog stereo of matrix
surround signaal actief is, lichten alleen “L en
“R” op, daar analoge signalen alleen links en
rechts bevatten.
Dat geldt zelfs bij surround opnamen, die de sur-
round informatie alleen in het linker en rechter
kanaal dragen. Digital signalen echter kunnen
één, twee, vijf, zes of zeven afzonderlijke kanalen
hebben, afhankelijk van het programmamateriaal,
de uitzendmethode en de manier waarop zij geco-
deerd werden. Wanneer een digitaal signaal wordt
afgespeeld zullen de letters in de indicaties oplich-
ten als gevolg van het signaal dat ontvangen
wordt. Het is belangrijk op te merken dat hoewel
bijvoorbeeld naar Dolby Digital verwezen wordt als
een ‘5.1’ systeem, niet alle Dolby Digital DVD of
audionummers op een DVD of ander Dolby Digital
materiaal gecodeerd zijn voor 5.1. Het is dus nor-
maal dat voor een DVD met Dolby Digital geluid
alleen de ‘L’ en ‘R’ indicaties geactiveerd worden.
Opmerking: veel DVD’s zijn opgenomen met
zowel een ‘5.1’ als een ‘2.0’ versie van hetzelfde
materiaal, waarbij de ‘2.0’ versie vaak gebruikt
wordt voor andere talen. Wanneer u een DVD
afspeelt, controleer dan steeds het type materiaal
op de schijf. De meeste schijven geven deze infor-
matie in de vorm van een overzicht of symbool op
de hoes. Wanneer een schijf meerdere systemen
aanbiedt, zult u misschien instellingen op uw DVD-
speler moeten wijzigen (meestal met de Audio
select’ toets of via een menu op de schijf) om een
volledig 5.1 signaal naar de AVR te sturen of om
het juiste geluid en de juiste taal te kiezen. Het is
ook mogelijk dat het type signaal verandert tijdens
het afspelen van een DVD. In sommige gevallen
zullen de voorproefjes van speciaal materiaal in
2.0 audio opgenomen zijn, terwijl het hoofdpro-
gramma beschikbaar is in 5.1 audio. Zolang uw
DVD-speler is ingesteld op 6-kanaals uitgangs-
signaal zal de AVR automatisch de veranderingen
in de bitstream en het aantal kanalen detecteren
en dit met de indicaties aangeven. De letters zoals
gebruikt bij de indicaties.
Belangrijk: Wanneer een digitale surround bron
(Dolby Digital, DTS) wordt afgespeeld zullen de
letters SBL/SBR voor de surround achter kanalen
alleen verschijnen bij een DTS-ES DISCRETE 6.1
bron. Deze functie wordt dan in de display aan-
gegeven en in-beeld. Bij alle andere opnamen
kunnen de indicaties voor de achter surround
luidsprekers oplichten (mits deze luidsprekers
geconfigureerd zijn) om aan te geven dat er een
signaal naar toe gaat (matrix gedecodeerd met
NEO:6, LOGIC 7 of 7 Kan. Stereo) maar geen let-
ters lichten op wanneer de AVR geen ingangssig-
naal ontvangt voor de surround achter kanalen.
Luidsprekers/kanaal functie
$
knipperen
ook om aan te geven wanneer een bitstream
onderbroken wordt. Dat gebeurt wanneer een
digitale ingang voor het afspelen gekozen is, of
wanneer een digitale bron zoals een DVD op
pauze staat. De knipperende indicaties wijzen
erop dat het afspelen is onderbroken door de
afwezigheid van een digitaal signaal en niet door
een fout in de AVR. Dit is normaal en de digitale
weergave zal hervat worden zodra het afspelen
opnieuw gestart wordt.
Nachtfunctie
Een speciale functie van Dolby Digital. Deze func-
tie stelt u in staat om Dolby Digital bronnen
volledig verstaanbaar af te spelen, maar met
beperkte maximale piekniveaus, terwijl de zwak-
ke signalen 1/4 tot 1/3 opgetrokken worden. Dat
vermijdt dat abrupt luide overgangen anderen
storen, zonder de impact van de digitale bron te
beperken. De nachtfunctie is alleen beschikbaar
wanneer de Dolby Digital functie gekozen is.
De nachtfunctie kan worden gekozen wanneer
een Dolby Digital DVD speelt door op nacht-
functie
B
op de afstandsbediening. Druk ver-
volgens op
/
¤
D
om de gematigde of de
volledige compressie (medium of full) van de
nachtfunctie te kiezen. Om de nachtfunctie uit te
schakelen drukt u op
/
¤
D
tot de aanwijzing
onderin de video display en de display
Ò
D-RANGE OFF.
De Nacht Functie kan ook permanent op het
gewenste compressie niveau worden gekozen
zodra de Dolby Digital functie wordt geactiveerd via
de opties in het
DOLBY menu. Zie pagina 27
voor informatie over het menu voor deze optie.
BELANGRIJK BIJ DIGITALE WEERGAVE
1. Wanneer de digitale bron stopt, in pauze, in de
functie snel zoeken of hoofdstuk zoeken staat,
zullen de digitale gegevens tijdelijk stoppen en
de kanaalposities in de luidspreker/kanaal
functie
$
zullen knipperen. Dit is normaal en
wijst niet op een probleem met de AVR of met de
bron. De AVR zal, zodra de gegevens weer
beschikbaar zijn en wanneer het apparaat weer
op afspelen staat, naar de normale digitale weer-
gave terugkeren.
• Hoewel de AVR bijna alle DVD films, CD’s en
HDTV bronnen kan decoderen, is het mogelijk dat
sommige toekomstige digitale formaten niet
compatibel zijn met de AVR.
• Denk er aan dat niet alle digitaal gecodeerde
programma’s en niet alle audionummers op een
DVD volledig 5.1 of 6.1-kanaals audio bevatten.
Raadpleeg de handleiding van het programma bij
uw DVD of laserdisc om na te gaan welk type
audio op de disc is opgenomen. De AVR herkent
automatisch het type digitale surround codering
en geeft dat aan in de Kanaal Indicaties
$
en
stelt zich hierop in.
Wanneer een Dolby Digital of DTS bron speelt
kunnen normaal gesproken geen analoge sur-
round functies als Dolby Pro LogicII, Dolby 3
Stereo, Hall, Theater, 5Kan/7Kan Stereo of Logic 7
worden gekozen, uitgezonderd met Dolby Digital
2.0 opnamen, die met Dolby Por Logic II afge-
speeld kunnen worden. Zie pagina 38.
Wanneer een Dolby Digital of DTS bron speelt
kan een analoge opname NIET worden gemaakt
via de Tape uitgangen
3
of Video 1
7
uit-
gangen, ook wanneer de bron is verbonden met
een digitale ingang op de AVR, zolang 'Surround
Off' is gekozen (kan alleen met een PCM bron).
Maar het analoge tweekanaals signaal, zelfs van
een Dolby Digital bron (geen DTS), de 'Downmix'
naar Stereo of Dolby Surround, kan worden
opgenomen door de analoge audio uitgangen
met de juiste analoge ingangen (DVD bijvoor-
beeld) van de AVR, van de AVR te verbinden.
Bovendien worden de digitale signalen doorge-
geven naar de digitale audio uitgangen
A
.
NEDERLANDS
BEDIENING 45
Bediening
Opnemen op cassette
Bij normaal gebruik worden de audio en video sig-
nalen die op de AVR voor kijken en luisteren zijn
gekozen door gestuurd naar de opname uitgan-
gen. Dat betekent dat elk programma waar u naar
kijkt of luistert simpelweg kan worden opgenomen
door recorders aan te sluiten op de uitgangen
Tape Outputs
3
of Video 1 Outputs
P7
.
Wordt een digitale audiorecorder aangesloten op
één van de digital audio uitgangen
A
dan
kunt u de digitale signalen opnemen met CD-R,
MiniDisc of ander digitaal opnamesysteem. Denk
er aan dat alle digitale signalen worden doorge-
stuurd naar zowel de coax als optisch digitale
uitgangen, ongeacht het type digitale ingang dat
werd gekozen.
Opmerkingen:
• De digitale uitgangen zijn alleen actief wanneer
er een digitaal signaal aanwezig is en ze zetten
een analoog ingangssignaal niet naar een digitaal
uitgangssignaal om, noch veranderen zij het for-
maat van het digitale signaal (b.v. Dolby Digital
naar PCM of vice versa, maar coax digitale signa-
len worden naar optisch omgezet en omgekeerd).
Bovendien dient de digitale recorder compatibel te
zijn met het uitgangssignaal. Voorbeeld: het PCM
digitale uitgang van een CD-speler kan opgeno-
men worden op een CD-R of MiniDisc, maar Dolby
Digital of DTS-signalen niet.
• Het maken van een analoge opname van een
digitale bron is mogelijk, maar alleen van een
PCM bron (geen Dolby Digital of DTS) en alleen
correct wanneer 'Surround Off' is gekozen. Met
elke andere Surround functie worden alleen de
front L/R signalen naar de opname gestuurd.
Gebruik
Wanneer van Harman Kardon (als extra
leverbaar) is aangesloten en een
geschikte Apple
®
iPod
®
in is geplaatst,
drukt u op The Bridge DMP
e
D om de iPod
als ingang te kiezen zodat u audio, video en stil-
staande beelden van de iPod kunt weergeven via
uw hoogwaardige audio/videosysteem. Door op
DMP Functie
e
D worden ook de
AVR afstandsbedieningscodes voor de iPod geac-
tiveerd en kunnen tevens de bedieningsorganen
op de voorzijde voor de bediening van de iPod
worden gebruikt. Ook kunt u DMP via
het frontpaneel als bron kiezen door herhaalde-
lijk op Ingangskeuze
%
te drukken tot DMP in
de bovenste regel van de Display
Ò
verschijnt;
Ingangsindicatie
licht niet op.
Wanneer The Bridge correct is aangesloten en
een geschikte iPod is geplaatst, geeft de boven-
ste regel in de Display
Ò
aan DMP/
CONNECTED
. Zodra die aanwijzing ver-
schijnt, kunt u de iPod met de toetsen op het
frontpaneel bedienen. Zie het functieoverzicht op
pagina 58-59 voor een overzicht van de toetsen
die geprogrammeerd zijn om de iPod te besturen.
Ook wanneer er geen iPod in The Bridge is
geplaatst, zal het menu als aangegeven in
afbeelding 30 in beeld komen, alleen kunt u het
niet veranderen zolang geen iPod in The Bridge is
geplaatst. U navigeert de menu’s van The Bridge
met
/
Ea
om een regel te markeren en u
drukt op Set
F
om die regel te activeren. Met
a
gaat u naar beneden en met
E
naar
boven. Druk op Menu
b
om naar het voor-
gaande niveau in het menusysteem van The
Bridge terug te keren. Vergeet niet de afstands-
bediening in The Bridge functie te zetten door op
Tape/The Bridge
e
te drukken.
Afbeelding 30
MUSIC (muziek): via deze regel kunt u audio-
materiaal opgeslagen op de iPod navigeren.
PHOTOS/VIDEOS (Foto’s en Video’s): door dit
item te kiezen kunt u stilstaande beelden en
video’s die zijn opgeslagen op de iPod weerge-
ven. Het menu als in afbeelding 31 verschijnt en
geeft aan de eigen bediening van de iPod te
gebruiken om plaatjes en video’s af te spelen.
Ook kunt u in plaats van de iPod-bediening de
afstandsbediening van de AVR 350 gebruiken om
te navigeren. De beelden verschijnen op het
beeldscherm dat op de AVR is aangesloten.
Afbeelding 31
SETTING (instellingen): via deze regel heeft u
toegang tot het Settings menu als in afbeelding
32. In dit menu vindt u de functies Shuffle (wille-
keurig afspelen) en Repeat (herhalen) van de
iPod. Ook kunt u de functie Resume (hervatten)
instellen zodat u de weergave later kunt hervat-
ten op de plaats waar u eerder was gestopt.
Afbeelding 32
Opmerking: iTunes biedt de mogelijkheid
bepaalde selecties in te stellen om altijd of nooit
de weergave positie op te slaan, of te verwijde-
ren in de Shuffle functie. De instellingen van de
AVR 350 hebben geen prioriteit over de instellin-
gen van iTunes.
In het kort, Reverse Zoeken, Weergave en
Vooruit Zoeken
P
, plus
/
¤
/
/
DEa
en Set
F
kunnen op de gebruike-
lijke wijze worden gebruikt voor het navigeren
van de iPod. Details over de bediening van een
iPod met en een AVR afstandsbedie-
ning vindt u in .
De bedieningsorganen op de voorzijde kunnen
worden gebruikt voor een beperkt aantal functies
van de iPod. Druk op RDS select button
^
voor weergave of pauze van het lopende num-
mer. Tuner Keuze
)
is voor achteruit zoeken
(linker zijde van de toets) of vooruitzoeken (rech-
ter zijde). Druk op Afstembereik
!
om het
menu van de iPod op te roepen. Druk op Preset
Stations Selector
#
om te scrollen en op
Set
@
om te kiezen.
Tijdens het afspelen van een selectie verschijnen
de titel, artiest en naam van het album – indien
beschikbaar op de iPod – lopend in de bovenste
regel van de Display
Ò
op het front. De onder-
ste regel geeft links de verstreken tijd, het weer-
gave icoon en rechts de resterende tijd.
Daarnaast, wanneer een beeldscherm op de AVR
is aangesloten, verschijnt kort een menu met
informatie over de status van de iPod en het
lopende item. De bovenste regel geeft weer het
weergave icoon, plus rechts de aanduiding ‘Now
Playing’ (speelt nu) om u eraan te herinneren dat
u de status van het lopende item ziet, afwijkend
van een ander menu. Daaronder rechts geeft de
AVR het totaal aantal items in de huidige
afspeellijst aan (alle materiaal op de iPod worden
als één afspeellijst beschouwd) met links het
nummer van het lopende item. Titel, artiest en
album worden eveneens aangegeven. Onder in
beeld staat een grafische balk die de huidige
positie in het item aangeeft; de verstreken en
resterende tijden verschijnen onder de balk.
46 BEDIENING
Bediening
Na een korte tijd verdwijnt het menu uit beeld.
Deze tijd wordt ingesteld met de full-OSD Time
Out instelling in het Systeem Instellingen menu,
als beschreven in de paragraaf ‘Bijzondere
Functies’. U kunt het Now Playing menu
oproepen door op
/
Ea
te drukken en
door de menu’s te navigeren als eerder
beschreven.
Opmerking: het wordt dringend aanbevolen de
schermbeveiliging die in uw beeldscherm is
ingebouwd, te gebruiken om mogelijke schade
aan uw plasmascherm of beeldbuis door
inbranden te voorkomen. Schade kan ontstaan
doordat een menu of stilstaand beeld langdurig
in beeld blijft staan.
Instelling Uitgangsniveau
Het normale weergaveniveau van de AVR wordt
ingesteld met behulp van het testsignaal, als
beschreven op pagina 35. In sommige gevallen
echter, is het wenselijk om de weergaveniveaus
aan te passen aan de diverse programma’s waar
u bekend mee bent. Verder kunnen de weergave
niveaus voor de subwoofer en de Stereo functies
alleen maar via deze procedure aangepast
worden.
Om de weergaveniveaus aan programma’s aan
te kunnen passen, dient eerst de surroundfunctie
waarin u de luidsprekers wilt afstellen (zie
opmerking hieronder) gekozen te worden. Start
vervolgens het door u gekozen programma en
stel, met volume
d
het referentie niveau voor
de front luidsprekers links en rechts in.
Als het referentieniveau eenmaal is ingesteld,
drukt u op kanaalkeuze
C
Ù
waarop
FRONT L LEVEL verschijnt in de display
Ò
. Om het niveau te veranderen drukt u eerst
op instellen
F
@
en vervolgens gebruikt u
de insteltoetsen
7
of
/
¤
D
om het
niveau te verhogen of te verlagen. Gebruik NIET
