510742
71
Verklein
Vergroot
Pagina terug
1/80
Pagina verder
Aan de slag
HP notebookcomputer
© Copyright 2012 Hewlett-Packard
Development Company, L.P.
Bluetooth is een handelsmerk van de
desbetreffende eigenaar en wordt door
Hewlett-Packard Company onder licentie
gebruikt. Microsoft en Windows zijn in de
Verenigde Staten gedeponeerde
handelsmerken van Microsoft Corporation.
Het SD-logo is een handelsmerk van de
desbetreffende eigenaar.
De informatie in deze documentatie kan
zonder kennisgeving worden gewijzigd. De
enige garanties voor HP producten en
diensten staan vermeld in de expliciete
garantievoorwaarden bij de betreffende
producten en diensten. Aan de informatie in
deze handleiding kunnen geen aanvullende
rechten worden ontleend. HP aanvaardt
geen aansprakelijkheid voor technische
fouten, drukfouten of weglatingen in deze
publicatie.
Eerste editie, januari 2013
Artikelnummer van document: 709343-331
Kennisgeving over het product
In deze handleiding worden de
voorzieningen beschreven die op de
meeste modellen beschikbaar zijn. Mogelijk
zijn niet alle voorzieningen op uw computer
beschikbaar.
Neem voor de recentste informatie in deze
handleiding contact op met de
klantenondersteuning. Voor ondersteuning
in de VS gaat u naar
http://www.hp.com/go/
contactHP. Voor wereldwijde ondersteuning
gaat u naar
http://welcome.hp.com/country/
us/en/wwcontact_us.html.
Softwarevoorwaarden
Door het installeren, kopiëren, downloaden
of anderszins gebruiken van een
softwareproduct dat vooraf op deze
computer is geïnstalleerd, bevestigt u dat u
gehouden bent aan de voorwaarden van de
HP EULA (End User License Agreement).
Als u niet akkoord gaat met deze
licentievoorwaarden, is uw enige
rechtsmogelijkheid om het volledige,
ongebruikte product (hardware en software)
binnen 14 dagen te retourneren en te
verzoeken om restitutie van het
aankoopbedrag op grond van het
restitutiebeleid dat op de plaats van
aankoop geldt.
Neem contact op met het lokale
verkooppunt (de verkoper) als u meer
informatie wilt of als u een verzoek om
volledige restitutie van het aankoopbedrag
van de computer wilt indienen.
Kennisgeving aangaande de veiligheid
WAARSCHUWING! U kunt het risico van letsel door verbranding of van oververhitting van de
computer beperken door de computer niet op schoot te nemen en de ventilatieopeningen van de
computer niet te blokkeren. Gebruik de computer alleen op een stevige, vlakke ondergrond. Zorg dat
de luchtcirculatie niet wordt geblokkeerd door een voorwerp van hard materiaal (zoals een optionele
printer naast de computer) of een voorwerp van zacht materiaal (zoals een kussen, een kleed of
kleding). Zorg er ook voor dat de netvoedingsadapter tijdens het gebruik niet in contact kan komen
met de huid of een voorwerp van zacht materiaal. De computer en de netvoedingsadapter voldoen
aan de temperatuurlimieten voor oppervlakken die voor de gebruiker toegankelijk zijn, zoals
gedefinieerd door de International Standard for Safety of Information Technology Equipment (IEC
60950).
iii
iv Kennisgeving aangaande de veiligheid
Inhoudsopgave
1 Welkom ............................................................................................................................................................ 1
Informatie zoeken ................................................................................................................................. 2
2 Vertrouwd raken met de computer ................................................................................................................ 4
Bovenkant ............................................................................................................................................ 4
Touchpad ............................................................................................................................. 4
Lampjes ............................................................................................................................... 5
Toetsen ................................................................................................................................ 6
Rechterkant .......................................................................................................................................... 7
Linkerkant ............................................................................................................................................. 8
Achterkant ............................................................................................................................................ 9
Beeldscherm ...................................................................................................................................... 11
Onderkant ........................................................................................................................................... 14
3 Netwerk .......................................................................................................................................................... 16
Gebruikmaken van een internetprovider ............................................................................................ 17
Verbinding maken met een draadloos netwerk .................................................................................. 17
Verbinding maken met een bestaand WLAN ..................................................................... 18
Nieuw WLAN instellen ....................................................................................................... 18
Draadloze router configureren .......................................................................... 19
Draadloos netwerk beveiligen ........................................................................... 19
HP mobiel breedband gebruiken (alleen bepaalde modellen) ........................................... 19
SIM-kaart plaatsen en verwijderen .................................................................... 20
GPS gebruiken (alleen bepaalde modellen) ...................................................................... 21
Bluetooth-apparaten voor draadloze communicatie gebruiken (alleen bepaalde
modellen) ........................................................................................................................... 21
Verbinding maken met een bekabeld netwerk ................................................................................... 22
Verbinding maken met een lokaal netwerk (LAN) ............................................................. 22
