1 Help voor HP OfficeJet 3830 series ................................................................................................................. 1
2 Aan de slag ................................................................................................................................................... 3
Bedieningspaneel en statuslampjes ..................................................................................................................... 5
Origineel plaatsen ............................................................................................................................................... 11
Elementaire informatie over papier .................................................................................................................... 13
Open de HP-printersoftware (Windows) ............................................................................................................. 16
Stille modus ......................................................................................................................................................... 18
Auto Uit ................................................................................................................................................................ 20
Afdrukken vanaf de computer ............................................................................................................................ 22
Afdrukken vanaf uw mobiele apparaat ............................................................................................................... 29
Afdrukken met AirPrint ........................................................................................................................................ 30
Tips voor geslaagd afdrukken ............................................................................................................................. 31
Wat zijn webservices? .......................................................................................................................................... 36
Afdrukken met HP ePrint ..................................................................................................................................... 38
HP afdrukbare media gebruiken ......................................................................................................................... 39
Gebruik de HP Connected website ...................................................................................................................... 40
Tips voor het gebruik van Webservices .............................................................................................................. 42
5 Kopiëren en scannen .................................................................................................................................... 43
Scannen via het bedieningspaneel van de printer .............................................................................................. 46
Scannen met de HP printersoftware ................................................................................................................... 47
Scannen met Webscan ........................................................................................................................................ 50
Tips voor geslaagd kopiëren en scannen ............................................................................................................ 51
Een fax verzenden ............................................................................................................................................... 54
Een fax ontvangen ............................................................................................................................................... 58
Faxen en digitale telefoonservices ..................................................................................................................... 71
Fax op Voice over Internet Protocol .................................................................................................................... 72
Kies de juiste inktcartridges ................................................................................................................................ 80
Modus enkele cartridge gebruiken ...................................................................................................................... 84
Informatie over de cartridgegarantie ................................................................................................................. 85
Tips voor het werken met inktcartridges ............................................................................................................ 86
Verbind uw printer met uw computer via een usb-kabel (niet-netwerkverbinding) ......................................... 94
De verbinding wijzigen van een USB-verbinding in een draadloze verbinding .................................................. 95
Printerhulpmiddelen voor geavanceerd printerbeheer (voor netwerkprinters) ............................................... 96
Tips voor het instellen en gebruiken van een netwerkprinter ........................................................................... 98
9 Een probleem oplossen ................................................................................................................................ 99
Papierstoringen en problemen met papieraanvoer ......................................................................................... 100
Problemen met Inktcartridge ............................................................................................................................ 106
Problemen met afdrukken ................................................................................................................................ 109
Programma voor milieubeheer ......................................................................................................................... 142
Test Faxinstallatie ............................................................................................................................................. 187
Index ........................................................................................................................................................... 189
NLWWv
viNLWW
1Help voor HP OfficeJet 3830 series
Leer hoe u uw HP OfficeJet 3830 series moet gebruiken.
●
Printeronderdelen op pagina 4
●
Bedieningspaneel en statuslampjes op pagina 5
●
Afdrukmateriaal laden op pagina 7
●
Afdrukken op pagina 21
●
Kopiëren op pagina 44
●
Scannen naar een computer op pagina 47
●
De geschatte inktniveaus bekijken op pagina 78
●
Inktcartridges vervangen op pagina 81
●
Een papierstoring oplossen op pagina 100
NLWW1
2Hoofdstuk 1 Help voor HP OfficeJet 3830 seriesNLWW
2Aan de slag
●
Printeronderdelen
●
Bedieningspaneel en statuslampjes
●
Afdrukmateriaal laden
●
Origineel plaatsen
●
Elementaire informatie over papier
●
Open de HP-printersoftware (Windows)
●
Slaapstand
●
Stille modus
●
Auto Uit
NLWW3
Printeronderdelen
1Papierbreedtegeleider
2Invoerlade
3Bescherming invoerlade
4Documentinvoerlade
5Verlengstuk documentinvoerlade
6Scannerklep
7Scannerglasplaat
8USB-poort
9Faxpoort (2-EXT)
10Documentinvoer
11Verlengstuk van de uitvoerlade (ook wel ladeverlengstuk genoemd)
12Uitvoerlade
13Voordeur
14Bedieningspaneel
15Toegangsklep cartridge
16Printcartridges
17Aansluiting van netsnoer
18Faxpoort (1-LINE)
4Hoofdstuk 2 Aan de slagNLWW
Bedieningspaneel en statuslampjes
●
Overzicht knoppen en lampjes
●
Schermpictogrammen bedieningspaneel
Overzicht knoppen en lampjes
LabelNaam en beschrijving
1De knop Stroomvoorziening: hiermee zet u de printer uit of aan.
2Startknop: Hiermee keert u terug naar het Startscherm, het scherm dat verschijnt wanneer u de printer voor het eerst inschakelt.
3Scherm van bedieningspaneel: Druk op het scherm om menuopties te selecteren of scroll door de menupunten.
4Lampje draadloos: geeft de status van de draadloze verbinding van de printer weer.
●
Een blauw lampje geeft aan dat de draadloze verbinding werd gemaakt en dat u kunt afdrukken.
●
Een langzaam knipperend lampje geeft aan dat de draadloze functie is ingeschakeld, maar de printer niet is aangesloten op
een netwerk. Zorg ervoor dat uw printer binnen bereik is van het draadloze signaal.
●
Een snel knipperend lampje geeft een fout met de draadloze functie aan. Raadpleeg het bericht op het printerbeeldscherm.
●
Als draadloos is uitgeschakeld, is het lampje draadloos uit. Op het scherm verschijnt Draadloos uit.
5Help-knop: Hiermee opent u het menu Help voor de huidige handeling.
6Terug-knop: Hiermee gaat u terug naar het vorige scherm.
Schermpictogrammen bedieningspaneel
PictogramDoel
Kopiëren: opent het Kopiëren-menu van waaruit u een kopieertype kunt selecteren of de kopieerinstellingen kunt wijzigen.
Scannen: opent een scherm waarin u een bestemming kunt selecteren voor uw scan.
Faxen: toont een scherm dat u kunt gebruiken om een fax te sturen of om faxinstellingen te wijzigen.
NLWWBedieningspaneel en statuslampjes5
PictogramDoel
HP afdrukbare media: biedt een snelle en gemakkelijke manier om toegang te krijgen tot informatie op het internet, zoals
coupons, kleurpagina's, puzzels en meer, en om deze af te drukken.
Snelle formulieren: opent het menu Snelle formulieren waarin u een formulier kunt selecteren om af te drukken.
Installatie: opent het menu Installatie waarmee u voorkeuren kunt wijzigen en onderhoudsfuncties kunt gebruiken.
Help: Hiermee opent u het menu Help waar u instructievideo's, informatie over printerfuncties en tips kunt bekijken.
Pictogram ePrint: opent het menu Overzicht webservices waar u de statusgegevens van ePrint kunt bekijken de ePrint-
instellingen kunt wijzigen of een infopagina kunt afdrukken.
Wi-Fi Direct-pictogram: opent het menu Details Wi-Fi Direct waar u Wi-Fi Direct kunt inschakelen, Wi-Fi Direct kunt uitschakelen
en de naam en het wachtwoord van Wi-Fi Direct kunt weergeven.
Draadloos-pictogram: hiermee wordt het menu Draadloos weergegeven van waaruit u de status van een draadloze verbinding
kunt bekijken en de draadloze instellingen kunt wijzigen. U kunt ook een Rapport v. draadloze test afdrukken om problemen met
de netwerkverbinding op te sporen.
Pictogram faxstatus: Hiermee geeft u een scherm weer voor de functie Automatisch Antwoorden, faxlogboeken en het volume
van het faxgeluid.
pictogram Inkt: Toont het geschatte inktniveau per cartridge. Toont een waarschuwingssymbool indien het inktniveau minder is
dan het minimale verwachte inktniveau.
OPMERKING:Waarschuwingen en indicatorlampjes voor het inktniveau bieden uitsluitend schattingen om te kunnen plannen.
Wanneer u een waarschuwingsbericht voor een laag inktniveau krijgt, overweeg dan om een vervanginktcartridge klaar te
houden om eventuele afdrukvertragingen te vermijden. U hoeft de inktcartridges niet te vervangen voordat de afdrukkwaliteit
onaanvaardbaar wordt.
6Hoofdstuk 2 Aan de slagNLWW
Afdrukmateriaal laden
Selecteer een papierformaat om verder te gaan.
Papier met volledig formaat plaatsen
1.Trek de invoerlade uit.
2.Schuif de papierbreedtegeleider naar links.
3.Plaats een stapel papier in de invoerlade met de korte rand naar voren en de afdrukzijde naar beneden.
Schuif de stapel papier naar voren tot deze niet verder kan.
NLWWAfdrukmateriaal laden7
4.Schuif de papierbreedtegeleider naar rechts tot deze bij de hoek van het papier stopt.
5.Trek de uitvoerlade en het verlengstuk naar buiten.
Papier van klein formaat plaatsen
1.Trek de invoerlade uit.
2.Schuif de papierbreedtegeleider naar links.
8Hoofdstuk 2 Aan de slagNLWW
3.Plaats een stapel fotopapier tegen de rechterkant van de invoerlade met de korte zijde naar beneden en
de afdrukzijde naar boven. Schuif de stapel fotopapier naar onder totdat de stapel niet verder kan.
4.Schuif de papierbreedtegeleider naar rechts tot deze bij de hoek van het papier stopt.
5.Trek de uitvoerlade en het verlengstuk naar buiten.
Enveloppen laden
1.Trek de invoerlade uit.
NLWWAfdrukmateriaal laden9
2.Schuif de papierbreedtegeleider naar links.
3.Plaats een of meer enveloppen tegen de rechterzijde van de invloerlade en schuif de stapel enveloppen
tot hij niet meer verder kan.
De zijde waarop u wilt afdrukken moet naar boven wijzen. De klep moet zich aan de linkerkant bevinden
en omlaag gericht zijn.
4.Schuif de papierbreedtegeleider naar binnen totdat deze tegen de stapel enveloppen komt.
5.Trek de uitvoerlade en het verlengstuk naar buiten.
10Hoofdstuk 2 Aan de slagNLWW
Origineel plaatsen
Een origineel in de documentinvoer laden
OPMERKING:Plaats alleen normaal papier in de documentinvoer. Plaats geen fotopapier of andere soorten
dik papier in de invoer; dit kan een papierstoring veroorzaken.
1.Open de invoerlade voor documenten en het verlengstuk van de invoerlade.
2.Schuif de papierbreedtegeleidingen van de documentinvoerlade naar buiten.
3.Plaats het origineel met de bedrukte zijde naar boven, met de koptekst eerst, in de documentinvoer.
OPMERKING:Plaats alleen het origineel op normaal papier; Fotopapier of andere soorten dik papier
kunnen een papierstoring veroorzaken.
4.Schuif de papierbreedtegeleiders naar binnen totdat ze de papierrand raken.
Een origineel op de glasplaat van de scanner plaatsen
1.Til de scannerklep op.
NLWWOrigineel plaatsen11
2.Plaats het origineel met de afdrukzijde naar beneden tegen de rechterbenedenhoek van de glasplaat.
3.Sluit de scannerklep.
12Hoofdstuk 2 Aan de slagNLWW
Elementaire informatie over papier
De printer is ontwikkeld voor het correct verwerken van de meeste afdrukmaterialen voor kantoorgebruik.
Wij raden aan om enkele afdrukmaterialen te testen voordat u er grote hoeveelheden van aankoopt. Gebruik
HP-afdrukmateriaal voor de beste afdrukkwaliteit. Bezoek de website van HP op
www.hp.com voor meer
informatie over HP-afdrukmateriaal.
HP beveelt gewoon papier met het ColorLok-logo aan voor het afdrukken van alledaagse
documenten. Alle papiersoorten met het ColorLok-logo werden door derden getest om te
voldoen aan de hoogste maatstaven van betrouwbaarheid en afdrukkwaliteit, en
produceren documenten met heldere, levendige kleuren, donkerder zwart, en droger
sneller dan andere gewone papiersoorten. Zoek naar papier met het ColorLok-logo in
verschillende gewichten en formaten van grote papierfabrikanten.
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
●
Aanbevolen papiersoorten om af te drukken
●
HP-papier bestellen
Aanbevolen papiersoorten om af te drukken
Voor een optimale afdrukkwaliteit adviseren wij u alleen HP-papier te gebruiken dat voor deze bepaalde
afdruktaak is bedoeld.
Het is mogelijk dat in uw land/regio bepaalde papiersoorten niet beschikbaar zijn.
Foto's printen
●
HP Premium Plus fotopapier
HP Premium Plus fotopapier is het beste fotopapier van HP voor de best mogelijke fotokwaliteit. Met HP
Premium Plus fotopapier drukt u de mooiste foto's af die meteen droog zijn. U kunt ze dus meteen na
het afdrukken doorgeven. Dit papier is verkrijgbaar in diverse formaten, waaronder A4, 21,6 x 27,9 cm
(8,5 x 11 inch), 10 x 15 cm (4 x 6 inch), 13 x 18 cm (5 x 7 inch) en in twee afwerkingen – glanzend of licht
glanzend (halfglanzend). Ideaal om in te kaderen, als presentatie of om uw beste foto's en speciale
fotoprojecten uit te delen. HP Premium Plus fotopapier biedt uitzonderlijke, duurzame resultaten van
een professionele kwaliteit.
●
HP Geavanceerd fotopapier
Dit glanzende fotopapier heeft een sneldrogende, veegvaste afwerking. Het papier is bestand tegen
water, vegen, vingerafdrukken en vochtigheid. De foto's die u op deze papiersoort afdrukt, lijken op
foto's die u in een winkel hebt laten afdrukken. Het is verkrijgbaar in diverse formaten, waaronder A4,
8,5 x 11 inch 10 x 15 cm (4 x 6 inch), 13 x 18 cm (5 x 7 inch). Het is zuurvrij voor duurzame documenten.
●
HP Everyday fotopapier
Druk kleurige, alledaagse snapshots goedkoop af, met papier dat is ontworpen voor gewone
fotoafdrukken. Dit voordelige fotopapier droogt snel en is direct te verwerken. Dit papier produceert
scherpe foto's met elke inkjetprinter. Het is verkrijgbaar met semi-glanzende afwerking in diverse
formaten, waaronder A4, 21,6 x 27,9 cm (8,5 x 11 inch) en 12,7 x 17,8 cm (5 x 7 inch) en 10 x 15 cm (4 x
6 inch). Het is zuurvrij voor duurzame documenten.
●
HP Photo Value Packs:
NLWWElementaire informatie over papier13
HP Photo Value Packs zijn pakketten die originele inktcartridges van HP en HP Geavanceerd fotopapier
bevatten waardoor u tijd bespaart en u niet meer hoeft na te denken over het afdrukken van betaalbare
professionele foto's met uw HP-printer. Originele HP-inkt en HP Advanced fotopapier zijn op elkaar
afgestemd zodat de levensduur van uw foto's wordt verlengd en uw foto's steeds weer levendig zijn.
Zeer geschikt voor het afdrukken van een vakantie vol foto's of meerdere afdrukken die men kan delen.
Zakelijke documenten
●
HP Premium presentatiepapier 120 g mat of HP professioneel papier 120 mat
Dit is zwaar dubbelzijdig mat papier, perfect voor presentaties, voorstellen, rapporten en
nieuwsbrieven. Het is extra zwaar voor een indrukwekkende uitstraling.
●
HP brochurepapier 180 g glanzend of HP professioneel papier 180 glanzend
Papier is glanzend gecoat aan twee zijden voor dubbelzijdig afdrukken. Dit papier is een ideale keuze
voor reproducties van fotokwaliteit, omslagen van bedrijfsrapporten, speciale presentaties, brochures,
mailings en kalenders.
●
HP brochurepapier 180 g mat of HP professioneel papier 180 mat
Papier is mat gecoat aan twee zijden voor dubbelzijdig afdrukken. Dit papier is een ideale keuze voor
reproducties van fotokwaliteit, omslagen van bedrijfsrapporten, speciale presentaties, brochures,
mailings en kalenders.
Standaard afdrukken
Alle papieren op de lijst voor de dagelijkse afdrukfunctie ColorLok Technology voor minder vlekken, scherper
zwart en heldere kleuren.
●
HP Helderwit Inkjetpapier
HP Helderwit Inkjetpapier levert contrastrijke kleuren en scherp afgedrukte tekst op. Dit papier is dik
genoeg voor dubbelzijdig afdrukken in kleur, zodat het ideaal is voor nieuwsbrieven, rapporten en
folders.
●
HP -afdrukpapier
HP Printing Paper is multifunctioneel papier van hoge kwaliteit. Hiermee vervaardigt u documenten die
er veel professioneler uitzien dan documenten die op standaardpapier of kopieerpapier zijn afgedrukt.
Het is zuurvrij voor duurzame documenten.
●
HP Office Paper
HP Office Paper is multifunctioneel papier van hoge kwaliteit. Het is geschikt voor kopieën, schetsen,
memo's en andere alledaagse documenten. Het is zuurvrij voor duurzame documenten.
●
HP Office Gerecycled papier
HP Office gerecycled papier is multifunctioneel papier van hoge kwaliteit, gemaakt met 30 %
gerecyclede vezels.
HP-papier bestellen
De printer is ontwikkeld voor het correct verwerken van de meeste afdrukmaterialen voor kantoorgebruik.
Gebruik HP-afdrukmateriaal voor de beste afdrukkwaliteit.
14Hoofdstuk 2 Aan de slagNLWW
Als u papier en andere materialen van HP wilt bestellen, gaat u naar www.hp.com. Momenteel zijn sommige
delen van de website van HP alleen beschikbaar in het Engels.
HP raadt eenvoudig papier met het ColorLok-logo aan voor het afdrukken en kopiëren van alledaagse
documenten. Alle papiersoorten met het ColorLok-logo werden door derden getest om te voldoen aan de
hoogste maatstaven van betrouwbaarheid en afdrukkwaliteit, en produceren documenten met heldere,
levendige kleuren, donkerder zwart, en een kortere droogtijd dan andere gewone papiersoorten. Zoek naar
papier met het ColorLok-logo in verschillende gewichten en formaten van grote papierfabrikanten.
NLWWElementaire informatie over papier15
Open de HP-printersoftware (Windows)
Nadat u de HP-printersoftware hebt geïnstalleerd, dubbelklikt u op het printerpictogram op het bureaublad
of opent u de printersoftware op een van de volgende manieren:
●
Windows 8.1: Klik op de pijl naar beneden in de linkerbenedenhoek van het Start-scherm en selecteer
de printernaam.
●
Windows 8: Klik met de rechtermuisknop op een leeg gebied van het Start-scherm en klik op Alle apps
op de app-balk en selecteer de printernaam.
●
Windows 7, Windows Vista en Windows XP: Klik in het bureaublad op Start, selecteer Alle
programma's, klik op HP en klik op de map van de printer. Selecteer dan het pictogram met de
printernaam.
16Hoofdstuk 2 Aan de slagNLWW
Slaapstand
Het stroomverbruik wordt beperkt in Slaapstand.
Na eerste installatie van de printer, zal deze na 5 minuten inactiviteit naar Slaapstand overgaan.
Het knoplampje Stroomvoorziening is gedimd in de slaapmodus.
Tijd naar Slaapstand instellen
1.Druk in het Startscherm op Installatie.
2.Druk op Belastbaarheid.
3.Druk op Slaapstand en selecteer dan de gewenste optie.
NLWWSlaapstand17
Stille modus
De stille modus vertraagt het afdrukken om het algemene geluid te verminderen zonder de afdrukkwaliteit
te verminderen. De stille modus werkt alleen om af te drukken met normale afdrukkwaliteit op normaal
papier. Schakel de stille modus in om het geluid van de printer te verminderen. Schakel de stille modus terug
uit om terug aan normale snelheid af te drukken. De stille modus is standaard uitgeschakeld.
OPMERKING:Als u in de stille modus met de afdrukkwaliteit Concept of Beste afdrukt, of als u foto's of
enveloppen afdrukt, werkt de printer op dezelfde manier als wanneer de stille modus uit is.
U kunt een planning maken door te selecteren wanneer de printer in stille modus moet afdrukken. U kunt
bijvoorbeeld instellen dat de printer van 22 u. tot 8 u. in de stille modus werkt. De stille modus is standaard
uitgeschakeld.
Stille modus in- of uitschakelen
Stille modus in- of uitschakelen via het bedieningspaneel van de printer
1.Druk in het Startscherm op Installatie.
2.Druk op Voorkeuren en dan op Stille modus.
3.Druk op Aan of Uit naast de Stille modus.
Stille modus in- of uitschakelen via de printersoftware (Windows)
1.Open de HP-printersoftware. Zie
Open de HP-printersoftware (Windows) op pagina 16 voor meer
informatie.
2.Klik op het tabblad Stille modus.
3.Klik op Aan of Uit.
4.Klik op Instellingen opslaan.
De stille modus in- of uitschakelen vanaf de geïntegreerde webserver (EWS)
1.Open EWS. Zie
De ingebouwde webserver openen op pagina 96 voor meer informatie.
2.Klik op het tabblad Instellingen (Settings).
3.In het gedeelte Voorkeuren selecteert u Stille modus en vervolgens selecteert u Aan of Uit.
4.Klik op Toepassen (Apply).
Een tijdschema opstellen voor stille modus
Een planning voor stille modus maken via het bedieningspaneel van de printer
1.Druk in het Startscherm op Installatie.
2.Druk op Voorkeuren aan en dan op Stille modus.
3.Druk op Uit naast Stille modus om het in te schakelen en dan op OK om te bevestigen.
4.Druk op Uit naast Planning en verander dan de begin- en eindtijd van de planning.
18Hoofdstuk 2 Aan de slagNLWW
Stille modus in- of uitschakelen via de printersoftware (Windows)
1.Open de HP-printersoftware. Zie
Open de HP-printersoftware (Windows) op pagina 16 voor meer
informatie.
2.Klik op het tabblad Stille modus.
3.Klik op Aan in het gedeelte Stille modus.
4.Geef de start- en eindtijd op in het deelvenster Plan stille modus.
5.Klik op Instellingen opslaan.
Een planning voor stille modus maken via de geïntegreerde webserver (EWS)
1.Open EWS. Zie
De ingebouwde webserver openen op pagina 96 voor meer informatie.
2.Klik op het tabblad Instellingen (Settings).
3.Selecteer in het gedeelte Voorkeuren de Stille Modus en selecteer dan Aan in het deelvenster Stille
modus.
4.Geef de start- en eindtijd op in het deelvenster Plan stille modus.
5.Klik op Toepassen (Apply).
NLWWStille modus19
Auto Uit
Deze functie schakelt de printer uit na 2 uur inactiviteit om het stroomverbruik te helpen beperken. Auto Uit
zet de printer helemaal uit, u moet dus de Aan-/uit-knop gebruiken om hem weer aan te zetten. Als uw
printer deze stroombesparingsfunctie ondersteunt, wordt Auto Uit automatisch in- of uitgeschakeld
afhankelijk van de printermogelijkheden en de verbindingsopties. Zelfs wanneer Auto Uit is uitgeschakeld,
gaat de printer naar de slaapstand na 5 minuten inactiviteit om het energieverbruik te helpen beperken.
●
Auto Uit wordt ingeschakeld als de printer wordt ingeschakeld, als de printer geen netwerk- of
faxmogelijkheid heeft of deze mogelijkheden niet gebruikt.
●
Auto Uit wordt uitgeschakeld als de draadloze of Wi-Fi Direct mogelijkheid van de printer is
ingeschakeld of als een printer met fax-, USB- of Ethernet-netwerkmogelijkheid een fax-, USB-, of
Ethernet-netwerkverbinding maakt.
20Hoofdstuk 2 Aan de slagNLWW
3Afdrukken
●
Afdrukken vanaf de computer
●
Snelformulier afdrukken
●
Afdrukken vanaf uw mobiele apparaat
●
Afdrukken met AirPrint
●
Tips voor geslaagd afdrukken
NLWW21
Afdrukken vanaf de computer
●
Documenten afdrukken
●
Foto's afdrukken
●
Enveloppen afdrukken
●
Afdrukken met maximum aantal dpi
Documenten afdrukken
Controleer of er papier in de invoerlade zit en dat de uitvoerlade uitgetrokken is voordat u documenten
afdrukt. Zie
Afdrukmateriaal laden op pagina 7 voor meer informatie over het plaatsen van papier.
Een document afdrukken (Windows)
1.Selecteer vanuit uw software Afdrukken.
2.Zorg ervoor dat uw printer is geselecteerd.
3.Klik op de knop waarmee u het dialoogvenster Eigenschappen opent.
Afhankelijk van uw softwaretoepassing heeft deze knop de naam Eigenschappen, Opties,
Printerinstellingen, Printereigenschappen, Printer of Voorkeuren.
4.Selecteer de gewenste opties.
●
Selecteer in het tabblad Indeling de afdrukstand Staand of Liggend.
●
Selecteer in het tabblad Papier/Kwaliteit het juiste papiertype in de vervolgkeuzelijst Media in het
deelvenster Ladekeuze. Kies vervolgens de juiste afdrukkwaliteit in de vervolgkeuzelijst
Instelling afdrukkwaliteit en kies dan de geschikte kleur in het deelvenster kleur.
●
Klik op de knop Geavanceerd en selecteer vervolgens het juiste papierformaat uit het
vervolgkeuzemenu Papierformaat.
5.Klik op OK om het dialoogvenster Eigenschappen te sluiten.
6.Klik op Afdrukken of OK om het afdrukken te starten.
Om documenten af te drukken (OS X)
1.In het menu Bestand in uw software kiest u Afdrukken.
2.Zorg ervoor dat uw printer is geselecteerd.
3.Geef de pagina-eigenschappen.
Als het gedeelte Opties in het dialoogvenster Afdrukken niet wordt weergegeven, klik dan op Details
weergeven.
OPMERKING:De volgende opties zijn beschikbaar voor een printer met USB-verbinding. De positie van
de opties kan verschillen van toepassing tot toepassing.
●
Geef het papierformaat op.
22Hoofdstuk 3 AfdrukkenNLWW
OPMERKING:Als u het Papierformaat wijzigt, zorg er dan voor dat u het correcte papier hebt
geplaatst en dat u het overeenkomstige papierformaat op het bedieningspaneel van de printer
hebt ingesteld.
●
Selecteer de afdrukstand.
●
Geef het vergrotings- of verkleiningspercentage op.
4.Klik op Afdrukken.
Afdrukken op beide zijden van de pagina (Windows)
1.Selecteer Afdrukken in uw software.
2.Zorg ervoor dat uw printer is geselecteerd.
3.Klik op de knop waarmee u het dialoogvenster Eigenschappen opent.
Afhankelijk van uw softwaretoepassing heeft deze knop de naam Eigenschappen, Opties,
Printerinstellingen, Printereigenschappen, Printer of Voorkeuren.
4.Selecteer de gewenste opties.
●
Selecteer in het tabblad Indeling de afdrukstand Staand of Liggend.
●
Selecteer in het tabblad Papier/Kwaliteit het juiste papiertype in de vervolgkeuzelijst Media in het
deelvenster Ladekeuze. Kies vervolgens de juiste afdrukkwaliteit in de vervolgkeuzelijst
Instelling afdrukkwaliteit en kies dan de geschikte kleur in het deelvenster kleur.
●
Klik op de knop Geavanceerd en selecteer vervolgens het juiste papierformaat uit de
vervolgkeuzelijst Papierformaat.
5.Selecteer in het tabblad Lay-out een geschikte optie uit de vervolgkeuzelijst Handmatig afdrukken op
beide zijden.
