Programma's 223
Tekst bewerken
1. Selecteer het tekstvak dat de tekst bevat welke u wilt bewerken.
2. Tik op Bewerken > Tekst > Aanpassen en verander de tekst. Tik binnen het
tekstgebied om de aanwijzer op de plek te zetten waar u met bewerken wilt
beginnen.
Een objectvorm invoegen
1. Tik op Bewerken > Vorm > Invoegen.
2. Tik op een object, bijvoorbeeld een pijl, in Autoshape objecten.
3. Sleep naar de dia om de geselecteerde vorm te tekenen.
Tip Tik op Bewerken > Vorm > Afbeelding om een afbeelding in te voegen.
Dia's toevoegen en bewerken
1. Tik op Bewerken > Dia > Nieuw om een nieuwe dia toe te voegen.
2. Tik op Bewerken > Dia > Achtergrond als u de achtergrondkleur van de dia
wilt wijzigen.
3. Tik in Achtergrondvulling op Vuleffectenom een verloop toe te passen of
op Meer kleuren om een vaste kleur te kiezen.
4. Tik op Toepassen om de achtergrondkleur van de huidige dia te wijzigen of
tik op Toepassen op alle om alle dia's te wijzigen.
5. Tik op Bewerken > Dia > Overgang om een overgangseffect op de dia's toe
te passen.
6. Selecteer in Effect het gewenste type overgangseffect en vervolgens een
snelheid.
7. Kies of u de volgende dia met een muisklik of automatisch wilt tonen. Stel
een tijdsinterval in als u kiest voor automatisch tonen van dia's.
8. Tik op Toepassen als de wijzigingen alleen voor de huidige dia bedoeld zijn.
Tik op Toepassen op alle om de wijzigingen voor alle dia's in de presentatie
toe te passen.
De presentatie opslaan
Als dit de eerste keer is dat u de presentatie opslaat, tikt u op Menu > Bestand >
Opslaan als en typt u een nieuwe bestandsnaam.
Om de veranderingen in uw presentatie op te slaan, tikt u op Menu > Bestand >
Opslaan.