4 Multimedia ..................................................................................................................................................... 23
Besturingselementen voor het afspelen van media gebruiken ........................................................... 23
v
Audio .................................................................................................................................................. 23
Geluidsvolume aanpassen ................................................................................................ 24
Audiofuncties op de computer controleren ........................................................................ 24
Webcam (alleen bepaalde modellen) ................................................................................................. 25
Video .................................................................................................................................................. 25
DisplayPort ........................................................................................................................ 25
5 Externe kaarten en apparaten ...................................................................................................................... 27
Kaarten voor mediakaartlezers gebruiken (alleen bepaalde modellen) ............................................. 27
Digitale kaart plaatsen ....................................................................................................... 27
Digitale kaart verwijderen .................................................................................................. 28
USB-apparaat gebruiken .................................................................................................................... 28
USB-apparaat aansluiten ................................................................................................... 29
USB-apparaat verwijderen ................................................................................................. 29
Optionele externe apparaten gebruiken ............................................................................................. 30
Optionele externe schijfeenheden gebruiken .................................................................... 30
Dockingconnector gebruiken (alleen bepaalde modellen) ................................................. 31
6 Energiebeheer ............................................................................................................................................... 32
Computer uitschakelen ....................................................................................................................... 32
Opties voor energiebeheer instellen ................................................................................................... 33
Energiebesparende standen gebruiken ............................................................................. 33
Intel Rapid Start Technology (alleen bepaalde modellen) ................................ 33
Slaapstand activeren of beëindigen .................................................................. 33
Sluimerstand activeren of beëindigen ............................................................... 34
Energiemeter gebruiken .................................................................................................... 34
Energiebeheerschema's gebruiken ................................................................................... 35
Huidig energiebeheerschema weergeven ......................................................... 35
Ander energiebeheerschema selecteren .......................................................... 35
Energiebeheerschema's aanpassen ................................................................. 35
Wachtwoordbeveiliging instellen voor beëindigen slaapstand ........................................... 35
Accuvoeding gebruiken ...................................................................................................................... 36
Aanvullende informatie over de accu opzoeken ................................................................ 36
Accucontrole gebruiken ..................................................................................................... 36
Acculading weergeven ....................................................................................................... 36
Ontlaadtijd van de accu maximaliseren ............................................................................. 37
Omgaan met een lage acculading ..................................................................................... 37
Lage acculading herkennen .............................................................................. 37
Problemen met lage acculading verhelpen ....................................................... 38
Lage acculading verhelpen wanneer een externe voedingsbron
beschikbaar is ................................................................................... 38
vi
Lage acculading verhelpen wanneer geen voedingsbron
beschikbaar is ................................................................................... 38
Lage acculading verhelpen wanneer de computer de
sluimerstand niet kan beëindigen ..................................................... 38
Accuvoeding besparen ...................................................................................................... 38
Door de gebruiker vervangbare accu opbergen (alleen bepaalde modellen) .................... 38
Door de gebruiker vervangbare accu afvoeren (alleen bepaalde modellen) ..................... 39
Door de gebruiker vervangbare accu vervangen (alleen bepaalde modellen) .................. 39
Externe netvoeding gebruiken ............................................................................................................ 40
Netvoedingsadapter testen ................................................................................................ 41
7 Toetsenbord en aanwijsapparaten .............................................................................................................. 42
Toetsenbord gebruiken ...................................................................................................................... 42
Hotkeys herkennen ............................................................................................................ 42
Toetsenblokken gebruiken ................................................................................................. 44
Ingebed numeriek toetsenblok gebruiken ......................................................... 44