6.Na het afdrukken van de eerste zijde volgt u de instructies op het scherm om het papier opnieuw te
plaatsen met de blanco zijde naar boven en de bovenkant van de pagina naar beneden gericht. Klik dan
op Doorgaan.
7.Klik op OK om af te drukken.
Afdrukken op beide zijden van de pagina (OS X)
1.In het menu Bestand in uw software kiest u Afdrukken.
2.Kies in het dialoogvenster Afdrukken Papierbehandeling uit de vervolgkeuzelijst en stel de
Paginavolgorde in op Normaal.
3.Stel Af te drukken pagina's in op Oneven pagina's.
4.Klik op Afdrukken.
5.Nadat alle oneven pagina's van het document zijn afgedrukt, verwijdert u het document uit de
uitvoerlade.
6.Plaats het document zo dat de kant die uit de printer kwam nu in de printer gaat en de lege zijde van het
document naar de voorkant van de printer toe is gericht.
NLWWAfdrukken vanaf de computer23
7.In het dialoogvenster Afdrukken, keert u terug naar het pop-upvenster Papierbehandeling en u stelt de
papiervolgorde in op Normal en de af te drukken pagina's op Even pagina's.
8.Klik op Afdrukken.
Foto's afdrukken
Controleer of er fotopapier in de invoerlade zit en dat de uitvoerlade uitgetrokken is voordat u foto's afdrukt.
Zie
Afdrukmateriaal laden op pagina 7 voor meer informatie over het plaatsen van papier.
Een foto afdrukken op fotopapier (Windows)
1.Selecteer vanuit uw software Afdrukken.
2.Zorg ervoor dat uw printer is geselecteerd.
3.Klik op de knop waarmee u het dialoogvenster Eigenschappen opent.
Afhankelijk van uw softwaretoepassing heeft deze knop de naam Eigenschappen, Opties,
Printerinstellingen, Printereigenschappen, Printer of Voorkeuren.
4.Selecteer de gewenste opties.
●
Selecteer in het tabblad Indeling de afdrukstand Staand of Liggend.
●
Selecteer in het tabblad Papier/Kwaliteit het juiste papiertype in de vervolgkeuzelijst Media in het
deelvenster Ladekeuze. Kies vervolgens de juiste afdrukkwaliteit in de vervolgkeuzelijst
Instelling afdrukkwaliteit en kies dan de geschikte kleur in het deelvenster kleur.
●
Klik op de knop Geavanceerd en selecteer vervolgens het juiste formaat fotopapier uit het
vervolgkeuzemenu Papierformaat.
5.Klik op OK om terug naar het dialoogvenster Eigenschappen te gaan.
6.Klik op OK en klik vervolgens op Afdrukken of OK in het dialoogvenster Afdrukken.
OPMERKING:Na het voltooien van de afdruk moet u ongebruikt fotopapier uit de lade verwijderen. Bewaar
het fotopapier zo dat het niet kan omkrullen, dit kan de afdrukkwaliteit verminderen.
Foto's afdrukken vanaf de computer (OS X)
1.In het menu Bestand in uw software kiest u Afdrukken.
2.Zorg ervoor dat uw printer is geselecteerd.
3.Stel de afdrukopties in.
Als het gedeelte Opties in het dialoogvenster Afdrukken niet wordt weergegeven, klik dan op Details
weergeven.
OPMERKING:De volgende opties zijn beschikbaar voor een printer met USB-verbinding. De positie van
de opties kan verschillen van toepassing tot toepassing.
a.Kies in het pop-upmenu Papierformaat Het juiste papierformaat.
24Hoofdstuk 3 AfdrukkenNLWW
OPMERKING:Als u het Papierformaat wijzigt, zorg er dan voor dat u het correcte papier hebt
geplaatst en dat u het overeenkomstige papierformaat op het bedieningspaneel van de printer
hebt ingesteld.
b.Selecteer een Afdrukstand.
c.Kies uit het pop-upmenu Papiersoort/Kwaliteit en kies vervolgens de volgende instellingen:
●
Papiertype: de juiste soort fotopapier
●
Kwaliteit: Beste of Maximum dpi
●
Klik op het driehoekje Kleuropties en selecteer dan de juiste Fotoherstel optie.
◦
Uit: brengt geen wijzigingen aan de afbeelding.
◦
Normaal: hiermee wordt het beeld automatisch scherp gesteld; hiermee past u de
scherpte van het beeld enigszins aan.
4.Selecteer desgewenst nog andere afdrukinstellingen en klik op Afdrukken.
Enveloppen afdrukken
Controleer of er enveloppen in de invoerlade zitten en dat de uitvoerlade uitgetrokken is voordat u
enveloppen afdrukt. U kunt een of meer enveloppen in de invoerlade plaatsen. Gebruik geen glanzende of
gebosseleerde enveloppen of enveloppen met vensters of klemmetjes. Zie
Afdrukmateriaal laden
op pagina 7 voor meer informatie over het plaatsen van enveloppen.
OPMERKING:Raadpleeg de Help-functie van uw tekstverwerker voor informatie over het opmaken van
tekst voor afdrukken op enveloppen.
Een envelop afdrukken (Windows)
1.Selecteer vanuit uw software Afdrukken.
2.Zorg ervoor dat uw printer is geselecteerd.
3.Klik op de knop waarmee u het dialoogvenster Eigenschappen opent.
Afhankelijk van uw softwaretoepassing heeft deze knop de naam Eigenschappen, Opties,
Printerinstellingen, Printereigenschappen, Printer of Voorkeuren.
4.Selecteer de gewenste opties.
●
Selecteer in het tabblad Indeling de afdrukstand Staand of Liggend.
●
Selecteer in het tabblad Papier/Kwaliteit het juiste papiertype in de vervolgkeuzelijst Media in het
deelvenster Ladekeuze. Kies vervolgens de juiste afdrukkwaliteit in de vervolgkeuzelijst
Instelling afdrukkwaliteit en kies dan de geschikte kleur in het deelvenster kleur.
●
Klik op de knop Geavanceerd en selecteer vervolgens het juiste envelopformaat uit de
vervolgkeuzelijst Papierformaat.
5.Klik op OK en klik vervolgens op Afdrukken of OK in het dialoogvenster Afdrukken.
NLWWAfdrukken vanaf de computer25
Enveloppen afdrukken (OS X)
1.In het menu Bestand in uw software kiest u Afdrukken.
2.Zorg ervoor dat uw printer is geselecteerd.
3.Stel de afdrukopties in.
Als het gedeelte Opties in het dialoogvenster Afdrukken niet wordt weergegeven, klik dan op Details
weergeven.
OPMERKING:De volgende opties zijn beschikbaar voor een printer met USB-verbinding. De positie van
de opties kan verschillen van toepassing tot toepassing.
a.Selecteer het juiste envelopformaat in het pop-upmenu Papierformaat.
OPMERKING:Als u het Papierformaat wijzigt, zorg dan dat u het juiste papier hebt ingevoerd.
b.In het pop-upmenu kiest u Papiersoort/kwaliteit en controleert u of de instelling papiersoort is
ingesteld op Gewoon papier.
4.Klik op Afdrukken.
Afdrukken met maximum aantal dpi
Gebruik de modus maximale dpi ('dots per inch') om scherpe afbeeldingen van hoge kwaliteit op fotopapier af
te drukken.
Afdrukken met Maximum dpi duurt langer dan wanneer u afdrukt met andere instellingen en bestanden
nemen meer schijfruimte in beslag.
Ga voor een lijst van ondersteunde afdrukresoluties naar de
HP OfficeJet 3830 series-ondersteuningswebsite
op www.hp.com/support.
Afdrukken met maximale dpi (Windows)
1.Selecteer Afdrukken in uw software.
2.Zorg ervoor dat uw printer is geselecteerd.
3.Klik op de knop waarmee u het dialoogvenster Eigenschappen opent.
Afhankelijk van uw softwaretoepassing heeft deze knop de naam Eigenschappen, Opties,
Printerinstellingen, Printereigenschappen, Printer of Voorkeuren.
4.Klik op de tab Papier/Kwaliteit.
5.Selecteer in de vervolgkeuzelijst Afdrukmateriaal een geschikt papiertype.
6.Klik op de knop Geavanceerd.
7.Selecteer Ja bij Printerfuncties in het vervolgkeuzemenu Afdrukken in maximum dpi.
8.Selecteer een papierformaat in de vervolgkeuzelijst Grootte.
9.Klik op OK om de geavanceerde opties te sluiten.
10.Bevestig de Afdrukstand in het tabblad Indeling en klik vervolgens op OK om af te drukken.
26Hoofdstuk 3 AfdrukkenNLWW
Afdrukken met behulp van max. dpi (OS X)
1.In het menu Bestand in uw software kiest u Afdrukken.
2.Zorg ervoor dat uw printer is geselecteerd.
3.Stel de afdrukopties in.
Als het gedeelte Opties in het dialoogvenster Afdrukken niet wordt weergegeven, klik dan op Details
weergeven.
OPMERKING:De volgende opties zijn beschikbaar voor een printer met USB-verbinding. De positie van
de opties kan verschillen van toepassing tot toepassing.
a.Kies in het pop-upmenu Papierformaat Het juiste papierformaat.
OPMERKING:Als u het Papierformaat wijzigt, zorg er dan voor dat u het correcte papier hebt
geplaatst en dat u het overeenkomstige papierformaat op het bedieningspaneel van de printer
hebt ingesteld.
b.Kies uit het pop-upmenu Papiersoort/Kwaliteit en kies vervolgens de volgende instellingen:
●
Papiertype: Het juiste papiertype
●
Kwaliteit: Maximum dpi
4.Selecteer desgewenst nog andere afdrukinstellingen en klik op Afdrukken.
NLWWAfdrukken vanaf de computer27
Snelformulier afdrukken
Gebruik HP Snelformulieren om leuke en nuttige pagina's af te drukken
Snelformulier afdrukken
1.Raak op het startscherm van uw printerbeeldscherm Snelle formulieren aan.
2.Selecteer een van de Quick Form-opties:
3.Raak een van de subcategorieën van uw selectie aan en volg dan de instructies op het scherm om
andere instellingen te kiezen.
4.Geef op hoeveel afdrukken u wilt maken en druk dan op Afdrukken.
28Hoofdstuk 3 AfdrukkenNLWW
Afdrukken vanaf uw mobiele apparaat
Met de HP-afdruktechnologie voor mobiele apparaten, kunt u gemakkelijk documenten afdrukken via uw
smartphone of tablet.
Thuis of op het werk, u kunt de afdrukmogelijkheden waarover uw smartphone of tablet beschikt gebruiken
om af te drukken:
1.Zorg dat uw mobiel apparaat en printer op hetzelfde netwerk aangesloten zijn.
2.Selecteer de foto of het document dat u wilt afdrukken en kies uw printer.
3.Bevestig de afdrukinstellingen en druk af.
Als u wilt afdrukken zonder met het netwerk verbonden te zijn, zie dan
Een draadloze verbinding tot stand
brengen met de printer zonder gebruik te maken van een router op pagina 89 voor meer informatie.
Als u onderweg bent, kunt u een document afdrukken door een e-mail te verzenden met de HP ePrint-app
naar uw printer met HP ePrint-functionaliteit. Zie
Afdrukken met HP ePrint op pagina 38 voor meer
informatie.
Bezoek de website van HP Mobile Printing (
www.hp.com/go/mobileprinting) voor meer informatie.
NLWWAfdrukken vanaf uw mobiele apparaat29
Afdrukken met AirPrint
Afdrukken via Apple’s AirPrint wordt ondersteund voor iPad (iOS 4,2), iPhone (3GS of later), iPod touch (derde
generatie of later) en Mac (OS X 10,7 of later).
Om AirPrint te kunnen gebruiken, moet u voor het volgende zorgen:
●
De printer en het Apple-toestel moeten op hetzelfde netwerk als uw toestel met AirPrint zijn
aangesloten. Ga naar
www.hp.com/go/mobileprinting voor meer informatie over het gebruik van
AirPrint en over welke HP-producten compatibel zijn met AirPrint.
●
Plaats papier dat overeenkomt met de papierinstellingen van de printer.
30Hoofdstuk 3 AfdrukkenNLWW
Tips voor geslaagd afdrukken
Om geslaagd af te drukken, moeten de HP-cartridges goed werken met voldoende inkt, moet het papier goed
zijn geplaatst en de printer de juiste instellingen hebben. Afdrukinstellingen zijn niet van toepassing op
kopiëren of scannen.
Inkttips
●
Gebruik originele HP inktcartridges.
●
Plaats de zwarte en driekleurencartridges juist.
Zie
Inktcartridges vervangen op pagina 81 voor meer informatie.
●
Controleer de geschatte inktniveau in de cartridges om er zeker van te zijn dat er voldoende inkt is.
Zie
De geschatte inktniveaus bekijken op pagina 78 voor meer informatie.
●
Raadpleeg
Problemen met afdrukken op pagina 109 voor meer informatie als de afdrukkwaliteit
onaanvaardbaar is.
Tips voor het plaatsen van papier
●
Plaats een stapel papier (niet slechts een pagina). Al het papier in de stapel moet van hetzelfde formaat
en dezelfde soort zijn om een papierstoring te voorkomen.
●
Plaats het papier met de afdrukzijde naar boven.
●
Zorg dat het papier plat in de invoerlade ligt en dat de randen niet omgevouwen of gescheurd zijn.
●
Verschuif de papierbreedtegeleider in de invoerlade totdat deze vlak tegen het papier aanligt. Zorg dat
de papierbreedtegeleider het papier in de papierlade niet buigt.
Zie
Afdrukmateriaal laden op pagina 7 voor meer informatie.
Tips voor printerinstellingen (Windows)
●
Om de standaard afdrukinstellingen te wijzigen, opent u de HP printersoftware, klikt u op Afdrukken,
scannen en faxen. en dan op Voorkeuren instellen. Voor meer informatie over het openen van de
printersoftware, zie
Open de HP-printersoftware (Windows) op pagina 16.
●
Om het aantal pagina's per blad te kiezen, selecteert u in het tabblad Layout het aantal Pagina's per
blad uit de vervolgkeuzelijst.
●
Voor meer afdrukopties klikt u in het tabblad Layout of Papier/kwaliteit op Geavanceerd om het
dialoogvenster Geavanceerde opties weer te geven.
◦
Afdrukken in grijstinten: Hiermee kunt u documenten in zwart-wit afdrukken en wordt dus alleen
de zwarte inkt gebruikt. Selecteer Alleen zwarte inkt en klik op OK. Hiermee kunt u ook een
hoogwaardige zwart-wit-afbeelding afdrukken. Selecteer Grijstinten hoge kwaliteit en klik dan
op OK.
◦
Layout pagina's per vel: Helpt u te bepalen in welke volgorde de pagina's moeten liggen als u het
document afdrukt in meer dan twee pagina's per vel.
OPMERKING:De voorbeeldweergave in het tabblad Layout kan geen voorstelling geven van wat
u hebt geselecteerd in de vervolgkeuzelijst Layout pagina's per vel.
NLWWTips voor geslaagd afdrukken31
◦
HP Real Life-technologieën: Deze functie maakt afbeeldingen en grafische elementen egaler en
scherper, voor een betere afdrukkwaliteit.
◦
Brochure: Een document met meerdere pagina's afdrukken als brochure. Hierbij worden twee
pagina's op iedere zijde van het blad geplaatst, dat dan kan worden dichtgevouwen in de helft van
het vel papier. Selecteer een bindingsmethode in de vervolgkeuzelijst en klik vervolgens op OK.
●
Brochure-LinksBinden: De brochure wordt aan de linkerzijde ingebonden. Selecteer deze
optie als u van links naar rechts leest.
●
Brochure-RechtsBinden: De brochure wordt aan de rechterzijde ingebonden. Selecteer deze
optie als u van rechts naar links leest.
OPMERKING:De voorbeeldweergave in het tabblad Layout kan geen voorstelling geven van wat
u hebt geselecteerd in de vervolgkeuzelijst Brochure.
◦
Af te drukken pagina's: Hiermee kunt kiezen om alle pagina's, enkel de oneven of enkel de even
pagina's af te drukken.
◦
Afdrukken zonder rand: Selecteer deze optie om foto's zonder rand af te drukken. Niet alle
papiersoorten zijn geschikt voor deze optie. Er verschijnt een waarschuwingspictogram naast de
optie als de gekozen papiersoort in de vervolgkeuzelijst Media niet wordt ondersteund.
◦
Paginaranden: Zorgt ervoor dat u randen aan de pagina's toevoegt als u het document in twee of
meer pagina's per blad afdrukt.
OPMERKING:De voorbeeldweergave in het tabblad Layout kan geen voorstelling geven van wat
u hebt geselecteerd in de vervolgkeuzelijst Paginaranden.
●
Om tijd te besparen, kunt u gebruikmaken van afdruksnelkoppelingen met afdrukvoorkeuren. In een
afdruksnelkoppeling worden de opties bewaard die u hebt ingesteld voor een bepaalde afdruktaak,
zodat u al deze opties in één muisklik kunt instellen. Ga hiervoor naar het tabblad
Afdruksnelkoppeling, selecteer een afdruksnelkoppeling en klik dan op OK.
Om een nieuwe afdruksnelkoppeling te maken, nadat u de instellingen hebt gewijzigd in het tabblad
Layout of Papier/kwaliteit, klikt u op het tabblad Afdruksnelkoppelingen en dan op Opslaan als en
voert u een naam in, en klikt u op OK.
Om een afdruksnelkoppeling te verwijderen, selecteert u die en klikt u op Verwijderen.
OPMERKING:De standaardsnelkoppelingen kunnen niet worden verwijderd.
Tips voor printerinstellingen (OS X)
●
Gebruik op het dialoogvenster Afdrukken het vervolgkeuzemenu Papierformaat om het formaat te
selecteren van het papier dat in de printer is geplaatst.
●
Kies op het dialoogvenster Afdrukken het pop-upmenu Papiersoort/kwaliteit om de juiste papiersoort
en -kwaliteit te selecteren.
●
Indien u een zwart-wit-document wilt afdrukken met uitsluitend zwarte inkt, kiest u Papiersoort/
kwaliteit uit het vervolgkeuzemenu en vervolgens Grijstinten uit het vervolgkeuzemenu Kleur.
32Hoofdstuk 3 AfdrukkenNLWW
Notities
●
HP-inktcartridges zijn ontworpen voor en getest op HP-printers en HP-papier, zodat u altijd bent
verzekerd van fantastische resultaten.
OPMERKING:HP kan de kwaliteit of betrouwbaarheid van materiaal dat niet van HP is, niet
garanderen. Onderhoud of herstellingen aan het apparaat die nodig zijn door het gebruik van dergelijk
materiaal, worden niet gedekt door de garantie.
Als u gelooft dat u oorspronkelijke HP-cartridges hebt gekocht, surf dan naar
www.hp.com/go/
anticounterfeit.
●
Waarschuwingen en indicatorlampjes voor het inktniveau bieden uitsluitend schattingen om te kunnen
plannen.
OPMERKING:Wanneer u een waarschuwingsbericht voor een laag inktniveau krijgt, overweeg dan om
een vervangcartridge klaar te houden om eventuele afdrukvertragingen te vermijden. U hoeft de
printcartridges niet te vervangen voor de afdrukkwaliteit onaanvaardbaar wordt.
●
U kunt uw document handmatig op beide zijden van het vel papier afdrukken.
NLWWTips voor geslaagd afdrukken33
34Hoofdstuk 3 AfdrukkenNLWW
4Webservices gebruiken
●
Wat zijn webservices?
●
Webservices instellen
●
Afdrukken met HP ePrint
●
HP afdrukbare media gebruiken
●
Gebruik de HP Connected website
●
Webservices verwijderen
●
Tips voor het gebruik van Webservices
NLWW35
Wat zijn webservices?
HP ePrint
●
HP ePrint is een gratis service van HP waarmee u op elk gewenst moment en vanaf elke locatie kunt
afdrukken op uw printer met internetaansluiting. Het is zo eenvoudig als een e-mail sturen naar het e-
mailadres dat is toegekend aan uw printer wanneer u Webservices op de printer activeert. Er zijn geen
speciale stuurprogramma's of software nodig. Als u een e-mail kunt versturen, kunt u met HP ePrint
vanaf elke locatie documenten afdrukken.
Zodra u zich hebt geregistreerd voor een account op HP Connected (
www.hpconnected.com), kunt u zich
aanmelden om de HP ePrint-taakstatus te bekijken, uw HP ePrint-printerwachtrij te beheren, te
controleren wie het e-mailadres van uw HP ePrint-printer mag gebruiken om af te drukken en hulp mag
krijgen voor HP ePrint.
HP afdrukbare media
●
Met HP afdrukbare media kunt u gemakkelijk vooraf opgemaakte webinhoud lokaliseren en afdrukken,
rechtstreeks vanaf uw printer. U kunt uw documenten ook digitaal scannen en opslaan op het web.
HP afdrukbare media bieden een waaier van inhoud, van bonnen tot gezinsactiviteiten, nieuws, reizen,
sport, koken, foto's en nog veel meer. U kunt ook online afbeeldingen bekijken en afdrukken vanaf
populaire fotosites.
Met bepaalde HP afdrukbare media kunt u de levering van appinhoud plannen voor uw printer.
Vooraf opgemaakte inhoud specifiek ontworpen voor uw printer betekent geen tekst of afbeeldingen
die wegvallen en geen extra pagina's met slechts een tekstregel. Op sommige printers kunt u ook de
instellingen van papier en afdrukkwaliteit kiezen op het scherm Afdrukvoorbeeld.
36Hoofdstuk 4 Webservices gebruikenNLWW
Webservices instellen
Zorg ervoor dat u draadloos bent verbonden met het internet voordat u Webdiensten instelt.
Gebruik een van onderstaande methodes om Web services te gebruiken:
Om Webservices te configureren via het bedieningspaneel van de printer
1.
Druk in het Startscherm op
(HP ePrint)
2.Tik op Configuratie.
3.Tik op Aanvaard om akkoord te gaan met de Gebruiksvoorwaarden van HP Connected en om de
Webdiensten in te schakelen.
4.In het scherm Opties voor Printerupdates kiest u de optie waarmee de printer automatisch updates zal
installeren.
OPMERKING:Als er een printerupdate beschikbaar is, zal de printer de update downloaden en
installeren en vervolgens opnieuw opstarten. U moet de instructies herhalen vanaf stap 1 om HP ePrint
in te stellen.
OPMERKING:Als er u wordt gevraagd naar proxy-instellingen en als uw netwerk proxy-instellingen
gebruikt, volgt u de instructies op het scherm om een proxyserver in te stellen. Als u niet beschikt over
de proxydetails, neem dan contact op met uw netwerkbeheerder of de persoon die het netwerk heeft
ingesteld.
5.Wanneer de printer is aangesloten op de server, drukt de printer een informatiepagina af. Volg de
instructies op de informatiepagina om de installatie te voltooien.
Om Webdiensten te configureren via de geïntegreerde webserver (EWS)
1.Open de geïntegreerde webserver (EWS). Raadpleeg
De ingebouwde webserver openen op pagina 96
voor meer informatie.
2.Klik op de tab Webservices.
3.Klik in het gedeelte Instellingen webservices op Installatie en vervolgens op Doorgaan. Volg de
instructies op het scherm om de gebruiksvoorwaarden te accepteren.
4.Wanneer u dit wordt gevraagd, kiest u ervoor om de printer te laten controleren op updates en deze te
installeren.
OPMERKING:Als er updates beschikbaar zijn, worden ze automatisch gedownload en geïnstalleerd en
wordt de printer vervolgens opnieuw opgestart.
OPMERKING:Als er u wordt gevraagd naar proxy-instellingen en als uw netwerk proxy-instellingen
gebruikt, volgt u de instructies op het scherm om een proxyserver in te stellen. Als u niet beschikt over
de proxydetails, neem dan contact op met uw netwerkbeheerder of de persoon die het netwerk heeft
ingesteld.
5.Wanneer de printer is aangesloten op de server, drukt de printer een informatiepagina af. Volg de
instructies op de informatiepagina om de installatie te voltooien.
NLWWWebservices instellen37
Afdrukken met HP ePrint
HP HP ePrint biedt de mogelijkheid om op elk ogenblik en vanaf elke locatie documenten af te drukken met
uw printer voorbereid voor HP ePrint.
Om HP ePrint te gebruiken, moet uw printer zijn aangesloten op een actief netwerk met internettoegang.
Om een document af te drukken via HP ePrint
1.Zorg dat de Webdiensten goed geconfigureerd zijn.
Zie
Webservices instellen op pagina 37 voor meer informatie.
2.
Druk op
(HP ePrint) op het startscherm en zoek dan het HP ePrint-e-mailadres vanuit het menu
Webdiensten - overzicht.
3.E-mail uw document naar de printer.
a.Open de e-mailtoepassing op uw computer of mobiel toestel.
OPMERKING:Voor meer informatie over het gebruik van de e-mailtoepassing op uw computer of
mobiel toestel, raadpleegt u de documentatie die bij de toepassing is geleverd.
b.Een nieuwe e-mail aanmaken en het af te drukken document toevoegen.
c.De e-mail naar het e-mailadres van de printer sturen.
De printer drukt het bijgevoegde document af.
OPMERKING:Voer alleen het e-mailadres van HP ePrint in het veld "Aan" in. Vul geen e-mailadressen
in de andere velden in. De HP ePrint-server aanvaardt geen afdruktaken via e-mail wanneer er
meerdere e-mailadressen werden ingevuld in het veld "Aan" of als er ook maar één e-mailadres
ingevuld is bij "CC".
OPMERKING:Uw e-mail wordt afgedrukt zodra deze wordt ontvangen. Net zoals met elke e-mail is er
geen enkele garantie of en wanneer deze wordt ontvangen. U kunt de afdrukstatus controleren op HP
Connected (
www.hpconnected.com).
OPMERKING:Documenten, die via HP ePrint worden afgedrukt, kunnen er anders uitzien dan het
origineel. De stijl, de opmaak en het tekstverloop kunnen verschillen van het originele document. Voor
documenten die op een hogere kwaliteit moeten worden afgedrukt (zoals bijvoorbeeld wettelijke
documenten), adviseren we u het document af te drukken via de softwaretoepassing op uw computer,
waar u beter kunt bepalen hoe uw afdruk eruit moet zien.
Klik hier voor meer informatie online.
38Hoofdstuk 4 Webservices gebruikenNLWW
HP afdrukbare media gebruiken
Webpagina's afdrukken zonder een computer te gebruiken door HP afdrukbare media in te stellen, een gratis
HP-service. U kunt kleurenpagina's, kalenders, puzzels, recepten, kaarten en meer afdrukken afhankelijk van
de toepassingen beschikbaar in uw land / regio.
Ga naar de HP Connected website voor meer informatie en specifieke voorwaarden:
www.hpconnected.com.
NLWWHP afdrukbare media gebruiken39
Gebruik de HP Connected website
Registreer op de gratis website van HP HP Connected om een verhoogde beveiliging in te stellen voor HP
ePrint, geef aan welke e-mailadressen naar uw printer. U kunt ook printerupdates, meer apps en andere
gratis diensten aanvragen.
Ga naar de HP Connected website voor meer informatie en specifieke voorwaarden:
www.hpconnected.com.
40Hoofdstuk 4 Webservices gebruikenNLWW
Webservices verwijderen
Verwijder Webservices aan de hand van de volgende instructies.
1.Druk in het Startscherm op Installatie en dan op Webdiensten.
2.Raak Webservices verwijderen aan.
NLWWWebservices verwijderen41
Tips voor het gebruik van Webservices
●
Ontdek hoe u uw foto's online deelt en afdrukken bestelt.
Klik hier voor meer informatie online.
●
Ontdek meer over apps om snel en eenvoudig recepten, coupons en andere inhouden van internet af te
drukken.
