Het geluid veranderen
ń
8
❒
De geluidsinstellingen
U kunt achter elkaar vier verschillende geluids-
instellingen verrichten.
Met de blauwe toets g kunt u de vier geluids-
instellingen » Soort geluid «, » Muziek «, » Superso-
und « en » Persoonlijke waarden« kiezen.
» Soort geluid «, » Muziek « en » Supersound « zijn
„vaste“ geluidsinstellingen, die niet veranderd kun-
nen worden. Kies bij de uitzending de passende
geluids-instelling.
❒
Persoonlijke waarden instellen
Wilt u individuele geluidsinstellingen verrichten,
dan moet u de » Persoonlijke waarden « met de
blauwe toetsen g kiezen en oproepen.
De melding » Geluid-instellingen « verschijnt.
❒
Stereobreedte
Verbreedt bij stereo-uitzendingen het klankbeeld en
verbetert het bij mono-uitzendingen.
» Stereobreed. « kiezen en veranderen.
❒
Geluid (stereo, tweetalig, mono)
Ontvangt het toestel tweetalige uitzendingen – bv.
een speelfilm in het originele geluid op geluids-
kanaal A (weergave: Mono B) en de gesynchroni-
seerde versie op geluidskanaal A (weergave: Mono
A) – dan kunt u het door u gewenste geluidskanaal
kiezen.
Ontvangt het toestel stereo-uitzendingen, dan scha-
kelt het automatisch op stereo-geluidsweergave
(weergave: Stereo).
Bij slechte stereo-geluidsontvangstkwaliteit kunt u
het geluid naar » Mono « schakelen.
» Geluid « kiezen en »Mono « of »Stereo « kiezen.
Moet de geluidsweergave van een bepaalde
zender permanent » mono « zijn, dan moet als zen-
dernaam, vanaf de derde positie, » ,MO « ingevoerd
worden. Zie pagina 6, » Zendernaam veranderen of
opnieuw invoeren «.
2
1
Ǻ
Ǻ
1
1
❒
Hoofdtelefoon
Stekker van de hoofdtelefoon (3,5 mm ø klink) in de
hoofdtelefoon-aansluiting op de voorkant van het
toestel steken.
Het volume van de hoofdtelefoon kunt u apart
instellen.
» Hoofdtelefoon « kiezen en het desbetreffende
soort geluid » Mono« of » Stereo« en bij tweetalige
uitzendingen » Mono A « of »Mono B « kiezen.
Volume veranderen: Toets
¢
AUX indrukken en
daarna met toets F of E het volume van de
hoofdtelefoon veranderen.
De veranderde waarde wordt op een balk weergege-
ven.
❒
Hoge tonen, lage tonen, balans
De geluidsinstellingen kunnen naar uw persoonlijke
wens gecorrigeerd worden.
» Hoge tonen «, » Lage tonen « of » Balans « kiezen
en instellen.
❒
Volume aanpassen
(van zender tot zender)
Ontvangt u een zender (te hard of te zacht), waar-
van het volume ten opzichte van andere zenders
afwijkt, kan dat aangepast worden.
Voorbeeld:
» Volume P1 « kiezen en veranderen.
Alleen het volume van de op dit moment gekozen
zender wordt veranderd (in het voorbeeld » P1 «).
Deze aanpassing is ook bij de zenderplaatsen » AV«
mogelijk.
Beëindig met toets
ǵ
TXT
.
2
Ǻ
1
1
2
1