31
Het kiest een gekleurde zeehond van het speelbord uit
(bv. de rode zeehond), wijst er met z’n vinger op en vraagt hardop:
„Rode zeehond, rode zeehond, wil jij misschien een vis?”
• Als het zeehondenkind niet het plaatje van deze kleur heeft
uitgekozen, antwoordt het:
„Heel graag, lieve oppasser, jouw vis daar ben ik dol op!”
Nu doet de dierenoppasser een van zijn vissen in de bek van de
betreffende zeehond. Daarna sluit hij de bek want deze zeehond is
inmiddels verzadigd.
Het volgende kind is aan de beurt en speelt nu voor dierenverzorger.
Het zoekt een van de overige zeehonden met openstaande bek uit.
Belangrijk:
Het kan gebeuren dat gedurende dezelfde ronde een kind meerdere
keren de dierenverzorger is.
• Heeft het zeehondenkind echter juist het plaatje van de betreffende
kleur uitgezocht, dan antwoordt het:
“Nee, nee, nee – jouw vis, die lust ik niet!”
Als bewijs draait het zeehondenkind het omgekeerde plaatje om en is
deze speelronde voorbij.
Als de speelronde is afgelopen geeft het zeehondenkind alle zeehonden-
plaatjes kloksgewijs aan het volgende kind door. Dit is nu het nieuwe
zeehondenkind en zoekt een plaatje uit en legt het omgekeerd voor zich
neer.
Alle zeehondenbekken worden opnieuw open gedaan en er begint een
nieuwe ronde.
Einde van het spel
Zodra een van de kinderen geen enkele vis meer heeft, is het spel
afgelopen. Met luid vinnengeklap wordt het tot winnaar uitgeroepen.
Kieskauwervariant:
Er kan tijdens iedere ronde ook met meerdere kieskauwers worden
gespeeld.
Hiervoor kiest het zeehondenkind aan het begin van de ronde, twee of
drie zeehonden uit en legt deze omgekeerd voor zich neer.
dierenverzorger kiest
een zeehond uit om
te voederen
zeehondenkind ver-
gelijkt met zeehond
op het plaatje
uitgekozen zeehond
staat niet op het
plaatje = zeehond
krijgt vis, bek wordt
gesloten
uitgekozen zeehond
staat op het plaatje =
zeehond mag niet
gevoederd worden,
ronde is voorbij
zeehondenkind geeft
alle plaatjes door
alle bekken worden
geopend, nieuwe
ronde begint
laatste vis uitgedeeld
= gewonnen en
einde v/h spel
NEDELRLANDS
30
2. Nee, nee – ik vind vis niet lekker!
Voor 2 - 4 kleine kieskauwers vanaf 4 jaar.
Zeehonden zijn maar al te vaak kleine kieskauwers. Hoe heerlijk een vis
er ook uit ziet, er is altijd wel een zeehond bij die gewoon geen vis wil
eten.
Daarom hebben jullie veel geluk nodig bij het voederen omdat je anders
precies die „kieskauwer” te pakken krijgt!
Spelvoorbereiding
Bouw de bodem van de doos, het speelbord en de zeehondensnuiten net
zo op als bij spel 1: „Zeehonden voederen” beschreven staat.
Belangrijk: aan het begin van het spel moeten nu alle bekken open
staan.
Jullie krijgen allemaal vier vissen. De zeehondenplaatjes worden
klaargelegd.
De dobbelsteen en de overgebleven vissen kunnen jullie terug in de doos
leggen. Dit materiaal wordt bij dit spel niet gebruikt.
Spelverloop
Het kind dat als laatste een zeehond gezien heeft, mag beginnen. Kunnen
jullie het niet eens worden? Dan begint het kleinste kind en speelt als
eerste voor zeehondenkind.
Het zeehondenkind krijgt de vier zeehondenplaatjes. Het kiest er één uit
en legt het omgekeerd voor zich neer. De overige drie plaatjes legt het
verdekt aan de kant.
De uitgekozen zeehond is gedurende deze ronde een kleine kieskauwer
en wil gewoon geen vis eten.
Belangrijk:
De andere kinderen mogen niet zien welk plaatje het zeehondenkind
uitzoekt. Ook de andere plaatjes die opzij gelegd worden, mogen de
andere kinderen niet te zien krijgen.
De overige kinderen zijn de dierenverzorgers en proberen om de beurt
achter elkaar te raden welke drie zeehonden vissen willen eten.
Het kloksgewijs eerstvolgende kind is de eerste dierenverzorger.
opbouwen als
spel 1
alle bekken open
vier vissen per speler,
zeehondenplaatjes
klaarleggen
zeehondenkind zoekt
i/h geheim een
plaatje uit
alle andere kinderen
zijn dierenverzorgers