carburateur helemaal open is en de motor optimaal is afgesteld, dan moet u de maximale bladinstelhoek bij een
volledige uitslag van de pitchstuurknuppel verkleinen, dus in de positie “punt 5”. Omgekeerd moet de instelhoek
vergroot worden, wanneer het toerental van de motor tijdens een stijgvlucht toeneemt. Breng dus in de grafiek
van “pitch” de verticale lijn met de pitchknuppel naar punt 5 en verander de waarde daarvan met de rechter
tiptoets.
Deze afbeelding toont alleen veranderingen van de maximale pitchwaarde. Uitgang stuuruitslag
Brengt u het model daarna weer in de hoverpositie, die bij een middenpositie van de K1-knuppel bereikt moet
worden. Moet voor het hoverpunt de pitchknuppel nu vanuit de middenpositie in de richting van een hogere
waarde bewogen worden, dan compenseert u deze afwijking door de pitchhoek bij het hoveren - dus punt 3 - een
beetje te verhogen, tot het model weer hovert bij een middenpositie van de knuppel. Hovert het model
daarentegen ónder de middenpositie van de stuurknuppel, dan moet de instelhoek dienovereenkomstig verkleind
worden.
Soms kan het nodig zijn, om de carburateuropening voor het hoveren (punt 3) van “K1 → gas” te corrigeren.
Deze afbeelding toont alleen de verandering van het hoverpunt, d.w.z. pitchminimum en –maximum werden op –100% resp. +100% gelaten.
Pas deze instellingen zo lang aan, totdat er echt een constant toerental over de hele stuuruitslag tussen hover- en
stijgvlucht is bereikt.
De instelling van de daalvlucht wordt op dezelfde manier afgesteld, door het model vanuit de voorwaartse vlucht
en uit een grotere hoogte met volledig teruggenomen pitch te laten dalen en de pitchminimum-waarde (punt 1)
zó in te stellen, dat het model onder een hoek van 60…80° daalt. Breng dus in de grafiek van “pitch” de verticale
lijn met de pitchknuppel naar punt 1 en verander de waarde daarvan met de rechter tiptoets.
Deze afbeelding toont alleen veranderingen van de minimale pitchwaarde. uitgang stuuruitslag
Wanneer u dit vliegbeeld heeft bereikt, stelt u de waarde voor “gas min ” – de waarde van punt 1 op de grafiek
van “K1 → gas”- dusdanig in, dat het toerental niet af- of toeneemt. De afstemming van gas en pitch is daarmee
afgesloten.
Afsluitende belangrijke opmerkingen
Controleer vóór het starten van de motor, dat de gaslimiter helemaal gesloten is en de carburateur alleen nog via
de trimhevel bediend kan worden. Bij het inschakelen van de zender wordt u optisch en akoestisch
gewaarschuwd, wanneer de carburateur nog te ver open staat. Bij een te ver geopende carburateur bestaat anders
het gevaar, dat de motor direct na het starten met een hoog toerental gaat lopen en de koppeling direct aangrijpt.
Daarom moet u de
rotorkop tijdens het starten altijd vasthouden.
Mocht de motor desondanks toch een keer per ongeluk met een ver geopende carburateur gestart worden, dan
geldt altijd:
Het hoofd koel houden! Rotorkop in ieder geval vasthouden! Nooit loslaten,
maar direct gas terugnemen, ook met het risico, dat de aandrijving in het uiterste geval beschadigd wordt, want
ú moet er voor zorgen, dat de helikopter nooit ongecontroleerd kan wegvliegen.