NEDERLANDS
27
8 Steek de meegeleverde antennekabel in de aansluiting » Ö « van de video-
recorder en in de antenne-aansluiting (É) van het televisietoestel.
9 Steek de netkabel van de videorecorder weer in het stopcontact.
Aanwijzing:
Neem de instelling ”DECODER/EURO- AV2-aansluiting voor externe appara-
tuur aanpassen” op pagina 35 in acht.
Satellietprogramma’s opnemen
Voorbereiden
Kies op het televisietoestel de programmaplaats »AV« voor recorder-weergave.
Schuif een cassette met voldoende speelduur en intact plaatje (cassette is niet
geblokkeerd) in het cassettevak tot deze er automatisch wordt ingetrokken.
Bedienen
1 Schakel de satellietontvanger in en kies de gewenste satellietzender.
2 Druk op » 0 « en kies met »
DD
« programmaplaats »
AV 2
«.
3 Start de opname, houd de toets » ● RECORD« daartoe langer ingedrukt.
4 Sluit de opname af met » ■ «.
Opname – gestuurd door een satellietontvanger
Als op de videorecorder op aansluiting »DECODER/Y EURO-AV2« een
satellietontvanger is aangesloten die voorzien is van een schakelklok, kan
daardoor de opname van de videorecorder worden gestuurd.
Voorbereiden
Schuif een cassette met voldoende speelduur en intact plaatje (cassette is niet
geblokkeerd) in het cassettevak tot deze er automatisch wordt ingetrokken.
Bedienen
1 Schakel de videorecorder met »
ǼǼ
« uit.
– Op het display van de videorecorder is alleen de tijd te zien.
2 Druk langere tijd op »II«.
– Op het display van de videorecorder knippert » REC«.
– De recorder is nu klaar voor opname. De opname wordt door de
satellietontvanger gestuurd.
3 Schakel de functie met de toets »II« uit.
SATELLIETONTVANGER
_____________________________________________________________