Klik hier voor meer informatie online.
42Hoofdstuk 4 Webservices gebruikenNLWW
5Kopiëren en scannen
●
Kopiëren
●
Scannen via het bedieningspaneel van de printer
●
Scannen met de HP printersoftware
●
Scannen met Webscan
●
Tips voor geslaagd kopiëren en scannen
NLWW43
Kopiëren
Met het menu Kopiëren op het printerbeeldscherm kunt u gemakkelijk kopiëren in zwart-wit of kleur en het
aantal exemplaren selecteren.
Een zwart-wit- of kleurenkopie maken
1.Plaats papier in de invoerlade.
2.Plaats het origineel met de bedrukte zijde omhoog in de documentinvoer of plaats het origineel met de
bedrukte zijde omlaag tegen de rechterbenedenhoek van de glasplaat.
Zie
Origineel plaatsen op pagina 11 voor meer informatie over het plaatsen van het origineel.
3.Druk in het Startscherm op Kopiëren.
4.Het aantal exemplaren en instellingen bepalen.
●
Kies het gewenste aantal kopieën of gebruik
(Toetsenpaneel) om het aantal kopieën in te
voeren.
●
Druk op
(instellingen) om de kopieertaak op maat in te stellen.
5.Druk op Start zwart of Start kleur om de kopieertaak te starten.
Kopieerinstellingen
U kunt kopieertaken op maat configureren via de volgende instellingen in het menu Kopiëren.
●
Lade en papier: Zorg ervoor dat er papier in de invoerlade is geplaatst. Een instelling voor normaal
papier zal afdrukken in normale afdrukkwaliteit. Een instelling voor fotopapier zal afdrukken in de
beste afdrukkwaliteit voor fotopapier.
●
Formaat aanpassen: Regelt de grootte van de afbeelding die of het document dat moet worden
gekopieerd.
44Hoofdstuk 5 Kopiëren en scannenNLWW
◦
Werkelijk: Maakt een kopie in dezelde grootte als het origineel, maar de marges van de
gekopieerde afbeelding kunnen worden bijgesneden.
◦
Aan pagina aanpassen: Maakt een kopie die is gecentreerd met een witte lijn rond de randen. De
aangepaste afbeelding wordt vergroot of verkleind om te passen op het geselecteerde
uitvoerpapier.
OPMERKING:Het scannerglas moet zuiver zijn opdat de functie Aanpassen aan pagina correct
werkt.
◦
Aangepast: Met Aangepast formaat kunt u de afbeelding vergroten door waarden groter dan
100 % te selecteren of verkleinen door waarden kleiner dan 100 % in te stellen.
●
Lichter/donkerder: Past de kopieerinstellingen aan om kopies lichter of donkerder te maken.
●
Kopie identiteitskaart: Hiermee kunt u beide kanten van een identiteitskaart kopiëren.
OPMERKING:Na 2 minuten inactiviteit zullen de kopieeropties automatisch terugkeren naar de
standaardinstellingen van gewoon A4-papier of 8,5 x 11 inch (afhankelijk van de regio).
NLWWKopiëren45
Scannen via het bedieningspaneel van de printer
Een origineel scannen vanaf het bedieningspaneel van de printer
1.Plaats het origineel met de bedrukte zijde omhoog in de documentinvoer of plaats het origineel met de
bedrukte zijde omlaag tegen de rechterbenedenhoek van de glasplaat.
Zie
Origineel plaatsen op pagina 11 voor meer informatie.
2.Raak Scannen aan.
3.Raak een computer aan waar u naar wilt scannen.
4.Kies het gewenste scantype.
5.Druk op OK.
46Hoofdstuk 5 Kopiëren en scannenNLWW
Scannen met de HP printersoftware
●
Scannen naar een computer
●
Een nieuwe snelkoppeling voor scannen maken (Windows)
●
Scaninstellingen wijzigen (Windows)
Scannen naar een computer
Vooraleer u naar een computer scant, moet u ervoor zorgen dat u de HP-printersoftware reeds hebt
geïnstalleerd. De printer en de computer moeten zijn aangesloten en ingeschakeld.
Een document of foto naar een bestand (Windows) scannen
1.Plaats het origineel met de bedrukte zijde omhoog in de documentinvoer of plaats het origineel met de
bedrukte zijde omlaag tegen de rechterbenedenhoek van de glasplaat.
2.Dubbelklik op het printerpictogram op de desktop of doe een van de volgende dingen om de
printersoftware te openen:
●
Windows 8.1: Klik op de pijl naar beneden in de linkerbenedenhoek van het Start-scherm en
selecteer de printernaam.
●
Windows 8: Klik met de rechtermuisknop op een leeg gebied van het Start-scherm en klik op Alle
apps op de app-balk en selecteer de printernaam.
●
Windows 7, Windows Vista en Windows XP: Klik in het bureaublad op Start, selecteer Alle
programma's, klik op HP en klik op de map van de printer. Selecteer dan het pictogram met de
printernaam.
3.Klik in de printersoftware op Een document of foto scannen.
4.Selecteer het type scan dat u wilt en klik dan op Scannen.
●
Kies Opslaan als PDF om het document (of de foto) als pdf-bestand op te slaan.
●
Kies Opslaan als JPEG om het document (of de foto) als afbeeldingsbestand op te slaan.
OPMERKING:Klik op de Meer-link in de rechterbovenhoek van het dialoogvenster 'scannen' om de
instellingen voor iedere scan te bekijken en aan te passen.
Zie
Scaninstellingen wijzigen (Windows) op pagina 49 voor meer informatie.
Als Toon Viewer na scan werd geselecteerd, kunt u in het voorbeeldscherm aanpassingen aan de
gescande afbeelding aanbrengen.
Een document of foto naar e-mail scannen (Windows)
1.Plaats het origineel met de bedrukte zijde omhoog in de documentinvoer of plaats het origineel met de
bedrukte zijde omlaag tegen de rechterbenedenhoek van de glasplaat.
2.Dubbelklik op het printerpictogram op de desktop of doe een van de volgende dingen om de
printersoftware te openen:
NLWWScannen met de HP printersoftware47
●
Windows 8.1: Klik op de pijl naar beneden in de linkerbenedenhoek van het Start-scherm en
selecteer de printernaam.
●
Windows 8: Klik met de rechtermuisknop op een leeg gebied van het Start-scherm en klik op Alle
apps op de app-balk en selecteer de printernaam.
●
Windows 7, Windows Vista en Windows XP: Klik in het bureaublad op Start, selecteer Alle
programma's, klik op HP en klik op de map van de printer. Selecteer dan het pictogram met de
printernaam.
3.Klik in de printersoftware op Een document of foto scannen.
4.Selecteer het type scan dat u wilt en klik dan op Scannen.
Kies E-mailen als pdf of E-mailen als jpeg om uw e-mailsoftware met het gescande bestand als bijlage
te openen.
OPMERKING:Klik op de Meer-link in de rechterbovenhoek van het dialoogvenster 'scannen' om de
instellingen voor iedere scan te bekijken en aan te passen.
Zie
Scaninstellingen wijzigen (Windows) op pagina 49 voor meer informatie.
Als Toon Viewer na scan werd geselecteerd, kunt u in het voorbeeldscherm aanpassingen aan de
gescande afbeelding aanbrengen.
Een origineel scannen vanuit de HP-printersoftware (OS X)
1.Open HP Scan.
U vindt HP Scan in de map Toepassingen/Hewlett-Packard op het hoogste niveau van de harde schijf.
2.Klik op Scannen.
3.Kies het gewenste scanprofiel en volg de instructies op het scherm.
Een nieuwe snelkoppeling voor scannen maken (Windows)
U kunt uw eigen scan-snelkoppeling maken om het scannen te vereenvoudigen. U wilt bijvoorbeeld
regelmatig foto's scannen en opslaan in het formaat png in plaats van jpeg.
1.Plaats het origineel met de bedrukte zijde omhoog in de documentinvoer of plaats het origineel met de
bedrukte zijde omlaag tegen de rechterbenedenhoek van de glasplaat.
2.Dubbelklik op het printerpictogram op de desktop of doe een van de volgende dingen om de
printersoftware te openen:
●
Windows 8.1: Klik op de pijl naar beneden in de linkerbenedenhoek van het Start-scherm en
selecteer de printernaam.
●
Windows 8: Klik met de rechtermuisknop op een leeg gebied van het Start-scherm en klik op Alle
apps op de app-balk en selecteer de printernaam.
●
Windows 7, Windows Vista en Windows XP: Klik in het bureaublad op Start, selecteer Alle
programma's, klik op HP en klik op de map van de printer. Selecteer dan het pictogram met de
printernaam.
3.Klik in de printersoftware op Een document of foto scannen.
4.Klik op Nieuwe scansnelkoppeling maken.
48Hoofdstuk 5 Kopiëren en scannenNLWW
5.Voer een beschrijvende naam in, kies een bestaande snelkoppeling waarop u uw nieuwe snelkoppeling
wilt baseren en klik dan op Maken.
Als u bijvoorbeeld een nieuwe snelkoppeling voor foto's maakt, kiest u ofwel Opslaan als JPEG, ofwel E-
mailen als jpeg. Hierdoor komen grafische opties vrij tijdens het scannen.
6.Verander de instellingen voor uw nieuwe snelkoppeling op basis van uw behoeften en klik dan op het
pictogram 'opslaan' rechts van de snelkoppeling.
OPMERKING:Klik op de Meer-link in de rechterbovenhoek van het dialoogvenster 'scannen' om de
instellingen voor iedere scan te bekijken en aan te passen.
Zie
Scaninstellingen wijzigen (Windows) op pagina 49 voor meer informatie.
Scaninstellingen wijzigen (Windows)
U kunt eender welke scaninstelling wijzigen voor een enkel gebruik of u kunt de wijzigingen opslaan om
permanent te gebruiken. Deze instellingen omvatten opties zoals paginagrootte en -oriëntatie,
scanresolutie, contrast en de locatie van de map voor opgeslagen scans.
1.Plaats het origineel met de bedrukte zijde omhoog in de documentinvoer of plaats het origineel met de
bedrukte zijde omlaag tegen de rechterbenedenhoek van de glasplaat.
2.Dubbelklik op het printerpictogram op de desktop of doe een van de volgende dingen om de
printersoftware te openen:
●
Windows 8.1: Klik op de pijl naar beneden in de linkerbenedenhoek van het Start-scherm en
selecteer de printernaam.
●
Windows 8: Klik met de rechtermuisknop op een leeg gebied van het Start-scherm en klik op Alle
apps op de app-balk en selecteer de printernaam.
●
Windows 7, Windows Vista en Windows XP: Klik in het bureaublad op Start, selecteer Alle
programma's, klik op HP en klik op de map van de printer. Selecteer dan het pictogram met de
printernaam.
3.Klik in de printersoftware op Een document of foto scannen.
4.Klik op de link Meerin de rechterbovenhoek van het dialoogvenster HP Scan.
Het deelvenster met gedetailleerde instellingen verschijnt rechts. De linkse kolom vat de huidige
instellingen voor iedere sectie samen. Met de rechtse kolom kunt u instellingen in het gemarkeerde deel
veranderen.
5.Klik op iedere sectie aan de linkerkant van het deelvenster gedetailleerde instellingen om de
instellingen in die sectie te controleren.
U kunt de meeste instellingen bekijken en veranderen via vervolgkeuzemenu's.
Sommige instellingen bieden meer flexibiliteit door een nieuw deelvenster te openen. Dit wordt
aangegeven door een + (plusteken) rechts van de instelling. U moet instellingen in dit deelvenster
aanvaarden of annuleren om terug te gaan naar het deelvenster met gedetailleerde instellingen.
6.Als u klaar bent met het wijzigen van de instellingen, kunt u het volgende doen.
●
Klik op Scannen. U wordt gevraagd om de wijzigingen aan de snelkoppeling op te slaan of te
verwerpen nadat de scan klaar is.
●
Klik op het pictogram 'opslaan' rechts van de snelkoppeling en klik dan op Scannen.
NLWWScannen met de HP printersoftware49
Scannen met Webscan
Webscan is een functie van de geïntegreerde webserver (EWS) waarmee u foto's en documenten kunt
scannen van uw printer naar uw computer met een webbrowser.
Deze functie is zelfs beschikbaar als u de printersoftware niet op uw computer hebt geïnstalleerd.
OPMERKING:Webscan is standaard uitgeschakeld. U kunt deze functie vanaf de EWS activeren.
Als u Webscan in de EWS niet kunt openen, is dit door uw netwerkbeheerder mogelijk uitgeschakeld. Neem
contact op met uw netwerkbeheerder of met de persoon die uw netwerk heeft ingesteld voor meer
informatie.
Webscan gebruiken
1.Open de geïntegreerde webserver. Raadpleeg
De ingebouwde webserver openen op pagina 96 voor
meer informatie.
2.Klik in het tabblad Instellingen.
3.Klik in het gedeelte Beveiliging op Beheerdersinstellingen.
4.Selecteer WebScan om WebScan in te schakelen.
5.Klik op Toepassen (Apply).
Een scan maken met Webscan
Bij scannen met WebScan zijn de belangrijkste scanopties beschikbaar. Voor meer scanopties of -functies
moet u de HP-printersoftware gebruiken.
1.Plaats het origineel met de bedrukte zijde omhoog in de documentinvoer of plaats het origineel met de
bedrukte zijde omlaag tegen de rechterbenedenhoek van de glasplaat.
Zie
Origineel plaatsen op pagina 11 voor meer informatie.
2.Open de geïntegreerde webserver. Raadpleeg
De ingebouwde webserver openen op pagina 96 voor
meer informatie.
3.Klik in het tabblad Scannen.
4.Klik in het linkerpaneel op Webscan, wijzig eventueel de instellingen en klik vervolgens op Start
scannen.
50Hoofdstuk 5 Kopiëren en scannenNLWW
Tips voor geslaagd kopiëren en scannen
Gebruik de volgende tips om te kopiëren en scannen.
●
Houd de glasplaat en de achterkant van de klep schoon. De scanner interpreteert alles wat hij op de
glasplaat detecteert als een onderdeel van de afbeelding.
●
Plaats het origineel met de bedrukte zijde naar beneden tegen de rechterbenedenhoek van de
glasplaat.
●
Om een grote kopie te maken van een klein origineel, scant u het origineel naar de computer, vergroot u
de afbeelding in de scansoftware en drukt u vervolgens een kopie af van de vergrote afbeelding.
●
Als u het scanformaat, het uitvoertype, de scanresolutie of de bestandsindeling enz. wilt aanpassen,
start u het scannen vanaf de printersoftware.
●
Zorg ervoor dat de helderheid goed is ingesteld in de software, om verkeerde of ontbrekende gescande
tekst te vermijden.
●
Als u een document van meerdere pagina's wilt scannen in een bestand in plaats van in meerdere
bestanden, start u het scannen met de printersoftware in plaats van Scannen te selecteren op het
bedieningspaneel.
NLWWTips voor geslaagd kopiëren en scannen51
52Hoofdstuk 5 Kopiëren en scannenNLWW
6Fax
U kunt de printer gebruiken voor het verzenden en ontvangen van faxen, inclusief kleurenfaxen. U kunt het
verzenden van faxen op een later tijdstip plannen en telefoonboekcontacten instellen om snel en
gemakkelijk faxen te verzenden naar veelgebruikte nummers. Op het bedieningspaneel van de printer kunt u
ook een aantal faxopties instellen, zoals de resolutie en het contrast tussen licht en donker op de faxen die u
verzendt.
OPMERKING:Zorg ervoor dat u de printer correct hebt ingesteld voordat u begint met faxen. U kunt
controleren of de fax correct is ingesteld door de faxinstallatietest vanaf het bedieningspaneel van de printer
uit te voeren.
Klik hier voor meer informatie online over faxinstellingen en testen.
●
Een fax verzenden
●
Een fax ontvangen
●
Telefoonboekcontacten instellen
●
Faxinstellingen wijzigen
●
Faxen en digitale telefoonservices
●
Fax op Voice over Internet Protocol
●
Rapporten gebruiken
NLWW53
Een fax verzenden
U kunt een fax op verschillende manieren verzenden, afhankelijk van uw situatie of behoefte.
●
Een standaardfax versturen vanaf het bedieningspaneel van de printer
●
Een standaardfax vanaf de computer verzenden
●
Een fax verzenden vanaf een telefoon
●
Een fax verzenden met handsfree kiezen
●
Fax verzenden in foutcorrectiemodus
Een standaardfax versturen vanaf het bedieningspaneel van de printer
U kunt met het bedieningspaneel van de printer eenvoudig een fax in zwart-wit of in kleuren van een of meer
pagina's verzenden.
OPMERKING:Als u een afgedrukte bevestiging wilt van faxberichten die goed zijn verzonden, moet u de
optie faxbevestiging inschakelen.
Een standaardfax verzenden vanaf het bedieningspaneel van de printer
1.Plaats het origineel met de bedrukte zijde omhoog in de documentinvoer of plaats het origineel met de
bedrukte zijde omlaag tegen de rechterbenedenhoek van de glasplaat.
Zie
Origineel plaatsen op pagina 11 voor meer informatie over het plaatsen van het origineel.
2.Druk in het Startscherm op Faxen.
3.Raak Nu versturen aan.
4.Druk op Voer faxnummer in. Voer met het toetsenblok het faxnummer in klik dan op OK.
TIP:Als u een pauze wilt invoegen in het faxnummer dat u invoert, raakt u * herhaaldelijk aan totdat
er een streepje (-) op het scherm verschijnt.
5.Raak Zwart of Kleur aan.
Als de printer een origineel in de documentinvoer detecteert, wordt dit document naar het ingevoerde
nummer gestuurd.
TIP:Als u van de ontvanger te horen krijgt dat de kwaliteit van de door u verzonden fax niet goed is,
kunt u de resolutie of het contrast van uw fax wijzigen.
Een standaardfax vanaf de computer verzenden
U kunt een document rechtstreeks vanaf uw computer faxen zonder het eerst af te drukken.
Om deze functie te gebruiken, moet u ervoor zorgen dat u de HP-printersoftware op uw computer hebt
geïnstalleerd, dat de printer is aangesloten op een werkende telefoonlijn en dat de faxfunctie correct is
ingesteld en correct werkt.
54Hoofdstuk 6 FaxNLWW
Een standaardfax vanaf de computer verzenden (Windows)
1.Open het document dat u wilt faxen op uw computer.
2.Klik op Afdrukken in het menu Bestand van uw softwaretoepassing.
3.Selecteer in de lijst Naam de printer met het woord “fax” in de naam.
4.Als u instellingen wilt wijzigen (als u bijvoorbeeld het document als zwart-witfax of als kleurenfax wilt
verzenden), klikt u op de knop waarmee het dialoogvenster Eigenschappen wordt geopend. Afhankelijk
van uw softwaretoepassing heeft deze knop de naam Eigenschappen, Opties, Printerinstellingen,
Printer of Voorkeuren.
5.Nadat u instellingen hebt gewijzigd, klikt u op OK.
6.Klik op Afdrukken of OK.
7.Geef het faxnummer en andere informatie voor de bestemmeling op, wijzig eventueel instellingen voor
de fax en klik vervolgens op Fax verzenden. De printer begint het faxnummer te vormen en het
document te faxen.
Om een standaardfax vanaf de computer te verzenden (OS X)
1.Open het document dat u wilt faxen op uw computer.
2.In het menu Bestand van uw software klikt u op Afdrukken.
3.Selecteer de printer met “Fax” in de naam.
4.Voer een faxnummer of een naam van uw Contacten met een faxnummerinvoer in.
5.Als u de faxinformatie hebt ingevuld, klikt u op Fax.
Een fax verzenden vanaf een telefoon
U kunt een fax verzenden via uw extra telefoon. Hierdoor kunt u met de toekomstige ontvanger praten
vooraleer u de fax verzendt.
Om een fax via een extra telefoon te verzenden
1.Plaats het origineel met de bedrukte zijde omhoog in de documentinvoer of plaats het origineel met de
bedrukte zijde omlaag tegen de rechterbenedenhoek van de glasplaat.
Zie
Origineel plaatsen op pagina 11 voor meer informatie over het plaatsen van het origineel.
2.Kies het nummer met behulp van het toetsenblok op de telefoon die op de printer is aangesloten.
Als de ontvanger de telefoon opneemt, informeer hem dan dat hij na enkele faxtonen een fax zou
moeten ontvangen op zijn faxmachine. Als een faxapparaat de oproep beantwoordt, hoort u de
faxtonen van het ontvangende faxapparaat.
3.Druk in het Startscherm op Faxen.
4.Druk op Fax verzenden.
5.Druk op Zwart of op Kleur als u klaar bent om de fax te verzenden.
De telefoonlijn is stil terwijl de fax wordt verzonden. Als u nadien nog met de ontvanger wilt spreken,
moet u aan de lijn blijven tot de fax volledig is verzonden. Als uw gesprek met de ontvanger was
afgelopen, kunt u de telefoon ophangen van zodra de fax wordt verzonden.
NLWWEen fax verzenden55
Een fax verzenden met handsfree kiezen
Als u een fax verzendt met behulp van handsfree kiezen, kunt u de kiestonen, telefonische aanwijzingen en
andere geluiden horen via de luidsprekers op de printer. Hierdoor kunt u reageren op aanwijzingen tijdens het
kiezen en de kiessnelheid zelf bepalen.
TIP:Indien u een belkaart gebruikt en uw PIN-code niet snel genoeg invoert, kan de printer te snel
beginnen met het sturen van faxtonen en ervoor zorgen dat uw PIN-code niet wordt herkend door de
belkaartdienst. Als dat het geval is, kunt u een contactpersoon maken om de PIN-code voor u belkaart op te
slaan.
OPMERKING:Zorg dat het geluid hard genoeg is om de kiestoon te horen.
Een fax verzenden met behulp van handsfree kiezen via het bedieningspaneel van de printer
1.Plaats het origineel met de bedrukte zijde omhoog in de documentinvoer of plaats het origineel met de
bedrukte zijde omlaag tegen de rechterbenedenhoek van de glasplaat.
Zie
Origineel plaatsen op pagina 11 voor meer informatie over het plaatsen van het origineel.
2.Druk in het Startscherm op Faxen.
3.Raak Nu versturen aan.
4.Druk op Zwart of Kleur.
5.Als u de kiestoon hoort, klik dan op Voer faxnummer in en voer dan het nummer in met het
toetsenblok.
6.Volg de eventuele aanwijzingen op het scherm.
TIP:Als u een belkaart gebruikt om een fax te verzenden en u uw PIN-code als een
telefoonboekcontact hebt opgeslagen, kunt u, op het moment dat naar nuw PIN-code wordt gevraagd,
op
(Telefoonboek) drukken om het telefoonboekcontact waaronder u uw PIN-code hebt
opgeslagen, te selecteren.
Uw fax wordt verzonden als het ontvangende faxapparaat reageert.
Fax verzenden in foutcorrectiemodus
Foutcorrectiemodus (ECM) voorkomt gegevensverlies door slechte telefoonlijnen door fouten te detecteren
die voorkomen tijdens de overdracht en automatisch te verzoeken dat het foute gedeelte opnieuw wordt
overgedragen. Uw telefoonkosten blijven gelijk, en kunnen bij goede verbindingen zelfs lager uitvallen. Bij
slechte verbindingen brengt ECM een langere verzendtijd en hogere kosten met zich mee, maar worden de
gegevens betrouwbaarder verzonden. De standaardinstelling is Aan. Schakel ECM uitsluitend uit als de
telefoonkosten sterk stijgen en als u slechtere kwaliteit in ruil voor lagere kosten kunt accepteren.
Als u ECM uitschakelt:
●
worden de kwaliteit en transmissiesnelheid van verzonden en ontvangen faxen beïnvloed.
●
wordt de Snelheid automatisch ingesteld op Normaal.
●
kunt u geen kleurenfaxen meer verzenden of ontvangen.
56Hoofdstuk 6 FaxNLWW
De instelling Licht./Donkerder wijzigen vanaf het bedieningspaneel
1.Druk in het Startscherm op Faxen.
2.Raak Installatie aan.
3.Druk op Voorkeuren.
4.Scroll naar Foutcorrectiemodus en druk erop om de functie in of uit te schakelen.
NLWWEen fax verzenden57
Een fax ontvangen
U kunt automatisch of handmatig faxen ontvangen. Indien u de optie Automatisch antwoorden uitschakelt,
moet u faxen handmatig ontvangen. Indien u de optie Automatisch antwoorden inschakelt (de
standaardinstelling), dan beantwoordt de printer automatisch inkomende oproepen en worden faxen
ontvangen na het aantal keer overgaan dat is opgegeven via de instelling Hoe vaak overgaan. (De standaard
instelling Hoe vaak overgaan is vijf keer overgaan.)
Als u een faxbericht op papier van het formaat Legal of groter ontvangt, terwijl de printer niet is ingesteld op
het gebruik van dat papierformaat, wordt het faxbericht automatisch verkleind zodat het op het geplaatste
papier past. Als u de functie Automatisch verkleinen hebt uitgeschakeld, drukt de printer het faxbericht op
twee pagina's af.
OPMERKING:Als u een document aan het kopiëren bent wanneer een fax binnenkomt, wordt de fax
opgeslagen in het printergeheugen totdat het kopiëren is voltooid.
●
Een fax handmatig ontvangen
●
Back-upfaxontvangst instellen
●
Ontvangen faxen vanuit het geheugen opnieuw afdrukken
●
Faxen doorsturen naar een ander nummer
●
Automatische verkleining voor binnenkomende faxen instellen
●
Ongewenste faxnummers blokkeren
Een fax handmatig ontvangen
Als u aan de telefoon bent, kan de persoon met wie u spreekt u een fax sturen terwijl u nog verbonden bent.
U kunt de handset opnemen om te praten of om te luisteren of er faxtonen weerklinken.
U kunt manueel faxen ontvangen van een telefoon die rechtstreeks is verbonden met de printer (aan de 2-
EXT-poort).
Een fax handmatig ontvangen
1.Controleer of de printer is ingeschakeld en of er papier in de hoofdlade is geplaatst.
2.Verwijder eventuele originelen uit de documentinvoerlade.
3.Stel de instelling Hoe vaak overgaan in op een hoog getal zodat u eerst de binnenkomende oproepen
kunt beantwoorden voordat de printer de belsignalen gaat beantwoorden. U kunt ook de instelling
Automatisch antwoorden uitschakelen zodat de printer niet automatisch binnenkomende oproepen
beantwoordt.
4.Als u momenteel een gesprek voert met de verzender, vraag hem of haar dan om de fax te versturen.
5.Doe het volgende als u faxgeluiden van een zendende faxmachine hoort.
a.Druk in het startscherm op Faxen, druk op Verzenden en ontvangen en dan op Nu ontvangen.
b.Zodra de printer de fax begint te ontvangen, kunt u de telefoon ophangen of aan de lijn blijven. De
telefoonlijn is tijdens de faxtransmissie stil.
58Hoofdstuk 6 FaxNLWW
Back-upfaxontvangst instellen
Afhankelijk van uw voorkeuren en beveiligingseisen kunt u de printer instellen om alle ontvangen faxen op te
slaan, alleen de faxen op te slaan die zijn ontvangen terwijl de printer door een fout niet functioneerde of om
geen van de ontvangen faxen op te slaan.
Back-upfaxontvangst vanaf het bedieningspaneel van de printer instellen
1.Druk in het Startscherm op Faxen.
2.Raak Installatie aan.
3.Raak Voorkeuren aan.
4.Raak Backup-faxontvangst aan.
5.Raak de vereiste instelling aan:
AanDit is de standaardinstelling. Als Back-up-faxaan is, slaat de printer alle ontvangen faxberichten
op in het geheugen. Hierdoor kunt u de laatst afgedrukte faxen opnieuw afdrukken, mits deze nog
in het geheugen zijn opgeslagen.
