11
Wees voorzichtig als u op een helling rijdt. Rijdt altijd van boven naar beneden over de helling en niet
dwars op de helling daar anders gevaar voor kantelen ontstaat.
Beperk de snelheid op hellingen zodanig dat u in scherpe bochten kantelen of controleverlies over de
machine voorkomt.
AANWIJZING!
Deze machine is niet bestemd voor het rijden over openbare verkeerswegen.
Draai het stuurwiel niet tot aan de aanslag als de gashendel op vol gas staat omdat de machine op
deze wijze zou kunnen kantelen (uit de bocht vliegen).
Bij ingebruikname moet steeds de motorkap gemonteerd zijn.
Houdt de motor tijdens het maaien op vol gas.
Blokkeer de zitmaaier bij het afzetten van de motor op de helling steeds met de parkeerrem.
5.7 Gras maaien, mulching
Laat het maaidek op het gras zakken.
Elektrisch inschakelen van het mulching maaidek (zie 4.5)
Stel dan met hendel (afb. 14.1 105 cm/7.3 85 cm) aan het mulching maaidek de maaihoogte in. De
maaihoogte is afhankelijk van de rijsnelheid en de toestand van het te maaien gras.
Bij lang gras is het aan te bevelen om uw rijsnelheid te verminderen. Bij langzamer rijden op het
grasveld verkrijgt u een beter maairesultaat.
Als u een hindernis moet nemen, moet u de aandrijving van de messen uitschakelen en het mulching
maaidek in de hoogst mogelijke positie heffen.
Afhankelijk van de gewenste maaihoogte moet het 85 cm maaidek aangepast worden zodat de V-riem
altijd in rechte lijn blijft tussen de poelie van het maaidek en de poelie van op de machine. Hiervoor
moeten de vier bouten en moeren aan de achterzijde van het maaidek losgemaakt worden (afb 7.5). U
kunt nu het dek bewegen terwijl u aan de zijkant kijkt of de riem in lijn staat. Dan draait u de bouten en
moeren weer vast.
OPMERKING!
Altijd de messen uitschakelen alvorens het maaidek in de transportstand te zetten.
6. Onderhoud
Aan de machine geen onderhoud plegen als:
• de motor nog loopt
• de contactsleutel niet eruit getrokken is
• de bougiekabel niet van de bougie is afgenomen
6.1 Reiniging
Na ieder gebruik is het noodzakelijk de grasmaaimachine van buiten te reinigen. Het mulching
maaidek schoonmaken en aan de binnenzijde gras- en grondresten verwijderen.
Als u de machine met een waterstraal reinigt, richt dan de straal niet rechtstreeks op de aandrijving,
de motor en de elektrische delen.
6.2 Verversingstermijnen van de motorolie
Vervang de olie de eerste keer na twintig gebruiksuren of 1 maand en daarna na telkens 100 uren
verversen. Minimaal eens per seizoen verversen. Vervang de olie terwijl de motor warm is. Gebruik
altijd hoogwaardige olie (klasse SF of SG)
WAARSCHUWING!
De olie kan erg warm zijn, wanneer hij meteen afgetapt wordt, nadat de motor is uitgezet. Let daarom
zeer goed op.