126
Verschillende functiemodi instellen
Met behulp van de toets »MODE« en een tweecijferige getalcombinatie
(code), die u via de cijfertoetsen »0 ... 9« invoert, kunt u verschillende fun-
cties omschakelen:
Voor het omschakelen van de verschillende functiemodi geldt de volgende
werkwijze:
1 »MODE« indrukken.
– Display: »( )« knippert.
2 Gewenste getalcombinatie, b.v. »40«, met »0 ... 9« invoeren.
– Display: »( 40 )« knippert.
3 Invoer met » FREQ./CLOCK« bevestigen.
– Display: kort »OFF«, daarna de tijd of de frequentie.
– Het signaal is uitgeschakeld.
Achtergrondverlichting van het display inschakelen
1 Displayverlichting met »LIGHT« gedurende ca. 7 seconden inschakelen.
2 Displayverlichting met »LIGHT« vroegtijdig uitschakelen.
Toetsen ver- en ontgrendelen
1 Om de toetsen te vergrendelen »LOCK« op positie »
•
« zetten.
– Display: » «.
2 Om de toetsen te ontgrendelen »LOCK« op de tegenovergestelde
positie zetten.
– Display: » « gaat uit.
GEBRUIK
____________________________________________________
Functie
FM-frequentiewissel in
stappen van 100 kHz
MG-frequentiewissel
in stappen van 9 kHz
Tijdsaanduiding in
12-uur-weergave
Geluidssignaal uit
Zenderplaatsen na
elkaar van laag tot
hoog frequentiebereik
schikken
Functie
FM-frequentiewissel in
stappen van 200 kHz
MG-frequentiewissel
in stappen van 10 kHz
Tijdsaanduiding in
24-uur-weergave
Geluidssignaal aan
Zenderplaatsen na
elkaar van laag tot
hoog frequentiebereik
schikken
Code
11
21
31
41
51
Code
10
20
30
40
50
MODE ˯
MODE ˯
MODE ˯
MODE ˯
MODE ˯