Ingebed numeriek toetsenblok in- en uitschakelen .......................... 45
Schakelen tussen functies van toetsen op het geïntegreerde
toetsenblok ....................................................................................... 45
Optioneel extern numeriek toetsenblok gebruiken ............................................ 45
Cursorbesturing gebruiken ................................................................................................................. 46
Voorkeuren voor aanwijsapparaten instellen ..................................................................... 46
Touchpad gebruiken .......................................................................................................... 46
Touchpad in- of uitschakelen ............................................................................ 47
Navigeren .......................................................................................................... 47
Selecteren ......................................................................................................... 48
Touchpadbewegingen gebruiken ...................................................................... 48
Schuiven ........................................................................................... 49
Knijpen/zoomen ................................................................................ 49
Draaien (alleen bepaalde modellen) ................................................. 50
8 Onderhoud ..................................................................................................................................................... 51
Accu plaatsen of verwijderen ............................................................................................................. 51
Onderpaneel verwijderen of terugplaatsen ........................................................................................ 52
Onderpaneel verwijderen ................................................................................................... 53
Onderpaneel terugplaatsen ............................................................................................... 54
Vaste schijf vervangen of upgraden ................................................................................................... 55
De vaste schijf verwijderen ................................................................................................ 55
Vaste schijf installeren ....................................................................................................... 55
Geheugenmodules toevoegen of vervangen ..................................................................... 56
Programma's en stuurprogramma's bijwerken ................................................................................... 58
vii
Computer schoonmaken .................................................................................................................... 59
Schoonmaakproducten ...................................................................................................... 59
Schoonmaakprocedures .................................................................................................... 59
Beeldscherm schoonmaken .............................................................................. 59
Zijkanten en bovenkant schoonmaken .............................................................. 59
Touchpad en toetsenbord schoonmaken .......................................................... 60
9 Back-up en herstel ........................................................................................................................................ 61
Herstelmedia maken met HP Recovery Disc Creator ........................................................................ 62
Herstelschijven maken ....................................................................................................... 62
Een back-up maken van uw gegevens .............................................................................................. 62
Systeemherstelactie uitvoeren ........................................................................................................... 63
Windows herstelprogramma’s gebruiken ........................................................................... 63
f11-herstelprogramma's gebruiken .................................................................................... 64
De dvd met het besturingssysteem Windows 7 gebruiken (afzonderlijk aan te
schaffen) ............................................................................................................................ 65
10 Ondersteuning ............................................................................................................................................ 66
Contact opnemen met de klantenondersteuning ................................................................................ 66
Labels ................................................................................................................................................. 67
11 Specificaties ................................................................................................................................................ 68
Ingangsvermogen ............................................................................................................................... 68
Omgevingsvereisten ........................................................................................................................... 69
Index ................................................................................................................................................................... 70
viii
1Welkom
Nadat u de computer gebruiksklaar heeft gemaakt en heeft geregistreerd, moet u de volgende
stappen uitvoeren:
Maak verbinding met internet: configureer een bekabeld of draadloos netwerk waarmee u
verbinding kunt maken met internet. Raadpleeg
Netwerk op pagina 16 voor meer informatie.
Update uw antivirussoftware: bescherm uw computer tegen schade door virussen. De
software is vooraf geïnstalleerd op de computer en bevat een beperkt abonnement voor gratis
updates. Raadpleeg de Naslaggids voor HP notebookcomputer voor meer informatie. Instructies
voor het opzoeken van deze handleiding vindt u in
Informatie zoeken op pagina 2.
Raak vertrouwd met de computer: maak kennis met de voorzieningen van uw computer. Zie
Vertrouwd raken met de computer op pagina 4 en Toetsenbord en aanwijsapparaten
op pagina 42 voor aanvullende informatie.
