50
ROUTE-INSTELLINGEN WIJZIGEN
__________________________________________
Gebruik autosnelweg
Bij het zoeken van de route kan men aangeven of men van autosnelwegen
gebruik wenst te maken of juist niet.
3 Kies »AUTOSNELWEG GEBR.« uit het menu INSTELLINGEN en druk op
OK.
Aanwijzing
Het systeem kan tijdens de routebegeleiding gebruik maken van autosnel-
wegen, hoewel AUTOSNELWEG VERM. ingesteld is, omdat er geen alter-
natieve routes bestaan.
Als u een bestemming ingegeven heeft, begint het zoeken van de route.
Als er geen bestemming ingegeven is, wordt het systeem teruggeschakeld
naar de huidige positie (weergave van de lengte- en breedtegraden).
4 Kies bijv. »SNELSTE ROUTE« uit het menu INSTELLINGEN en druk op OK.
De »SNELSTE ROUTE« verschijnt op het menu.
Als u een bestemming ingegeven heeft, begint het zoeken van de route.
Als er geen bestemming ingevoerd is, wordt het systeem teruggeschakeld
naar de weergave van de huidige positie.