ń
13
Comfortfuncties
Service
DIALOG CENTER oproepen:
Toets h en G indrukken.
Met p »Service« kiezen en met toets G oproepen.
Met p » Ruisred. «, » Decoder «, » Decoder-geluid
analoog « of » Decoder-geluid digitaal « kiezen.
Ruisreductie
U kunt de ruisreductie » uit « of » autom. « voor
alle zenderplaatsen kiezen.
Gewenste instelling kiezen en met toets G bevestigen.
Wordt de ruisreductie voor een specifieke zender-
plaats ingesteld (zie hoofdstuk » Beeld veranderen
«), dan wordt automatisch de instelling » handma-
tig « gekozen.
Decoder
U kunt decoder » uit « of » aan « voor alle zender-
plaatsen kiezen.
Gewenste instelling kiezen en met toets G bevestigen.
Wordt de decoder voor een specifieke zenderplaats
ingesteld (zie hoofdstuk » Zenderplaatsen indelen
«), dan wordt automatisch de instelling » handma-
tig « gekozen.
Beeldscherpte
U kunt de Beeldscherpte voor alle zenderplaatsen kiezen.
» Beeldscherpte « met toets F of E veranderen.
Wordt de Beeldsherpte voor een specifieke zender-
plaats ingesteld (zie hoofdstuk »Beeld verande-
ren«), dan wordt automatisch de instelling » hand-
matig « gekozen.
Decoder-geluid
Sluit u een decoder aan, dan moet de juiste instel-
ling voor het decoder-geluid gekozen worden.
Bv. Premiere analoog: extern digitaal: intern
Canal plus analoog : extern digitaal: intern
Lees a.u.b. ook de gebruiksaanwijzing van uw deco-
der. Uw dealer helpt u graag verder.
Formaatomschakeling
Bij slechte ontvangstomstandigheden kan de auto-
matische omschakeling van het beeldformaat uitge-
schakeld worden.
Gewenste instelling kiezen en met toets G beve-
stigen.
IR-Dataprogrammer/vooe de specialzaak
De functies van deze regel zijn voorbehouden aan
deskundigen.
Ǻ
1
1
1
1
3
2
1
❒
Televisie-uitzendingen
»Nu te zien«
U heeft zonet het TV-toestel ingeschakeld en wilt
informatie over „wat er op dit moment te zien is”.
Gewenste zender kiezen, daarna toets
¢
C
indrukken.
Op het beeldscherm verschijnt de melding
» Progr. wordt gezocht «. Daarna verschijnt de
informatie over de zender op het beeldscherm.
Verschijnt in plaats daarvan de melding » Program-
ma niet aanwezig « dan moet u teletekst, bv. voor
het 3e net, met de cijfertoets
3
en toets van de
ǵ
TXT
oproepen. De teletekstpagina 100 verschijnt op het
beeldscherm.
Toets
¢
AUX indrukken. De dialoog-symbool-regel
verschijnt in beeld.
Met toets E de cursor (gekleurde rechthoek) op
het symbool J zetten en
Met de toetsen
1
…
0
bij de functie » programma-
overzicht « het paginanummer invoeren waaronder
de in de teletekst – bij de op dit moment gekozen
zender – het programma-overzicht ingedeeld is.
Beëindig met toets
ǵ
TXT
.
Het toestel schakelt naar het televisiebeeld.
Op welke pagina u het »TV-programa’s« vindt, ziet
u op teletekstpagina 100.
❒
PIP-modus (beeld-in-beeld)
Hiermee kunt u in het programma – dat u op dat
moment bekijkt – een kleinbeeld invoegen.
De inhoud van het kleinbeeld kan bijvoorbeeld het
signaal van een videorecorder, een camcorder of de
directe opname van een videocamera zijn.
Toets
› PIP indrukken. Het kleinbeeld wordt inge-
voegd en het PIP-menu verschijnt. De gewenste
functie kiezen. Het PIP-menu verdwijnt na korte tijd
automatisch.
PIP-contrast
»PIP-contras«t met de toets ™ veranderen.
Programmakeuze van het PIP-be
Met de toets | of ] de gewenste programma-
plaats AV1 tot en met AV3 kiezen.
Als aan de bus AV1 een megalogic videorecorder is
aangesloten (in het menu »Audio/video-aansluitin-
gen« moet »MegLog« zijn gekozen), gaat u als
volgt te werk: Toets | of ] zo vaak indrukken tot
het beeld van de videorecorder verschijnt. Vervol-
gens kunnen de programma’s van de videorecorder
met de toets | of ] worden gekozen.
De PIP-functie beëindigen door de toets
› PIP in te
drukken.
Ǻ
1
1
Ǻ
Ǻ
6
5
4
3
2
Ǻ
1
Ǻ