OPMERKING:Als het printergeheugen vol is, worden de oudste, afgedrukte faxberichten
overschreven bij ontvangst van nieuwe faxen. Als het geheugen vol raakt met niet-afgedrukte
faxen, stopt de printer met het beantwoorden van inkomende faxoproepen.
OPMERKING:De ontvangen faxen worden in het tijdelijke geheugen opgeslagen. Als de printer
uit- en ingeschakeld wordt, zullen de ontvangen faxen niet meer beschikbaar zijn om opnieuw af
te drukken.
OPMERKING:Als u een fax ontvangt die te groot is, bijvoorbeeld een zeer gedetailleerde
kleurenfoto, wordt deze mogelijk niet in het geheugen opgeslagen.
Alleen bij foutenFaxberichten worden alleen in het geheugen van de printer opgeslagen als de printer de
faxberichten door een fout niet kan afdrukken (bijvoorbeeld als het papier in de printer op is). De
printer blijft faxberichten opslaan zolang er geheugen beschikbaar is. Als het geheugen vol raakt,
stopt de printer met het beantwoorden van inkomende faxoproepen. Wanneer de fout is opgelost,
worden de faxen die in het geheugen zijn opgeslagen automatisch afgedrukt en vervolgens uit het
geheugen verwijderd.
UitFaxberichten worden nooit in het geheugen opgeslagen. Het kan bijvoorbeeld zijn dat u Back-
upfaxontvangst wilt uitschakelen omwille van de veiligheid. Als er een fout optreedt waardoor de
printer niet kan afdrukken (bijvoorbeeld als het papier in de printer op is), stopt de printer met het
beantwoorden van inkomende faxoproepen.
Ontvangen faxen vanuit het geheugen opnieuw afdrukken
De ontvangen faxen worden in het tijdelijke geheugen opgeslagen. Als de printer uit- en ingeschakeld wordt,
zullen de ontvangen faxen niet meer beschikbaar zijn om opnieuw af te drukken.
OPMERKING:Als het geheugen vol is, kan de printer geen nieuwe fax ontvangen totdat u de faxberichten in
het geheugen afdrukt of verwijdert. U wist het faxgeheugen ook best om veiligheids- of privacyredenen.
Faxen in het geheugen opnieuw afdrukken vanaf het bedieningspaneel van de printer
1.Zorg ervoor dat er papier in de invoerlade is geplaatst. Zie
Afdrukmateriaal laden op pagina 7 voor meer
informatie.
2.Druk in het Startscherm op Faxen.
NLWWEen fax ontvangen59
3.Raak Opnieuw afdrukken aan.
De faxen worden in omgekeerde volgorde als die waarin ze zijn ontvangen weergegeven, waarbij de
meest recent ontvangen fax het eerst wordt afgedrukt, enz.
4.Selecteer de fax die u wilt afdrukken en druk vervolgens op Afdrukken.
Faxen doorsturen naar een ander nummer
U kunt de printer zo instellen dat uw faxen worden doorgestuurd naar een ander faxnummer. Alle faxen
worden in zwart-wit doorgestuurd, ongeacht hoe ze oorspronkelijk werden gestuurd.
Het verdient aanbeveling te controleren of het nummer waarnaar u de fax doorstuurt, een werkende faxlijn
is. Verstuur een testfax zodat u zeker weet dat het faxapparaat de doorgestuurde faxberichten kan
ontvangen.
Faxen doorsturen vanaf het bedieningspaneel van de printer
1.Druk in het Startscherm op Faxen.
2.Raak Installatie aan.
3.Druk op Voorkeuren.
4.Raak Fax doorsturen aan.
5.Raak Aan (Afdrukken en doorsturen) aan om de fax af te drukken en door te sturen of selecteer Aan
(Doorsturen) aan om de fax door te sturen.
OPMERKING:Als de printer het faxbericht niet kan doorsturen naar het opgegeven faxapparaat (als
dit bijvoorbeeld is uitgeschakeld), wordt de fax afgedrukt door de printer. Als u de printer instelt op het
afdrukken van foutrapporten voor ontvangen faxen, wordt ook een foutrapport afgedrukt.
6.Als u hierom wordt gevraagd, voert u het nummer in van het apparaat waarmee de doorgestuurde
faxen worden ontvangen, en drukt u op Gereed. Voer voor elk van de volgende opdrachten de vereiste
gegevens in: begindatum, begintijd, einddatum en eindtijd. Druk daarna op Gereed.
7.Fax doorsturen is geactiveerd. Raak OK aan om te bevestigen.
Als de printer geen stroom meer krijgt wanneer het doorsturen van faxen wordt ingesteld, slaat de
printer de instelling voor het doorsturen van faxen en het telefoonnummer op. Wanneer de printer weer
stroom krijgt, is de instelling voor het doorsturen van faxen nog steeds Aan.
OPMERKING:U kunt het doorsturen van faxen annuleren door Uit te selecteren in het menu Fax
doorsturen.
Automatische verkleining voor binnenkomende faxen instellen
De instelling Automatisch verkleinen bepaalt wat de printer doet als er een fax binnenkomt die te groot is
voor het geplaatst papierformaat. Deze instelling is standaard ingeschakeld, zodat de afbeelding van de
binnenkomende fax indien mogelijk wordt verkleind en dus op een pagina past. Als deze functie is
uitgeschakeld, worden de gegevens die niet op de eerste pagina passen, op de volgende pagina afgedrukt.
Automatisch verkleinen komt van pas als u een fax van Legal-formaat ontvangt terwijl in de invoerlade
papier van briefformaat is geplaatst.
60Hoofdstuk 6 FaxNLWW
Automatische verkleining instellen vanaf het bedieningspaneel van de printer
1.Druk in het Startscherm op Faxen.
2.Raak Installatie aan.
3.Druk op Voorkeuren.
4.Druk op Automatisch verkleinen om in of uit te schakelen.
Ongewenste faxnummers blokkeren
Als u via uw telefoonaanbieder gebruikmaakt van een service voor nummerherkenning, kunt u bepaalde
faxnummers blokkeren zodat de printer geen faxen meer ontvangt die afkomstig zijn van deze nummers. Bij
een binnenkomende faxoproep vergelijkt de printer het nummer met de ingestelde lijst met ongewenste
faxnummers om vast te stellen of de oproep moet worden geblokkeerd. Als het nummer overeenkomt met
een nummer in de lijst met geblokkeerde nummers, wordt de fax niet ontvangen. (Het maximum aantal
faxnummers dat u kunt blokkeren, verschilt per model.)
OPMERKING:Deze functie wordt niet in alle landen/regio's ondersteund. Als de functie niet wordt
ondersteund in uw land/regio, wordt het item Blokkering van ongewenste faxnummers niet weergegeven in
het menu Voorkeuren.
OPMERKING:Als er geen telefoonnummers in de lijst met beller-ID's staan, wordt verondersteld dat u niet
op een service Beller-ID bent geabonneerd bij de telefoonmaatschappij.
U kunt bepaalde faxnummers blokkeren door ze toe te voegen aan de lijst met ongewenste faxnummers en
deblokkeren door ze uit de lijst met ongewenste faxnummers te verwijderen.
Een nummer toevoegen aan de lijst met ongewenste faxnummers
1.Druk in het Startscherm op Faxen.
2.Raak Installatie aan.
3.Druk op Voorkeuren.
4.Raak Blokkering van ongewenste faxnummers aan.
5.
Druk op
(plusteken).
6.Voer een van de volgende bewerkingen uit.
●
Druk op
(geschiedenis ontvangen oproepen), selecteer het te blokkeren faxnummer en druk
dan op Toevoegen.
●
Voer manueel een te blokkeren faxnummer in en druk op Toevoegen.
OPMERKING:Zorg ervoor dat u het faxnummer invoert zoals het op het scherm van het
bedieningspaneel wordt weergegeven en niet zoals het in het kopschrift van de ontvangen fax wordt
weergegeven. Deze nummers kunnen verschillend zijn.
NLWWEen fax ontvangen61
Om nummers uit de lijst met ongewenste faxnummers te verwijderen
Als u een faxnummer niet langer wilt blokkeren, kunt u het uit de lijst met ongewenste faxnummers
verwijderen.
1.Druk in het Startscherm op Faxen.
2.Raak Installatie aan.
3.Druk op Voorkeuren.
4.Raak Blokkering van ongewenste faxnummers aan.
5.Druk op het nummer dat u wilt verwijderen, druk op Verwijderen en dan op OK.
62Hoofdstuk 6 FaxNLWW
Telefoonboekcontacten instellen
U kunt veelgebruikte faxnummers instellen als contactpersonen. Hierdoor kunt u deze nummers snel kiezen
door middel van het bedieningspaneel van de printer.
TIP:Voor het maken en beheren van contactpersonen kunt u niet alleen het bedieningspaneel van de
printer gebruiken, u kunt ook gebruik maken van hulpprogramma's die beschikbaar zijn op u computer, zoals
de HP-printersoftware en de EWS van de printer.
●
Telefoonboekcontacten instellen en wijzigen
●
Telefoonboekgroepen instellen en wijzigen
●
Telefoonboekcontacten verwijderen
Telefoonboekcontacten instellen en wijzigen
U kunt faxnummer opslaan als telefoonboekcontacten.
Om telefoonboekcontacten in te stellen
1.Druk in het Startscherm op Faxen.
2.Raak Nu versturen aan.
3.
Druk op
(Telefoonboek).
4.Raak Contactpersonen aan.
5.
Druk op
(Plusteken) om een contact toe te voegen.
6.Druk op Naam en voer de naam van de contactpersoon in en druk dan op Gereed.
7.Druk op Faxnummer, voer het faxnummer van de contactpersoon in en druk op OK.
OPMERKING:Vergeet niet om eventuele pauzes en andere noodzakelijke nummers in te voeren, zoals
het kengetal, een toegangscode voor nummers buiten een PBX-systeem (meestal een 9 of 0) of een
kengetal voor internationaal bellen.
8.Druk op Toevoegen.
Om telefoonboekcontacten te wijzigen
1.Druk in het Startscherm op Faxen.
2.Raak Nu versturen aan.
3.
Druk op
(Telefoonboek).
4.Raak Contactpersonen aan.
5.
Druk op
(Bewerken) om een contactpersoon te bewerken.
6.Druk op de contactpersoon die u wilt bewerken.
7.Druk op Naam en bewerk de naam van de contactpersoon en en druk dan op Gereed.
NLWWTelefoonboekcontacten instellen63
8.Druk op Nummer, bewerk het faxnummer van de contactpersoon en druk dan op OK.
OPMERKING:Vergeet niet om eventuele pauzes en andere noodzakelijke nummers in te voeren, zoals
het kengetal, een toegangscode voor nummers buiten een PBX-systeem (meestal een 9 of 0) of een
kengetal voor internationaal bellen.
9.Druk op Gereed.
Telefoonboekgroepen instellen en wijzigen
U kunt meerdere faxnummers opslaan een telefoonboekgroep.
Om telefoonboekgroepen in te stellen
OPMERKING: Vooraleer u een telefoonboekgroep kunt creëren, moet u reeds minstens een
telefoonboekcontact hebben gecreëerd.
1.Druk in het Startscherm op Faxen.
2.Raak Nu versturen aan.
3.
Druk op
(Telefoonboek).
4.Druk op Groepscontacten.
5.
Druk op
(Plusteken) om een groep toe te voegen.
6.Druk op Naam en typ de naam van de groep en druk dan op Gereed.
7.Druk op Aantal, selecteer de contactpersonen die u aan de groep wilt toevoegen en druk op Selecteren.
8.Druk op Maken.
Om telefoonboekgroepen te wijzigen
1.Druk in het Startscherm op Faxen.
2.Raak Nu versturen aan.
3.
Druk op
(Telefoonboek).
4.Druk op Groepscontacten.
5.
Druk op
(Bewerken) om een groep te bewerken.
6.Druk op de telefoonboekgroep die u wilt bewerken.
7.Druk op Naam en bewerk de naam van de telefoonboekgroep en druk op Gereed.
8.Druk op Aantal leden.
9.
Deselecteer de contactpersonen die u uit deze groep wilt verwijderen of druk op
(Plusteken) om een
contactpersoon aan de groep toe te voegen.
10.Druk op Gereed.
64Hoofdstuk 6 FaxNLWW
Telefoonboekcontacten verwijderen
U kunt telefoonboekcontacten of -groepen verwijderen.
1.Druk in het Startscherm op Faxen.
2.Raak Nu versturen aan.
3.
Druk op
(Telefoonboek).
4.Druk op Contactpersonen of Groepscontacten.
5.
Druk op
(Bewerken).
6.Druk op de naam van de contactpersoon die u wilt verwijderen.
7.Druk op Verwijderen.
8.Druk op Ja om te bevestigen en druk dan op OK.
NLWWTelefoonboekcontacten instellen65
Faxinstellingen wijzigen
Als u de stappen uit de Aan-de-slaggids die bij de printer is geleverd hebt voltooid, kunt u in de volgende
stappen de basisinstellingen wijzigen of andere faxopties configureren.
●
Het faxkopschrift instellen
●
De antwoordmodus instellen (automatisch antwoorden)
●
Het aantal beltonen voordat er wordt opgenomen instellen
●
Beantwoording belpatroon voor specifieke beltonen wijzigen
●
Het kiessysteem instellen
●
Opties opnieuw kiezen instellen
●
De faxsnelheid instellen
●
Het faxgeluidsvolume instellen
Het faxkopschrift instellen
De faxkopregel is de regel tekst met uw naam en faxnummer die wordt afgedrukt boven aan elke fax die u
verstuurt. HP raadt u aan om het kopschrift in te stellen door de HP-software te gebruiken die bij de printer
werd geleverd. U kunt de faxkopregel ook instellen vanaf het bedieningspaneel van de printer, zoals hier
wordt beschreven.
OPMERKING:In sommige landen/regio's is de informatie in het faxkopschrift wettelijk vereist.
Het faxkopschrift instellen of wijzigen
1.Druk in het Startscherm op Faxen.
2.Druk op Installatie, en vervolgens op Voorkeuren.
3.Raak Faxkop aan.
4.Geef uw naam of uw bedrijfsnaam op en raak vervolgens Gereed aan.
5.Voer uw faxnummer in en druk vervolgens op OK.
De antwoordmodus instellen (automatisch antwoorden)
De antwoordmodus bepaalt of binnenkomende oproepen door de printer worden beantwoord.
●
Schakel de optie Automatisch antwoorden in als u wilt dat de printer faxen automatisch beantwoordt.
Alle binnenkomende oproepen en faxen worden door de printer beantwoord.
●
Schakel de optie Automatisch antwoorden uit als u faxen handmatig wilt ontvangen. U moet zelf
aanwezig zijn om de binnenkomende faxoproepen te beantwoorden, anders kan de printer geen
faxberichten ontvangen.
66Hoofdstuk 6 FaxNLWW
De antwoordmodus instellen
1.Druk in het Startscherm op Faxen.
2.Druk op Installatie, en vervolgens op Voorkeuren.
3.Druk op Automatisch antwoorden om in of uit te schakelen.
U kunt deze functie ook bereiken door te drukken op
(Faxstatus) op het Startscherm.
Het aantal beltonen voordat er wordt opgenomen instellen
Als u de optie Automatisch antwoorden inschakelt, kunt u opgeven na hoeveel belsignalen de
binnenkomende oproep automatisch moet worden beantwoord.
De instelling Hoe vaak overgaan is belangrijk als er een antwoordapparaat is aangesloten op dezelfde
telefoonlijn als de printer omdat het antwoordapparaat de telefoon moet beantwoorden voordat de printer
dat doet. Het aantal belsignalen voor beantwoorden moet voor de printer groter zijn dan voor het
antwoordapparaat.
Stel bijvoorbeeld uw antwoordapparaat in om te beantwoorden na een laag aantal belsignalen en stel de
printer in om te antwoorden na het maximale aantal belsignalen. (Het maximum aantal belsignalen varieert
per land/regio.) Bij deze instelling beantwoordt het antwoordapparaat de oproep en bewaakt de printer de
lijn. Als de printer faxsignalen detecteert, zal deze de fax ontvangen. Als de oproep een gespreksoproep
betreft, zal het antwoordapparaat het binnenkomende bericht opnemen.
Het aantal belsignalen voordat er wordt opgenomen instellen
1.Druk in het Startscherm op Faxen.
2.Druk op Installatie, en vervolgens op Voorkeuren.
3.Raak Hoe vaak overgaan aan.
4.Geef het aantal keer rinkelen aan.
5.Raak Gereed aan om de instelling te accepteren.
Beantwoording belpatroon voor specifieke beltonen wijzigen
Veel telefoonmaatschappijen bieden een service aan waarbij abonnees voor één telefoonlijn meerdere
telefoonnummers krijgen toegewezen die elk hun eigen specifieke belsignalen hebben. Als u zich op deze
service abonneert, wordt er aan elk telefoonnummer een ander belsignaal toegekend. U kunt de printer
instellen voor het beantwoorden van binnenkomende oproepen die een bepaald belsignaal hebben.
Als u de printer aansluit op een telefoonlijn met specifieke belsignalen, moet u de telefoonmaatschappij
verzoeken om twee verschillende belsignalen toe te wijzen aan binnenkomende gespreksoproepen en
faxoproepen. HP raadt aan om voor een faxnummer dubbele of drievoudige belsignalen aan te vragen. Als de
printer het specifieke belpatroon detecteert, zal deze de oproep beantwoorden en de fax ontvangen.
TIP:U kunt ook de functie voor belpatroondetectie in het Specifiek belsignaal-menu om een specifiek
belsignaal in te stellen. Met deze functie herkent de printer het belpatroon van een binnenkomende oproep
en wordt dit belpatroon vastgelegd. Gebaseerd op deze oproep wordt automatisch het specifieke belpatroon
bepaald dat door uw telefoonbedrijf aan faxoproepen is toegewezen.
Als deze service niet beschikbaar is, gebruikt u het standaard belpatroon Alle standaard ringen.
NLWWFaxinstellingen wijzigen67
OPMERKING:De printer kan geen faxen ontvangen als de hoorn van het toestel met het
hoofdtelefoonnummer van de haak is.
Het belpatroon voor beantwoorden van een specifiek belsignaal wijzigen
1.Controleer of de printer is ingesteld om faxoproepen automatisch te beantwoorden.
2.Druk in het Startscherm op Faxen.
3.Druk op Installatie en selecteer vervolgens Voorkeuren.
4.Raak Specifiek belsignaal aan.
5.Een bericht wordt weergegeven waarin staat dat deze instelling niet moet worden gewijzigd tenzij u
meerdere nummers op dezelfde telefoonlijn hebt. Raak Jaaan om verder te gaan.
6.Voer een van de volgende handelingen uit:
●
Raak het belpatroon aan dat door uw telefoonbedrijf aan faxoproepen is toegewezen.
●
Druk op Belpatroondetectie en volg de instructies op het bedieningspaneel van de printer.
OPMERKING:Als de functie Belpatroondetectie het belpatroon niet kan detecteren of als u de functie
annuleert voordat de detectie is voltooid, wordt het belpatroon automatisch ingesteld op de
standaardwaarde, namelijk Alle standaard ringen.
OPMERKING:Indien u een PBX-telefoonsysteem gebruikt met verschillende oproeppatronen voor
interne en externe oproepen, moet u het faxnummer oproepen via een extern nummer.
Het kiessysteem instellen
Stel de toonkeuze- of pulskeuzemodus in met deze procedure. De standaardinstelling is Toon. Wijzig deze
instelling niet tenzij u weet dat uw telefoonlijn niet werkt met toonkeuze.
OPMERKING:De optie pulskeuze is niet beschikbaar in alle landen of regio's.
Het kiessysteem instellen
1.Druk in het Startscherm op Faxen.
2.Druk op Installatie, en vervolgens op Voorkeuren.
3.Druk op Kiestype.
4.Selecteer Toon of Puls.
Opties opnieuw kiezen instellen
Als de printer een fax niet kon verzenden omdat het ontvangende faxapparaat niet antwoordde of bezet was,
dan probeert de printer opnieuw te bellen op basis van de instellingen van de optie voor Opnieuw kiezen.
Gebruik de volgende procedure om de opties aan of uit te schakelen.
68Hoofdstuk 6 FaxNLWW
●
Opnieuw kiezen indien bezet: Als deze optie is ingeschakeld, kiest de printer automatisch opnieuw
wanneer de lijn bezet is. De standaardinstelling is Aan.
●
Opnieuw kiezen zonder antwoord: Als deze optie is ingeschakeld, kiest de printer automatisch opnieuw
wanneer het ontvangende faxapparaat niet antwoordt. De standaardinstelling is Uit.
●
Opnieuw kiezen bij verbindingsprobleem: Als deze optie is ingeschakeld, kiest de printer automatisch
opnieuw als er een probleem is met de verbinding met het ontvangen faxapparaat. Opnieuw kiezen bij
verbindingsprobleem werkt enkel voor de verzending van faxen uit het geheugen. De
standaardinstelling is Aan.
De opties opnieuw bellen instellen
1.Druk in het Startscherm op Faxen.
2.Druk op Installatie, en vervolgens op Voorkeuren.
3.Druk op Automatisch opnieuw kiezen.
4.Druk op Opnieuw zenden bij in gesprek, Opnieuw zenden bij geen antwoord of Opnieuw kiezen bij
verbindingsprobleem om ze in- of uit te schakelen.
De faxsnelheid instellen
U kunt de gebruikte faxsnelheid instellen voor de communicatie tussen uw printer en overige faxapparaten
tijdens het verzenden en ontvangen van faxberichten.
Als u een van de volgende opties gebruikt, is het wellicht nodig om de faxsnelheid te verlagen:
●
Een Internet-telefoonservice
●
Een PBX-systeem (private branch exchange)
●
Fax op Voice over Internet-protocol (VoIP)
●
Een ISDN-service
Als u problemen ondervindt bij het verzenden en ontvangen van faxen, probeer dan een tragere Snelheid. De
volgende tabel biedt de mogelijke faxsnelheden.
Instelling faxsnelheidFaxsnelheid
Snel33600 bps
Normaal14400 bps
Langzaam9600 bps
De faxsnelheid instellen
1.Druk in het Startscherm op Faxen.
2.Druk op Installatie, en vervolgens op Voorkeuren.
3.Raak Snelheid aan.
4.Raak de optie aan die u wilt selecteren.
NLWWFaxinstellingen wijzigen69
Het faxgeluidsvolume instellen
U kunt het volume van de faxtonen wijzigen.
Het geluidsvolume voor faxen instellen
1.Druk in het Startscherm op Faxen.
2.Druk op Installatie, en vervolgens op Voorkeuren.
3.Druk op Volume.
4.Raak Zacht, Hard, of Uit aan om die instelling te selecteren.
70Hoofdstuk 6 FaxNLWW
Faxen en digitale telefoonservices
Veel telefoonbedrijven bieden hun klanten digitale telefoonservices, zoals de volgende services:
●
DSL: Een DSL-aansluiting (Digital Subscriber Line) via uw telefoonmaatschappij. (DSL wordt in uw land/
regio mogelijk ADSL genoemd.)
●
PBX: Een PBX-telefoonsysteem (Private Branch eXchange).
●
ISDN: Een ISDN-systeem (Integrated Services Digital Network)
●
VoIP: Een goedkope telefoonservice die u de mogelijkheid biedt faxen met uw printer te ontvangen en
te verzenden via internet. Deze methode wordt Fax op Voice over Internet-protocol (VoIP) genoemd.
Zie
Fax op Voice over Internet Protocol op pagina 72 voor meer informatie.
HP-printers zijn specifiek ontworpen voor gebruik in combinatie met traditionele analoge telefoonservices.
Als u met een systeem voor digitaal telefoneren werkt (zoals DSL/ADSL, PBX of ISDN), moet u mogelijk filters
of converters gebruiken voor de conversie van digitaal naar analoog als u wilt faxen.
OPMERKING:HP garandeert niet dat de printer compatibel zal zijn met lijnen of providers voor digitaal
telefoneren in digitale omgevingen of met alle converters voor conversie van digitaal naar analoog. U wordt
aangeraden om in alle gevallen rechtstreeks met het telefoonbedrijf te bespreken wat de juiste configuratie-
opties zijn op basis van de services die het bedrijf levert.
NLWWFaxen en digitale telefoonservices71
Fax op Voice over Internet Protocol
U kunt mogelijk inschrijven op een goedkope telefoonservice waarmee u faxen kunt verzenden en ontvangen
met uw printer via internet. Deze methode wordt Fax op Voice over Internet-protocol (VoIP) genoemd.
De volgende punten zijn tekenen dat u waarschijnlijk een VoIP-service gebruikt.
●
Kies een speciale toegangscode samen met het faxnummer.
●
een IP-converter hebt om verbinding te maken met Internet; deze biedt ook analoge telefoonpoorten
voor de faxlijn.
OPMERKING:U kunt uitsluitend faxen verzenden en ontvangen door een telefoonsnoer aan te sluiten op de
1-LINE-poort op de printer. Dit betekent dat de verbinding met het Internet tot stand moet worden gebracht
via een converter (die is uitgerust met een gewone analoge telefooningangen voor de fax) of via uw
telefoonmaatschappij.
TIP:De ondersteuning voor traditionele faxverzending via een IP-telefoonsysteem is vaak beperkt. Als u
problemen ondervindt bij het verzenden van faxen, kunt u proberen om de faxsnelheid te verlagen of de
foutcorrectiemodus (ECM, Error Correction Mode) voor het faxen uit te schakelen. Als u de
foutcorrectiemodus echter uitschakelt, kunt u geen faxen in kleur meer verzenden of ontvangen.
Zie
De faxsnelheid instellen op pagina 69 voor meer informatie over het wijzigen van de faxsnelheid. Zie Fax
verzenden in foutcorrectiemodus op pagina 56 voor meer informatie over de foutcorrectiemodus (ECM).
Als u vragen hebt over internetfaxen, neem dan contact op met de ondersteuningsafdeling van uw
internetfaxdienst of met uw lokale serviceprovider voor meer begeleiding.
72Hoofdstuk 6 FaxNLWW
Rapporten gebruiken
U kunt de printer zodanig instellen dat foutrapporten en bevestigingsrapporten automatisch worden
afgedrukt voor elk faxbericht dat u verzendt en ontvangt. U kunt indien gewenst ook handmatig
systeemrapporten afdrukken. Deze rapporten bieden nuttige systeeminformatie over de printer.
Standaard is de printer zodanig ingesteld dat er alleen een rapport wordt afgedrukt als zich een probleem
voordoet bij het verzenden of ontvangen van een fax. Na het verzenden van een faxbericht verschijnt er kort
een bericht op het scherm van het bedieningspaneel met de mededeling dat het faxbericht goed is
verzonden.
OPMERKING:Als de rapporten niet leesbaar zijn, kunt u de geschatte inktniveaus controleren vanuit het
bedieningspaneel of de HP-software. Zie
De geschatte inktniveaus bekijken op pagina 78 voor meer
informatie.
OPMERKING:Waarschuwingen en indicatorlampjes voor het inktniveau bieden uitsluitend schattingen om
te kunnen plannen. Wanneer u een waarschuwing voor een laag inktniveau krijgt, overweeg dan om een
vervangende cartridge klaar te houden om eventuele afdrukvertragingen te vermijden. U hoeft de
inktcartridges niet te vervangen voor de afdrukkwaliteit onaanvaardbaar wordt.
OPMERKING:Controleer of de inktcartridges in goede staat verkeren en goed zijn geïnstalleerd. Zie
Beheer
inktcartridges op pagina 77 voor meer informatie.
