NL
Pagina | 65
Directe waterafvoer
aansluiten (zie afb. 6)
1. De schroefsluiting en waterplug
aan de achterkant (midden) uit
het aftapgat verwijderen.
2. Waterafvoerslang op de
aansluiting plaatsen.
Voer het vrije uiteinde van de
waterafvoerslang in een geschikte
afvoer of een geschikt reservoir
waarin het condenswater moet
wegstromen.
Vloerbakafvoer aansluiten
(zie afb. 7)
1. De schroefsluiting en waterplug
aan de achterkant (onder) uit het
aftapgat verwijderen.
2. Waterafvoerslang op de
aansluiting plaatsen.
Voer het vrije uiteinde van de
waterafvoerslang in een geschikte
afvoer of een geschikt reservoir
waarin het condenswater moet
wegstromen.
OPMERKING
Als de binnenliggende watertank vol
is, schakelt het apparaat
automatisch over naar noodstop.
"E2" licht op het display op.
32 Apparaat reinigen
De mobiele airconditioning
afhankelijk van de belasting en de
mate van vervuiling reinigen, maar
minstens om de 4 weken.
Laat de mobiele airconditioning vóór
elke reiniging volledig afkoelen!
• Reinig de ventilatieopeningen en
het filter regelmatig (ongeveer
elke 2 weken) om te voorkomen,
dat de prestaties van de mobiele
airconditioning afnemen.
• Veeg de mobiele airconditioning
van buitenaf af met een droge of
licht vochtige, goed
uitgewrongen doek.
• Wrijf de mobiele airconditioning
vervolgens helemaal droog.
• Gebruik een geschikte zachte
borstel om stof en vuil uit de
ventilatieopeningen te
verwijderen.
Filter reinigen
1. Luchtinlaatrooster (12) openen
en eruit trekken
2. Gebruik een borstel of een
stofzuiger om de filterhouder te
reinigen.
3. Filter met een neutrale reiniger
en lauw water reinigen.
4. Filter laten drogen.
5. Filter op het luchtinlaatrooster
plaatsen en terug in het apparaat
zetten.