de volumeregelaar, want dit zal de referentie
instelling wijzigen. Druk op de toets instellen
F
@
, zodra de wijziging doorgevoerd is en
druk vervolgens op de insteltoetsen
7
of
/
¤
D
om de locatie van zonodig een ander
kanaal dat u wenst aan te passen, te kiezen. Om
het niveau van de subwoofer aan te passen,
drukt u op de insteltoetsen
7
of
/
¤
D
tot de aanwijzing WOOFER LEVEL in de
display
Ò
of op de in-beeld display verschijnt
(alleen van toepassing indien de subwoofer
geactiveerd is).
Druk, zodra de naam van het gewenste kanaal in
de display
Ò
en in beeld verschijnt, op in-
stellen
F
@
en volg de instructies op.
Herhaal deze procedure zonodig om alle kanalen
in te stellen. Wanneer alle instellingen zijn
gemaakt en gedurende vijf seconden worden
geen correcties meer gemaakt keert de AVR
terug naar normaal gebruik.
De kanaaluitgang gekoppeld aan welke ingang
dan ook, kan ook aangepast worden m.b.v. het
menu systeem ‘volledig in-beeld display’. Stel
allereerst met volume
ı
d
op een plezierig
geluidsniveau in.
Druk dan op In-Beeld
L
om het hoofdmenu
op te roepen (Afbeelding 1). Druk tweemaal op
¤
D
tot de knop Speaker wit wordt
gemarkeerd. Druk op Set
F
om het menu op
te roepen en nogmaals om de regel
Manual
Configuration
(zelf instellen) te active-
ren. Gebruik
/
¤
D
om naar de regel Ch
Adjust
(kanaal instellen) en druk op Set
F
om het Ch Adjust submenu op te
roepen.
Afbeelding 29
Zodra het menu verschijnt wordt het testsignaal
uitgeschakeld. Op die manier kan ook een exter-
ne test-CD of ander bronmateriaal als testsignaal
worden gebruikt. Druk op Set
F
en kies met
/
¤
D
de kanalen die u wilt corrigeren. Op
elke kanaal drukt u op Set
F
en vervolgens
stelt u met
/
Ea
het uitgangsniveau in.
Onthoud wanneer u een disc met een testsignaal
gebruikt (b.v. roze ruis) of een externe testgene-
rator, dat het er om gaat alle kanalen op de luis-
terpositie met gelijke sterkte te horen, ongeacht
welke surround functie is gekozen. Gebruikt u
een gewone disc met muziek als testsignaal dan
kunt u het niveau van elk kanaal naar eigen
inzicht instellen, en u kunt bijvoorbeeld het cen-
trum kanaal wat zachter zetten of de achter
kanalen wat luider omdat u deze in bepaalde
omstandigheden wat te zacht vindt.
Wanneer u alle niveaus in de oorspronkelijke
fabrieksinstelling 0 dB wilt terugzetten, druk dan
op
/
¤
D
zodat de blauwe cursorbalk de
regel
RESET markeert en druk op Set
F
.
Nadat de niveaus zijn teruggezet hervat u de
procedure om de gewenste niveau instellingen te
maken. Wanneer alle instellingen zijn gemaakt,
drukt u op
E
zo vaak als nodig is om terug
te gaan naar het hoofdmenu om andere instel-
lingen te maken. Indien u geen verdere aan-
passingen wenst te maken, dan drukt u op de
toets in-beeld display
L
om het menu-
systeem te verlaten.
Opmerking: de uitgangsniveaus kunnen voor
iedere digitale en analoge surroundfunctie
afzonderlijk ingesteld worden. Indien u andere
niveaus voor een specifieke functie wenst, kies
dan die functie en volg stapsgewijs bovenge-
noemde instructies.
Met de Stereo functies is de hiervoor beschreven
procedure de enige manier om de uitgangs-
niveaus in te stellen, b.v. om de niveaus van
Stereo aan de andere aan te passen.
Dimmer
Daar de AVR vaak gebruikt zal worden bij het
bekijken van films of videoprogramma’s en met
gedimd licht, kan het wenselijk zijn de lichtsterk-
te van de display en de indicaties op de voorzijde
te dimmen zodat zij het kijken niet storen. U
kunt de displays dimmen als aangegeven op
pagina 49, of de lichtsterkte direct met de
afstandsbediening regelen.
Druk eenvoudig op Dimmer
g
om het front
tot de helft van de normale sterkte te dimmen;
nogmaals indrukken om de displays uit te scha-
kelen. Denk eraan dat wanneer de displays wor-
den gedimd of uitgeschakeld, de witte indicatie
naast Standby/Aan
2
normaal blijft branden
als teken dat de AVR is ingeschakeld.
Denk er aan dat alle wijzigingen van de verlich-
ting tijdelijk zijn; de displays keren terug naar
normale sterkte zodra de AVR uit en weer inge-
schakeld wordt. Om zonder uitschakelen naar de
normale sterkte terug te keren drukt u zo vaak
op Dimmer
g
als nodig is om weer de nor-
male sterkte te bereiken.
Naast het dimmen of uitschakelen van de dis-
plays kan de display automatisch weer oplichten
zodra een toets op de afstandsbediening of de
voorzijde wordt ingedrukt, om na een vaster
periode weer te doven. U doet dat door de juiste
instellingen te maken op de regel
VFD Fade
Timeout
van het SYSTEM SETUP men,
als aangegeven op pagina 49.
Geheugenbeveiliging
Dit product is uitgerust met een geheugenbevei-
liging die de opgeslagen zenders van de tuner en
de systeemconfiguratie vasthoudt als het appa-
raat helemaal wordt uitgeschakeld, de stekker uit
het stopcontact wordt genomen of wanneer de
netspanning uitvalt. Dit geheugen blijft ca.
2 weken behouden; daarna dient alle informatie
opnieuw te worden ingevoerd.
NEDERLANDS
MEERKAMER GEBRUIK 47
Meerkamer gebruik
Meerkamer
De AVR is uitgerust om als regeleenheid in een
compleet meerkamersysteem te fungeren, waarbij
een afzonderlijke bron naar een tweede zone in
het huis kan worden gestuurd en naar een andere
in de centrale kamer kan worden geluisterd.
Behalve de besturing van de bronkeuze en het
volume, biedt de AVR een ruime reeks opties voor
het sturen van de luidsprekers in de tweede zone.
Via de lijnniveau Meerkamer Uitgangen
b
kan de gekozen bron naar extra externe eindver-
sterkers worden gestuurd, die aan het beoogde
doel zijn aangepast.
Wanneer de centrale kamer is geconfigureerd
voor 5.1 gebruik, kunnen de Surround Achter
Links/Rechts versterkers worden gebruikt voor
het sturen van de andere zone, zodat geen extra
eindversterkers nodig zijn.
• Gebruik makend van de ingebouwde A-BUS
technologie, kunnen extra A-BUS modulen via
één enkele Category Five kabel worden aange-
sloten, zodat luidsprekers in andere zones direct
vanuit de moduul kunnen worden gestuurd zon-
der dat extra lichtnet, IR sensor of volumekabels
naar de tweede zone hoeven te worden gelegd.
Bovendien bezit de AVR een ingang voor IR sensor,
waardoor de bevelen van de bijgeleverde afstands-
bediening voor Zone II naar de receiver worden
gestuurd, terwijl de standaard IR in/uitgangen
ervoor zorgen dat de bevelen worden doorge-
stuurd naar geschikte IR bestuurde apparaten.
Installatie
Hoewel eenvoudige meerkamersystemen door de
gemiddelde doe-het-zelver te installeren zijn, is
een meerkamer/meerzone systeem doorgaans,
waarbij kabels moeten worden getrokken door
wanden en de diensten van een goede installateur
nodig kunnen zijn. Ongeacht wie het werk doet,
vergeet niet rekening te houden met de plaatselij-
ke voorschriften op dit gebied, zoals de soort
bedrading en de wijze van verwerken. Uiteindelijk
bent u alleen zelf verantwoordelijk voor de juiste
installatie van het meerkamersysteem, overeen-
komstig alle relevante codes en regels.
Voor installaties waarvan de Surround Achter ver-
sterkerkanalen gebruikt worden voor een andere
zone is het belangrijk dat het systeem voor dat
type installatie is geconfigureerd. Zie pagina 47.
Bij installaties waarin A-BUS modulen worden
gebruikt vooral de aanwijzingen bij het A-BUS
systeem opvolgen.
Aanvullende informatie vindt u op de site van
Harman Kardon www.harmankardon.com
Meerkamer Opzet
Zodra de audio en IR aansluitingen gerealiseerd
zijn, dient de AVR volgens de volgende procedu-
re op meerkamersturing ingesteld wordt.
Druk op In-Beeld
L
om het hoofdmenu
(afbeelding 1) in beeld op te roepen. Druk op
/
¤
D
tot de knop Multiroom (meer-
kamer) links wit wordt gemarkeerd. Druk op de
toets instellen
F
om in het menu MULTI-
ROOM SETUP
(meerkamer opzet - Afb. 30) te
komen.
Afbeelding 30
Zodra het MULTIROOM SETUP menu ver-
schijnt, staat de blauwe cursorbalk op de regel
Multiroom. Omdat deze regel gebruikt
wordt om het systeem aan en uit te zetten, advi-
seren wij u om hier geen aanpassingen te
maken, tenzij u op dit moment het systeem uit
wenst te schakelen. Om het systeem in te scha-
kelen, drukt u op Set
F
en dan op
a
zodat ON(aan) wordt gemarkeerd. Wilt u het
systeem op dit moment niet inschakelen of door-
gaan naar het volgende punt, druk dan eenmaal
op
¤
D
zodat de blauwe cursorbalk de regel
Source (bron) markeert.
Op de Source regel drukt u op Set
F
gevolgd door
/
Ea
tot de gewenste
Audio/Video ingang voor het meerkamer sys-
teem verschijnt. Zodra een keuze is gemaakt,
drukt u op Set
F
om de keuze te bevestigen
en u gaat verder naar de regel
Default
Volume
(standaard volume) door op
¤
D
te drukken.
Op de regel
Default Volume drukt u op
Set
F
en vervolgens op
/
Ea
of houd
deze vast tot het gewenste volume voor het
meerkamersysteem is ingevoerd en druk op Set
F
om de instelling te bevestigen. Gebruik NIET
de standaard volumeregelaar voor deze instel-
ling.
Toewijzen Surround Versterkerkanaal
De AVR is uitgerust met zeven vol vermogen ver-
sterkerkanalen voor volledige 7.1-kanaals wer-
king zonder dat daar extra versterkers voor nodig
zijn. In sommige systemen echter wilt u mis-
schien de traditionele 5.1 configuratie gebruiken
voor de centrale kamer, zodat de vrijblijvende
surround achter links/rechts versterkers gebruikt
kunnen worden voor het sturen van een paar
luidsprekers in een andere kamer.
Wilt u de Surround Achter versterkers gebruiken
voor een andere kamer, dan dient een instelling
in het
MULTIROOM SETUP menu veran-
derd te worden. Om die wijziging door te voe-
ren, roept u eerst het menusysteem op door op
In-Beeld
L
te drukken zodat het hoofdmenu
(afbeelding 1) in beeld komt. Druk dan op
¤
D
tot de knop Multiroom wit wordt
gemarkeerd. Druk op Set
F
om het
MULTIROOM SETUP menu te openen.
Om de instelling te wijzigen zodat de Surround
Achter versterkers worden gestuurd door de bron
die voor het Meerkamersysteem is gekozen,
drukt u op
/
¤
D
tot SB Amps (surround
achter versterkers) blauw wordt gemarkeerd.
Druk op Set
F
en vervolgens op
/
Ea
zodat MULTI in blauwe tekst wordt gemar-
keerd en druk op Set
F
.
Onthoud dat wanneer deze keuze is gemaakt, u
niet langer gebruik kunt maken van de 6.1/7.1
kanaals decoders of bewerkingen en dat de luid-
sprekers die voor de andere kamer zijn bestemd,
worden aangesloten op de Surround Achter/
Meerkamer Luidspreker Uitgangen
O
. Het
volume voor deze luidsprekers wordt ingesteld
door het meerkamersysteem, als uitgelegd op
pagina 47 in deze handleiding.
Meerkamerbesturing
Bij het bedienen van de AVR vanuit een andere
kamer waar een IR sensor is aangebracht ver-
bonden met de meerkamer IR Input
d
op de
achterzijde van de AVR, kunt u zowel de hoofd
afstandsbediening als de Zone II afstandsbedie-
ning gebruiken. Om de meerkamerfunctie in te
schakelen drukt u op een toets ingangskeuze
ç
op de Zone II afstandsbediening, of op de
hoofd afstandsbediening
456
. Druk op
AVR keuze
5
om het apparaat op de laatst
gebruikte bron in te schakelen, of op een van de
andere toetsen om naar een bepaalde bron te
gaan.
48 MEERKAMER GEBRUIK
Meerkamer gebruik
Zolang als een IR signaal van de andere kamer
de AVR bereikt kunnen zowel de toetsen van de
hoofd afstandsbediening als de Zone II afstands-
bediening worden gebruik om het volume te
regelen
d
F, een zender af te stemmen u,
een andere voorkeurpositie te kiezen
W
, of de
muting in te schakelen
c
G.
Is de ingang IR meerkamer
U
op de AVR
verbonden met de IR aansluiting van een
geschikte Harman Kardon audiocomponent,
zoals een CD, DVD of cassettedeck, dan kunnen
de loopwerkfuncties van deze apparaten
eveneens met de transport toetsen
PR
É
op beide afstandsbedieningen worden
bestuurd.
Om het systeem vanuit de andere kamer uit te
schakelen drukt u op de netschakelaar
0
å
.
Vergeet niet dat de AVR in- en uitgeschakeld kan
worden vanuit de andere kamer, ongeacht de sta-
tus van het systeem in de centrale kamer.
Opmerking: wanneer de tuner als bron voor de
andere kamer wordt gekozen zal elke wijziging
van de frequentie ook de zender veranderen
waar in de centrale kamer naar wordt geluisterd,
als ook daar tuner is gekozen. En ook wanneer
iemand in de centrale kamer een andere zender
opzoekt, zal dit effect hebben op de andere kamer.
Wanneer het meerkamersysteem ingeschakeld is
geven de Display
Ò
of de in-beeld display
MULTI ON aan. Druk tweemaal op Set
F
om de instelling te activeren. Wanneer de
MULTI ON/OF (meerkamer in/uit) aanwij-
zing op de onderste regel van de in beeld display
verschijnt, drukt u op Set
F
en dan op
/
¤
D
zodat de display verandert in MULTI
ON
. Druk weer op Set
F
om de instelling te
activeren. Denk er aan dat deze methode kan
worden gebruikt om het meerkamersysteem in
en uit te schakelen, ook wanneer de AVR in de
hoofdkamer in standby staat.
Wanneer het apparaat in Standby staat en
gereed is voor Meerkamer of A-BUS gebruik,
blijft de indicatie naast Standby/Aan normaal
branden en een aanwijzing
MULTI ON ver-
schijnt in de Onderste Display Regel
Ò
ook
al is het apparaat in de centrale kamer ‘uitge-
schakeld’.
Wanneer het meerkamersysteem wordt inge-
schakeld wordt de gekozen ingang in het Meer-
kamer Menu naar de Meerkamer Uitgang
b
op de achterzijde gestuurd èn naar de A-BUS
aansluiting
c
. Het volume is zoals het in het-
zelfde menu is ingesteld, hoewel het via de extra
IR sensor kan worden gecorrigeerd, hoewel en
de Zone II afstandsbediening in de andere
kamer, of op de extra eindversterker, verbonden
met de meerkamer uitgangen
b
.
Hoewel wijzigingen in de ingang of het volume
in een andere kamer meestal gemaakt worden
via een IR sensor in de andere kamer die is ver-
bonden met de AVR, is het tevens mogelijk deze
instellingen te maken vanuit de centrale kamer.
Dat is belangrijk in situaties waar sommige of
geen enkele andere kamer een IR sensor bezit of
om een kamer te besturen wanneer u daar niet
bent.
Naast het gebruik van het
MULTIROOM
menu van de voorgaande pagina, kunt u de bron