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
●
Bevestigingsrapporten voor faxen afdrukken
●
Foutrapporten voor faxen afdrukken
●
Het faxlogboek afdrukken en bekijken
●
Het faxlogboek wissen
●
De details van de laatste faxtransactie afdrukken
●
Een rapport beller-ID's afdrukken
●
De belgeschiedenis weergeven
Bevestigingsrapporten voor faxen afdrukken
Er wordt een bevestigingsrapport afgedrukt voor elke fax die u verzendt of ontvangt. De standaardinstelling
is Off (Uit). In de standaardinstelling wordt er na elke verzending of ontvangst van een fax kort een
bevestigingsbericht weergegeven op het bedieningspaneel.
Faxbevestiging inschakelen
1.Druk in het Startscherm op Faxen.
2.Raak Installatie aan.
3.Druk op Rapporten en vervolgens op Faxbevestiging.
4.Raak een van de volgende opties aan om te selecteren.
UitEr wordt geen bevestigingsrapport afgedrukt wanneer u faxberichten verzendt en ontvangt. Dit is
de standaardinstelling.
NLWWRapporten gebruiken73
Aan (Fax verzenden)Er wordt een bevestigingsrapport afgedrukt voor elke fax die u verzendt.
Aan (Fax ontvangen)Er wordt een bevestigingsrapport afgedrukt voor elke fax die u ontvangt.
Aan (Fax verzenden en
ontvangen)
Er wordt een bevestigingsrapport afgedrukt voor elke fax die u verzendt of ontvangt.
Een faxafbeelding toevoegen aan het bevestigingsrapport
1.Druk in het Startscherm op Faxen.
2.Raak Installatie aan.
3.Druk op Rapporten en vervolgens op Faxbevestiging.
4.Raak Aan (Fax verzenden) of Aan (Fax verzenden en ontvangen) aan.
5.Druk op Faxbevestiging met afbeelding.
Foutrapporten voor faxen afdrukken
U kunt de printer zodanig configureren dat er automatisch een rapport wordt afgedrukt als er tijdens de
transmissie of ontvangst een fout optreedt.
De printer instellen op het automatisch afdrukken van faxfoutrapporten
1.Druk in het Startscherm op Faxen.
2.Raak Installatie aan.
3.Druk op Rapporten en vervolgens op Rapport faxfouten.
4.Raak een van de volgende aan om te selecteren.
Aan (Fax verzenden)Afdrukken als er een fout optreedt bij het overbrengen. Dit is de standaardinstelling.
Aan (Fax ontvangen)Afdrukken als er een fout optreedt bij het ontvangen.
Aan (Fax verzenden en
ontvangen)
Afdrukken als er een fout optreedt bij het faxen.
UitEr worden geen faxfoutrapporten afgedrukt.
Het faxlogboek afdrukken en bekijken
U kunt een logboek afdrukken met de faxen die door de printer zijn ontvangen en verzonden.
Het faxlogboek afdrukken vanaf het bedieningspaneel van de printer
1.Druk in het Startscherm op Faxen.
2.Druk op Installatie, en vervolgens op Rapporten.
3.Druk op Faxrapporten afdrukken.
4.Druk op Faxrapporten van de laatste 30 transacties.
5.Raak Afdrukken aan om te beginnen met afdrukken.
74Hoofdstuk 6 FaxNLWW
Het faxlogboek wissen
Als u het faxlogboek wist, worden ook alle faxen die in het geheugen zijn opgeslagen, verwijderd.
Het faxlogboek wissen
1.Druk in het Startscherm op Faxen.
2.Druk op Installatie, en vervolgens op Extra.
3.Raak Faxlogboek wissen aan.
De details van de laatste faxtransactie afdrukken
Het rapport Laatste faxtransactie drukt de details af van de laatste faxtransactie. Details zijn onder andere
het faxnummer, het aantal pagina's en de faxstatus.
Het rapport Laatste faxtransactie afdrukken
1.Druk in het Startscherm op Faxen.
2.Druk op Installatie, en vervolgens op Rapporten.
3.Druk op Faxrapporten afdrukken.
4.Druk op Log laatste transactie.
5.Raak Afdrukken aan om te beginnen met afdrukken.
Een rapport beller-ID's afdrukken
U kunt een lijst afdrukken met faxnummers die de nummerherkenning heeft herkend
Een rapport geschiedenis beller-ID's afdrukken
1.Druk in het Startscherm op Faxen.
2.Druk op Installatie, en vervolgens op Rapporten.
3.Druk op Faxrapporten afdrukken.
4.Raak Rapport Beller-ID's aan.
5.Raak Afdrukken aan om te beginnen met afdrukken.
De belgeschiedenis weergeven
U kunt een lijst bekijken met alle oproepen die vanaf de printer werden gedaan.
OPMERKING:U kunt de oproepgeschiedenis niet afdrukken.
De oproepgeschiedenis bekijken
1.Druk in het Startscherm op Faxen.
2.Raak Nu versturen aan.
NLWWRapporten gebruiken75
3.
Druk op
(Telefoonboek).
4.Druk op Oproepgeschiedenis
76Hoofdstuk 6 FaxNLWW
7Beheer inktcartridges
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
●
De geschatte inktniveaus bekijken
●
Inktproducten bestellen
●
Kies de juiste inktcartridges
●
Inktcartridges vervangen
●
Modus enkele cartridge gebruiken
●
Informatie over de cartridgegarantie
●
Tips voor het werken met inktcartridges
NLWW77
De geschatte inktniveaus bekijken
U kunt gemakkelijk de inktniveaus controleren als u wilt nagaan hoe lang de printcartridges nog kunnen
meegaan. De inktniveaus geven ongeveer aan hoeveel inkt de printcartridges nog bevatten.
Inktniveaus controleren vanaf het bedieningspaneel van de printer
●
In het Startscherm drukt u op
(inkt) om de geschatte inktniveaus weer te geven.
Inktniveaus controleren vanuit het HP printersoftware (Windows)
1.Open de HP-printersoftware. Zie
Open de HP-printersoftware (Windows) op pagina 16 voor meer
informatie.
2.Klik in de printersoftware op het tabblad Geschat inktniveau.
Inktniveaus controleren vanuit het HP printersoftware (OS X)
1.Open HP -benodigdheden.
U vindt HP -benodigdheden in de map Hewlett-Packard in de map Toepassingen op het hoogste niveau
van de harde schijf.
2.Selecteer HP OfficeJet 3830 series uit de apparatenlijst linkt van het venster.
3.Klik op Status benodigdheden.
Er wordt een schatting van het inktniveau weergegeven.
4.Klik op Alle instellingen om terug te keren naar het scherm Informatie en ondersteuning.
OPMERKING:Als u een opnieuw gevulde of herstelde inktcartridge gebruikt of een inktcartridge die in een
ander apparaat werd gebruikt, is de inktniveau-indicator mogelijk onnauwkeurig of niet beschikbaar.
OPMERKING:Waarschuwingen en indicatorlampjes voor het inktniveau bieden uitsluitend schattingen om
te kunnen plannen. Wanneer u een waarschuwingsbericht voor een laag inktniveau krijgt, overweeg dan om
een vervanginktcartridge klaar te houden om eventuele afdrukvertragingen te vermijden. U hoeft de
inktcartridges pas te vervangen als de afdrukkwaliteit onaanvaardbaar wordt.
OPMERKING:Inkt uit de inktcartridges wordt bij het afdrukken op een aantal verschillende manieren
gebruikt, waaronder bij het initialisatieproces, waarbij de printer en de cartridges worden voorbereid op het
afdrukken en bij onderhoud aan de printkop, dat ervoor zorgt dat de printsproeiers schoon blijven en de inkt
goed blijft stromen. Daarnaast blijft er wat inkt in de inktcartridge achter nadat deze is gebruikt. Voor meer
informatie gaat u naar
www.hp.com/go/inkusage.
78Hoofdstuk 7 Beheer inktcartridgesNLWW
Inktproducten bestellen
Zoek het goede cartridgenummer voordat u cartridges besteld.
Het cartridgenummer op de printer zoeken
●
Het cartridgenummer staat in de voorklep.
Het cartridgenummer van de printersoftware zoeken (Windows)
1.Open de HP-printersoftware. Zie
Open de HP-printersoftware (Windows) op pagina 16 voor meer
informatie.
2.Klik in het printersoftware op, klik op Winkel, klik op Online benodigdheden kopen en volg de
instructies op het scherm.
Het bestelnummer van de printcartridge opzoeken (OS X)
1.Open HP -benodigdheden.
OPMERKING:U vindt HP -benodigdheden in de map Hewlett-Packard in de map Toepassingen op het
hoogste niveau van de harde schijf.
2.Klik op Voorraadinformatie.
Het bestelnummer van de printcartridge wordt weergegeven.
3.Klik op Alle instellingen om terug te keren naar het scherm Informatie en ondersteuning.
Om originele HP-producten te bestellen voor de HP OfficeJet 3830 series gaat u naar www.hp.com/buy/
supplies. Selecteer uw land/regio wanneer dit wordt gevraagd, volg de aanwijzingen om uw product te
selecteren en klik vervolgens op een van de koppelingen voor bestellingen op de pagina.
OPMERKING:Online inktcartridges bestellen is niet in alle landen/regio's mogelijk. Als het niet mogelijk is in
uw land/regio, kunt u nog steeds informatie over de toebehoren bekijken en een lijst afdrukken als referentie
bij het winkelen bij een plaatselijke HP-verkoper.
NLWWInktproducten bestellen79
Kies de juiste inktcartridges
HP raadt aan originele inktcartridges van HP te gebruiken. Originele HP-inktcartridges zijn ontworpen en
getest met HP-printers, zodat u telkens weer schitterende resultaten kunt bereiken.
80Hoofdstuk 7 Beheer inktcartridgesNLWW
Inktcartridges vervangen
De inktpatronen vervangen
1.Controleer dat de stroom is ingeschakeld.
2.Sluit het verlengstuk van de uitvoerlade en draai de uitvoerlade dan in wijzerzin om hem in de printer op
te bergen.
3.Verwijder de inktcartridge.
a.Open de voorklep van de printer.
b.Open de toegangsklep voor cartridges en wacht tot de wagen met inktcartridges naar het midden
van de printer beweegt.
c.Druk omlaag om de inktcartridge los te maken en verwijder deze vervolgens uit de sleuf.
4.Plaats een nieuwe inktcartridge.
NLWWInktcartridges vervangen81
a.Haal de nieuwe inktcartridge uit de verpakking.
b.Verwijder de plastic tape door middel van het lipje.
OPMERKING:Raak de elektrische contactpunten op de inktcartridge niet aan.
c.Schuif de inktcartridge in de sleuf tot hij vastklikt.
d.Sluit de toegangsklep voor de cartridges.
OPMERKING:De HP-printersoftware geeft aan dat u de inktcartridges moet uitlijnen wanneer u
een document afdrukt na het plaatsen van een nieuwe inktcartridge.
82Hoofdstuk 7 Beheer inktcartridgesNLWW
e.Sluit de voorklep van de printer.
5.Trek de uitvoerlade en het verlengstuk naar buiten.
NLWWInktcartridges vervangen83
Modus enkele cartridge gebruiken
Gebruik de modus enkele cartridge om de printer te gebruiken met slechts één inktcartridge. De modus
enkele cartridge wordt geactiveerd wanneer een inktcartridge uit de wagen met de inktcartridges is
verwijderd.
OPMERKING:Wanneer de printer in de modus enkele cartridge werkt, wordt een bericht weergegeven op
het printerscherm. Als het bericht verschijnt terwijl er twee printcartridges in de printer zijn geïnstalleerd,
controleer dan of de beschermende plastic tape van beide inktcartridges is verwijderd. Wanneer de contacten
van een inktcartridge worden bedekt door de plastic tape, kan de printer de inktcartridge niet vinden. Als er
geen plastic tape op de cartridges zit, probeer dan de contactpunten van de cartridge te reinigen. Zie
Problemen met Inktcartridge op pagina 106 voor meer informatie over het reinigen van de contactpunten
van de inktcartridges.
Modus met een enkele cartridge verlaten
●
Plaats de zwarte en driekleurencartridges in de printer.
84Hoofdstuk 7 Beheer inktcartridgesNLWW
Informatie over de cartridgegarantie
De garantie op HP-cartridges is van toepassing wanneer de printer wordt gebruikt in combinatie met de
daarvoor bedoelde HP-printer. Deze garantie geldt niet voor HP-inktproducten die zijn nagevuld, werden
nagemaakt, gerepareerd, verkeerd werden gebruikt of waaraan is geknoeid.
Gedurende de garantieperiode is het product gedekt zolang de HP-inkt niet is opgebruikt en de uiterste
garantiedatum nog niet werd bereikt. De uiterste garantiedatum in JJJJ/MM/DD-indeling bevindt zich op de
inktcartridge, zoals hieronder weergegeven:
Raadpleeg de gedrukte documentatie die met de printer is meegeleverd voor de HP-verklaring inzake
beperkte garantie.
NLWWInformatie over de cartridgegarantie85
Tips voor het werken met inktcartridges
Gebruik de volgende tips om met inktcartridges te werken:
●
Om te voorkomen dat cartridges uitdrogen, moet u de printer altijd met de Stroomvoorziening-knop
uitzetten. Wacht tot het Stroomvoorziening-lampje is gedoofd.
●
Open de verpakking niet en verwijder de beschermkap niet tot u de inktcartridge kunt installeren. Door
de beschermkap op de inktcartridge te houden voorkomt u dat de inkt verdampt.
●
Plaats de inktcartridges in de juiste sleuven. Breng de kleur en het pictogram van de inktcartridge in
overeenstemming met de kleur en het pictogram op de cartridgehouder. Zorg ervoor dat beide
inktcartridges op hun plaats klikken.
●
Na het plaatsen van nieuwe inktcartridges moet u de printer uitlijnen voor de beste afdrukkwaliteit. Zie
Problemen met afdrukken op pagina 109 voor meer informatie.
●
Als u op het scherm Geschatte inktniveaus in de printersoftware ziet dat een of beide inktcartridges
bijna leeg zijn, zorg dan voor een vervangende cartridge om te voorkomen dat u zonder raakt en niet
meer kunt afdrukken. U hoeft de printcartridges niet te vervangen voor de afdrukkwaliteit
onaanvaardbaar wordt. Zie
Inktcartridges vervangen op pagina 81 voor meer informatie.
●
Als u, voor welke reden ook, een inktcartridge verwijdert, moet u deze zo snel mogelijk vervangen.
Buiten de printer zal een inktcartridge snel uitdrogen als deze niet wordt beschermd.
86Hoofdstuk 7 Beheer inktcartridgesNLWW
8Verbind uw printer
●
Verbind uw printer via een router met een draadloos netwerk
●
Een draadloze verbinding tot stand brengen met de printer zonder gebruik te maken van een router
●
Draadloze inst
●
Verbind uw printer met uw computer via een usb-kabel (niet-netwerkverbinding)
●
De verbinding wijzigen van een USB-verbinding in een draadloze verbinding
●
Printerhulpmiddelen voor geavanceerd printerbeheer (voor netwerkprinters)
●
Tips voor het instellen en gebruiken van een netwerkprinter
NLWW87
Verbind uw printer via een router met een draadloos netwerk
Om de printer aan te sluiten op een ingebouwd draadloos WLAN 802.11-netwerk, moet u ervoor zorgen
datnodig:
●
Een draadloos 802.11b/g/n-netwerk met een draadloos toegangspunt of een draadloze router.
OPMERKING:De printer enkel verbindingen met 2.4GHz ondersteunt.
●
Er een computer is aangesloten op het draadloze netwerk waarop u de printer wilt installeren.
●
Netwerknaam (SSID).
●
WEP-sleutel of WPA-toegangscode (indien nodig).
De printer aansluiten
1.
Druk in het Startscherm op het printerbedieningspaneel op de
(Draadloos).
2.Raak Instellingen aan.
3.Druk op Wizard Draadloze installatie of Wi-Fi Protected Setup.
4.Voer de instructies op het scherm uit om de setup te voltooien.
Een nieuwe printer aansluiten (Windows)
1.Open het printersoftware. Zie
Open de HP-printersoftware (Windows) op pagina 16 voor meer
informatie.
2.Klik in de printersoftware op Hulpprogramma's.
3.Selecteer Printerinstellingen en softwareselectie.
4.Selecteer Een nieuwe printer aansluiten. Volg de aanwijzingen op het scherm op.
Een nieuwe printer aansluiten (OS X)
1.Open Systeemvoorkeuren.
2.Klik op Afdrukken en Faxen, Afdrukken &Scannen, of Printers & scanners in het gedeelte Hardware
afhankelijk van uw besturingssysteem.
3.Klik op + onder de printerlijst links.
4.Selecteer de nieuwe printer uit de lijst.
88Hoofdstuk 8 Verbind uw printerNLWW
Een draadloze verbinding tot stand brengen met de printer
zonder gebruik te maken van een router
Met Wi-Fi Direct kunt u draadloos afdrukken vanaf een computer, smartphone, tablet of een ander draadloos
toestel - zonder verbinding te maken met een bestaand draadloos netwerk.
Richtlijnen voor het gebruik van Wi-Fi Direct
●
Zorg ervoor dat uw computer of mobiel apparaat de nodige software heeft.
◦
Zorg ervoor dat u de printersoftware, die bij de printer wordt geleverd, hebt geïnstalleerd als u een
computer gebruikt.
Als u de HP-software niet op de computer hebt geïnstalleerd, moet u eerst verbinding maken met
Wi-Fi Direct en vervolgens de printersoftware installeren. Selecteer Draadloos wanneer de
printersoftware u vraagt om een verbindingstype.
◦
Zorg ervoor dat u een compatibele afdruktoepassing hebt geïnstalleerd als u een mobiel apparaat
gebruikt. Ga naar
www.hp.com/global/us/en/eprint/mobile_printing_apps.html voor meer
informatie over mobiel afdrukken.
●
Zorg ervoor dat Wi-Fi Direct voor uw printer is ingeschakeld.
●
Tot vijf computers en mobiele apparaten kunnen dezelfde Wi-Fi Direct-verbinding gebruiken.
●
Wi-Fi Direct kan worden gebruikt als de printer via een USB-kabel is verbonden met een computer of
draadloos is verbonden met een netwerk.
●
Wi-Fi Direct kan niet worden gebruikt om een computer, mobiel apparaat of printer met internet te
verbinden.
Wi-Fi Direct inschakelen
1.
Druk op het bedieningspaneel van de printer op
(Wi-Fi Direct).
2.Druk op Instellingen en dan op Wi-Fi Direct om dit in te schakelen.
3.Druk op de knop Terug en zoek dan de naam en het wachtwoord voor Wi-Fi Direct uit het menu Details
Wi-Fi Direct.
TIP:U kunt Wi-Fi Direct ook inschakelen vanaf de EWS. Zie
De ingebouwde webserver openen
op pagina 96 voor meer informatie over het gebruiken van de EWS.
Om vanaf een mobiel toestel met Wi-Fi af te drukken dat Wi-Fi Direct ondersteunt
Zorg dat u de meest recente versie van de HP Print Service-plugin op uw mobiele toestel hebt geïnstalleerd.
U kunt deze plugin downloaden via Google Play.
1.Controleer of u de Wi-Fi Direct op de printer hebt ingeschakeld.
2.Schakel Wi-Fi Direct in op uw mobiel apparaat. Raadpleeg voor meer informatie de documentatie bij de
computer.
NLWWEen draadloze verbinding tot stand brengen met de printer zonder gebruik te maken van een router89
3.Selecteer op uw mobiele apparaat een document vanuit een app met afdrukmogelijkheden en selecteer
dan de optie om het document af te drukken.
De lijst met beschikbare printers verschijnt.
4.Kies uit de lijst met beschikbare printers de Wi-Fi Direct-naam die wordt gegeven, zoals DIRECT-**-HP
OfficeJet 3830 (waar ** de unieke identificatietekens van uw printer zijn), en volg dan de instrusties op
het scherm van uw printer en mobiele apparaat.
Om vanaf een mobiel toestel met Wi-Fi-mogelijkheid dat Wi-Fi Direct niet ondersteunt af te drukken
Zorg ervoor dat u een compatibele afdruktoepassing hebt geïnstalleerd op uw mobiel apparaat. Ga naar
www.hp.com/global/us/en/eprint/mobile_printing_apps.html voor meer informatie.
1.Controleer of u de Wi-Fi Direct op de printer hebt ingeschakeld.
2.Schakel de Wi-Fi-verbinding in op uw mobiel apparaat. Raadpleeg voor meer informatie de
documentatie bij de computer.
OPMERKING:Als uw mobiel toestel geen Wi-Fi ondersteunt, kunt u Wi-Fi Direct niet gebruiken.
3.Maak een nieuwe netwerkverbinding op uw mobiel apparaat. Gebruik uw normale werkwijze om een
verbinding te maken met een nieuw draadloos netwerk of een hotspot. Selecteer de naam Wi-Fi Direct
uit de weergegeven lijst van draadloze netwerken, zoals DIRECT-**-HP OfficeJet 3830 (waarbij ** de
unieke tekens zijn om uw printer te identificeren).
Voer het wachtwoord van Wi-Fi Direct in als dit wordt gevraagd.
4.Druk het document af.
Afdrukken vanaf een computer met Wifi (Windows)
1.Controleer of u de Wi-Fi Direct op de printer hebt ingeschakeld.
2.Schakel de Wi-Fi-verbinding van uw computer in. Raadpleeg voor meer informatie de documentatie bij
de computer.
OPMERKING:Als uw computer geen Wi-Fi ondersteunt, kunt u Wi-Fi Direct niet gebruiken.
3.Maak een nieuwe netwerkverbinding op uw computer. Gebruik uw normale werkwijze om een
verbinding te maken met een nieuw draadloos netwerk of een hotspot. Kies de Wi-Fi Direct naam uit de
weergegeven lijst van draadloze netwerken zoals DIRECT-**-HP OfficeJet 3830 (waarbij ** staat voor de
unieke tekens die uw printer identificeren en XXXX staat voor het printermodel dat op de printer wordt
aangegeven).
Voer het Wi-Fi Direct wachtwoord in als dit wordt gevraagd.
4.Ga door naar stap 5 als de printer werd geïnstalleerd en verbonden met de computer via een draadloos
netwerk. Als de printer werd geïnstalleerd en met uw computer werd verbonden met behulp van een
USB-kabel, volgt u onderstaande stappen om printersoftware te installeren met behulp van de Wi-Fi
Direct-verbinding.
a.Ga, afhankelijk van het besturingssysteem, op een van de volgende manieren te werk:
90Hoofdstuk 8 Verbind uw printerNLWW
●
Windows 8.1: Klik op de pijl naar beneden in de linkerbenedenhoek van het Start-scherm,
selecteer de printernaam en klik op Hulpprogramma's.
●
Windows 8: Klik met de rechtermuisknop op een leeg gebied van het Start-scherm, klik op
Alle apps op de app-balk, selecteer de printernaam en klik op Hulpprogramma's.
●
Windows 7, Windows Vista enWindows XP: Klik vanaf het bureaublad van de computer op
Start, selecteer Alle programma's, klik op HP en selecteer dan de map van uw printer.
b.Klik op Printerinstellingen & software, en selecteer dan Een nieuwe printer aansluiten.
c.Als het scherm Verbindingsopties verschijnt, selecteert u Draadloos.
Selecteer de naam van uw HP-printersoftware uit de lijst van gedetecteerde printers.
d.Volg de aanwijzingen op het scherm op.
5.Druk het document af.
Afdrukken vanaf een computer met Wifi (OS X)
1.Controleer of u de Wi-Fi Direct op de printer hebt ingeschakeld.
2.Schakel Wi-Fi op de computer in.
Zie de documentatie bij uw Apple voor meer informatie.
3.Klik op het pictogram van Wi-Fi en kies de naam van Wi-Fi Direct, zoals DIRECT-**-HP OfficeJet 3830
(waarbij ** staat voor de unieke tekens die uw printer identificeren en XXXX staat voor het printermodel
dat op de printer wordt aangegeven).
Voer het wachtwoord in als Wi-Fi Direct met beveiliging is ingeschakeld.
4.Een printer toevoegen.
a.Open Systeemvoorkeuren.
b.Klik op Afdrukken en Faxen, Afdrukken &Scannen, of Printers & scanners in het gedeelte
Hardware afhankelijk van uw besturingssysteem.
c.Klik op + onder de printerlijst links.
d.Selecteer de printer uit de lijst met gevonden printers (het woord "Bonjour" staat in de
rechterkolom naast de printernaam) en klik op Toevoegen.
NLWWEen draadloze verbinding tot stand brengen met de printer zonder gebruik te maken van een router91
Draadloze inst
Vanaf het bedieningspaneel van de printer kunt u de draadloze verbinding van de printer instellen en
beheren. U kunt er taken omtrent netwerkbeheer uitvoeren.
VOORZICHTIG:De netwerkinstellingen worden voornamelijk beschreven voor referentiedoeleinden. Tenzij
u een ervaren gebruiker bent, is het echter raadzaam om sommige van deze instellingen niet te wijzigen
(zoals de verbindingssnelheid, IP-instellingen, standaardgateway en firewallinstellingen).
Om de draadloze functies van de printer in of uit te schakelen
Het blauwe lampje Draadloos op het bedieningspaneel van de printer brandt als de draadloze functies van de
printer zijn ingeschakeld.
1.
Druk op het bedieningspaneel van de printer op
(Draadloos).
2.Raak Instellingen aan.
3.Druk op Draadlos om het in of uit te schakelen.
Om details over de draadloze verbinding te bekijken
1.
Druk in het Startscherm op
(Draadloos) en dan op Instellingen.
2.Druk op Details van draadl. tonen.
Als u het draadloze testrapport wilt afdrukken, gaat u als volgt te werk:
Het draadloze testrapport biedt informatie over de status van de printer, het hardwareadres (MAC) en het IP-
adres. Als de printer is aangesloten op een netwerk, toont het testrapport details over de
netwerkinstellingen.
1.
Druk op het bedieningspaneel van de printer op
(Draadloos).
2.Druk op Instellingen en vervolgens op Rapport afdrukken.
3.Druk op Testrapport draadloze verbinding.
De netwerkconfiguratiepagina afdrukken
1.
Druk op het bedieningspaneel van de printer op
(Draadloos).
2.Druk op Instellingen, Rapport afdrukken, en dan op Netwerkconfiguratiepagina.
Instellingen draadloze verbinding wijzigen
1.
Druk in het Startscherm op
(Draadloos) en dan op Instellingen.
2.Raak Geavanceerde instellingen aan.
3.Selecteer het item dat u wilt wijzigen.
4.Volg de aanwijzingen op het scherm op.
92Hoofdstuk 8 Verbind uw printerNLWW
De netwerkinstellingen naar de standaardinstellingen herstellen.
1.
Druk in het Startscherm op
(Draadloos) en dan op Instellingen.
2.Druk op Netwerkinstellingen terugzetten.
3.Volg de aanwijzingen op het scherm op.
NLWWDraadloze inst93
Verbind uw printer met uw computer via een usb-kabel (niet-
netwerkverbinding)
De printer ondersteunt een USB 2.0 High Speed-poort voor aansluiting op een computer.
De printer met een USB-kabel aansluiten:
1.Plaats de cd met de printersoftware in het cd-rom-station van de computer.
OPMERKING:Sluit de USB-kabel niet op de printer aan voordat u daarom wordt gevraagd.
2.Volg de aanwijzingen op het scherm op. Zodra u dit wordt gevraagd, verbindt u de printer met de
computer door USB te selecteren in het scherm Verbindingsopties.
3.Volg de aanwijzingen op het scherm op.
