8
NEDERLANDS
RADIO (TUNER)-MODE
_____________________________________________
Programmabron radio kiezen
1 Met »SOURCE« de programmabron
RADIO-FM of RADIO-AM kiezen.
Aanwijzingen:
Na het eerste aansluiten wordt automatisch
de RDS-zoekloop (IS) gestart.
Bij het kiezen van een nieuwe golflengte
wordt altijd de laatst ingestelde zender geno-
men (Last Station Memory).
Overige TP-functies
1 Wenst u de actuele verkeersmelding te onder-
breken, dan drukt u kort op »TP«.
– Ontvangst verkeersmeldingen blijft geac-
tiveerd.
2 Het nogmaals indrukken van »TP« schakelt
de ontvangst voor de verkeersmeldingen uit.
Het TP-symbool op het display verdwijnt.
3 Het is mogelijk om het volume waarmee de
verkeersmeldingen doorkomen in te stellen.
Voor het instellen het EXPERT-menu kiezen
(zie pagina 14).
4 Wilt u dat uitsluitend verkeersmeldingen door-
gegeven worden, dan activeert u de TP-functie
met »TP« waarna u de draaiknop op nul
zet.
Radiotekst bekijken
1 »DISPLAY« indrukken.
2 Met de bovenste softkey schakelt u op datum,
tijd en radiotekst van een regel.
3 Met de onderste softkey schakelt u op radio-
tekst met twee regels.
RDS-wisselfunctie
1 Voor het in- en uitschakelen van de functie
”Alternatieve frequenties” de toets
I
I
I
lang
indrukken. De functie is in de uitgangspositie
ingeschakeld en wordt evt. samen met de
zender op de geheugentoets opgeslagen.
TP (Traffic Program) in- en uitscha-
kelen
1 Voor het in- en uitschakelen van de functie
»TP« indrukken.
– Display: »TP«.
Aanwijzingen:
Worden op de zender die u heeft ingesteld
geen verkeersmeldingen uitgezonden, dan
gaat er automatisch een zoekloop van start
naar de eerstvolgende zender met verkeers-
meldingen.
Als TP geactiveerd is, wordt eveneens de CD-
of cassette-mode door verkeersmeldingen
onderbroken.