of het volume in de andere kamer met de
afstandsbediening wijzigen. Druk op
Meerkamer
Q
op de afstandsbediening en
zodra
MULTI ON/OFF (aan/uit) in beeld
verschijnt en in de Onderste Displayregel
Ò
drukt u op Set
F
en druk dan op
⁄¤
Navigatie
D
en om te schakelen tussen
MULTI LEVEL (meerdere niveaus) of
MULTI INPUT (meerdere bronnen).
Om de bron van de andere kamer te wijzigen
wanneer
MULTI INPUT verschijnt, drukt u
op Set
F
en vervolgens op
⁄¤
Navigatie
D
tot de gewenste ingang in-beeld en op de
Onderste Displayregel
Ò
verschijnt.
Onthoud dat alleen analoge of PCM bronnen
gekozen kunnen worden voor het meerkamer-
systeem. Dolby Digital of DTS bronnen zijn niet
beschikbaar voor het meerkamersysteem.
Om het volume in de andere kamer te verande-
ren drukt u op Set
F
wanneer MULTI
LEVEL
verschijnt en u drukt op
⁄¤
Navigatie
D
om het volume te veranderen.
Denk er aan dat deze volumeregelaar het niveau
regelt van de Meerkameruitgang
b
en voor
elke luidspreker die op de Surround Achter
Meerkamer Luidsprekeruitgangen
c
is
aangesloten wanneer de Surround Achter
versterkers worden gebruikt voor meerkamer
toepassingen, als aangegeven op pagina 44.
Deze instelling verandert het volume NIET van
alle kamers waar een A-BUS moduul wordt
gebruikt, als die instelling alleen wordt gecorri-
geerd via de volumeregelaar van de A-BUS
moduul of de ingebouwde IR sensor.
Het meerkamersysteem blijft ingeschakeld, ook
wanneer de AVR in de hoofdkamer op standby
wordt gezet, door op uitschakelen
0
of op
standby
2
op het frontpaneel te drukken. Om
het meerkamersysteem in de hoofdkamer uit te
schakelen, zelfs wanneer de AVR op standby
staat, drukt u op meerkamer
Q
en daarna op
Set
F
. Druk op
/
¤
D
zodat de Display
Ò
of in beeld MULTI OFF (meervoudig uit)
wordt aangegeven.
Zelfs wanneer de AVR uitgeschakeld is (standby)
en het meerkamersysteem is uitgeschakeld, kan
het op elk moment worden geactiveerd door op
Meerkamer
Q
te drukken, of op één van de
toetsen Keuze
∫ç∂
in de andere kamer.
VIDEO INSTELLINGEN/BIJZONDERE FUNCTIES
49
Video Instellingen
Video Instellingen
De AVR 350 bezit de modernste DCDi Faroudja
video processing voor betere videokwaliteit, zelfs
bij oudere analoge videobronnen, maar ook bij
opgewaardeerde in-beeld displays. Bij het
opschalen van videomateriaal van een lagere
resolutie naar een hogere (de AVR 350 schaalt
maximaal op naar 720p) voegt de processor
pixels aan het oorspronkelijke beeld toe. Soms
veroorzaakt het converteren van interlaced video
(achtereenvolgende weergave van de even en
oneven beeldlijnen) naar progressive-scan video
(gelijktijdige weergave van even en oneven
beeldlijnen), het opvoeren van de resolutie en de
interpolatie van nieuwe pixels vegen of trapjes in
rechte lijnen op de overgangen zoals de strepen
van de Amerikaanse vlag. De technici van
Faroudja ontwikkelden daarvoor het DCDi
(Directional Correlational Deinterlacing) algorit-
me om ervoor te zorgen dat de extra pixels in
lijn blijven, waarmee het vegen wordt geëlimi-
neerd en de opgeschaalde beelden verbeterd.
Op de fabriek is de videoprocessor zo ingesteld
dat deze automatisch het best mogelijke beeld
produceert, rekening houdend met de eigen-
schappen van uw beeldscherm en het binnenko-
mende videosignaal. Toch kan het zinvol zijn te
experimenteren met de instellingen van het
Video Setup menu om te zien of het beeld nog
verder kan worden verbeterd. Het Video Setup
menu heeft een reset functie voor het geval dat
u naar de fabrieksinstelling wilt terugkeren of
het nogmaals wilt proberen.
Om het Video Setup menu op te roepen drukt u
op In-Beeld
L
om het hoofdmenu op te
roepen en te navigeren naar de knop Video.
Druk op Set
F
om het Video Setup menu te
openen, als in afbeelding 31.
Afbeelding 31
Output Format (uitgangsformaat): deze
instelling wordt gebruikt om de resolutie van de
video-uitgang van de AVR 350 op 576i, 576p of
720p in te stellen.
Wanneer de HDMI Uitgang actief is, is geen 576i
signaal beschikbaar. Kiest u de 576i instelling en
is uw beeldscherm geschikt voor 720p resolutie,
dan kiest de AVR automatisch de hogere resolu-
tie. Is het beeldscherm niet geschikt voor 720p
resolutie, dan kiest de AVR de 576p instelling.
Wanneer het bronsignaal 1080i of 1080p is,
wordt dit ongewijzigd doorgegeven naar de
HDMI uitgang maar kunt u dat uitgangsformaat
niet kiezen op deze regel, daar opschalen naar
die resolutie niet wordt ondersteund. Gebruikt u
de Video Monitor Uitgangen dan kunt u 1080p
materiaal niet bekijken, maar 1080i signalen
worden doorgegeven. In alle gevallen, ook wan-
neer het bronsignaal 1080i of 1080p is, ver-
schijnt de semi-OSD (gedeeltelijk in-beeld) infor-
matie niet, ook niet de volumebalk. Full OSD
(volledig in-beeld) verschijnt wel, maar met een
lagere resolutie.
Viewing Preference (voorkeur beeldinstel-
ling): hier kiest u op de fabriek voorgeprogram-
meerde beeldinstellingen die zijn aangepast aan
verschillende typen programmamateriaal. U zult
merken dat wanneer u de instelling verandert,
de Sharpness (scherpte), Brightness (helderheid),
Contrast en Color (kleur) instellingen worden
gewijzigd. De beschikbare opties zijn CINEMA,
SPORT, NATURE en VIVID.
Sharpness (scherpte): de scherpte kan wor-
den ingesteld van 0 tot 100 in stappen van 4-5
eenheden. Wij raden u aan deze instelling zo
laag mogelijk te houden omdat, anders dan u
verwacht, een minder scherp beeld helderder
overkomt. Bovendien vraagt extra scherpte ook
meer videobewerking wat weer kan leiden tot
verminderde synchronisatie met het audiosig-
naal en visuele bijverschijnselen. Niettemin kan
het geen kwaad met deze instelling te experi-
menteren.
Brightness (helderheid): hiermee wordt het
niveau ingesteld dat een zwart beeld geeft. Wij
raden u aan de fabrieksinstelling te handhaven
hoewel het ook hier geen kwaad kan met deze
instelling te experimenteren met behulp van een
testsignaal.
Contrast: deze instelling regelt de verhouding
tussen wit en zwart in het beeld. Wij raden u
aan de fabrieksinstelling te handhaven hoewel
het ook hier geen kwaad kan met deze instelling
te experimenteren met behulp van een testsig-
naal.
Color (kleur): deze instelling regelt de sterkte
van de kleuren in het beeld en kan worden inge-
steld tussen 0 en 100. Kies een instelling waarbij
mensen (huidkleur) en objecten er zo natuurlijk
mogelijk uitzien. Er is geen aanbevolen instelling
en er is niets tegen experimenteren.
Reset: wanneer u wilt terugkeren naar de
fabrieksinstellingen kiest u deze regel en u drukt
op Set
F
.
NEDERLANDS
Bijzondere functies
Bijzondere functies
De AVR 350 is voorzien van een aantal geavan-
ceerde functies, die het apparaat extra flexibel
maken. Ook al is het niet noodzakelijk om deze
extra’s altijd te gebruiken, toch bieden zij vele
extra keuzemogelijkheden, die u wellicht goed
van pas komen.
Display Dimmer
Bij normaal gebruik blijven de display en de indi-
caties op de voorzijde op volle sterkte branden.
U kunt ze echter ook dimmen of uitschakelen als
beschreven op pagina 46. Nog een andere optie
is dat de displays alleen ingeschakeld worden
wanneer op een toets op het front of op de
afstandsbediening wordt gedrukt en dan na een
vaste periode weer uitschakelt.
Om de display op het front langzaam te doven,
drukt u op In-Beeld
L
om het hoofdmenu in
beeld op te roepen. Druk op
/
¤
D
zodat de
knop
System wit wordt gemarkeerd en druk
op Set
F
om het SYSTEM SETUP (systeem
opzet) menu te activeren (afbeelding 32).
Om de display op het front op de fade functie
te zetten drukt u op OSD
L
Afbeelding 32
Met het SYSTEM SETUP menu in beeld
drukt u op
/
Ea
zodat de blauwe cur-
sorbalk de regel
VFD Fade Timeout
markeert. Druk dan op Set
F
en vervolgens
op
/
Ea
zodat de tijdsduur na het
indrukken van een toets en het faden van de dis-
play die u wenst, verschijnt.
Is die tijd ingesteld en het apparaat weer in nor-
maal gebruik teruggekeerd, dan blijven de dis-
plays branden gedurende de gekozen tijd telkens
wanneer een toets op het front of op de
afstandsbediening wordt ingedrukt. Daarna
doven de displays langzaam met uitzondering
van de verlichting rond Standby/In
3
die u er
aan herinnert dat de AVR aan staat. Denk er aan
dat de Fade functie niet werkt wanneer de dis-
plays geheel uitgeschakeld zijn met de toets
Dimmer als aangegeven op pagina 46.
50 BIJZONDERE FUNCTIES
Wanneer u andere items in het SYSTEM
SETUP
menu wilt corrigeren, druk dan op
/
¤
D
om de blauwe cursorbalk op het
gewenste item te plaatsen en druk dan op
Set
F
om een instelling in een ander menu te
maken. Heeft u alle instellingen gemaakt, druk
dan weer op In-Beeld
L
om het menu-
systeem te verlaten.
Volume bij inschakeling
Net als bij de meeste audio/video receivers, zal
de AVR, zodra deze uitgeschakeld wordt, de posi-
tie van de volumeregelaar onthouden. Om een
standaard instelling te krijgen die altijd als u het
systeem aanzet, wordt geactiveerd, dient u het
menu
SYSTEM SETUP (bijzondere functies)
aan te passen. Druk op in-beeld display
L
om het MASTER MENU (afb. 1) op te roepen.
Druk op
D
tot de cursor in beeld naast
SYSTEM SETUP staat. Om het instellen te
starten drukt u op In-Beeld
L
om het hoofd-
menu (afbeelding 1) in beeld op te roepen. Druk
dan op
D
tot de knop System wit is
gemarkeerd. Druk op Set
F
om het
SYSTEM SETUP menu te openen
(afbeelding 32).
Controleer of de blauwe cursorbalk op de regel
Volume Default staat en druk zonodig
op
/
¤
D
. Druk dan op Set
F
gevolgd
door
/
Ea
zodat het woord ON (aan) in
beeld verschijnt en druk weer op Set
F
om te
bevestigen. Druk dan eenmaal op
¤
D
zodat
de blauwe cursorbalk de regel
Default
Volume Set
markeert. Om het startvolume
in te stellen drukt u op Set
F
gevolgd door
/
Ea
of houd deze vast tot het gewenste
niveau wordt aangegeven op de regel
Default Volume Set en druk op Set
F
om te bevestigen. Gebruik NIET de stan-
daard volumeregelaar voor deze instelling.
Opmerking: omdat de instelling van het volume
bij het aanzetten van het systeem niet hoorbaar is
op het moment dat u de instelling maakt, kan het
verstandig zijn de instelling van het volume tevoren
te bepalen. Luister daarvoor naar een willekeurige
bron, stel het volume met de reguliere volumerege-
laar
d
in. Zodra het door u gewenste volume
bereikt is, maakt u een notitie van deze instelling
zodra deze op het onderste derde deel van de dis-
play
Ò
verschijnt (het typische volume verschijnt
als negatief nummer, bijv. -25 dB).Wanneer de
aanpassingen worden uitgevoerd, maak dan
gebruik van toetsen
/
Ea
om deze instel-
lingen in te voeren. In tegenstelling tot de andere
instellingen in het hoofdmenu, blijft het standaard
ingestelde volume van kracht tot deze in dit menu
uitgeschakeld is. Deze instelling blijft derhalve
behouden, ook nadat het systeem uitgeschakeld is.
Wanneer u andere items in het menu wilt
corrigeren, druk dan op
/
¤
D
om de blauwe
cursorbalk op het gewenste item te plaatsen.
Wilt u geen andere instellingen maken, druk dan
weer op In-Beeld
L
om het menusysteem te
verlaten.
Gedeeltelijke in-beeld display
De semi-OSD (gedeeltelijke in-beeld display) plaatst
twee regelige aanwijzingen in het onderste derde
deel van het beeldscherm zodra volume, ingangs-
keuze, surround functie of tuner frequentie dan wel
één van de configuratie instellingen worden gewij-
zigd. Het gedeeltelijk in-beeld display systeem laat,
zodra het volume, de ingangskeuze, de surround-
functie of de afgestemde frequentie, of welke
andere configuratie instelling dan ook gewijzigd is,
in één regel in het onderste deel van het beeld de
status zien. Het gedeeltelijk in-beeld display sys-
teem is handig omdat het via het beeld informatie
over alle wijzigingen en instellingen verschaft,
welke op het front moeilijk leesbaar zijn. Het kan
echter zijn dat u deze displays soms, voor bepaalde
luistersessies, uit wenst te schakelen. Ook kan de
duur dat de informatie in beeld staat worden aan-
gepast. Beide opties zijn binnen de AVR mogelijk.
Om het gedeeltelijk in-beeld display systeem
uit te schakelen, dient u binnen het menu
SYSTEM SETUP (bijzondere functies - Afb.
32) aanpassingen te maken. Om het instellen te
starten drukt u op In-Beeld
L
om het hoofd-
menu op te roepen. Druk op
D
tot de knop
System wit wordt gemarkeerd. Druk op
Set
F
om het SYSTEM SETUP menu te
openen.
In het
SYSTEM SETUP menu controleert u
of de blauwe cursorbalk de regel
Semi OSD
Timeout
markeert. Druk zonodig op
/
¤
D
gevolgd door
a
zodat het woord OFF
(uit) in beeld verschijnt en druk op Set
F
om
de nieuwe instelling te bevestigen.
Merk op dat deze instelling slechts tijdelijk is en
alleen actief is tot de instelling gewijzigd wordt of
de AVR uitgeschakeld wordt. Zodra het systeem
uitgeschakeld is, zal de gedeeltelijke in-beeld dis-
play de voorkeur houden, zelfs indien dit in de
voorgaande luistersessie uitgeschakeld werd.
Om de tijdsduur die de semi OSD display in beeld
blijft te veranderen, gaat u naar de regel
Semi
OSD Timeout
als eerder beschreven en u
drukt op Set
F
. Druk dan op
/
Ea
tot
de gewenste tijd in seconden wordt aangegeven
en druk op Set
F
om de nieuwe instelling te
bevestigen. Merk op dat dit, in tegenstelling tot
de meeste andere opties in dit menu, een perma-
nente wijziging van de instelling is en dat de
invoer van de vervaltijd van kracht blijft tot deze
gewijzigd wordt. Deze instelling blijft bestaan,
ook als het systeem uitgeschakeld wordt.
Wanneer u andere items in het menu wilt corri-
geren, druk dan op
/
¤
D
om de blauwe cur-
sorbalk op het gewenste item te plaatsen. Wilt u
geen andere instellingen maken, druk dan weer
op In-Beeld
L
om het menusysteem te verla-
ten.
Aanpassen van de volledige
in-beeld duur (‘time-out’)
Het systeemmenu FULL OSD (volledig in-
beeld) wordt gebruikt om het wijzigen van instel-
lingen van de AVR via een aantal in-beeld menu’s
te vereenvoudigen. De door de fabrikant inge-
stelde standaard instelling laat de menu’s, wan-
