52 Telefoonfuncties gebruiken
2.1 De Telefoon gebruiken
U kunt de telefoon gebruiken om gesprekken te voeren, te ontvangen en bij te
houden, en om tekstberichten (SMS, Short Message Service) en MMS-berichten
(Multimedia Messaging Service) te verzenden.
Het Telefoonscherm
Vanuit het Telefoonscherm kunt u een contactpersoon openen, bellen of zoeken,
en zelfs een nieuw telefoonnummer opslaan. U krijgt als volgt toegang tot het
Telefoonscherm:
• Druk op SPREKEN/VERZENDEN.
• Voer het telefoonnummer in via de toetsen op het toetsenblok.
Uw PIN invoeren
De meeste SIM-kaarten zijn voorzien van een pincode die wordt geleverd door uw
netwerkaanbieder. U moet de pincode invoeren als u de telefoon wilt gebruiken.
Voer de pincode SIM in als dit wordt gevraagd en klik op Gereed.
Opmerking Als u driemaal de foute pincode invoert, wordt de sim-kaart geblokkeerd. Als dit
gebeurt, kunt u de kaart deblokkeren met de PUK-code (PIN Unblocking Key) die
u van uw netwerkaanbieder hebt gekregen.
U kunt de SIM PIN inschakelen door te klikken op Start > Alle programma’s >
Instellingen > Beveiliging > Sim-pincode wijzigen.
Beltonen instellen
U kunt kiezen hoe u op de hoogte wordt gesteld van inkomende gesprekken,
herinneringen, nieuwe berichten, alarmsignalen en meer.
Een beltoon voor inkomende gesprekken instellen
1. Ga in het Beginscherm omlaag naar het item Instellingen.
2. Druk op NAVIGATIE-rechts totdat u Beltoon ziet en druk vervolgens op
CENTER OK.
3. Kies in het venster Geluiden een beltoon bij Beltoon en klik vervolgens op
Gereed.