Zoek geïnstalleerde software: toegang tot een overzicht van de vooraf op de computer
geïnstalleerde software. Selecteer Start > Alle Programma's. Voor meer informatie over het
gebruik van software die bij de computer is geleverd, raadpleegt u de instructies van de
softwarefabrikant. Deze instructies kunnen zijn verstrekt bij de software, of staan op de website
van de fabrikant.
1
Informatie zoeken
De computer bevat verschillende hulpmiddelen voor het uitvoeren van uiteenlopende taken.
Hulpmiddelen Informatie
Poster Setup Instructions (Installatie-instructies)
De computer gebruiksklaar maken
Onderdelen van de computer herkennen
Naslaggids voor HP notebookcomputer
U krijgt als volgt toegang tot deze handleiding op de
computer:
Selecteer Start > Help en Ondersteuning >
Gebruikershandleidingen.
Voorzieningen voor energiebeheer
De accuwerktijd maximaliseren
De multimediavoorzieningen van de computer gebruiken
De computer beveiligen
Onderhoud van de computer
Updates van de software uitvoeren
Het installeren van bepaalde componenten
Het maken van een bekabeld en/of draadloos netwerk
Help en ondersteuning
Als u Help en ondersteuning wilt openen, selecteert u
Start > Help en ondersteuning.
OPMERKING: voor ondersteuning in de VS gaat u
naar
http://www.hp.com/go/contactHP. Voor
wereldwijde ondersteuning gaat u naar
http://welcome.hp.com/country/us/en/
wwcontact_us.html.
Informatie over het besturingssysteem
Updates van software, stuurprogramma's en BIOS
Hulpmiddelen voor probleemoplossing
Krijgen van ondersteuning
Informatie over voorschriften, veiligheid en milieu
U krijgt als volgt toegang tot deze handleiding:
Selecteer Start > Help en Ondersteuning >
Gebruikershandleidingen.
Informatie over veiligheid en kennisgevingen
Informatie over het afvoeren van accu's
Handleiding voor veiligheid en comfort
U krijgt als volgt toegang tot deze handleiding:
Selecteer Start > Help en Ondersteuning >
Gebruikershandleidingen.
– of –
Ga naar
http://www.hp.com/ergo.
Aanwijzingen voor een optimale werkplek, een goede houding
en gezonde werkgewoonten
Informatie over elektrische en mechanische veiligheid
Boekje Worldwide Telephone Numbers
(Telefoonnummers voor wereldwijde ondersteuning)
Dit boekje wordt bij de computer geleverd.
Telefoonnummers voor ondersteuning van HP
Website van HP
Voor ondersteuning in de VS gaat u naar
http://www.hp.com/go/contactHP. Voor wereldwijde
ondersteuning gaat u naar
http://welcome.hp.com/
country/us/en/wwcontact_us.html.
Informatie over ondersteuning
Onderdelen bestellen en aanvullende ondersteuning vinden
Accessoires die voor het apparaat beschikbaar zijn
2 Hoofdstuk 1 Welkom
Hulpmiddelen Informatie
Beperkte garantie*
U kunt als volgt de garantie weergeven:
Selecteer Start > Help en ondersteuning >
Gebruikershandleidingen > Garantie-informatie
weergeven.
– of –
Ga naar
http://www.hp.com/go/orderdocuments.
Garantiegegevens
*De specifiek toegekende HP beperkte garantie die van toepassing is op uw product, kunt u vinden in de
gebruikershandleidingen op de computer en/of op de cd/dvd die is meegeleverd in de doos. In sommige landen of regio's
wordt door HP een gedrukte versie van de HP beperkte garantie meegeleverd in de doos. Voor sommige landen of regio's
waar de garantie niet in drukvorm wordt verstrekt, kunt u een gedrukt exemplaar aanvragen. Ga naar
http://www.hp.com/go/
orderdocuments of schrijf naar:
Noord-Amerika: Hewlett-Packard, MS POD, 11311 Chinden Blvd., Boise, ID 83714, Verenigde Staten
Europa, Midden-Oosten, Afrika: Hewlett-Packard, POD, Via G. Di Vittorio, 9, 20063, Cernusco s/Naviglio (MI), Italië
Azië en Stille Oceaan: Hewlett-Packard, POD, P.O. Box 200, Alexandra Post Office, Singapore 9115077
Wanneer u een gedrukt exemplaar van uw garantie aanvraagt, geef dan het productnummer, de garantieperiode (te vinden
op het servicelabel) en uw naam en postadres op.
BELANGRIJK: Stuur uw HP product NIET terug naar de bovenstaande adressen. Voor ondersteuning in de VS gaat u
naar
http://www.hp.com/go/contactHP. Voor wereldwijde ondersteuning gaat u naar http://welcome.hp.com/country/us/en/
wwcontact_us.html.
Informatie zoeken 3
2 Vertrouwd raken met de computer
Bovenkant
Touchpad
OPMERKING: uw computer kan er iets anders uitzien dan de in dit gedeelte afgebeelde computer.
Onderdeel Beschrijving
(1) Aan/uit-knop van het touchpad Hiermee schakelt u het touchpad in en uit.
(2) Touchpadzone Hiermee kunt u de aanwijzer (ook wel "cursor" genoemd)
verplaatsen en onderdelen op het scherm selecteren of
activeren.
(3) Linkerknop van het touchpad Deze knop heeft dezelfde functie als de linkerknop op een
externe muis.
(4) Rechterknop van het touchpad Deze knop heeft dezelfde functie als de rechterknop op
een externe muis.
4 Hoofdstuk 2 Vertrouwd raken met de computer
Lampjes
OPMERKING: uw computer kan er iets anders uitzien dan de hier afgebeelde computer.
Onderdeel Beschrijving
(1) Caps Lock-lampje Aan: Caps Lock is ingeschakeld.
(2)
Lampje voor Geluid uit Oranje: het geluid van de computer is uitgeschakeld.
Uit: het geluid van de computer is ingeschakeld.
(3)
Lampje Microfoon uit Oranje: Microfoon is gedempt.
Uit: Microfoon is ingeschakeld.
(4)
Lampje voor draadloze communicatie Oranje: Een geïntegreerd apparaat voor draadloze
communicatie, zoals een WLAN-apparaat en/of een
Bluetooth®-apparaat, is ingeschakeld.
Uit: Alle apparatuur voor draadloze communicatie is
uitgeschakeld.
(5) Num Lock-lampje Aan: Num Lock is ingeschakeld.
(6) Touchpadlampje
Oranje: het touchpad is uitgeschakeld.
Uit: het touchpad is ingeschakeld.
Bovenkant 5
Toetsen
OPMERKING: uw computer kan er iets anders uitzien dan de in dit gedeelte afgebeelde computer.
Onderdeel Beschrijving
(1) esc-toets Druk op deze toets in combinatie met de fn-toets om
systeeminformatie weer te geven.
(2) fn-toets Druk op deze toets in combinatie met een functietoets,
de num lock-toets, de esc-toets of de b-toets om
veelgebruikte systeemfuncties uit te voeren.
(3)
Windows-toets Hiermee keert u vanuit een openstaande app of het
Windows-bureaublad terug naar het startscherm.
OPMERKING: Als u nogmaals op de Windows-toets
drukt, keert u terug naar het vorige scherm.
(4) Functietoetsen Druk op een van deze toetsen in combinatie met de fn-
toets om veelgebruikte systeemfuncties uit te voeren.
(5) Ingebed numeriek toetsenblok Wanneer het toetsenblok is ingeschakeld, kan het
worden gebruikt als een extern numeriek toetsenblok.
Met elke toets van dit toetsenblok wordt de functie
uitgevoerd die wordt aangegeven door het pictogram in
de rechterbovenhoek van de toets.
(6)
Windows-applicatietoets Hiermee geeft u opties voor een geselecteerd object