neer gedurende 20 seconden geen activiteit
plaatsvindt verdwijnen. Deze vervaltijd is een
beveiliging om inbranden van de tekst op het
beeldscherm te voorkomen. Desgewenst kan de
duur van het menu in beeld aan de wensen wor-
den aangepast.
Om de vervaltijd van het
FULL OSD (volledig
in-beeld) te wijzigen, gaat u naar het menu
SYSTEM SETUP (bijzondere functies - Afb.
32).
Om het instellen te starten drukt u op In-Beeld
L
om het hoofdmenu op te roepen. Druk op
D
tot de knop System wit wordt gemar-
keerd. Druk op Set
F
om het SYSTEM
SETUP
menu te openen.
In het
SYSTEM SETUP menu controleert u
of de blauwe cursorbalk de regel
Full OSD
Timeout
markeert en druk zonodig op
/
¤
D
gevolgd door
/
Ea
tot de gewenste
tijd in seconden wordt aangegeven en druk op
Set
F
om de nieuwe instelling te bevestigen.
Merk op dat dit, in tegenstelling tot de meeste
andere opties in dit menu, een permanente wijzi-
ging van de instelling betreft en dat de invoer
van de vervaltijd van kracht blijft is tot deze
gewijzigd wordt. Deze instelling blijft dus ook
gelden als het systeem uitgeschakeld wordt.
Wilt u nog andere instellingen in dit menu
maken, druk dan op
/
¤
D
tot de blauwe
cursorbalk de gewenste instelling markeert. Zijn
er geen andere instellingen meer te maken, druk
dan op in-beeld display
L
om het menusys-
teem te verlaten.
Standaard Surround Functie
Bij normaal gebruik zal de AVR zodra een Dolby
Digital of DTS digitaal signaal binnenkomt de
standaard surround functie kiezen en reageren
op de data die op de disc zijn gecodeerd of aan
de digitale video uitzending zijn toegevoegd. In
de meeste gevallen is dit correct, maar u kunt
een andere voorkeur hebben voor een functie bij
Dolby Digital of DTS. De AVR kan zo worden
ingesteld dat deze op de standaard reageert dan
wel de door u gewenste functie inschakelt.
Wilt u de standaard functie kiezen zoals de disc
die aangeeft, dan hoeft u niets te doen. Laat de
standaard fabrieksinstelling op ON (in) staan.
Bijzondere functies
BIJZONDERE FUNCTIES/ TUNER 51
NEDERLANDS
Om de receiver zo in te stellen dat deze de laatst
gebruikte surround functie kiest zodra een Dolby
Digital of DTS bron wordt geactiveerd, drukt u
op
/
¤
D
zodat de blauwe cursorbalk de
regel
Default Surround Mode (stan-
daard surround functie) markeert. Druk op Set
F
gevolgd door
/
Ea
zodat OFF
(uit) verschijnt en de instelling verandert. Druk
weer op Set
F
om de nieuwe instelling te
bevestigen. Het apparaat gebruikt nu de laatste
functie en niet de functie die de disc aangeeft
voor de beide digitale datacodes.
De instelling is niet van toepassing op standaard
PCM digitale ingangen of analoge. In die geval-
len wordt altijd de laatstegebruikte surround of
processor functie voor die ingang toegepast.
Wilt u nog meer instellingen maken, druk dan
op
/
¤
D
tot de blauwe cursorbalk de
gewenste instelling markeert. Wilt u geen verde-
re instellingen maken, druk dan op IN-Beeld
Display
L
om het menu te verlaten.
In-Beeld Display Achtergrondkleur
Wanneer het volledige in-beeld menusysteem in
gebruik is, verschijnt de standaard display met
een egaal blauwe achtergrond met witte karak-
ters. Desgewenst kunt u kiezen voor een egaal
zwarte achtergrond als standaard. De instelling
kan worden gewijzigd door op OSD
L
te
drukken en het MASTER MENU op te
roepen. Gebruik
/
¤
D
om naar
ADVANCED te gaan en druk op Set
F
om
het
ADVANCED SELECT menu te kiezen.
Druk weer op
/
¤
D
om naar de regel
OSD BACKGROUND te gaan. Zodra BLUE
verschijnt, komen de volledige In-Beeld menu’s
in beeld met een egaal blauwe achtergrond.
Druk op
/
Ea
tot BLACK verschijnt
om volledige in-beeld menu’s met een egaal
zwarte achtergrond te krijgen.
Deze instelling blijft bewaard ook wanneer de
AVR in standby wordt gezet.
Wilt u nog andere instellingen maken, druk dan
op
/
¤
D
tot de in-beeld cursor naast
BACK TO MASTER MENU (terug naar
hoofdmenu) staat en druk op Set
L
. Wilt u
geen andere instellingen meer maken, druk dan
op OSD
L
om het menusysteem te verlaten.
Tuner
Gebruik van tuner
De AVR 350 is geschikt voor de ontvangst van
MG, FM en FM stereo zenders plus de ontvangst
van RSD-gegevens. Zenders kunnen met de hand
worden afgestemd, of worden opgeslagen als
voorkeurzenders en weer worden opgeroepen uit
een geheugen met een capaciteit voor 30 posi-
ties.
Zenderkeuze
1. Druk op MG/FM keuze
6
op de afstands-
bediening om de tuner als ingang te kiezen, of
door op de voorzijde op ingangskeuze
%
te
drukken tot de tuner geactiveerd is, dan wel door
direct op MG/FM keuze
!
te drukken.
2. Druk nogmaals op MG/FM keuze
6
of op
de MG/FM keuze
!
om tussen MG en FM om
te schakelen, tot het gewenste bereik wordt aan-
gegeven.
3. Druk op tunerfunctie
I
op de afstandsbe-
diening of houd FM/MG keuze
!
op het front-
paneel 3 seconden ingedrukt om handafstem-
ming of automatische afstemming te kiezen.
Drukt u op deze toets zodat
AUTO in de dis-
play
Ò
verschijnt dan zal door op Afstemmen
8
J
te drukken de tuner gaan zoeken naar de
eerstvolgende hoger of lager gelegen zender die
met voldoende signaal binnenkomt. De indicatie
AUTO ST TUNED verschijnt kort wanneer de
tuner stopt bij een stereo FM zender, of een
AUTO TUNED indicatie wanneer een MG of
een FM mono zender is afgestemd. Druk nog-
maals op de afstemtoetsen om naar de eerstvol-
gende zender te gaan.
Wordt op de toets gedrukt zodat
MANUAL in
de display
Ò
verschijnt zal de afgestemde fre-
quentie bij elke druk één stap omhoog of omlaag
gaan. Ontvangt de tuner een signaal dat sterk
genoeg is voor goed ontvangst dan verschijnt
MANUAL TUNED in de display
Ò
.
4. Ook kan er op zenders afgestemd worden door
eerst op direct
J
te drukken en vervolgens
met de cijfertoetsen
H
de frequentie van de
zender in te voeren. Denk er aan dat voor het
invoeren van nummers boven de 100 eerst de ‘1’
en niet de ‘10’ gekozen moet worden, de eerste
‘0’ wordt automatisch toegevoegd. Wanneer het
laatste cijfer van de frequentie ingevoerd is wordt
automatisch op de gewenste zender afgestemd.
Mocht u bij het invoeren van de frequentie een
verkeerde toets drukken, druk dan op wissen
X
om de frequentie opnieuw in te voeren.
Opmerking: wanneer de FM-ontvangst van een
stereozender zwak is, wordt de audiokwaliteit
verbeterd door naar mono om te schakelen door
op Tunerfunctie
I
op de afstandsbediening
of op Ontvangstbereik
!
op de voorzijde te
drukken. Daarop verschijnt kort
MANUAL in de
display
Ò
en dooft vervolgens.
Opslaan voorkeurzenders
Er kunnen 30 zenders worden opgeslagen in het
geheugen van de AVR, die gemakkelijk kunnen
worden opgeroepen via de toetsen op het front-
paneel, dan wel via de afstandsbediening. Om
een zender in het geheugen op te slaan, stemt u
eerst op de zender af door de hierboven beschre-
ven stappen uit te voeren en dan:
1. Druk op Geheugen
Y
op de afstands-
bediening. Nu verschijnen twee streepjes in de
display
Ò
.
2. Binnen vijf seconden kiest u met de cijfer-
toetsen
H
de positie waarop u de zender wilt
opslaan. Het nummer verschijnt in de
Display
Ò
.
3. Herhaal deze procedure voor alle zenders die u
vast wilt leggen.
Oproepen van voorkeurzenders
• Om een eerder in het geheugen vastgelegde
zenders met de hand te kiezen, drukt u op de cij-
fertoetsen
H
overeenkomend met de
gewenste zender in het geheugen.
• Om stap voor stap de zenders in het geheugen
te doorlopen drukt u op voorkeurposities op
de voorzijde, of op voorkeuze hoger/lager
#
W
op de afstandsbediening.
52 TUNER
Tuner
Wat is RDS
De AVR is uitgerust met RDS (Radio Data
System), dat op FM radio een breed scala aan
informatie biedt. RDS wordt nu in vele landen
gebruikt en is een systeem voor het zenden van
zendernamen of netwerkinformatie, een
aanduiding van het programmatype van de zen-
der, tekstboodschappen of muziekspecificaties en
de juiste tijd.
Aangezien steeds meer FM-zenders met RDS
werken, kan de AVR dienen als een gemakkelijk
te gebruiken bron voor zowel informatie als
amusement. Dit hoofdstuk helpt u het RDS-sys-
teem maximaal te benutten.
RDS Afstemmen
Wanneer een FM-zender afgestemd is en het sig-
naal bevat RDS-data geeft de AVR automatisch
de naam van de zender of een programmaservice
aan in de display
Ò
.
RDS aanwijzingen
Het RDS-systeem biedt een breed aanbod aan
informatie die als aanvulling op de zendernaam
verschijnt wanneer voor het eerst op de zender
wordt afgestemd. Bij normaal RDS gebruik zal de
display de naam van de zender, zendgemachtig-
de of de oproepletters aangeven. Door op RDS
functies
^
V
te drukken kunt u door de ver-
schillende soorten informatie schakelen, in deze
volgorde:
• Zendernaam (soms, zoals in Nederland, b.v. de
naam van de omroep).
• Zendfrequentie (FREQ).
• Programmasoort (
PTY) zoals in onderstaand
overzicht aangegeven.
Opmerkingen:
Veel zenders zenden geen specifieke PTY uit, in
welk geval de display NONE(geen) aangeeft.
• Radiotekst (
RT) met een specifiek bericht via
de zender die uitzendt. Denk er aan dat, indien
de melding langer is dan de 8 posities van de
display, de tekst zal doorlopen. Afhankelijk van
de kwaliteit van het signaal, kan het tot 30
seconden duren voordat de melding verschijnt.
Zodra RT is gekozen, zal het woord
TEXT
(tekst) knipperend in de display verschijnen.
• Juiste tijd. Denk er aan dat het 2 minuten kan
duren voordat de tijd verschijnt. In de tussentijd
zal het woord TIME in display knipperen,
wanneer CT (clock time) gekozen is.
De nauwkeurigheid van de tijdmelding wordt
bepaald door de zender, niet door de AVR.
Sommige RDS zenders gebruiken niet alle
functies. Worden gegevens voor de gekozen
functie niet verzonden, dan zal de display
Ò
de aanwijzing NO TYPE, NO TEXT, of
NO TIME (geen soort, geen tekst, geen tijd) na
enige tijd laten zien.
In iedere FM functie heeft RDS een voldoend
sterk signaal nodig om correct te functioneren.
Programmasoort (PTY)
Een belangrijke eigenschap van RDS is de moge-
lijkheid programmacodes voor de soort program-
ma’s (PTY – Program Type) mee te zenden. Deze
codes geven het type programma van de uitzen-
ding aan. De onderstaande lijst geeft alle PTY
afkortingen aan, met toelichting:
• (
ALLEEN RDS)
TRAFFIC (verkeer)
NEWS: nieuws
AFFAIRS: actualiteiten
INFO: algemene informatie
SPORT: sport
EDUCATE: educatief
DRAMA:drama
CULTURE: cultuur
SCIENCE: wetenschap
VARIED: gevarieerde praatprogramma’s
POP : populaire muziek
ROCK: rockmuziek
MOR: middle of the Road-muziek
LIGHT: licht klassieke muziek
CLASSICS: ernstige klassieke muziek
OTHER M: andere muziek
WEATHER: weerbericht
FINANCE: financiële informatie
CHILDREN: kinderprogramma’s
SOCIAL: sociale zaken
RELIGION: religieuze uitzendingen
PHONE IN: telefoon talkshows
TEST: test
TRAVEL: reis- en toeristische informatie
LEISURE: hobby en vrije tijd
JAZZ: jazz muziek
COUNTRY: country muziek
NATION: nationale muziek
OLDIES: goud van oud
FOLK M: volksmuziek
DOCUMENT: documentaire
TEST: nood test
ALARM: noodinformatie
Op de volgende wijze kunt u een specifiek
programmatype (PTY) zoeken:
1. Druk op RDS
^
V
tot de huidige PTY in de
display
Ò
aangegeven wordt.
2. Terwijl PTY wordt aangegeven drukt u op
voorkeurposities up/down
#
W
of houdt
deze vast om snel door de beschikbare PTY te
schakelen als hiervoor aangegeven, te beginnen
met de PTY die momenteel wordt ontvangen. Om
te zoeken naar een zender die RDS uitzendt
drukt u op voorkeurposities up/down
#
W
tot RDS ONLY (alleen RDS) in de display
verschijnt.
3. Druk op een van de toetsen afstemmen
)
K
; de tuner begint de FM-band naar boven
of beneden te doorzoeken op de eerste zender
die RDS-gegevens uitzendt die overeenkomen
met de gewenste keuze en voldoende sterk is
voor kwaliteitsontvangst.
4.De tuner een complete scan van de gehele FM-
band en zoekt naar de eerstvolgende zender het
gevraagde PTY type èn een acceptabele ont-
vangst biedt. Wordt zo’n zender niet gevonden,
verschijnt gedurende enkele seconde de melding
NONE (geen) en keert de tuner terug naar de
zender die gekozen was voordat het zoeken
begon.
Opmerkingen:
Sommige zenders zenden voortdurende verkeers-
informatie uit. Deze zenders kunnen gevonden
worden door
TRAFFIC (verkeer) te kiezen,
een optie onder
NEWS (nieuws) in het over-
zicht. De AVR zoekt de eerstvolgende zender, ook
wanneer die geen verkeersinformatie uitzendt
tijdens het zoeken.
NEDERLANDS
PROGRAMMEREN AFSTANDSBEDIENING 53
De AVR 350 is voorzien van een krachtige
afstandsbediening, die niet alleen de functies van
de receiver bedient, maar tevens de meest gang-
bare merken audio en video apparatuur, inclusief
CD-spelers, TV-systemen, kabelsystemen, VCR’s
(videorecorders) satellietontvangers en andere
thuisbioscoop apparatuur. Zodra de AVR eenmaal
is geprogrammeerd met de codes voor de door u
gebruikte apparatuur, is het mogelijk om de
meeste andere afstandsbedieningen te laten
vervallen en te vervangen door slechts één,
universele afstandsbediening.
Programmeren Afstandsbediening
met Codes
Af fabriek is de afstandsbediening geprogram-
meerd voor alle AVR functies, plus die voor de
meeste Harman Kardon CD-wisselaars, DVD-spe-
lers, CD-spelers en cassettedecks, plus die voor het
navigeren van de Apple iPod. Bovendien kunt u,
door één van de onderstaande methoden te vol-
gen, de afstandsbediening programmeren op een
groot aantal apparaten van andere fabrikanten.
Codes rechtstreeks invoeren
Dit is de gemakkelijkste manier om uw afstands-
bediening te programmeren op verschillende
producten:
1. Gebruik de tabellen in de afzonderlijke code-
lijst om de driecijferige code of codes voor zowel
het type product (b.v. TV, VCR) als voor de merk-
naam. Vindt u meer dan één nummer is voor een
apparaat, probeer dan de verschillende mogelijk-
heden.
2. Schakel het apparaat in dat u in de afstands-
bediening van de AVR wilt programmeren.
3. Druk op ingangskeuze
4
voor het type
product dat u wilt programmeren en muting
c
en houd beide vast. Zodra de
programma
2
amber wordt en knippert laat
