36 BEDIENING
Bediening
letters in de indicaties oplichten als gevolg van het
signaal dat ontvangen wordt. Het is belangrijk op
te merken dat hoewel bijvoorbeeld naar Dolby
Digital verwezen wordt als een ‘5.1’ systeem, niet
alle Dolby Digital DVD of audionummers op een
DVD of ander Dolby Digital materiaal gecodeerd
zijn voor 5.1. Het is dus normaal dat voor een DVD
met Dolby Digital geluid alleen de ‘L’ en ‘R’ indica-
ties geactiveerd worden.
Opmerking: veel DVD’s zijn opgenomen met
zowel een ‘5.1’ als een ‘2.0’ versie van hetzelfde
materiaal, waarbij de ‘2.0’ versie vaak gebruikt
wordt voor andere talen. Wanneer u een DVD
afspeelt, controleer dan steeds het type materiaal
op de schijf. De meeste schijven geven deze infor-
matie in de vorm van een overzicht of symbool op
de hoes. Wanneer een schijf meerdere systemen
aanbiedt, zult u misschien instellingen op uw DVD-
speler moeten wijzigen (meestal met de ‘Audio
select’ toets of via een menu op de schijf) om een
volledig 5.1 signaal naar de AVR te sturen of om
het juiste geluid en de juiste taal te kiezen. Het is
ook mogelijk dat het type signaal verandert tijdens
het afspelen van een DVD. In sommige gevallen
zullen de voorproefjes van speciaal materiaal in
2.0 audio opgenomen zijn, terwijl het hoofdpro-
gramma beschikbaar is in 5.1 audio. Zolang uw
DVD-speler is ingesteld op 6-kanaals uitgangs -
signaal zal de AVR automatisch de veranderingen
in de bitstream en het aantal kanalen detecteren
en dit met de indicaties aangeven. De letters zoals
gebruikt bij de indicaties.
Luidsprekers/kanaal functie
$
knipperen
ook om aan te geven wanneer een bitstream
onderbroken wordt. Dat gebeurt wanneer een
digitale ingang voor het afspelen gekozen is, of
wanneer een digitale bron zoals een DVD op
pauze staat. De knipperende indicaties wijzen
erop dat het afspelen is onderbroken door de
afwezigheid van een digitaal signaal en niet door
een fout in de AVR. Dit is normaal en de digitale
weergave zal hervat worden zodra het afspelen
opnieuw gestart wordt.
Nachtfunctie
Een speciale functie van Dolby Digital. Deze func-
tie stelt u in staat om Dolby Digital bronnen
volledig verstaanbaar af te spelen, maar met
beperkte maximale piekniveaus, terwijl de
zwakke signalen 1/4 tot 1/3 opgetrokken wor-
den. Dat vermijdt dat abrupt luide overgangen
anderen storen, zonder de impact van de digitale
bron te beperken. De nachtfunctie is alleen
beschikbaar wanneer de Dolby Digital functie
gekozen is.
De nachtfunctie kan worden gekozen wanneer
een Dolby Digital DVD speelt door op nacht-
functie
B
op de afstandsbediening. Druk ver-
volgens op press the Night Button again to cycle
through the options, or
⁄
/
¤
D
om de gema-
tigde of de volledige compressie (medium of full)
van de nachtfunctie te kiezen. Om de nachtfunc-
tie uit te schakelen drukt u op
⁄
/
¤
D
or the
Night button tot de aanwijzing onderin de video
display en de display
Ò
D-RANGE OFF.
De Nacht Functie kan ook permanent op het
gewenste compressie niveau worden gekozen
zodra de Dolby Digital functie wordt geactiveerd via
de opties in het
DOLBY menu. Zie pagina 20
voor informatie over het menu voor deze optie.
