balk 5 = rolroer rechts
balk 6 = welfklep (links) / vrij kanaal
balk 7 = welfklep rechts / vrij kanaal
balk 8 = vrij kanaal
… en bij helikoptermodellen:
balk 1 = pitch of roll (2)- of nick (2) -servo
balk 2 = roll (1) -servo
balk 3 = nick (1)-servo
balk 4 = hekrotorservo (gyro)
balk 5 = nick (2)-servo / vrij kanaal
balk 6 = gasservo of toerenregelaar
balk 7 = gyrogevoeligheid / vrij kanaal
balk 8 = toerenregelaar / vrij kanaal
vliegtuigmodellen
Tot maximaal twee rolroer- en twee welfkleppenservo’s bij normale modellen alsmede V-staart- en staartloze
/deltamodellen met twee rolroer-/hoogteroer- en twee welfkleppenservo’s worden op een comfortabele manier
ondersteund.
De meeste motor- en zweefmodellen zullen tot het staarttype “normaal”horen met een aparte servo voor hoogte-
, richtings-, rolroer en motordrossel of elektronische regelaar (resp. remkleppen bij een zweefmodel). Verder is
het mogelijk, in het modeltype “2 HR Sv” twee hoogteroerservo’s aan de kanalen 3 en 8 aan te sluiten.
Bij het bedienen van de rolroeren en eventueel de welfkleppen met telkens twee aparte servo’s kunnen de
rolroeruitslagen van de beide kleppenparen in het menu “vleugelmixers” gedifferentieerd worden, een
roeruitslag naar boven kan onafhankelijk van de uitslag naar beneden ingesteld worden.
Tenslotte kunnen ook de welfkleppen b.v. via één van de stuurelementen CTRL 5 … 7 worden bediend. Als
alternatief kunt u voor de welfkleppen, rol- en hoogteroer ook beschikken over een fase-afhankelijke trimming in
het menu “fasentrimming”.
Wanneer het model een V-staart in plaats van een gewone staart heeft, kan in het menu “basis-instelling” het
type “V-staart”worden gekozen, dat de stuurfuncties hoogte- en richtingsroer dusdanig elkaar verbindt, dat elk
van de beide staartroeren – ieder door een eigen servo aangestuurd – zowel de hoogte- als ook de
richtingsroerfunctie kan overnemen.
Bij de delta- en staartloze modellen wordt de rol- en hoogteroerfunctie via een gemeenschappelijk roer aan de
achterkant van de linker en rechter vleugel bediend. Het programma beschikt over de benodigde mixfuncties
voor de beide servo’s.
Tot maximaal 3 vliegfasen kunnen in elk van de 12 modelgeheugenplaatsen geprogrammeerd worden.
De digitale trimming wordt vliegfasen-specifiek, behalve de K1-trimming, opgeslagen. De K1-trimming maakt
het mogelijk om de carburateurinstelling voor stationair makkelijk terug te vinden.
Tijdens het vliegen kunt u voortdurend over twee klokken beschikken. De bedrijfstijd van de zender sinds het
laatste laadproces wordt ook zichtbaar gemaakt.
Aan de ingangen 5....8 kan naar keuze een stuurelement CTRL 5 .. 7 of een schakelaar SW 1 … 8 worden
toegewezen in het menu “instellingen stuurelement”.