38
In- en uitschakelen
1 Toestel met »ON/OFF« inschakelen.
– De lichtdiode in de toets »ON/OFF« is rood.
2 Toestel met »ON/OFF« uitschakelen.
– De LED in de toets »ON/OFF« gaat uit.
Radio-mode
Voor de beste FM- en KG-ontvangst hoeft u alleen maar de telescoopanten-
ne uit te trekken en te richten. Voor de MG- en LG-ontvangst heeft het appa-
raat een ingebouwde antenne. Om de antenne af te stellen het toestel rond
de eigen as draaien.
Golflengte kiezen
1 Gewenst golfbereik met »FM«, »SW 2«, »SW 1«, »MW« of »LW«
kiezen.
Radiozenders instellen
1 Gewenst programma met de draairegelaar »TUNING« (rechterzijde
van het toestel) instellen.
Volume veranderen
1 Gewenst volume met »
– VOLUME +
« instellen.
Geluid instellen
1 Gewenst geluid met »
ɦ
TONE
ɼ
« (linkerkant van het toestel)
instellen.
Met oortelefoon luisteren
1 Stekker (Ø 3,5 mm, stereo) van de oortelefoons in de aansluiting »0«
(linkerkant toestel) steken.
– De luidspreker van het toestel wordt automatisch uitgeschakeld.
Ontvangstgevoeligheid kiezen
1 De schakelaar »• DIST. • LOCAL« (rechterkant van het toestel) op
»• DIST.« zetten.
– De gevoeligheid is op hoge gevoeligheid, d.w.z. interlokale ont-
vangst, ingesteld.
2 Is het signaal te sterk en is de ontvangst hierdoor gestoord, de schake-
laar »• DIST. • LOCAL« op »• LOCAL« (lage gevoeligheid) zetten.
GEBRUIK
_______________________________________________