weer.
6 Hoofdstuk 2 Vertrouwd raken met de computer
Rechterkant
Onderdeel Beschrijving
(1) Aan/uit-knop Hiermee schakelt u in of uit.
(2)
Aan/uit-lampje
Aan: de computer is ingeschakeld.
Knipperend: de computer staat in de slaapstand.
Uit: de computer is uitgeschakeld.
(3) Draaivergrendelingknop Vergrendelt de schermstand van het scherm in de modus
Liggend of Staand.
OPMERKING: Wanneer u tussen notebook- en
tabletconfiguratie schakelt, wordt het computerscherm
automatisch verticaal of horizontaal weergegeven.
Verschuif de knop voor de schermstand om de huidige
schermstand te vergrendelen.
(4) Volumeknop Verlaagt het volume.
(5) Volumeknop Verhoogt het volume.
(6) Luidspreker Hiermee wordt het geluid van de computer weergegeven.
(7)
Digitale-mediakaartlezer Ondersteunt een SDHC-microgeheugenkaart (SD High
Capacity) of een optionele draadloze micro-SIM
(Subscriber Identity Module)
(8)
Audio-uitgang (hoofdtelefoon)/audio-
ingang (microfoon)
Hierop sluit u een audioapparaat aan, zoals optionele
stereoluidsprekers met eigen voeding, een hoofdtelefoon,
een oortelefoon, een headset of een televisietoestel, om
het computergeluid via dat apparaat weer te geven. Ook
kunt u hierop de microfoon van een optionele headset
aansluiten.
WAARSCHUWING! Zet het volume laag voordat u de
hoofdtelefoon, oortelefoon of headset opzet. Zo beperkt u
het risico van gehoorbeschadiging. Raadpleeg Informatie
over voorschriften, veiligheid en milieu voor aanvullende
informatie over veiligheid. Selecteer voor toegang tot de
gebruikershandleidingen de app HP Support Assistant,
Deze computer en vervolgens
Gebruikershandleidingen.
OPMERKING: wanneer u een apparaat aansluit op
deze uitgang, worden de computerluidsprekers
uitgeschakeld.
OPMERKING: zorg dat de apparaatkabel een
connector met vier pinnen heeft die zowel audio-uit
(hoofdtelefoon) als audio-in (microfoon) ondersteunt.
(9) Dockingpoort Hierop sluit u een optioneel dockingapparaat aan.
Rechterkant 7
Linkerkant
OPMERKING: uw computer kan er iets anders uitzien dan de in dit gedeelte afgebeelde computer.
Onderdeel Beschrijving
(1) Ventilatieopening Deze opening zorgt voor luchtkoeling van de interne
onderdelen.
OPMERKING: de ventilator van de computer start
automatisch om interne onderdelen te koelen en
oververhitting te voorkomen. Het is normaal dat de interne
ventilator automatisch aan- en uitgaat terwijl u met de
computer werkt.
(2) Luidspreker Hiermee wordt het geluid van de computer weergegeven.
8 Hoofdstuk 2 Vertrouwd raken met de computer
Achterkant
OPMERKING: uw computer kan er iets anders uitzien dan de in dit gedeelte afgebeelde computer.
Onderdeel Beschrijving
(1)
RJ-45-netwerkconnector Hierop sluit u een netwerkkabel aan.
(2)
USB-3.0-poorten (1) Hierop sluit u optionele USB 3.0-apparaten aan.
Deze poorten zorgen voor hogere USB-
prestaties.
OPMERKING: zie
USB-apparaat gebruiken
op pagina 28 voor informatie over de
verschillende types USB-poorten.
(3)
Bevestigingspunt voor een beveiligingskabel Hiermee bevestigt u een als optie verkrijgbare
beveiligingskabel aan de computer.
OPMERKING: van de beveiligingskabel moet in
de eerste plaats een ontmoedigingseffect
uitgaan. Deze voorziening kan echter niet
voorkomen dat de computer verkeerd wordt
gebruikt of wordt gestolen.
(4)
DisplayPort Via deze poort sluit u een optioneel digitaal
weergaveapparaat, zoals een hoogwaardige
monitor of projector, aan op het apparaat.
(5)
USB 3.0-oplaadpoort Hierop sluit u een optioneel USB-apparaat aan.
Via de USB 3.0-oplaadpoort kunnen ook
bepaalde types mobiele telefoons en MP3-
spelers worden opgeladen, zelfs wanneer de
computer uit staat.
OPMERKING: Via een USB-oplaadpoort (ook
wel "USB-poort met eigen voeding" genoemd)
kunnen aangesloten USB-apparaten worden
opgeladen. Via standaard USB-poorten worden
niet alle USB-apparaten opgeladen of ze worden
opgeladen met een lage bedrijfsstroom. Sommige
USB-apparaten moeten worden gevoed en
vereisen het gebruik van een poort met eigen
voeding.
OPMERKING: zie
USB-apparaat gebruiken
op pagina 28 voor informatie over de
verschillende types USB-poorten.
Achterkant 9
(6) Netvoedingsconnector Hierop kunt u een netvoedingsadapter aansluiten.
(7)
Lampje van de netvoedingsadapter
Wit: de netvoedingsadapter is aangesloten
en de accu is opgeladen.
Oranje: de netvoedingsadapter is
aangesloten en de accu wordt opgeladen.
Uit: de computer werkt op
gelijkstroomvoeding.
10 Hoofdstuk 2 Vertrouwd raken met de computer
Beeldscherm
Uw computer kan dienst doen als een standaardnotebook, maar kan ook gedraaid worden in een
tabletconfiguratie, zodat u gebruik te maken van de mogelijkheden van een aanraakscherm met een
groot aantal apps.
VOORZICHTIG: Forceer het draaien niet om schade aan de scharnieren van de monitor te
voorkomen.
Beeldscherm 11
VOORZICHTIG: Om schade aan de scharnieren van het beeldscherm te voorkomen, roteert u het
beeldscherm in de notebookconfiguratie niet tegen de wijzers van de klok in.
Uw notebook wijzigen in een tablet
1. Draai het beeldscherm 180 graden met de wijzers van de klok mee tot het scherm naar achteren
is gericht.
2. Klap het beeldscherm naar beneden op het toetsenbord.
Voer deze stappen in omgekeerde volgorde uit om de tablet weer te wijzigen in een notebook.
12 Hoofdstuk 2 Vertrouwd raken met de computer
Onderdeel Beschrijving
(1) Omgevingslichtsensor Maakt het beeldscherm helderder of minder helder als reactie
op het omgevingslicht.
(2) WLAN-antennes (2)* Met deze antennes voor draadloze communicatie worden
draadloze signalen verzonden en ontvangen binnen een
draadloos lokaal netwerk (WLAN).
(3) WWAN-antennes (2)* Via deze antennes worden draadloze signalen verzonden en
ontvangen om te communiceren met draadloze WWAN's
(wireless wide area networks).
(4) Interne microfoons (2) Hiermee neemt u geluid op.
(5) Webcamlampje Aan: de webcam is in gebruik.
(6) Webcam Hiermee kunt u videobeelden vastleggen en foto's maken.
Open Help en ondersteuning voor informatie over het gebruik
van de webcam. Typ h in het startscherm en selecteer Help en
ondersteuning.
(7) Windows Home-knop Hiermee keert u terug naar het startscherm.
*De antennes zijn niet zichtbaar aan de buitenkant van de computer. Voor een optimale signaaloverdracht houdt u de directe
omgeving van de antennes vrij. Voor informatie over de voorschriften voor draadloze communicatie raadpleegt u de sectie
over uw land of regio in Informatie over voorschriften, veiligheid en milieu. Selecteer voor toegang tot de
gebruikershandleidingen de app HP Support Assistant, Deze computer en vervolgens Gebruikershandleidingen.