u de toetsen los. Begin de volgende stap binnen
20 seconden.
4. Wanneer het apparaat dat u wilt programme-
ren op afstand in/uit geschakeld kan worden gaat
u als volgt verder:
a. Richt de afstandsbediening van de AVR op het
te programmeren apparaat en voer de eerste
driecijferige code in met de cijfertoetsen
H
. Wanneer het apparaat dat u program-
meert nu uitgeschakeld wordt heeft u de juiste
code. Druk nogmaals op de ingangskeuze
4
en zie dat het rode lichtje onder de
ingangskeuze driemaal knippert en dooft als
bevestiging van de invoer.
b. Wordt het apparaat dat u programmeert niet
uitgeschakeld, voer dan een andere driecijferi-
ge code in tot het apparaat wel uitschakelt.
Dat is dan de juiste code. Druk weer op
ingangskeuze
4
en zie dat de rode indica-
tie onder de ingangskeuze driemaal knippert
en dooft om de invoer te bevestigen.
5. Wanneer het inschakelen van het te program-
meren apparaat niet lukt via de afstandsbedie-
ning, volg dan onderstaande stappen (max. 20
seconden na stap 3, anders moet eerst stap 3
worden herhaald):
a. Voer de eerste driecijferige code in met de
cijfertoetsen
H
en druk weer op de
ingangskeuze
4
. Druk op een willekeurige
transportfunctie die op afstand kan worden
bediend, b.v. pauze of weergave
P
.
Wanneer het apparaat dat u programmeert nu
werkt is de juiste code ingevoerd.
b. Werkt de functie die werd ingetoetst van het
apparaat niet, herhaal dan de stappen 3 en 5a
hierboven met het volgende driecijferige code-
nummer in de tabel voor dat merk en type pro-
duct, tot het apparaat wel reageert.
6. Probeer alle functies op de afstandsbediening
uit, om er zeker van te zijn dat het product goed
werkt. Bedenk dat vele fabrikanten een aantal
verschillende combinaties gebruiken, het is daar-
om een goed idee niet alleen te controleren of
het commando voor inschakelen, maar ook of
volume, kanaal en transport naar behoren
werken. Als de functies niet goed werken heeft u
waarschijnlijk een andere code nodig.
7. Wanneer het apparaat op geen enkele inge-
voerde code reageert, de gezochte code niet in
de tabellen voorkomt, of niet alle functies correct
werken, probeer dan de afstandsbediening te
programmeren met Automatisch Zoeken.
Opmerking bij gebruik AVR afstandsbedie-
ning met een Harman Kardon CD Recorder.
Af fabriek is de afstandsbediening geprogram-
meerd voor het bedienen van Harman Kardon CD-
spelers. Tevens kunnen de meeste functies van de
Harman Kardon CD-recorders (zie functieoverzicht
op pagina 58-59) nadat de code ‘002’ wordt inge-
voerd op CD keuze
4
als eerder beschreven.
Om terug te keren naar de CD speler besturing
dient de code ‘001’ ingevoerd te worden.
Automatisch Zoeken
Wanneer het apparaat dat u in de afstandsbedie-
ning van de AVR wilt opnemen niet in de tabellen
voorkomt of deze niet correct lijkt te werken, kunt
u proberen de juiste code te programmeren met
Automatisch Zoeken. Merk op dat de automati-
sche zoekmethode uitsluitend werkt voor appara-
ten met een op afstand bediende aan/uit-functie:
1. Zet het product dat u wilt programmeren op
de afstandsbediening van de AVR aan.
2. Druk de ingangskeuze
4
voor het bedoel-
de product (b.v. VCR, TV) en de muting
c
gelijktijdig in. Zodra de programma
2
amber
wordt en knippert, laat u de toetsen los. Voer de
volgende stap binnen 20 seconden uit.
3. Om er achter te komen of de volgende stap
voorgeprogrammeerd is richt u de afstandsbedie-
ning van de AVR op het apparaat dat u wilt pro-
grammeren en u drukt op
D
en houdt deze
vast. Nu wordt elke keer dat de rode indicatie
onder ingangskeuze
4
knippert een reeks
codes uit de ingebouwde database van de
afstandsbediening uitgezonden. Zodra het appa-
raat dat geprogrammeerd moet worden uitschakelt
laat u toets
D
los. Denk er aan dat het een
paar minuten kan duren voordat de juiste code is
gevonden en het apparaat uitgeschakeld wordt.
4. Wordt
niet losgelaten zodra het apparaat uit-
schakelt, dan wordt de juiste code weer ‘over-
schreven’, doe daarom een test: schakel het appa-
raat weer in en, terwijl de ingangskeuze
4
rood oplicht drukt u eenmaal op
D
en dan
ook eenmaal op
¤
D
. Schakelt het apparaat nu
uit, dan was de juiste code gevonden, zo niet dan
is deze ‘overschreven’. Om de juiste code terug te
vinden drukt u terwijl de rode indicatie onder
ingangskeuze
4
nog brandt meermaals (niet
vasthouden) op
¤
D
om terug te gaan door de
codes en let goed op de reactie bij elke keer dat u
indrukt. Zodra het apparaat uitgeschakeld wordt
heeft u de juiste code gevonden.
5. Druk weer op de ingangskeuze
4
en merk
op dat de rode indicatie driemaal knippert en dan
dooft ter bevestiging van de invoer.
6. Probeer alle functies op de afstandsbediening
om er zeker van te zijn dat het product werkt.
Vergeet niet dat veel fabrikanten een aantal
verschillende codecombinaties gebruiken, en het is
goed te controleren dat niet alleen de aan-/uit
schakelaar van de voeding werkt, maar ook dat
volume, kanaal en transport goed werken.Als niet
alle functies goed werken, kunt u de automatische
zoekmethode gebruiken om een andere code te
zoeken, of om een code direct in te voeren.
Controleren van codes
Wanneer de code is ingevoerd met de automati-
sche zoekmethode, is het altijd goed om de
exacte code te kennen, zodat deze zonodig later
gemakkelijk opnieuw kan worden ingevoerd.
U kunt ook de codes uitlezen om te controleren
welk apparaat geprogrammeerd is op een
specifieke keuzetoets.
1. Druk de ingangskeuze
4
voor het be-
doelde product (b.v. VCR, TV) en de muting
c
gelijktijdig in. Zodra de programma
2
amber
wordt en knippert, laat u de toetsen los. Voer de
volgende stap binnen 20 seconden uit.
2. Druk op instellen
F
. De indicatie pro-
gramma
2
knippert groen in een tempo dat
overeenkomt met de driecijferige code, met
steeds één seconde pauze tussen de cijfers. Tel
het aantal knipperingen tussen de pauzes om de
code te achterhalen. Eenmaal knipperen is 1,
tweemaal is 2, enzovoort. Snel achtereen
driemaal knipperen staat voor ‘0’.
Voorbeeld: één maal knippen, gevolgd door een
pauze van één seconde, met daarop zes maal
knipperen, gevolgd door een pauze van één
seconde, afgesloten met 4 maal knipperen, geven
de code 164 aan.
Programmeren afstandsbediening
54 PROGRAMMEREN AFSTANDSBEDIENING
Programmeren afstandsbediening
Noteer hier voor later gebruik de installatiecodes
van de apparatuur in uw systeem:
DVD ____________ CD ________________
VID1/VCR ________ VID3/TV __________
VID2/CBL/SAT ______________________
TAPE ______________________________
VID4 ______________________________
Codes ‘leren’ via
de afstandsbediening
Naast het gebruik van de interne database met
de codes van de afstandsbediening, heeft de
AVR 350 de mogelijkheid om van de andere
afstandsbedieningen, die niet in de interne data-
base voorkomen, te ‘leren’. Tevens kunt u deze
functie gebruiken om codes aan een voorgepro-
grammeerd apparaat toe te voegen (‘overschrij-
ven’). Om codes van een IR afstandsbediening te
leren of over te dragen naar de AVR 350, dient u
als volgt te werk te gaan:
1. Plaats de voorzijde van de afstandsbediening
die de code verzendt, zodanig dat deze naar het
IR ZENDER VENSTER
1
van de afstandsbe-
diening van de AVR 350 (kop aan kop) wijst. Leg
de beide afstandsbedieningen op een onderlinge
afstand van 2 tot 4 cm van elkaar.
2. Kies de toets op de afstandsbediening die u
keuzetoets voor dat apparaat wilt gaan gebrui-
ken. Dit dient één van de via de ingangskeuze
4
of de AVR keuze
5
te zijn. Denk er aan
dat wanneer nieuwe codes worden geprogram-
meerd met de AVR keuze
5
deze niet langer
de AVR 350 besturen.
3. Druk tegelijkertijd op ingangskeuze
45
en programmeren
h
. Houd beide toetsen
ingedrukt tot de programma/SPL indicatie
2
amber knippert en de indicatie onder de
keuze rood wordt. Laat nu de toetsen los en voer
de volgende stap binnen 20 seconden uit.
4. Druk nu de toets op de afstandsbediening van
de AVR 350 in die u wilt programmeren. Merk op
dat de programma/ SPL indicatie
2
stopt
met knipperen.
Belangrijk: niet alle toetsen op de afstands-
bediening zijn programmeerbaar. De volgende
toetsen zijn niet programmeerbaar (zie ook
tekening op pagina 11):
4
,
7
,
8
,
B
,
I
,
O
,
Q
,
S
,
Y
,
c
,
e
,
h
.
In deze gevallen blijft programma/SPL
2
knipperen nadat de toets wordt losgelaten.
5. Programma/SPL
2
dooft, de rode indicatie
onder de ingangskeuze knippert eenmaal en
programma/SPL
2
knippert driemaal groen
als teken dat de codes gewist zijn.
Opmerking: wanneer programma/SPL
2
rood wordt in stap 5, is het programmeren niet
geslaagd is het programmeren niet gelukt.
Herhaal de stappen om te zien of de code wil
‘pakken’. Blijft de indicatie rood knipperen in
stap 5, dan is programmeren van deze stap niet
mogelijk.
6. Herhaal de stappen 4 t/m 5 voor iedere toets
van de afstandsbediening van de ‘bron’ die u in
de AVR 350 wenst te programmeren.
7. Zijn alle codes van de originele afstandsbe-
diening eenmaal overbracht op de afstands-
bediening van de AVR 350, druk dan op
programmeren
h
. Alle LED’s doven nu en
het programmeren wordt verlaten.
8. Herhaal de stappen 1 tot 7 voor alle extra
afstandsbedieningen die u op de afstandsbe-
diening van de AVR 350 wilt programmeren.
Wissen geprogrammeerde codes
U kunt de code die op een enkele toets in de
afstandsbediening van de AVR 350 is opgeslagen
verwijderen of wissen, maar ook alle codes van
één bepaald apparaat, dan wel alle codes die in
de afstandsbediening zijn opgeslagen.
Het wissen van één enkele code gepro-
grammeerd van een bepaald apparaat
gaat als volgt:
1. Druk tegelijkertijd op de ingangskeuze
45
waarbinnen de toets die u wilt wissen is
geprogrammeerd en op programmeren
h
.
2. Zodra de LED onder de ingangskeuze rood
wordt en de programma/SPL indicatie
2
amber knippert, laat u de toetsen los.
3. Druk op ingangskeuze
45
waarbinnen
de toets die u wilt wissen is geprogrammeerd en
laat los.
4. Druk driemaal op 7
H
.
5. Druk op de afzonderlijke toets waarvan u de
code wilt wissen en laat deze los. De
programma/SPL indicatie
2
knippert
tweemaal groen en wordt weer amber.
6. Om andere functies voor hetzelfde apparaat te
wissen herhaald u punt 5.
7. Wanneer alle functies die u wilt wissen zijn
verwijderd drukt u op programmeren
h
om
de procedure af te ronden.
Om alle codes voor een bepaald apparaat
te wissen gaat u als volgt te werk:
1. Druk tegelijkertijd op ingangskeuze
45
waarvoor u de codes wilt wissen en op
programmeren
h
.
2. Zodra de rode LED onder de ingangskeuze
rood oplicht en de programma/SPL indicatie
2
amber knippert, laat u de toetsen los.
3. Druk weer op dezelfde ingangskeuze
45
waarvan u de codes wilt wissen en laat
deze los.
4. Druk driemaal op 8
H
.
5. Programma/SPL
2
dooft, de rode indicatie
onder de ingangskeuze knippert eenmaal en na
enige seconden knippert programma/SPL
2
driemaal groen als teken dat de codes gewist
zijn.
Om alle codes die geprogrammeerd zijn
voor alle apparaten te wissen, gaat u als
volgt te werk:
1. Druk tegelijkertijd op een willekeurige
ingangskeuze
45
en tevens op
programmeren
h
.
2. Zodra de rode LED onder de ingangskeuze
rood oplicht en de programma/SPL indicatie
2
amber knippert, laat u de toetsen los.
3. Druk weer op dezelfde ingangskeuze
45
en laat deze los.
4. Druk driemaal op 9
H
.
5. Programma/SPL
2
dooft, de rode indicatie
onder de ingangskeuze knippert eenmaal en na
enige seconden knippert programma/SPL
2
driemaal groen als teken dat de codes gewist
zijn.
NEDERLANDS
PROGRAMMEREN AFSTANDSBEDIENING 55
Programmeren afstandsbediening
Programmeren met macro’s
Met macro’s kunt u gemakkelijk veelgebruikte
combinaties van bevelen vastleggen en met één
druk op een knop van de afstandsbediening van
de AVR uitvoeren. Eenmaal geprogrammeerd kan
een macro maximaal 19 verschillende codes van
de afstandsbediening in een vooraf vastgelegde
volgorde uitzenden, om bijvoorbeeld het systeem
in te schakelen, bronnen te veranderen, en ande-
re veelgebruikte handelingen uit te voeren. De
AVR afstandsbediening kan maximaal vijf ver-
schillende macro combinaties opslaan, één in
combinatie met de netschakelaar
3
, en vier
andere die toegankelijk zijn via de toets macro
U
.
1. Begin het programmeren door tegelijkertijd op
mute
c
te drukken en op de macro
U
die
u wilt programmeren, of op netschakelaar
3
. Merk op dat de laatst gebruikte toets
ingangskeuze rood zal oplichten en program-
ma
2
knippert amber.
2. Voer de stappen voor de macro reeks in door
op de toets voor het bedoelde bevel te drukken.
Hoewel de macro maximaal uit 19 stappen kan
bestaan, telt elke handeling, ook het omschake-
len naar een ander apparaat, als een stap
Programma
2
knippert tweemaal groen ter
bevestiging elke toetsdruk tijdens het invoeren.
Opmerking: druk voor het invoeren van een
inschakelbevel van een apparaat tijdens het
invoeren van een macro op muting
c
.
Druk NIET op inschakelen
3
.
Vergeet niet de juiste ingangskeuze
4
in
te drukken voordat u naar een ander apparaat
omschakelt. Dat geldt ook voor AVR keuze
5
zolang deze niet rood oplicht en AVR functies
worden geprogrammeerd.
3. Wanneer alle stappen zij ingevoerd drukt u op
sluimerfunctie
9
om de bevelen op te
slaan. De rode indicatie onder de ingangs-
keuze
45
knippert en dooft, waarop
Programma
2
tweemaal groen knippert als
teken dat de macro geprogrammeerd is.
Voorbeeld: om de Macro 1
U
toets te pro-
grammeren zodat de AVR, TV en een sat-ontvan-
ger worden ingeschakeld, handelt u als volgt:
• Druk tegelijkertijd op macro 1
U
en op
muting
c
en laat deze los.
• Denk er aan dat de programma
2
amber
zal knipperen.
• Druk op AVR keuze
5
.
• Druk op muting
c
om het inschakelen van
de AVR op te slaan.
• Druk op VID 2 ingangskeuze
4
om de
volgende stap – TV inschakelen – in te voeren.
• Druk op muting
c
om het inschakelen van
de TV op te slaan.
• Druk op VID 3 ingangskeuze
4
om de
volgende stap – SAT-ontvanger inschakelen – in
