6 BEDIENINGSORGANEN
Bedieningsorganen
7
Insteltoetsen: bij het vastleggen van de
configuratie kiest u met deze toetsen uit de
beschikbare mogelijkheden die in de display
Ò
worden aangegeven.
8
Klankregeling in/uit: de klankregeling en
balans worden ingeschakeld door deze toets in te
drukken. De indicatie
TONE IN verschijnt in de
display
Ò
en met de regelaars lage tonen,
hoge tonen en balans kan het signaal naar de
luidsprekers worden gecorrigeerd. Staat de indi-
catie
TONE OUT in de display, dan wordt het
signaal ‘recht’ weergegeven.
9
Surround Functiekeuze: indrukken om te
kiezen uit de beschikbare surround functies voor
de gekozen functiegroep. De specifieke functies
kunnen verschillen op basis van het aantal
beschikbare luidsprekers, de functiegroep en of
het om een analoge of een digitale bron gaat.
Druk bijvoorbeeld op Surround Functie Groep
Keuze
5
om een functiegroep te kiezen als
Dolby of Logic 7 en dan op deze toets om de
beschikbare functies te zien. Voor meer informa-
tie omtrent functiekeuze, zie pagina 28.
)
Afstemmen: druk op de linkerzijde van de
toets om naar een lagere frequentie te gaan, of
op de rechter zijde om naar een hogere frequen-
tie te gaan. Wordt een zender met een sterk
signaal gevonden dan verschijnt
MANUAL
TUNED of AUTO TUNED in de display
Ò
(met de hand afgestemd of automatisch afge-
stemd). Zie pagina 40 voor meer informatie over
afstemmen.
!
FM/MG keuze: druk op deze toets om tuner
als bron van de AVR te kiezen. Na eenmaal
indrukken hoort u de laatst gebruikte zender;
nogmaals indrukken schakelt heen en weer tus-
sen AM (= MG) en FM. Houd de toets vast om te
schakelen tussen stereo en mono, handafstem-
ming en automatische afstemming. Zie pagina 40
voor nadere informatie.
@
Instellen: regelt het instellen en configure-
ren van de in de display
Ò
aangegeven instel-
ling, die dan in het geheugen van de AVR wordt
opgeslagen.
#
Voorkeurposities: druk op deze toetsen om
voor- of achteruit door het overzicht van de
voorkeurzenders te schakelen. Zie pagina 40 voor
nadere informatie.
$
Luidspreker/kanaal functie: geeft aan
welke luidspreker voor elk kanaal gekozen is, of
de configuratie van het binnenkomende signaal.
De indicaties voor de luidsprekers links, centrum,
rechts, links surround en rechts surround bestaan
uit drie hokjes, terwijl de subwoofer een enkel
hokje is. Het middelste hokje licht op wanneer
een ‘kleine’ luidspreker is gekozen, de buitenste
twee wanneer een grote luidspreker is gekozen.
Brandt geen enkel hokje voor de kanalen cen-
trum, surround of subwoofer, dan zijn er voor die
posities geen luidsprekers gekozen. Zie pagina 22
voor nadere informatie over het configureren van
de luidsprekers. De letter in het middelste hokje
geeft een actief kanaal aan. Voor standaard
analoge bronnen zullen alleen L en R oplichten,
wat een stereobron aangeeft. Gaat het om een
digitale bron dan geven de indicaties aan welke
kanalen op de digitale ingang worden ontvan-
gen. Een knipperende letter geeft een onder-
broken digitaal signaal aan. Zie pagina 34 voor
nadere informatie over deze indicaties.
%
Ingangskeuze: druk één of meermaals op
deze toets om een andere bron te kiezen.
^ RDS functie: indrukken om de verschillende
boodschappen van het RDS-systeem van de AVR
tuner op te roepen. Zie pagina 40 voor nadere
informatie over RDS.
&
Vertragingstijd: druk op deze toets om een
vertragingstijd in te stellen. Zie pagina 24 voor
nadere informatie over vertragingstijden.
*
Digitale ingang 3 optisch: sluit de opti-
sche digitale audio uitgang van een audio of
video product hierop aan. Wordt de ingang niet
gebruikt zorg dan dat de ingang met het dopje is
afgedekt om te voorkomen dat er stof in de
ingang komt.
(
Surroundfunctie indicaties: de huidige
bron verschijnt als één van de indicaties. Denk er
aan dat bij het inschakelen van de AVR alle
mogelijke functies kort oplichten, waarop naar
normaal gebruik wordt overgeschakeld en alleen
de actieve functie verlicht blijft.
Ó
Digitale ingang 3 coax: wordt gewoonlijk
gebruikt voor het aansluiten van draagbare
digitale audio apparaten, videospelletjes en
andere producten die een coax digitale
aansluiting hebben.
Ô
Video 3 ingang: deze audio/video aan-
sluitingen kunnen gebruikt worden als tijdelijke
verbinding met videospelletjes of draagbare
audio/video apparaten zoals camcorders en
draagbare audio spelers.
Ingangsindicatie: de gekozen bron licht op.
Denk er aan dat bij het inschakelen van de AVR
alle mogelijke functies kort oplichten, waarop
naar normaal gebruik wordt overgeschakeld en
alleen de actieve functie verlicht blijft.
Ò
Display: in de display worden aanwijzingen
en in de display verschijnen aanwijzingen en indi-
caties die helpen het apparaat te bedienen.
Ú
Sensor afstandsbediening: deze sensor
ontvangt de bevelen van de afstandsbediening.
Richt de afstandsbediening hierop en zorgt dat
de sensor niet geblokkeerd wordt, tenzij een
externe sensor is aangesloten.
Opmerking: wanneer /DMP is gekozen
als ingang, licht geen Ingangsindicatie
op.
DMP/THE BRIDGE I S CONNECTED
(DMP/Bridge is aangesloten) loopt over de
bovenste regel van de Display
Ò
tenzij u de
naam van de bron heeft veranderd; in dat geval
verschijnt de nieuwe naam. Zie pagina 19 voor
nadere informatie over het benoemen van
ingangen.
Û
Digitale ingangskeuze: druk op deze toets
om te kiezen tussen de optische
L
en coax
9
digitale ingangen. Zie pagina 18 en 31 en verder
voor meer informatie over digitale audio.
Ù
Kanaalkeuze: indrukken om de verschillen-
de kanalen in te stellen met behulp van een exter-
ne audiobron. Voor meer informatie over het
instellen van de uitgangsniveaus, zie pagina 36.
ı
Volume: draai deze knop naar rechts om het
niveau te verhogen, of naar links om het niveau
te verlagen. Mute (geluid uit) wordt automatisch
opgeheven zodra de volumeregelaar wordt
verdraaid.