– Papierformaat: Selecteer het papierformaat dat u in de invoerlade hebt geplaatst.
– Media: Selecteer het papiertype dat u gebruikt.
● Kleur- of zwart-wit-instellingen begrijpen:
– Kleur: Maakt gebruik van inkt uit alle cartridges voor volledige kleurafdrukken.
– Zwart-wit of Alleen zwarte inkt: Maakt alleen gebruik van zwarte inkt voor zwart-wit-afdrukken in
normale of lagere kwaliteit.
– Hoogwaardige grijstinten: Maakt gebruik van inkt uit zowel de kleurencartridges als de zwarte
cartridges om een grotere reeks zwarte en grijze tinten te produceren voor zwart-wit-afdrukken in
hoge kwaliteit.
● De instellingen voor de afdrukkwaliteit begrijpen:
De afdrukkwaliteit wordt gemeten aan de hand van afdrukresolutiedots per inch (dpi). Een hoger dpi
produceert duidelijkere en gedetailleerdere afdrukken, maar vertraagt de afdruksnelheid en verbruikt
mogelijk meer inkt.
– Concept: Laagste dpi, doorgaans gebruikt als het inktniveau laag is of als er geen afdrukken in
hoge kwaliteit nodig zijn.
– Beter: Geschikt voor de meeste afdruktaken.
– Beste: Betere dpi dan Beter.
– Maximale dpi ingeschakeld: Hoogst beschikbare dpi-instelling voor afdrukkwaliteit.
● Pagina- en opmaakinstellingen begrijpen:
– Richting: Selecteer Staand voor verticale afdruktaken of Liggend voor horizontale afdruktaken.
– Dubbelzijdig afdrukken: Sla de pagina's handmatig om nadat één kant van het papier is afgedrukt,
zodat u op beide kanten van het papier kunt afdrukken.
○ Over lange zijde omslaan: Selecteer dit als u pagina's over de lange rand van het papier wilt
omslaan als u afdrukt op beide zijden van het papier.
○ Over korte zijde omslaan: Selecteer dit als u pagina's over de korte rand van het papier wilt
omslaan als u afdrukt op beide zijden van het papier.
– Pagina's per vel: Helpt u te bepalen in welke volgorde de pagina's moeten liggen als u het
document afdrukt in meer dan twee pagina's per vel.
NLWW Tips voor geslaagd afdrukken 49