te voeren.
• Druk op muting
c
om het inschakelen van
de SAT-ontvanger op te slaan.
• Druk op sluimerfunctie/kanaal hoger
9
om het proces af te ronden en de macro op te
slaan.
Na deze stappen uitgevoerd te hebben zullen al
deze apparaten worden ingeschakeld zodra u op
Macro 1
U
drukt.
Wissen macro’s
Op de volgende wijze kunt u bevelen die in een
macro zijn ondergebracht wissen:
1. Druk tegelijk op muting
c
en op de toets
macro
U
waarop de bevelen die u wilt wis-
sen zijn opgeslagen.
2. Denk er aan dat Programma
2
amber
knippert en dat de rode LED onder de laatst
gebruikte ingangskeuze
45
op zal lich-
ten.
3. Binnen tien seconden drukt u op surround-
functie keuze/kanaal lager
A
.
4. De rode LED onder de ingangskeuze dooft
en de programma
2
wordt groen, knippert
driemaal en dooft.
5. Zodra de programma
2
dooft is de macro
is gewist.
Geprogrammeerde apparaatfuncties
Wanneer de afstandsbediening van de AVR is
geprogrammeerd op de codes van andere appa-
raten, drukt u op de juiste ingangskeuze
4
om de afstandsbediening om te schakelen van
bediening van de AVR naar het andere product.
Drukt u op een van deze toetsen, dan zal deze
kort oplichten, om aan te geven dat de bedie-
ning op een ander apparaat is overgeschakeld.
Bedient u een ander apparaat dan de AVR, hoe-
ven de toetsen niet altijd overeen te komen met
de functie die op de afstandsbediening of toets
staat aangegeven. Sommige opdrachten, zoals
de cijfertoetsen, zijn dezelfde als bij de AVR.
Andere toetsen veranderen van functie en
corresponderen met de secundaire indicatie op
de afstandsbediening. Voorbeeld: de sluimer- en
surround functietoetsen fungeren ook als
programma hoger/lager toetsen bij de bediening
van een TV-toestel, videorecorder of satelliet-
ontvanger.
Soms klopt echter ook de opgedrukte functie
niet. Raadpleeg dan de tabel op pagina 58-59
om te zien welke functie een toets bedient. Kies
in de tabel eerst het type apparaat dat u bedient
(b.v.TV, VCR) en vervolgens kijkt u naar de
afbeelding van de afstandsbediening op pagina
58. Om het gemakkelijk te maken zijn de toetsen
genummerd.
Om er achter te komen welke functie een toets
voor een specifiek apparaat bestuurt, zoekt u
het nummer van de toets in het Functie
Overzicht en dan kijkt u in de kolom naar het
apparaat dat u bestuurt. Bijvoorbeeld, toets
nummer 45 is de ‘Direct’ toets voor de AVR,
maar is ook de toets ‘favoriet’ bij veel kabel-TV
en satellietontvanger set-top boxen.Toets num-
mer 31 is de vertraging voor de AVR, maar
open/dicht voor CD-spelers.
Denk er aan dat de nummers die gebruikt wor-
den om de toetsfuncties te beschrijven als hier-
boven en op pagina 58, bedoeld zijn om aan te
geven hoe een toets een aantal andere num-
mers kan besturen, dan die welke in de rest van
deze handleiding gebruikt worden om de toets-
functies van de AVR te beschrijven.
56 PROGRAMMEREN AFSTANDSBEDIENING
Programmeren afstandsbediening
Belangrijk bij het gebruik van de
afstandsbediening van de AVR met andere
apparaten
• Fabrikanten kunnen verschillende codesets
gebruiken voor dezelfde productcategorie.
Daarom is het belangrijk dat u controleert of de
code die u heeft ingevoerd wel op alle functies
werkt. Als blijkt dat niet alle functies werken,
controleer dan of er een andere code is die meer
functies kan besturen.
Afhankelijk van merk en type is het mogelijk
dat de functies zoals opgesomd in het functie
overzicht, niet overeenstemmen met het juiste
commando voor een functie, terwijl het apparaat
op het commando reageert. In dat geval is het
verstandig de reactie van het apparaat te note-
ren op dezelfde regel van de tabel, of een aparte
notitie te maken.
Wordt een toets ingedrukt op de afstands-
bediening van de AVR, dan moet de rode indica-
tie onder de ingangskeuze
45
vóór het
te bedienen product kort knipperen. Knippert het
echter wel voor sommige, maar niet voor alle
functies van een bepaald product, betekent dat
NIET dat er een probleem is met de afstands-
bediening, maar dat er geen functie geprogram-
meerd is voor de toets die ingedrukt werd.
Volume doorschakelen
De afstandsbediening van de AVR kan worden
geprogrammeerd om volume hoger/lager
d
en muting
c
van zowel de TV als de
AVR in combinatie met elk apparaat dat door de
afstandsbediening wordt bestuurd. Voorbeeld:
daar de AVR waarschijnlijk wordt gebruikt als
het geluidssysteem bij TV-kijken, kan het handig
zijn het volume van de AVR te regelen, hoewel
de afstandsbediening is omgeschakeld op de TV.
Zowel de volumeregeling van de AVR als van de
TV kan gecombineerd worden met elk van de op
afstand bestuurde apparaten.
Om de afstandsbediening van de volumerege-
laar door te schakelen gaat u als volgt te werk:
1. Druk tegelijk op de ingangskeuze
4
voor
het apparaat dat u aan de volumeregelaar wilt
koppelen en muting
c
tot de rode indicatie
onder de ingangskeuze
4
op lichte en merk
op dat programma
2
amber knippert.
2. Druk op volume hoger
d
en merk op dat
programma
2
stopt amber te knipperen.
3. Druk op AVR keuze
5
of op ingangs-
keuze
4
, afhankelijk van welke volumerege-
ling u wilt koppelen aan het doorschakelen. De
programma
2
knippert driemaal groen en
dooft als bevestiging van de invoer.
Voorbeeld: om de volumeregelaar van de AVR
te activeren ondanks het feit dat deze gescha-
keld is op de TV, drukt u eerst tegelijk op
Video/TV
Y
en muting
c
. Vervolgens
drukt u op Volume hoger
d
, gevolgd door
AVR keuze
5
.
Opmerking: wanneer u wilt terugkeren naar de
oorspronkelijke configuratie van de afstandsbe-
diening na een doorschakeling van het volume
geprogrammeerd te hebben, herhaalt u deze
stappen. U dient echter dezelfde ingangskeuze
te gebruiken in de stappen één en drie.
Kanaalkeuze doorschakelen
De afstandsbediening van de AVR kan gepro-
grammeerd worden zodat de kanaalfunctie van
de toetsen sluimer
9
en surround
A
voor TV, kabel of satelliet gebruikt kan worden in
combinatie met één van de andere apparaten
die op afstand worden bestuurd. Voorbeeld: bij
het besturen van de VCR wilt u wellicht een
ander kanaal kiezen op de kabel- of satelliet-
aansluiting zonder eerst van de afstandsbedie-
ning van het andere apparaat te hoeven terug-
schakelen naar bediening van de AVR. Om de
afstandsbediening te programmeren op door-
schakeling van de kanaalkeuze, volgt u deze
stappen:
1. Druk tegelijk op ingangskeuze
4
voor het
apparaat waaraan u de kanaalkeuze wilt koppelen
en op muting
c
tot de rode indicatie onder de
ingangskeuze oplicht en de programma
2
knippert in amber.
2. Druk op volume lager
d
en merk op dat
programma
2
stopt amber te knipperen.
3. Druk op AVR keuze
5
of op ingangskeuze
4
, afhankelijk van welk apparaat u wilt koppe-
len aan het doorschakelen. De programma
2
knippert driemaal groen en dooft als bevestiging
van de invoer.
Voorbeeld: om de kanalen van de TV te veran-
deren terwijl de afstandsbediening op de VCR is
geschakeld, drukt u eerst tegelijk op VID 1/VCR
ingangskeuze
4
en op muting
c
. Laat
de toetsen los en druk op volume lager
d
,
gevolgd door VID 2/TV ingangskeuze
4
.
Opmerking: om de doorschakeling van de
kanaalkeuze te verwijderen en de oorspronkelij-
ke configuratie weer te kunnen gebruiken,
herhaalt u de stappen hierboven. Druk echter op
dezelfde ingangskeuze in de stappen één en
drie.
PROGRAMMEREN AFSTANDSBEDIENING 57
NEDERLANDS
Programmeren afstandsbediening
Transport doorschakelen
De afstandsbediening van de AVR kan gepro-
grammeerd worden zodat de transportfuncties
P
(weergave, stop, snel vooruit, snel achteruit,
pauze en opname) van een VCR, DVD of CD in
samenhang met de andere functies zullen wer-
ken met een van de andere apparaten die door
de afstandsbediening worden bestuurd. Voor-
beeld: bij gebruik en bediening van de TV kunt u
de VCR of DVD willen starten of stoppen, zonder
het apparaat dat voor de afstandsbediening van
de AVR is gekozen te moeten veranderen. Om de
afstandsbediening te programmeren op trans-
port doorschakelen gaat u als volgt te werk:
1. Druk tegelijk op ingangskeuze
4
voor het
apparaat waaraan u het transport wilt koppelen
en op muting
c
tot de rode indicatie onder
de ingangskeuze oplicht en de programma
2
knippert in amber.
2. Druk op weergave
P
. De programma
2
stopt amber te knipperen.
3. Druk op AVR keuze
5
of op ingangskeuze
4
, afhankelijk van welk apparaat u wilt koppe-
len aan het doorschakelen. De programma
2
knippert driemaal groen en dooft als bevestiging
van de invoer.
Voorbeeld: om het transport van een CD-speler
te besturen terwijl de afstandsbediening op de
TV is geschakeld, drukt u tegelijk op VID 2/TV
ingangskeuze
4
en op muting
c
.
Vervolgens laat u ze los en u drukt op weergave
P
, gevolgd door de CD ingangskeuze
4
.
Opmerking: om de transport doorschakeling te
verwijderen en naar de oorspronkelijke
configuratie terug te keren, herhaalt u de
stappen hierboven. Druk echter op VID 2/TV
ingangskeuze in stap 1 en 3.
Opmerking: voordat u de afstandsbediening
voor volume, kanaal of transport programmeert,
eerst controleren of de programmering nodig
voor de specifieke TV, CD, DVD, kabel- of
satellietontvangers is uitgevoerd.
Resetten van het geheugen van
de afstandsbediening
Bij het toevoegen van componenten aan een
home theater systeem, zult u soms de afstands-
bediening geheel opnieuw willen programmeren
om verwarring van bevelen, macro’s of door-
schakelingen die u heeft gemaakt te voorkomen.
U doet dat door de afstandsbediening in de oor-
spronkelijke fabrieksinstelling terug te zetten.
Denk er wel aan dat daarmee alle bevelen
worden gewist en alles opnieuw moet worden
ingevoerd. Ga als volgt te werk:
1. Druk tegelijk op een willekeurige ingangs-
keuze
4
en op ‘0’
H
tot de programma
indicatie
2
amber knippert.
2. Druk driemaal op ‘3’.
3. De rode LED onder de ingangskeuze
4
dooft en de programma
2
stopt met knippe-
ren en wordt groen.
4. De programma
2
blijft groen tot de
afstandsbediening is gereset. Denk er aan dat
dit even kan duren, afhankelijk van het aantal
bevelen dat in de afstandsbediening zijn opge-
slagen en gewist moeten worden.
5. Wanneer de programma
2
dooft is de
afstandsbediening teruggezet in de fabrieksin-
stelling.
58 FUNCTIE OVERZICHT
Functie overzicht
No. Toets AVR Functie DVD CD/CD-R Tape
1 Inschakelen Inschakelen Inschakelen Inschakelen Inschakelen
2 Uitschakelen Uitschakelen Uitschakelen Uitschakelen Uitschakelen
3 Mute Geluid Uit Geluid Uit Geluid Uit Geluid Uit
4 AVR AVR AVR AVR AVR
5 DVD/ DVD Ingang DVD Ingang DVD Ingang DVD Ingang
CD CD Ingang CD Ingang CD Ingang CD Ingang
6 Tape/ Tape Tape Tape Tape
The Bridge (DMP) The Bridge (DMP) The Bridge (DMP)
The Bridge (DMP)
7 HDMI1/ HDMI1 HDMI1 HDMI1 HDMI1
HDMI2 HDMI2 HDMI2 HDMI2 HDMI2
8 VID 1 ( VCR) Video 1 VCR VCR VCR
9 VID 2 (Kabel/SAT) Video 2 Kabel/SAT Kabel/SAT Kabel/SAT
10 VID 3 (TV) Video 3 TV TV TV
11 VID 4 Video 4 Video 4 Video 4 Video 4
12 MG/FM Tuner Tuner Tuner Tuner
13 6/8 Kanalen 6/8 Kanalen Ingang 6/8 Kanalen Ingang 6/8 Kanalen Ingang 6/8 Kanalen Ingang
14 Leren Leren
15 Sluimer/Kan+ Sluimer
16 Test Tone Testsignaal
17 T/V TV/DVD of V.Uit Ingangskeuze
18 Volume
Volume
Volume
Volume
19 Surround/Kan– DSP Surround Functie Disc Menu of Titel CDR
20 OSD OSD In-Beeld Display
21 M-ROOM M-ROOM HD
22 Volume ¤ Volume ¤ Volume ¤ Volume ¤
23 Kanaal/Overzicht Kanaal Fijnregeling Titel of Disc Menu Continu Afspelen
24 Luidspreker/Menu Luidspreker Opzet Menu of Setup Intro Scan
25 Verplaatsen/ Correctie Hoger Hoger
26 Verplaatsen/ Correctie Links Naar Links
27 Set Set Enter
28 Verplaatsen/ Correctie Rechts Rechts
29 ¤ Verplaatsen/ Correctie Lager Lager
30 Digital/Exit Digitale Ingangskeuze Open/Dicht
31 Vertr./Vorig kanaal Vertraging Instellen Terug of Status Open/Dicht
32 1 1111
33 2 2222
34 3 3333
35 4 4444
36 5 5555
37 6 6666
38 7 7777
39 8 8888
40 Tun-M Tuner Hoofdstuk+ of Zoom Herhalen
41 9 9999
42 0 0000
43 Memory Geheugen Audio of Overzicht Tijd
44 Tuning Up Afstemmen Hoger Volgend Hoofdstuk Nummer Kiezen
45 Direct Tuner Direct Camerapositie Willekeurig
46 Clear Wissen Wissen Wissen
47 Preset Voorkeuze Hoger Vertraagd Vooruit +10
48 Tuning ¤ Afstemmen Lager Vorig Hoofdstuk Nummer Verder
49 Tone Klankregeling Programma
50 RDS RDS
51 Preset ¤ Voorkeuze terug Vertraagd Achteruit
52 M1 Macro 1 Macro 1 Macro 1 Macro 1
53 M2 Macro 2 Macro 2 Macro 2 Macro 2
54 M3 Macro 3 Macro 3 Macro 3 Macro 3
55 M4 Macro 4 Macro 4 Macro 4 Macro 4
56 Dolby Surround Dolby Functies
57 DTS SURR DTS Digitale Functies
58 DTS Neo:6 DTS Neo:6
59 Night Nachtfunctie Ondertitels In/Uit CDP
60 Logic 7 Logic 7
61 Stereo Stereo
62 Skip ¤ Skip – (DVD) Stap – Skip –
63 Skip Skip + (DVD) Stap + Skip +
64 Dim Dimmer
65 Rewind Achteruit Zoeken (DVD) Achteruit Zoeken Achteruit Zoeken Terugspoelen
66 Play Weergave (DVD) Weergave Weergave Achteruit en Vooruit Afspelen
67 Fast Forward Vooruit Zoeken (DVD) Vooruit Zoeken Vooruit Zoeken Snel Doorspoelen
68 Record Opname Opname/Pauze
69 Stop Stop (DVD) Stop Stop Stop
70 Pause Pause (DVD) Pauze Pauze
71 Licht Licht Licht Licht
NEDERLANDS
FUNCTIE OVERZICHT 59
Functie overzicht
No. Toets VCR (VID 3) TiVo (VID 1) CBL (VID 2) SAT (VID 2) TV (VID 1) (DMP) HDMI 1/2
1 Inschakelen Inschakelen Inschakelen Inschakelen Inschakelen Inschakelen
2 Uitschakelen Uitschakelen Uitschakelen Uitschakelen Uitschakelen Uitschakelen
3 Mute Geluid Uit Geluid Uit Geluid Uit Geluid Uit Geluid Uit Geluid Uit
4 AVR AVR AVR AVR AVR AVR AVR AVR
5 DVD DVD Ingang DVD Ingang DVD Ingang DVD Ingang DVD Ingang DVD Ingang DVD Ingang
CD CD Ingang CD Ingang CD Ingang CD Ingang CD Ingang CD Ingang CD Ingang
6 Tape/ Tape Tape Tape Tape Tape Tape Tape
The Bridge (DMP) The Bridge (DMP) The Bridge (DMP) The Bridge (DMP) The Bridge (DMP) The Bridge (DMP) The Bridge (DMP)
7 HDMI1/ HDMI1 HDMI1 HDMI1 HDMI1 HDMI1 HDMI1 HDMI1
HDMI2 HDMI2 HDMI2 HDMI2 HDMI2 HDMI2 HDMI2 HDMI2
8 VID 1 ( VCR) VCR VCR VCR VCR VCR VCR VCR