Beeldscherm 13
Onderkant
OPMERKING: uw computer kan er iets anders uitzien dan de in dit gedeelte afgebeelde computer.
Onderdeel Beschrijving
(1) Onderpaneel Bevat de vaste schijf, het slot voor de LAN-module,
het slot voor de WWAN-module (alleen bepaalde
modellen) en het slot voor de geheugenmodule.
VOORZICHTIG: Vervang de module voor draadloze
communicatie alleen door een module die is
goedgekeurd voor gebruik in de computer door de
overheidsinstantie die verantwoordelijk is voor de
regelgeving met betrekking tot apparatuur voor
draadloze communicatie in uw land. Zo voorkomt u
dat het systeem niet meer reageert en er een
waarschuwing verschijnt. Als er na het vervangen van
de module een waarschuwing verschijnt, verwijdert u
de module om de functionaliteit van de computer te
herstellen. Neem vervolgens via Help en
ondersteuning contact op met de ondersteuning.
(2) Ventilatieopeningen (2) Deze openingen zorgen voor luchtkoeling van de
interne onderdelen.
OPMERKING: De ventilator van de computer start
automatisch om interne onderdelen te koelen en
oververhitting te voorkomen. Het is normaal dat de
interne ventilator automatisch aan- en uitgaat wanneer
u de computer gebruikt.
(3)
NFC-antenne (Near Field
Communication)
Met HP TouchZone kunt u draadloos verbinding
maken, communiceren en overdrachten uitvoeren van
gegevens/informatie naar en vanaf uw NFC-
compatibele (Near Field Communication) apparaten.
14 Hoofdstuk 2 Vertrouwd raken met de computer
Onderdeel Beschrijving
(4) Accuruimte Hierin bevindt zich de accu.
(5)
Ontgrendeling voor het afdekplaatje van
de accuruimte
Hiermee ontgrendelt u de accu uit de accuruimte.
Onderkant 15
3Netwerk
OPMERKING: de voorzieningen van internethardware en -software variëren, afhankelijk van het
computermodel en uw locatie.
Uw computer kan een van de volgende of beide onderstaande typen internettoegang ondersteunen:
Draadloos: voor mobiele toegang tot internet gebruikt u een draadloze verbinding. Zie
Verbinding maken met een bestaand WLAN op pagina 18 of Nieuw WLAN instellen
op pagina 18 voor meer informatie.
Bekabeld: u krijgt toegang tot internet door verbinding te maken met een bekabeld netwerk. Zie
de Naslaggids voor HP notebookcomputer voor informatie over verbinding maken met een
bekabeld netwerk.
16 Hoofdstuk 3 Netwerk
Raadpleeg voor meer informatie over het plaatsen en verwijderen van de SIM-kaart het gedeelte
SIM-kaart plaatsen en verwijderen op pagina 20 in dit hoofdstuk.
Informatie over HP mobiel breedband en over de manier waarop u de diensten van een aanbieder
van mobiele netwerkdiensten activeert, vindt u in het pakket met informatie over HP mobiel
breedband dat bij de computer is geleverd. Ga voor meer informatie naar de website van HP op
http://www.hp.com/go/mobilebroadband (alleen bepaalde regio's/landen).
SIM-kaart plaatsen en verwijderen
VOORZICHTIG: oefen zo min mogelijk kracht uit bij het plaatsen van een SIM-kaart, om
beschadiging van de connectoren te voorkomen.
Ga als volgt te werk om een SIM-kaart te plaatsen:
1. Zet de computer uit.
2. Sluit het beeldscherm.
3. Ontkoppel alle externe apparaten die op de computer zijn aangesloten.
4. Haal de stekker van het netsnoer uit het stopcontact.
5. Leg de computer ondersteboven op een vlakke ondergrond, met de accuruimte naar u toe.
6. Verwijder de accu.
7. Plaats de SIM-kaart in het SIM-slot en druk de SIM-kaart voorzichtig in het slot tot deze goed
vastzit.
OPMERKING: Deze computer maakt gebruikt van microSIM-kaarten die kleiner zijn dan
standaard SIM-kaarten. Een standaard SIM-kaart past niet op deze sleuf.
OPMERKING: bekijk de afbeelding in de accuruimte om te bepalen hoe de SIM-kaart in de
computer moet worden geplaatst.
8. Breng de accu opnieuw aan.
OPMERKING: HP mobiel breedband wordt uitgeschakeld als de accu niet wordt
teruggeplaatst.
20 Hoofdstuk 3 Netwerk
9. Sluit de externe voeding weer aan.
10. Sluit de externe apparaten weer aan.
11. Zet de computer aan.
Als u een SIM-kaart wilt verwijderen, drukt u de SIM-kaart iets naar binnen en verwijdert u deze
vervolgens uit het slot.
GPS gebruiken (alleen bepaalde modellen)
De computer kan zijn voorzien van een GPS-apparaat (Global Positioning System). GPS-satellieten
geven locatie-, snelheids- en richtinggegevens door aan systemen die met GPS zijn uitgerust.
Zie de helpfunctie van de HP GPS and Location software voor meer informatie.
Bluetooth-apparaten voor draadloze communicatie gebruiken (alleen
bepaalde modellen)
Een Bluetooth-apparaat biedt draadloze communicatie binnen een klein bereik, ter vervanging van
fysieke kabelverbindingen waarmee elektronische apparaten, zoals de volgende, vroeger werden
aangesloten:
Computers (desktopcomputer, notebookcomputer, PDA)
Telefoons (mobiele telefoon, draadloze telefoon, smart phone)
Weergaveapparaten (printer, camera)
Audioapparaten (headset, luidsprekers)
Muis
Bluetooth-apparaten maken peer-to-peer-communicatie mogelijk, waardoor u een PAN (Personal
Area Network - persoonlijk netwerk) van Bluetooth-apparaten kunt instellen. Raadpleeg de
helpfunctie van de Bluetooth-software voor informatie over de configuratie en het gebruik van
Bluetooth-apparaten.
Verbinding maken met een draadloos netwerk 21
4 Multimedia
De computer beschikt mogelijk over de volgende multimediacomponenten:
Geïntegreerde luidspreker(s)
Geïntegreerde microfoon(s)
Geïntegreerde webcam
Vooraf geïnstalleerde multimediasoftware
Multimediaknoppen of -toetsen
Besturingselementen voor het afspelen van media
gebruiken
Afhankelijk van uw computermodel beschikt u mogelijk over de volgende bedieningselementen voor
het afspelen van media waarmee u een mediabestand kunt afspelen, pauzeren, vooruit spoelen of
terugspoelen:
Mediaknoppen
Mediasneltoetsen (specifieke toetsen die in combinatie met de fn-toets worden ingedrukt)
Mediatoetsen
Zie de handleiding Aan de slag voor informatie over de bedieningselementen voor afspelen van de
computer.
Audio
Uw computer beschikt over diverse functies met betrekking tot audio:
muziek afspelen;
geluid opnemen;
muziek downloaden van internet;
multimediapresentaties maken;
beeld en geluid overbrengen met expresberichtenprogramma's;
Besturingselementen voor het afspelen van media gebruiken 23
Als u de audio-instellingen van de computer wilt bevestigen of wijzigen, selecteert u Start >
Configuratiescherm > Audio.
Webcam (alleen bepaalde modellen)
Sommige computers beschikken over een geïntegreerde webcam. In combinatie met de vooraf
geïnstalleerde software kunt u de webcam gebruiken om een foto te maken of een video op te
nemen. U kunt eerst een voorbeeld van de foto of de video-opname bekijken en ze dan opslaan.