Indien de printersoftware werd geïnstalleerd, zal de printer werken als een plug-and-play-apparaat. Indien
de software niet werd geïnstalleerd, moet u de cd plaatsen die bij de printer werd geleverd. Volg dan de
instructies op het scherm.
94Hoofdstuk 8 Verbind uw printerNLWW
De verbinding wijzigen van een USB-verbinding in een draadloze
verbinding
Indien u bij installatie van de printer de software installeerde met een USB-kabel, rechtstreekse verbinding
computer-printer, kunt u gemakkelijk overschakelen naar een draadloze netwerkverbinding. Daarvoor hebt u
een draadloos 802.11b/g/n-netwerk nodig met een draadloze router of draadloos toegangspunt.
OPMERKING:De printer ondersteunt enkel verbindingen met 2.4GHz.
Voor u van een USB-aansluiting omschakelt naar een draadloos netwerk moet u ervoor zorgen dat:
●
De printer is aangesloten op uw computer met de USB-kabel tot u wordt gevraagd om de kabel af te
koppelen.
●
De computer is aangesloten op het draadloze netwerk waarop u de printer wilt installeren.
De verbinding wijzigen van een usb-verbinding in een draadloze netwerkverbinding (Windows)
1.Open de HP-printersoftware. Zie
Open de HP-printersoftware (Windows) op pagina 16 voor meer
informatie.
2.Klik in de printersoftware, op Hulpprogramma's.
3.Selecteer Printerinstellingen en softwareselectie.
4.Selecteer Een USB-aangesloten printer naar draadloos converteren. Volg de aanwijzingen op het
scherm op.
De verbinding van een USB-verbinding in draadloze netwerkverbinding wijzigen (OS X)
1.Sluit de printer op uw draadloos netwerk aan.
2.Gebruik de HP-installatie-assistent in Toepassingen/Hewlett-Packard/Apparaatbeheer om de
softwareverbinding voor deze printer te wijzigen naar draadloos.
NLWWDe verbinding wijzigen van een USB-verbinding in een draadloze verbinding95
Printerhulpmiddelen voor geavanceerd printerbeheer (voor
netwerkprinters)
Als de printer op een netwerk is aangesloten, kunt u de geïntegreerde webserver (EWS) gebruiken om
informatie over de status te bekijken, instellingen te wijzigen en de printer vanaf de computer te beheren.
OPMERKING:U kunt de EWS openen en gebruiken zonder dat u verbinding hebt met het internet. Sommige
functies zullen dan echter niet beschikbaar zijn.
OPMERKING:U hebt mogelijk een wachtwoord nodig om bepaalde instellingen te bekijken of te wijzigen.
●
De ingebouwde webserver openen
●
Over cookies
De ingebouwde webserver openen
U kunt de geïntegreerde webserver op de volgende manieren openen.
Om de geïntegreerde webserver te openen via een netwerk
OPMERKING:De printer moet op een netwerk zijn aangesloten en een IP-adres hebben.
1.Druk in het startscherm op Draadloos om het IP-adres van de printer te tonen.
2.Typ in een ondersteunde webbrowser op uw computer het IP-adres of de hostnaam die aan de printer is
toegewezen.
Als het IP-adres bijvoorbeeld 192.168.0.12 is, typt u het volgende adres in een webbrowser: http://
192.168.0.12.
De geïntegreerde webserver openen via de HP printersoftware (Windows)
1.Open het printersoftware. Zie
Open de HP-printersoftware (Windows) op pagina 16 voor meer
informatie.
2.Klik op Afdrukken, scannen en faxen. en dan op Startpagina printer (EWS).
De geïntegreerde webserver openen via Wi-Fi Direct
1.
Druk in het Startscherm op
(Wi-Fi Direct).
2.Als het scherm aangeeft dat Wi-Fi Direct Uit is, drukt u op Instellingen en dan op Wi-Fi Direct om het in
te schakelen.
3.Schakel vanaf uw draadloze computer of mobiel toestel draadloos in, zoek naar en verbind met de
naam van Wi-Fi Direct, bijvoorbeeld: DIRECT-**-HP OfficeJet 3830 (waarbij ** unieke tekens zijn om uw
printer te identificeren). Voer het wachtwoord van Wi-Fi Direct in als dit wordt gevraagd.
4.In het adresveld van een ondersteunde webbrowser op uw computer typt u het volgende aders in:
http://192.168.223.1.
Over cookies
De geïntegreerde webserver (EWS) plaatst kleine tekstbestandjes (cookies) op uw harde schijf tijdens het
browsen. Door deze bestanden kan de EWS uw computer herkennen bij uw volgende bezoek. Als u
96Hoofdstuk 8 Verbind uw printerNLWW
bijvoorbeeld de EWS-taal hebt geconfigureerd, helpt een cookie u onthouden welke taal u hebt gekozen
zodat de volgende keer dat u de EWS opent, de pagina's in die taal worden weergegeven. Sommige cookies
(zoals de cookie die klantspecifieke voorkeuren opslaat) worden op de computer opgeslagen tot u ze
manueel verwijdert.
U kunt uw browser configureren zodat alle cookies worden aanvaard, of u kunt hem configureren zodat u
wordt gewaarschuwd telkens wanneer een cookie wordt aangeboden waardoor u cookie per cookie kunt
beslissen of u ze al dan niet aanvaardt. U kunt uw browser ook gebruiken om ongewenste cookies te
verwijderen.
Naargelang uw apparaat, schakelt u een of meerdere van de volgende eigenschappen uit als u ervoor kiest
cookies uit te schakelen:
●
Gebruik van instellingswizards
●
De taalinstelling van de EWS-browser onthouden
●
Naar wens aanpassen van de EWS Start-startpagina
Zie de documentatie die beschikbaar is met uw webbrowser voor informatie over hoe u uw privacy- en
cookie-instellingen kunt wijzigen en hoe u cookies kunt bekijken of verwijderen.
NLWWPrinterhulpmiddelen voor geavanceerd printerbeheer (voor netwerkprinters)97
Tips voor het instellen en gebruiken van een netwerkprinter
Gebruik de volgende tips om een netwerkprinter in te stellen en te gebruiken:
●
Bij het instellen van de draadloze netwerkprinter moet u ervoor zorgen dat uw draadloze router
aanstaat. De printer zoekt naar draadloze routers en toont dan een lijst met gevonden netwerken op
het beeldscherm.
●
Om de draadloze verbinding op de printer te testen, drukt u op de
(Draadloos) op het startscherm
om het menu Draadloos te openen. Als hier Draadloos uit of Niet verbonden wordt weergegeven, druk
dan op Instellingen en vervolgens op Wizard Draadloze installatie. Volg de instructies op het scherm
om de draaloze verbinding met uw printer tot stand te brengen.
●
Indien uw computer is aangesloten op een Virtual Private Network (VPN), moet u deze loskoppelen van
het VPN alvorens toegang te krijgen tot een ander apparaat (waaronder de printer) op uw netwerk.
●
Ontdek meer over het configureren van uw netwerk en de printer voor draadloos afdrukken.
Klik hier
voor meer informatie online.
●
Ontdek hoe u uw netwerkbeveiligingsinstellingen zoekt.
Klik hier voor meer informatie online.
●
Meer informatie over de HP Print and Scan Doctor.
Klik hier voor meer informatie online.
OPMERKING:Dit hulpprogramma is alleen beschikbaar voor Windows.
●
Ontdek hoe u van een USB-verbinding overschakelt naar een draadloze verbinding.
Klik hier voor meer
informatie online.
●
Ontdek hoe u werkt met uw firewall en antivirussoftware tijdens het installeren van de printer.
Klik hier
voor meer informatie online.
98Hoofdstuk 8 Verbind uw printerNLWW
9Een probleem oplossen
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
●
Papierstoringen en problemen met papieraanvoer
●
Problemen met Inktcartridge
●
Problemen met afdrukken
●
Kopieerproblemen
●
Scanproblemen
●
Faxproblemen
●
Netwerk- en verbindingsproblemen
●
Hardwareproblemen printer
●
De documentinvoer onderhouden
●
HP-ondersteuning
NLWW99
Papierstoringen en problemen met papieraanvoer
Wat wilt u doen?
Een papierstoring oplossen
Los papierstoringen op.Gebruik een online probleemoplossingswizard van HP
Instructies voor het oplossen van papierstoringen en problemen met het papier of de papiertoevoer.
OPMERKING:De online probleemoplossingswizards van HP zijn mogelijk niet in alle talen beschikbaar.
Lees de algemene instructies in het menu Help om papierstoringen te verwijderen
Er kunnen zich op verschillende plaatsen papierstoringen voordoen.
Een papierstoring in de invoerlade verhelpen
1.Trek het papier voorzichtig uit de invoerlade.
2.Zorg dat er geen vreemde voorwerpen in de loop van het papier liggen en plaats het papier dan
opnieuw.
OPMERKING:De afscherming van de invoerlade kan voorkomen dat er voorwerpen in de loop van het
papier vallen en ernstige papierstoringen veroorzaken. Verwijder de afscherming van de invoerlade
niet.
3.Druk op OK op het bedieningspaneel van de printer om de taak verder te zetten.
Een papierstoring vanaf de uitvoerlade verhelpen
1.Trek het papier voorzichtig uit de uitvoerlade.
2.Druk op OK op het bedieningspaneel van de printer om de taak verder te zetten.
100Hoofdstuk 9 Een probleem oplossenNLWW
Een papierstoring verhelpen bij de cartridgetoegang
1.Druk op de Stroomvoorziening-knop om de printer aan te zetten.
2.Sluit het verlengstuk van de uitvoerlade en draai de uitvoerlade dan in wijzerzin om hem in de printer op
te bergen.
3.Open de voorklep van de printer.
4.Open de toegangsklep van de printcartridges.
5.Als de wagen met printcartridges in het midden van de printer staat, schuif hem dan naar rechts.
6.Verwijder het vastgelopen papier.
NLWWPapierstoringen en problemen met papieraanvoer101
7.Sluit de cartridgeklep en sluit vervolgens de voorklep.
8.Trek de uitvoerlade en het verlengstuk naar buiten.
9.Druk op de knop Stroomvoorziening om de printer aan te zetten.
Een papierstoring in de printer verhelpen
1.Druk op de Stroomvoorziening-knop om de printer aan te zetten.
2.Draai de printer om, zoek de reinigingsklep aan de onderkant en trek aan beide lipjes om de
reinigingsklep te openen.
3.Verwijder het vastgelopen papier.
4.Sluit de reinigingsklep. Duw de klep voorzichtig naar de printer totdat beide grendels op hun plaats
klikken.
5.Draai de printer om en druk dan op de knop Stroomvoorziening om de printer in te schakelen.
102Hoofdstuk 9 Een probleem oplossenNLWW
Om een papierstoring in de documentinvoer te verhelpen
1.Til de kap van de documentinvoer op.
2.Til het groene lipje op de voorste rand van de documentinvoer op.
3.Trek het papier voorzichtig tussen de rollen vandaan.
VOORZICHTIG:Als het papier scheurt wanneer u het van de rollen verwijdert, moet u de rollen en
wieltjes controleren op gescheurde stukjes papier die in de printer kunnen zijn achtergebleven. Als u
niet alle stukjes papier uit de printer verwijdert, is de kans groot dat er nieuwe papierstoringen
optreden.
4.Sluit de printerkap van de documentinvoer door het stevig naar beneden te duwen tot het op zijn plek
wordt vergrendeld.
5.Druk op OK op het bedieningspaneel van de printer om de taak verder te zetten.
NLWWPapierstoringen en problemen met papieraanvoer103
Verwijder een storing van de wagen met inktcartridges
Los een storing van de wagen
met inktcartridges op.
Gebruik een online probleemoplossingswizard van HP
Als de wagen met inktcartridges wordt geblokkeerd of stroef beweegt, wordt het aangeraden om
instructies op te vragen die u doorheen de verschillende stappen leiden.
OPMERKING:De online probleemoplossingswizards van HP zijn mogelijk niet in alle talen beschikbaar.
Lees de algemene instructies in het menu Help om een storing van de wagen met inktcartridges
te verwijderen
1.Verwijder alle voorwerpen, bijvoorbeeld papier, die de wagen met printcartridges blokkeren.
OPMERKING:Gebruik geen gereedschap of andere apparaten om vastgelopen papier te verwijderen.
Wees altijd voorzichtig bij het verwijderen van vastgelopen papier in de printer
2.Om hulp te krijgen via het afdrukscherm, drukt u op Help vanuit het startscherm, dan op
Instructievideo's en Storing oplossen.
Ontdek hoe u papierstoringen kunt vermijden
Houd u aan de volgende richtlijnen om papierstoringen te voorkomen.
●
Plaats niet te veel afdrukmateriaal in de invoerlade.
●
Verwijder regelmatig afgedrukte exemplaren uit de uitvoerlade.
●
Zorg dat het papier plat in de invoerlade ligt en dat de randen niet omgevouwen of gescheurd zijn.
●
Plaats verschillende papiersoorten en papierformaten niet gelijktijdig in de invoerlade. De gehele stapel
papier in de invoerlade moet van dezelfde papiersoort en van hetzelfde formaat zijn.
●
Verschuif de papierbreedtegeleider in de invoerlade totdat deze vlak tegen het papier aanligt. Zorg dat
de papierbreedtegeleider het papier in de papierlade niet buigt.
●
Forceer het papier niet te ver naar onder in de invoerlade.
●
Voeg geen papier toe tijdens het afdrukken. Als het papier in de printer bijna op is, moet u wachten tot
de boodschap "papier is op" verschijnt alvorens papier toe te voegen.
Problemen met de papieraanvoer oplossen
Welk probleem ondervindt u?
●
Papier wordt niet uit de invoerlade opgenomen
104Hoofdstuk 9 Een probleem oplossenNLWW
◦
Controleer of er papier in de invoerlade is geplaatst. Zie
Afdrukmateriaal laden op pagina 7 voor
meer informatie.
◦
Verschuif de papierbreedtegeleider in de invoerlade totdat deze vlak tegen het papier aanligt.
Zorg dat de papierbreedtegeleider het papier in de papierlade niet buigt.
◦
Controleer of het papier in de invoerlade niet is omgekruld. Maak het papier weer recht door het in
de tegenovergestelde richting van de krul te buigen.
●
Pagina's zitten scheef
◦
Zorg ervoor dat het papier aan de uiterst rechtse zijde van de invoerlade ligt en dat de
breedtegeleider tegen de linkerkant van het papier aanligt.
◦
Plaats alleen papier in de printer als deze niet aan het afdrukken is.
●
Er worden meerdere vellen tegelijk aangevoerd
◦
Verschuif de papierbreedtegeleider in de invoerlade totdat deze vlak tegen het papier aanligt.
Zorg dat de papierbreedtegeleider het papier in de papierlade niet buigt.
◦
Controleer of er niet te veel papier in de invoerlade is geplaatst.
◦
Zorg dat de vellen papier niet samengeplakt zijn.
◦
Gebruik HP-papier voor optimale prestaties en efficiëntie.
NLWWPapierstoringen en problemen met papieraanvoer105
Problemen met Inktcartridge
Problemen met printcartridges oplossen
Als er zich een fout voordoet wanneer een cartridge geïnstalleerd is of als er een bericht verschijnt dat op een
probleem met een cartridge wijst, verwijder dan de inktcartridges, controleer of de beschermende plastic
tape werd verwijderd van elke inktcartridge en plaats de cartridges dan terug. Als het probleem blijft
voortduren, vervang dan de cartridgecontacten. Vervang de inktcartridges als het probleem aanhoudt. Zie
Inktcartridges vervangen op pagina 81 voor informatie over het vervangen van inktcartridges.
De contactpunten van de cartridge reinigen
VOORZICHTIG:De reinigingsprocedure duurt slechts een paar minuten. Zorg ervoor dat de printcartridges
opnieuw in de printer worden geplaatst zodra dit kan. Het wordt niet aangeraden om de inktcartridges langer
dan 30 minuten uit de printer te laten liggen. Dit kan leiden tot schade aan de printkop of de inktcartridge.
1.Controleer dat de stroom is ingeschakeld.
2.Sluit het verlengstuk van de uitvoerlade en draai de uitvoerlade dan in wijzerzin om hem in de printer op
te bergen.
3.Open de voorklep van de printer.
106Hoofdstuk 9 Een probleem oplossenNLWW
4.Open de toegangsklep voor cartridges en wacht tot de wagen met inktcartridges naar het midden van
de printer beweegt.
5.Verwijder de inktcartridge die wordt weergegeven in het foutbericht.
6.Maak de contactpunten van de cartridge en printer zuiver.
a.Houd de inktcartridge aan de zijkant vast met de onderkant naar boven, en zoek de elektrische
contactpunten op de inktcartridge.
De elektrische contacten zijn kleine goudkleurige stipjes op de inktcartridge.
b.Veeg alleen de contactpunten met een droog wattenstaafje of een pluisvrij doekje schoon.
VOORZICHTIG:Zorg ervoor dat u enkel de contacten aanraakt, en geen inkt of andere
verontreiniging elders op de inktcartridge veegt.
c.Lokaliseer de contacten van de cartridge aan de binnenkant van de printer.
De printercontacten zijn een reeks goudkleurige stippen die contact maken met de contacten op
de inktcartridge.
d.Gebruik een droog wattenstaafje of een pluisvrije doek om de contactpunten mee schoon te
wrijven.
NLWWProblemen met Inktcartridge107
7.Installeer de inktcartridge opnieuw.
8.Sluit de cartridgeklep en sluit vervolgens de voorklep.
9.Controleer of het foutbericht verdwenen is. Als u nog steeds een foutmelding krijgt, schakelt u de
printer uit en vervolgens in.
OPMERKING:Indien een inktcartridge een probleem geeft, kunt u deze verwijderen en overschakelen op de
modus enkele inktcartridge om de printer te gebruiken met slechts een inktcartridge.
Compatibiliteitsproblemen met inktcartridge oplossen
De inktcartridge is niet compatibel met uw printer. Vervang de cartridge door een nieuwe inktcartridge. Zie
Inktcartridges vervangen op pagina 81 voor meer informatie.
Compatibiliteitsproblemen met inktcartridge oplossen
De inktcartridge is niet compatibel met uw printer. Deze fout kan optreden wanneer u een HP Instant Ink
cartridge plaatst in een printer die niet werd ingeschreven in het Instant Ink-programma van HP. Ze kan ook
optreden als de HP Instant-inktcartridge eerder in een andere printer werd geplaatst die is ingeschreven in
het Instant Ink-programma van HP.
108Hoofdstuk 9 Een probleem oplossenNLWW
Problemen met afdrukken
Wat wilt u doen?
Problemen oplossen met pagina's die niet worden afgedrukt (kan niet afdrukken)
HP Print and Scan DoctorDe HP Print and Scan Doctor is een hulpprogramma dat zal proberen om het probleem automatisch
vast te stellen en op te lossen.
OPMERKING:Dit hulpprogramma is alleen beschikbaar voor Windows.
Problemen oplossen met
afdruktaken die niet worden
afgedrukt
Gebruik een online probleemoplossingswizard van HP
Vraag instructies die u doorheen de verschillende stappen leiden als de printer niet reageert of
afdrukt.
OPMERKING:De HP Print and Scan Doctor en de online probleemoplossingswizards van HP zijn mogelijk
niet in alle talen beschikbaar.
Lees de algemene instructies in het menu Help om afdrukproblemen op te lossen
Afdrukproblemen oplossen (Windows)
Zorg ervoor dat de printer is ingeschakeld en dat er papier in de invoerlade zit. Indien u nog steeds niet kunt
afdrukken, moet u het volgende in deze volgorde proberen:
1.Kijk na of er foutberichten verschijnen op het printerbeeldscherm en los deze op door de instructies op
het scherm te volgen.
2.Wanneer uw printer via een USB-kabel op de computer is aangesloten, koppelt u de USB-kabel los en
weer aan. Indien uw computer is verbonden met de printer via een draadloze verbinding, moet u
bevestigen dat de verbinding werkt.
3.Controleer of het apparaat niet is gepauzeerd of offline staat.
Controleren of het apparaat niet is gepauzeerd of offline staat
a.Ga, afhankelijk van het besturingssysteem, op een van de volgende manieren te werk:
●
Windows 8.1 en Windows 8: Wijs naar of tik op de rechterbovenhoek van het scherm om de
Charms-balk te openen. Klik op het pictogram Instellingen klik of tik op Configuratiescherm
en klik of tik vervolgens op Overzicht Apparaten en printers.
●
Windows 7: Klik in het menu Start van Windows op Apparaten en printers.
●
Windows Vista: Klik vanuit het Start-menu van Windows op Configuratiescherm en klik
vervolgens op Printers.
●
Windows XP: Klik vanuit het Start-menu van Windows op Configuratiescherm en klik
vervolgens op Printers en faxen.
b.Dubbelklik op het printerpictogram of klik rechts op het printerpictogram en selecteer
Afdruktaken bekijken om de afdrukwachtrij te openen.
NLWWProblemen met afdrukken109
c.Zorg ervoor dat in het menu PrinterAfdrukken onderbreken of Printer offline gebruiken niet is
aangevinkt.
d.Als u wijzigingen hebt doorgevoerd, probeert u opnieuw af te drukken.
4.Controleer of de juiste printer als de standaard is ingesteld.
Controleren of de juiste printer als de standaard is ingesteld
a.Ga, afhankelijk van het besturingssysteem, op een van de volgende manieren te werk:
●
Windows 8.1 en Windows 8: Wijs naar of tik op de rechterbovenhoek van het scherm om de
Charms-balk te openen. Klik op het pictogram Instellingen klik of tik op Configuratiescherm
en klik of tik vervolgens op Overzicht Apparaten en printers.
●
Windows 7: Klik in het menu Start van Windows op Apparaten en printers.
●
Windows Vista: Klik vanuit het Start-menu van Windows op Configuratiescherm en klik
vervolgens op Printers.
●
Windows XP: Klik vanuit het Start-menu van Windows op Configuratiescherm en klik
vervolgens op Printers en faxen.
b.Controleer of de juiste printer als standaardprinter is ingesteld.
Naast de standaardprinter staat een vinkje in een zwarte of groene cirkel.
c.Als de foute printer als standaarprinter is ingesteld, klik dan met de rechtermuisknop op de juiste
printer en selecteer Instellen als standaardprinter.
d.Probeer uw printer opnieuw te gebruiken.
5.Start de afdrukwachtrij opnieuw op.
De afdrukwachtrij opnieuw opstarten
a.Ga, afhankelijk van het besturingssysteem, op een van de volgende manieren te werk:
Windows 8.1 en Windows 8
i.Wijs of tik in de rechterbovenhoek van het scherm om de Charms-werkbalk te openen. Klik
vervolgens op het pictogram Instellingen.
ii.Klik op tik op Configuratiescherm en klik of tik vervolgens op Systeem en beveiliging.
iii.Klik op tik op Systeembeheer en dubbelklik of dubbeltik op Services.
iv.Klik met de rechtermuisknop op
Afdrukwachtrij en klik vervolgens op Eigenschappen.
v.Zorg er in het tabblad Algemeen voor dat naast Opstarttype, Automatisch is geselecteerd.
vi.Als de service niet al actief is, klik of tik dan onder Servicestatus op Start en vervolgens op
OK.
Windows 7
i.Klik in het menu Start van Windows op Configuratiescherm, Systeem en beveiliging en
vervolgens op Systeembeheer.
ii.Dubbelklik op Services.
110Hoofdstuk 9 Een probleem oplossenNLWW
iii.Klik met de rechtermuisknop op Afdrukwachtrij en klik vervolgens op Eigenschappen.
iv.Zorg er in het tabblad Algemeen voor dat naast OpstarttypeAutomatisch is geselecteerd.
v.Als de service niet al actief is, klik dan onder Servicestatus op Start en vervolgens op OK.
Windows Vista
i.Klik in het menu Start van Windows op Configuratiescherm, Systeem en onderhoud en
vervolgens op Systeembeheer.
ii.Dubbelklik op Services.
iii.Klik met de rechtermuisknop op Printerspoolservice en klik vervolgens op Eigenschappen.
iv.Zorg er in het tabblad Algemeen voor dat naast OpstarttypeAutomatisch is geselecteerd.
v.Als de service niet al actief is, klik dan onder Servicestatus op Start en vervolgens op OK.
Windows XP
i.Klik in het menu Start van Windows op Deze computer.
ii.Klik op Beheren en klik vervolgens op Services en toepassingen.
iii.Dubbelklik op Services en dubbelklik vervolgens op Printspooler.
iv.Klik met uw rechtermuisknop op Printspooler en klik op Opnieuw starten om de service
opnieuw te starten.
b.Controleer of de juiste printer als standaardprinter is ingesteld.
Naast de standaardprinter staat een vinkje in een zwarte of groene cirkel.
c.Als de foute printer als standaarprinter is ingesteld, klik dan met de rechtermuisknop op de juiste
printer en selecteer Instellen als standaardprinter.
d.Probeer uw printer opnieuw te gebruiken.
6.Start de computer opnieuw op.
7.
De afdrukwachtrij leegmaken.
De afdrukwachtrij leegmaken
a.Ga, afhankelijk van het besturingssysteem, op een van de volgende manieren te werk:
●
Windows 8.1 en Windows 8: Wijs naar of tik op de rechterbovenhoek van het scherm om de
Charms-balk te openen. Klik op het pictogram Instellingen klik of tik op Configuratiescherm
en klik of tik vervolgens op Overzicht Apparaten en printers.
●
Windows 7: Klik in het menu Start van Windows op Apparaten en printers.
●
Windows Vista: Klik vanuit het Start-menu van Windows op Configuratiescherm en klik
vervolgens op Printers.
●
Windows XP: Klik vanuit het Start-menu van Windows op Configuratiescherm en klik
vervolgens op Printers en faxen.
b.Dubbelklik op het pictogram van uw printer om de afdrukwachtrij te openen.
NLWWProblemen met afdrukken111
c.Klik in het menu Printer op Alle documenten annuleren of op Afdrukdocumenten verwijderen en
klik vervolgens op Ja om te bevestigen.
d.Als er nog steeds documenten in de wachtrij staan, start u de computer opnieuw op en probeert u
daarna opnieuw af te drukken.
e.Controleer de afdrukwachtrij nogmaals om te zien of ze leeg is en probeer vervolgens opnieuw af
te drukken.
Afdrukproblemen oplossen (OS X)
1.Controleer op foutmeldingen en los ze op.
2.Koppel de USB-kabel los en sluit deze vervolgens weer aan.
3.Controleer of het product niet is gepauzeerd of offline staat.
Controleren of het product niet is gepauzeerd of offline staat
a.Klik in Systeemvoorkeuren op Afdrukken & Faxen.
b.Klik op de knop Afdrukwachtrij openen.
c.Klik op een afdruktaak om deze te selecteren.
Gebruik de volgende knoppen om de afdruktaak te beheren:
●
Verwijderen: De geselecteerde afdruktaak annuleren.
●
Stel uit: de geselecteerde afdruktaak onderbreken.
●
Doorgaan: Een onderbroken afdruktaak hervatten.
●
Printer onderbreken: hiermee onderbreekt u alle afdruktaken in de wachtrij.
d.Als u wijzigingen hebt doorgevoerd, probeert u opnieuw af te drukken.
4.Start de computer opnieuw op.
Problemen met afdrukkwaliteit oplossen
Instructies die u doorheen de verschillende stappen leiden om de meeste problemen met
afdrukkwaliteit op te lossen.
Problemen met afdrukkwaliteit online
oplossen
Lees de algemene instructies in het menu Help om problemen met de afdrukkwaliteit op te
lossen
OPMERKING:Om de cartridges te beschermen tegen uitdroging, moet u altijd de printer uitschakelen met
de Stroomvoorziening-knop en wachten tot het lampje van de Stroomvoorziening-knop dooft.