BELANGRIJK BIJ DIGITALE WEERGAVE
1. Wanneer de digitale bron stopt, in pauze, in de
functie snel zoeken of hoofdstuk zoeken staat,
zullen de digitale gegevens tijdelijk stoppen en
de kanaalposities in de luidspreker/kanaal
functie
$
zullen knipperen. Dit is normaal en
wijst niet op een probleem met de AVR of met de
bron. De AVR zal, zodra de gegevens weer
beschikbaar zijn en wanneer het apparaat weer
op afspelen staat, naar de normale digitale weer-
gave terugkeren.
• Hoewel de AVR bijna alle DVD films, CD’s en
HDTV bronnen kan decoderen, is het mogelijk dat
sommige toekomstige digitale formaten niet
compatibel zijn met de AVR.
• Denk er aan dat niet alle digitaal gecodeerde
programma’s en niet alle audionummers op een
DVD volledig 5.1-kanaals audio bevatten.
Raadpleeg de handleiding van het programma bij
uw DVD of laserdisc om na te gaan welk type
audio op de disc is opgenomen. De AVR herkent
automatisch het type digitale surround codering
en geeft dat aan in de Kanaal Indicaties
$
en
stelt zich hierop in.
• Wanneer een Dolby Digital of DTS bron speelt
kunnen normaal gesproken geen analoge sur-
round functies als Dolby Pro LogicII, Dolby 3
Stereo, Hall, Theater, 5Kan Stereo of Logic 7 wor-
den gekozen, uitgezonderd met Dolby Digital 2.0
opnamen, die met Dolby Por Logic II afgespeeld
kunnen worden. Zie pagina 30.
• Wanneer een Dolby Digital of DTS bron speelt
kan een analoge opname NIET worden gemaakt
via de Tape uitgangen
3
of Video 1
7
uit-
gangen, ook wanneer de bron is ver bonden met
een digitale ingang op de AVR, zolang 'Surround
Off' is gekozen (kan alleen met een PCM bron).
Maar het analoge tweekanaals signaal, zelfs van
een Dolby Digital bron (geen DTS), de 'Downmix'
naar Stereo of Dolby Surround, kan worden
opgenomen door de analoge audio uitgangen
met de juiste analoge ingangen (DVD bijvoor-
beeld) van de AVR, van de AVR te verbinden.
Bovendien worden de digitale signalen doorge-
geven naar de digitale audio uitgangen
A
.
Voor inkomende DTS signalen zijn de volgende functies beschikbaar:
Inkomende Bitstream Beschikbare Surround Functies
DTS 1/0/.0, 1/0/.1, 2/0/.0, 2/0/.1, 3/0/.0, 3/0/.1, 3/1/.0 or 3/1/.1 DTS, DTS Stereo
DTS 2/2/.0, 2/2/.1, 3/2/.0 or 3/2/.1 DTS, DTS Stereo
DTS 96/24 DTS 96/24, DTS Stereo
DTS-ES Matrix DTS, DTS Stereo
DTS-ES Discrete DTS, DTS Stereo
Inkomend Signaal Beschikbare Surround Functies
Analoog (2-kanalen), Tuner, PCM 44,1 of 48 kHz Dolby Pro Logic II (Movie, Music of Game), Dolby Pro Logic, Dolby 3 Stereo, Dolby Virtual Speaker
Reference (2 of 3 luidsprekers), Dolby Virtual Speaker Wide (2, 3, 4 of 5 luidsprekers), DTS Neo:6 (3-
kanalen Cinema, 5-kanalen Cinema of Music), Logic 7 (5-kanalen Cinema, Music of Enhance), Hall 1
(5-kanalen*), Hall 2 (5-kanalen*), Theater (5-kanalen*), Surround Uit**, 5-kanalen Stereo,
DSP Surround Uit
PCM 96 kHz Dolby Pro Logic II (Movie of Music), Dolby Pro Logic, Logic 7 (5-kanalen Cinema, Music of Enhance),
DSP Surround Uit
** De Surround Uit functie is alleen beschikbaar voor analoge bronnen of de tuner en alleen wanneer de klankregeling uitgeschakeld is, voor een 'rechte' weergave. In andere gevallen kan de DSP
Surround Uit functie worden gekozen wanneer tweekanalen weergave wordt verlangd.