ΔT-regeling
DT O: Aanschakel
temperatuurverschil
Regelbereik 1,0 ... 20,0
K Instelling bij levering
6.0
DT F:
Uitschakeltemperatuur
verschil Regelbereik
0,5 ... 19,5 K Instelling
bij levering 4.0 K
Nota: Het aanschakeltemperatuurverschil moet
minstens 1,0 K groter zijn dan het
uitschakeltemperatuurverschil
DT S:
Nominaal
temperatuurverschil
Regelbereik 1,5 ... 30,0
K Instelling bij levering 10.0
RIS: Anstieg
Regelbereik 1 ... 20 K
Instelling bij levering 2
K
Maximale temperatuur reservoir
S MX:
Maximale temperatuur
reservoir
Regelbereik 2 ... 95 °C
Instelling bij levering
80 °C
Bij het bereiken van het aanschakelverschil (DT O)
wordt de pomp aangeschakeld en na de startimpuls
(10 seconden)* aangedreven met de minimale
snelheid (nMN
= 30 %). Als het temperatuurverschil de ingestelde
waarde bereikt heeft (DT S) wordt de snelheid met
één stap (10 %) verhoogd. Bij een stijging van het
verschil van 2 K (RIS) wordt de snelheid telkens met
10 % verhoogd tot een maximum van 100 %. Met
behulp van de parameter „Anstieg“ (stijging) kan het
regelgedrag aangepast worden. Als het ingestelde
uitschakeltemperatuurverschil (DT F) niet meer
bereikt is schakelt de regelaar uit.
* gedurende 10 seconden een snelheid van 100 %
Als de ingestelde maximale temperatuur
overschreden wordt, wordt de verwarming van het
reservoir belet en daarmee een schadelijke
oververhitting vermeden. Bij overschreden maximale
temperatuur van het reservoir wordt in de uitlezing
aangeduid.
Nota: de regelaar is voorzien van een
veiligheidsuitschakeling van het reservoir, die bij 95
°C belet dat het reservoir verder verwarmd wordt.