9 VID 2 (Kabel/SAT) Kabel/SAT Kabel/SAT Kabel SAT Kabel/SAT Kabel/SAT CBL/SAT
10 VID 3 (TV) TV TV TV TV TV TV TV
11 VID 4 Video 4 Video 4 Video 4 Video 4 Video 4 Video 4 Video 4
12 MG/FM Tuner Tuner Tuner Tuner Tuner Tuner Tuner
13 6/8 Kanalen 6/8 Kanalen Ingang 6/8 Kanalen Ingang 6/8 Kanalen Ingang 6/8 Kanalen Ingang 6/8 Kanalen Ingang 6/8 Kanalen Ingang 6/8 Kanalen Ingang
14 Leren Leren Leren Leren Leren Leren Leren Leren
15 Sluimer/Kan+ Kanaal + Kanaal + Kanaal + Kanaal + Kanaal + Kanaal +
16 Test Tone
17 T/V TV/VCR TV Ingang TV/Kabel TV/SAT TV/VCR TV/Video
18 Volume
Volume
Volume
Volume
Volume
Volume
19 Surround/Kan– Kanaal – Kanaal – Kanaal – Kanaal – Kanaal – Kanaal –
20 OSD In-Beeld Menu Live TV In-Beeld Menu In-Beeld Menu In-Beeld Menu In-Beeld Menu
21 M-ROOM
22 Volume ¤ Volume ¤ Volume ¤ Volume ¤ Volume ¤ Volume ¤
23 Kanaal/Overzicht Overzicht Info/Overzicht Info/Overzicht Overzicht
24 Luidspreker/Menu Menu Menu Menu Menu Menu Menu Menu
25 Hoger Hoger Hoger Hoger Hoger Hoger
26 Links Links Links Links Links Scroll – Links
27 Set Enter Keuze Enter Enter Enter Keuze Set/Enter
28 Rechts Rechts Rechts Rechts Rechts Scroll + Rechts
29 ¤ Lager Lager Lager Lager Lager Lager
30 Digital/Exit Terug/Exit
31 Vertr./Vorig kanaal Vorig Kanaal Vorig Kanaal Vorig Kanaal Vorig Kanaal
32 1 111 1 1 1
33 2 222 2 2 2
34 3 333 3 3 3
35 4 444 4 4 4
36 5 555 5 5 5
37 6 666 6 6 6
38 7 777 7 7 7
39 8 888 8 8 8
40 Tun-M
41 9 999 9 9 9
42 0 000 0 0 0
43 Memory
44 Tune Up Laten Vervallen Laten Vervallen Sluimer
45 Direct FAV/Camerapositie FAV FAV/Camerapositie
46 Clear Wissen Wissen Volgende
47 Preset Alt
48 Tune ¤
49 Tone
50 RDS
51 Preset ¤
52 M1 Macro 1 Macro 1 Macro 1 Macro 1 Macro 1 Macro 1
53 M2 Macro 2 Macro 2 Macro 2 Macro 2 Macro 2 Macro 2
54 M3 Macro 3 Macro 3 Macro 3 Macro 3 Macro 3 Macro 3
55 M4 Macro 4 Macro 4 Macro 4 Macro 4 Macro 4 Macro 4
56 Dolby Surround
57 DTS SURR
58 DTS Neo:6
59 Night
60 Logic 7
61 Stereo
62 Skip ¤ Scan – Miniaturen Lager Skip – (DVD) Skip – (DVD) Skip – (DVD)
63 Skip Scan + Miniaturen Hoger Skip + (DVD) Skip + (DVD) Skip + (DVD)
64 Dim
65 Rewind Terugspoelen Achteruit Zoeken Achteruit Zoeken (DVD) Achteruit Zoeken (DVD) Achteruit Zoeken (DVD) Skip – /Achteruit Zoeken Achteruit Zoeken
66 Play Afspelen Afspelen Afspelen (DVD) Afspelen (DVD) Afspelen (DVD) Afspelen Afspelen
67 Fast Forward Snel Doorspoelen Vooruit Zoeken Vooruit Zoeken (DVD) Vooruit Zoeken (DVD) Vooruit Zoeken (DVD) Skip + /Vooruit Zoeken Vooruit Zoeken
68 Record Opname Opname Opname
69 Stop Stop Vertraagd Stop (DVD) Stop (DVD) Stop (DVD) Stop
70 Pause Pauze Pauze Pauze (DVD) Pauze (DVD) Pauze (DVD) Pauze Pauze
71 Licht Licht Licht Licht Licht Licht Licht Licht
60 PROBLEMEN
Problemen
Processor resetten
In het zeldzame geval dat de werking van het
apparaat en/of de display niet normaal lijkt kan
de oorzaak liggen in een foutieve werking van
het geheugen of de microprocessor.
Om dat te corrigeren neemt u de stekker van het
apparaat uit het stopcontact en wacht minimaal
drie minuten voordat u deze weer in het stop-
contact steekt. Controleer nu de werking van het
apparaat. Werkt het nog steeds niet goed, dan
kan een reset noodzakelijk zijn.
Daarmee wordt het gehele systeemgeheugen van
de AVR inclusief alle instellingen van de tuner,
uitgangsniveaus (componentenniveaus) en de
gegevens voor luidsprekercombinaties,
verwijderd. Zet eerst het systeem aan met
standby
2
.
Druk dan op Klankregeling in/uit
8
en houd
deze drie seconden vast.
Het apparaat schakelt automatisch in. Denk er
aan dat u op deze manier het geheugen heeft
gewist en dat alle systeem configuraties,
instellingen en zenders opnieuw moeten worden
ingesteld.
Opmerking: het resetten van de processor zal
alle instellingen die u heeft gemaakt wissen:
uitgangsniveaus van de luidsprekers, de uit-
gangsniveaus, surroundfuncties, toewijzing van
de digitale ingangen en de opgeslagen radio-
zenders. Na het resetten keert het apparaat terug
in de fabrieksinstelling en moeten alle
instellingen opnieuw worden gemaakt.
Functioneert het systeem nu nog steeds niet
goed, dan kan een elektrische ontlading er
verantwoordelijk voor zijn dat de processor en/of
het geheugen is vernield.
Raadpleeg in dat geval de Harman Kardon
technische dienst.
SYMPTOOM OORZAAK OPLOSSING
Apparaat werkt niet wanneer de • Geen netspanning • Controleer lichtnetaansluiting
netschakelaar
1
wordt ingedrukt • Controleer of er spanning op het stopcontact staat
Display licht op maar geen • Onderbroken ingangssignaal • Controleer alle aansluitingen
geluid en geen beeld Muting ingeschakeld • Druk op muting
c
G
Volume is geheel teruggedraaid • Draai het volume omhoog
Geen enkele luidspreker werkt; Versterker beveiliging actief, kortsluiting • Controleer luidsprekerverbindingen op kortsluiting
lichtnetindicatie rood Versterker beveiliging actief, intern probleem • Neem contact op met uw leverancier
Geen geluid van de surround of Verkeerde surround functie • Kies een andere functie dan stereo
centrum luidsprekers • Monosignaal • Er is geen surround informatie bij mono bronnen
(uitgezonderd de Theater en Hall surround functies).
Verkeerd geconfigureerd • Controleer de luidsprekerconfiguratie.
• Stereo of mono signaal • Sommige surround functies creëren geen achter
kanaal informatie van niet-gecodeerde programma’s.
Apparaat reageert niet op • Zwakke batterijen in afstandsbediening Vervang batterijen
de afstandsbediening Verkeerde apparaat gekozen • Druk op AVR
5
• Sensor afstandsbediening
Ú
geblokkeerd • Controleer of de sensor op de voorzijde niet wordt afgedekt
door een voorwerp of meubel
Intermitterende brom in de tuner • Lokale interferentie Verplaats het apparaat of de antenne, uit de buurt van
computers, TL-buizen, motoren of andere elektrische
apparaten
Indicatie in kanaalaanduiding • Digitale audiosignaal pauzeert • Hervat weergave DVD
knippert
$
display en audio stopt • Controleer of een digitaal signaal naar de ingang
wordt gestuurd
NEDERLANDS
TECHNISCHE GEGEVENS 61
Technische gegevens
Audio gedeelte
Stereo
Continu nominaal vermogen (FTC)
70 watt per kanaal, 20 Hz – 20 kHz,
@ <0,07% THD, beide kanalen uitgestuurd in 8 ohm
7 kanaals surroundfuncties
Vermogen per kanaal
Front L&R kanalen:
55 watt per kanaal,
@ <0,07% THD, 20 Hz – 20 kHz in 8 ohm
Centrum kanaal:
55 watt, @ <0,07% THD, 20 Hz – 20 kHz in 8 ohm
Surround (L & R Zijkant, Achter) kanalen:
55 watt per kanaal,
@ <0,07% THD, 20 Hz – 20 kHz in 8 ohm
Ingangsgevoeligheid/impedantie
Lineair (lijnniveau) 200 mV/47 kohm
Signaal/ruis-afstand (IHF-A) 100 dB
Surround overspraak
Analoge opname 40 dB
(Pro Logic, enz.)
Dolby Digital (AC-3) 55 dB
DTS 55 dB
Frequentiebereik
@ 1W (+0 dB, -3 dB) 10 Hz – 130 kHz
High Instantaneous
Current Capability (HCC) + 35 Amp.
Transiënt Intermodulatie
Vervorming (TIM) Onmeetbaar
Stijgtijd 16 µsec
Slew rate 40 V/µsec**
FM tuner
Afstembereik 87,5 – 108 MHz
Bruikbare gevoeligheid IHF 1,3 µV / 13,2 dBf
Signaal/ruis-afstand Mono/stereo: 70/68 dB (DIN)
Vervorming Mono/stereo: 0,2/0,3%
Stereo kanaalscheiding 40 dB @ 1 kHz
Selectiviteit ±400 kHz: 70 dB
Spiegelonderdrukking 80 dB
MF onderdrukking 90 dB
MG tuner
Afstembereik 522 – 1620 kHz
Signaal/ruis-afstand 45 dB
Bruikbare gevoeligheid kamerantenne: 500 µV
Vervorming 1 kHz, 50% mod.: 0,8%
Selectiviteit ±10 kHz: 30 dB
Video gedeelte
Videosysteem PAL/NTSC
Ingangsniveau/impedantie 1 Vtt / 75 ohm
Uitgangsniveau/impedantie 1 Vtt / 75 ohm
Video Frequentiebereik
(Composiet en S-Video) 10Hz–8MHz (–3dB)
Video Frequentiebereik
(Component) 10Hz–100MHz (–3dB)
Algemeen
Lichnetspanning AC 220 – 240 V / 50 Hz
Opgenomen vermogen 118 W rust, 890 W maximum
(7 kanalen uitgestuurd)
Afmetingen (max)
Breedte 440 mm
Hoogte 165 mm
Diepte 382 mm
Gewicht 13,9 kg
Diepte inclusief knoppen, toetsen en aansluitingen.
Hoogte inclusief voetjes en chassis.
Alle technische gegevens kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd.
Harman Kardon, The Bridge en Logic 7 zijn geregistreerde handelsmerken van
Harman International Industries, Incorporated.
is een handelsmerk van Harman International Industries, Inc.
* Gefabriceerd onder licentie van Dolby Laboratories.
‘Dolby’, ‘Pro Logic’ en het dubbele D symbool zijn handelsmerken van Dolby Laboratories.
“DTS”, “DTS ES”, “Neo:6” en “96/24” zijn handelsmerken van DTS, Inc.
SA-CD is een handelsmerk van Sony Electronics, Inc.
Blu-Ray Disc is een handelsmerk van de Blu-ray Disc Association.
Apple en iPod zijn geregistreerde handelsmerken van Apple Computer, Inc.
Cirrus is een geregistreerd handelsmerk van Cirrus Logic Corp.
** Zonder ingangscompensatie en uitgangsisolatie netwerken.
A-BUS en A-BUS/ready
®
zijn geregistreerde handelsmerken van Leisure Tech Electronics Pty. Ltd.
Australië.
HD-DVD is een handelsmerk van de DVD Format/Logo Licensing Corporation (DVD FLLC).
HDMI, het HDMI logo en High-Definition Multimedia Interface zijn handelsmerken of geregis-
treerde handelsmerken van HDMI Licensing, LLC.
In dit product is technologie verwerkt ter bescherming van het auteursrecht die op zijn
beurt wordt beschermd door bepaalde Amerikaanse patenten en andere rechten op het
intellectuele eigendom van Macrovision Corporation en andere rechthebbenden. Het
gebruik van deze beveiliging van het auteursrecht dient door Macrovision te worden
geautoriseerd en is uitsluitend bestemd voor huishoudelijk gebruik en kijken in beperkte
kring, tenzij anderszins geautoriseerd door Macrovision Corporation. Ongedaan maken of
verwijderen is verboden.
62 BIJLAGE
Bijlage - Werkblad instellingen
Aanhangsel – Standaard Instellingen, werkbladen, codes afstandsbediening
Tabel A1 – Standaard Instellingen Ingangen
Bron DVD HDMI 1 HDMI 2 Video 1 Video 2 Video 3 Video 4 The Bridge/ CD Tape Tuner 6-/8-
DMP Kanalen
Title I
NT.TUNER
Video In Comp V 1 HDMI 1 HDMI 2 Comp V 2 Comp V 3 Composiet Composiet The Bridge Comp V1 Comp V1 Comp V1 Comp V1
DMP
Audio In Coax 1 HDMI 1 HDMI 2 Analog Optical 1 Analog Analog Analoog Analog Analog Analoog Analoog
(The Bridge/DMP)
(Tuner) (6-/8-Channel)
Auto Schakel. Aan Uit Uit Aan Aan Aan Aan Uit Aan Aan Uit Uit
Surround Logic 7 Logic 7 Logic 7 Logic 7 Logic 7 Logic 7 Logic 7 Logic 7 Logic 7 Logic 7 Logic 7 Logic 7
Functie
7-Ka. Muziek 7-Ka. Muziek 7-Ka. Muziek 7-Ka. Muziek 7-Ka. Muziek 7-Ka. Muziek 7-Ka. Muziek 7-Ka. Muziek 7-Ka. Muziek 7-Ka. Muziek 7-Ka. Muziek 7-Ka. Muziek
De aangegeven instelling is de aanbevolen surround functie voor PCM en Analoge audiobronnen.
Tabel A2 – Standaard Luidspreker/Kanaal Instellingen
Bron DVD HDMI 1 HDMI 2 Video 1 Video 2 Video 3 Video 4 The Bridge CD Tape Tuner 6-/8-
/DMP Kananlen
Bass Manager: Global
Links/Rechts Luidspreker Grootte Klein Klein Klein Klein Klein Klein Klein Klein Klein Klein Klein Groot
Center Luidspreker Grootte Klein Klein Klein Klein Klein Klein Klein Klein Klein Klein Klein Groot
Surround Luidspreker Grootte Klein Klein Klein Klein Klein Klein Klein Klein Klein Klein Klein Groot
Surround Achter Luidspreker Grootte Klein Klein Klein Klein Klein Klein Klein Klein Klein Klein Klein Groot
Subwoofer Sub Sub Sub Sub Sub Sub Sub Sub Sub Sub Sub Sub
Links/Rechts Luidspreker Wisselfilter 100 Hz 100 Hz 100 Hz 100 Hz 100 Hz 100 Hz 100 Hz 100 Hz 100 Hz 100 Hz 100 Hz n.v.t.
Center Luidspreker Wisselfilter 100 Hz 100 Hz 100 Hz 100 Hz 100 Hz 100 Hz 100 Hz 100 Hz 100 Hz 100 Hz 100 Hz n.v.t.
Surround Luidspreker Wisselfilter 100 Hz 100 Hz 100 Hz 100 Hz 100 Hz 100 Hz 100 Hz 100 Hz 100 Hz 100 Hz 100 Hz n.v.t.
Subwoofer Wisselfilter Links/Rechts Links/Rechts Links/Rechts Links/Rechts Links/Rechts Links/Rechts Links/Rechts Links/Rechts Links/Rechts Links/Rechts Links/Rechts n.v.t.
Tabel A3 – Standaard Instellingen Vertraging
Luidsprekerpositie Afstand Luisprekers tot Luisterpositie Instelling Vertraging
Front Links 3,0 meter
Center 3,0 meter
Front Rechts 3,0 meter
Surround Rechts 3,0 meter
Surround Links 3,0 meter
Subwoofer 3,0 meter
A/V Sync Vertraging 0 ms
NEDERLANDS
BIJLAGE 63
Bijlage - Werkblad instellingen
Tabel A4 – Instellingen Ingangen
Bron DVD HDMI 1 HDMI 2 Video 1 Video 2 Video 3 Video 4 The Bridge/DMP CD Tape Tuner 6-/8 Kanalen
Titel
Video Ingang
Audio In The Bridge/DMP Tuner 6-Kanalen
Auto Schakelen --- --- ---
Surround Functie
+
Klankregeling
Laag
Hoog
Tabel A5 – Luidspreker/Kanalen Instellingen
Bron DVD HDMI 1 HDMI 2 Video 1 Video 2 Video 3 Video 4 The Bridge/DMP CD Tape Tuner 6-/8 Kanalen
††
Links/Rechts Luidspreker Grootte n.v.t.
Center Luidspreker Grootte n.v.t.
Surround Luidspreker Grootte n.v.t.
Subwoofer n.v.t.
Links/Rechts Luidspreker Wisselfilter
n.v.t.
Center Luidspreker Wisselfilter
n.v.t.
Surround Luidspreker Wisselfilter
n.v.t.
Subwoofer Wisselfilter n.v.t.
Links/Rechts Niveau
†††
Center Niveau
†††
Surround Niveau
†††
Surround Achter Kanaal Niveau
Subwoofer Niveau
†††
††
De 6/8-kanalen ingang is een ‘directe’ ingang wat wil zeggen dat de signalen direct naar de volumeregelaar gaan zonder bass management bewerking. Op die manier zijn de luidspreker
grootten altijd breedband en is het niet mogelijk de grootte of het wisselfilter in te stellen.
†††
Opmerking: de kanaalniveaus variëren afhankelijk van surround functie en minder van het type bron.
Tabel A6 – Codes Afstandsbediening
Bron Product Type (aankruisen of invullen) Code Afstandsbediening
Video 1 VCR, PVR
Video 2 Kabel, Satelliet
Video 3 TV
Video 4 TV
DVD DVD
CD CD, CDR
Tape Cassette
HDMI 1 DVD, VCR, PVR, Kabel, Satelliet
HDMI 2 DVD, VCR, PVR, Kabel, Satelliet
Tabel A7 – Systeem Instellingen
Eigenschap Standaard Instelling Uw Instelling
VFD Fade tijd Uit
Standaard Volume Uit
Vol standaard Instelling -25dB
Semi OSD tijdsduur 5 seconden
Volledig OSD tijdsduur 20 seconden
Standaard Surround Functie
Aan
250 Crossways Park Drive, Woodbury, New York 11797
www.harmankardon.com
Harman Consumer Group, Inc.:
2, route de Tours, 72500 Château-du-Loir, France
© 2007 Harman Kardon, Incorporated
Best.nr.: CQX1A1283Z
12