Met de webcamsoftware kunt u experimenteren met de volgende voorzieningen:
videobeelden vastleggen en delen;
video streamen met software voor expresberichten;
foto's maken.
Beheerders kunnen het beveiligingsniveau voor gezichtsherkenning instellen in de wizard Security
Manager Setup of de HP Client Security Administrative Console. Zie voor meer informatie de
handleiding HP Client Security Getting Started (HP Client Security Aan de slag) of de helpfunctie van
de Face Recognition-software.
Zie de handleiding Aan de slag voor informatie over hoe u toegang krijgt tot de webcam. Selecteer
Start > Help en support voor informatie over het gebruik van de webcam.
Video
De computer beschikt over de volgende externe videopoorten:
DisplayPort
OPMERKING: zie de handleiding Aan de slag voor informatie over de videopoorten van de
computer.
DisplayPort
Via de DisplayPort sluit u de computer aan op een optioneel video- of audioapparaat, zoals een high-
definition televisietoestel of op andere compatibele digitale apparatuur of audioapparatuur. De
DisplayPort levert betere prestaties dan de VGA-externemonitorpoort en zorgt voor betere digitale
aansluitmogelijkheden.
OPMERKING: als u video- en/of audiosignalen wilt verzenden via de DisplayPort, heeft u een
(afzonderlijk aan te schaffen) DisplayPort-kabel nodig.
Op de DisplayPort van de computer kan één DisplayPort-apparaat worden aangesloten. De op het
computerscherm weergegeven informatie kan gelijktijdig worden weergegeven op het DisplayPort-
apparaat.
Webcam (alleen bepaalde modellen) 25
U sluit een video- of audioapparaat als volgt aan op de DisplayPort:
1. Sluit het ene uiteinde van de DisplayPort-kabel aan op de DisplayPort van de computer.
2. Sluit het andere uiteinde van de kabel aan op het videoapparaat en raadpleeg daarna de
instructies van de fabrikant voor aanvullende informatie.
OPMERKING: als u de apparaatkabel wilt verwijderen, drukt u de connectorvergrendeling omlaag
om de kabel los te maken van de computer.
OPMERKING: zie de handleiding Aan de slag voor productspecifieke instructies voor het schakelen
van de schermweergave.
26 Hoofdstuk 4 Multimedia
Digitale kaart verwijderen
VOORZICHTIG: Gebruik de volgende procedure voor het veilig verwijderen van de digitale kaart,
om te voorkomen dat gegevens verloren gaan of het systeem vastloopt.
1. Sla uw gegevens op en sluit alle toepassingen af die gebruikmaken van de digitale kaart.
2. Klik op het pictogram voor het verwijderen van hardware in het systeemvak aan de rechterkant
van de taakbalk op het Windows-bureaublad. Volg daarna de instructies op het scherm.
3. Druk de kaart iets naar binnen (1) en verwijder deze vervolgens uit het slot (2).
OPMERKING: als de kaart niet zelf naar buiten komt, trekt u deze uit het slot.
USB-apparaat gebruiken
USB (Universal Serial Bus) is een hardwarematige interface die kan worden gebruikt om een
optioneel extern apparaat aan te sluiten, zoals een USB-toetsenbord, -muis, -drive, -printer, -scanner
of -hub.
Voor bepaalde USB-apparatuur is extra ondersteunende software nodig. Deze wordt meestal met het
apparaat meegeleverd. Zie de instructies van de fabrikant voor meer informatie over
apparaatspecifieke software. Deze instructies kunnen worden verstrekt bij de software of op schijven,
of kunnen op de website van de fabrikant staan.
De computer heeft tenminste één USB-poort die ondersteuning biedt voor apparaten met USB 1.0,
1.1, 2.0 of 3.0. Uw computer heeft mogelijk ook een USB-laadpoort die een extern apparaat kan
voeden. Een optioneel dockingapparaat of USB-hub biedt extra USB-poorten die met de computer
kunnen worden gebruikt.
28 Hoofdstuk 5 Externe kaarten en apparaten
Sla aangepaste instellingen in een venster, werkbalk of menubalk op door een schermopname
van uw instellingen te maken. Een schermafbeelding kan veel tijd besparen als u opnieuw uw
voorkeuren moet instellen.
Als u een back-up op schijven maakt, kunt u een van de volgende schijftypen gebruiken (apart
aan te schaffen): cd-r, cd-rw, dvd+r, dvd+r dl, dvd-r, dvd-r dl of dvd±rw. Welke schijven u
gebruikt, hangt af van het type optischeschijfeenheid dat u gebruikt.
OPMERKING: Op dvd's of dubbellaags dvd's (DL) kunnen meer gegevens worden opgeslagen
dan op cd's, zodat u minder schijven nodig heeft voor het maken van back-ups.
Als u een back-up op schijven maakt, nummert u de schijven voordat u ze in de externe
optischeschijfeenheid plaatst.
U maakt als volgt een back-up met behulp van Back-up maken en terugzetten:
OPMERKING: Zorg dat de computer is aangesloten op een netvoedingsbron voordat u het back-
upproces start.
OPMERKING: Het back-upproces kan meer dan een uur in beslag nemen, afhankelijk van de
bestandsgrootte en de snelheid van de computer.
1. Selecteer Start > Alle programma's > Onderhoud > Back-up maken en terugzetten.
2. Volg de instructies op het scherm om de back-up in te stellen, een systeemimage te maken
(alleen bepaalde modellen) of een systeemherstelschijf te maken (alleen bepaalde modellen).
Systeemherstelactie uitvoeren
In geval van een systeemstoring of instabiliteit, beschikt de computer over de volgende
hulpprogramma's om uw bestanden te herstellen:
Hulpprogramma’s voor herstel: U kunt ‘Back-up maken en terugzetten’ van Windows gebruiken
om gegevens te herstellen waarvan u eerder een back-up heeft gemaakt. U kunt ook
gebruikmaken van Windows Opstartherstel om problemen te verhelpen die voorkomen dat
Windows correct opstart.
f11 herstelprogramma's: Met de f11-herstelprogramma's kunt u de oorspronkelijke kopie van de
vaste schijf herstellen. De kopie bevat het Windows-besturingssysteem en alle
softwareprogramma's die in de fabriek zijn geïnstalleerd.
OPMERKING: Als u de computer niet kunt opstarten en de eerder gemaakte
systeemherstelschijven (alleen bepaalde modellen) niet kunt gebruiken, moet u een dvd met het
besturingssysteem Windows 7 aanschaffen om de computer opnieuw op te starten en het
besturingssysteem te herstellen. Raadpleeg
De dvd met het besturingssysteem Windows 7 gebruiken
(afzonderlijk aan te schaffen) op pagina 65 voor aanvullende informatie.
Windows herstelprogramma’s gebruiken
Ga als volgt te werk als u informatie wilt herstellen waarvan u eerder een back-up hebt gemaakt:
1. Selecteer Start > Alle programma's > Onderhoud > Back-up maken en terugzetten.
2. Volg de instructies op het scherm om de systeeminstellingen, de computer (alleen bepaalde
modellen) of uw bestanden te herstellen.
Ga als volgt te werk als u uw informatie wilt herstellen met Windows Opstartherstel:
Systeemherstelactie uitvoeren 63
71