112Hoofdstuk 9 Een probleem oplossenNLWW
De afdrukkwaliteit verbeteren (Windows)
1.Zorg dat u originele HP-inktpatronen en door HP aanbevolen papier gebruikt.
2.Controleer de printersoftware om na te gaan of u de juiste papiersoort en hebt geselecteerd in de
vervolgkeuzelijst Afdrukmateriaal en de afdrukkwaliteit bij Instelling afdrukkwaliteit.
Klik in de printersoftware op Afdrukken, scannen en faxen. en dan op Voorkeuren instellen om de
afdrukeigenschappen te openen.
3.Controleer de geschatte inktniveaus om te bepalen of de inkt van de cartridges bijna op is.
Zie
De geschatte inktniveaus bekijken op pagina 78 voor meer informatie. Overweeg de inktcartridges
te vervangen als de inkt bijna op is.
4.Controleer het papiertype
Gebruik hoogwaardig HP-papier of papier dat voldoet aan de ColorLok-norm voor de beste
afdrukkwaliteit. Zie
Elementaire informatie over papier op pagina 13 voor meer informatie.
Zorg er altijd voor dat het papier waarop u afdrukt plat ligt. Gebruik HP Advanced Fotopapier voor
afdrukken met het beste resultaat.
Bewaar speciale afdrukmaterialen in de oorspronkelijke verpakking of in een hersluitbare plastic zak op
een vlakke ondergrond op een koele, droge plaats. Als u gaat afdrukken, haalt u alleen het papier eruit
dat u onmiddellijk wilt gebruiken. Als u klaar bent met afdrukken, doet u het niet gebruikte fotopapier
terug in de plastic zak. Hierdoor krult het fotopapier niet.
5.Lijn de inktpatronen uit.
De cartridges uitlijnen vanuit de printersoftware
a.Plaats ongebruikt, gewoon wit papier van Letter- of A4-formaat in de invoerlade.
b.Open het printersoftware. Zie
Open de HP-printersoftware (Windows) op pagina 16 voor meer
informatie.
c.Klik in de printersoftware op Afdrukken, scannen en faxen. en dan op Uw printer onderhouden
om de printerwerkset te openen.
De printerwerkset verschijnt.
d.Klik op Inktpatronen uitlijnen op het tabblad Afdrukservices.
De printer drukt een uitlijningspagina af.
NLWWProblemen met afdrukken113
e.Plaats het uitlijningsblad voor cartridges met de bedrukte zijde naar beneden in de
rechterbenedenhoek op de scanplaat.
f.Volg de instructies op het printerbeeldscherm om de cartridges uit te lijnen. U kunt de
uitlijningspagina opnieuw gebruiken of weggooien.
De printer uitlijnen vanaf het printerbeeldscherm
a.Plaats ongebruikt, gewoon wit papier van Letter- of A4-formaat in de invoerlade.
b.Druk in het Startscherm op Installatie.
c.Druk op Extra, druk op Printer uitlijnen, en volg vervolgens de instructies op het scherm.
6.Druk een diagnostiekpagina af als de inkt van de cartridges niet bijna op is.
Een diagnosepagina afdrukken met behulp van printersoftware
a.Plaats ongebruikt, gewoon wit papier van Letter- of A4-formaat in de invoerlade.
b.Open het printersoftware. Zie
Open de HP-printersoftware (Windows) op pagina 16 voor meer
informatie.
c.Klik in de printersoftware op Afdrukken, scannen en faxen. en dan op Uw printer onderhouden
om de printerwerkset te openen.
114Hoofdstuk 9 Een probleem oplossenNLWW
d.Klik op Diagnostische informatie afdrukken in het tabblad Apparaatrapporten om een
diagnosepagina af te drukken. Bekijk de blauwe, magenta, gele en zwarte vakken op de
diagnostiekpagina.
Een diagnosepagina afdrukken met behulp van het printerbeeldscherm
a.Plaats ongebruikt, wit standaardpapier van Letter- of A4-formaat in de invoerlade.
b.Druk op het bedieningspaneel van de printer op Installatie.
c.Raak Extra aan.
d.Druk op Rapport afdrukkwaliteit.
7.Volg deze stappen om de inktcartridges te reinigen wanneer de diagnosepagina vegen of ontbrekende
delen vertoont in de zwarte en gekleurde vakken.
De cartridges reinigen in de printersoftware
a.Plaats ongebruikt, gewoon wit papier van Letter- of A4-formaat in de invoerlade.
b.Open het printersoftware. Zie
Open de HP-printersoftware (Windows) op pagina 16 voor meer
informatie.
NLWWProblemen met afdrukken115
c.Klik in de printersoftware op Afdrukken, scannen en faxen. en dan op Uw printer onderhouden
om toegang te krijgen tot de Printerwerkset.
d.Klik op Printer reinigen in het tabblad Apparaatservices. Volg de aanwijzingen op het scherm op.
De cartridges reinigen vanaf het printerbeeldscherm
a.Plaats ongebruikt, gewoon wit papier van Letter- of A4-formaat in de invoerlade.
b.Druk in het Startscherm op Installatie.
c.Druk op Extra, druk dan op Cartridge reinigen, en volg vervolgens de instructies op het scherm.
Neem contact op met HP-ondersteuning als het probleem niet is opgelost door het reinigen van de
printkop. Ga naar
www.hp.com/support. Deze website biedt informatie en hulpmiddelen waarmee u
veelvoorkomende printerproblemen kunt verhelpen. Selecteer uw land/regio wanneer dit wordt
gevraagd en klik vervolgens op Alle HP-contacten voor informatie over het aanvragen van technische
ondersteuning.
De afdrukkwaliteit verbeteren (OS X)
1.Controleer of u originele HP-cartridges gebruikt.
2.Zorg ervoor dat u de juiste papiersoort en afdrukkwaliteit selecteerde in het dialoogvenster Afdrukken.
3.Controleer de geschatte inktniveaus om te bepalen of de inkt van de cartridges bijna op is.
Overweeg op de printcartridges te vervangen als ze bijna leeg zijn.
4.Controleer het papiertype
Gebruik hoogwaardig HP-papier of papier dat voldoet aan de ColorLok®-norm voor de beste
afdrukkwaliteit. Zie
Elementaire informatie over papier op pagina 13 voor meer informatie.
Zorg er altijd voor dat het papier waarop u afdrukt plat ligt. Gebruik HP Advanced Fotopapier voor
afdrukken met het beste resultaat.
Bewaar speciale afdrukmaterialen in de oorspronkelijke verpakking of in een hersluitbare plastic zak op
een vlakke ondergrond op een koele, droge plaats. Als u gaat afdrukken, haalt u alleen het papier eruit
dat u onmiddellijk wilt gebruiken. Als u klaar bent met afdrukken, doet u het niet gebruikte fotopapier
terug in de plastic zak. Hierdoor krult het fotopapier niet.
5.De cartridges uitlijnen.
Printcartridges uitlijnen
a.Plaats gewoon wit papier van Letter- of A4-formaat in de papierlade.
b.Open HP -benodigdheden.
OPMERKING:U vindt HP -benodigdheden in de map Hewlett-Packard in de map Toepassingen
op het hoogste niveau van de harde schijf.
c.Selecteer HP OfficeJet 3830 series uit de apparatenlijst linkt van het venster.
d.Klik op Uitlijnen.
116Hoofdstuk 9 Een probleem oplossenNLWW
e.Klik op Uitlijnen en volg de instructies op het scherm.
f.Klik op Alle instellingen om terug te keren naar het scherm Informatie en ondersteuning.
6.Druk een testpagina af.
Een testpagina afdrukken
a.Plaats gewoon wit papier van Letter- of A4-formaat in de papierlade.
b.Open HP -benodigdheden.
OPMERKING:U vindt HP -benodigdheden in de map Hewlett-Packard in de map Toepassingen
op het hoogste niveau van de harde schijf.
c.Selecteer HP OfficeJet 3830 series uit de apparatenlijst linkt van het venster.
d.Klik op Testpagina.
e.Klik op de knop Testpagina afdrukken en volg de instructies op het scherm.
Controleer of er op de testpagina onderbroken lijnen of strepen staan in de tekst en in de
kleurplaatjes. Indien u strepen, vlekken of geen inkt op sommige vakjes waarneemt, reinig dan de
cartridges automatisch.
7.Reinig de printcartridges automatisch als de diagnostiekpagina strepen of ontbrekende gedeeltes op de
tekstvakken of gekleurde vakken vertoont.
U laat als volgt de printkop automatisch reinigen
a.Plaats gewoon wit papier van Letter- of A4-formaat in de papierlade.
b.Open HP -benodigdheden.
OPMERKING:U vindt HP -benodigdheden in de map Hewlett-Packard in de map Toepassingen
op het hoogste niveau van de harde schijf.
c.Selecteer HP OfficeJet 3830 series uit de apparatenlijst linkt van het venster.
d.Klik op Printkoppen reinigen.
e.Klik op Reinigen en volg de instructies op het scherm.
VOORZICHTIG:Reinig de printkop alleen als dit nodig is. Als u de printkop onnodig vaak reinigt,
verspilt u inkt en verkort u de levensduur van de printkop.
OPMERKING:Als de afdrukkwaliteit na het reinigen nog steeds zwak lijkt, probeer dan de printer
uit te lijnen. Neem contact op met HP-ondersteuning als er na uitlijnen en reinigen nog steeds
problemen met de afdrukkwaliteit zijn.
f.Klik op Alle instellingen om terug te keren naar het scherm Informatie en ondersteuning.
Inktvlekken op afdrukken oplossen
Als u inktvlekken opmerkt op het afgedrukte vel wanneer u meerdere vellen afdrukt, probeer dan de functie
Vlekken verwijderen op het printerbeeldscherm. Dit proces kan enkele minuten duren. U moet normaal
papier plaatsen. Dit zal heen en weer worden bewogen tijdens het reinigen. Mechanische geluiden zijn op dit
moment normaal.
NLWWProblemen met afdrukken117
1.Plaats ongebruikt, gewoon wit papier van Letter- of A4-formaat in de invoerlade.
2.Druk in het Startscherm op Installatie.
3.Druk op Extra, druk dan op Vlekken verwijderen en volg vervolgens de instructies op het scherm.
OPMERKING:U kunt hetzelfde doen vanaf de HP-printersoftware of vanaf de geïntegreerde webserver
(EWS). Om de software of de EWS te bereiken, zie
Open de HP-printersoftware (Windows) op pagina 16 of De
ingebouwde webserver openen op pagina 96.
118Hoofdstuk 9 Een probleem oplossenNLWW
Kopieerproblemen
Kopieerproblemen
oplossen
Gebruik een online probleemoplossingswizard van HP
Vraag instructies die u doorheen de verschillende stappen leiden als de printer geen kopie maakt of als uw
afdrukken van lage kwaliteit zijn.
OPMERKING:De online probleemoplossingswizards van HP zijn mogelijk niet in alle talen beschikbaar.
Tips voor geslaagd kopiëren en scannen op pagina 51
NLWWKopieerproblemen119
Scanproblemen
HP Print and Scan
Doctor
De HP Print and Scan Doctor is een hulpprogramma dat zal proberen om het probleem automatisch vast te
stellen en op te lossen.
OPMERKING:Dit hulpprogramma is alleen beschikbaar voor Windows.
Scanproblemen
oplossen
Gebruik een online probleemoplossingswizard van HP
Vraag instructies die u doorheen de verschillende stappen leiden als u geen scan kunt maken of als uw
scans van lage kwaliteit zijn.
OPMERKING:De HP Print and Scan Doctor en de online probleemoplossingswizards van HP zijn mogelijk
niet in alle talen beschikbaar.
Tips voor geslaagd kopiëren en scannen op pagina 51
120Hoofdstuk 9 Een probleem oplossenNLWW
Faxproblemen
Voer eerst het faxtestrapport uit om te kijken of er een probleem met uw faxinstellingen is. Controleer of de
faxinstellingen op het rapport juist zijn als er nog steeds sprake is van problemen met faxen terwijl de test is
geslaagd.
Voer de faxtest uit
U kunt uw faxinstellingen testen om de status van de printer te controleren en om na te gaan of de
instellingen juist zijn om te kunnen faxen. Voer deze test pas uit nadat u de faxinstellingen op de printer hebt
voltooid. De test controleert het volgende:
●
Test de faxhardware
●
Controleert of het juiste type telefoonsnoer is aangesloten op de printer
●
Controleert of het telefoonsnoer op de juiste poort is aangesloten
●
Aanwezigheid van een kiestoon
●
Controleert de status van de telefoonlijnverbinding
●
Controleert op de aanwezigheid van een actieve telefoonlijn
De faxinstellingen testen via het bedieningspaneel van de printer
1.Stel de printer in op faxen volgens uw specifieke installatie-instructies voor thuis of op kantoor.
2.Zorg ervoor dat de inktcartridhes zijn geïnstalleerd en dat er volledige vellen papier in de invoerlade zijn
geplaatst vóór u met de test begint.
3.Druk op het Fax-scherm op Installatie, Extra en Test fax en volg dan de instructies op het scherm.
De printer geeft de status van de test weer op het scherm en drukt een rapport af.
4.Bekijk het rapport.
●
Bekijk de onderstaande oplossingen als de faxtest is mislukt.
●
Controleer of de faxinstellingen in het rapport juist zijn als er nog steeds sprake is van
faxproblemen, terwijl de faxtest is geslaagd. U kunt ook de online probleemoplossingswizard van
HP gebruiken.
Wat moet u doen als de faxtest is mislukt
Controleer het rapport voor basisinformatie over de fout als een uitgevoerde faxtest is mislukt. Als u
gedetailleerde informatie nodig hebt, controleert u eerst in het testrapport welk onderdeel van de test is
mislukt en raadpleegt u vervolgens in dit gedeelte het desbetreffende onderwerp met mogelijke
oplossingen.
NLWWFaxproblemen121
De faxhardwaretest is mislukt
●
Schakel de printer uit door een druk op de knop Stroomvoorziening op het bedieningspaneel van de
printer te drukken en koppel vervolgens het netsnoer los van de achterkant van de printer. Sluit het
netsnoer na enkele seconden weer aan en schakel de printer vervolgens in. Voer de test opnieuw uit. Als
de test opnieuw mislukt, zoekt u verder in de informatie over het oplossen van problemen in dit
gedeelte.
●
Probeer een fax te verzenden of te ontvangen. Als dit lukt, is er waarschijnlijk niets aan de hand.
●
Als u de test uitvoert van de Wizard voor het instellen van de fax (Windows) of het HP-
hulpprogramma (OS X), moet u ervoor zorgen dat de printer niet bezig is met het voltooien van een
andere taak, zoals het ontvangen van een fax of kopiëren. Controleer of op het scherm van de een
bericht wordt weergegeven met de melding dat de printer bezet is. Als het apparaat is bezet, wacht u
totdat het apparaat niet meer actief is en alle bewerkingen zijn voltooid en voert u de test opnieuw uit.
●
Gebruik het telefoonsnoer dat bij de printer werd geleverd. Als u het meegeleverde telefoonsnoer niet
gebruikt om de printer op de telefoonaansluiting aan te sluiten, kunt u waarschijnlijk geen faxen
verzenden of ontvangen. Voer de faxtest nogmaals uit nadat u het bij de printer geleverde
telefoonsnoer hebt aangesloten.
●
Het gebruik van een splitter veroorzaakt mogelijk faxproblemen. (Een splitter is een verdeelstekker die
wordt aangesloten op een telefoonaansluiting op de wand.) Probeer de problemen op te lossen door de
splitter te verwijderen en de printer rechtstreeks op de telefoonaansluiting op de wand aan te sluiten.
Nadat u de gevonden problemen hebt opgelost, voert u de faxtest nogmaals uit om te controleren of de test
slaagt en de printer gereed is om te faxen. Als de Faxhardwaretest blijft mislukken en er problemen zijn met
het faxen, neemt u contact op met HP-ondersteuning. Ga naar
www.hp.com/support. Deze website biedt
informatie en hulpmiddelen waarmee u veelvoorkomende printerproblemen kunt verhelpen. Selecteer uw
land/regio wanneer dit wordt gevraagd en klik vervolgens op Alle HP-contacten voor informatie over het
aanvragen van technische ondersteuning.
Het testen van de verbinding van de fax met een actieve telefoonaansluiting is mislukt
●
Controleer de verbinding tussen de wandcontactdoos voor de telefoon en de printer en zorg ervoor dat
het telefoonsnoer correct is bevestigd.
●
Gebruik het telefoonsnoer dat bij de printer werd geleverd. Als u het meegeleverde telefoonsnoer niet
gebruikt om de printer op de telefoonaansluiting aan te sluiten, kunt u waarschijnlijk geen faxen
verzenden of ontvangen. Voer de faxtest nogmaals uit nadat u het bij de printer geleverde
telefoonsnoer hebt aangesloten.
●
Zorg ervoor dat de printer goed is aangesloten op de telefoonaansluiting. Sluit het ene uiteinde van het
meegeleverde telefoonsnoer aan op de telefoonaansluiting op de wand en het andere uiteinde op de
poort 1-LINE aan de achterkant van de printer.
Klik hier voor meer informatie online over faxinstellingen en testen.
●
Het gebruik van een splitter veroorzaakt mogelijk faxproblemen. (Een splitter is een verdeelstekker die
wordt aangesloten op een telefoonaansluiting op de wand.) Probeer de problemen op te lossen door de
splitter te verwijderen en de printer rechtstreeks op de telefoonaansluiting op de wand aan te sluiten.
●
Probeer een werkende telefoon en een werkend telefoonsnoer aan te sluiten op de wandcontactdoos
voor de telefoon die u gebruikt voor de printer en controleer of u een kiestoon hoort. Als u geen
kiestoon hoort, neemt u contact op met de telefoonmaatschappij en verzoekt u hen de lijn te
controleren.
●
Probeer een fax te verzenden of te ontvangen. Als dit lukt, is er waarschijnlijk niets aan de hand.
122Hoofdstuk 9 Een probleem oplossenNLWW
Nadat u de gevonden problemen hebt opgelost, voert u de faxtest nogmaals uit om te controleren of de test
slaagt en de printer gereed is om te faxen.
Het testen van de verbinding van het telefoonsnoer met de juiste poort op de fax is mislukt
Gebruik het telefoonsnoer dat bij de printer werd geleverd. Als u het meegeleverde telefoonsnoer niet
gebruikt om de printer op de telefoonaansluiting aan te sluiten, kunt u waarschijnlijk geen faxen verzenden
of ontvangen. Voer de faxtest nogmaals uit nadat u het bij de printer geleverde telefoonsnoer hebt
aangesloten.
Het gebruik van een splitter veroorzaakt mogelijk faxproblemen. (Een splitter is een verdeelstekker die
wordt aangesloten op een telefoonaansluiting op de wand.) Probeer de problemen op te lossen door de
splitter te verwijderen en de printer rechtstreeks op de telefoonaansluiting op de wand aan te sluiten.
Steek het telefoonsnoer in de juiste poort
1.Sluit het ene uiteinde van het meegeleverde telefoonsnoer aan op de telefoonaansluiting op de wand
en het andere uiteinde op de poort 1-LINE aan de achterkant van de printer.
OPMERKING:Indien u de 2-EXT-poort gebruikt om de printer aan te sluiten op de telefoonaansluiting
op de wand, kunt u geen faxen verzenden of ontvangen. De 2-EXT-poort moet alleen worden gebruikt
om andere apparatuur aan te sluiten, zoals een antwoordapparaat.
Afbeelding 9-1 Achteraanzicht van de printer
1Telefoonaansluiting op de wand
2Gebruik het telefoonsnoer dat bij de printer is geleverd en verbind dit met de 1-LINE-poort
2.Nadat u het telefoonsnoer hebt verbonden met de 1-LINE-poort, voert u de faxtest nogmaals uit om te
controleren of de printer klaar is om te faxen.
3.Probeer een fax te verzenden of te ontvangen.
NLWWFaxproblemen123
Het testen van het juiste soort telefoonsnoer met de fax is mislukt
●
Controleer of u het telefoonsnoer dat bij de printer werd geleverd voor de telefoonaansluiting hebt
gebruikt. Het ene uiteinde van het telefoonsnoer moet worden aangesloten op de poort 1-LINE op de
achterkant van de printer en het andere uiteinde op de telefoonaansluiting, zoals in de afbeelding is
aangegeven.
1Telefoonaansluiting op de wand
2Gebruik het telefoonsnoer dat bij de printer is geleverd en verbind dit met de 1-LINE-poort
Als het telefoonsnoer dat bij de printer is geleverd niet lang genoeg is, kunt u een langere tweedradig
telefoonsnoer gebruiken en het snoer verlengen. U kunt een dergelijk snoer kopen in een
elektronicawinkel die telefoonaccessoires verkoopt.
●
Controleer de verbinding tussen de wandcontactdoos voor de telefoon en de printer en zorg ervoor dat
het telefoonsnoer correct is bevestigd.
●
Gebruik het telefoonsnoer dat bij de printer werd geleverd. Als u het meegeleverde telefoonsnoer niet
gebruikt om de printer op de telefoonaansluiting aan te sluiten, kunt u waarschijnlijk geen faxen
verzenden of ontvangen. Voer de faxtest nogmaals uit nadat u het bij de printer geleverde
telefoonsnoer hebt aangesloten.
●
Het gebruik van een splitter veroorzaakt mogelijk faxproblemen. (Een splitter is een verdeelstekker die
wordt aangesloten op een telefoonaansluiting op de wand.) Probeer de problemen op te lossen door de
splitter te verwijderen en de printer rechtstreeks op de telefoonaansluiting op de wand aan te sluiten.
De kiestoondetectietest is mislukt
●
Andere apparatuur die gebruikmaakt van dezelfde telefoonlijn als de printer, kan ervoor zorgen dat de
test mislukt. Koppel alles los van de telefoonlijn en voer de test nogmaals uit. Zo kunt u controleren of
het probleem wordt veroorzaakt door andere apparatuur. Als de Kiestoondetectie wel slaagt als de
andere apparatuur is losgekoppeld, wordt het probleem veroorzaakt door een of meer onderdelen van
deze apparatuur. Voeg de onderdelen een voor een toe en voer elke keer een test uit, totdat u weet
welk onderdeel het probleem veroorzaakt.
●
Probeer een werkende telefoon en een werkend telefoonsnoer aan te sluiten op de wandcontactdoos
voor de telefoon die u gebruikt voor de printer en controleer of u een kiestoon hoort. Als u geen
kiestoon hoort, neemt u contact op met de telefoonmaatschappij en verzoekt u hen de lijn te
controleren.
●
Zorg ervoor dat de printer goed is aangesloten op de telefoonaansluiting. Sluit het ene uiteinde van het
meegeleverde telefoonsnoer aan op de telefoonaansluiting op de wand en het andere uiteinde op de
poort 1-LINE aan de achterkant van de printer.
124Hoofdstuk 9 Een probleem oplossenNLWW
●
Het gebruik van een splitter veroorzaakt mogelijk faxproblemen. (Een splitter is een verdeelstekker die
wordt aangesloten op een telefoonaansluiting op de wand.) Probeer de problemen op te lossen door de
splitter te verwijderen en de printer rechtstreeks op de telefoonaansluiting op de wand aan te sluiten.
●
Als uw telefoonsysteem geen standaardkiestoon gebruikt, zoals stommige PBX-systemen (private
branch exchange), dan kan de test mislukken. Dit veroorzaakt geen probleem bij het verzenden of
ontvangen van faxen. Probeer een testfax te verzenden of ontvangen.
●
Controleer of de instelling voor land/regio op de juiste wijze is ingesteld voor uw land/regio. Als de
instelling voor land/regio niet of niet goed is ingesteld, kan de test mislukken en zult u mogelijk
problemen hebben met het verzenden en ontvangen van faxen.
●
Zorg ervoor dat u de printer aansluit op een analoge telefoonlijn. Anders kunt u geen faxen verzenden
of ontvangen. Als u wilt controleren of uw telefoonlijn digitaal is, sluit u een gewone analoge telefoon
aan op de lijn en luistert u naar de kiestoon. Als u geen normale kiestoon hoort, is de telefoonlijn
mogelijk bedoeld voor digitale telefoons. Sluit de printer aan op een analoge telefoonlijn en probeer
een fax te verzenden of ontvangen.
●
Gebruik het telefoonsnoer dat bij de printer werd geleverd. Als u het meegeleverde telefoonsnoer niet
gebruikt om de printer op de telefoonaansluiting aan te sluiten, kunt u waarschijnlijk geen faxen
verzenden of ontvangen. Voer de faxtest nogmaals uit nadat u het bij de printer geleverde
telefoonsnoer hebt aangesloten.
Nadat u de gevonden problemen hebt opgelost, voert u de faxtest nogmaals uit om te controleren of de test
slaagt en de printer gereed is om te faxen. Als de test Beltoondetectie blijft mislukken, vraagt u de
telefoonmaatschappij om uw telefoonlijn te controleren.
De faxlijnconditietest is mislukt
●
Zorg ervoor dat u de printer aansluit op een analoge telefoonlijn. Anders kunt u geen faxen verzenden
of ontvangen. Als u wilt controleren of uw telefoonlijn digitaal is, sluit u een gewone analoge telefoon
aan op de lijn en luistert u naar de kiestoon. Als u geen normale kiestoon hoort, is de telefoonlijn
mogelijk bedoeld voor digitale telefoons. Sluit de printer aan op een analoge telefoonlijn en probeer
een fax te verzenden of ontvangen.
●
Controleer de verbinding tussen de wandcontactdoos voor de telefoon en de printer en zorg ervoor dat
het telefoonsnoer correct is bevestigd.
●
Zorg ervoor dat de printer goed is aangesloten op de telefoonaansluiting. Sluit het ene uiteinde van het
meegeleverde telefoonsnoer aan op de telefoonaansluiting op de wand en het andere uiteinde op de
poort 1-LINE aan de achterkant van de printer.
●
Andere apparatuur die gebruikmaakt van dezelfde telefoonlijn als de printer, kan ervoor zorgen dat de
test mislukt. Koppel alles los van de telefoonlijn en voer de test nogmaals uit. Zo kunt u controleren of
het probleem wordt veroorzaakt door andere apparatuur.
◦
Als de Faxlijnconditietest wel slaagt als de andere apparatuur is losgekoppeld, wordt het
probleem veroorzaakt door een of meer onderdelen van deze apparatuur. Voeg de onderdelen een
voor een toe en voer elke keer een test uit, totdat u weet welk onderdeel het probleem
veroorzaakt.
◦
Als de Faxlijnconditietest niet slaagt als de andere apparatuur is losgekoppeld, sluit u de printer
aan op een werkende telefoonlijn en zoekt u verder in de informatie over het oplossen van
problemen in dit deel.
●
Het gebruik van een splitter veroorzaakt mogelijk faxproblemen. (Een splitter is een verdeelstekker die
wordt aangesloten op een telefoonaansluiting op de wand.) Probeer de problemen op te lossen door de
splitter te verwijderen en de printer rechtstreeks op de telefoonaansluiting op de wand aan te sluiten.
NLWWFaxproblemen125
●
Gebruik het telefoonsnoer dat bij de printer werd geleverd. Als u het meegeleverde telefoonsnoer niet
gebruikt om de printer op de telefoonaansluiting aan te sluiten, kunt u waarschijnlijk geen faxen
verzenden of ontvangen. Voer de faxtest nogmaals uit nadat u het bij de printer geleverde
telefoonsnoer hebt aangesloten.
Nadat u de gevonden problemen hebt opgelost, voert u de faxtest nogmaals uit om te controleren of de test
slaagt en de printer gereed is om te faxen. Als de Faxlijnconditietest blijft mislukken en er problemen blijven
met faxen, vraagt u de telefoonmaatschappij om uw telefoonlijn te controleren.
