Belangrijke
veiligheidsopmerkingen
Debedieningshandleidinggeeftube-
langrijkeveiligheidsaanwijzingenenin-
formatie,dievooreenstoringsvrijewer-
kingvanhetapparaatvereistzijn!
Dehandleiding vollediglezen,bewaren
eneventueelaan nieuweeigenaren
doorgeven!
Alleveiligheidsaanwijzingendienen
steedsookvooruwpersoonlijkeveiligheid!
G
Ditapparaatvoldoetaandeerkendetechniek-
voorschriftenendedesbetreffendeveilig-
heidsbepalingen!
G
Ditapparaatkandoorkinderenvanaf16
jaarendoorpersonenmetverminderdefy-
sische,sensorischeofmentalevaardighe-
denofgebrekaanervaringenkenniswor-
dengebruikt,wanneerzeondertoezicht
staanoftenaanzienvanhetveiliggebruik
vanhetapparaatzijnonderwezenende
daaruitresulterendegevarenbegrijpen.
Kinderenmogennietmethetapparaatspe-
len.Reinigingendoordegebruikerverricht
onderhoudmogennietwordenverricht
doorkinderendienietondertoezichtstaan.
G
Gebruikhetapparaatuitsluitendvoorde
bestemde doeleinden.
G Zorgdatdevloeistofalleenopdetebehan-
delenoppervlakkenterechtkomt.
Buitenshuisniettegendewindinsproeien.
G
Voordeinbedrijfstellingvan hetsproeiap-
paraatfunctiecontrolerenenvooral op
dichtheidvandeschroefaansluitingen
schroefverbindingletten.Materiaal op
scheuren,brosheid en corrosiecontroleren.
G
Sproeimiddeltank in gevuldetoestandniet
langaansterkezonnestralenblootstellen.
Bedrijfstemperaturenmogen nietboven
+30°Cliggen.
Apparaat tegen vorstbeschermen.
G
Nagebruik vandetankdezeonmiddellijk
endegelijkschoonmaken; daarnaonder-
steboven laten drogen.
G
Milieubelastendsproeimiddelbijvoor-
keuraanhetobjectverwerken(gericht
doseren),onvermijdbareresteninge-
schikteopvangbakkentijdelijkopslaan
enalsspeciaalafvalinleveren.Wetten
enverordeningenvoorwatergevaar-
lijkestoffenbijhettijdelijkopslaanen
bijdeafvalverwerkingopvolgen.
G
Sproeiersensproeimiddelenuitdenabijheid
vankinderen,dierenenwaterenhouden.
G
Verstoptespuitkoppenmogennietmetde
mondwordenuitgeblazen.
G
Het apparaatisnietbestemdvoor de op-
slagvanvloeistoffen. Dagelijksnaiederge-
bruiklegenengoedschoonspoelen.
G
Bij hetpompensteedshetveiligheids-/
drukreduceerventiel (A)indegaten hou-
den en de toegestane drukvan3 barniet
overschrijden.
G
Bedieningsonderdelen,onderdelendie
onderdrukstaanofwaarvloeistof door-
heenstroomtenhetveiligheids-/drukre-
duceerventielregelmatigcontrolerenop
een correctetoestand en functie.Bijhet
vermoedenvanschadehet apparaaton-
middellijkbuitenbedrijfstellen.
G
Nietvoorlangeretijdonder druklaten
staan.
G
Wij radenaan,nagebruikvan2jaarde
druksproeiapparaten voorzichtig-
heidshalvebijzonder nauwkeurig te laten
controleren,bijvoorkeur doordeprodu-
cent.Hetisverbodenaan de tankrepara-
tiesuittevoeren.