Hulp nodig? Stel uw vraag in het forum

Spelregels

Misbruik melden

Gebruikershandleiding.com neemt misbruik van zijn services uitermate serieus. U kunt hieronder aangeven waarom deze vraag ongepast is. Wij controleren de vraag en zonodig wordt deze verwijderd.

Product:

Bijvoorbeeld antisemitische inhoud, racistische inhoud, of materiaal dat gewelddadige fysieke handelingen tot gevolg kan hebben.

Bijvoorbeeld een creditcardnummer, een persoonlijk identificatienummer, of een geheim adres. E-mailadressen en volledige namen worden niet als privégegevens beschouwd.

Spelregels forum

Om tot zinvolle vragen te komen hanteren wij de volgende spelregels:

Belangrijk! Als er een antwoord wordt gegeven op uw vraag, dan is het voor de gever van het antwoord nuttig om te weten als u er wel (of niet) mee geholpen bent! Wij vragen u dus ook te reageren op een antwoord.

Belangrijk! Antwoorden worden ook per e-mail naar abonnees gestuurd. Laat uw emailadres achter op deze site, zodat u op de hoogte blijft. U krijgt dan ook andere vragen en antwoorden te zien.

Abonneren

Abonneer u voor het ontvangen van emails voor uw HP EliteBook Revolve 810 tablet bij:


U ontvangt een email met instructies om u voor één of beide opties in te schrijven.


Ontvang uw handleiding per email

Vul uw emailadres in en ontvang de handleiding van HP EliteBook Revolve 810 tablet in de taal/talen: Nederlands als bijlage per email.

De handleiding is 3,86 mb groot.

 

U ontvangt de handleiding per email binnen enkele minuten. Als u geen email heeft ontvangen, dan heeft u waarschijnlijk een verkeerd emailadres ingevuld of is uw mailbox te vol. Daarnaast kan het zijn dat uw internetprovider een maximum heeft aan de grootte per email. Omdat hier een handleiding wordt meegestuurd, kan het voorkomen dat de email groter is dan toegestaan bij uw provider.

Stel vragen via chat aan uw handleiding

Stel uw vraag over deze PDF

Andere handleiding(en) van HP EliteBook Revolve 810 tablet

HP EliteBook Revolve 810 tablet Gebruiksaanwijzing - Nederlands - 107 pagina's


Uw handleiding is per email verstuurd. Controleer uw email

Als u niet binnen een kwartier uw email met handleiding ontvangen heeft, kan het zijn dat u een verkeerd emailadres heeft ingevuld of dat uw emailprovider een maximum grootte per email heeft ingesteld die kleiner is dan de grootte van de handleiding.

Er is een email naar u verstuurd om uw inschrijving definitief te maken.

Controleer uw email en volg de aanwijzingen op om uw inschrijving definitief te maken

U heeft geen emailadres opgegeven

Als u de handleiding per email wilt ontvangen, vul dan een geldig emailadres in.

Uw vraag is op deze pagina toegevoegd

Wilt u een email ontvangen bij een antwoord en/of nieuwe vragen? Vul dan hier uw emailadres in.



Info