Faxproblemen oplossen
Faxproblemen oplossenGebruik een online probleemoplossingswizard van HP
Problemen bij het verzenden of ontvangen van een fax of bij het faxen naar uw computer oplossen.
OPMERKING:De online probleemoplossingswizards van HP zijn mogelijk niet in alle talen beschikbaar.
Lees de algemene instructies in het menu Help voor specifieke faxproblemen
Welk faxprobleem ondervindt u?
Op het scherm wordt altijd Telefoon van haak weergegeven
●
U gebruikt het verkeerde type snoer. Zorg dat u het tweedradig snoer gebruikt dat bij de printer werd
geleverd om de printer aan te sluiten op de telefoonlijn. Als het telefoonsnoer dat bij de printer is
geleverd niet lang genoeg is, kunt u een langer telefoonsnoer gebruiken en het snoer verlengen. U kunt
een dergelijk snoer kopen in een elektronicawinkel die telefoonaccessoires verkoopt.
●
Mogelijk is er andere apparatuur die gebruikmaakt van dezelfde telefoonlijn als de printer. Zorg dat
extensietoestellen (telefoontoestellen op dezelfde telefoonlijn, maar niet aangesloten op de printer) of
andere apparatuur van de haak liggen of niet in gebruik zijn. U kunt de printer bijvoorbeeld niet
gebruiken om te faxen als de hoorn van een telefoontoestel dat gebruik maakt van dezelfde
telefoonlijn van de haak is, of als u de computermodem gebruikt om te e-mailen of te surfen op
internet.
De printer heeft problemen met het verzenden en ontvangen van faxen
●
Zorg dat het knoplampje Stroomvoorziening van de printer aan is. Als het lampje uit is en het
printerscherm leeg is, zorg dan dat de voedingskabel goed is aangesloten op de printer en in een
stopcontact steekt en druk dan op de knop Stroomvoorziening om de printer in te schakelen.
Nadat u de printer hebt ingeschakeld, raadt HP u aan vijf minuten te wachten voordat u een fax
verzendt of ontvangt. De printer kan geen faxen verzenden of ontvangen tijdens het initialisatieproces
dat wordt uitgevoerd wanneer het apparaat wordt ingeschakeld.
126Hoofdstuk 9 Een probleem oplossenNLWW
●
Controleer of u het telefoonsnoer dat bij de printer werd geleverd voor de telefoonaansluiting hebt
gebruikt. Het ene uiteinde van het telefoonsnoer moet worden aangesloten op de poort 1-LINE op de
achterkant van de printer en het andere uiteinde op de telefoonaansluiting, zoals in de afbeelding is
aangegeven.
1Telefoonaansluiting op de wand
2Gebruik het telefoonsnoer dat bij de printer is geleverd en verbind dit met de 1-LINE-poort
Als het telefoonsnoer dat bij de printer is geleverd niet lang genoeg is, kunt u een langere tweedradig
telefoonsnoer gebruiken en het snoer verlengen. U kunt een dergelijk snoer kopen in een
elektronicawinkel die telefoonaccessoires verkoopt.
●
Probeer een werkende telefoon en een werkend telefoonsnoer aan te sluiten op de wandcontactdoos
voor de telefoon die u gebruikt voor de printer en controleer of u een kiestoon hoort. Als u geen
kiestoon hoort, neemt u contact op met de telefoonmaatschappij voor service.
●
Mogelijk is er andere apparatuur die gebruikmaakt van dezelfde telefoonlijn als de printer. U kunt de
printer bijvoorbeeld niet gebruiken om te faxen als de hoorn van een telefoontoestel dat gebruik maakt
van dezelfde telefoonlijn van de haak is, of als u de computermodem gebruikt om te e-mailen of te
surfen op internet.
●
Controleer of de fout wordt veroorzaakt door een ander proces. Controleer of op het display of op de
computer een foutmelding wordt weergegeven met informatie over het probleem en de manier waarop
u het kunt oplossen. In geval van een fout kan de printer pas faxberichten verzenden of ontvangen
wanneer de foutsituatie is opgelost.
●
Mogelijk zit er ruis op de telefoonlijn. Telefoonlijnen met een slechte geluidskwaliteit (ruis) kunnen
faxproblemen veroorzaken. Controleer de geluidskwaliteit van de telefoonlijn door een telefoontoestel
op een telefoonaansluiting aan te sluiten en vervolgens te luisteren of er sprake is van storingen of
andere ruis. Schakel als u ruis hoort de Foutcorrectiemodus (ECM) uit en probeer nogmaals te faxen.
Zie
Fax verzenden in foutcorrectiemodus op pagina 56 voor informatie over het wijzigen van de
foutcorrectiemodus (ECM). Als het probleem zich blijft voordoen, neemt u contact op met uw
telefoonmaatschappij.
●
Als u een digitale telefoonaansluiting (DSL-service) gebruikt, moet u een DSL-filter gebruiken om goed
te kunnen faxen.
Klik hier voor meer informatie online.
●
Zorg ervoor dat de printer niet is verbonden met een telefoonaansluiting die is ingesteld voor digitale
telefoons. Als u wilt controleren of uw telefoonlijn digitaal is, sluit u een gewone analoge telefoon aan
op de lijn en luistert u naar de kiestoon. Als u geen normale kiestoon hoort, is de telefoonlijn mogelijk
bedoeld voor digitale telefoons.
NLWWFaxproblemen127
●
Als u een PBX of een ISDN-adapter (Integrated Services Digital Network) gebruikt, moet de printer zijn
aangesloten op de juiste poort en moet de adapter zijn ingesteld op het juiste type switch voor uw land/
regio (als dat mogelijk is).
Klik hier voor meer informatie online.
●
De printer deelt dezelfde telefoonlijn met een DSL-service en de DSL-modem is mogelijk niet correct
geaard. Als de DSL-modem niet correct is geaard, kan deze ruis op de telefoonlijn veroorzaken.
Telefoonlijnen met een slechte geluidskwaliteit (ruis) kunnen faxproblemen veroorzaken. U kunt de
geluidskwaliteit van de telefoonlijn controleren door een telefoontoestel op een telefoonaansluiting
aan te sluiten en te luisteren of u storingen of ander ruis hoort. Als u storingen of ruis hoort, schakelt u
de DSL-modem uit en laat u de stekker gedurende minstens 15 minuten uit het stopcontact. Schakel de
DSL-modem vervolgens opnieuw in en luister opnieuw naar de kiestoon.
OPMERKING:Mogelijk zal er in de toekomst opnieuw ruis optreden op de telefoonlijn. Herhaal het
proces als de printer geen faxen meer verzendt en ontvangt.
Als er nog steeds veel ruis op de lijn is, neemt u contact op met de telefoonmaatschappij. Neem contact
op met de DSL-aanbieder voor informatie over het uitschakelen van de DSL-modem.
●
Het gebruik van een splitter veroorzaakt mogelijk faxproblemen. (Een splitter is een verdeelstekker die
wordt aangesloten op een telefoonaansluiting op de wand.) Probeer de problemen op te lossen door de
splitter te verwijderen en de printer rechtstreeks op de telefoonaansluiting op de wand aan te sluiten.
De printer kan geen faxen ontvangen maar wel verzenden
●
Als u geen service voor speciale belsignalen gebruikt, controleert u of de functie Specifiek belsignaal
op de printer is ingesteld op Alle standaard ringen. Zie
Beantwoording belpatroon voor specifieke
beltonen wijzigen op pagina 67 voor meer informatie.
●
Als Automatisch antwoorden is ingesteld op Uit, moet u faxen handmatig ontvangen; omdat de printer
de fax anders niet ontvangt. Raadpleeg
Een fax handmatig ontvangen op pagina 58 voor informatie
over het handmatig ontvangen van faxen.
●
Als u een voicemail-service gebruikt op het telefoonnummer waarop u ook faxberichten ontvangt, kunt
u de faxberichten alleen handmatig en niet automatisch ontvangen. Dit houdt in dat u binnenkomende
faxen alleen persoonlijk kunt aannemen.
Klik hier voor meer informatie online over het instellen van de
printer met een voicemailservice. Raadpleeg
Een fax handmatig ontvangen op pagina 58 voor
informatie over het handmatig ontvangen van faxen.
●
Als u een computermodem gebruikt op dezelfde telefoonlijn als de printer, moet u controleren of de
software van de modem niet is ingesteld op het automatisch ontvangen van faxen. Als de
modemsoftware is ingesteld op het automatisch ontvangen van faxen, wordt de telefoonlijn
automatisch overgenomen. In dat geval worden alle faxen door het modem ontvangen, zodat de printer
geen faxoproepen kan ontvangen.
●
Als u naast de printer een antwoordapparaat gebruikt op dezelfde telefoonlijn, kan een van de volgende
problemen zich voordoen:
◦
Het antwoordapparaat is mogelijk niet correct geïnstalleerd voor de printer.
◦
Het bericht dat is ingesproken op het antwoordapparaat, kan te lang of te luid zijn, waardoor de
printer geen faxtonen kan detecteren en het verzendende faxapparaat de verbinding verbreekt.
◦
Mogelijk is de pauze na het ingesproken bericht te kort waardoor de printer geen faxtonen kan
detecteren. Dit probleem komt het vaakst voor bij digitale antwoordapparaten.
De volgende handelingen kunnen helpen bij het oplossen van deze problemen:
128Hoofdstuk 9 Een probleem oplossenNLWW
◦
Wanneer u een antwoordapparaat gebruikt op de telefoonlijn waarmee u ook faxt, moet u
proberen om het antwoordapparaat rechtstreeks op de printer aan te sluiten.
Klik hier voor meer
informatie online.
◦
Controleer of de printer is ingesteld om faxen automatisch te ontvangen. Raadpleeg
Een fax
ontvangen op pagina 58 voor meer informatie over het instellen van de printer voor het
automatisch ontvangen van faxen.
◦
Controleer of bij de instelling Hoe vaak overgaan de telefoon is ingesteld op een groter aantal
beltonen dan het antwoordapparaat. Raadpleeg
Het aantal beltonen voordat er wordt opgenomen
instellen op pagina 67 voor meer informatie.
◦
Koppel het antwoordapparaat los en probeer vervolgens een faxbericht te ontvangen. Als u kunt
faxen zonder het antwoordapparaat, ligt het probleem mogelijk bij het antwoordapparaat.
◦
Verbind het antwoordapparaat opnieuw en spreek het bericht opnieuw in. Neem een bericht op
van ongeveer tien seconden. Spreek bij het opnemen van het bericht in een rustig tempo en met
een niet te hard volume. Laat ten minste vijf seconden stilte na het einde van het gesproken
bericht. Laat geen achtergrondgeluid toe tijdens het opnemen van deze stilte. Probeer opnieuw
een fax te ontvangen.
OPMERKING:Sommige digitale antwoordapparaten nemen de opgenomen stilte aan het eind
van uw uitgaande bericht niet op. Speel uw uitgaande bericht af om dit te controleren.
●
Als de printer de telefoonlijn deelt met andere telefoonapparatuur, zoals een antwoordapparaat, een
computermodem of een schakelkast met meerdere poorten, is het faxsignaal mogelijk minder sterk.
Het faxsignaal kan ook minder sterk zijn als u een splitter gebruikt of extra snoeren aansluit om het
bereik van de telefoon te vergroten. Een zwakker faxsignaal kan problemen met de ontvangst van
faxen veroorzaken.
Als u wilt weten of andere apparatuur een probleem veroorzaakt, koppelt u alles van de telefoonlijn los
behalve de printer en probeert u opnieuw een fax te ontvangen. Indien u zonder de andere apparatuur
goed faxen kunt ontvangen, worden de problemen veroorzaakt door een of meer andere apparaten.
Voeg de apparaten een voor een toe en ontvang na elk toegevoegd onderdeel een fax, totdat u kunt
vaststellen welk apparaat het probleem veroorzaakt.
●
Als aan uw faxnummer een speciaal belsignaal is toegewezen (via de service voor specifieke belsignalen
van uw telefoonmaatschappij), moet u ervoor zorgen dat de instelling voor Specifiek belsignaal op de
printer overeenkomt. Zie
Beantwoording belpatroon voor specifieke beltonen wijzigen op pagina 67
voor meer informatie.
De printer kan geen faxen verzenden maar wel ontvangen
●
De printer kiest mogelijk te snel of te snel achter elkaar. Mogelijk moet u pauzes invoegen in de
nummerreeks. Als u bijvoorbeeld een buitenlijn moet kiezen voordat u het telefoonnummer kiest, voegt
u een pauze in na het toegangsnummer. Als uw nummer 95555555 is en u met een 9 toegang krijgt tot
een buitenlijn, moet u mogelijk als volgt pauzes invoegen: 9-555-5555. Om een pauze in te voegen in
het faxnummer dat u vormt, drukt u meermaals op * tot er een streepje (-) op het scherm verschijnt.
U kunt ook faxen verzenden via handsfree kiezen. Hierdoor kunt u de telefoonlijn horen terwijl u een
nummer kiest. U kunt de kiessnelheid zelf bepalen en reageren op kiestonen terwijl u een nummer
kiest. Raadpleeg
Een fax verzenden met handsfree kiezen op pagina 56 voor meer informatie.
●
Het nummer dat u hebt ingevoerd bij het verzenden van de fax heeft niet de juiste indeling of er zijn
problemen met het faxapparaat dat de fax moet ontvangen. U kunt dit controleren door het
desbetreffende faxnummer te bellen met een gewone telefoon en te luisteren of u ook faxtonen hoort.
Als u geen faxtonen hoort, is het ontvangende faxapparaat mogelijk niet ingeschakeld of niet
NLWWFaxproblemen129
aangesloten of stoort een voicemailservice de communicatie via de telefoonlijn van de ontvanger. U
kunt ook de ontvanger vragen om na te gaan of er misschien problemen zijn met het ontvangende
faxapparaat.
Er worden faxtonen opgenomen op mijn antwoordapparaat
●
Wanneer u een antwoordapparaat gebruikt op de telefoonlijn waarmee u ook faxt, moet u proberen om
het antwoordapparaat rechtstreeks op de printer aan te sluiten.
Klik hier voor meer informatie online.
Als u het antwoordapparaat niet op de aanbevolen manier aansluit, is het mogelijk dat het
antwoordapparaat faxtonen opneemt.
●
Zorg ervoor dat de printer is ingesteld op het automatisch ontvangen van faxen en dat de instelling voor
Hoe vaak overgaan juist is. Het aantal belsignalen voor beantwoorden moet voor de printer groter zijn
dan voor het antwoordapparaat. Als het antwoordapparaat en de printer zijn ingesteld op hetzelfde
aantal keren rinkelen om te antwoorden, zullen beide toestellen de oproep beantwoorden en worden
faxtonen opgenomen op het antwoordapparaat.
●
Stel het antwoordapparaat in op een klein aantal belsignalen en de printer op het hoogste aantal
belsignalen dat is toegestaan. (Het maximum aantal belsignalen varieert per land/regio.) Bij deze
instelling beantwoordt het antwoordapparaat de oproep en bewaakt de printer de lijn. Als de printer
faxsignalen detecteert, ontvangt de printer de fax. Als de oproep een gespreksoproep betreft, zal het
antwoordapparaat het binnenkomende bericht opnemen. Zie
Het aantal beltonen voordat er wordt
opgenomen instellen op pagina 67 voor meer informatie.
130Hoofdstuk 9 Een probleem oplossenNLWW
Netwerk- en verbindingsproblemen
Wat wilt u doen?
Draadloze verbinding herstellen
Kies een van onderstaande probleemoplossingsopties.
HP Print and Scan DoctorDe HP Print and Scan Doctor is een hulpprogramma dat zal proberen om het probleem
automatisch vast te stellen en op te lossen.
OPMERKING:Dit hulpprogramma is alleen beschikbaar voor Windows.
Gebruik een online
probleemoplossingswizard van HP
●
Uw draadloos probleem oplossen, als uw printer nooit is verbonden of als hij was
verbonden maar niet langer werkt.
●
Uw firewall- of antivirusprobleem oplossen, als u vermoedt dat het verhindert dat uw
computer verbinding maakt met de printer.
OPMERKING:De HP Print and Scan Doctor en de online probleemoplossingswizards van HP zijn mogelijk
niet in alle talen beschikbaar.
Lees de algemene instructies in het menu Help voor draadloze probleemoplossing
Controleer de netwerkconfiguratie of druk het draadloze testrapport af om u te helpen bij het vinden van
problemen met de netwerkverbinding.
1.
Druk in het startscherm op
(Draadloos) en druk dan op Instellingen.
2.Druk op Rapport afdrukken en dan op Netwerkconfiguratiepagina of Rapport v. draadloze test.
Netwerkinstellingen voor draadloze verbinding vinden
Kies een van onderstaande probleemoplossingsopties.
HP Print and Scan DoctorDe HP Print and Scan Doctor is een hulpprogramma dat u de netwerknaam (SSID) en
het wachtwoord (netwerksleutel) kan vertellen.
OPMERKING:Dit hulpprogramma is alleen beschikbaar voor Windows.
Gebruik een online
probleemoplossingswizard van HP
Ontdek hoe u uw netwerknaam (SSID) en draadloos wachtwoord kunt vinden.
OPMERKING:De HP Print and Scan Doctor en de online probleemoplossingswizards van HP zijn mogelijk
niet in alle talen beschikbaar.
Wi-Fi Direct verbinding herstellen
Gebruik een online probleemoplossingswizard van
HP
Uw probleem met Wi-Fi Direct oplossen of ontdekken hoe u Wi-Fi Direct moet
configureren.
OPMERKING:De online probleemoplossingswizards van HP zijn mogelijk niet in alle talen beschikbaar.
NLWWNetwerk- en verbindingsproblemen131
Lees de algemene instructies in het menu Help om de problemen met Wi-Fi Direct op te lossen
1.Controleer de printer om te bevestigen dat Wi-Fi Direct is ingeschakeld:
▲
Druk op het bedieningspaneel van de printer op
(Wi-Fi Direct) om het menu Details Wi-Fi
Direct te openen. Als het scherm aangeeft dat Wi-Fi Direct is uitgeschakeld, druk dan op
instellingen en Wi-Fi Direct om het in te schakelen.
2.Op uw draadloze computer of uw mobiel apparaat schakelt u de Wi-Fi-verbinding in zoekt u naar en
maakt u verbinding met de naam van Wi-Fi Direct van uw printer.
3.Voer het wachtwoord van Wi-Fi Direct in als dit wordt gevraagd.
4.Zorg ervoor dat u een compatibele afdruktoepassing hebt geïnstalleerd als u een mobiel apparaat
gebruikt. Ga naar
www.hp.com/global/us/en/eprint/mobile_printing_apps.html voor meer informatie
over mobiel afdrukken.
Een USB-verbinding omzetten in een draadloze verbinding
Kies een van onderstaande probleemoplossingsopties.
HP Print and Scan DoctorDe HP Print and Scan Doctor is een hulpprogramma dat zal proberen om het probleem
automatisch vast te stellen en op te lossen.
OPMERKING:Dit hulpprogramma is alleen beschikbaar voor Windows.
Gebruik een online
probleemoplossingswizard van HP
Een USB-verbinding omzetten in een draadloze of Wi-Fi Direct-verbinding.
OPMERKING:De HP Print and Scan Doctor en de online probleemoplossingswizards van HP zijn mogelijk
niet in alle talen beschikbaar.
De verbinding wijzigen van een USB-verbinding in een draadloze verbinding op pagina 95
132Hoofdstuk 9 Een probleem oplossenNLWW
Hardwareproblemen printer
Sluit de toegangsklep voor de cartridges
▲
De cartridgeklep moet gesloten zijn om te beginnen met afdrukken.
De printer wordt onverwacht uitgeschakeld
●
Controleer de netvoeding en de aansluiting van het netsnoer.
●
Zorg dat het netsnoer goed is aangesloten op een werkende voedingsadapter.
Een printerfout oplossen
●
Zet de printer uit en weer aan. Als het probleem hierdoor niet wordt opgelost, moet u contact opnemen
met HP.
NLWWHardwareproblemen printer133
De documentinvoer onderhouden
Als de documentinvoer meerdere pagina's tegelijk ontvangt of als deze geen gewoon papier ontvangt, kunt u
de rollen en het scheidingsmechanisme reinigen.
De rollers of het scheidingskussen reinigen
WAARSCHUWING!Vooraleer u de printer reinigt, moet u de printer uitschakelen door op
Stroomvoorziening (de
-knop) te drukken en de stekker uit het stopcontact trekken.
1.Verwijder eventuele originelen uit de documentlader.
2.Til de kap van de documentinvoer op.
Zo kunt u goed bij de rollers (1) en het scheidingskussen (2).
3.Bevochtig een schone pluisvrije doek met gedestilleerd water en wring de overtollige vloeistof uit de
doek.
4.Gebruik de bevochtigde doek om de rollers of het scheidingskussen te reinigen.
OPMERKING:Als het niet lukt om de aanslag te verwijderen met behulp van gedestilleerd water kunt
u eventueel isopropylalcohol gebruiken.
5.Sluit de kap van de documentinvoer
134Hoofdstuk 9 Een probleem oplossenNLWW
HP-ondersteuning
Ga voor de nieuwste productupdates en ondersteuningsinformatie naar onze ondersteuningswebsite HP
OfficeJet 3830 series op www.hp.com/support. HP online-ondersteuning biedt verschillende opties om u te
helpen met uw printer:
Drivers & downloads: Download softwaredrivers en -updates en producthandleidingen en documentatie die bij
uw printer werden geleverd.
HP-ondersteuningsforums: Ga naar de ondersteuningsforums van HP voor antwoorden op algemene vragen
en problemen. U kunt vragen van andere HP-klanten bekijken of u kunt zich aanmelden en uw eigen vragen en
opmerkingen indienen.
Problemen oplossen: Gebruik HP Online-tools om uw printer te detecteren en de aanbevolen oplossingen te
vinden.
Neem contact op met HP
Als u de hulp van een vertegenwoordiger van HP's technische ondersteuning nodig hebt, ga dan naar de
Ondersteuningswebsite. De volgende contactmogelijkheden zijn gratis beschikbaar voor klanten binnen de
garantieperiode (voor ondersteuning door HP-medewerker buiten de garantie kan er een geldbedrag worden
gevorderd):
Chat met een HP supportagent.
Een HP supportagent bellen.
Zorg dat u de volgende informatie klaar hebt als u contact opneemt met de ondersteuningsdienst van HP:
●
Productnaam (op het product, zoals HP OfficeJet 3830)
●
Productnummer (in de voorklep)
●
Serienummer (op de achter- of onderkant van de printer)
NLWWHP-ondersteuning135
Printer registreren
In enkele minuten registreert u het apparaat en geniet u van een snellere service, een efficiëntere
ondersteuning en productondersteuning. Indien u uw printer nog niet registreerde tijdens het installeren van
de software, kunt u dit nu doen op
http://www.register.hp.com.
Extra garantieopties
U kunt tegen vergoeding uw garantie voor de HP OfficeJet 3830 series verlengen. Ga naar www.hp.com/
support, selecteer uw land/regio en taal en verken de uitgebreide garantiemogelijkheden voor uw printer.
136Hoofdstuk 9 Een probleem oplossenNLWW
ATechnische informatie
Dit hoofdstuk bevat de technische specificaties en internationale overheidsvoorschriften voor de HP OfficeJet
3830 series.
Zie voor bijkomende specificaties de gedrukte documentatie bij de HP OfficeJet 3830 series.
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
●
Kennisgeving van Hewlett-Packard Company
●
Specificaties
●
Programma voor milieubeheer
●
Overheidsvoorschriften
NLWW137
Kennisgeving van Hewlett-Packard Company
De informatie in dit document kan worden gewijzigd zonder voorafgaande kennisgeving.
Alle rechten voorbehouden. Reproductie, aanpassing of vertaling van dit materiaal is verboden zonder
voorafgaande schriftelijke toestemming van Hewlett-Packard, met uitzondering van wat is toegestaan onder
de wet op de auteursrechten. De enige garanties voor HP-producten en diensten zijn vermeld in de expliciete
garantieverklaring die de producten en diensten vergezellen. Geen enkele melding in dit document kan
worden beschouwd als bijkomende garantie. HP kan niet aansprakelijk worden gesteld voor technische of
redactionele fouten of weglatingen in dit document.
ik kan niet meer vanaf de pc in kleur printen. hoe los ik dit op? ik heb de printer al opnieuw geïnstalleerd maar helaas......
Gesteld op 30-12-2021 om 12:40
ik heb vanaf mijn laptop via mijn pc een opdracht naar de printer gestuurd nu blijft hij steeds de zelfde opdracht herhalen mijn vraag is hoe kan ik dat beëindigen, Heb al geprobeerd door op annuleren te drukken maar dat helpt niet, HELP MIJ A.U.B.
Gesteld op 16-12-2020 om 12:13
Gebruikershandleiding.com neemt misbruik van zijn services uitermate serieus. U kunt hieronder aangeven waarom deze vraag ongepast is. Wij controleren de vraag en zonodig wordt deze verwijderd.
Product:
Spelregels forum
Om tot zinvolle vragen te komen hanteren wij de volgende spelregels:
lees eerst de handleiding door;
controleer of uw vraag al eerder door iemand anders is gesteld;
probeer uw vraag zo duidelijk mogelijk te stellen;
heeft u een probleem en al geprobeerd om dit op te lossen, vermeld dit erbij aub;
heeft u een oplossing gekregen van een bezoeker dan horen wij dat graag in dit forum;
wilt u een reactie geven op een vraag of antwoord, gebruik dan niet dit formulier maar klik op de knop 'reageer op deze vraag';
uw vraag wordt direct op de website gezet; vermijd daarom persoonlijke gegevens in te vullen;
Belangrijk! Als er een antwoord wordt gegeven op uw vraag, dan is het voor de gever van het antwoord nuttig om te weten als u er wel (of niet) mee geholpen bent! Wij vragen u dus ook te reageren op een antwoord.
Belangrijk! Antwoorden worden ook per e-mail naar abonnees gestuurd. Laat uw emailadres achter op deze site, zodat u op de hoogte blijft. U krijgt dan ook andere vragen en antwoorden te zien.
Abonneren
Abonneer u voor het ontvangen van emails voor uw HP OfficeJet 3832 bij:
nieuwe vragen en antwoorden
nieuwe handleidingen
U ontvangt een email met instructies om u voor één of beide opties in te schrijven.
Ontvang uw handleiding per email
Vul uw emailadres in en ontvang de handleiding van HP OfficeJet 3832 in de taal/talen: Nederlands als bijlage per email.
De handleiding is 5,83 mb groot.
U ontvangt de handleiding per email binnen enkele minuten. Als u geen email heeft ontvangen, dan heeft u waarschijnlijk een verkeerd emailadres ingevuld of is uw mailbox te vol. Daarnaast kan het zijn dat uw internetprovider een maximum heeft aan de grootte per email. Omdat hier een handleiding wordt meegestuurd, kan het voorkomen dat de email groter is dan toegestaan bij uw provider.
Uw handleiding is per email verstuurd. Controleer uw email
Als u niet binnen een kwartier uw email met handleiding ontvangen heeft, kan het zijn dat u een verkeerd emailadres heeft ingevuld of dat uw emailprovider een maximum grootte per email heeft ingesteld die kleiner is dan de grootte van de handleiding.
Er is een email naar u verstuurd om uw inschrijving definitief te maken.
Controleer uw email en volg de aanwijzingen op om uw inschrijving definitief te maken
U heeft geen emailadres opgegeven
Als u de handleiding per email wilt ontvangen, vul dan een geldig emailadres in.
Uw vraag is op deze pagina toegevoegd
Wilt u een email ontvangen bij een antwoord en/of nieuwe vragen? Vul dan hier uw emailadres in.