Hulp nodig? Stel uw vraag in het forum

Spelregels
1

Forum

Harman-Kardon-AVR350
  • Hallo,ik ben Aart. Had n H K avr 360.die is adgefikt.nu heb ik n 350.krijg alleen de surround instelling niet voor elkaar.weet iemand de gouden tip voor mij aub?bvb dank Gesteld op 16-8-2024 om 15:34

    Reageer op deze vraag Misbruik melden
  • hoe activeer ik de hmdi poorten . dvd rechtsstreeks op de tv aangesloten geen probleem .maar de avr 350 er tussen heb ik geen geluid via de hmdi poorten wat of hoe los je dat op ?
    groeten ..afz rob Gesteld op 30-8-2021 om 22:33

    Reageer op deze vraag Misbruik melden
  • Dvd speler via optische kabel op avr350 aan gesloten, wel geluid maar geen beeld. Wat is er fout. Gesteld op 25-5-2020 om 20:20

    Reageer op deze vraag Misbruik melden
  • Heb problemen met de A-bus van mijn Harman avr 350 alles is perfect aangesloten en toch krijg ik geen signaal door de speakers in de meerkamer zone ! iemand enig idee.
    Met vriendelijke groeten.
    De Coen Wim. Gesteld op 11-5-2020 om 15:51

    Reageer op deze vraag Misbruik melden
  • Geen probleem, in ieder geval bedankt voor je reactie. Geantwoord op 11-5-2020 om 18:42

    Waardeer dit antwoord Misbruik melden

Misbruik melden

Gebruikershandleiding.com neemt misbruik van zijn services uitermate serieus. U kunt hieronder aangeven waarom deze vraag ongepast is. Wij controleren de vraag en zonodig wordt deze verwijderd.

Product:

Bijvoorbeeld antisemitische inhoud, racistische inhoud, of materiaal dat gewelddadige fysieke handelingen tot gevolg kan hebben.

Bijvoorbeeld een creditcardnummer, een persoonlijk identificatienummer, of een geheim adres. E-mailadressen en volledige namen worden niet als privégegevens beschouwd.

Spelregels forum

Om tot zinvolle vragen te komen hanteren wij de volgende spelregels:

Belangrijk! Als er een antwoord wordt gegeven op uw vraag, dan is het voor de gever van het antwoord nuttig om te weten als u er wel (of niet) mee geholpen bent! Wij vragen u dus ook te reageren op een antwoord.

Belangrijk! Antwoorden worden ook per e-mail naar abonnees gestuurd. Laat uw emailadres achter op deze site, zodat u op de hoogte blijft. U krijgt dan ook andere vragen en antwoorden te zien.

Abonneren

Abonneer u voor het ontvangen van emails voor uw Harman Kardon AVR350 bij:


U ontvangt een email met instructies om u voor één of beide opties in te schrijven.


Ontvang uw handleiding per email

Vul uw emailadres in en ontvang de handleiding van Harman Kardon AVR350 in de taal/talen: Nederlands als bijlage per email.

De handleiding is 2,82 mb groot.

 

U ontvangt de handleiding per email binnen enkele minuten. Als u geen email heeft ontvangen, dan heeft u waarschijnlijk een verkeerd emailadres ingevuld of is uw mailbox te vol. Daarnaast kan het zijn dat uw internetprovider een maximum heeft aan de grootte per email. Omdat hier een handleiding wordt meegestuurd, kan het voorkomen dat de email groter is dan toegestaan bij uw provider.

Stel vragen via chat aan uw handleiding

Stel uw vraag over deze PDF

Andere handleiding(en) van Harman Kardon AVR350

Harman Kardon AVR350 Gebruiksaanwijzing - Deutsch - 64 pagina's

Harman Kardon AVR350 Gebruiksaanwijzing - English - 76 pagina's


Uw handleiding is per email verstuurd. Controleer uw email

Als u niet binnen een kwartier uw email met handleiding ontvangen heeft, kan het zijn dat u een verkeerd emailadres heeft ingevuld of dat uw emailprovider een maximum grootte per email heeft ingesteld die kleiner is dan de grootte van de handleiding.

Er is een email naar u verstuurd om uw inschrijving definitief te maken.

Controleer uw email en volg de aanwijzingen op om uw inschrijving definitief te maken

U heeft geen emailadres opgegeven

Als u de handleiding per email wilt ontvangen, vul dan een geldig emailadres in.

Uw vraag is op deze pagina toegevoegd

Wilt u een email ontvangen bij een antwoord en/of nieuwe vragen? Vul dan hier uw emailadres in.



Info