29
1. Kleine detective
Een waarnemingsspel voor 3 - 5 spelers vanaf 4 jaar.
Doel van het spel
Welke speler kan het best waarnemen en combineren en verzamelt als
eerste vier insignes?
Spelvoorbereiding
Leg het speelbord met de boerderijkant naar boven gekeerd in het
midden op tafel. Neem de zoekkaarten met de groene achterzijde en
schud ze. Leg de kaarten gedekt op een stapel naast het speelbord. Ten
slotte krijgen jullie nog allemaal een vergrootglas.
Het overgebleven materiaal wordt bij het spel „kleine detective” niet
gebruikt en blijft in de doos.
Spelverloop
Er wordt kloksgewijs om beurten gespeeld.
Wie als eerste iets groens in de kamer ontdekt, mag beginnen. Kunnen
jullie het niet eens worden? Dan begint de oudste.
Hij is de „geheime getuige” en trekt de bovenste zoekkaart van de
gedekte stapel en bekijkt deze in het geheim.
Op elke kaart staat een persoon, een dier of een voorwerp afgebeeld.
Precies dezelfde afbeelding staat ook op het speelbord afgebeeld.
Alle andere spelers zijn de detectives en moeten er achter zien te komen,
wat er op de kaart van de geheime getuige staat afgebeeld.
De geheime getuige:
In iedere ronde geeft de geheime getuige een aanwijzing m.b.t. wat er op
zijn kaart te zien is.
Hij kan bijvoorbeeld de volgende aanwijzingen geven:
• het is een persoon / een dier / een voorwerp ...
• het is rood / geel / groen / blauw ...
• het is heel klein / groot ...
• het heeft twee armen / vier poten ...
• het is een man / een vrouw / een kind ...
• het is van stof / van hout ...
• we hebben het hier in huis / we hebben het in de dierentuin gezien ...
vier insignes
verzamelen
speelbord „boerderij“
midden op tafel,
groene zoekkaarten
schudden en
opstapelen,
insignes klaarleggen,
vergrootglazen ver-
delen
„geheime getuige”
trekt bovenste
zoekkaart
detective raden
„geheime getuige”
geeft een aanwijzing
m.b.t. de zoekkaart
NEDELRLANDS
28
Voor het eerste spel:
Iedere detective is ooit ’ns klein begonnen!
Daarom kan de moeilijkheidsgraad van ieder spel steeds afzonderlijk,
van eenvoudig tot ingewikkeld worden bepaald.
Het onderstaande spelmateriaal is van belang voor de moeilijkheids-
graad:
• Het speelbord
Het speelbord heeft twee zijden. Op de ene zijde staat een boerderij
en op de andere staat een stad afgebeeld.
De boerderij is bedoeld voor het eenvoudigere spel, omdat er minder
details te zien zijn. De stad is geschikt voor geoefende of oudere
kinderen.
• De zoekkaarten
Bij elke zijde van het speelbord hoort een eigen set kaarten.
De 30 kaarten voor de boerderij hebben een groene achterkant.
De 30 kaarten voor de stad hebben een blauwe achterkant.
Tip: bij het begin kunnen jullie sommige van de moeilijke kaarten
uit het spel nemen. Afbeeldingen die jullie nog niet bekend zijn,
kunnen van tevoren worden besproken en verklaard.
• De zandloper
De zandloper brengt vaart in het spel en voorkomt dat er te lang wordt
nagedacht.
Hij kan zowel bij het spelidee „kleine detective” als bij „grote
detective” gebruikt worden.
• De dobbelsteen
De dobbelsteen is vooral voor oudere kinderen interessant.
Hiermee moeten bijvoorbeeld personen, dieren of voorwerpen met
een bepaalde beginletter worden gevonden.
De dobbelsteen wordt in het tweede spelidee „grote detective”
ingezet.
De vier onderdelen – speelbord, zoekkaarten, zandloper en dobbelsteen –
kunnen heel gericht op de afzonderlijke groepen worden ingesteld en
telkens weer opnieuw worden gecombineerd.