Montage- en bedieningshandleiding
Apparaatbeschrijving
De ruimteluchtsensor CO
2
is bedoeld voor
bewaking van de kooldioxideconcentratie
(CO
2
) in de lucht in de ruimte.
Het onzichtbare, reukloze gas CO
2
komt van
nature in de lucht voor in een concentratie
van gemiddeld ca. 380 ppm (0,038%). Het
ontstaat o.a. bij de verbranding van fossiele
brandstoffen, maar komt ook vrij bij het uit-
ademen van mensen. Een te hoge CO
2
-con-
centratie in de lucht heeft een negatief
effect op het concentratie- en prestatiever-
mogen.
De ruimteluchtsensor CO
2
maakt attent op
een hoge CO
2
-concentratie door deze visu-
eel en/of akoestisch aan te duiden.
Het aansturen van apparaten, b.v. ventilato-
ren, moet worden gerealiseerd met externe
actoren.
Afb. 1: onderdelen van het apparaat
(1) Inbouwbasiselement
(2) Afdekraam
(3) Opzetstuk
Installatie
Aanbevolen montagehoogte: 1,10 m.
Kies de montagelocatie zo, dat het apparaat
zich in de normale luchtcirculatie van de
ruimte bevindt.
Afb. 2: achterzijde inbouwbasiselement
• Sluit de voedingsspanning 230 V AC aan
op de klemmen L en N aan de achterzijde
van het inbouwbasiselement (zie Afb. 2).
• De actoren worden aangesloten op de
klemmen NO/COM/NC aan de achterzijde
van het inbouwbasiselement (zie Afb. 2
en de sectie "Potentiaalvrij contact").
• Bevestig het basiselement op de in-
bouwdoos.
• Voer evt. instellingen aan de meetmodule
(apparaatopzetstuk) uit, voordat het ap-
paraatopzetstuk samen met het afde-
kraam op het inbouwbasiselement wordt
gestoken, zie de sectie "Instellingen",
Afb. 4.
Functie
• De LED brandt groen wanneer het appa-
raat zich in de normale toestand bevindt.
Wat
de normale toestand is, is afhankelijk van
de ingestelde grenswaarde. Wanneer een
CO
2
-concentratie boven de instelbare
(800 - 1500 ppm) grenswaarde wordt ge-
meten, wisselt de LED naar rood en klinkt
er evt. een signaaltoon - het apparaat be-
vindt zich in de alarmtoestand.
Zolang de CO
2
-concentratie zich boven de
ingestelde grenswaarde bevindt, blijft het
apparaat in de alarmtoestand (LED rood en
evt. signaaltoon). Wanneer de CO
2
-concen-
tratie onder de grenswaarde zakt, schakelt
het apparaat weer terug naar de normale
toestand (LED groen).
De LED-aanduiding (in de normale toestand
groen) en de signaaltoon bij alarm kunnen
worden uitgeschakeld, zie de sectie "Instel-
lingen".
Apparaattoestanden
Instellingen
Afb. 3: verwijderen van het apparaatopzetstuk
Om instellingen op het apparaat te kunnen
uitvoeren, moet het apparaatopzetstuk van
het inbouwbasiselement worden verwij-
derd. Aan de achterzijde van het apparaat-
opzetstuk bevinden zich de instelvoorzienin-
gen, zie Afb. 4.
• Steek een schroevendraaier in de daar-
voor bedoelde groef aan de zijkant van de
afdekking en wip de afdekking met het
apparaatopzetstuk voorzichtig omhoog.
Afb. 4: apparaatopzetstuk (achterzijde)
• Met de DIP-schakelaar (1) gemarkeerd
met het luidsprekersymbool kan de
alarmtoon worden in- resp. uitgescha-
keld.
• Met de DIP-schakelaar (2) gemarkeerd
met het lampsymbool kan de groene LED,
die brandt in de normale toestand, wor-
den in- resp. uitgeschakeld.
• De CO
2
-grenswaarde waarbij het appa-
raat overgaat van de normale toestand
naar de alarmtoestand kan op de poten-
tiometer worden ingesteld met een
schroevendraaier. De waarden (8 - 15) op
de schaalverdeling, vermenigvuldigd met
een factor 100, geven de CO
2
-grenswaar-
de.
Potentiaalvrij contact
De ruimteluchtsensor CO
2
is voorzien van
een potentiaalvrij contact waarop een actor
moet worden aangesloten. De aansluitklem-
men van het potentiaalvrije contact bevin-
den zich aan de achterzijde van het inbouw-
basiselement (zie Afb. 2).
De potentiaalvrije schakelcontacten kunnen
bijvoorbeeld worden gebruikt om een venti-
lator aan te sturen of om informatie door te
geven aan een klimaatbewakingssysteem.
Technische gegevens
Garantie
Wij bieden de wettelijk vereiste garantie.
Stuur het apparaat portvrij met een
omschrijving van de fout via de vakhandel
naar onze centrale klantenservice.
Gira
Giersiepen GmbH & Co. KG
Service Center
Dahlienstraße 12
42477 Radevormwald
Let op
Het potentiaalvrije contact mag uitsluitend
worden gebruikt als stuuruitgang.
Rechtstreeks aansluiten van verbruikers is niet
toegestaan.
Aansluiting en montage van
elektrische apparaten mogen
uitsluitend worden uitgevoerd door
een elektrotechnicus!
GEVAAR
Bij ondeskundige montage is ernstig letsel
mogelijk, bv. door een elektrische schok of
brand, of materiële schade.
• Om het risico van een elektrische schok
te voorkomen, moeten voor werkzaam-
heden aan de ruimteluchtsensor CO
2
de
voedingskabels spanningsloos worden
gemaakt (zekeringautomaat uitscha-
kelen).
Een ongunstige montagelocatie kan
leiden tot onjuiste meetresultaten!
Monteer het apparaat niet voor stellingen
of achter gordijnen en dergelijke afdekkin-
gen. Vermijd buitenmuren en tocht!