10
Dolby Surround ProLogic, Dolby Digital
Deze geluidsmethodes werden ontwikkeld om de toeschouwer het gevoel te
geven ”zich in de scène te bevinden”. Dit wordt door bijkomende geluids-
kanalen voor de weergave van de dialogen (middenkanaal) alsook van de
atmosfeer en de speciale effecten (achterkanaal) bereikt. Er moet een algemeen
onderscheid gemaakt worden tussen Dolby Surround en Dolby Digital (ook 5.1
genoemd).
Bij Dolb
y Surround ProLogic wordt het ruimtelijke effect uit het stereosignaal
gewonnen. Dit systeem draagt drie voorste geluidskanalen (vooraan links,
vooraan in het midden, vooraan rechts) en een achterkanaal (vandaar ook de
omschrijving 3/1) over. Deze methode heeft wel het nadeel dat om technische
redenen het achterkanaal uit een monosignaal bestaat en qua frequentiebereik
en dynamiek beperkt moet worden, d.w.z. de hoogtes van het achterkanaal
worden beperkt.
Dolb
y Digital daarentegen is een digitaal geluidssysteem voor een volledig
onafhankelijke meerkanaalgeluidsweergave. Hier worden vijf volwaardige
geluidskanalen (vooraan links, vooraan in het midden, vooraan rechts, ach-
teraan links en achteraan rechts) en een kanaal voor lage tonen (LFE) overge-
dragen (vandaar de aanduiding 5.1). Vergeleken met Dolby Surround ProLogic
staan er bij Dolby Digital twee stereofonische geluidskanalen voor het stereo-
geluid resp. een opgedeeld stereofonisch geluid voor een volledige en wer-
kelijkheidsgetrouwe weergave ter beschikking.
De vijf weergavekanalen maken een dynamiek mogelijk die een volledige
nieuw geluidsgenot garandeert. Het precieze ruimtelijke effect brengt de wer-
kelijkheid van de films helemaal tot zijn recht.
De 5.1-kanalen van Dolby Digital kunnen naargelang de configuratie van de
luidsprekers ook over minder kanalen verdeeld worden.
AANSLUITEN EN VOORBEREIDEN
__________________