Uw aandacht voor ...
ń
2
Inbouwen van het toestel
Deze gebruiksaanwijzing gaat ervan uit, dat
uw autoradio door een vakman deskundig
aangesloten en ingebouwd is.
Als u het toestel zelf wilt inbouwen,
neem dan beslist het hoofdstuk „Montage en
demontage” op de pagina's 7/8 en de afbeel-
dingen aan het begin van het boekje in acht.
Verkeersveiligheid
Maak uzelf voordat u gaat rijden vertrouwd
met de verschillende functies van uw autora-
dio (b.v. zenders in het geheugen opslaan).
Volum
e:
Door een te hard volume kunt u uzelf en ande-
ren in het verkeer in gevaar brengen.
Stel daarom het volume steeds zo in, dat u
geluiden van buitenaf (b.v. claxons, ziekenwa-
gens, politiewagens enz.) nog kunt horen.
Antenne
De autoradio is voor de aansluiting op een
75Ω-antenne (impedantie) geschikt.
Verlenging van het antennesnoer, b.v. bij
montage achter op de wagen, kan de ont-
vangst verslechteren.
In- en uitschakelen
– met de contact-/startschakelaar
Met de contact-/startschakelaar van het voer-
tuig kunt u de met de
r-combiknop inge-
schakelde autoradio uit- en inschakelen (zie
voedingsspanningen / A4 ....+12 V stand by-
spanning, pagina 8).
– op de autoradio
Met de
r -combiknop kunt u de autoradio
in- en uitschakelen, als de autoradio ...
– met de contact-/startschakelaar ingescha-
keld is c.q.
– niet via de contact-/startschakelaar aanges-
loten is.