6 BEDIENINGSORGANEN
Bedieningsorganen
7
Surroundfunctie: indrukken om door de
beschikbare surroundfuncties te schakelen en te
kiezen. Niet alle functies zijn altijd beschikbaar,
afhankelijk van het type ingang. Zie pagina 28
voor een overzicht van de surroundfuncties.
8
Afstemmen: druk op de linkerzijde van de
toets om naar een lagere frequentie te gaan, of
op de rechter om naar een hogere te gaan.
Wordt een zender met een voldoende sterk sig-
naal gevonden dan licht de indicatie TUNED
W
in de display
Û
op. Zie pagina 33 voor nadere
informatie over afstemmen.
9
FM/MG keuze: druk op deze toets om
tuner als bron van de AVR 5000 te kiezen. Na
eenmaal indrukken hoort u de laatst gebruikte
zender; nogmaals indrukken schakelt heen en
weer tussen AM (MG) en FM. Houd de toets vast
om te schakelen tussen stereo en mono, handaf-
stemming en automatische afstemming. Zie
pagina 33 voor nadere informatie.
)
Voorkeurposities: druk op deze toetsen
om voor- of achteruit door het overzicht van de
voorkeurzenders te schakelen. Zie pagina 33
voor nadere informatie.
!
Ingangskeuze: druk één of meermaals op
deze toets om een andere bron te kiezen.
@ RDS functie: indrukken om de verschillen-
de boodschappen van het RDS-systeem van de
AVR 5000 tuner op te roepen. Zie pagina 34
voor nadere informatie over RDS.
#
Digitale ingang 3 optisch: sluit de opti-
sche digitale audio uitgang van een audio of
video product hierop aan. Wordt de ingang niet
gebruikt zorg dan dat de ingang met het dopje
is afgedekt om te voorkomen dat er stof in de
ingang komt.
$
In/Uitgang Status: normaal gesproken
lichten deze LED indicaties groen op als teken
dat de Video 4 A/V aansluitingen of de Coax 3
digitale aansluiting op de voorzijde, werken als
ingangen. Wanneer een van deze aansluitingen
geconfigureerd is als uitgang, wordt de indicatie
rood als teken dat deze aansluiting gebruikt kan
worden voor opname. Zie pagina 21 voor meer
informatie over het als uitgang configureren van
de aansluitingen op de voorzijde.
%
Digitale ingang 3 coax: wordt gewoonlijk
gebruikt voor het aansluiten van draagbare
digitale audio apparaten, videospelletjes en
andere producten die een coax digitale aanslui-
ting hebben. Kan ook als uitgang worden
gebruikt om een signaal naar CD-R, MiniDisc of
ander digitaal opnamemedium te voeren. Zie
pagina 30 voor informatie over de configuratie
van de Digital Coax 3 aansluiting.
^
Video 4 Aansluitingen: deze audio/video
aansluitingen kunnen gebruikt worden als tijde-
lijke verbinding met videospelletjes of draagbare
audio/video apparaten zoals camcorders en
draagbare audio spelers. Kunnen ook geconfigu-
reerd worden als uitgangen voor opname met
een audio- of videorecorder. Zie pagina 21 voor
meer informatie.
&
Klankregeling laag: draai aan deze knop
om de lage frequenties in de linker en rechter-
kanalen max. 10 dB te versterken of te verzwak-
ken. Stel in naar smaak en afhankelijk van de
kamerakoestiek.
*
Balans: draai aan deze knop om beide front
kanalen even luid te laten klinken.
Opmerking: normaal gesproken dient deze rege-
laar ongeveer in het midden (’12 uur’) te staan.
(
Klankregeling hoog: draai aan deze knop
om de hoge frequenties in de linker en rechter-
kanalen max. 10 dB te versterken of te verzwak-
ken. Stel in naar smaak en afhankelijk van de
kamerakoestiek.
Ó
Volume: draai deze knop naar rechts om
het niveau te verhogen, of naar links om het
niveau te verlagen. Mute (geluid uit) wordt auto-
matisch opgeheven zodra de volumeregelaar
wordt verdraaid.
Ô
Instellen: regelt het instellen en configure-
ren van de in de display
Û
aangegeven instel-
ling, die dan in het geheugen van de AVR 5000
wordt opgeslagen. Deze toets
Ô
wordt ook
gebruikt om de helderheid van de display te wij-
zigen. Zie pagina 36.
Ingangsindicatie: een groene LED licht op
bij de ingang van de AVR 5000 die in gebruik is.
Ò
Vertragingstijd: druk op deze toets om
een vertragingstijd in te stellen. Zie pagina 23
voor nadere informatie over vertragingstijden.
Ú
Digitale ingangskeuze: druk op deze
toets om te kiezen tussen de optische
# R
en
coax
% S
digitale ingangen. Zie pagina
29 - 30 voor meer informatie over digitale audio.
Û
Display: in de display worden aanwijzingen
en indicaties gegeven die u helpen het apparaat
te bedienen. Zie pagina 7 – 8 voor een volledige
beschrijving.
Ù
Kanaalkeuze: indrukken om de verschillen-
de kanalen in te stellen met behulp van een
externe audiobron. Voor meer informatie over het
instellen van de uitgangsniveaus, zie pagina 32.
ı
Luidsprekerkeuze: kiest de luidsprekers
die in uw kamer worden gebruikt. Zie pagina 21
voor meer informatie over installatie en configu-
ratie.
ˆ
Testsignaal: druk op deze toets om de
niveaus van de kanalen in te stellen met de
ingebouwde testgenerator als referentie. Voor
meer informatie over het instellen van de uit-
gangsniveaus, zie pagina 26.
˜
Surroundfunctie indicaties: een groene
LED licht op bij de actieve surroundfunctie.
¯
Sensor afstandsbediening: deze sensor
ontvangt de bevelen van de afstandsbediening.
Richt de afstandsbediening hierop en zorgt dat
de sensor niet geblokkeerd wordt, tenzij een
externe sensor is aangesloten.